Het omgevingsdecreet, in bijzonder artikel 31 dat het volgende bepaalt:
“§ 1. Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.
De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.
§ 2. Als het college van burgemeester en schepenen niet de bevoegde overheid is die in eerste aanleg over de aanvraag beslist, dan bezorgt de gemeente de beslissing van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg binnen zestig dagen na het verzoek aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15.”
Het omgevingsbesluit, in bijzonder artikel 47 dat het volgend bepaalt:
“Als de vergunningsaanvraag wegenwerken omvat waarvoor de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, neemt de gemeenteraad daarover een besluit. De gemeenteraad neemt daarbij kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek. Uiterlijk tien dagen na de gemeenteraadszitting stelt de gemeente de gemeenteraadsbeslissing ter beschikking hetzij van de bevoegde omgevingsvergunningscommissie als die advies moet verlenen, hetzij van het bevoegde bestuur als geen advies van een omgevingsvergunningscommissie vereist is.”
De toelichting bij bovengenoemd omgevingsdecreet en -besluit:
“Art. 47. Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning herneemt de welbekende regeling van de tussenkomst van de gemeenteraad over de zaak van de wegen. Voor alle duidelijkheid wordt ook hier herhaald:
- de bevoegde overheid mag rechtstreeks weigeren zonder het dossier aan de gemeenteraad voor te leggen;
- de regeling geldt zowel voor aanvragen voor stedenbouwkundige handelingen als voor het verkavelen van gronden;
- beslist de gemeenteraad ongunstig over de zaak van de wegen, dan kan de bevoegde overheid geen vergunning verlenen, ook niet in beroep;
- de gemeenteraad spreekt zich enkel uit over de zaak van de wegen, niet over de vergunningsaanvraag;
- de gemeenteraad bespreekt enkel de bezwaren die handelen over de zaak van de wegen, niet de andere bezwaarschriften.”
De aanvraag voor een omgevingsvergunning met dossiernummer OMV_2022090628 (intern nummer 1349.F.874.2) op 08/07/2022 ingediend bij de gemeente Zonhoven door Danneels Projects voor het verkavelen van gronden in 30 loten waarbij 2 loten voor open bebouwing (lot 29 en lot 30) en 28 loten voor halfopen of gesloten bebouwing (loten 1 t.e.m. 28), en het aanleggen van nieuwe wegenis (lot 31) in Zonhoven, aansluitend aan de Schutenseweg, kadastraal gekend als 3de afdeling, sectie F, nrs. 531G, 531H, 533F, 541F, 541G, 543A3, 624W, 626E, 627N en 627X.
Deze omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden in 30 loten omvat naast het aanzienlijk wijzigen van het reliëf en het slopen van de aanwezige constructies ook de aanleg van een nieuwe weg Meldertstraat, aansluitend aan de Schutenseweg waardoor de bestaande rooilijn van de Schutenseweg wordt gewijzigd.
Tijdens het openbaar onderzoek, georganiseerd van 17/09/2022 tot en met 16/10/2022, werden vijf bezwaarschriften ingediend waarbij volgende bezwaren betrekking hebben op het wegenisdossier of in verband kunnen gebracht worden met de beoordelingsgronden opgesomd in art. 3, 4 en desgevallend art. 6 van het Decreet houdende de Gemeentewegen van 3 mei 2019.
De bespreking van de ingediende bezwaren in zitting van heden;
Bezwaar 1 luidt als volgt:
“Ter hoogte van de geplande bezoekersparkeerplaatsen haaks tov de rijweg langs het perceel 531K ontbreekt een groene bufferzone tussen de parkeerplaatsen en het bestaande perceel. Dit gaat in wintertijd inschijnen van lichten geven in huis nr 29 en 27”
De raad neemt volgend gemotiveerd standpunt in voor bezwaar 1:
Er wordt nergens in een regelgeving opgelegd dat er een groene buffer dient voorzien te worden tussen openbare parkeerplaatsen en een privaat perceel. Indien de bezwaarindiener van mening is dat er onaanvaardbare hinder wordt gecreëerd door voorliggende ontwikkeling dan kan deze zelf maatregelen nemen om de hinder van deze ontwikkeling te beperken door bijvoorbeeld de aanleg van een groenscherm of het plaatsen van een gesloten afsluiting op eigen terrein. Het bezwaar wordt niet weerhouden.
