De gemeenteraadsleden beschikken over de mogelijkheid om de goedgekeurde notulen via eBesluit te raadplegen.
Het college van burgemeester en schepenen heeft geen opmerkingen over het verslag. Bijgevolg is het verslag van de zitting van 9 november goedgekeurd.
Het college van burgemeester en schepenen keurt de lijst van bestelbons goed.
Het college van burgemeester en schepenen keurt de lijst van bestelbons goed voor een bedrag van € 13.340,44.
Door de gekende corona-maatregelen hebben er vorig sportseizoen (2020-2021) maar weinig sportcompetities tot het einde plaatsgevonden, met als resultaat dat er heel weinig kampioenen zijn. Navraag bij de sportclubs geeft ons momenteel een 20-tal kampioenen. Voor dit kleine aantal stellen we voor om geen kampioenenviering organiseren. De kampioenen zullen - net als vorig jaar - wel een Zonhovenbon mogen gaan afhalen in het Uitpunt.
Deze bon zullen ze in de maand februari kunnen gaan afhalen.
In de Zonhovenaar zal er nog kort een oproep verschijnen dat kampioenen zich nog tot begin januari kunnen aanmelden bij de sportdienst, om zeker niemand te vergeten.
Wanneer het seizoen 2021-2022 normaal verloopt, is het wel de bedoeling om de kampioenenviering vanaf 2023 te hernemen.
Het college van burgemeester en schepenen gaat ermee akkoord om in 2022 geen kampioenenviering te organiseren. De kampioenen zullen elk een Zonhovenbon kunnen gaan afhalen in het UiTpunt.
In het kader van het meerjarenplan werd besloten om TC Basveld een tussenkomst te verlenen in de aanleg van één padelterrein op voorwaarde dat de club zelf ook één terrein financiert. De club verkreeg een recht van opstal van het gemeentebestuur en heeft deze terreinen in de loop van de maand 11/2020 aangelegd. Deze nieuwe sport heeft inmiddels succes en bovendien is een derde terrein voor de club wenselijk om tornooien te kunnen organiseren, deel te nemen aan interclub en lessen te geven. De club stelde in dat kader reeds eeder de vraag om een derde terrein te mogen aanleggen in lijn van de bestaande 2 (zie inplantingsplan in bijlage).
Tijdens eerdere bespreking werd aangegeven dat er -vanuit sporttechnisch standpunt- zeker begrip was voor deze vraag. Drie padelterreinen is voor een club met 650 tennisleden niet overdreven.
Het college liet wel weten niet tussen te komen in de kostprijs. Gezien de problematiek van de geluidsoverlast diende er voor dit bijkomend terrein bovendien een alternatieve locatie worden gezocht. Dit werd zo ook aan de club gecommuniceerd.
Tijdens een door de club aangevraagd overleg op maandag 8 november werd dit standpunt opnieuw toegelicht. De club gaf tijdens dit overleg meermaals aan dat een andere locatie voor hen moeilijk is en bijkomende kosten met zich zou meebrengen (elektriciteitswerken).
Kort na het overleg heeft de club op eigen initiatief zelf opnieuw contact opgenomen met (naar eigen zeggen) één van de leidende figuren in de buurt. In het contact later die maandag zou zij aangegeven hebben dat de geluidsoverlast -gezien de maatregelen van de club (sluitingsuren en oproep leden)- goed meevalt en dat de situatie leefbaar is. Er zou ook zijn aangegeven dat het plaatsen van een groenscherm positief onthaald zou worden, ook als buffer tussen de Finse piste en de tuinen van de woningen. Dit biedt de bewoners ineens meer privacy en geen inkijk in hun tuinen door wandelaars of joggers.
Verder zou in het gesprek aangegeven zijn dat de buurt nog steeds een communicatie van de gemeente verwacht. Dit werd zo beloofd tijdens het toelichtingsmoment voorafgaand aan de zomer. Ook TC Basveld vraagt in haar schrijven dat de gemeentelijke overheid op korte termijn contact opneemt met de buurtgemeenschap van de Basveldweg om hen duidelijkheid te verschaffen over de gehele situatie.
Het college van burgemeester en schepenen blijft bij het standpunt dat de aanleg van een bijkomend padelterrein kan, maar dat dit niet kan worden aangesloten aan de huidige twee terreinen.
De club zal formeel gevraagd worden om hun standpunt mbt. deze alternatieve locatie waarna een communicatie richting buurt zal uitgaan.
Het college is akkoord met de aanleg van een talud met groenbuffer tussen de padelterreinen/Finse piste en de afscheiding met de buren. De Finse piste zal hierbij verplaatst worden in de richting van de achterzijde van de padelterreinen.
De percelen zijn gelegen in woongebied met landelijk karakter conform het gewestplan Hasselt-Genk ggk 03/04/1979.
Op het terrein gelden geen BPA- of verkavelingsvoorschriften.
De huidige aanvraag omvat het aankopen van een deel van een perceel van de gemeente om te voegen bij hun perceel.
Het resterende deel (lot 2) wordt gevoegd bij het openbaar domein van de Kortestraat.
Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord met de voorgestelde afsplitsing van een deel van het perceel 1B952B/03 om te voegen bij het perceel 1ste afdeling sectie B nummer 952H32, zoals aangeduid als lot 1 met een oppervlakte van 63ca op het bijgevoegd opmetingsplan opgemaakt door landmeter-expert Guy Gillissen op 22 maart 2021. Het deel van het perceel 1B952B/03, aangeduid als lot 2 met een oppervlakte van 10ca, wordt gevoegd bij het openbaar domein.
De percelen 3de afdeling, sectie F, nrs. 940Y20 en 940Y21 zijn gelegen in een woongebied met landelijk karakter conform het gewestplan Hasselt-Genk ggk. 03/04/1979.
Op het terrein gelden geen BPA-voorschriften.
De percelen zijn niet gelegen binnen het GRUP afbakening regionaal stedelijk gebied Hasselt – Genk.
Op het perceel 640Y21 werd in het verleden een verkavelingsvergunning afgeleverd.
De verkavelingsvergunning afgeleverd op 16/10/2006 aan de heer Market Luc namens consoorten Hulsmans onder nummer 1031.F.874.2 werd vervallen verklaard op 30/04/2013 om reden dat er vóór 16/10/2011 geen registratie van verkoop van minstens 1/3de van de kavels heeft plaatsgevonden.
Het bouwverbod dat opgelegd werd op het perceel 3de afdeling, sectie F, nr. 640X21 blijft echter bestaan.
Dit bouwverbod heeft geen invloed op de percelen uit deze splitsingsaanvraag.
Op geen van de percelen 940Y20 en 940Y21 werden in het verleden bouwvergunningen afgeleverd.
Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord met de voorgestelde splitsing van de percelen 3de afdeling, sectie F, nrs. 940Y20 en 940Y21, met als doel de opdeling van de eigendom in 2 delen i.f.v. een schenking met behoud van huidige bestemming
De percelen 3de afdeling, sectie E, nr. 328T (thans door de notaris omschreven als 328W) is gelegen in een gebied voor dagrecreatie conform het gewestplan Hasselt-Genk ggk. 03/04/1979.
Op het terrein gelden geen BPA- of verkavelingsvoorschriften.
Het perceel is gelegen binnen het GRUP afbakening regionaal stedelijk gebied Hasselt – Genk gelegen.
Op de basvelden werden er in het verleden reeds meerdere bouwvergunningen afgeleverd. Hiervan zijn er een aantal relevant voor het perceel 328T:
De aanvraag voldoet aan de omgevingsvergunning van 30/06/2021 – 2020/00109 voor het verwijderen van een geasfalteerd terrein en het aanleggen van 2 padelterreinen.
Aangezien er een omgevingsvergunning werd afgeleverd voor de aanleg van de padelterreinen, is het nu aangewezen om een recht van opstal te verlenen aan Tenniscub Basveld Zonhoven voor de grond waarop de padelterreinen werden opgericht.
Dit omvat een oppervlakte van 5a 72ca volgens het opmetingsplan van landmeter-expert Raoul Creemers dd 20/11/2021.
Het college van burgemeester en schepenen ging dd. 15/09/2020 principieel akkoord met het verlenen van een recht van opstal aan Tennisclub Basveld Zonhoven voor de grond, gelegen op de sportvelden Basvelden, waarop de padelterreinen werden opgericht.
Op 25/01/2021 nam de gemeenteraad een voorwaardelijk positieve beslissing omtrent het vestigen van het recht van opstal ten behoeve van de padelterreinen. De aanvraag voldoet aan deze gemeenteraadsbeslissing.
Het opstalrecht wordt aangegaan voor een periode van 30 jaar, en vangt aan op datum van ondertekening van de akte. Het opstalrecht is niet vatbaar voor stilzwijgende verlening maar kan wel vernieuwd worden.
Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord met de voorgestelde splitsing van de percelen 3de afdeling, sectie E, nr. 328T (thans door de notaris omschreven als 328X) met als doel het vastleggen van een recht van opstal aan vzw Basvelden Tennisclub Zonhoven, voor een perceelstukje van 5a 72ca zoals weergegeven op het opmetingsplan van landmeter-expert Raoul Creemers dd 20/11/2021.
De voorwaarden gesteld in de volgende beslissingen blijven van toepassing:
Aanvraag van Nadia Jansen namens Jansen Dienstencentrum BVBA met als adres Eikenenweg 58 bus 1-2 te 3520 Zonhoven (2021/00080), tot het overdekken en dichten van 2 wanden van een dakterras op de 2de verdieping, gelegen op een kadastraal perceel gekend als 1ste afdeling, sectie B, nummer 16F, gelegen aan Eikenenweg 56 en 58.
De hoorzitting inzake het beroep van mevrouw Nadia Jansen namens Jansen Dienstencentrum BVBA tegen de beslissing van het college van burgemeester en schepenen d.d. 20 juli 2021 waarbij een vergunning werd geweigerd voor het overdekken en dichten van 2 wanden van een dakterras op de 2de verdieping, zal plaats vinden op dinsdag 23 november 2021 om 14u20 uur.
Deze hoorzitting zal plaatshebben in de Europazaal van het Bestuursgebouw van het Provinciehuis, Universiteitslaan 1 te Hasselt.
Met het oog op een vlot verloop van de hoorzitting wordt aangeraden om het verslag van de Provinciale Omgevingsambtenaar voorafgaandelijk te raadplegen. Een afschrift van dit verslag zal beschikbaar worden gesteld via het Omgevingsloket door middel van een bericht dat u kan terugvinden onder ‘alle gebeurtenissen’ of via een bericht voor het beroepschrift dat u kan terugvinden onder de procedurestap ‘fase beroepsperiode’ > ‘beroepschrift’ > ‘acties en overzicht’.
Het college van burgemeester en schepenen beslist niet aanwezig te zijn op de hoorzitting van 23 november 2021.
Aanvraag van Luc Beerten namens Begeco Projectontwikkeling BVBA met als contactadres Middenstraat 63 te 3582 Beringen (2020/00289), tot het bouwen van 20 appartementen, gelegen op een kadastraal perceel gekend als 3de afdeling, sectie E, nummer 86, gelegen aan Grote Eggestraat z/n en Rosmolenweg.
De hoorzitting inzake het beroep van mevrouw Karolien De Decker en Kim Franssen tegen de beslissing van het college van burgemeester en schepenen d.d. 20 juli 2021 waarbij een vergunning werd verleend voor het bouwen van 20 appartementen, zal plaats vinden op dinsdag 23 november 2021 om 14u00 uur.
Deze hoorzitting zal plaatshebben in de Europazaal van het Bestuursgebouw van het Provinciehuis, Universiteitslaan 1 te Hasselt.
Met het oog op een vlot verloop van de hoorzitting wordt aangeraden om het verslag van de Provinciale Omgevingsambtenaar voorafgaandelijk te raadplegen. Een afschrift van dit verslag zal beschikbaar worden gesteld via het Omgevingsloket door middel van een bericht dat u kan terugvinden onder ‘alle gebeurtenissen’ of via een bericht voor het beroepschrift dat u kan terugvinden onder de procedurestap ‘fase beroepsperiode’ > ‘beroepschrift’ > ‘acties en overzicht’.
Het college van burgemeester en schepenen beslist niet aanwezig te zijn op de hoorzitting van 23 november 2021.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de beslissing van de deputatie van 28 oktober 2021:
BESLUIT
Artikel 1
§1 Aan Fluvius System Operator wordt, onder de voorwaarden bepaald in dit besluit, de omgevingsvergunning verleend voor het het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor het project 'R001602/R001603: Zonhoven: Grote Hemmenweg, Blikveldweg... - Duplicaat van 2020163817', omvattende de volgende:
stedenbouwkundige handelingen:
- Wegenis- en rioleringswerken in de Grote Hemmenweg, Katschotseweg, Langsteeg, Hazendansweg, Nieuwe Hazendansweg, Krijnswijerweg, Korenmolenweg, Blikveldweg, Putsveldweg, Viartenstraat, Koningsbergweg, Holsteenweg, Hennepveldweg
- Aanleg fietspaden Grote Hemmenweg, Blikveldweg, Korenmolenweg
- Aanleg fietsoversteekplaats Oppelsenweg
- Herinrichting pleintje Korenmolenweg
- Wijzigen bestaande rooilijnplannen gemeentewegen
- Rooien van bomen
ingedeelde inrichtingen of activiteiten:
- Aanvraag van FLUVIUS SYSTEM OPERATOR cv, Trichterheideweg 8, 3500 Hasselt (inrichtingsnummer: 20201203-0108), voor het exploiteren van een nieuwe inrichting, zijnde een bemaling ikv de heraanleg van de wegenis en riolering, waarvoor volgende rubrieken van toepassing zijn:
- Rubriek 3.4.2°: lozen van bedrijfsafvalwater, zonder afvalwaterzuiveringsinstallatie met een debiet van meer dan 2 m3/u tot en met 100 m3/u
- vergund: lozing van bemalingswater dat gevaarlijke stoffen bevat met concentraties boven het indelingscriterium - totaal: 96 m3/uur
- (klasse 2)
- Rubriek 53.2.1°b): winning van grondwater: bronbemaling voor bouwkundige werken of openbare nutsvoorzieningen: bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen, gelegen in beschermde duingebieden met debiet > 500 m3 per dag of > 30.000 m3 per jaar, tot max. 2.000 m3 per dag
- vergund: grondwaterwinning (bemaling), met een totaal debiet van 90.000 m3 en een maximaal dagdebiet van 921 m3/dag - totaal: 921 m3/dag
- (klasse 2)
- Rubriek 53.2.2°b)2°. winning van grondwater: bronbemaling voor bouwkundig werken of openbare nutsvoorzieningen: m.i.v. terugpompingen, in ander gebied dan vermeld in punt 1°, netto opgepompt debiet > 30.000 m3 per jaar en max. verlaging grondwaterpeil bedraagt > 4 m onder maaiveld
- vergund: grondwaterwinning (bemaling), met een totaal debiet van 520.000 m3 en een grondwaterstandverlaging tot max. 6 m-mv. - totaal: 340.000 m3/jaar
- (klasse 2)
- gelegen ter plaatse Grote Hemmenweg, Blikveldweg, Hazendansweg, Oppelsenweg, Molenweg en Ballewijerweg, kadastraal gekend als 71443E0472/00S000, 71442C0936/00B000, 71442C0935/00N000, 71442C0931/00A000, 71442D0101/00W000, 71442C1054/02A000, 71442C1056/00P000, 7144380533/03_000, 71442C0979/02_000, 71442C0951/00E000, 71442C0784/00F000. 71442C1042/00E006, 71442C0971/00C003, 71442C0971/O0D003, 71443E0598/00H000, 71442C1057/00E000, 71443E0581/00V004, 71442C1057/00C000, 71442C0935/00H000, 71442D0024/02_000.
vegetatiewijzigingen;
- deels verplaatsen/verwijderen van droge struikheide en het kappen van bomen in bosverband
met betrekking tot een terrein gelegen te Zonhoven, kadastraal gekend: Afdeling 2, Sectie C, perceelnr.(s) 1042/00E006,1054/02A000, 1057/00C000, 0971/00C003, 0935/00H000, 0979/02_000, 0971/00D003, 1057/00E000, 0951/00E000, 0935/00N000, 0936/00B000, 1056/00P000, Afdeling 2, Sectie C, perceelnr.(s) 0024/02_000, 0101/00W000, Afdeling 3, Sectie E, perceelnr.(s) 0533/03_000, 0598/00H000, 0581/00V004, 0472/00S000.
§2. Deze vergunning wordt ook beschouwd als machtiging voor de uitvoering van werken van wijziging of verbetering aan de Roosterbeek, zoals vermeld in het advies d.d. 10.06.2021 van de Dienst Waterlopen en Domeinen van het Provinciebestuur met referentie 2021N083947 - 2021 - 789.
§3. De plannen zoals opgeladen in het omgevingsloket en opgenomen in bijgevoegde lijst, maken integraal deel uit van het vergunningsbesluit.
Artikel 2
De in artikel 1 bedoelde vergunning wordt verleend:
- voor wat betreft de stedenbouwkundige handelingen: voor onbepaalde duur
- voor wat betreft de ingedeelde inrichtingen of activiteiten: voor een termijn van 4 jaar vanaf melding van de start der werken.
Artikel 3
De in artikel 1 bedoelde vergunning wordt verleend:
§1. Voor wat betreft de stedenbouwkundige handelingen:
- onder volgende voorwaarden:
- Het pompstation en de bijhorende sturingskast ter hoogte van de Korenmolen dienen te worden geïntegreerd in het landschap door middel van een groenblijvende streekeigen haag, aan te planten in het eerstvolgende plantseizoen na de plaatsing van de installatie.
- Om de bereikbaarheid van de parking voor de woning aan de Molenweg 10 te garanderen dient:
o de fietsoversteek verplaatst te worden
o de middenberm overrijdbaar te zijn
zodat de volledige breedte van de bestaande inrit gevrijwaard blijft en in- en uitrijden mogelijk is op een veilige manier, in beide richtingen.
- Om tegemoet te komen aan de bemerking wat betreft het onderhoud tussen gracht en de private afsluiting (rooilijn) ter hoogte van Hazendansweg 4, dient de gracht aan minimum 1 kant beschoeid te worden, zodat de private eigenaar te allen tijde de berm en het deel tussen gracht en rooilijn kan onderhouden. Om de toegankelijkheid van het perceel te bewaken wordt er aan de huidige inrit een inbuizing van de gracht voorzien met 2 kopmuren.
- De afbraak van de constructies dient te gebeuren tot in de grond en de plaats moet hersteld worden in de vorige toestand. Aan de afbraak is geen milieuvergunningsplicht verbonden, wel dient rekening gehouden te worden met de wettelijke verplichtingen opgenomen in het milieuvergunningsdecreet, het bodemsaneringsdecreet en het materialendecreet. De afvalstoffen die vrijkomen bij de afbraakwerken dienen selectief ingezameld te worden. Alle bouw-, sloop- en infrastructuurwerken in open lucht dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem ll, hoofdstuk 6.12 Beheersing van stofemissies tijdens bouw-, sloop- en infrastructuurwerken", indien deze uitgevoerd worden door een aannemer. Het verwijderen van asbest dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem ll Beheersing van asbest, hoofdstuk 6.4.;
- De voorwaarde uit het advies van Agentschap voor Natuur en Bos dd. 14.07.2021 met referentie 21- 209584 dienen strikt gevolgd te worden.
- De voorwaarde uit het advies van Dienst Water en Domeinen provincie Limburg dd. 10.06.2021 dienen strikt gevolgd te worden.
- De voorwaarde uit het advies van Departement Landbouw en Visserij dd. 02.06.2021 met referentie 2021_002991_v1 dient strikt gevolgd te worden, nl:
- De toegang tot de landbouwgebruikspercelen langsheen het traject dient zowel tijdens als na de werken worden verzekerd...";
§2 voor wat betreft de ingedeelde inrichtingen of activiteiten, onder volgende voorwaarden:
- de algemene en sectorale vergunningsvoorwaarden van Vlarem ll
- de volgende bijzondere vergunningsvoorwaarden:
1. De bemaling van fase 1b, fase 2a, fase 3a mag niet gelijktijdig geëxploiteerd worden.
2. De bemaling wordt tot een minimum beperkt. Een peilgestuurde bemaling wordt toegepast voor het volledige project. Het bemalingspeil wordt hoger ingesteld in functie van de vordering van de werf.
Er moet maximaal ingezet worden op het retourneren/infiltreren van het bemalingswater.
3. Monitoring moet voorzien worden zoals opgenomen in de bemalingsnota en aangevuld met kwaliteitsanalyses voor elke fase:
- Het monitoren van de grondwaterstand door middel van ca. 13 peilbuizen en dit zowel voor als tijdens de bemaling. De peilbuizen dienen op een vaste tussenafstand van ca. 400 m geplaatst te worden.
- Het plaatsen van debietsmeters conform de wetgeving en deze dienen regel gecontroleerd te worden op goede werking.
