Terug
Gepubliceerd op 24/11/2021

2021_CBS_01234 - OMV - Vergunning - Schutenseweg 61 - 2021/00202 - Goedkeuring

College van burgemeester en schepenen
di 16/11/2021 - 13:30 schepenzaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur

Verontschuldigd

Johan Vanhoyland, 3de schepen

Secretaris

Bart Telen, Algemeen directeur
2021_CBS_01234 - OMV - Vergunning - Schutenseweg 61 - 2021/00202 - Goedkeuring 2021_CBS_01234 - OMV - Vergunning - Schutenseweg 61 - 2021/00202 - Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

STEDENBOUWKUNDIG EN MILIEUTECHNISCH advies - verslag GEMEENTELIJKE omgevingsambtenaar

De aanvraag betreft het regulariseren van de bestaande woning en het bijgebouw en het verbouwen en uitbreiden van de woning.

De aanvraag werd op 30 juni 2021 ontvangen.

Op 26 juli 2021 werd aanvullende informatie opgevraagd.

Op 4 augustus 2021 werd de gevraagde aanvullende informatie aangeleverd.

Op 9 augustus 2021 werd de aanvraag ontvankelijk en volledig verklaard.

De gewone vergunningsprocedure wordt gevolgd.

Er werd een openbaar onderzoek gehouden, lopende van 19 augustus 2021 tot en met 17 september 2021.

De eigenaars van de aanpalende percelen werden verzocht hun standpunt kenbaar te maken.

Het openbaar onderzoek werd gesloten zonder bezwaarschriften.

HISTORIEK VAN HET EIGENDOM WAAROP DE AANVRAAG BETREKKING HEEFT

Stedenbouwkundig

Op 27 februari 1963 werd een verkavelingsvergunning afgeleverd voor het verkavelen van de percelen.  Deze vergunning is vervallen. (7204.V.22/1)

Op 27 oktober 1986 werd een verkavelingsvergunning afgeleverd voor het verkavelen van de percelen in 5 loten voor open bebouwing.  (7204.V.22)

Op 13 juli 1992 werd een vergunning afgeleverd voor het bouwen van een woonhuis.  (1992/00038)

De aanvraag werd in oktober 2019 in overleg gebracht met de gemeentelijke administratie (VB_2015_109)

“Het perceel is gelegen in een verkaveling. Er zijn verkavelingsvoorschriften van toepassing. Ik voeg deze in bijlage toe.

Er kan eventueel een praktijkruimte voorzien worden indien men voldoet aan volgende voorwaarden:

  • De woonfunctie blijft behouden als hoofdfunctie;
  • De complementaire functie (praktijkruimte) bestaat een geringere oppervlakte dan de woonfunctie met een totale maximale vloeroppervlakte van 100 vierkante meter.

Wij hebben opgemerkt dat de woning achteraan is uitgebreid zonder vergunning. Deze uitbreiding dient ook geregulariseerd te worden.

Voor verder uitleg hierover kan u best een afspraak maken met onze dienst. U kan dit doen via volgende link: afspraak maken

De aanvraag houdt rekening met de resultaten van het voorafgaandelijk overleg / advies. De niet-vergunde uitbreiding wordt verwijderd.

Uit de gegevens waarover de gemeente beschikt, blijkt niet dat voor het voorwerp van de aanvraag een PV is opgesteld noch dat een meerwaarde werd opgelegd of dat op het goed een vonnis of arrest rust. Er zijn ook geen geschriften bekend waaruit zou blijken dat er wederrechtelijke werken werden uitgevoerd.

Uit het aanvraagdossier / de gegevens waarover de gemeente beschikt (luchtfoto…) blijkt dat op het perceel van de aanvraag constructies werden opgericht waarvoor geen vergunning verleend werd. Het betreft de woning (afdak) en het bijgebouw (bouwvolume).

Deze wederrechtelijk opgerichte constructies werden opgenomen in de huidige aanvraag als te regulariseren en te verwijderen.

Milieu

Het perceel is niet opgenomen in het Grondeninformatieregister.

OPENBAAR ONDERZOEK

Overeenkomstig artikel 17 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hoofdstuk 3 Toepassingsgebied van de gewone en vereenvoudigde procedure, artikels 11 t.e.m. 14 van het besluit tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning, werd dit dossier volgens de gewone procedure behandeld.

Er werd bijgevolg een openbaar onderzoek gehouden.