Bezwaar 2 luidt als volgt:
“De drukte in de Schutenseweg gaat fel toenemen, de studie beweert dat 30 huizen 81 verplaatsingen met de wagen per dag opleveren waarvan 8!! in ochtend en avondspits. Als ik ’s morgens kijk hoeveel auto’s er van 6 buren vertrekken kom ik al aan 10 auto’s.”
De raad neemt volgend gemotiveerd standpunt in voor bezwaar 2:
Het klopt dat bij elke woonontwikkeling het aantal auto’s toeneemt in de omgeving. De Schutenseweg is evenwel een voldoende uitgeruste gemeenteweg, dewelke het bijkomend verkeer van voorliggende ontwikkeling kan verwerken. Uit de gegevens van het dossier blijkt het over een beperkte toename te gaan dewelke geen aanzienlijke effecten heeft op de mobiliteit. Het bezwaar wordt niet weerhouden.
De adviezen van de gevraagde adviesinstanties bevatten extra voorwaarden omtrent de wijziging van het openbaar domein.
Voor de volledigheid van het besluit worden de adviezen hieronder vermeld:
1.- Op 25/08/2022 werd door de dienst Contractmanagement volgend voorwaardelijk gunstig advies verleend:
“Gunstig onder voorwaarde dat lot 31 (53a76xa) zoals weergegeven op het verkavelingsplan opgemaakt door landmeter-expert Peter Gijsen, gratis wordt overgedragen naar de gemeente Zonhoven voor inlijving bij het openbaar domein.”
Evaluatie advies:
De raad sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden.
2.- Op 24/10/2022 werd door de dienst Patrimonium een gunstig advies verleend:
“Gunstig voor de verkaveling zoals aangegeven in de aangeleverde documenten.”
Evaluatie advies:
De raad sluit zich aan bij dit advies.
3.- Op 18/08/2022 werd door de dienst Facilitair management een gunstig advies verleend:
“Gunstig voor de verkaveling zoals aangegeven in de aangeleverde documenten. De
verkavelaar heeft maximaal rekening gehouden met de adviezen die geformuleerd werden
in de studie m.b.t. de waardebepaling van het bomenbestand op de te ontwikkelen
percelen. (zie bijlage)”
Evaluatie advies:
De raad sluit zich aan bij dit advies.
4.- Op 27/10/2022 werd door de dienst Mobiliteit een gunstig advies verleend.
Evaluatie advies:
De raad sluit zich aan bij dit advies.
5.- Op 22/08/2022 werd door De Watergroep een voorwaardelijk gunstig advies verleend:
“Advies Aftakkingen en Aansluitingen
Gedeeltelijk gunstig advies met voorwaarden
Voor de afbraak van het bestaande gebouw dient de eigenaar schriftelijk De Watergroep te verwittigen voor uitbraak van de bestaande aftakking.
De Watergroep heeft installaties in exploitatie in de zone van de infrastructuurwerken en deze installaties moeten ten allen tijde bereikbaar zijn.
De kosten van de eventuele aanpassingen aan deze installaties zijn ten laste van de opdrachtgever.
De Werken dienen zodanig uitgevoerd te worden dat er een continue drinkwaterbevoorrading kan gegarandeerd worden.
In het ontwerp dient men er rekening mee te houden dat in de bermen voldoende ruimte voorzien wordt om de eventuele aanpassingen te kunnen uitvoeren.
Advies Ontwerpbureau
Volledig gunstig advies met voorwaarden
Voor de uitrusting van de verkaveling met een drinkwaterleiding op het openbaar domein moet door de initiatiefnemer onderstaande betaald worden:
Wanneer aan alle voorwaarden is voldaan zal De Watergroep de gemeente hiervan op de hoogte brengen, pas dan zal de gemeente cfr. De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening een verkoopbaarheidsattest afleveren.
Bovendien kunnen we u ook melden dat de Watergroep installaties in exploitatie heeft in de zone van de infrastructuurwerken en dat deze installaties te allen tijde bereikbaar moeten zijn.
De Werken dienen zodanig uitgevoerd te worden dat er een continue drinkwaterbevoorrading kan gegarandeerd worden.
In het ontwerp dient men er rekening mee te houden dat in de bermen voldoende ruimte voorzien wordt om de leidingen aan te leggen en de eventuele aanpassingen uit te voeren.
Deze forfaitaire kost en de kost voor eventuele aanpassingen aan de bestaande drinkwaterleiding zijn ten laste van de initiatiefnemer.