- Het bijhouden van een logboek met de waargenomen debieten en grondwaterstanden. Dit logboek is te allen tijde aanwezig op de werf.
- Het monitoren van de grondwaterkwaliteit tijdens de bemaling.
De kwaliteit van het bemalingswater moet 3-maandelijks en minstens éénmaal per fase geanalyseerd worden, conform de bepalingen van artikel 4.2.5.3.1 Vlarem ll.
4. Er worden geen werken in de Holsteenweg uitgevoerd gedurende de paddentrek. De timing van de paddentrek is weersgebonden. Gemiddeld is dit in de 2de of 3de week van februari tot begin april.
5. ln aanvulling van de algemene lozingsvoorwaarden voor het lozen van bedrijfsafvalwater op oppervlaktewater gelden volgende bijzondere lozingsvoorwaarden:
- As totaal 25 ug/l
- Ni totaal 90 ug/l
- Zn totaal 600 ug/l
- Cd totaal 1,6 ug/l
6. ln afwijking van artikel 4.2.5.1.1. §1 van Vlarem ll geldt: De hoeveelheid grondwater die opgepompt en afgevoerd wordt, wordt bepaald d.m.v. een meetmethode conform hoofdstuk 5.53 van Vlarem ll. Om de kwaliteit van het geloosde grondwater te bepalen, mogen de staalnames gedaan worden via een aftapkraan.
Artikel 4
§1 Van de in artikel 1 bedoelde vergunning mag gebruik worden gemaakt als de aanvrager niet binnen een termijn van vijfendertig dagen die ingaat na de eerste dag van de aanplakking, op de hoogte is gebracht van de instelling van een schorsend administratief beroep als vermeld in artikel 52 van het OVD.
§2 De aanvrager mag onmiddellijk gebruikmaken van de omgevingsvergunning in de gevallen, vermeld in artikel 55, tweede lid van het OVD.
Artikel 5
De beslissing wordt ter beschikking gesteld van:
1) de vergunningsaanvrager, met name Fluvius System Operator
2) het college van burgemeester en schepenen van 3520 Zonhoven
3) het departement Omgeving, Afdeling GOP - RO - Limburg, Koningin Astridlaan 50/1 te 3500 Hasselt
4) het departement Omgeving, Afdeling GOP - Milieuvergunningen - Limburg, Koningin Astridlaan 50/5 te 3500 Hasselt
5) de adviesinstanties, vermeld in artikel 35 en/of 37 die advies verlenen in eerste aanleg
6) de Provinciale Omgevingsvergunningscommissie
7) het departement Omgeving, dienst MER, Afdeling Gebiedsontwikkeling, omgevingsplanning en -projecten (GOP), Koning Albert ll-laan 20 bus 8 te 1000 BRUSSEL
8) de NV AQUAFIN, Dijkstraat 8 te 2630 Aartselaar
9) het Agentschap Onroerend Erfgoed, Koningin Astridlaan 50/1 te 3500 Hasselt
10 het departement Omgeving, Vlaamse Landmaatschappij, Koningin Astridlaan 50 te 3500 HASSELT
11) het departement Omgeving, Afdeling Handhaving Limburg, Koningin Astridlaan 50/5 te 3500 HASSELT
Artikel 6
De beslissing wordt, overeenkomstig de artikelen 56 t.e.m. 63 van het besluit van 27 november 2015 van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet betreffende de Omgevingsvergunning van 25 april 2014 (OVB), bekendgemaakt door:
1° in voorkomend geval, de aanplakking van een affiche op de plaats waar het voorwerp van de vergunningsaanvraag uitgevoerd zal worden, conform artikel 59;
2° de publicatie op de website van de gemeente waar het voorwerp van de vergunningsaanvraag uitgevoerd zal worden, conform artikel 60;
3° in voorkomend geval, de publicatie in een dag- of weekblad, conform artikel 61;
4° in voorkomend geval, de individuele kennisgeving, conform artikel 62;
5° de analoge of digitale terinzagelegging van de beslissing in het gemeentehuis van de gemeente waar het voorwerp van de vergunningsaanvraag uitgevoerd zal worden, conform artikel 63.
Artikel 7
Tegen deze beslissing kan, overeenkomstig artikel 52 en volgende van het decreet betreffende de Omgevingsvergunning van 25 april 2014 (OVD) en artikel 73 en volgende van het besluit van 27 november 2015 van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning (OVB), een beroep worden ingediend bij de Vlaamse Regering, digitaal via het omgevingsloket of analoog p/a Afdeling GOP - Directie Omgevingsprojecten, Koning Albert ll-laan 20 bus 8 te 1000 Brussel.
Het beroep moet op straffe van onontvankelijkheid ingesteld worden per beveiligde zending binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:
- de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;
- de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;
- de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de beslissing van de Bestendige deputatie van 28 oktober 2021.
Het college van burgemeester en schepenen besluit over te gaan tot de bekendmaking van deze beslissing overeenkomstig de artikelen 56 t.e.m. 63 van het besluit van 27 november 2015 van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet betreffende de Omgevingsvergunning van 25 april 2014.
De bezwaarindieners worden op de hoogte gebracht van de beslissing van de deputatie.
Voorwerp van de melding
De melding omvat de volgende stedenbouwkundige handelingen:
De melding heeft betrekking op een terrein, gelegen Stenenkruisweg 4 te 3520 Zonhoven, kadastraal bekend: afdeling 1, sectie B, nr. 428V2.
De meldingsaanvraag werd op 30/10/2021 ontvangen.
Bevoegdheid
De melding heeft geen betrekking op een Vlaams of provinciaal project, noch op een ingedeelde inrichting van klasse 1, noch op een gemeentegrensoverschrijdend project.
Het college van burgemeester en schepenen is dan ook bevoegd voor de aktename.
Onderzoek van het meldingsplichtig en niet-verboden karakter
Er zijn geen ingedeelde inrichtingen of activiteiten verbonden aan de melding.
De handelingen voldoen aan artikel 4 van het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, aangezien:
1° er wordt geen vergunningsplichtige functiewijziging doorgevoerd;
2° het aantal woongelegenheden blijft ongewijzigd;
3° de totale oppervlakte van de bestaande en de op te richten aangebouwde bijgebouwen bedraagt maximaal 40 vierkante meter;
4° de gebouwen worden geplaatst in de zijtuin tot op 3 meter van de perceelsgrenzen of in de achtertuin tot op 2 meter van de perceelsgrenzen;
5° de hoogte is beperkt tot 4 meter.
In afwijking van het eerste lid, 4°, mag, als het hoofdgebouw is opgetrokken op of tegen de perceelsgrens, het aangebouwde bijgebouw ook opgetrokken worden op of tegen de perceelsgrens, tegen een bestaand aanpalend gebouw, als de bestaande scheidingsmuur niet gewijzigd wordt. De bouwdiepte van het nieuw op te richten aangebouwde bijgebouw overschrijdt de bouwdiepte van het aanpalende gebouw niet.; Voor de toepassing van dit artikel worden als bijgebouwen beschouwd: de fysiek aansluitende aanhorigheden die in bouwtechnisch opzicht een rechtstreekse aansluiting of steun vinden bij het hoofdgebouw.
De gemelde stedenbouwkundige handelingen zijn dus meldingsplichtig en niet verboden.
Toetsing aan de regelgeving en de stedenbouwkundige of verkavelingsvoorschriften:
De melding is volgens het gewestplan ‘Hasselt-Genk’, vastgesteld bij het koninklijk besluit van 03/04/1979, gelegen in woongebied.
De aanvraag is niet gelegen in een goedgekeurd BPA.
De aanvraag is gelegen in een goedgekeurde verkaveling 7204.V.77/25 (lot 2).
De aanvraag is verenigbaar met de planologische voorschriften.
De bestaande toestand komt niet volledig overeen met de afgeleverde vergunningen. Op het perceel werden bijgebouwen voorzien zonder stedenbouwkundige vergunning. Hiervoor moet dan ook nog een omgevingsvergunning worden aangevraagd.
Voor het perceel waar de aanvraag gelegen is werden volgende vergunningen afgeleverd:
1997/07545: bouwvergunning op 13/01/1997 voor het bouwen van een woonhuis.
Toetsing aan de stedenbouwkundige verordening hemelwater:
De stedenbouwkundige verordening hemelwater is niet van toepassing.
MILIEUTECHNISCH ADVIES
Niet van toepassing.
GECOÖRDINEERD EINDADVIES
Uit bovenstaande motiveringen blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen inzake milieu en ruimtelijke ordening, en dat het voorgestelde ontwerp verenigbaar is met de goede plaatselijke ordening en met zijn onmiddellijke omgeving.
Bijgevolg adviseert de omgevingsambtenaar het dossier gunstig voor de aktename van het melden van het plaatsen van een overkapping, zoals voorgesteld op het voorgebrachte plan dat als bijlage aan de aanvraag is verbonden en voor zover rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarde:
Voor de bijgebouwen op het perceel moet een omgevingsvergunning worden aangevraagd.
Het college van burgemeester en schepenen neemt akte van de melding ingediend door Vandeput Luc voor het plaatsen van een overkapping, gelegen Stenenkruisweg 4, 3520 Zonhoven, kadastraal bekend: 1ste afdeling, sectie B, nr. 428V2.
De plannen en het meldingsdossier waarop deze akte gebaseerd is, maken integraal deel uit van de meldingsakte.
De aktename is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende voorwaarde:
Voor de bijgebouwen op het perceel moet een omgevingsvergunning worden aangevraagd.
Voorwerp van de melding
De melding omvat de volgende stedenbouwkundige handelingen:
De melding heeft betrekking op een terrein, gelegen Vliegpleinweg 57 te 3520 Zonhoven, kadastraal bekend: afdeling 2, sectie D, nr. 132N94.
De meldingsaanvraag werd op 04/11/2021 ontvangen.
Bevoegdheid
De melding heeft geen betrekking op een Vlaams of provinciaal project, noch op een ingedeelde inrichting van klasse 1, noch op een gemeentegrensoverschrijdend project.
Het college van burgemeester en schepenen is dan ook bevoegd voor de aktename.
Onderzoek van het meldingsplichtig en niet-verboden karakter
Er zijn geen ingedeelde inrichtingen of activiteiten verbonden aan de melding.
De handelingen voldoen aan artikel 4 van het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, aangezien:
1° er wordt geen vergunningsplichtige functiewijziging doorgevoerd;
2° het aantal woongelegenheden blijft ongewijzigd;
3° de totale oppervlakte van de bestaande en de op te richten aangebouwde bijgebouwen bedraagt maximaal 40 vierkante meter;
4° de gebouwen worden geplaatst in de zijtuin tot op 3 meter van de perceelsgrenzen of in de achtertuin tot op 2 meter van de perceelsgrenzen;
5° de hoogte is beperkt tot 4 meter.
In afwijking van het eerste lid, 4°, mag, als het hoofdgebouw is opgetrokken op of tegen de perceelsgrens, het aangebouwde bijgebouw ook opgetrokken worden op of tegen de perceelsgrens, tegen een bestaand aanpalend gebouw, als de bestaande scheidingsmuur niet gewijzigd wordt. De bouwdiepte van het nieuw op te richten aangebouwde bijgebouw overschrijdt de bouwdiepte van het aanpalende gebouw niet.; Voor de toepassing van dit artikel worden als bijgebouwen beschouwd : de fysiek aansluitende aanhorigheden die in bouwtechnisch opzicht een rechtstreekse aansluiting of steun vinden bij het hoofdgebouw.
De gemelde stedenbouwkundige handelingen zijn dus meldingsplichtig en niet verboden.
Toetsing aan de regelgeving en de stedenbouwkundige of verkavelingsvoorschriften:
De melding is volgens het gewestplan ‘Hasselt-Genk’, vastgesteld bij het koninklijk besluit van 03/04/1979, gelegen in woongebied met landelijk karakter.
De aanvraag is niet gelegen in een goedgekeurd BPA.
De aanvraag is niet gelegen in een goedgekeurde verkaveling.
De aanvraag is verenigbaar met de planologische voorschriften.
De bestaande toestand komt niet volledig overeen met de afgeleverde vergunningen. Op het perceel werd in de voortuin een gesloten omheining geplaatst met een hoogte hoger dan 1,00 meter. Hiervoor moet dan ook nog een omgevingsvergunning worden aangevraagd.
Voor het perceel waar de aanvraag gelegen is werden volgende vergunningen afgeleverd:
Toetsing aan de stedenbouwkundige verordening hemelwater:
De stedenbouwkundige verordening hemelwater is niet van toepassing.
MILIEUTECHNISCH ADVIES
Niet van toepassing.
GECOÖRDINEERD EINDADVIES
Uit bovenstaande motiveringen blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen inzake milieu en ruimtelijke ordening, en dat het voorgestelde ontwerp verenigbaar is met de goede plaatselijke ordening en met zijn onmiddellijke omgeving.
Bijgevolg adviseert de omgevingsambtenaar het dossier gunstig voor de aktename van het melden van het plaatsen van een veranda en overkapping, zoals voorgesteld op het voorgebrachte plan dat als bijlage aan de aanvraag is verbonden en voor zover rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarde:
Voor de gesloten omheining in de voortuin met een hoogte hoger dan 1,00 meter moet een omgevingsvergunning worden aangevraagd.
Het college van burgemeester en schepenen neemt akte van de melding ingediend door Jans Peter voor het plaatsen van een veranda en overkapping, gelegen Vliegpleinweg 57, 3520 Zonhoven, kadastraal bekend: 2de afdeling, sectie D, nr. 132N94.
De plannen en het meldingsdossier waarop deze akte gebaseerd is, maken integraal deel uit van de meldingsakte.
De aktename is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende voorwaarde:
Voor de gesloten omheining in de voortuin met een hoogte hoger dan 1,00 meter moet een omgevingsvergunning worden aangevraagd.
STEDENBOUWKUNDIG EN MILIEUTECHNISCH advies - verslag GEMEENTELIJKE omgevingsambtenaar
De aanvraag betreft het regulariseren van de bestaande woning en het bijgebouw en het verbouwen en uitbreiden van de woning.
De aanvraag werd op 30 juni 2021 ontvangen.
Op 26 juli 2021 werd aanvullende informatie opgevraagd.
Op 4 augustus 2021 werd de gevraagde aanvullende informatie aangeleverd.
Op 9 augustus 2021 werd de aanvraag ontvankelijk en volledig verklaard.
De gewone vergunningsprocedure wordt gevolgd.
Er werd een openbaar onderzoek gehouden, lopende van 19 augustus 2021 tot en met 17 september 2021.
De eigenaars van de aanpalende percelen werden verzocht hun standpunt kenbaar te maken.
Het openbaar onderzoek werd gesloten zonder bezwaarschriften.
HISTORIEK VAN HET EIGENDOM WAAROP DE AANVRAAG BETREKKING HEEFT
Stedenbouwkundig
Op 27 februari 1963 werd een verkavelingsvergunning afgeleverd voor het verkavelen van de percelen. Deze vergunning is vervallen. (7204.V.22/1)
Op 27 oktober 1986 werd een verkavelingsvergunning afgeleverd voor het verkavelen van de percelen in 5 loten voor open bebouwing. (7204.V.22)
Op 13 juli 1992 werd een vergunning afgeleverd voor het bouwen van een woonhuis. (1992/00038)
De aanvraag werd in oktober 2019 in overleg gebracht met de gemeentelijke administratie (VB_2015_109)
“Het perceel is gelegen in een verkaveling. Er zijn verkavelingsvoorschriften van toepassing. Ik voeg deze in bijlage toe.
Er kan eventueel een praktijkruimte voorzien worden indien men voldoet aan volgende voorwaarden:
Wij hebben opgemerkt dat de woning achteraan is uitgebreid zonder vergunning. Deze uitbreiding dient ook geregulariseerd te worden.
Voor verder uitleg hierover kan u best een afspraak maken met onze dienst. U kan dit doen via volgende link: afspraak maken”
De aanvraag houdt rekening met de resultaten van het voorafgaandelijk overleg / advies. De niet-vergunde uitbreiding wordt verwijderd.
Uit de gegevens waarover de gemeente beschikt, blijkt niet dat voor het voorwerp van de aanvraag een PV is opgesteld noch dat een meerwaarde werd opgelegd of dat op het goed een vonnis of arrest rust. Er zijn ook geen geschriften bekend waaruit zou blijken dat er wederrechtelijke werken werden uitgevoerd.
Uit het aanvraagdossier / de gegevens waarover de gemeente beschikt (luchtfoto…) blijkt dat op het perceel van de aanvraag constructies werden opgericht waarvoor geen vergunning verleend werd. Het betreft de woning (afdak) en het bijgebouw (bouwvolume).
Deze wederrechtelijk opgerichte constructies werden opgenomen in de huidige aanvraag als te regulariseren en te verwijderen.
Milieu
Het perceel is niet opgenomen in het Grondeninformatieregister.
OPENBAAR ONDERZOEK
Overeenkomstig artikel 17 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hoofdstuk 3 Toepassingsgebied van de gewone en vereenvoudigde procedure, artikels 11 t.e.m. 14 van het besluit tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning, werd dit dossier volgens de gewone procedure behandeld.
Er werd bijgevolg een openbaar onderzoek gehouden.
Het openbaar onderzoek werd georganiseerd van 19 augustus 2021 tot en met 17 september 2021.
De eigenaars van de aanpalende percelen werden verzocht hun standpunt kenbaar te maken.
Er werden geen bezwaren ingediend.
ADVIEZEN
Dienst Contractmanagement
MILIEUEFFECTENRAPPORTAGE
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van bijlage I, II en III van het besluit inzake projectmilieueffectrapportage van 10 december 2004 en latere wijzigingen.
STEDENBOUWKUNDIG ADVIES
TOETSING AAN DE REGELGEVING EN VOORSCHRIFTEN
OVEREENSTEMMING MET BESTEMMINGS- EN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
Gewestplan
De aanvraag is volgens het geldende gewestplan Hasselt - Genk, goedgekeurd bij Koninklijk besluit op 3 april 1979, gelegen in woongebied.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van een goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen en latere wijzigingen).
Verkaveling
Het goed is gekend als lot 4 binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde verkaveling, waarvan de vergunning is afgeleverd op 27 oktober 1986 door het college van burgemeester en schepenen. (7204.V.22)
De verkavelingsvergunning is voor dit perceel niet vervallen.
De kavel kreeg als bestemming residentieel gebruik (1 woongelegenheid per kavel).
De aanvraag voldoet principieel aan de geldende bestemmingsvoorschriften maar niet aan de verkavelingsvoorschriften.
De aanvraag wijkt o.a. af van volgende verkavelingsvoorschriften:
De verkavelingsvoorschriften bepalen dat de bouwdiepte op het gelijkvloers maximaal 15m mag bedragen.
De woning zal worden uitgebreid op het gelijkvloers waardoor de maximale bouwdiepte gebracht wordt op 15,10m.
De verkavelingsvoorschriften bepalen dat de kroonlijsthoogte gelegen moet zijn tussen 2,80m en 3,30m tussen het wegpeil en de kroonlijst.
De kroonlijsthoogte van de woning is gelegen tussen 2,93m en 4,62m ten opzichte van de as van de weg.
De verkavelingsvoorschriften bepalen dat de dakhelling gelegen moet zijn tussen 35° en 45°.
Het ontwerp voorziet voor de uitbreiding van de woning een plat dak.
De verkavelingsvoorschriften bepalen dat de gevels dienen uitgevoerd te worden in ruwe rode of bruinrode gevelsteen en de dakbedekking in zwarte pannen.
De gevels van de woning werden wit geverfd.
Daarom wordt de aanvraag verder onderzocht op basis van de bepalingen zoals voorgeschreven in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, gewijzigd door het decreet van 8 december 2017 houdende wijziging van diverse bepalingen inzake ruimtelijke ordening, milieu en omgeving (zgn. Codextrein).
De Codextrein voorziet wijzigingen met als doel het verruimen van de mogelijkheden om ruimtelijk rendement te optimaliseren en het versoepelen van procedures.
Artikel 4.3.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening stelt dat de onverenigbaarheid van de aanvraag met de verkavelingsvoorschriften, binnen de omschrijving van een goedgekeurde en niet vervallen verkavelingen, ouder dan 15 jaar, niet langer een weigeringsgrond vormt voor de aanvraag.
Evenwel kan de afwijking niet worden toegestaan voor wat betreft voorschriften betreffende wegenis en openbaar groen.
De aanvraag betreft geen van deze elementen en kan dus niet geweigerd worden op basis van onverenigbaarheid met de voorschriften.
Tenslotte dient de aanvraag getoetst aan de goede ruimtelijke ordening (zie “Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening”).
Stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater
De aanvraag valt onder de toepassing van het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 en latere wijzigingen, houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
De aanvraag betreft het uitbreiden van de woning met een horizontale dakoppervlakte van 53,25m². Bijgevolg wordt enkel een infiltratievoorziening aangelegd waarvan de oppervlakte (7,54m²) en het volume (3 000 liter) voldoen aan de verordening.