Het openbaar onderzoek werd georganiseerd van 19 augustus 2021 tot en met 17 september 2021.

De eigenaars van de aanpalende percelen werden verzocht hun standpunt kenbaar te maken.

Er werden geen bezwaren ingediend.

ADVIEZEN

Dienst Contractmanagement

MILIEUEFFECTENRAPPORTAGE

De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van bijlage I, II en III van het besluit inzake projectmilieueffectrapportage van 10 december 2004 en latere wijzigingen.

STEDENBOUWKUNDIG ADVIES

TOETSING AAN DE REGELGEVING EN VOORSCHRIFTEN

OVEREENSTEMMING MET BESTEMMINGS- EN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Gewestplan

De aanvraag is volgens het geldende gewestplan Hasselt - Genk, goedgekeurd bij Koninklijk besluit op 3 april 1979, gelegen in woongebied.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van een goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen en latere wijzigingen).

Verkaveling

Het goed is gekend als lot 4 binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde verkaveling, waarvan de vergunning is afgeleverd op 27 oktober 1986 door het college van burgemeester en schepenen.  (7204.V.22)

De verkavelingsvergunning is voor dit perceel niet vervallen.

De kavel kreeg als bestemming residentieel gebruik (1 woongelegenheid per kavel).

De aanvraag voldoet principieel aan de geldende bestemmingsvoorschriften maar niet aan de verkavelingsvoorschriften.

De aanvraag wijkt o.a. af van volgende verkavelingsvoorschriften:

  • Bouwdiepte woning (art. 9B 1°):

De verkavelingsvoorschriften bepalen dat de bouwdiepte op het gelijkvloers maximaal 15m mag bedragen.

De woning zal worden uitgebreid op het gelijkvloers waardoor de maximale bouwdiepte gebracht wordt op 15,10m.

  • Bouwhoogte woning (art. 9B 2°):

De verkavelingsvoorschriften bepalen dat de kroonlijsthoogte gelegen moet zijn tussen 2,80m en 3,30m tussen het wegpeil en de kroonlijst.

De kroonlijsthoogte van de woning is gelegen tussen 2,93m en 4,62m ten opzichte van de as van de weg.

  • Dakhelling (art. 9B 3°):

De verkavelingsvoorschriften bepalen dat de dakhelling gelegen moet zijn tussen 35° en 45°.

Het ontwerp voorziet voor de uitbreiding van de woning een plat dak.

  • Materiaalgebruik woning (art. 10):

De verkavelingsvoorschriften bepalen dat de gevels dienen uitgevoerd te worden in ruwe rode of bruinrode gevelsteen en de dakbedekking in zwarte pannen.

De gevels van de woning werden wit geverfd.

Daarom wordt de aanvraag verder onderzocht op basis van de bepalingen zoals voorgeschreven in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, gewijzigd door het decreet van 8 december 2017 houdende wijziging van diverse bepalingen inzake ruimtelijke ordening, milieu en omgeving (zgn. Codextrein).

De Codextrein voorziet wijzigingen met als doel het verruimen van de mogelijkheden om ruimtelijk rendement te optimaliseren en het versoepelen van procedures.

Artikel 4.3.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening stelt dat de onverenigbaarheid van de aanvraag met de verkavelingsvoorschriften, binnen de omschrijving van een goedgekeurde en niet vervallen verkavelingen, ouder dan 15 jaar, niet langer een weigeringsgrond vormt voor de aanvraag.

Evenwel kan de afwijking niet worden toegestaan voor wat betreft voorschriften betreffende wegenis en openbaar groen.

De aanvraag betreft geen van deze elementen en kan dus niet geweigerd worden op basis van onverenigbaarheid met de voorschriften.

Tenslotte dient de aanvraag getoetst aan de goede ruimtelijke ordening (zie “Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening”).

Stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater

De aanvraag valt onder de toepassing van het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 en latere wijzigingen, houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

De aanvraag betreft het uitbreiden van de woning met een horizontale dakoppervlakte van 53,25m².  Bijgevolg wordt enkel een infiltratievoorziening aangelegd waarvan de oppervlakte (7,54m²) en het volume (3 000 liter) voldoen aan de verordening.

De verordening is niet van toepassing voor wat betreft de aanleg van de voorziene verhardingen omdat het hemelwater dat op de verharding valt niet wordt opgevangen en afgevoerd, maar op natuurlijke wijze op eigen terrein in de bodem kan infiltreren.

De aanvraag voldoet aan deze stedenbouwkundige verordening.