Voor grotere projecten met aanleg van nieuwe wegenis moet na het verkrijgen van de vergunning een coördinatievergadering worden opgestart met de zonemanager van De Watergroep om eventuele knelpunten vooraf te bespreken.
Vanaf een leiding van Ø 80mm is een druk- en capaciteitsmeting noodzakelijk. Er wordt slechts effectief gestart met de opmaak van een ontwerp ná uitvoering van de meting door De Watergroep. De kosten hiervoor vallen integraal ten laste van de initiatiefnemer.
Deze meting moet apart worden aangevraagd via het digitale aanvraagformulier op onze website
www.dewatergroep.be/capaciteitsmeting.
Iedere wooneenheid dient over een afzonderlijke watermeter te beschikken. De plaats van de watermeter dient te beantwoorden aan de voorschriften van De Watergroep.
De kosten van de nieuwe aftakkingen zijn ten laste van de aanvragers.
Bijkomende informatie kan u vinden op : www.dewatergroep.be.”
Evaluatie advies:
Het advies van De Watergroep betreft een louter procedurele aangelegenheid betreffende de nutsleidingen.
6.- Op 31/08/2022 werd door Hulpverleningszone Zuid-West Limburg volgend voorwaardelijk gunstig advies verleend:
“Opmerkingen
1. Voor de gebouwen met meer dan één bouwlaag moeten de voertuigen van de brandweer ten minste in één punt een gevel kunnen bereiken die op herkenbare plaatsen toegang geeft tot iedere bouwlaag. Daartoe moeten de voertuigen beschikken over een toegangsmogelijkheid en een opstelplaats :
2. De ondergrondse hydranten dienen te worden uitgevoerd conform de normen NBN S 21-034.
3. De ligging van de ondergrondse hydranten dient evenwel aangeduid te worden door de gepaste herkennings- en identificatietekens betreffende de watervoorraden voor het blussen van branden, conform de ministeriële circulaire van 14 oktober 1975.
4. De wateraansluitingen (ondergrondse hydranten) liggen op een maximum afstand van 100 meter van elkaar verwijderd. De hydranten worden aangebracht op een horizontaal gemeten van ten minste 0,60 meter van de kant der straten, wegen of doorgangen waarop voertuigen kunnen rijden en parkeren. De minimale doormeter van deze leidingen bedraagt 100 mm.
Besluit
De hulpverleningszone Zuid-West Limburg geeft een GUNSTIG brandweeradvies mits naleving van hogervermelde voorwaarden en opmerkingen.
Op het ogenblik van de beëindiging van de werken, dient de aanvrager de preventieafgevaardigde van de betreffende brandweerpost hiervan in te lichten, ten einde de burgemeester op de hoogte te kunnen brengen van het feit of er al dan niet aan de opgelegde brandvoorkomingsmaatregelen gevolg werd gegeven. Gelieve bij elke correspondentie de nummering onder “ons kenmerk” te vermelden.”
Evaluatie advies:
Het advies van Hulpverleningszone Zuid-West Limburg betreft een louter procedurele aangelegenheid betreffende de brandveiligheid.
7.- Op 31/08/2022 werd door Proximus volgend voorwaardelijk gunstig advies verleend:
“Op basis van de informatie waarover wij momenteel beschikken, geven wij graag een gunstig advies indien u volgende voorwaarden opneemt in uw vergunning :
- Een finale netwerkanalyse zal gebeuren na ontvangst van het vergunde plan.
- Uitbreiding van de telecominfrastructuur van Proximus is ten laste van de aanvrager.
- Van zodra vergund en minimaal 6 maanden voor oplevering dient de aanvrager zijn project kenbaar te maken bij Proximus door het formulier als bijlage ingevuld te versturen naar werf.a2@proximus.com.
- De Proximus infrastructuur dient proactief voorzien te worden in het project. De technische documentatie hiervoor wordt ter beschikking gesteld na ontvangst van het vergunde plan.
- Proximus wenst betrokken te worden bij alle coördinatievergaderingen via netwerkstudie.a22@proximus.com
Na de werken kunnen de bewoners eenvoudig aansluiten op de nutsvoorzieningen voor telefonie-, internet- en televisiediensten. Hiervoor kan de aanvrager terecht bij onze klantendienst op het gratis nummer 0800 22 800. Meer informatie op www.proximus.be/bouwen. “
Evaluatie advies:
Het advies van Proximus betreft een louter procedurele aangelegenheid betreffende de nutsleidingen.