De verordening is niet van toepassing voor wat betreft de aanleg van de voorziene verhardingen omdat het hemelwater dat op de verharding valt niet wordt opgevangen en afgevoerd, maar op natuurlijke wijze op eigen terrein in de bodem kan infiltreren.
De aanvraag voldoet aan deze stedenbouwkundige verordening.
Riolering
Het perceel is op het zoneringplan voor riolering, goedgekeurd bij Ministerieel besluit de dato 19 september 2008, gelegen in “centrale gebied”. Een individuele voorbehandelinginstallatie (septische put) moet niet aangelegd worden.
Algemene bepalingen betreffende riolering en waterafvoer:
De aanvrager dient het Algemeen Waterverkoopreglement, de aanvullende voorwaarden en de aanvullende technische voorschriften van de rioolbeheerder Fluvius na te leven. Daarnaast dient de aanvrager de voorwaarden zoals bepaald in afdeling 6.2.2. van Vlarem II na te leven voor de afvoer van hemel- en afvalwater.
Indien voor het bouwproject een aansluiting op de openbare riolering noodzakelijk is dan dient de aanvrager zo snel mogelijk na het bekomen van de bouwvergunning zijn aanvraag tot aansluiting op het openbaar saneringsnetwerk online aan te vragen via de website van Fluvius: www.fluvius.be. Fluvius bepaalt de locatie en diepte van de huisaansluitingen. Alleen Fluvius of een door haar aangestelde uitvoerder zorgt voor de realisatie van het gedeelte van de aansluiting dat in het openbaar domein ligt tot aan de perceelsgrens van de eigendom
De klant dient zelf in te staan voor het plaatsen van de privériolering voor het bouwproject en is verplicht deze uit te voeren volgens de wettelijke bepalingen ter zake, ondermeer dient voldaan te zijn aan de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater van 5/07/2013 (GSV “hemelwater”).
Indien de privériolering niet correct en volledig volgens deze wettelijke bepalingen werd uitgevoerd, zelfs indien dit niet expliciet door de stedenbouwkundige vergunning opgelegd is, behoudt Fluvius het recht om de woning niet aan te sluiten op het rioleringsnet.
Indien de bouwplannen en meer specifiek het rioleringsplan niet in overeenstemming zijn met deze voorschriften hebben deze voorschriften voorrang.
We raden aan om:
Keuring privéwaterafvoer
Door het in voege treden van het Algemeen Waterverkoopreglement is de keuring van privéwaterafvoer verplicht vanaf 1 juli 2011. Elke rioleringsaansluiting op het openbaar saneringsnet dient een keuring van de privéwaterafvoer te ondergaan conform artikel 12, §1 van het Algemeen Waterverkoopreglement en dit bij de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer. Enkel de door Fluvius erkende keurders komen hiervoor in aanmerking (een lijst kan u terugvinden op de website van Fluvius: www.fluvius.be).
Watertoets
Het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013, verplicht de vergunningverlenende overheid om de watertoets uit te voeren bij elke aanvraag tot omgevingsvergunning. Dit decreet vormt het juridisch kader voor het integraal waterbeleid in Vlaanderen. Het decreet bevat ook de omzetting van de kaderrichtlijn Water en de Overstromingsrichtlijn.
Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Voor het betrokken project werd de watertoets uitgevoerd volgens de richtlijnen van het uitvoeringsbesluit van 20 juli 2006. Dit Watertoetsbesluit werd gewijzigd bij Besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011. Dit besluit is in werking getreden op 1 maart 2012.
Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Zoals hoger aangehaald voldoet het voorliggende ontwerp aan deze verordening. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
De aanvraag doorstaat de watertoets.
Archeologienota
Conform het Onroerenderfgoeddecreet de dato 12 juli 2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag gezien de perceelsoppervlakte kleiner is dan 3 000m².
Indien men niet verplicht is tot het opstellen van een archeologienota en tijdens de uitvoering komen er toch archeologische sporen of vondsten aan het licht, dan dient de bouwheer dit te melden binnen de 3 dagen aan het agentschap Onroerend Erfgoed (www.onroerenderfgoed.be).
Overige regelgeving
Decreet rookmelders
Het decreet van 10 maart 2017, houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, wat het verbeteren van de brandveiligheid door het algemeen invoeren van optische rookmelders voor woningen betreft, bepaalt dat alle woningen in Vlaanderen moeten uitgerust worden met correct geïnstalleerde rookmelders of dienen te beschikken over een branddetectiesysteem.
De voorliggende aanvraag voldoet hier niet aan. Er zal als voorwaarde worden opgenomen dat voldaan moet worden aan het decreet betreffende optische rookmelders.
Energiedecreet
De aanvraag dient te voldoen aan het energiedecreet van 8 mei 2009 en het energiebesluit van 19 november 2010 en hun latere aanvullingen en wijzigingen.
Grondverzet
Uit het ingediende dossier blijkt niet dat een grondverzet (met aanvoer/ afvoer) van meer dan 250m³ zal plaatsvinden. De regelgeving omtrent grondverzet is niet van toepassing.
De aanvraag is verenigbaar met de regelgeving, mits het decreet rookmelders wordt nageleefd.
Toetsing AAN DE goede ruimtelijke ordening
OMSCHRIJVING VAN DE FEITELIJKE AANVRAAG
De aanvraag betreft het regulariseren van de bestaande woning en het bijgebouw en het verbouwen en uitbreiden van de woning.
BEOORDELING VAN DE GOEDE RUIMTELIJKE ORDENING
De aanvraag is gelegen in een gebied dat geordend wordt door een verkavelingsvergunning waarvan afgeweken wordt. Artikel 4.3.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening stelt dat binnen de omschrijving van goedgekeurde, niet vervallen verkavelingen ouder dan 15 jaar onverenigbaarheid van de aanvraag met de stedenbouwkundige voorschriften niet langer een grond vormt voor weigering van de aanvraag.
De hierboven vermelde goedgekeurde, niet vervallen verkaveling is goedgekeurd d.d. 27/10/1986 en dus komt de aanvraag principieel in aanmerking voor deze regeling.
Evenwel kan de afwijking niet worden toegestaan voor wat betreft voorschriften betreffende wegenis en openbaar groen. Het betreft geen van deze elementen en dus kan de aanvraag niet geweigerd worden op basis van onverenigbaarheid met de voorschriften. Tenslotte dient de aanvraag getoetst aan de goede ruimtelijke ordening.
De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen:
1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;
2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in 1°, in rekening brengen;
Omschrijving ligging en omgeving
De betreffende woning is gelegen langs de Schutenseweg, een gemeenteweg in asfalt. De omgeving bestaat uit een verscheidenheid aan bebouwingen, voornamelijk particuliere eengezinswoningen (zowel open als halfopen bebouwingen). Ook wat betreft uitzicht en uitvoering is er een verscheidenheid tussen de woningen onderling.
Omschrijving van de aanvraag
De omgevingsaanvraag betreft enerzijds de regularisatie van enkele aanpassingen aan de woning en zijn inplanting en de regularisatie van de garage en anderzijds de aanvraag voor het uitbreiden van de woning door het bouwen van een veranda.
Regularisatie van aanpassingen aan de woning en de bestaande inplanting
Wat betreft de inplanting is er een afwijking in vergelijking met plannen van de afgeleverde vergunning. De vergunde woning werd voorzien op 7 meter van de rooilijn, op 3 meter van de perceelsgrens rechts en op 3 meter van de perceelsgrens links. De bestaande woning bevindt zich op min. 2,95 meter van de perceelsgrens rechts en op min. 3,03 meter van de perceelsgrens links.
Daarnaast toont de bestaande toestand van de woning nog enkele verschillen t.o.v. de vergunde plannen:
Wat betreft de raamopening in de achtergevel, de uitbouw aan de achtergevel en het overdekt terras zijn deze dus niet uitgevoerd conform de vergunning. Daar de uitbouw en het overdekte terras worden afgebroken i.f.v. van de nieuwe veranda dienen deze niet geregulariseerd te worden.
Regularisatie van garage
Wat betreft de inplanting en afmetingen van de garage is er een afwijking in vergelijking met plannen van de afgeleverde vergunning.
De vergunde garage werd voorzien op 6 meter achter de achtergevellijn van de woning en op de perceelsgrens rechts en had een bouwbreedte van 4,10 meter en een bouwdiepte van 9,70 meter.
De bestaande garage is ingeplant op 8,67 meter van de achtergevellijn van de woning en op de perceelsgrens rechts, tegen de zijgevel van de bestaande garage van de buur rechts. De garage heeft een breedte van 4 meter en een totale bouwdiepte van 9,25 meter.
In tegenstelling tot de vergunde garage met plat dak, is de bestaande garage afgewerkt met een hellend dak. Samen met het dak van de aanpalende garage van de buur rechts, vormt het hellend dak een zadeldak. De gevelhoogte van de garage, gemeten tussen het peil van het maaiveld en de bovenzijde van de kroonlijst bedraagt aan de voorgevel 3,43 meter.
Het uitbreiden van woning met een veranda
Het bestaande hoofdvolume blijft volledig behouden. Het bestaande overdekte terras aan de achtergevel van de woning wordt, samen met de tuinmuur links en rechts, afgebroken en maakt plaats voor een nieuwe veranda. De veranda wordt gebouwd aansluitend tegen de achtergevel van de woning, in het verlengde van de zijgevel rechts. De eigenlijke veranda heeft een totale diepte van 5 meter en een totale breedte van 11,71 meter.
De veranda bestaat uit 1 bouwlaag met een platte dakconstructie. De gevelhoogte van de nieuwe aanbouw bedraagt 3,05 meter (gemeten tussen het afgewerkte vloerpeil van de woning en de bovenzijde van het dakrandprofiel). De veranda is aan de achtergevel volledig beglaasd. De zijgevels van de veranda bestaan deels uit glas en deels uit een dichte gevelmuur. Deze gevelmuur wordt in eenzelfde witte kleur geschilderd als de bestaande woning.
Een regularisatie moet met dezelfde criteria beoordeeld worden als een nieuwe aanvraag. Het kan immers niet zijn dat de regularisatie soepeler zou beoordeeld worden om reden dat de werken reeds uitgevoerd zijn.
Functionele inpasbaarheid in de onmiddellijke en ruime omgeving
De gevraagde stedenbouwkundige handelingen aan en bij de bestaande eengezinswoning hebben geen invloed op de functie van de woning. De aanvraag is functioneel inpasbaar in de onmiddellijke en ruime omgeving.
Mobiliteitsimpact
Het stallen van voertuigen dient op eigen terrein georganiseerd te worden. De last van het autobezit kan niet volledig op het openbaar domein worden afgeschoven. Er worden geen extra woongelegenheden voorzien door voorliggende aanvraag. Op het eigendom is een garage aanwezig voor het stallen van een auto, alsook is de inrit voldoende lang voor het stallen van een extra auto. Er wordt geen negatieve impact op de mobiliteit verwacht door voorliggende aanvraag.
De schaal van de voorgenomen werken, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid en visueel-vormelijke elementen
De voorgevelbouwlijn van de woning sluit aan bij deze van de rechts aanpalende woning. De afstand tot de rechter perceelgrens bedraagt minimum 2,95 meter en de afstand tot de linker perceel bedraagt minimum 3,03 meter, hetgeen een minimale afwijking is t.o.v. de vergunde toestand. De inplanting van de woning kan aanvaard worden.
Het hoofdvolume, bestaande uit 2 bouwlagen met een hellend dak, blijft behouden. De gevelhoogte van het hoofdgebouw, gemeten tussen het peil van de afgewerkte vloer op het gelijkvloers en de bovenzijde van de kroonlijst blijft dus onveranderd en bedraagt aan de voorgevel 2,85 meter. Aan de achtergevel bedraagt de gevelhoogte van het hoofdgebouw 3,95 meter (gemeten tussen het peil van de afgewerkte vloer op het gelijkvloers en de bovenzijde van de kroonlijst). De nieuwe aanbouw aan de achtergevel bestaat uit 1 bouwlaag met een platte dakconstructie. De gevelhoogte van de nieuwe aanbouw bedraagt 3,05 meter (gemeten tussen het afgewerkte vloerpeil van de woning en de bovenzijde van het dakrandprofiel). De veranda is aan de achtergevel volledig beglaasd. De zijgevels van de veranda bestaan deels uit glas en deels uit een dichte gevelmuur. Deze gevelmuur wordt in eenzelfde witte kleur geschilderd als de bestaande woning. Op deze wijze vormt de nieuwe aanbouw één geheel met de woning. De schaal van de woning past zich in in de omgeving.
Op de gelijkvloerse verdieping is er een leefruimte met aansluitend een keuken ingericht. Tevens bevinden er zich op het gelijkvloers een bureau en 2 bergingen. De nieuwe veranda zal in verbinding staan met de keuken en de leefruimte. Hiervoor zal het bestaande buitenschrijnwerk in de leefruimte en de keuken uitgebroken worden om zo 2 doorgangen te maken naar de nieuwe veranda. De veranda zal dienst doen als speelruimte voor de kinderen. De achtergevel en de zijgevels van de veranda worden voorzien van grote raampartijen. Deze bieden maximaal licht en zicht naar de tuin waardoor er een betrokkenheid met de tuin en de omgeving ontstaat, hetgeen de woonkwaliteit zeker benadrukt. De verdieping met 3 slaapkamers, een dressing en badkamer blijven volledig behouden.
Na uitbreiding van de woning met een veranda tot op een bouwdiepte van 15,10 meter, blijft er voldoende onbebouwde/onverharde ruimte over op het eigendom om in te richten als kwalitatieve tuinzone.
Wat betreft het materiaalgebruik zijn de gebruikte materialen sober en wordt de verscheidenheid tot een minimum beperkt. De gevels zijn opgericht in baksteenmetselwerk (wit geschilderd), het dak bestaat uit antraciet dakpannen, het schrijnwerk en de dakoversteek van de veranda bestaat uit grijze aluminium. De gebruikte materialen zijn algemeen gangbaar en derhalve aanvaardbaar binnen deze woonomgeving.
Bodemreliëf
Het bestaande terreinprofiel wordt niet gewijzigd.
Hinderaspecten met betrekking tot gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
Er wordt door voorliggende aanvraag geen hinder verwacht m.b.t. de gezondheid, het gebruiksgenot en de veiligheid in het algemeen.
De aanvraag voldoet aan de criteria voor de goede ruimtelijke ordening in de onmiddellijke en ruime omgeving.
BESPREKING ADVIEZEN
Op 11/08/2021 verleende de dienst contractmanagement een gunstig advies, nl.:
“Het kadastrale plan geeft de grenzen van het perceel verkeerd weer. Er werd op 22 oktober 1986 een akte ondertekend voor gratis grondafstand, dewelke verwijst naar het plan van de meetkundig schatter dd. 26/03/1986 waarbij 1a55ca60 werd afgestaan voor inlijving bij het openbaar domein. Dit plan uit 26/03/1986 geeft planmatig de grenzen correct weer, met dien verstande dat de smalle strook, dewelke buiten de ontworpen rooilijn valt zoals weergegeven op het plan uit 26/03/1986, overgedragen werd naar het openbaar domein.”
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies.
Uit de bovenstaande motivering blijkt dat de schaal en het uiterlijk van de voorgenomen werken op voldoende wijze ruimtelijk inpassen in de onmiddellijke en ruime omgeving. De aanvraag is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.
MILIEUTECHNISCH ADVIES
Niet van toepassing.
GECOÖRDINEERD EINDADVIES
Uit bovenstaande motiveringen blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen inzake milieu en ruimtelijke ordening, en dat het voorgestelde ontwerp verenigbaar is met de goede plaatselijke ordening en met zijn onmiddellijke omgeving.
De aanvraag is vatbaar voor een omgevingsvergunning voor het regulariseren van de bestaande woning en het bijgebouw en het verbouwen en uitbreiden van de woning, mits het opleggen van voorwaarden.
Bijgevolg adviseert de omgevingsambtenaar het dossier voorwaardelijk gunstig voor het regulariseren van de bestaande woning en het bijgebouw en het verbouwen en uitbreiden van de woning, zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan de aanvraag zijn verbonden en voor zover rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarden:
Riolering:
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.
Het college van burgemeester en schepenen volgt integraal het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar omtrent het sluiten van het openbaar onderzoek en tot het afleveren van een omgevingsvergunning met voorwaarden aan de aanvrager.
Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het afleveren van een omgevingsvergunning met voorwaarden aan de aanvrager.
De omgevingsvergunning omvat het regulariseren van de bestaande woning en het bijgebouw en het verbouwen en uitbreiden van de woning zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan deze omgevingsaanvraag zijn verbonden en voor zover rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarden.
De omgevingsvergunning wordt aldus afgegeven onder volgende voorwaarden:
Riolering:
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.
STEDENBOUWKUNDIG EN MILIEUTECHNISCH advies - verslag GEMEENTELIJKE omgevingsambtenaar
De aanvraag betreft het bouwen van een carport.
De aanvraag werd op 6 juli 2021 ontvangen en op 3 augustus 2021 ontvankelijk en volledig verklaard.
De gewone vergunningsprocedure wordt gevolgd.
Er werd een openbaar onderzoek gehouden, lopende van 13 augustus 2021 tot en met 11 september 2021.
De eigenaars van de aanpalende percelen werden verzocht hun standpunt kenbaar te maken.
Het openbaar onderzoek werd gesloten zonder bezwaarschriften.
HISTORIEK VAN HET EIGENDOM WAAROP DE AANVRAAG BETREKKING HEEFT
Stedenbouwkundig
Op 12 december 2011 werd een verkavelingsvergunning afgeleverd voor het verkavelen van de percelen in 2 loten voor open bebouwing. (1127.A.874.2)
Op 19 november 2013 werd een stedenbouwkundige vergunning afgeleverd voor het bouwen van een eengezinswoning en een carport in de linker zijtuinstrook en het plaatsen van draad met klimop tegen de zijdelingse perceelgrenzen. (2013/00180)
Uit de gegevens waarover de gemeente beschikt, blijkt niet dat voor het voorwerp van de aanvraag een PV is opgesteld noch dat een meerwaarde werd opgelegd of dat op het goed een vonnis of arrest rust. Er zijn ook geen geschriften bekend waaruit zou blijken dat er wederrechtelijke werken werden uitgevoerd.
Milieu
Volgende ARAB / milieuvergunningen / meldingen werden afgeleverd op volgende percelen:
Het perceel is niet opgenomen in het Grondeninformatieregister.
OPENBAAR ONDERZOEK
Overeenkomstig artikel 17 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hoofdstuk 3 Toepassingsgebied van de gewone en vereenvoudigde procedure, artikels 11 t.e.m. 14 van het besluit tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning, werd dit dossier volgens de gewone procedure behandeld.
Er werd bijgevolg een openbaar onderzoek gehouden.
Het openbaar onderzoek werd georganiseerd van 13 augustus 2021 tot en met 11 september 2021.
Er werden geen bezwaren ingediend.
ADVIEZEN
Geen adviezen vereist.
MILIEUEFFECTENRAPPORTAGE
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van bijlage I, II en III van het besluit inzake projectmilieueffectrapportage van 10 december 2004 en latere wijzigingen.
STEDENBOUWKUNDIG ADVIES
TOETSING AAN DE REGELGEVING EN VOORSCHRIFTEN
OVEREENSTEMMING MET BESTEMMINGS- EN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
Gewestplan
De aanvraag is volgens het geldende gewestplan Hasselt - Genk, goedgekeurd bij Koninklijk besluit op 3 april 1979, deels gelegen in woongebied met landelijk karakter en deels in agrarisch gebied.
De voorgestelde werken bevinden zich volledig in het woongebied met landelijk karakter.
De woongebieden met landelijk karakter zijn in hoofdzaak bestemd “voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven”. Zowel bewoning als landbouw zijn bijgevolg de hoofdbestemmingen van het gebied, en beide bestemmingen staan er op gelijke voet. Daarnaast kunnen eveneens de andere inrichtingen, voorzieningen en activiteiten, zoals in woongebied worden toegelaten (artikel 6 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
Verkaveling
Het goed is gekend als lot 2 binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde verkaveling, waarvan de vergunning is afgeleverd op 12 december 2011 door het college van burgemeester en schepenen. (1127.A.874.2)
De verkavelingsvergunning is voor dit perceel niet vervallen.
De kavel kreeg als bestemming eengezinswoning, met inbegrip van een zorgwoning.
De aanvraag voldoet principieel aan de geldende bestemmingsvoorschriften maar niet aan de verkavelingsvoorschriften. Daarom wordt de aanvraag verder onderzocht op basis van de afwijkingsbepalingen zoals voorgeschreven in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de gehanteerde richtlijnen en omzendbrieven.
AFWIJKINGEN VAN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
Beperkte afwijkingen
Art. 4.4.1.