Riolering

Het perceel is op het zoneringplan voor riolering, goedgekeurd bij Ministerieel besluit de dato 19 september 2008, gelegen in “centrale gebied”. Een individuele voorbehandelinginstallatie (septische put) moet niet aangelegd worden.

Algemene bepalingen betreffende riolering en waterafvoer:

De aanvrager dient het Algemeen Waterverkoopreglement, de aanvullende voorwaarden en de aanvullende technische voorschriften van de rioolbeheerder Fluvius na te leven. Daarnaast dient de aanvrager de voorwaarden zoals bepaald in afdeling 6.2.2. van Vlarem II na te leven voor de afvoer van hemel- en afvalwater. 

Indien voor het bouwproject een aansluiting op de openbare riolering noodzakelijk is dan dient de aanvrager zo snel mogelijk na het bekomen van de bouwvergunning zijn aanvraag tot aansluiting op het openbaar saneringsnetwerk online aan te vragen via de website van Fluvius: www.fluvius.be. Fluvius bepaalt de locatie en diepte van de huisaansluitingen. Alleen Fluvius of een door haar aangestelde uitvoerder zorgt voor de realisatie van het gedeelte van de aansluiting dat in het openbaar domein ligt tot aan de perceelsgrens van de eigendom

De klant dient zelf in te staan voor het plaatsen van de privériolering voor het bouwproject en is verplicht deze uit te voeren volgens de wettelijke bepalingen ter zake, ondermeer dient voldaan te zijn aan de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater van 5/07/2013 (GSV “hemelwater”).

Indien de privériolering niet correct en volledig volgens deze wettelijke bepalingen werd uitgevoerd, zelfs indien dit niet expliciet door de stedenbouwkundige vergunning opgelegd is, behoudt Fluvius het recht om de woning niet aan te sluiten op het rioleringsnet.

Indien de bouwplannen en meer specifiek het rioleringsplan niet in overeenstemming zijn met deze voorschriften hebben deze voorschriften voorrang.

We raden aan om:

  • Geen sifonputjes te plaatsen op vuilwaterafvoerleidingen aangezien in deze putjes vaak verstopping optreedt en alle toestellen in de woning in principe reeds over een waterslot/sifon beschikken.
  • In het kader van herbruik van hemelwater, het water van de hemelwaterput voor de spoeling van alle WC’s, kranen voor kuiswater en wasmachines in deze werken te gebruiken.
  • Een terugslagklep te plaatsen op de overloop van de hemelwaterput om terugstuwing vanuit de riolering te vermijden.
  • De noodzakelijke ontluchting te voorzien op het private vuilwaterafvoerstelsel (bvb: ontluchtingspijp door dak).

Keuring privéwaterafvoer

Door het in voege treden van het Algemeen Waterverkoopreglement is de keuring van privéwaterafvoer verplicht vanaf 1 juli 2011. Elke rioleringsaansluiting op het openbaar saneringsnet dient een keuring van de privéwaterafvoer te ondergaan conform artikel 12, §1 van het Algemeen Waterverkoopreglement en dit bij de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer.  Enkel de door Fluvius erkende keurders komen hiervoor in aanmerking (een lijst kan u terugvinden op de website van Fluvius: www.fluvius.be).

Watertoets

Het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013, verplicht de vergunningverlenende overheid om de watertoets uit te voeren bij elke aanvraag tot omgevingsvergunning. Dit decreet vormt het juridisch kader voor het integraal waterbeleid in Vlaanderen. Het decreet bevat ook de omzetting van de kaderrichtlijn Water en de Overstromingsrichtlijn.

Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Voor het betrokken project werd de watertoets uitgevoerd volgens de richtlijnen van het uitvoeringsbesluit van 20 juli 2006. Dit Watertoetsbesluit werd gewijzigd bij Besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011. Dit besluit is in werking getreden op 1 maart 2012.

Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Zoals hoger aangehaald voldoet het voorliggende ontwerp aan deze verordening. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

De aanvraag doorstaat de watertoets.

Archeologienota

Conform het Onroerenderfgoeddecreet de dato 12 juli 2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag gezien de perceelsoppervlakte kleiner is dan 3 000m².

Indien men niet verplicht is tot het opstellen van een archeologienota en tijdens de uitvoering komen er toch archeologische sporen of vondsten aan het licht, dan dient de bouwheer dit te melden binnen de 3 dagen aan het agentschap Onroerend Erfgoed (www.onroerenderfgoed.be).