8.- Op 11/10/2022 werd door Watering De Herk volgend ongunstig advies verleend:
“Watering de Herk geeft een ongunstig advies.
De adviesvraag handelt over de richtlijn gewijzigd afstromingsregime. Vanaf een verharde oppervlakte van meer dan 1 000 m² moet door de vergunningverlenende instantie advies worden gevraagd aan de waterbeheerder met betrekking tot mogelijke schadelijke effecten op de toestand van het oppervlaktewater. In het kader daarvan moet voldaan worden aan de volgende voorwaarden:
Aan deze voorwaarde is niet voldaan: de gracht met winterbedding wordt afgeknepen 30 cm onder de vastgestelde grondwaterstand, en heeft een overloop op het niveau van de vastgestelde grondwaterstand. Dit systeem zal dus in eerste instantie niet infiltrerend werken, maar drainerend. Er kan niet akkoord worden gegaan met het verlagen van de grondwaterstand. Er kan hier enkel oppervlakkig worden geïnfiltreerd (wegenis), het alternatief bij hoge grondwaterstand is vertraagde afvoer (van het regenwater, niet van het grondwater).
De plannen dienen aangepast te worden aan de bovenstaande opmerkingen.
De watering is waterbeheerder voor dit projectgebied, maar voor zowel het advies in het kader van de bindende bepalingen in verband met de waterloop (afstandsregels en machtigingen) als het advies in het kader van de watertoets treedt de Dienst Water en Domeinen van de provincie Limburg op als ondersteunende adviesverlenende instantie. De watering neemt dit advies met de hierin opgenomen beoordeling en conclusie over en maakt dit advies tot het hare.”
Evaluatie advies:
Het advies van Watering De Herk heeft geen betrekking op de rooilijnplannen.
9.- Op 12/10/2022 werd door Fluvius System Operator volgend voorwaardelijk gunstig advies verleend:
“In bijlage ons aangepast advies en offerte verkavelingen met netuitbreiding, ons vorig advies was foutief en mag genegeerd worden.
VOORWAARDELIJK GUNSTIG ADVIES VOOR DE RIOLERING VOOR HET DOSSIER:
ZO – PV Kievitveldstraat
FLUVIUS DOSSIERNUMMER R005969
OMV NUMMER 2022090628
Fluvius geeft voorwaardelijk gunstig advies.
Bij deze verleent Fluvius voorwaardelijk gunstig advies aan het rioleringsontwerp opgesteld door Geotec nv op datum van 13.06.2022 voor de aanleg van de riolering.
Dit advies is gebaseerd op het projectreglement riolering, terug te vinden op de Fluvius website en goedgekeurd door de Raden van Bestuur van Fluvius Limburg.
Dit advies is 2 jaar geldig vanaf de datum van opstelling door Fluvius riolering en voor zover er geen wijzigingen aan het project worden doorgevoerd. Indien het project niet is uitgevoerd binnen deze periode, dient het ontwerp geactualiseerd te worden aan de op dat moment geldende wetgevingen en richtlijnen van Fluvius riolering en nutsleidingen.
OPMERKINGEN AANGAANDE HET DOSSIER:
Ontwerp: R6-R3 onder wegenis voorzien, bijkomende put die verbinding maakt met R5
Het bestek met bijhorende meetstaat, de materiaalkeuze en de uitvoeringsmethoden dienen, conform het typebestek van Fluvius ( laatste versie) opgesteld te worden. Deze vereisten dienen ter goedkeuring aan Fluvius overgemaakt worden en blijven steeds geldig. Het technische dossier dient door Fluvius goedgekeurd te zijn voor het in uitvoering kan gaan.
De aanvrager dient deze opmerkingen te verwerken in het dossier. Fluvius zal dit controleren voor uitvoering.
Wijzigingen aan het dossier ten gevolge van opmerkingen van andere vergunningsverleners dienen altijd aan Fluvius gemeld te worden wanneer dit implicaties heeft op de riolering. Fluvius zal niet zonder meer de wijzigingen goedkeuren en aanvaarden!
BIJKOMENDE BEPALINGEN:
De initiatiefnemer voorziet in het bestek dat Fluvius toezicht uitoefent op de rioleringswerken, meer in het bijzonder dienen de waterdichtheidsproeven en de slagsondes in aanwezigheid van de toezichter van Fluvius, uitgevoerd te worden. De initiatiefnemer verbindt zich hiertoe deze proeven zo uit te laten voeren en verklaart zich hiermee akkoord.