§1. In een vergunning kunnen, na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen.
Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft:
1° de bestemming;
2° de maximaal mogelijke vloerterreinindex;
3° het aantal bouwlagen.
De aanvraag wijkt af van volgende verkavelingsvoorschriften:
De verkavelingsvoorschriften bepalen dat de vrijstaande gevels op minstens 3m van de zijdelingse perceelgrenzen dienen ingeplant te worden.
De woning wordt uitgebreid met een carport tegen de linker zijgevel. De carport wordt ingeplant tussen 1,35m en 1,70m van de linker perceelgrens.
De aanvraag voldoet aan de afwijkingsbepalingen.
Stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater
De aanvraag valt niet onder de toepassing van het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 en latere wijzigingen, houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater gezien de horizontale dakoppervlakte van de carport 40m² bedraagt.
Riolering
Het perceel is op het zoneringplan voor riolering, goedgekeurd bij Ministerieel besluit de dato 19 september 2008, gelegen in “centrale gebied”. Een individuele voorbehandelinginstallatie (septische put) moet niet aangelegd worden.
Algemene bepalingen betreffende riolering en waterafvoer:
De aanvrager dient het Algemeen Waterverkoopreglement, de aanvullende voorwaarden en de aanvullende technische voorschriften van de rioolbeheerder Fluvius na te leven. Daarnaast dient de aanvrager de voorwaarden zoals bepaald in afdeling 6.2.2. van Vlarem II na te leven voor de afvoer van hemel- en afvalwater.
Indien voor het bouwproject een aansluiting op de openbare riolering noodzakelijk is dan dient de aanvrager zo snel mogelijk na het bekomen van de bouwvergunning zijn aanvraag tot aansluiting op het openbaar saneringsnetwerk online aan te vragen via de website van Fluvius: www.fluvius.be. Fluvius bepaalt de locatie en diepte van de huisaansluitingen. Alleen Fluvius of een door haar aangestelde uitvoerder zorgt voor de realisatie van het gedeelte van de aansluiting dat in het openbaar domein ligt tot aan de perceelsgrens van de eigendom
De klant dient zelf in te staan voor het plaatsen van de privériolering voor het bouwproject en is verplicht deze uit te voeren volgens de wettelijke bepalingen ter zake, ondermeer dient voldaan te zijn aan de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater van 5/07/2013 (GSV “hemelwater”).
Indien de privériolering niet correct en volledig volgens deze wettelijke bepalingen werd uitgevoerd, zelfs indien dit niet expliciet door de stedenbouwkundige vergunning opgelegd is, behoudt Fluvius het recht om de woning niet aan te sluiten op het rioleringsnet.
Indien de bouwplannen en meer specifiek het rioleringsplan niet in overeenstemming zijn met deze voorschriften hebben deze voorschriften voorrang.
We raden aan om:
Keuring privéwaterafvoer
Door het in voege treden van het Algemeen Waterverkoopreglement is de keuring van privéwaterafvoer verplicht vanaf 1 juli 2011. Elke rioleringsaansluiting op het openbaar saneringsnet dient een keuring van de privéwaterafvoer te ondergaan conform artikel 12, §1 van het Algemeen Waterverkoopreglement en dit bij de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer. Enkel de door Fluvius erkende keurders komen hiervoor in aanmerking (een lijst kan u terugvinden op de website van Fluvius: www.fluvius.be).
Watertoets
Het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013,verplicht de vergunningverlenende overheid om de watertoets uit te voeren bij elke aanvraag tot omgevingsvergunning. Dit decreet vormt het juridisch kader voor het integraal waterbeleid in Vlaanderen. Het decreet bevat ook de omzetting van de kaderrichtlijn Water en de Overstromingsrichtlijn.
Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Voor het betrokken project werd de watertoets uitgevoerd volgens de richtlijnen van het uitvoeringsbesluit van 20 juli 2006. Dit Watertoetsbesluit werd gewijzigd bij Besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011. Dit besluit is in werking getreden op 1 maart 2012.
Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Zoals hoger aangehaald valt de aanvraag niet onder toepassing van deze verordening. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
De aanvraag doorstaat de watertoets.
Archeologienota
Conform het Onroerenderfgoeddecreet de dato 12 juli 2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag gezien de perceelsoppervlakte kleiner is dan 3 000m².
Indien men niet verplicht is tot het opstellen van een archeologienota en tijdens de uitvoering komen er toch archeologische sporen of vondsten aan het licht, dan dient de bouwheer dit te melden binnen de 3 dagen aan het agentschap Onroerend Erfgoed (www.onroerenderfgoed.be).
Overige regelgeving
Decreet rookmelders
Het decreet van 10 maart 2017, houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, wat het verbeteren van de brandveiligheid door het algemeen invoeren van optische rookmelders voor woningen betreft, bepaalt dat alle woningen in Vlaanderen moeten uitgerust worden met correct geïnstalleerde rookmelders of dienen te beschikken over een branddetectiesysteem.
De voorliggende aanvraag voldoet hier niet aan. Er zal als voorwaarde opgenomen worden dat voldaan moet worden aan het decreet betreffende rookmelders.
Grondverzet
Uit het ingediende dossier blijkt niet dat een grondverzet (met aanvoer/ afvoer) van meer dan 250m³ zal plaatsvinden. De regelgeving omtrent grondverzet is niet van toepassing.
De aanvraag is verenigbaar met de regelgeving.
Toetsing AAN DE goede ruimtelijke ordening
OMSCHRIJVING VAN DE FEITELIJKE AANVRAAG
De aanvraag omvat het bouwen van een carport.
De carport wordt ingeplant tegen de linker zijgevel van de woning, op minimum tussen 1,35m en 1,70m van de linker perceelgrens en 0,30m achter de voorgevel van de woning.
De carport heeft een oppervlakte van 40m² (10m x 4m).
De carport wordt uitgevoerd met een plat dak. De dakrandhoogte is gelegen op 3m ten opzichte van het maaiveld.
De carport wordt uitgevoerd in kwartsgrijs aluminium.
De carport heeft een open structuur en is ondergeschikt aan het hoofdvolume.
De oprichting van een carport in de linker zijtuinstrook zal niet als storend ervaren worden in het bestaande straatbeeld.
Uit de gegevens waar de gemeente over beschikt blijkt echter dat de bestaande terreinverharding in de voortuin niet overeenstemt met de vergunde noch met de ingediende plannen.
De aanwezige inritverharding beperkt zich tot ca. 3m ter hoogte van de rooilijn/voorste perceelgrens. Na de rooilijn/voorste perceelgrens werd de inrit verbreed. Gezien de woning niet beschikt over een interne garage spreken we dan ook niet van een strikt noodzakelijke toegang. Bijgevolg was het aanleggen van deze bredere inritverharding in de voortuin dan ook vergunningsplichtig.
Gezien er binnen de huidige aanvraag onvoldoende gegevens zijn omtrent de inritverharding zal als voorwaarde worden opgenomen dat de aanvrager de inritverharding dient uit te voeren conform de ingediende plannen van de huidige aanvraag of dient hij een nieuwe omgevingsvergunning aan te vragen voor het regulariseren van de aanwezige terreinverhardingen, dit binnen 3 maanden volgend op deze omgevingsvergunning.
BEOORDELING VAN DE GOEDE RUIMTELIJKE ORDENING
De aanvraag is gelegen in een gebied dat geordend wordt door een verkavelingsvergunning waarvan op geldige wijze afgeweken wordt. Dit plan of die vergunning bevat voorschriften die de aandachtspunten, vermeld in art. 4.3.1 §2 1° van de Vlaamse Codex ruimtelijke ordening, behandelen en regelen. Deze voorschriften worden geacht de criteria van de goede ruimtelijke ordening weer te geven.
De aanvraag integreert zich hierin volledig qua architectuur, materiaalgebruik en volume behoudens de gevraagde afwijkingen voor de inplanting van de carport.
De verkavelingsvoorschriften bepalen dat de vrijstaande gevels op minstens 3m van de zijdelingse perceelgrenzen dienen ingeplant te worden.
De woning wordt uitgebreid met een carport tegen de linker zijgevel. De carport wordt ingeplant op minimum tussen 1,35m en 1,70m van de linker perceelgrens.
De carport heeft een open structuur en is ondergeschikt aan het hoofdvolume.
De eigenaar van het linker aangrenzende perceel tekende de plannen mee voor akkoord.
De gevraagde afwijkingen zijn niet van die aard dat de basisvisie van de verkaveling erdoor wordt aangetast, evenmin doet het gevraagde afbreuk aan de rechten en het woongenot van de aanpalenden. De gevraagde afwijkingen zullen niet leiden tot onverenigbare situaties in deze omgeving.
De aanvraag voldoet aan de criteria voor de goede ruimtelijke ordening in de onmiddellijke en ruime omgeving op voorwaarde dat:
OF
BESPREKING ADVIEZEN
Er werden geen adviezen opgevraagd.
Uit de bovenstaande motivering blijkt dat de schaal en het uiterlijk van de voorgenomen werken op voldoende wijze ruimtelijk inpassen in de onmiddellijke en ruime omgeving. De aanvraag is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.
MILIEUTECHNISCH ADVIES
Niet van toepassing.
GECOÖRDINEERD EINDADVIES
Uit bovenstaande motiveringen blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen inzake milieu en ruimtelijke ordening, en dat het voorgestelde ontwerp verenigbaar is met de goede plaatselijke ordening en met zijn onmiddellijke omgeving.
De aanvraag is vatbaar voor een omgevingsvergunning mits het opleggen van voorwaarden.
Bijgevolg adviseert de omgevingsambtenaar het dossier voorwaardelijk gunstig voor het bouwen van een carport zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan de aanvraag zijn verbonden en voor zover rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarden:
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.
Het college van burgemeester en schepenen volgt integraal het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar omtrent het sluiten van het openbaar onderzoek, het afwijken van de verkavelingvoorschriften en tot het afleveren van een omgevingsvergunning met voorwaarden aan de aanvrager, maar wenst de eerste voorwaarde te verduidelijken.
Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het afleveren van een omgevingsvergunning met voorwaarden aan de aanvrager.
De omgevingsvergunning omvat het bouwen van een carport zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan deze omgevingsaanvraag zijn verbonden en voor zover rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarden.
De omgevingsvergunning wordt aldus afgegeven onder volgende voorwaarden:
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.
STEDENBOUWKUNDIG EN MILIEUTECHNISCH advies - verslag GEMEENTELIJKE omgevingsambtenaar
De aanvraag betreft het bouwen van een bijgebouw, aanleg van een zwembad, regularisatie verhardingen en afbraak van een bestaande tuinberging.
De aanvraag werd op 23/08/2021 ontvangen en op 20/09/2021 ontvankelijk en volledig verklaard.
De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.
Er werd geen openbaar onderzoek gehouden.
De eigenaars van de aanpalende percelen werden verzocht hun standpunt kenbaar te maken in navolging van art. 83 van het omgevingsvergunningsbesluit.
HISTORIEK VAN HET EIGENDOM WAAROP DE AANVRAAG BETREKKING HEEFT
Stedenbouwkundig
De carport in de rechter zijtuinstrook werd niet uitgevoerd, de vergunning hiervoor is intussen vervallen.
Uit de gegevens waarover de gemeente beschikt, blijkt niet dat voor het voorwerp van de aanvraag een PV is opgesteld noch dat een meerwaarde werd opgelegd of dat op het goed een vonnis of arrest rust.
Uit het aanvraagdossier en de gegevens waarover de gemeente beschikt (luchtfoto…) blijkt dat op het perceel van de aanvraag constructies aanwezig zijn, waarvoor geen vergunning verleend werd. Het betreft delen van de verharding waaronder de “noodzakelijke toegang” tot de carport die vergund werd in 2016 maar niet uitgevoerd werd en bijgevolg niet beschouwd kan worden als zijnde vergund. De oprit werd bovendien ruimer uitgevoerd en ook het terras achteraan de woning werd ruimer uitgevoerd.
Deze wederrechtelijk uitgevoerde handelingen werden opgenomen in de huidige aanvraag als te regulariseren.
Milieu
Het perceel is niet opgenomen in het Grondeninformatieregister.
OPENBAAR ONDERZOEK
Overeenkomstig artikel 17 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hoofdstuk 3 Toepassingsgebied van de gewone en vereenvoudigde procedure, artikels 11 t.e.m. 14 van het besluit tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning, werd dit dossier volgens de vereenvoudigde procedure behandeld.
Er werd bijgevolg geen openbaar onderzoek gehouden.
Overeenkomstig artikel 83 van het Besluit van de Vlaamse regering tot uitvoering van het omgevingsvergunningsdecreet, werden de betrokken aanpalende eigenaars aangeschreven per beveiligde zending met het verzoek hun standpunt kenbaar te maken binnen de 30 dagen.
Het aanvraagdossier bevat een schriftelijk akkoord van de eigenaars van het aanpalende perceel voor de aangevraagde werken.
Er werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd.
ADVIEZEN
Fluvius
MILIEUEFFECTENRAPPORTAGE
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van bijlage I, II en III van het besluit inzake projectmilieueffectrapportage van 10 december 2004 en latere wijzigingen.
STEDENBOUWKUNDIG ADVIES
TOETSING AAN DE REGELGEVING EN VOORSCHRIFTEN
OVEREENSTEMMING MET BESTEMMINGS- EN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
Gewestplan
Het perceel van de aanvraag is volgens het geldende gewestplan Hasselt - Genk, goedgekeurd bij Koninklijk besluit op 3 april 1979, deels gelegen in woongebied en deels gelegen in woonuitbreidingsgebied.
Behoudens het te verwijderen bijgebouw, bevinden de voorgestelde werken zich volledig in het woongebied.
Woongebied
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van een goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen en latere wijzigingen).
Woonuitbreidingsgebied
De woonuitbreidingsgebieden zijn uitsluitend bestemd voor groepswoningbouw zolang de bevoegde overheid over de ordening van het gebied niet heeft beslist, en zolang, volgens het geval, ofwel de overheid geen besluit tot vaststelling van de uitgaven voor de voorziening heeft genomen, ofwel omtrent deze voorzieningen geen met waarborgen omklede verbintenis is aangegaan door de promotor.
De woonuitbreidingsgebieden zijn bij uitstek die zones waar aan een woningbeleid kan worden gedaan; Voor het aansnijden van de woonuitbreidingsgebieden is het nodig te kunnen beschikken over bijkomende gegevens, zoals bepaald in het KB van 6 januari 1980.
Bij de ontwikkeling van woonuitbreidingsgebieden dient een woonbehoeftestudie te worden voorgelegd ter verantwoording van de te creëren bijkomende woongelegenheden.
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg, noch in een ruimtelijk uitvoeringsplan, noch in een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
De aanvraag voldoet principieel aan de geldende bestemmingsvoorschriften.
Binnen het woonuitbreidingsgebied wordt een bijgebouw verwijderd, de overige werken situeren zich volledig binnen het woongebied.
Stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater
De aanvraag valt onder de toepassing van het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 en latere wijzigingen, houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
De plannen geven aan dat voor het nieuw op te richten bijgebouw (56,87m²) en het aan te leggen zwembad (37,84m²) met een totale oppervlakte van 94,71m² een infiltratieput wordt voorzien met een inhoud van 2 500 liter en infiltratieoppervlakte van 4m².
De oppervlakte en het volume voldoen aan de verordening.
De verordening is niet van toepassing voor wat betreft de aanleg van de voorziene verhardingen omdat het hemelwater dat op de verharding valt niet wordt opgevangen en afgevoerd, maar op natuurlijke wijze op eigen terrein in de bodem kan infiltreren.
De verharding in voor- en zijtuinstrook wordt voorzien in waterdoorlatende klinkers en kiezel (ca. 102m²) met mogelijkheid tot infiltratie in de aangrenzende groenzones, het hemelwater van het terras van 38,46m² kan in de aangrenzende groenzone infiltreren.
De aanvraag voldoet aan deze stedenbouwkundige verordening.
Riolering
Het perceel is op het zoneringplan voor riolering, goedgekeurd bij Ministerieel besluit de dato 19 september 2008, gelegen in “centrale gebied”. Volgens de gekende gegevens zou nog een gemengd rioleringsstelsel aanwezig zijn.
Met betrekking tot de riolering werd de aanvraag voor advies voorgelegd aan Fluvius.
Het advies van 06/10/2021 van Fluvius is voorwaardelijk gunstig:
“Naar aanleiding van uw brief/mail van 20-09-2021 over de stedenbouwkundige vergunning voor bovenvermeld project, afdeling 1, sectie B, nummer(s) 331/B2, kunnen we een voorwaardelijk gunstig advies geven, op voorwaarde dat voldaan wordt aan de hierna volgende opmerkingen.
In uw gemeente is Fluvius actief voor volgende disciplines:
Aardgas, Elektriciteit, Openbare verlichting, Kabeldistributie, Riolering.
De initiatiefnemer dient te voldoen aan alle voorwaarden van Fluvius zoals opgenomen in het desbetreffende aansluitingsreglement welke beschikbaar is op de website van Fluvius (www.fluvius.be).
Algemene voorschriften: Gasafsluiters, elektriciteits-, kabeldistributie- aardgasdistributienetten (boven- en ondergrondse) moeten steeds en makkelijk bereikbaar zijn en vrij blijven van ieder obstakel.
Voor riolering dient voldaan te worden aan de gewestelijke en/of provinciale stedenbouwkundige verordeningen inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater die in uw gemeente van kracht zijn.
Fluvius doet geen nazicht van de bepalingen van deze verordening. Dit advies handelt over de aansluitbaarheid op het openbaar saneringsnetwerk.
1. Algemene bepalingen voor riolering en waterafvoer
2. Specifieke bepalingen voor riolering en waterafvoer voor dit bouwproject
We raden aan om:
3. Keuring privéwaterafvoer (niet van toepassing indien geen bijkomende rioleringsaansluiting wordt aangevraagd)
Door het in voege treden van het Algemeen Waterverkoopreglement is de keuring van de privéwaterafvoer verplicht sinds 1 juli 2011. Elke rioleringsaansluiting op het openbaar rioleringsstelsel dient een keuring van de privéwaterafvoer te ondergaan conform artikel 12/1, §1 van het Algemeen Waterverkoopreglement. De keuring dient uitgevoerd te worden vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer.
Enkel de door Fluvius erkende keurders komen voor deze keuring in aanmerking (zie Keuring riolering Fluvius).
Voor bijkomende informatie kan de bouwheer terecht op de infolijn van Fluvius 078 35 35 34.
Alvast bedankt om bovenstaande voorwaarden mee op te nemen in de stedenbouwkundige vergunning.”
Kosten voor het voorzien / verleggen of uitbreiden van de nutsleidingen moeten gedragen worden door de aanvrager;
Aanpassingen aan inrichtingen, constructies of beplantingen op het openbaar domein naar aanleiding van deze of toekomstige omgevingsaanvraag zijn steeds ten laste van de aanvrager. Voor de uitvoering van werken op bermen, stoepen en wegen dient er voor de aanvang der werken een staat van bevinding opgemaakt te worden door de aannemer en dit in samenspraak met een afgevaardigde van het gemeentebestuur.
Watertoets
Het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013,verplicht de vergunningverlenende overheid om de watertoets uit te voeren bij elke aanvraag tot omgevingsvergunning. Dit decreet vormt het juridisch kader voor het integraal waterbeleid in Vlaanderen. Het decreet bevat ook de omzetting van de kaderrichtlijn Water en de Overstromingsrichtlijn.
Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Voor het betrokken project werd de watertoets uitgevoerd volgens de richtlijnen van het uitvoeringsbesluit van 20 juli 2006. Dit Watertoetsbesluit werd gewijzigd bij Besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011. Dit besluit is in werking getreden op 1 maart 2012.
Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Zoals hoger aangehaald voldoet het voorliggende ontwerp aan deze verordening. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
De aanvraag doorstaat de watertoets.
Archeologienota
Conform het Onroerenderfgoeddecreet de dato 12 juli 2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag gezien de perceeloppervlakte kleiner is dan 3 000m².
Indien men niet verplicht is tot het opstellen van een archeologienota en tijdens de uitvoering komen er toch archeologische sporen of vondsten aan het licht, dan dient de bouwheer dit te melden binnen de 3 dagen aan het agentschap Onroerend Erfgoed (www.onroerenderfgoed.be).
Overige regelgeving
Slopen
De afbraak van het bestaande bijgebouw en een strook verharding langsheen de rechter perceelgrens, dient te gebeuren tot in de grond en de plaats moet heringericht worden als groenzone.
Aan de afbraak is geen milieuvergunningsplicht verbonden, wel dient rekening gehouden te worden met de wettelijke verplichtingen opgenomen in het milieuvergunningsdecreet, het bodemsaneringsdecreet en het materialendecreet. Vooraleer te starten met de afbraakwerken dienen de constructies volledig ontruimd te worden. De afvalstoffen die vrijkomen bij de afbraakwerken dienen selectief ingezameld te worden.