Overige regelgeving

Decreet rookmelders

Het decreet van 10 maart 2017, houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, wat het verbeteren van de brandveiligheid door het algemeen invoeren van optische rookmelders voor woningen betreft, bepaalt dat alle woningen in Vlaanderen moeten uitgerust worden met correct geïnstalleerde rookmelders of dienen te beschikken over een branddetectiesysteem.

De voorliggende aanvraag voldoet hier niet aan.  Er zal als voorwaarde worden opgenomen dat voldaan moet worden aan het decreet betreffende optische rookmelders.

Energiedecreet

De aanvraag dient te voldoen aan het energiedecreet van 8 mei 2009 en het energiebesluit van 19 november 2010 en hun latere aanvullingen en wijzigingen.

Grondverzet

Uit het ingediende dossier blijkt niet dat een grondverzet  (met aanvoer/ afvoer) van meer dan 250m³ zal plaatsvinden. De regelgeving omtrent grondverzet is niet van toepassing.

De aanvraag is verenigbaar met de regelgeving, mits het decreet rookmelders wordt nageleefd.

Toetsing AAN DE goede ruimtelijke ordening

OMSCHRIJVING VAN DE FEITELIJKE AANVRAAG

De aanvraag betreft het regulariseren van de bestaande woning en het bijgebouw en het verbouwen en uitbreiden van de woning.

BEOORDELING VAN DE GOEDE RUIMTELIJKE ORDENING

De aanvraag is gelegen in een gebied dat geordend wordt door een verkavelingsvergunning waarvan afgeweken wordt. Artikel 4.3.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening stelt dat binnen de omschrijving van goedgekeurde, niet vervallen verkavelingen ouder dan 15 jaar onverenigbaarheid van de aanvraag met de stedenbouwkundige voorschriften niet langer een grond vormt voor weigering van de aanvraag.

De hierboven vermelde goedgekeurde, niet vervallen verkaveling is goedgekeurd d.d. 27/10/1986 en dus komt de aanvraag principieel in aanmerking voor deze regeling.

Evenwel kan de afwijking niet worden toegestaan voor wat betreft voorschriften betreffende wegenis en openbaar groen. Het betreft geen van deze elementen en dus kan de aanvraag niet geweigerd worden op basis van onverenigbaarheid met de voorschriften. Tenslotte dient de aanvraag getoetst aan de goede ruimtelijke ordening.

De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen:

1°         het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;

2°         het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in 1°, in rekening brengen;

Omschrijving ligging en omgeving

De betreffende woning is gelegen langs de Schutenseweg, een gemeenteweg in asfalt. De omgeving bestaat uit een verscheidenheid aan bebouwingen, voornamelijk particuliere eengezinswoningen (zowel open als halfopen bebouwingen). Ook wat betreft uitzicht en uitvoering is er een verscheidenheid tussen de woningen onderling.

Omschrijving van de aanvraag

De omgevingsaanvraag betreft enerzijds de regularisatie van enkele aanpassingen aan de woning en zijn inplanting en de regularisatie van de garage en anderzijds de aanvraag voor het uitbreiden van de woning door het bouwen van een veranda.

Regularisatie van aanpassingen aan de woning en de bestaande inplanting 

Wat betreft de inplanting is er een afwijking in vergelijking met plannen van de afgeleverde vergunning. De vergunde woning werd voorzien op 7 meter van de rooilijn, op 3 meter van de perceelsgrens rechts en op 3 meter van de perceelsgrens links. De bestaande woning bevindt zich op min. 2,95 meter van de perceelsgrens rechts en op min. 3,03 meter van de perceelsgrens links.

Daarnaast toont de bestaande toestand van de woning nog enkele verschillen t.o.v. de vergunde plannen:

  • de vergunde overdekte inkomsas aan de achtergevel is mee in de bewoonbare oppervlakte van de woning betrokken
  • de uitbouw aan de achtergevel t.h.v. de keuken, is anders uitgevoerd dan vergund
  • aansluitend aan de achtergevel is er een niet-vergund overdekt terras gebouwd
  • de  raamopening in de achtergevel (gelijkvloers) links is groter en anders (met boog) uitgevoerd
  • er is slechts1 raamopening gelijkvloers in de zijgevel links uitgevoerd i.p.v. 2 raamopeningen

Wat betreft de raamopening in de achtergevel, de uitbouw aan de achtergevel en het overdekt terras zijn deze dus niet uitgevoerd conform de vergunning.  Daar de uitbouw en het overdekte terras worden afgebroken i.f.v. van de nieuwe veranda dienen deze niet geregulariseerd te worden.