Indien de resultaten van de zandcementproef niet de vereisten waarden uit het SB250 v 4.1 halen, zijn de resultaten niet aanvaardbaar en zal de overdracht van de riolering naar Fluvius geweigerd worden. De eenheidsprijs voor de fundering en omhulling in zandcement voor de berekening van de rafactie, voor Fluvius, is 15 €/lm voor de DWA-leiding, 25 €/lm voor de RWA-leiding, en 5 €/lm voor huisaansluitingen.
De camera-inspectie van de volledige riolering en van alle DWA huisaansluitingen en 20% van de RWA- en kolkaansluitingen dient door een erkend labo uitgevoerd te worden, volgens de beschrijving van het SB 250 en de aanvullingen in het Fluvius typebestek.
Huis-, kolk- en wachtaansluitingen worden in principe uitgevoerd op een diepte van 1,3 m onder het maaiveld en sluiten boven (12u) op de hoofdriolering aan. De aansluitingen dienen gemaakt te worden met een Y-stuk in plaats van een T-stuk.
Fluvius levert de huisaansluitputjes. Om beschadigingen hieraan te voorkomen, dient er na de plaatsing ervan rond de putjes een grondophoging voorzien te worden ( aanaarden). Deze huisaansluitputjes dienen geplaatst te worden zoals op de door Fluvius goedgekeurde plannen. Indien tijdens de uitvoering en/of na einde der werken blijkt dat de putjes verkeerd geplaatst zijn, zal Fluvius de werkelijke verplaatsingskost doorrekenen aan de initiatiefnemer. Wanneer er bovendien na het einde der werken, een herverkaveling plaatsvindt, waardoor er bijkomende putjes nodig zijn, zal Fluvius ook deze werkelijke kost aan de initiatiefnemer doorrekenen.
De inspectieputten dienen voorzien te zijn van een traploos regelbare afdekkingsinrichting, zoals opgenomen in het Vlariobestek 3.1.1 ( H3 Materialen – 12.4.2.4.).
De initiatiefnemer dient zoals opgenomen in de Praktische Leidraad, drie coördinatie-vergaderingen met alle partijen te beleggen:
een eerste bij het voorontwerp,
een tweede bij het ontwerp
en een derde na aanbesteding en vóór de aanvang der werken.
De uitnodigingen voor Fluvius dienen verstuurd te worden 21 dagen vóór de vergadering, naar aanleglimburgnoord@fluvius.be
De initiatiefnemer nodigt de regio-ingenieur Jo Ginestra uit op de startvergadering met de aannemer, min. 21 dagen vóór de startvergadering.
De aanwezigheid van een afgevaardigde van Fluvius voor de aanvaarding van de uitgevoerde werken is een vereiste.
Ten laatste een week vóór de voorlopige oplevering, dienen volgende documenten aan de toezichter van Fluvius overhandigd te worden: werfverslagen, postinterventiedossier met as built, proefresultaten en attesten, huisaansluitfiches met de foto’s.
Tevens zal ondergetekende de ontwerpplannen en de as-builtplannen met aanduiding van de huisaansluitingen en wachtaansluitingen, digitaal ( ACAD) aanleveren.”
Evaluatie advies:
Het advies van Fluvius System Operator betreft een louter procedurele aangelegenheid betreffende de riolering.
10.- Op 06/10/2022 werd door Provincie Limburg, Dienst Water en Domeinen volgend ongunstig advies verleend:
“Ingevolge artikel 1.3.1.1 betreffende de watertoets van het decreet integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, is het nodig een wateradvies te verkrijgen van de waterbeheerder. De waterbeheerder die dit advies officieel moet verstrekken is echter Watering De Herk. In kader van de watertoets en/of bindende bepalingen treedt de afdeling Waterbeheer van de provincie Limburg voor dit dossier op als ondersteunende adviesverlenende instantie. Dit advies werd door de provincie opgeladen in het omgevingsloket. Aan de watering wordt gevraagd om dit advies tot het hare te maken en het advies van de afdeling Waterbeheer te bekrachtigen in het omgevingsloket. Hierbij kan ik u meedelen dat het dossier in het kader van de watertoets voorlopig ongunstig beoordeeld werd. In bijgaand advies vindt u de voorwaarden waaraan het dossier moet voldoen.