Alle bouw-, sloop- en infrastructuurwerken in open lucht dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II, hoofdstuk 6.12 Beheersing van stofemissies tijdens bouw- , sloop- en infrastructuurwerken”, indien deze uitgevoerd worden door een aannemer.
Het verwijderen van asbest dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II Beheersing van asbest, hoofdstuk 6.4.
Grondverzet
Uit het ingediende dossier blijkt niet dat een grondverzet (met aanvoer/ afvoer) van meer dan 250m³ zal plaatsvinden. De regelgeving omtrent grondverzet is niet van toepassing.
Erfdienstbaarheden / gemene muren
Vergunningen hebben een zakelijk karakter. Zij worden verleend onder voorbehoud van de op het onroerend goed betrokken burgerlijke rechten.
Het is niet de taak van de administratieve overheid zich uit te spreken over het bestaan, de interpretatie en de omvang van subjectieve rechten, zoals bijvoorbeeld het overnemen van een gemene muur, oprichten van een gemeenschappelijke scheidingsmuur/ afsluiting op de perceelgrens.
De aanvrager wordt erop gewezen dat omtrent de gemene muren/ erfscheidingen … geen afbreuk wordt gedaan aan de burgerlijke rechten van de betrokken aanpalende eigenaars door het afleveren van een omgevingsvergunning.
Dat het aangewezen is hieromtrent een (schriftelijke) overeenkomst/ akkoordverklaring te bekomen alvorens aan te vatten met de werken.
De aanvraag is verenigbaar met de regelgeving.
Toetsing AAN DE goede ruimtelijke ordening
OMSCHRIJVING VAN DE FEITELIJKE AANVRAAG
De aanvraag omvat het bouwen van een bijgebouw, aanleg van een zwembad, regularisatie verhardingen en afbraak van een bestaande tuinberging.
BEOORDELING VAN DE GOEDE RUIMTELIJKE ORDENING
De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen:
1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;
2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in 1°, in rekening brengen;
Omschrijving ligging en omgeving
Het perceel van de aanvraag is gelegen aan de Roosterkensweg, een (doodlopende) gemeenteweg ten westen van het centrum van Zonhoven.
De omgeving wordt gekenmerkt door voornamelijk residentiële bebouwing in open en halfopen verband met aansluitend weilanden/ een groene zone. Aan de achterzijde grenst het perceel van de aanvraag aan een terrein met opslagplaats.
Omschrijving van de aanvraag
Het perceel heeft een totale oppervlakte van 1500m², waarvan ca. 855m² binnen het woongebied gelegen is, en is bebouwd met een vrijstaande woning met 2 bouwlagen en plat dak en een aanbouw met plat dak aan de achterzijde.
De aanvraag omvat het bouwen van een bijgebouw/poolhouse, de aanleg van een zwembad, regularisatie van de verhardingen en afbraak van een bestaande tuinberging.
In 2016 werd een vergunning afgeleverd waarbij een carport rechts achteraan de woning vergund werd. Deze werd niet uitgevoerd, doch de verhardingen wel en ruimer dan vergund.
Voor deze verhardingen wordt een regularisatie aangevraagd evenals voor het ruimer uitvoeren van het terras achter de woning.
Een regularisatie moet met dezelfde criteria beoordeeld worden als een nieuwe aanvraag. Het kan immers niet zijn dat de regularisatie soepeler zou beoordeeld worden om reden dat de werken reeds uitgevoerd zijn.
Een bestaand bijgebouw rechts achteraan de woning wordt verwijderd en men wenst een nieuw bijgebouw (functie poolhouse/ berging/ overdekt terras) op te richten op kortere afstand tot de woning en met de linker zijgevel tot tegen de perceelgrens.
Rechts van het nieuwe bijgebouw wordt een zwembad voorzien.
Functionele inpasbaarheid in de onmiddellijke en ruime omgeving
De bestaande woonfunctie blijft ongewijzigd en is inpasbaar in de woonomgeving. De verhardingen, het bijgebouw en het zwembad sluiten aan bij de woonfunctie.
Mobiliteitsimpact
De oprit van 3m breed en ca. 25m diep (zo’n 75m²) en een aansluitende verharding naar de zij-inkom van ca. 15m² bieden ruimte voor ca. 6 autostaanplaatsen.
Voor 1 woongelegenheid is dit ruim voldoende.
De schaal van de voorgenomen werken, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen
Het bestaande bijgebouw belemmert het uitzicht op de tuinzone en wordt verwijderd.
Op een afstand van 11,80m achter de woning wenst men een nieuw bijgebouw op te richten van 56,87m² (4,45m x 12,78m) met een hoogte van 3m. Het bijgebouw omvat een overdekt terras, poolhouse en tuinberging en zal uitgevoerd worden met een gevelbekleding in hout en een plat dak.
De linker zijgevel zal tot tegen de perceelgrens opgericht worden, de aanpalende eigenaars verlenen hiervoor hun akkoord en geven aan dat een eventueel toekomstig bijgebouw op hun perceel hier tegenaan gebouwd zal worden.
Gelet op het akkoord van de aanpalende eigenaars, is de inplanting aanvaardbaar.
Het uiterlijk, volume, de functie en de materiaalkeuze zijn aanvaardbaar binnen deze omgeving. Als bemerking wordt meegegeven dat er voor de houten gevelbekleding bij voorkeur geopteerd wordt voor een lokale (Europese) houtsoort uit duurzaam beheerde bossen (aangetoond met label). Tropisch houtsoort wordt best vermeden gezien dit op vlak van ecologie zeer slecht scoort.
Rechts van het bijgebouw wordt een zwembad aangelegd met een breedte van 4,40m, een lengte van 8,60m en zwemdiepte van 1,50m. De zwemzone van 30,40m² wordt afgewerkt met een boord van 30cm in natuursteen.
Het voorziene zwembad is aanvaardbaar.
Wat de regularisatie van de verhardingen betreft kan men stellen dat de zone voor parkeren van 90m² in klinkers vrij ruim opgevat werd. Rondom de woning en verharding rest echter voldoende groenzone en de optie voor realisatie van een carport, zoals oorspronkelijk de bedoeling was, kan behouden blijven. Zoals aangegeven op het inplantingsplan nieuwe toestand, zal een strook verharding langsheen de rechter perceelgrens verwijderd worden om het hemelwater op eigen terrein te laten infiltreren.
Het terras in tegels aan de achterzijde van de woning heeft een oppervlakte van 38,46m² en werd iets ruimer uitgevoerd dan vergund (25m²) in 2016. De oppervlakte is niet overdreven.
De te regulariseren verhardingen zijn aanvaardbaar.
Met de totale verhardingsgraad van zo’n 42% voor het gedeelte van het perceel binnen het woongebied (354m² bebouwde/verharde oppervlakte in verhouding tot 855m² terrein), komt men wel aan de rand van een evenwichtige verhouding tot de ruimte die als groenzone wordt ingericht. Bijkomende verharde oppervlakte in de toekomst is niet meer wenselijk.
Bodemreliëf
Er zijn geen wijzigingen van het terreinniveau voorzien behoudens deze noodzakelijk voor de realisatie van het bijgebouw en zwembad.
Alle overtollige grond die vrijkomt bij het graven van de funderingen, dient verwijderd te worden via een erkende grondwerker of naar een erkende grondreinigingsplaats.
Hinderaspecten met betrekking tot gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
Door de oriëntatie van het perceel kan de inplanting van het nieuwe bijgebouw de bezonning op het links aanpalende terrein verminderen. De aanvraag bevat een schriftelijke verklaring van de aanpalende eigenaars waarin zij aangeven geen bezwaar te hebben en de intentie om een (eventueel) toekomstig bijgebouw hier tegenaan te bouwen alsook de voorkeur aangeven voor een afwerking in hout.
De aanvraag voldoet aan de criteria voor de goede ruimtelijke ordening in de onmiddellijke en ruime omgeving.
BESPREKING ADVIEZEN
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies.
De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies, dienen gevolgd te worden.
Uit de bovenstaande motivering blijkt dat de schaal en het uiterlijk van de voorgenomen werken op voldoende wijze ruimtelijk inpassen in de onmiddellijke en ruime omgeving. De aanvraag is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.
Als bemerking wordt meegegeven dat er voor de houten gevelbekleding bij voorkeur geopteerd wordt voor een lokale (Europese) houtsoort uit duurzaam beheerde bossen (aangetoond met label). Tropisch houtsoort wordt best vermeden gezien dit op vlak van ecologie zeer slecht scoort.
MILIEUTECHNISCH ADVIES
Niet van toepassing.
EINDADVIES
Uit bovenstaande motiveringen blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen inzake milieu en ruimtelijke ordening, en dat het voorgestelde ontwerp verenigbaar en bestaanbaar is met de goede plaatselijke ordening en met zijn onmiddellijke omgeving.
De aanvraag is vatbaar voor een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bijgebouw, aanleg van een zwembad, regularisatie verhardingen en afbraak van een bestaande tuinberging.
Bijgevolg adviseert de omgevingsambtenaar het dossier voorwaardelijk gunstig voor het bouwen van een bijgebouw, aanleg van een zwembad, regularisatie verhardingen en afbraak van een bestaande tuinberging, zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan de aanvraag zijn verbonden en voor zover rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarden:
Riolering:
Als bemerking wordt meegegeven dat er voor de houten gevelbekleding bij voorkeur geopteerd wordt voor een lokale (Europese) houtsoort uit duurzaam beheerde bossen (aangetoond met label). Tropisch houtsoort wordt best vermeden gezien dit op vlak van ecologie zeer slecht scoort.
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.
Het college van burgemeester en schepenen volgt integraal het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar van 09/11/2021 tot het afleveren van een omgevingsvergunning met voorwaarden aan de aanvrager.
Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het afleveren van een omgevingsvergunning met voorwaarden aan de aanvrager.
De omgevingsvergunning omvat het bouwen van een bijgebouw, aanleg van een zwembad, regularisatie verhardingen en afbraak van een bestaande tuinberging, zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan deze omgevingsaanvraag zijn verbonden en voor zover rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarden.
De omgevingsvergunning wordt aldus afgegeven onder volgende voorwaarden:
Riolering:
Als bemerking wordt meegegeven dat er voor de houten gevelbekleding bij voorkeur geopteerd wordt voor een lokale (Europese) houtsoort uit duurzaam beheerde bossen (aangetoond met label). Tropisch houtsoort wordt best vermeden gezien dit op vlak van ecologie zeer slecht scoort.
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.
STEDENBOUWKUNDIG EN MILIEUTECHNISCH advies - verslag GEMEENTELIJKE omgevingsambtenaar
De aanvraag betreft het uitbreiden van de eengezinswoning en het bouwen van een losstaand bijgebouw na het slopen van het oude bijgebouw.
De aanvraag werd op 02/08/2021 ontvangen.
Op 26/08/2021 werd aanvullende informatie opgevraagd.
Op 01/09/2021 werd de gevraagde aanvullende informatie aangeleverd.
Op 23/09/2021 werd de aanvraag ontvankelijk en volledig verklaard.
De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.
Er werd geen openbaar onderzoek gehouden.
De eigenaars van de aanpalende percelen werden verzocht hun standpunt kenbaar te maken.
Er werden geen bezwaarschriften ingediend.
HISTORIEK VAN HET EIGENDOM WAAROP DE AANVRAAG BETREKKING HEEFT
Stedenbouwkundig
Op 13/08/1963 werd er een stedenbouwkundige vergunning afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van 2 tweewoonsten. (1963/00245)
Uit de gegevens waarover de gemeente beschikt, blijkt niet dat voor het voorwerp van de aanvraag een PV is opgesteld noch dat een meerwaarde werd opgelegd of dat op het goed een vonnis of arrest rust. Er zijn ook geen geschriften bekend waaruit zou blijken dat er wederrechtelijke werken werden uitgevoerd.
Uit het aanvraagdossier / de gegevens waarover de gemeente beschikt (luchtfoto…) blijkt dat op het perceel van de aanvraag constructies aanwezig zijn, waarvoor geen vergunning verleend werd. Het betreft het plaatsen van een overkapping tussen de twee eengezinswoningen, het bouwen van een extra garage in de zijtuin en het plaatsen van een losstaand bijgebouw.
Deze wederrechtelijk opgerichte constructies/ uitgevoerde handelingen werden deels opgenomen in de huidige aanvraag als te verwijderen en zijn deels vrijgesteld door het vrijstellingsbesluit (losstaand bijgebouw).
Milieu
Het perceel is niet opgenomen in het Grondeninformatieregister.
OPENBAAR ONDERZOEK
Overeenkomstig artikel 17 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hoofdstuk 3 Toepassingsgebied van de gewone en vereenvoudigde procedure, artikels 11 t.e.m. 14 van het besluit tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning, werd dit dossier volgens de vereenvoudigde procedure behandeld. Er werd bijgevolg geen openbaar onderzoek gehouden.
Overeenkomstig artikel 83 van het Besluit van de Vlaamse regering tot uitvoering van het omgevingsvergunningsdecreet, werden de betrokken aanpalende eigenaars aangeschreven per beveiligde zending met het verzoek hun standpunt kenbaar te maken binnen de 30 dagen.
Er werden geen bezwaren ingediend.
ADVIEZEN
Agentschap Wegen en Verkeer
Provinciale dienst Water & Domeinen
MILIEUEFFECTENRAPPORTAGE
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van bijlage I, II en III van het besluit inzake projectmilieueffectrapportage van 10 december 2004 en latere wijzigingen.
STEDENBOUWKUNDIG ADVIES
TOETSING AAN DE REGELGEVING EN VOORSCHRIFTEN
OVEREENSTEMMING MET BESTEMMINGS- EN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
Gewestplan
De aanvraag is volgens het geldende gewestplan Hasselt - Genk, goedgekeurd bij Koninklijk besluit op 3 april 1979, gelegen in woongebied.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van een goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen en latere wijzigingen).
Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Afbakening regionaal stedelijk gebied Hasselt - Genk” dat op 20 juni 2014 definitief werd vastgesteld door de Vlaamse Regering. Er is geen bestemmingswijziging ten opzichte van het gewestplan voorzien voor dit perceel.
De aanvraag voldoet principieel aan de geldende bestemmingsvoorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater
De aanvraag valt onder de toepassing van het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 en latere wijzigingen, houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
De plannen geven aan dat voor de uitbreiding van de bestaande woning met een oppervlakte van 86,50m² en het losstaand bijgebouw met een oppervlakte van 63,6m² een infiltratievoorziening wordt geplaatst waarvan de oppervlakte en het volume voldoen aan de verordening.
De verordening is niet van toepassing voor wat betreft de aanleg van de voorziene verhardingen omdat het hemelwater dat op de verharding valt niet wordt opgevangen en afgevoerd, maar op natuurlijke wijze op eigen terrein in de bodem kan infiltreren.
De aanvraag voldoet aan deze stedenbouwkundige verordening.
Watertoets
Het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013, verplicht de vergunningverlenende overheid om de watertoets uit te voeren bij elke aanvraag tot omgevingsvergunning. Dit decreet vormt het juridisch kader voor het integraal waterbeleid in Vlaanderen. Het decreet bevat ook de omzetting van de kaderrichtlijn Water en de Overstromingsrichtlijn.
Het voorliggende project heeft een eerder beperkte oppervlakte, maar ligt wel in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is tot de veiligheid van het vergunde project zelf. Enige invloed op het watersysteem of de veiligheid van overige vergunde of vergund geachte constructies is, gelet op de geringe oppervlakte, niet te verwachten.
Het advies van 21/10/2021 van de provinciale dienst Water en Domeinen is gunstig:
“Hierbij kan ik u meedelen dat het dossier in het kader van de watertoets gunstig beoordeeld werd. Het perceel is gelegen in een effectief overstromingsgevoelig gebied. Het perceel overstroomt echter niet vanuit de waterloop, vormt geen kom (kan afwateren naar lagergelegen percelen) en de overstromingsproblematiek is ook de technische dienst van de gemeente onbekend. De afbakening van de pluviale overstromingskaarten ondersteunt dit standpunt. Het is dan ook niet nodig om constructievoorwaarden te hanteren bij deze aanvraag.”
Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid. De aanvraag doorstaat de watertoets.
Archeologienota
Conform het Onroerenderfgoeddecreet de dato 12 juli 2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag gezien de perceelsoppervlakte kleiner is dan 3 000m².
Indien men niet verplicht is tot het opstellen van een archeologienota en tijdens de uitvoering komen er toch archeologische sporen of vondsten aan het licht, dan dient de bouwheer dit te melden binnen de 3 dagen aan het agentschap Onroerend Erfgoed (www.onroerenderfgoed.be).
Overige regelgeving
Decreet rookmelders
Het decreet van 10 maart 2017, houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, wat het verbeteren van de brandveiligheid door het algemeen invoeren van optische rookmelders voor woningen betreft, bepaalt dat alle woningen in Vlaanderen moeten uitgerust worden met correct geïnstalleerde rookmelders of dienen te beschikken over een branddetectiesysteem.
De voorliggende aanvraag voldoet niet hieraan: er worden rookmelders geplaatst in de leefkamer, zitkamer en de slaapkamer, maar niet op de verdieping.
Energiedecreet
De aanvraag dient te voldoen aan het energiedecreet van 8 mei 2009 en het energiebesluit van 19 november 2010 en hun latere aanvullingen en wijzigingen.
Slopen
De afbraak dient te gebeuren tot in de grond en de plaats moet hersteld worden in de vorige toestand. Aan de afbraak is geen milieuvergunningsplicht verbonden, wel dient rekening gehouden te worden met de wettelijke verplichtingen opgenomen in het milieuvergunningsdecreet, het bodemsaneringsdecreet en het materialendecreet. Vooraleer te starten met de afbraakwerken dienen de constructies volledig ontruimd te worden. De afvalstoffen die vrijkomen bij de afbraakwerken dienen selectief ingezameld te worden.
Alle bouw-, sloop- en infrastructuurwerken in open lucht dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II, hoofdstuk 6.12 Beheersing van stofemissies tijdens bouw- , sloop- en infrastructuurwerken”, indien deze uitgevoerd worden door een aannemer.
Het verwijderen van asbest dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II Beheersing van asbest, hoofdstuk 6.4.
Grondverzet
Uit het ingediende dossier blijkt niet dat een grondverzet (met aanvoer/ afvoer) van meer dan 250m³ zal plaatsvinden. De regelgeving omtrent grondverzet is niet van toepassing.
Erfdienstbaarheden / gemene muren
Vergunningen hebben een zakelijk karakter. Zij worden verleend onder voorbehoud van de op het onroerend goed betrokken burgerlijke rechten.
Het is niet de taak van de administratieve overheid zich uit te spreken over het bestaan, de interpretatie en de omvang van subjectieve rechten, zoals bijvoorbeeld het bestaan van een erfdienstbaarheid / het overnemen van een gemene muur.
De aanvraag is verenigbaar met de regelgeving, mits het decreet rookmelders wordt nageleefd.
Toetsing AAN DE goede ruimtelijke ordening
OMSCHRIJVING VAN DE FEITELIJKE AANVRAAG
De aanvraag betreft het uitbreiden van de eengezinswoning en het bouwen van een losstaand bijgebouw na het slopen van het oude bijgebouw.
BEOORDELING VAN DE GOEDE RUIMTELIJKE ORDENING
De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen:
1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;
2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in 1°, in rekening brengen;
Omschrijving ligging en omgeving
Het perceel van de aanvraag is gelegen aan de Lazarijstraat, een voldoende uitgeruste gemeenteweg.
De omgeving wordt gekenmerkt door voornamelijk residentiële bebouwing in open, halfopen en gesloten verband en tevens gecombineerd met handelsfuncties.
Omschrijving van de aanvraag
De aanvraag omvat de verbouwing en uitbreiding van de bestaande eengezinswoning met een aparte zithoek, slaapkamer en badkamer, na het slopen van de bestaande bijgebouwen. De uitbreiding situeert zich enkel op het gelijkvloers. Na uitbreiding bedraagt de bouwdiepte 17 meter. De uitbreiding blijft minimum 3 meter van de rechter perceelgrens en komt tot op de linker perceelgrens. De bouwdiepte op het eerste verdiep blijft 8,86 meter. De uitbreiding wordt afgedekt met een plat dak. De kroonlijsthoogte van de uitbreiding bedraagt 3,35 meter gemeten t.o.v. het voorliggende maaiveld. De uitbreiding wordt voorzien in een roodbruine gevelsteen.
Achter het gebouw wordt nog een garage/hobbyruimte opgericht. Deze garage/hobbyruimte dient om te sleutelen aan eigen oldtimer voertuigen. De garage/hobbyruimte heeft een oppervlakte van 63,6m², wordt opgericht op minimum 1 meter van de perceelgrenzen en heeft een kroonlijsthoogte van 4 meter gemeten t.o.v. het voorliggende maaiveld. Het bijgebouw wordt eveneens afgedekt met een plat dak. Het materiaal waarmee de garage/hobbyruimte wordt opgericht ontbreekt in het dossier. Het bestaande gebouwtje in de achtertuin zal afgebroken worden om plaats te maken voor deze nieuwe garage/hobbyruimte. Om deze garage/hobbyruimte bereikbaar te maken wordt er een inrit deels in grasdallen voorzien met een oppervlakte van 96,71m² en deels in waterdoorlatende klinkers van 90,22m².
Functionele inpasbaarheid in de onmiddellijke en ruime omgeving
De gevraagde stedenbouwkundige handelingen aan en bij de bestaande eengezinswoning hebben geen invloed op de functie van de eengezinswoning. De aanvraag is functioneel inpasbaar in de onmiddellijke en ruime omgeving.
Mobiliteitsimpact
Het stallen van voertuigen dient op eigen terrein georganiseerd te worden. De last van het autobezit kan niet volledig op het openbaar domein worden afgeschoven. Er worden geen extra woongelegenheden voorzien door voorliggende aanvraag. Op het eigendom is een garage/hobbyruimte aanwezig voor het stallen van minstens een auto, alsook is de inrit voldoende lang voor het stallen van een extra auto. Er wordt geen negatieve impact op de mobiliteit verwacht door voorliggende aanvraag
De schaal van de voorgenomen werken, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid en visueel-vormelijke elementen
Zoals hierboven reeds gesteld situeert de uitbreiding zich enkel op het gelijkvloers. Na uitbreiding bedraagt de bouwdiepte 17 meter. De uitbreiding blijft minimum 3 meter van de rechter perceelgrens en komt tot op de linker perceelgrens. De bouwdiepte op het eerste verdiep blijft 8,86 meter. De uitbreiding wordt afgedekt met een plat dak. De kroonlijsthoogte van de uitbreiding bedraagt 3,35 meter gemeten t.o.v. het voorliggende maaiveld.
De garage/hobbyruimte heeft een oppervlakte van 63,6m², wordt opgericht op minimum 1 meter van de perceelgrenzen en heeft een kroonlijsthoogte van 4 meter gemeten t.o.v. het voorliggende maaiveld. Het bijgebouw wordt eveneens afgedekt met een plat dak. Het materiaal waarmee de garage/hobbyruimte wordt opgericht ontbreekt in het dossier. Daarom zal als voorwaarde bij de omgevingsvergunning worden opgelegd dat het bijgebouw eveneens in roodbruine gevelsteen dient opgericht te worden om een uniform geheel te krijgen op het terrein.
De schaal van de woning en de garage/hobbyruimte past zich in binnen de omgeving. Om de aanwezige verharding te beperken op het eigendom dient de inrit naar de garage/hobbyruimte te worden aangelegd vanaf de nieuwe achterbouw, ter hoogte van het looppad naar de voordeur, als een karrespoor bestaande uit 2 stroken grasdallen met een breedte van 0,75 meter. De ruimtes tussen en rondom de Karresporen dienen ook groen aangeplant te worden.
Na uitbreiding van de woning, het oprichten van een garage/hobbyruimte en de aanleg van de verhardingen conform voorwaarde, blijft er voldoende onbebouwde/onverharde ruimte over op het eigendom om in te richten als kwalitatieve tuinzone.
De uitbreiding wordt voorzien in een roodbruine gevelsteen. De gebruikte materialen zijn algemeen gangbaar en derhalve aanvaardbaar binnen deze woonomgeving.
De verhardingsgraad op het perceel is hoger dan normaal gezien wordt toegestaan. Dit is te wijten aan de uitzonderlijke ligging van het perceel waardoor de voortuinstrook meer dan gewoonlijk verhard dient te worden. Hiervoor wordt dan ook het karrespoor opgenomen samen met de ingroening hiervan.
Bodemreliëf
Het bestaande terreinprofiel wordt niet gewijzigd.
Hinderaspecten met betrekking tot gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
Er wordt door voorliggende aanvraag geen hinder verwacht m.b.t. de gezondheid, het gebruiksgenot en de veiligheid in het algemeen.
De aanvraag voldoet aan de criteria voor de goede ruimtelijke ordening in de onmiddellijke en ruime omgeving mits voorwaarden.
BESPREKING ADVIEZEN
1.- Het advies van 21/10/2021 van de provinciale dienst Water en Domeinen is gunstig:
“Hierbij kan ik u meedelen dat het dossier in het kader van de watertoets gunstig beoordeeld werd. Het perceel is gelegen in een effectief overstromingsgevoelig gebied. Het perceel overstroomt echter niet vanuit de waterloop, vormt geen kom (kan afwateren naar lagergelegen percelen) en de overstromingsproblematiek is ook de technische dienst van de gemeente onbekend. De afbakening van de pluviale overstromingskaarten ondersteunt dit standpunt. Het is dan ook niet nodig om constructievoorwaarden te hanteren bij deze aanvraag.”
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies.
2.- Het advies van 5/10/2021 van het Agentschap Wegen en Verkeer is voorwaardelijk gunstig.
“Hierbij stuur ik u het advies van mijn afdeling. Gelieve mij een afschrift van de beslissing toe te sturen.
INLICHTINGEN EN BEPERKINGEN
1.Vastlegging ten opzichte van de bestaande as van de gewestweg (N0740001 van 5.0 +97 tot 5.1 +16):
Publiciteit:
2. Constructie voor rooilijn
3. Constructie in zone van achteruitbouw
4. Constructie op of over openbaar domein
5. Toegang
De gemeentewegen hebben een toegang verlenende functie waardoor toegangen inherent zijn aan dit type weg conform de inrichtingsprincipes van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. Er mag daarom geen rechtstreekse toegang genomen worden tot de gewestweg N74. De toegang tot het perceel dient uitsluitend te worden genomen langs de Lazarijstraat gemeenteweg. De inplanting dient zover als mogelijk te worden voorzien ten opzichte van het kruispunt.
6. Mobiliteitsimpact
Er dienen voldoende parkeerplaatsen (1,5 per woongelegenheid en 1/20 m² handelsruimte) te worden voorzien op de privégrond. Dit zal anders zoekverkeer en overlast bezorgen aan het openbaar domein wat de verkeersveiligheid in het gedrang brengt.
GUNSTIG ADVIES ONDER VOORWAARDEN
Om deze redenen adviseert het Agentschap Wegen en Verkeer VOORWAARDELIJK GUNSTIG.
De volgende voorwaarden dienen te worden opgelegd:
De bezinkputten dienen achter de bouwlijn geplaatst te worden.
Bij de uitvoering van de vergunning dient de aanvrager rekening te houden met de hierna omschreven aandachtspunten.
AANDACHTSPUNTEN GEWESTWEG
Zie advies.”
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden.
Uit de bovenstaande motivering blijkt dat de schaal en het uiterlijk van de voorgenomen werken op voldoende wijze ruimtelijk inpassen in de onmiddellijke en ruime omgeving. De aanvraag is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening mits voorwaarden.
MILIEUTECHNISCH ADVIES
Niet van toepassing.
GECOÖRDINEERD EINDADVIES
Uit bovenstaande motiveringen blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen inzake milieu en ruimtelijke ordening, en dat het voorgestelde ontwerp verenigbaar is met de goede plaatselijke ordening en met zijn onmiddellijke omgeving.
De aanvraag is vatbaar voor een omgevingsvergunning voor het uitbreiden van de eengezinswoning en het bouwen van een losstaand bijgebouw na het slopen van het oude bijgebouw, mits het opleggen van voorwaarden.
Bijgevolg adviseert de omgevingsambtenaar het dossier voorwaardelijk gunstig voor het uitbreiden van de eengezinswoning en het bouwen van een losstaand bijgebouw na het slopen van het oude bijgebouw, zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan de aanvraag zijn verbonden en voor zover rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarden:
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.
Het college van burgemeester en schepenen volgt integraal het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar van tot het afleveren van een omgevingsvergunning met voorwaarden aan de aanvrager, maar wenst de tweede voorwaarde aan te passen.
Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het afleveren van een omgevingsvergunning met voorwaarden aan de aanvrager.
De omgevingsvergunning omvat het uitbreiden van de eengezinswoning en het bouwen van een losstaand bijgebouw na het slopen van het oude bijgebouw, zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan deze omgevingsaanvraag zijn verbonden en voor zover rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarden.
De omgevingsvergunning wordt aldus afgegeven onder volgende voorwaarden:
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.
STEDENBOUWKUNDIG EN MILIEUTECHNISCH advies - verslag GEMEENTELIJKE omgevingsambtenaar
De aanvraag betreft het verbouwen en uitbreiden van de woning, het bouwen van een carport, plaatsen van afsluitingen en de aanleg van verhardingen.
De aanvraag werd op 04/08/2021 ontvangen.
Op 30/08/2021 werd aanvullende informatie opgevraagd.
Op 02/09/2021 werd de gevraagde aanvullende informatie aangeleverd.
Op 20/09/2021 werd de aanvraag ontvankelijk en volledig verklaard.
De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.
Er werd geen openbaar onderzoek gehouden.
HISTORIEK VAN HET EIGENDOM WAAROP DE AANVRAAG BETREKKING HEEFT
Stedenbouwkundig
Uit de gegevens waarover de gemeente beschikt, blijkt niet dat voor het voorwerp van de aanvraag een PV is opgesteld noch dat een meerwaarde werd opgelegd of dat op het goed een vonnis of arrest rust.
Uit het aanvraagdossier en de gegevens waarover de gemeente beschikt (luchtfoto…) blijkt dat op het perceel van de aanvraag constructies aanwezig zijn, waarvoor geen vergunning verleend werd. Het betreft in eerste instantie verhardingen langsheen de Herestraat.
Deze wederrechtelijk uitgevoerde handelingen werden opgenomen in de huidige aanvraag als te deels regulariseren en deels te verwijderen.
Uit recente gegevens (straatbeelden) van Street Smart blijkt dat de carport met bijhorende verhardingen en afsluiting langsheen de Herestraat reeds uitgevoerd werden. Dit is niet in overeenstemming met de plannen bestaande toestand, wel grotendeels met de aangegeven nieuwe toestand. Helaas gebeurde de aanleg op basis van de oorspronkelijk ingediende plannen waarbij door de dienst Vergunningen aangegeven werd dat de toegang beperkt dient te worden tot 3m breedte aan de grens met het openbaar domein. De uitvoering is bijgevolg niet conform de effectieve aanvraag.
Milieu
Het perceel is niet opgenomen in het Grondeninformatieregister.
OPENBAAR ONDERZOEK
Overeenkomstig artikel 17 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hoofdstuk 3 Toepassingsgebied van de gewone en vereenvoudigde procedure, artikels 11 t.e.m. 14 van het besluit tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning, werd dit dossier volgens de vereenvoudigde procedure behandeld.
Er werd bijgevolg geen openbaar onderzoek gehouden.
ADVIEZEN
Fluvius
Dienst Patrimonium
MILIEUEFFECTENRAPPORTAGE
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van bijlage I, II en III van het besluit inzake projectmilieueffectrapportage van 10 december 2004 en latere wijzigingen.
STEDENBOUWKUNDIG ADVIES
TOETSING AAN DE REGELGEVING EN VOORSCHRIFTEN
OVEREENSTEMMING MET BESTEMMINGS- EN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
Gewestplan
De aanvraag is volgens het geldende gewestplan Hasselt - Genk, goedgekeurd bij Koninklijk besluit op 3 april 1979, gelegen in woongebied.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van een goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen en latere wijzigingen).
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg, noch in een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Afbakening regionaal stedelijk gebied Hasselt - Genk” dat op 20 juni 2014 definitief werd vastgesteld door de Vlaamse Regering.
Er is geen bestemmingswijziging ten opzichte van het gewestplan voorzien voor dit perceel.
De aanvraag voldoet principieel aan de geldende bestemmingsvoorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater
De aanvraag valt onder de toepassing van het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 en latere wijzigingen, houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
De plannen en aanstiplijst geven aan dat de nieuwe carport (40,45m²) en uitbreiding van de woning (20,15m²) onder toepassing van de verordening vallen.
De dakoppervlakte van 60,6m² wordt verdubbeld aangezien de bestaande dakoppervlakte van de woning nog niet aangesloten is op een hemelwateropvangvoorziening.
Voor een totale horizontale dakoppervlakte van 121,20m² wordt een infiltratieput aangelegd met een inhoud van 3140 liter en een infiltratieoppervlakte van 6,28m².
De verordening is niet van toepassing voor wat betreft de aanleg/ regularisatie van de verhardingen omdat het hemelwater dat op de verharding valt niet wordt opgevangen en afgevoerd, maar op natuurlijke wijze op eigen terrein in de bodem kan infiltreren.
De oprit naar de carport is voorzien in grasdallen, paden in kiezel en de klinkerverharding kan op eigen terrein infiltreren.
De aanvraag voldoet aan deze stedenbouwkundige verordening.
Riolering
Het perceel is op het zoneringplan voor riolering, goedgekeurd bij Ministerieel besluit de dato 19 september 2008, gelegen in “centrale gebied”.
Volgens de gekende gegevens is nog een gemengd rioleringsstelsel aanwezig.
Met betrekking tot de riolering werd de aanvraag voor advies voorgelegd aan Fluvius.
Het advies van 06/10/2021 van Fluvius is voorwaardelijk gunstig:
“Naar aanleiding van uw brief/mail van 20-09-2021 over de stedenbouwkundige vergunning voor bovenvermeld project, afdeling 3, sectie E, nummer(s) 581/d/5, kunnen we een voorwaardelijk gunstig advies geven, op voorwaarde dat voldaan wordt aan de hierna volgende opmerkingen.
In uw gemeente is Fluvius actief voor volgende disciplines:
Aardgas, Elektriciteit, Openbare verlichting, Kabeldistributie, Riolering.
De initiatiefnemer dient te voldoen aan alle voorwaarden van Fluvius zoals opgenomen in het desbetreffende aansluitingsreglement welke beschikbaar is op de website van Fluvius (www.fluvius.be).
Algemene voorschriften: Gasafsluiters, elektriciteits-, kabeldistributie- aardgasdistributienetten (boven- en ondergrondse) moeten steeds en makkelijk bereikbaar zijn en vrij blijven van ieder obstakel.
Voor riolering dient voldaan te worden aan de gewestelijke en/of provinciale stedenbouwkundige verordeningen inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater die in uw gemeente van kracht zijn.
Fluvius doet geen nazicht van de bepalingen van deze verordening. Dit advies handelt over de aansluitbaarheid op het openbaar saneringsnetwerk.
1. Algemene bepalingen voor riolering en waterafvoer
2. Specifieke bepalingen voor riolering en waterafvoer voor dit bouwproject
We raden aan om:
3. Keuring privéwaterafvoer (niet van toepassing indien er geen bijkomende rioleringsaansluiting wordt aangevraagd)
Door het in voege treden van het Algemeen Waterverkoopreglement is de keuring van de privéwaterafvoer verplicht sinds 1 juli 2011. Elke rioleringsaansluiting op het openbaar rioleringsstelsel dient een keuring van de privéwaterafvoer te ondergaan conform artikel 12/1, §1 van het Algemeen Waterverkoopreglement. De keuring dient uitgevoerd te worden vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer.
Enkel de door Fluvius erkende keurders komen voor deze keuring in aanmerking (zie Keuring riolering | Fluvius).
Voor bijkomende informatie kan de bouwheer terecht op de infolijn van Fluvius 078 35 35 34.
Alvast bedankt om bovenstaande voorwaarden mee op te nemen in de stedenbouwkundige vergunning.
Kosten voor het voorzien / verleggen of uitbreiden van de nutsleidingen moeten gedragen worden door de aanvrager;
Aanpassingen aan inrichtingen, constructies of beplantingen op het openbaar domein naar aanleiding van deze of toekomstige omgevingsaanvraag zijn steeds ten laste van de aanvrager. Alle kosten naar aanleiding van een heraanplanting/ herstel op/ aan het openbaar domein, uitgevoerd naar aanleiding van een omgevingsaanvraag van een particulier, blijven ten laste van de aanvrager.
Voor de uitvoering van werken op bermen, stoepen en wegen dient er voor de aanvang der werken een staat van bevinding opgemaakt te worden door de aannemer en dit in samenspraak met een afgevaardigde van het gemeentebestuur.
Watertoets
Het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013,verplicht de vergunningverlenende overheid om de watertoets uit te voeren bij elke aanvraag tot omgevingsvergunning. Dit decreet vormt het juridisch kader voor het integraal waterbeleid in Vlaanderen. Het decreet bevat ook de omzetting van de kaderrichtlijn Water en de Overstromingsrichtlijn.
Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Voor het betrokken project werd de watertoets uitgevoerd volgens de richtlijnen van het uitvoeringsbesluit van 20 juli 2006. Dit Watertoetsbesluit werd gewijzigd bij Besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011. Dit besluit is in werking getreden op 1 maart 2012.
Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Zoals hoger aangehaald voldoet het voorliggende ontwerp aan deze verordening. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
De aanvraag doorstaat de watertoets.
Archeologienota
Conform het Onroerenderfgoeddecreet de dato 12 juli 2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag gezien de perceeloppervlakte kleiner is dan 3 000m².
Indien men niet verplicht is tot het opstellen van een archeologienota en tijdens de uitvoering komen er toch archeologische sporen of vondsten aan het licht, dan dient de bouwheer dit te melden binnen de 3 dagen aan het agentschap Onroerend Erfgoed (www.onroerenderfgoed.be).
Overige regelgeving
Decreet rookmelders
Het decreet van 10 maart 2017, houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, wat het verbeteren van de brandveiligheid door het algemeen invoeren van optische rookmelders voor woningen betreft, bepaalt dat alle woningen in Vlaanderen moeten uitgerust worden met correct geïnstalleerde rookmelders of dienen te beschikken over een branddetectiesysteem.
De voorliggende aanvraag voldoet hieraan: er worden rookmelders geplaatst in de leefruimte gelijkvloers en de nachthal op de verdieping.
Slopen
De afbraak van constructies/ verwijdering van verhardingen dient te gebeuren tot in de grond en de plaats moet heraangelegd worden als groenzone.
Aan de afbraak is geen milieuvergunningsplicht verbonden, wel dient rekening gehouden te worden met de wettelijke verplichtingen opgenomen in het milieuvergunningsdecreet, het bodemsaneringsdecreet en het materialendecreet. Vooraleer te starten met de afbraakwerken dienen de constructies volledig ontruimd te worden. De afvalstoffen die vrijkomen bij de afbraakwerken dienen selectief ingezameld te worden.
Alle bouw-, sloop- en infrastructuurwerken in open lucht dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II, hoofdstuk 6.12 Beheersing van stofemissies tijdens bouw- , sloop- en infrastructuurwerken”, indien deze uitgevoerd worden door een aannemer.
Het verwijderen van asbest dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II Beheersing van asbest, hoofdstuk 6.4.
Grondverzet
Uit het ingediende dossier blijkt niet dat een grondverzet (met aanvoer/ afvoer) van meer dan 250m³ zal plaatsvinden. De regelgeving omtrent grondverzet is niet van toepassing.
Erfscheidingen
Vergunningen hebben een zakelijk karakter. Zij worden verleend onder voorbehoud van de op het onroerend goed betrokken burgerlijke rechten.
Het is niet de taak van de administratieve overheid zich uit te spreken over het bestaan, de interpretatie en de omvang van subjectieve rechten, zoals bijvoorbeeld het bestaan/ oprichten van gemene erfscheidingen.
De aanvrager wordt erop gewezen dat omtrent de erfscheidingen … geen afbreuk wordt gedaan aan de burgerlijke rechten van de betrokken aanpalende eigenaars door het afleveren van een omgevingsvergunning.
Dat het aangewezen is hieromtrent een (schriftelijke) overeenkomst/ akkoordverklaring te bekomen alvorens aan te vatten met de werken.
De aanvraag is verenigbaar met de regelgeving.
Toetsing AAN DE goede ruimtelijke ordening
OMSCHRIJVING VAN DE FEITELIJKE AANVRAAG
De aanvraag omvat het verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning, bouwen van een bijgebouw en herinrichting van het terrein.
BEOORDELING VAN DE GOEDE RUIMTELIJKE ORDENING
De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen:
1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;
2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in 1°, in rekening brengen;
Omschrijving ligging en omgeving
Het perceel van de aanvraag is gelegen aan de Maexhofweg op de hoek met de Herestraat, beide gemeentewegen ten oosten van het centrum van Zonhoven, nabij de aansluiting met de Oppelsenweg.
De omgeving wordt gekenmerkt door voornamelijk residentiële bebouwing in open en halfopen verband en tevens een aantal onbebouwde gronden.
Het links aanpalende perceel werd bebouwd met een vrijstaande eengezinswoning met 2 bouwlagen en hellend dak, op de aangrenzende kavel aan de Herestraat is een vrijstaande eengezinswoning met 2 bouwlagen en hellend dak in oprichting.
Door de hoekligging van het perceel van de aanvraag is stedenbouwkundig gezien slechts een beperkte achtertuin aanwezig. De zones tussen (voor)gevellijn en openbaar domein worden als voortuin beschouwd aan beide straten.
Omschrijving van de aanvraag
De aanvraag omvat het verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning, bouwen van een bijgebouw en herinrichting van het terrein.
Aan de achterzijde van de woning wordt een oude bergplaats/ tuinhuis met 1 bouwlaag en hellend dak nagenoeg herbouwd met een beperktere oppervlakte en plat dak en wordt aansluitend een terrasoverdekking voorzien. Richting Herestraat wordt een terras aangelegd en rond de woning een pad in grind. Achteraan op het perceel werd een dubbele carport opgericht met uitweg naar de Herestraat en er werd een houten afsluiting en poort geplaatst ter hoogte van de rechter en achterste perceelgrens. Afgaande op de oorspronkelijke ingediende plannen en recente straatbeelden werd de carport met oprit, toegangspoort en de perceelafsluiting langsheen de Herestraat reeds uitgevoerd hoewel dit niet aangegeven werd op de plannen bestaande toestand. Het betreft dus een regularisatie waarbij nog aanpassingen uitgevoerd moeten worden om in overeenstemming te zijn met de plannen nieuwe toestand.
Een regularisatie moet met dezelfde criteria beoordeeld worden als een nieuwe aanvraag. Het kan immers niet zijn dat de regularisatie soepeler zou beoordeeld worden om reden dat de werken reeds uitgevoerd zijn.
Functionele inpasbaarheid in de onmiddellijke en ruime omgeving
De woonfunctie blijft behouden en de voorziene constructies sluiten hierbij aan.
Mobiliteitsimpact
De dubbele carport biedt ruimte aan 2 wagens en op de voorliggende oprit kunnen bijkomend 1 à 2 wagens parkeren. Het aantal parkeerplaatsen voldoet voor een eengezinswoning. Aangezien er geen functiewijzigingen voorzien zijn, zal er geen toename zijn van het verkeer.
De schaal van de voorgenomen werken, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen
Voor wat betreft de verbouwing van de bestaande berging en het aansluitende overdekt terras kan gesteld worden dat dit aanvaardbaar is voor deze hoekwoning. Door de verbinding van de bestaande woning en het achterliggende bijgebouw met overdekt terras, wordt de bouwdiepte gebracht tot op 17,45m. De beperkte afwijking voor de bouwdiepte zal geen negatieve invloed hebben op de aanpalende percelen. De bestaande afstand van het bijgebouw tot de linker perceelgrens van 1,29m wordt verruimd tot 2,13m, wat positief is. Na het verwijderen van het zadeldak van het bijgebouw, worden de gevels opgetrokken en wordt een plat dak tot 3,31m boven het maaiveld voorzien voor berging en overdekt terras.
De afstand van het overdekt terras tot de perceelgrens rechts bedraagt 4,41m à 4,11m.
De opgegeven materialen, zoals opgesomd in de legende, kloppen totaal niet met de nummering op de plannen. Een gedeelte van het bestaande hoofdgebouw zou afgewerkt zijn met zwarte trespa-panelen (6), de carport, tuinberging en dakrand van het overdekt terras met gevelsteenstrips in rode kleur (1), voor de bestaande ramen wordt “dakpannen zwart” (7) opgegeven, voor de afvoerbuizen (13) staat “leien zwart” aangegeven… Vermoedelijk is de ingediende legende niet van toepassing voor deze aanvraag.
Aangezien de carport reeds uitgevoerd werd en dit met een gevelafwerking en draagconstructie in hout, kan er vanuit gegaan worden dat eenzelfde materiaal gebruikt wordt voor de nieuwe gevelafwerking en dakrand van de aanbouw en het overdekt terras. De bestaande woning behoudt zijn gevelafwerking met gevelsteen.
Voor de houten gevelbekleding dient bij voorkeur geopteerd te worden voor een lokale (Europese) houtsoort uit duurzaam beheerde bossen (aangetoond met label). Tropisch houtsoort wordt best vermeden gezien dit op vlak van ecologie zeer slecht scoort.
De tuinberging en het overdekt terras zijn aanvaardbaar.
Tussen de rechter perceelgrens en het nieuwe overdekte terras, wordt nog een open terras voorzien (ca. 2,50m x 4m) en een toegangspad (1,30m breed) naar de Herestraat, dit in een klinkerverharding. Rond de woning is een pad in grind aanwezig. Deze verhardingen zijn beperkt in oppervlakte en kunnen beschouwd worden als gebruikelijk voor een woning; ze zijn dan ook aanvaardbaar.
Achteraan het perceel werd een carport gebouwd en een oprit naar de Herestraat aangelegd. De carport werd aangevraagd als nieuwe constructie maar blijkt reeds uitgevoerd. De carport heeft een oppervlakte van 40,45m² (6,38m x 6,34m) en dient ingeplant te zijn/worden op 2m afstand tot de achterste perceelgrens en op 1,08m afstand tot de linker perceelgrens. De afstand tot de grens aan de Herestraat bedraagt 8,85m. De hoogte van de dakrand van het plat dak bedraagt 3,27m tegenover het maaiveld. Het betreft een houten constructie met 3 gesloten wanden in hout. De omvang, inplanting en het materiaalgebruik zijn inpasbaar in de omgeving.
Voor de oprit van ca. 50m² wordt gebruik gemaakt van grasdallen aangezien de verharde oppervlakte op het perceel reeds vrij hoog ligt. Ter hoogte van de aansluiting met de Herestraat heeft de oprit een breedte van 3m en deze wordt vanaf 4,35m afstand tot de perceelgrens breder tot 6,34m. De carport en oprit, zoals weergegeven op het inplantingsplan nieuwe toestand, zijn aanvaardbaar.
Voor het overige wenst men op het terrein ook een houten afsluiting en gesloten poort (reeds uitgevoerd maar niet geheel conform de aanvraag) langsheen de perceelgrens aan de Herestraat te voorzien. De afsluiting in hout met een hoogte van 1,80m loopt vanaf de achtergevellijn van het hoofdgebouw tot aan de achterste perceelgrens, onderbroken door een gesloten poort met dezelfde hoogte.
Afgaande van het straatbeeld dat ontstaat door deze gesloten wand (beelden Street Smart), dient geconcludeerd dat dit geen positief effect heeft. In principe mogen gesloten afsluiting slechts opgericht tot een hoogte van 1m in de voortuinstroken. Voor dit hoekperceel kan, op voldoende afstand tot het kruispunt, wel een gesloten afsluiting voorzien worden omwille van de privacy voor de achtertuin, op voorwaarde dat dit geen negatieve impact heeft op de verkeersveiligheid en het algemeen straatbeeld.
Helaas voldoet de uitgevoerde toestand aan geen van beide.
Er kan slechts een gesloten afsluiting worden toegestaan indien deze bestaat uit een (inheemse) haagbeplanting, eventueel ondersteund door een open draadafsluiting. Dit sluit tevens aan op de reeds bestaande haagafsluiting langsheen de overige grenzen aan de straat.
Ter hoogte van de inrit met poort, stelt zich met de huidige inplanting een verkeersveiligheids-probleem. Er is geen zicht op de gebruikers van rijweg en fietspad/ voetpad bij het uitrijden. Dit is niet aanvaardbaar. Over een breedte van 7m in totaal dient de afsluiting en poort verplaatst tot op 1m afstand tot de grens. In praktijk dient de poort van 3m breed zich volledig op 1m afstand te bevinden. Aan weerszijden van de poort dient de afsluiting over een breedte van 2m minimum naar achter geplaats te worden; dit mag schuin uitgevoerd worden naar de poort toe (zie aangepast inplantingsplan).
Slechts onder deze voorwaarden is de gesloten afsluiting en poort langsheen de Herestraat aanvaardbaar.
Bodemreliëf
Uit de terreinprofielen bestaande en nieuwe toestand, gevoegd bij de aanvraag, blijkt niet dat een algemene ophoging van het terrein voorzien wordt. Aangezien het maaiveldniveau achter het nieuw aan te leggen terras niet opgegeven werd bij de nieuwe toestand, wordt opgelegd dat het bestaande peil behouden dient te blijven.
Alle overtollige grond die vrijkomt bij het graven van de funderingen, dient verwijderd te worden via een erkende grondwerker of naar een erkende grondreinigingsplaats.
Hinderaspecten met betrekking tot gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
In het kader van verkeersveiligheid dienen de inrijpoort van 3m breed en de aansluitende afsluiting van 1,80m hoog, minstens 1m naar achter verplaatst te worden. Dit voor de poort zelf en 2m afsluiting aan weerszijden van de poort.
Met de voorgestelde inplanting en afmetingen heeft men totaal geen zicht op de weggebruikers bij het uitrijden, met name voor de zwakke weggebruikers is dit gevaarlijk.
De aanvraag voldoet aan de criteria voor de goede ruimtelijke ordening in de onmiddellijke en ruime omgeving mits het opleggen van voorwaarden:
Zowel de aanvrager als de architect worden erop gewezen dat het niet de bedoeling is van start te gaan met de aangevraagde werken na het indienen van de aanvraag, vooraleer een vergunning bekomen werd.
BESPREKING ADVIEZEN
“We zien op Street Smart dat de carport en de meeste verhardingen al geplaatst zijn...
Dit is dus eerder een regularisatie dan een nieuwe aanvraag.
De houten afscheiding langs het openbaar domein / aan de wegkant is geen verfraaiing van het straatbeeld. Een haag is dan toch veel natuurlijker, al dan niet met open draadafsluiting.
De poort vraagt men met een breedte van 300cm aan. Volgens ons is deze minstens 450cm.
De klinkers op openbaar domein moeten uitgevoerd worden in waterdoorlatende of waterpasserende klinkers. Dit is thans niet het geval.
Vermoedelijk werd de verharding achter de poort niet in grasdallen uitgevoerd zoals aangevraagd, maar in dezelfde klinkers als op openbaar domein.
Voorwaarden:
invoegen”
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies.
De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies, dienen gevolgd te worden.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies.
De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies, dienen gevolgd te worden.
Uit de bovenstaande motivering blijkt dat de schaal en het uiterlijk van de voorgenomen werken op voldoende wijze ruimtelijk inpassen in de onmiddellijke en ruime omgeving. De aanvraag is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening mits het opleggen van voorwaarden:
MILIEUTECHNISCH ADVIES
Niet van toepassing.
EINDADVIES
Uit bovenstaande motiveringen blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen inzake milieu en ruimtelijke ordening, en dat het voorgestelde ontwerp verenigbaar en bestaanbaar is met de goede plaatselijke ordening en met zijn onmiddellijke omgeving mits het opleggen van voorwaarden.
De aanvraag is vatbaar voor een omgevingsvergunning voor het verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning, het regulariseren van een bijgebouw en herinrichting van het terrein mits het opleggen van voorwaarden:
Zowel de aanvrager als de architect worden erop gewezen dat het niet de bedoeling is van start te gaan met de aangevraagde werken na het indienen van de aanvraag, vooraleer een vergunning bekomen werd.
Bijgevolg adviseert de omgevingsambtenaar het dossier voorwaardelijk gunstig voor het verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning, het regulariseren van een bijgebouw en herinrichting van het terrein, zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan de aanvraag zijn verbonden en voor zover rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarden:
Zowel de aanvrager als de architect worden erop gewezen dat het niet de bedoeling is van start te gaan met de aangevraagde werken na het indienen van de aanvraag, vooraleer een vergunning bekomen werd.
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.
Het college van burgemeester en schepenen volgt integraal het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar van 10/11/2021 tot het afleveren van een omgevingsvergunning met voorwaarden aan de aanvrager.
Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het afleveren van een omgevingsvergunning met voorwaarden aan de aanvrager.
De omgevingsvergunning omvat het verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning, het regulariseren van een bijgebouw en herinrichting van het terrein, zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan deze omgevingsaanvraag zijn verbonden en voor zover rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarden.
De omgevingsvergunning wordt aldus afgegeven onder volgende voorwaarden:
Zowel de aanvrager als de architect worden erop gewezen dat het niet de bedoeling is van start te gaan met de aangevraagde werken na het indienen van de aanvraag, vooraleer een vergunning bekomen werd.
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het schrijven van de provincie Limburg van 29/09/2021, nl.:
“Hierbij deel ik u mee dat het beroep van de heer Peter Cabus namens Departement Omgeving, ingesteld tegen de beslissing d.d. 3 augustus 2021 van het schepencollege van Zonhoven waarbij een omgevingsvergunning werd verleend aan de heer Matthias Maris namens Maho Invest, voor het bouwen van 2 eengezinswoningen in halfopen verband, te Zonhoven ter plaatse Hasseltse Beverzakstraat 8, als administratief volledig en ontvankelijk wordt beschouwd. Het onderzoek van het beroep wordt heden gestart.
Dit beroep werd ingediend en opgeladen via het omgevingsloket.
Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht om advies uit te brengen over het ingediende beroep binnen een termijn van 50 dagen.”
Volgende argumentatie werd gevoegd bij het beroepsdossier:
“Deze aanvraag werd in eerste aanleg door het college van burgemeester en schepenen van ZONHOVEN onderzocht en beslist op 3 augustus 2021, rekening houdend met de ter zake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.
Deze beslissing werd op 4 augustus 2021 op het Omgevingsloket geplaatst.
Identificatie van de aanvrager(s):
Matthias Maris wonende te Hasseltsesteenweg 607 te 3700 Tongeren,
Identificatie van de beroeper:
De leidend ambtenaar van het Departement Omgeving,
Peter Cabus
Secretaris-generaal Departement Omgeving
Identificatie van de bouwplaats:
Hasseltse Beverzakstraat 8 te Zonhoven
Kadastrale omschrijving:
afdeling 3 sectie E nr. 1110P2.
Het betreft een aanvraag tot:
Het bouwen van 2 eengezinswoningen in halfopen verband.
De bestreden beslissing:
De omgevingsvergunning (OMV_2021048675) werd door het college van burgemeester en schepenen van Zonhoven op 3 augustus 2021 verleend voor het bouwen van 2 eengezinswoningen in halfopen verband.
De aanvraag is volgens het geldende gewestplan Hasselt - Genk, goedgekeurd bij Koninklijk besluit op 3 april 1979, gelegen in woongebied.
Het goed is gekend als lot 1 en 2 binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde verkaveling, waarvan de vergunning is afgeleverd op 14/07/2020 door het college van burgemeester en schepenen.
De verkavelingsvergunning is voor dit perceel niet vervallen.
De kavels kregen als bestemming “enkel eengezinswoningen, met inbegrip van zorgwoning”.
Het perceel is bijna volledig gelegen in effectief overstromingsgevoelig gebied.
Uit de pluviale overstromingskaarten (VMM) blijkt het volgende:
Bij het huidig klimaat zijn er vandaag problemen aan de achterzijde van het perceel.
Bij de pluviale kaart klimaat 2050 zien we dat de overstromingskansen vergroten.
In het advies van de Provincie in verband met de watertoets, worden een aantal
constructievoorwaarden opgelegd:
Deze worden overgenomen bij de voorwaarden van de vergunning, waarbij tevens verwezen wordt naar de plannen.
Omdat op de plannen ook ophogingen in de tuin zijn voorzien, is er een dubbelzinnigheid en onduidelijkheid in de voorwaarden en worden er onvoldoende garanties geboden dat in de toekomst zowel voor het eigen perceel en de eigen woning, als ook voor de aangrenzende percelen en woningen, voldoende maatregelen worden getroffen om waterproblemen te vermijden.
Ook omdat de bestaande kleinere woning zal vervangen worden door een tweewoonst met een grotere bebouwde grondoppervlakte, verhoogt de kans op wateroverlast, aangezien het water minder op het eigen perceel zal kunnen opgevangen worden.
De aanvraag moet hieromtrent duidelijkere voorwaarden opleggen.
Om deze reden stel ik beroep in tegen de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van Zonhoven.”
Advies dienst:
De gemeentelijk omgevingsambtenaar (GOA) blijft algemeen genomen bij het voorgaand standpunt en wenst hiervoor te verwijzen naar het verslag GOA d.d. 20/07/2021. Naar aanleiding van het ingediende beroepsschrift wordt evenwel een verduidelijking van de voorwaarden inzake terreinwijzigingen en een bijkomende motivatie toegevoegd:
De aanvraag situeert zich binnen een geldige recente verkaveling. Tegen deze vergunning en voorschriften kan geen beroep meer ingesteld worden. De vergunninghouder kan dan ook niet belet worden de bekomen vergunning in uitvoering te brengen. Er werden op basis van de rechtsgeldige overstromingskaarten, zijnde deze van de Watertoets, reeds voldoende voorwaarden opgelegd betreffende uitvoering van de constructies en terreinophogingen.
Men kan uit voorzorg rekening houden met de (toekomstige) pluviale kaarten, die tot op heden niet eens beschikbaar zijn voor de gemeente Zonhoven, noch voor de aanvrager; en gelet op de zeer beperkte terreinverhoging binnen de aanvraag, kan redelijkerwijs gesteld worden dat slechts het strikt noodzakelijke aangevraagd werd.
Beroeper geeft aan dat ook in de achtertuin een ophoging voorzien werd.
Uit de hoogtepeilen die werden aangegeven op de ingediende plannen, met name inplantingsplan en terreinprofielen, is slechts op 1 punt een ophoging aangegeven van 17cm aan de rechterzijde van het rechts gelegen lot 2 dat een meer geleidelijke overgang voorziet naar het natuurlijke maaiveld. Op het inplantingsplan is het middelste gedeelte van de tuinzone voorzien op 10cm boven het wegpeil, afgaande op de hoogtepeilen van het vergunde verkavelingsplan betreft dit geen ophoging.
Op het terreinprofiel van de links gelegen woning is geen ophoging aangegeven, het terreinprofiel van de woning rechts geeft een ophoging aan van 9cm (opname niveau op enkele meters achter het voorziene terras). Gelet op de hoogtepeilen die op het inplantingsplan werden aangegeven, betreft dit een zeer beperkte/ plaatselijke zone.
Naast de voorwaarden die door de provinciale dienst Water en Domeinen werden opgelegd binnen de verkavelingsvergunning, hernomen binnen de vergunningsvoorwaarden van huidig dossier, werd onder vergunningsvoorwaarde 9 het volgende reeds opgelegd:
“Ophogingen van het bodemreliëf zijn slechts toegelaten zoals aangegeven op de ingediende plannen en rekening houdend met de voorwaarden van de waterbeheerder gelet op de ligging in effectief overstromingsgevoelig gebied. Slechts de bouwzone tot een randzone van maximaal 3m wordt opgehoogd tot 25cm boven het peil van de wegas en sluit in helling aan op het bestaande niet op te hogen gedeelte. Voorbij deze afstanden dient het bestaande terreinniveau behouden te blijven.
De ophoging mag er niet toe leiden dat water wordt afgevoerd naar lager gelegen aanpalende percelen. Een strook van 1m langsheen de perceelsgrenzen mag bij eventuele terreinwijzigingen nooit hoger gebracht worden dan het niveau van de aanpalende percelen. Alle overtollige grond die vrijkomt bij het graven van de funderingen, dient verwijderd te worden via een erkende grondwerker of naar een erkende grondreinigingsplaats;”
Deze voorwaarde zorgt ervoor dat de overgang maaiveld naar vloerpas (verplicht op 40cm boven het wegpeil) op een praktisch haalbare wijze kan uitgevoerd worden zonder de verplichting om met trappen te werken, de toegankelijkheid dient immers voor iedereen gegarandeerd te worden.
Beroeper geeft echter aan dat er nog onduidelijkheden zijn waardoor onvoldoende garantie geboden wordt voor de eigen woningen en de aanpalende percelen:
“Omdat op de plannen ook ophogingen in de tuin zijn voorzien, is er een dubbelzinnigheid en onduidelijkheid in de voorwaarden en worden er onvoldoende garanties geboden dat in de toekomst zowel voor het eigen perceel en de eigen woning, als ook voor de aangrenzende percelen en woningen, voldoende maatregelen worden getroffen om waterproblemen te vermijden.”
Op basis van het beroepschrift, de aanvraag zelf, het advies van de waterbeheerder zal de voorwaarde 9 betreffende het bodemreliëf verduidelijkt en sterker omlijnd worden als volgt, dit om tegemoet te komen aan de geuite bezorgdheden:
“Ophogingen van het bodemreliëf zijn slechts toegelaten, rekening houdend met de voorwaarden van de waterbeheerder gelet op de ligging in effectief overstromingsgevoelig gebied, binnen de bouwzone tot een randzone van maximaal 3m, tot 25cm boven het peil van de wegas en sluit binnen deze 3m-zone in helling aan op het bestaande maaiveld.
Een strook van 1m langsheen de perceelsgrenzen mag bij de terreinwijzigingen nooit hoger gebracht worden dan het niveau van de aanpalende percelen.
Voorbij de bouwzone en de randzone van 3m dient het bestaande terreinniveau behouden te blijven. Aanduidingen op de plannen van de aanvraag die in strijd zijn met deze voorwaarde mogen niet uitgevoerd worden.
De ophoging mag er niet toe leiden dat water wordt afgevoerd naar lager gelegen aanpalende percelen.
Alle overtollige grond die vrijkomt bij het graven van de funderingen, dient verwijderd te worden via een erkende grondwerker of naar een erkende grondreinigingsplaats;”
Het college van burgemeester en schepenen beslist het ingediende beroep negatief te beoordelen en behoudt het standpunt van 03/08/2021 met verduidelijking en strakkere omlijning van de voorwaarde 9 betreffende het bodemreliëf. De voorwaarde wordt vervangen als volgt:
“Ophogingen van het bodemreliëf zijn slechts toegelaten, rekening houdend met de voorwaarden van de waterbeheerder gelet op de ligging in effectief overstromingsgevoelig gebied, binnen de bouwzone tot een randzone van maximaal 3m, tot 25cm boven het peil van de wegas en sluit binnen deze 3m-zone in helling aan op het bestaande maaiveld.
Een strook van 1m langsheen de perceelsgrenzen mag bij de terreinwijzigingen nooit hoger gebracht worden dan het niveau van de aanpalende percelen.
Voorbij de bouwzone en de randzone van 3m dient het bestaande terreinniveau behouden te blijven. Aanduidingen op de plannen van de aanvraag die in strijd zijn met deze voorwaarde mogen niet uitgevoerd worden.
De ophoging mag er niet toe leiden dat water wordt afgevoerd naar lager gelegen aanpalende percelen.
Alle overtollige grond die vrijkomt bij het graven van de funderingen, dient verwijderd te worden via een erkende grondwerker of naar een erkende grondreinigingsplaats;”
Onderzoeksstudie vergunningstoestand
BESTEMMINGS- EN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
Gewestplan
De aanvraag is volgens het geldende gewestplan Hasselt - Genk, goedgekeurd bij Koninklijk besluit op 3 april 1979, gelegen in woongebied
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van een goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen en latere wijzigingen).
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg, noch in een ruimtelijk uitvoeringsplan, noch in een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
HISTORIEK VAN HET EIGENDOM WAAROP DE AANVRAAG BETREKKING HEEFT
Volgende aanvragen kregen in het verleden een positieve of negatieve uitspraak:
Uit de gegevens waarover de gemeente beschikt, blijkt niet dat voor het voorwerp van de aanvraag een PV is opgesteld noch dat een meerwaarde werd opgelegd of dat op het goed een vonnis of arrest rust. Er zijn ook geen geschriften bekend waaruit zou blijken dat er wederrechtelijke werken werden uitgevoerd.
Uit de gegevens waarover de gemeente beschikt blijkt dat de huidige toestand niet overeenkomt met de vergunde toestand:
KADASTRALE GEGEVENS
De woning op perceel 915D2 werd volgens de gegevens van het kadaster opgericht in 1962.
BEWIJSVOERING
Aan de aanvraag werd een historische kadasterschets van 1976 toegevoegd.
OVERIGE REGELGEVING
Erfdienstbaarheden / gemene muren/ lichten en zichten
Vergunningen hebben een zakelijk karakter. Zij worden verleend onder voorbehoud van de op het onroerend goed betrokken burgerlijke rechten.
Het is niet de taak van de administratieve overheid zich uit te spreken over het bestaan, de interpretatie en de omvang van subjectieve rechten, zoals bijvoorbeeld het bestaan van een erfdienstbaarheid / het overnemen van een gemene muur / de bepalingen inzake zichten en lichten.
BEOORDELING
Uit de bewijsvoering blijkt dat het bestaande volume kan beschouwd worden als zijnde hoofdzakelijk vergund op basis van artikel 4.2.14 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Wat betreft de functie schoonheidssalon en het wijzigen van de voorgevel werd er geen bewijsvoering aangeleverd. Hierover doen we geen uitspraak binnen dit dossier.
Algemeen besluit
De woning met café kan beschouwd worden als zijnde hoofdzakelijk vergund op basis van artikel 4.2.14 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
In het geval er vergunningsplichtige handelingen werden uitgevoerd na 1976, kunnen deze niet worden beschouwd als zijnde vergund op basis van de bepalingen van artikel 4.2.14 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening.
Op voorwaarde dat het vergund karakter niet is tegengesproken middels een proces-verbaal of een niet anoniem bezwaarschrift, telkens opgesteld binnen een termijn van vijf jaar na het optrekken of plaatsen van de constructie.
Het college van burgemeester en schepenen neemt de woning met café op in het vergunningenregister als vergund geacht.
Op voorwaarde dat het vergund karakter niet is tegengesproken middels een proces-verbaal of een niet anoniem bezwaarschrift, telkens opgesteld binnen een termijn van vijf jaar na het optrekken of plaatsen van de constructie.
In het geval er vergunningsplichtige handelingen werden uitgevoerd na 1976, kunnen deze niet worden beschouwd als zijnde vergund op basis van de bepalingen van artikel 4.2.14 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening.
De aanvrager zal van deze beslissing op de hoogte gebracht worden.
Onderzoeksstudie vergunningstoestand
BESTEMMINGS- EN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
Gewestplan
De aanvraag is volgens het geldende gewestplan Hasselt - Genk, goedgekeurd bij Koninklijk besluit op 3 april 1979, gelegen in agrarisch gebied.
De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300m van een woongebied of op ten minste 100m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden (artikel 11 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg, noch in een ruimtelijk uitvoeringsplan, noch in een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
HISTORIEK VAN HET EIGENDOM WAAROP DE AANVRAAG BETREKKING HEEFT
Voor het perceel van de aanvraag werden geen eerdere uitspraken gedaan of beslissingen genomen.
Uit de gegevens waarover de gemeente beschikt, blijkt niet dat voor het voorwerp van de aanvraag een PV is opgesteld noch dat een meerwaarde werd opgelegd of dat op het goed een vonnis of arrest rust. Er zijn ook geen geschriften bekend waaruit zou blijken dat er wederrechtelijke werken werden uitgevoerd.
VERMOEDEN VAN VERGUNNING
Artikel 4.2.14. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening stelt:
‘§ 1. Bestaande constructies waarvan door enig rechtens toegelaten bewijsmiddel wordt aangetoond dat ze gebouwd werden vóór 22 april 1962, worden voor de toepassing van deze codex te allen tijde geacht te zijn vergund.
§ 2. Bestaande constructies waarvan door enig rechtens toegelaten bewijsmiddel wordt aangetoond dat ze gebouwd werden in de periode vanaf 22 april 1962 tot de eerste inwerkingtreding van het gewestplan waarbinnen zij gelegen zijn, worden voor de toepassing van deze codex geacht te zijn vergund, tenzij het vergund karakter wordt tegengesproken middels een proces-verbaal of een niet anoniem bezwaarschrift, telkens opgesteld binnen een termijn van vijf jaar na het optrekken of plaatsen van de constructie.
Het tegenbewijs, vermeld in het eerste lid, kan niet meer worden geleverd eens de constructie één jaar als vergund geacht opgenomen is in het vergunningenregister. 1 september 2009 geldt als eerste mogelijke startdatum voor deze termijn van één jaar. Deze regeling geldt niet indien de constructie gelegen is in een ruimtelijk kwetsbaar gebied.
§ 3. Indien met betrekking tot een vergund geachte constructie handelingen zijn verricht die niet aan de voorwaarden van § 1 en § 2, eerste lid, voldoen, worden deze handelingen niet door de vermoedens, vermeld in dit artikel, gedekt.
§ 4. Dit artikel heeft nimmer voor gevolg dat teruggekomen wordt op in kracht van gewijsde gegane rechterlijke beslissingen die het vergund karakter van een constructie tegenspreken.’
DE AANVRAAG
De aanvraag behelst de vraag tot opname in het gemeentelijk vergunningenregister voor wat betreft de woningen Pleinstraat nr. 77 en Pleinstraat nr. 79.
KADASTRALE GEGEVENS
De woningen op de percelen 1127F4 en 1127Y4 werden volgens de gegevens van het kadaster opgericht in 1952.
BEWIJSVOERING
Aan de aanvraag werd een kadastrale legger (18/11/2020) + plan toegevoegd (1951).
Aan de aanvraag werd een mail van de gemeente toegevoegd m.b.t. eerste bewoning.
Aan de aanvraag werden luchtfoto’s toegevoegd van 1952, 1954 en 1957.
Aan, de aanvraag werden foto’s van de binnenkant van de woningen toegevoegd.
Aan de aanvraag werd een kadastrale schets van 1951 toegevoegd.
In de lopende procedure werden nog de luchtfoto’s van 1970 en 1977, alsook de foto’s van de gevels van de woningen toegevoegd aan het dossier.
Ook werd aan de dienst Bevolking een overzicht gevraagd m.b.t. de inschrijvingen in beide gebouwen.
OVERIGE REGELGEVING
Erfdienstbaarheden / gemene muren/ lichten en zichten
Vergunningen hebben een zakelijk karakter. Zij worden verleend onder voorbehoud van de op het onroerend goed betrokken burgerlijke rechten. Het is niet de taak van de administratieve overheid zich uit te spreken over het bestaan, de interpretatie en de omvang van subjectieve rechten, zoals bijvoorbeeld het bestaan van een erfdienstbaarheid / het overnemen van een gemene muur / de bepalingen inzake zichten en lichten.
BEOORDELING
Uit de bewijsvoering en de huidige toestand blijkt dat de functie, de oppervlakte en het volume van de twee woningen – binnen de contour zoals weergegeven op de kadastrale schets van 1951 - kunnen beschouwd worden als zijnde geacht vergund.
In het geval er vergunningsplichtige handelingen werden uitgevoerd na 1977, kunnen deze niet worden beschouwd als zijnde vergund op basis van de bepalingen van artikel 4.2.14 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening.
Bij gebrek aan adequate bewijsvoering kunnen de overige aanbouwen aan de woning niet beschouwd worden als zijnde vergund geacht.
Algemeen besluit
De functie, de oppervlakte en het volume van de twee woningen - binnen de contour zoals weergegeven op de kadastrale schets van 1951 - kunnen beschouwd worden als zijnde geacht vergund op basis van artikel 4.2.14 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
In het geval er vergunningsplichtige handelingen werden uitgevoerd na 1977, kunnen deze niet worden beschouwd als zijnde vergund op basis van de bepalingen van artikel 4.2.14 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening.Het college van burgemeester en schepenen neemt functie, de oppervlakte en het volume van de twee woningen, binnen de contour zoals weergegeven op de kadastrale schets van 1951, op in het vergunningenregister als vergund geacht.
Op voorwaarde dat het vergund karakter niet is tegengesproken middels een proces-verbaal of een niet anoniem bezwaarschrift, telkens opgesteld binnen een termijn van vijf jaar na het optrekken of plaatsen van de constructie.
In het geval er vergunningsplichtige handelingen werden uitgevoerd na 1977, kunnen deze niet worden beschouwd als zijnde vergund op basis van de bepalingen van artikel 4.2.14 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening.
De aanvrager zal van deze beslissing op de hoogte gebracht worden.
De wegbeheerder van de N72, het Agentschap Wegen en Verkeer, werkte op vraag van de gemeente Zonhoven een dossier uit waarin de voetgangersoversteekplaats ter hoogte van de Kievitveldstraat wordt uitgerust met een punctuele contrastverlichting.
De Provinciale Commissie Verkeer oordeelde:
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de beslissingen van de Provinciale Commissie Verkeer i.v.m. de puntuele contrastverlichting aan de voetgangersoversteekplaats nabij de Kievitveldstraat en een uitbreiding van de snelheidsbeperking tot 50 km/u vanaf het einde van de zone 30 schoolomgeving tot aan de huidige 50 km/u ter hoogte van de Donkweg en dat in de richting van Beringen.
Overwegende dat het in het belang van de openbare orde, rust en veiligheid noodzakelijk is dat er voor de inrichting van bovengenoemde manifestaties, bijzondere verkeersmaatregelen worden getroffen;
Het college van burgemeester en schepenen besluit om een tijdelijk aanvullend verkeersreglement inzake intrede Sint op zaterdag 20 november 2021 uit te vaardigen als volgt:
Op zaterdag 20 november 2021 van 06.00 tot 22.00 uur is het verkeer van voertuigen verboden op het Kerkplein tussen Kerkplein 1 (gemeentehuis) en Dijkbeemdenweg (inrit parking kiosk).
Dit verbod wordt ter kennis gebracht aan de weggebruikers door de verkeerstekens C3 met gepast onderbord.
Op zaterdag 20 november 2021 van 06.00 tot 22.00 uur is het verboden stil te staan en te parkeren op het Kerkplein tussen Kerkplein 1 (gemeentehuis) en Dijkbeemdenweg (inrit parking kiosk).
Dit verbod wordt ter kennis gebracht aan de weggebruikers door de verkeerstekens E3 met gepast onderbord.
De politiediensten kunnen voertuigen, voorwerpen, bouwsels, kramen enz. die het verkeer of het vlot verloop van de stoet hinderen of in gevaar brengen of in strijd zijn met de beschikkingen van onderhavige verordening op risico en kosten van de overtreder laten weghalen.
De politie kan bijkomende maatregelen nemen om de openbare orde, rust en veiligheid te handhaven en zowel de inrichters als de deelnemers moeten deze naleven.
De aanvrager is aansprakelijk voor de schade aan het openbaar domein zo deze rechtstreeks of onrechtstreeks het gevolg is van het bestaan van de manifestatie.
Inbreuken op de beschikkingen van onderhavige verordening kunnen vastgesteld worden door de leden van de federale en lokale politie.
Inbreuken op de beschikkingen van onderhavige verordening worden bestraft met politiestraffen, voor zover door wetten die op dit stuk zouden bestaan, geen andere straffen zijn voorzien.
Het college van burgemeester en schepenen beveelt dat onderhavige verordening zal bekendgemaakt worden overeenkomstig het decreet.
Afschriften van deze verordening worden gezonden aan de provinciegouverneur en aan de hoofdgriffiers van de Rechtbank van Eerste Aanleg en Politierechtbank te Hasselt.
Situering van de opdracht
De ontwerpopdracht herontwikkeling dorpshart Zonhoven omvat de opmaak van een masterplan voor het centrale dorpshart. Het masterplan wordt gezien als een globale ontwerpschets voor het centrale dorpshart van de gemeente, waarbij dit projectgebied kan worden opgedeeld in afzonderlijk uitvoerbare deelprojecten.
Eén van de deelprojecten is het openleggen van de Roosterbeek in de zone tussen kerk en gemeentehuis en gelijktijdig het ontharden en vergroenen van deze zone. De beekvallei van de Roosterbeek loopt dwars door het centrum, maar is sinds jaar en dag overwelfd en dus niet zichtbaar. Het gemeentebestuur wil het verborgen water van de Roosterbeek als een groenblauw netwerk opnieuw zichtbaar door het centrum zien stromen, waardoor er unieke kansen ontstaan voor meer verblijfskwaliteit in het dorp.
Ontwerpschets
Door ontwerpbureau Sweco is naarstig verder gewerkt om het initiële masterplan te verfijnen in functie van de ontvangen feedback.
Op dinsdag 21 september vond daartoe een overleg plaats met de gemeentelijke diensten Jeugd, Vrije tijd en Lokale economie.
Op donderdag 7 oktober was er een bespreking met de Provincie en Fluvius.
In zitting op dinsdag 19 oktober 2021 keurde het college van burgemeester en schepenen de herwerkte versie van het masterplan en de uitwerking van het parkeeraanbod goed. Er werd beslist het masterplan te laten toelichten op de eerstvolgende gemeenteraad (november) en om een infomarkt te organiseren voor handelaars, horeca, omwonenden en burgers.
De finale versie van het masterplan dewelke momenteel ter goedkeuring voorligt, is identiek aan de versie die op 19 oktober 2021 reeds werd goedgekeurd, maar aanvullend werd op plan d.m.v. belijning (haaientanden) visueel duidelijk gemaakt dat doorgaand verkeer op de centrale as Heuvenstraat-Dorpsstraat ter hoogte van de kruispunten met de Dijkbeemdenweg en de Genkerbaan voorrang heeft. Het verkeer komende van de Dijkbeemdenweg moet dus voorrang verlenen indien het de Heuvenstraat wil oprijden. En het verkeer komende van de Genkerbaan moet voorrang verlenen bij het oprijden van de Dorpsstraat. Deze voorrangsregeling is nu ook zichtbaar op het masterplan ingetekend.
De definitieve versie van het masterplan is te vinden in bijlage.
Op basis van deze versie wordt gestart met het uitwerken van de detailplannen i.f.v. vergunningsaanvraag en aanbesteding der werken.
Het college van burgemeester en schepenen keurt de definitieve versie van het masterplan goed.
Subsidiereglement straat-, wijk- en buurtfeesten dd. 24 februari 2014.
Gemeenteraadsbesluit betreffende verdeling van het noodfonds dd. 30 november 2020.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de evaluatiedossiers van de straatfeesten
Evaluatie Putsmolen
Evaluatie is tijdig en volledig.
Gemaakte en goedgekeurde kosten van 255 euro.
Het college beslist om een subsidie van 250,00 euro te betalen.
Evaluatie Vogelsanck
Evaluatie is tijdig en volledig.
Gemaakte en goedgekeurde kosten van 296,20 euro.
Het college beslist om een subsidie van 250 euro te betalen.
Evaluatie ElstrekenXXL
Evaluatie is tijdig en volledig.
Gemaakte en goedgekeurde kosten van 201 euro.
Het college beslist om een subsidie van 201 euro te betalen.
Evaluatie Kretenveldweg
Evaluatie is tijdig en volledig.
Gemaakte en goedgekeurde kosten van 500 euro.
Het college beslist om een subsidie van 250 euro te betalen.
Evaluatie Bookmolenweg
Evaluatie is tijdig en volledig.
Gemaakte en goedgekeurde kosten van 273,70 euro.
Het college beslist om een subsidie van 250 euro te betalen.
Evaluatie Hortstraat
Evaluatie is tijdig en volledig.
Gemaakte en goedgekeurde kosten van 227,24 euro.
Het college beslist om een subsidie van 227,24 euro te betalen.
Evaluatie Kapelhof
Evaluatie is tijdig en volledig.
Gemaakte en goedgekeurde kosten van 482,45euro.
Het college beslist om een subsidie van 250 euro te betalen.
Evaluatie Pallenhof
Evaluatie is tijdig en volledig.
Gemaakte en goedgekeurde kosten van 191,80 euro.
Het college beslist om een subsidie van 191,80 euro te betalen.
Evaluatie Buitenhof
Evaluatie is tijdig en volledig.
Gemaakte en goedgekeurde kosten van 261,97 euro.
Het college beslist om een subsidie van 250 euro te betalen.
Evaluatie Grote Hemmenweg (van Wies tot Teun)
Evaluatie is tijdig en volledig.
Gemaakte en goedgekeurde kosten van 191,80 euro.
Het college beslist om een subsidie van 191,80 euro te betalen.
Evaluatie Kortestraat
Evaluatie is tijdig en volledig.
Gemaakte en goedgekeurde kosten van 339,83 euro.
Het college beslist om een subsidie van 250 euro te betalen.
De verslagen worden in bijlage toegevoegd.
Het college van burgemeester en schepenen heeft kennis genomen van de verslagen van het projectencomité van 22/10/2021 en 8/11/2021.
Het college van burgemeester en schepenen deelt de agendapunten mee aan de voorzitter van de gemeenteraad Sofie Vanoppen voor agendering op de eerstvolgende zitting van de gemeenteraad:
Dagorde
Verslag vorige vergadering
1. Notulen gemeenteraad - goedkeuring.
Toelichting
2. Herontwikkeling dorpshart Zonhoven - toelichting masterplan.
Schepen Bram De Raeve
3. Belastingreglement betreffende het niet-conform afkoppelen van de privéwaterafvoer - goedkeuring
4. Verlenen van een bankwaarborg aan vzw 't Alvermanneke - goedkeuring.
Schepen Frederick Vandeput
5. Opdrachthoudende vereniging Limburg.net - Gewone algemene vergadering van 15 december 2021 - Goedkeuring agenda en vaststelling mandaat vertegenwoordiger - goedkeuring.
6. Voorstel tot aanwijzing van een bijkomende gemeentelijke omgevingsambtenaar - goedkeuring.
Schepen Frank Vandebeek
7. Intercommunale vereniging voor hulp aan gehandicapten in Limburg (IGL) - Gewone algemene vergadering van 16 december 2021 - Goedkeuring agenda en vaststelling mandaat vertegenwoordiger - bekrachtiging.
Voorzitter Sofie Vanoppen roept de gemeenteraad bijeen op maandag 29 november 2021 om 20.00 uur, met als agenda de punten zoals hierboven meegedeeld.