Regularisatie van garage

Wat betreft de inplanting en afmetingen van de garage is er een afwijking in vergelijking met plannen van de afgeleverde vergunning.

De vergunde garage werd voorzien op 6 meter achter de achtergevellijn van de woning en op de perceelsgrens rechts en had een bouwbreedte van 4,10 meter en een bouwdiepte van 9,70 meter.

De bestaande garage is ingeplant op 8,67 meter van de achtergevellijn van de woning en op de perceelsgrens rechts, tegen de zijgevel van de bestaande garage van de buur rechts. De garage heeft een breedte van 4 meter en een totale bouwdiepte van 9,25 meter.

In tegenstelling tot de vergunde garage met plat dak, is de bestaande garage afgewerkt met een hellend dak. Samen met het dak van de aanpalende garage van de buur rechts, vormt het hellend dak een zadeldak. De gevelhoogte van de garage, gemeten tussen het peil van het maaiveld en de bovenzijde van de kroonlijst bedraagt aan de voorgevel 3,43 meter.

Het uitbreiden van woning met een veranda

Het bestaande hoofdvolume blijft volledig behouden. Het bestaande overdekte terras aan de achtergevel van de woning wordt, samen met de tuinmuur links en rechts, afgebroken en maakt plaats voor een nieuwe veranda. De veranda wordt gebouwd aansluitend tegen de achtergevel van de woning, in het verlengde van de zijgevel rechts. De eigenlijke veranda heeft een totale diepte van 5 meter en een totale breedte van 11,71 meter.

De veranda bestaat uit 1 bouwlaag met een platte dakconstructie. De gevelhoogte van de nieuwe aanbouw bedraagt 3,05 meter (gemeten tussen het afgewerkte vloerpeil van de woning en de bovenzijde van het dakrandprofiel). De veranda is aan de achtergevel volledig beglaasd. De zijgevels van de veranda bestaan deels uit glas en deels uit een dichte gevelmuur. Deze gevelmuur wordt in eenzelfde witte kleur geschilderd als de bestaande woning.

Een regularisatie moet met dezelfde criteria beoordeeld worden als een nieuwe aanvraag. Het kan immers niet zijn dat de regularisatie soepeler zou beoordeeld worden om reden dat de werken reeds uitgevoerd zijn. 

Functionele inpasbaarheid in de onmiddellijke en ruime omgeving

De gevraagde stedenbouwkundige handelingen aan en bij de bestaande eengezinswoning hebben geen invloed op de functie van de woning. De aanvraag is functioneel inpasbaar in de onmiddellijke en ruime omgeving.

Mobiliteitsimpact

Het stallen van voertuigen dient op eigen terrein georganiseerd te worden. De last van het autobezit kan niet volledig op het openbaar domein worden afgeschoven. Er worden geen extra woongelegenheden voorzien door voorliggende aanvraag. Op het eigendom is een garage aanwezig voor het stallen van een auto, alsook is de inrit voldoende lang voor het stallen van een extra auto. Er wordt geen negatieve impact op de mobiliteit verwacht door voorliggende aanvraag.

De schaal van de voorgenomen werken, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid en visueel-vormelijke elementen

De voorgevelbouwlijn van de woning sluit aan bij deze van de rechts aanpalende woning. De afstand tot de rechter perceelgrens bedraagt minimum 2,95 meter en de afstand tot de linker perceel bedraagt minimum 3,03 meter, hetgeen een minimale afwijking is t.o.v. de vergunde toestand. De inplanting van de woning kan aanvaard worden.

Het hoofdvolume, bestaande uit 2 bouwlagen met een hellend dak, blijft behouden. De gevelhoogte van het hoofdgebouw, gemeten tussen het peil van de afgewerkte vloer op het gelijkvloers en de bovenzijde van de kroonlijst blijft dus onveranderd en bedraagt aan de voorgevel 2,85 meter. Aan de achtergevel bedraagt de gevelhoogte van het hoofdgebouw 3,95 meter (gemeten tussen het peil van de afgewerkte vloer op het gelijkvloers en de bovenzijde van de kroonlijst). De nieuwe aanbouw aan de achtergevel bestaat uit 1 bouwlaag met een platte dakconstructie. De gevelhoogte van de nieuwe aanbouw bedraagt 3,05 meter (gemeten tussen het afgewerkte vloerpeil van de woning en de bovenzijde van het dakrandprofiel). De veranda is aan de achtergevel volledig beglaasd. De zijgevels van de veranda bestaan deels uit glas en deels uit een dichte gevelmuur. Deze gevelmuur wordt in eenzelfde witte kleur geschilderd als de bestaande woning. Op deze wijze vormt de nieuwe aanbouw één geheel met de woning. De schaal van de woning past zich in in de omgeving.

Op de gelijkvloerse verdieping is er een leefruimte met aansluitend een keuken ingericht. Tevens bevinden er zich op het gelijkvloers een bureau en 2 bergingen.  De nieuwe veranda zal in verbinding staan met de keuken en de leefruimte. Hiervoor zal het bestaande buitenschrijnwerk in de leefruimte en de keuken uitgebroken worden om zo 2 doorgangen te maken naar de nieuwe veranda. De veranda zal dienst doen als speelruimte voor de kinderen. De achtergevel en de zijgevels van de veranda worden voorzien van grote raampartijen. Deze bieden maximaal licht en zicht naar de tuin waardoor er een betrokkenheid met de tuin en de omgeving ontstaat, hetgeen de woonkwaliteit zeker benadrukt. De verdieping met 3 slaapkamers, een dressing en badkamer blijven volledig behouden.

Na uitbreiding van de woning met een veranda tot op een bouwdiepte van 15,10 meter, blijft er voldoende onbebouwde/onverharde ruimte over op het eigendom om in te richten als kwalitatieve tuinzone.

Wat betreft het materiaalgebruik zijn de gebruikte materialen sober en wordt de verscheidenheid  tot een minimum beperkt. De gevels zijn opgericht in baksteenmetselwerk (wit geschilderd), het dak bestaat uit antraciet dakpannen, het schrijnwerk en de dakoversteek van de veranda bestaat uit grijze aluminium. De gebruikte materialen zijn algemeen gangbaar en derhalve aanvaardbaar binnen deze woonomgeving.

Bodemreliëf

Het bestaande terreinprofiel wordt niet gewijzigd.

Hinderaspecten met betrekking tot gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

Er wordt door voorliggende aanvraag geen hinder verwacht m.b.t. de gezondheid, het gebruiksgenot en de veiligheid in het algemeen.

De aanvraag voldoet aan de criteria voor de goede ruimtelijke ordening in de onmiddellijke en ruime omgeving.

BESPREKING ADVIEZEN

Op 11/08/2021 verleende de dienst contractmanagement een gunstig advies, nl.:

“Het kadastrale plan geeft de grenzen van het perceel verkeerd weer. Er werd op 22 oktober 1986 een akte ondertekend voor gratis grondafstand, dewelke verwijst naar het plan van de meetkundig schatter dd. 26/03/1986 waarbij 1a55ca60 werd afgestaan voor inlijving bij het openbaar domein. Dit plan uit 26/03/1986 geeft planmatig de grenzen correct weer, met dien verstande dat de smalle strook, dewelke buiten de ontworpen rooilijn valt zoals weergegeven op het plan uit 26/03/1986, overgedragen werd naar het openbaar domein.”

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies.

Uit de bovenstaande motivering blijkt dat de schaal en het uiterlijk van de voorgenomen werken op voldoende wijze ruimtelijk inpassen in de onmiddellijke en ruime omgeving. De aanvraag is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.

MILIEUTECHNISCH ADVIES

Niet van toepassing.

GECOÖRDINEERD EINDADVIES

Uit bovenstaande motiveringen blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen inzake milieu en ruimtelijke ordening, en dat het voorgestelde ontwerp verenigbaar is met de goede plaatselijke ordening en met zijn onmiddellijke omgeving.

De aanvraag is vatbaar voor een omgevingsvergunning voor het regulariseren van de bestaande woning en het bijgebouw en het verbouwen en uitbreiden van de woning, mits het opleggen van voorwaarden.

Bijgevolg adviseert de omgevingsambtenaar het dossier voorwaardelijk gunstig voor het regulariseren van de bestaande woning en het bijgebouw en het verbouwen en uitbreiden van de woning, zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan de aanvraag zijn verbonden en voor zover rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarden:

Riolering:

  1. De afvoer van de overloop van de hemelwateropvang en de afvoer van het afvalwater dienen te voldoen aan de voorwaarden van de rioleringsbeheerder Fluvius (www.fluvius.be );
  2. Er dient voldaan te worden aan het Algemeen Waterverkoopreglement en aanvullende voorwaarden van de netbeheerder ( zie www.fluvius.be); 
  3. De initiatiefnemer handelt volgens en voldoet aan de reglementering van de nutsmaatschappijen en draagt alle kosten die noodzakelijk zijn voor aansluiting op de nutsleidingen;
  4. Aanpassingen aan inrichtingen, constructies of beplantingen op het openbaar domein naar aanleiding van deze of toekomstige aanvraag voor een omgevingsvergunning zijn steeds ten laste van de aanvrager. Alle kosten naar aanleiding van een heraanplanting en/ of herstelwerken op/ aan het openbaar domein, uitgevoerd naar aanleiding van een omgevingsaanvraag van een particulier, blijven ten laste van de aanvrager.
    Terrein en gelijkgrondse berm:
  5. Aangezien er geen wijzigingen van het terreinniveau voorzien zijn in de aanvraag, dient het bestaande terreinniveau behouden te blijven. Alle overtollige grond die vrijkomt bij het graven van de funderingen, dient verwijderd te worden via een erkende grondwerker of naar een erkende grondreinigingsplaats;
  6. Indien vastgesteld wordt bij het grondverzet dat de bodem van het perceel zou verontreinigd zijn, dient voldaan te worden aan het Vlaams Reglement betreffende de bodemsanering (VLAREBO, Vl. Reg. 13 oktober 2001 en zijn latere wijzigingen);
  7. Uitgezonderd de inrit met een breedte van 3 meter, dient het perceel ter hoogte van de rooilijn/ voorste perceelgrens, ontoegankelijk te worden gemaakt voor voertuigen. Het hemelwater van de inrit dient opgevangen te worden op eigen terrein en mag niet afgevoerd worden naar de openbare weg. Naast de inrit dient een ruimte beschikbaar te zijn voor een mogelijk groenzone en infiltratie van het afvloeiend hemelwater;
  8. De verharding van de inrit moet, in de gelijkgrondse berm, uitgevoerd worden in een vast, kleinschalig materiaal, waterdoorlatend aangelegd (geen gebroken steenslag). De gelijkgrondse berm moet als groenzone ingericht worden behoudens de toegestane inrit. Het verhogen van de gelijkgrondse berm is altijd verboden;
    Andere voorwaarden:
  9. Er dient voldaan te worden aan het decreet optische rookmelders. De vereiste rookmelders moeten aangebracht worden conform het decreet van 1 juni 2012 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders en de "richtlijnen voor de aankoop en plaatsing van rookmelders in Vlaanderen" van 26 oktober 2012 van Wonen Vlaanderen en zijn latere wijzigingen;
  10. Bij de uitvoering van de bouwwerken moet rekening gehouden worden met het energiedecreet van 8 mei 2009 en het energiebesluit van 19 november 2010 en hun latere wijzigingen;
  11. De bouwheer dient, conform artikel 8 van het decreet op het archeologisch patrimonium de dato 30 juni 1993 en zijn latere wijzigingen, elk roerend of onroerend goed dat hij vindt of vermoedt gevonden te hebben, te melden binnen de 3 dagen aan het Onroerend Erfgoed Limburg, Hendrik Van Veldekegebouw, Koningin Astridlaan 50 bus 1 te 3500 Hasselt (www.onroerenderfgoed.be/een-vondst-melden);
  12. Indien vastgesteld wordt dat er straatmeubilair en/of laanbeplanting aanwezig is die dienen verplaatst en/of verwijderd te worden voor de uitvoering van deze vergunning, of bij de ingebruikname van het project, en er voor aanvang van de werken geen toelating bekomen wordt tot het verplaatsen van het straatmeubilair, moet er een gewijzigde vergunning aangevraagd worden die rekening houdt met het straatmeubilair en/of de laanbeplanting;
  13. De aanvrager is ertoe verplicht het college van burgemeester en schepenen op de hoogte te brengen van het begin van de stedenbouwkundige handelingen en/of exploitatie(s);

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen volgt integraal het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar omtrent het sluiten van het openbaar onderzoek en tot het afleveren van een omgevingsvergunning met voorwaarden aan de aanvrager.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het afleveren van een omgevingsvergunning met voorwaarden aan de aanvrager.

De omgevingsvergunning omvat het regulariseren van de bestaande woning en het bijgebouw en het verbouwen en uitbreiden van de woning zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan deze omgevingsaanvraag zijn verbonden en voor zover rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarden.

Artikel 3

De omgevingsvergunning wordt aldus afgegeven onder volgende voorwaarden:

Riolering:

  1. De afvoer van de overloop van de hemelwateropvang en de afvoer van het afvalwater dienen te voldoen aan de voorwaarden van de rioleringsbeheerder Fluvius (www.fluvius.be );
  2. Er dient voldaan te worden aan het Algemeen Waterverkoopreglement en aanvullende voorwaarden van de netbeheerder ( zie www.fluvius.be); 
  3. De initiatiefnemer handelt volgens en voldoet aan de reglementering van de nutsmaatschappijen en draagt alle kosten die noodzakelijk zijn voor aansluiting op de nutsleidingen;
  4. Aanpassingen aan inrichtingen, constructies of beplantingen op het openbaar domein naar aanleiding van deze of toekomstige aanvraag voor een omgevingsvergunning zijn steeds ten laste van de aanvrager. Alle kosten naar aanleiding van een heraanplanting en/ of herstelwerken op/ aan het openbaar domein, uitgevoerd naar aanleiding van een omgevingsaanvraag van een particulier, blijven ten laste van de aanvrager.
    Terrein en gelijkgrondse berm:
  5. Aangezien er geen wijzigingen van het terreinniveau voorzien zijn in de aanvraag, dient het bestaande terreinniveau behouden te blijven. Alle overtollige grond die vrijkomt bij het graven van de funderingen, dient verwijderd te worden via een erkende grondwerker of naar een erkende grondreinigingsplaats;
  6. Indien vastgesteld wordt bij het grondverzet dat de bodem van het perceel zou verontreinigd zijn, dient voldaan te worden aan het Vlaams Reglement betreffende de bodemsanering (VLAREBO, Vl. Reg. 13 oktober 2001 en zijn latere wijzigingen);
  7. Uitgezonderd de inrit met een breedte van 3 meter, dient het perceel ter hoogte van de rooilijn/ voorste perceelgrens, ontoegankelijk te worden gemaakt voor voertuigen. Het hemelwater van de inrit dient opgevangen te worden op eigen terrein en mag niet afgevoerd worden naar de openbare weg. Naast de inrit dient een ruimte beschikbaar te zijn voor een mogelijk groenzone en infiltratie van het afvloeiend hemelwater;
  8. De verharding van de inrit moet, in de gelijkgrondse berm, uitgevoerd worden in een vast, kleinschalig materiaal, waterdoorlatend aangelegd (geen gebroken steenslag). De gelijkgrondse berm moet als groenzone ingericht worden behoudens de toegestane inrit. Het verhogen van de gelijkgrondse berm is altijd verboden;
    Andere voorwaarden:
  9. Er dient voldaan te worden aan het decreet optische rookmelders. De vereiste rookmelders moeten aangebracht worden conform het decreet van 1 juni 2012 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders en de "richtlijnen voor de aankoop en plaatsing van rookmelders in Vlaanderen" van 26 oktober 2012 van Wonen Vlaanderen en zijn latere wijzigingen;
  10. Bij de uitvoering van de bouwwerken moet rekening gehouden worden met het energiedecreet van 8 mei 2009 en het energiebesluit van 19 november 2010 en hun latere wijzigingen;
  11. De bouwheer dient, conform artikel 8 van het decreet op het archeologisch patrimonium de dato 30 juni 1993 en zijn latere wijzigingen, elk roerend of onroerend goed dat hij vindt of vermoedt gevonden te hebben, te melden binnen de 3 dagen aan het Onroerend Erfgoed Limburg, Hendrik Van Veldekegebouw, Koningin Astridlaan 50 bus 1 te 3500 Hasselt (www.onroerenderfgoed.be/een-vondst-melden);
  12. Indien vastgesteld wordt dat er straatmeubilair en/of laanbeplanting aanwezig is die dienen verplaatst en/of verwijderd te worden voor de uitvoering van deze vergunning, of bij de ingebruikname van het project, en er voor aanvang van de werken geen toelating bekomen wordt tot het verplaatsen van het straatmeubilair, moet er een gewijzigde vergunning aangevraagd worden die rekening houdt met het straatmeubilair en/of de laanbeplanting;
  13. De aanvrager is ertoe verplicht het college van burgemeester en schepenen op de hoogte te brengen van het begin van de stedenbouwkundige handelingen en/of exploitatie(s);

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.