DEEL 1 INLICHTINGENFICHE
Ligging van het perceel:
Documenten
Waterloop en machtiging
DEEL 2 WATERADVIES I.V.M. DE WATERTOETS
(art. 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018)
1 Beschrijving van het watersysteem
2 Waterplannen
Het stroomgebiedbeheerplan van de Schelde is van toepassing.
3 Toetsen aan de doelstellingen decreet integraal waterbeheer, gecoördineerd op 15 juni 2018 – artikel 1.2.2
De adviesvraag handelt over de richtlijn gewijzigd afstromingsregime.
Vanaf een verharde oppervlakte van meer dan 1 000 m² moet door de vergunningverlenende instantie advies worden gevraagd aan de waterbeheerder met betrekking tot mogelijke schadelijke effecten op de toestand van het oppervlaktewater. In het kader daarvan moet voldaan worden aan de volgende voorwaarden:
infiltratiecap. | minimale dimensioneringsvoorwaarden | of
|
20-50 mm/h (fijn zand)
| 400 m³/ha verharde oppervlakte (v.o.), inf.opp. van min. 4 % vd v.o.
| 250 m³/ha vo en 20 % inf.opp.
|
50-100 | 350 m³/ha vo en 4 inf.opp. | 250 m³/ha vo en 10 % inf.opp.
|
>100 | 250 m³/ha vo en 4 % inf.opp.
|
|
Aan deze voorwaarde is niet voldaan: de gracht met winterbedding wordt afgeknepen 30 cm onder de vastgestelde grondwaterstand, en heeft een overloop op het niveau van de vastgestelde grondwaterstand. Dit systeem zal dus in eerste instantie niet infiltrerend werken, maar drainerend. Er kan niet akkoord worden gegaan met het verlagen van de grondwaterstand.
Er kan hier enkel oppervlakkig worden geïnfiltreerd (wegenis), het alternatief bij hoge grondwaterstand is vertraagde afvoer (van het regenwater, niet van het grondwater).
DEEL 3 CONCLUSIES ONDERZOEK WATERBEHEERDER
Uit de toepassing van de nadere regels voor de toepassing van de watertoets bij besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006, en latere wijzigingen, is gebleken dat het verkavelen van gronden in 30 loten een verandering van de toestand van watersystemen (of bestanddelen ervan) tot gevolg heeft. Deze verandering heeft een betekenisvol schadelijk effect op het milieu.
De plannen moeten aan de bovenvermelde opmerkingen aangepast worden en
opnieuw voorgelegd worden, eventueel na een overlegmoment tussen de aanvrager
en de afdeling Waterbeheer.
Het wateradvies is dan ook voorlopig ongunstig.”
Evaluatie advies:
Het advies van Provincie Limburg, Dienst Water en Domeinen heeft geen betrekking op de rooilijnplannen.
Het aanvaarden van deze adviezen geeft uitvoering aan artikel 3 (doelstellingen) en aan artikel 4 (principes) van het Decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019.
Het college van burgemeester en schepenen stelt voor om te beraadslagen over voorliggende zaak van de wegen voor de aanvraag voor een omgevingsvergunning met dossiernummer OMV_2022090628 (intern nummer 1349.F.874.2) op 08/07/2022 ingediend bij de gemeente Zonhoven door Danneels Projects voor het verkavelen van gronden in 30 loten waarbij 2 loten voor open bebouwing (lot 29 en lot 30) en 28 loten voor halfopen of gesloten bebouwing (loten 1 t.e.m. 28), en het aanleggen van nieuwe wegenis (lot 31) in Zonhoven, aansluitend aan de Schutenseweg, kadastraal gekend als 3de afdeling, sectie F, nrs. 531G, 531H, 533F, 541F, 541G, 543A3, 624W, 626E, 627N en 627X.
De gemeenteraad keurt de wijziging van de bestaande rooilijn van de Schutenseweg en de nieuwe rooilijn van de Meldertstraat, zoals weergegeven op het ingediende plan van het studiebureau Geotec van 13 juni 2022 goed. De rooilijnen worden gedefinieerd volgens de coördinatenlijst voorzien op het rooilijnplan.
Het rooilijnplan van Geotec van 13 juni 2022 wordt als integrerend deel gehecht aan dit besluit.
Tegen dit besluit van de gemeenteraad kan binnen de 30 dagen in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering.
De procedure van dit beroep verloopt volgens art. 31/1 van het Omgevingsdecreet.
Dit besluit van de gemeenteraad is nietig: