Terug
Gepubliceerd op 13/12/2022

2022_GR_00163 - Wijziging rooilijnen Vinkenhof en Hortstraat - Goedkeuring

Gemeenteraad
ma 12/12/2022 - 20:00 raadzaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Sofie Vanoppen, voorzitter ; Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Yannick Aerts; Inge Becks, raadsleden; Pol Bos; Jean-Paul Briers; Nathalie Claes; Libera Crescente; Bart Heleven; Katrien Hoebers; Lennert Kippers; Kris Knuts; Johny Lenskens; Sven Lieten; Steven Reynders; Céderique Schellis; Karen Schillebeeks; Dominic Tholen; Lieve Vandeput; Martin Vandereyt; Bart Vanhorenbeek; Bart Telen, algemeen directeur

Secretaris

Bart Telen, algemeen directeur
2022_GR_00163 - Wijziging rooilijnen Vinkenhof en Hortstraat - Goedkeuring 2022_GR_00163 - Wijziging rooilijnen Vinkenhof en Hortstraat - Goedkeuring

Motivering

Verwijzingsdocumenten

Het omgevingsdecreet, in bijzonder artikel 31 dat het volgende bepaalt:

“§ 1. Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.

De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.

§ 2. Als het college van burgemeester en schepenen niet de bevoegde overheid is die in eerste aanleg over de aanvraag beslist, dan bezorgt de gemeente de beslissing van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg binnen zestig dagen na het verzoek aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15.”

Het omgevingsbesluit, in bijzonder artikel 47 dat het volgend bepaalt:

“Als de vergunningsaanvraag wegenwerken omvat waarvoor de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, neemt de gemeenteraad daarover een besluit. De gemeenteraad neemt daarbij kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek. Uiterlijk tien dagen na de gemeenteraadszitting stelt de gemeente de gemeenteraadsbeslissing ter beschikking hetzij van de bevoegde omgevingsvergunningscommissie als die advies moet verlenen, hetzij van het bevoegde bestuur als geen advies van een omgevingsvergunningscommissie vereist is.”

De toelichting bij bovengenoemd omgevingsdecreet en -besluit:

“Art. 47. Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning herneemt de welbekende regeling van de tussenkomst van de gemeenteraad over de zaak van de wegen. Voor alle duidelijkheid wordt ook hier herhaald:

- de bevoegde overheid mag rechtstreeks weigeren zonder het dossier aan de gemeenteraad voor te leggen;

- de regeling geldt zowel voor aanvragen voor stedenbouwkundige handelingen als voor het verkavelen van gronden;

- beslist de gemeenteraad ongunstig over de zaak van de wegen, dan kan de bevoegde overheid geen vergunning verlenen, ook niet in beroep;

- de gemeenteraad spreekt zich enkel uit over de zaak van de wegen, niet over de vergunningsaanvraag;

- de gemeenteraad bespreekt enkel de bezwaren die handelen over de zaak van de wegen, niet de andere bezwaarschriften.”

Feiten context en argumentatie

De aanvraag voor een omgevingsvergunning met dossiernummer OMV_2022052411 (intern nummer 1344.B.874.2) op 15/04/2022 ingediend bij de gemeente Zonhoven door IDYLIA NV voor het verkavelen van gronden aan Beskensstraat fase III en het aanleggen van nieuwe wegenis (lot 19) in Zonhoven, kadastraal gekend als 1ste afdeling sectie B nrs. 268P, 279F, 1213B2 en 1220L.

Deze omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden aan Beskensstraat fase III omvat ook de aanleg van een nieuw stuk weg in het verlengde van Vinkenhof en het verbreden van de Hortstraat waardoor de bestaande rooilijnen van Vinkenhof en Hortstraat worden gewijzigd. 

Tijdens het openbaar onderzoek, georganiseerd van 04/08/2022 tot en met 02/09/2022, werd één bezwaarschrift ingediend dat betrekking heeft op het wegenisdossier of in verband kan gebracht worden met de beoordelingsgronden opgesomd in art. 3, 4 en desgevallend art. 6 van het Decreet houdende de Gemeentewegen van 3 mei 2019.

De bespreking van het ingediende bezwaarschrift in zitting van heden;

Het bezwaarschrift luidt als volgt: 

1. Het gedeelte Hortstraat langs de spoorweg is geen gemeenteweg maar een private exploitatieweg van de NMBS.

2. Ter hoogte van de spoorlijn wordt het BPA verkeerd geïnterpreteerd en verkeerd ingetekend op het verkavelingsplan ttz art. 23 is een reserveringsstrook van 8m breed voor de NMBS en deze dient genomen te worden uit de as van het voormalig dubbele spoor. Op het verkavelingsplan vertrekken ze vanaf de buitenzijde van het bestaande enkele spoor. Een fout van 2m55 in het nadeel van de NMBS. Indien je de 8m uit de as van het vroegere dubbele spoor neemt, blijkt duidelijk dat de huidige weg binnen het domein van de NMBS ligt. Volgens de eigendomsgrenzen van de NMBS reikt de eigendom zelfs verder nl. van 8m80 tot 9m00 uit de as van het dubbel spoor. (in bijlage de eigendomsgrenzen van de NMBS).

3. Art 20 is voorzien voor de lokale weg, rekening houden met de fout zoals in punt 2 aangehaald, moet deze lokale weg naast de huidige bestaande weg te komen liggen!

4. Omwille van de exploitatieweg van de NMBS werd een eerder aanvraag door de bestendige deputatie op 18/05/2004 geweigerd. kenmerk deputatie 023.02.10/S2004N014425 dossier 874.1/2004N03086 d.d. 18/05/2004.”

De raad neemt volgend gemotiveerd standpunt in voor het bezwaarschrift:

Het opgeworpen bezwaar betreft een eigendomskwestie. NMBS brengt geen advies uit om volgende redenen: “Wij kunnen aan deze aanvraag geen gevolg geven aangezien de NMBS niet betrokken is bij dit terrein. Infrabel is daarentegen wel betrokken en dient geconsulteerd te worden via  51NW05.adviesaanvragenInfrabelAreaNoordwest@infrabel.be

Infrabel NV maakt echter geen opmerking over het eigendomsstatuut van de weg noch over de reserveringsstrook, waardoor we ervan uit kunnen gaan dat de ingediende plannen correct werden ingediend. Het bezwaar wordt niet weerhouden.

De adviezen van de gevraagde adviesinstanties bevatten extra voorwaarden omtrent de wijziging van het openbaar domein.

Voor de volledigheid van het besluit worden de adviezen hieronder vermeld:

1.- Op 03/08/2022 werd door de dienst Contractmanagement volgend voorwaardelijk gunstig advies verleend:

“Gunstig advies onder de voorwaarde dat lot 19 (groot 2.891m²) zoals weergegeven op het verkavelingsplan d.d. 08/04/2022 gratis wordt afgestaan aan de gemeente Zonhoven met het oog op inlijving bij het openbaar domein.”

Evaluatie advies: 

De raad sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden. 

2.-  Op 29/07/2022 werd door de dienst Patrimonium een voorwaardelijk gunstig advies verleend:

“De verharding van de inritten, zowel op openbaar domein als op privé, dienen waterdoorlatend of waterpasserend te zijn.

Het voetpad dient aangelegd te worden in ecologische gebonden halfverharding.

Rond de bomen in de berm langs de weg dient er een wortelgeleiding van 1m diep te worden voorzien ter bescherming van de nieuwe nutsleidingen.

Loten 10 tem. 15 worden overgedragen naar de gemeente, zodat er later een fietsstraat kan gelegd worden.”

Evaluatie advies: 

Er werd geen verdere uitspraak gedaan over de rooilijnen.

3.- Op 29/07/2022 werd door de dienst Facilitair management een voorwaardelijk gunstig advies verleend:

“- De gracht langsheen de weg, zeker t.h.v. de landschapsbuffer wordt best op een andere locatie in de landschapsbuffer voorzien. Deze wordt best voorzien op een manier dat de landschapsbuffer vanaf de straat toegankelijk is, waardoor deze groene zone ook gemakkelijker te gebruiken is door de omwonenden. In huidige voorstel voor de gracht een te harde grens tussen landschapsbuffer een de aangelanden.”

Evaluatie advies:

Het advies heeft geen betrekking tot de rooilijnen.

4.- Op 29/09/2022 werd door de dienst Mobiliteit een voorwaardelijk gunstig advies verleend:

“Bespreking dienst:

  • De nieuw aan te leggen wegenis heeft een verblijfsfunctie (erftoegangsweg). 
  • Het te verkavelen terrein wordt ontsloten via een nieuw aan te leggen wegenis die verbinding maakt met het Vinkenhof. Drie loten worden bediend via de Hortstraat. Beide wegdelen worden met elkaar verbonden d.m.v. een pad in halfverharding. Ten oosten van dit terrein loopt de spoorlijn Hasselt-Mol.
  • Loten 16,17, en 18 ontsluiten noordwaarts op de Hortstraat. Zuidwaarts is deze weg doodlopend. Hoe verloopt de vuilnisophaling? Er is geen keerbeweging mogelijk. Achteruitrijden van dergelijke voertuigen is niet wenselijk.
  • Loten 8 en 9 ontsluiten op de nieuw aan te leggen wegenis in het verlengde van het Vinkenhof. Deze weg is zuidwaarts doodlopend. Hoe verloopt de vuilnisophaling? Er is geen keerbeweging mogelijk. .Achteruitrijden van dergelijke voertuigen is niet wenselijk
  • De opritten zijn > 3 meter.
  • Is er een aftoetsing gebeurd met de NMBS i.v.m. plannen voor mogelijke ondertunneling van de spoorwergovergang?

Advies dienst:

De dienst mobiliteit geeft een voorwaardelijk gunstig advies voor de verkaveling aan de Beskensstraat Fase III en dit onder volgende voorwaarden:

  • De vuilnisophaling dient op een verkeersveilige manier te gebeuren m.a.w. er is een keerbeweging mogelijk t.h.v. beide doodlopende straten.
  • Er is een aftoetsing met de NMBS gebeurd i.v.m. toekomstplannen ondertunneling spoorwegovergang.
  • De breedte van de opritten is 3m.

Evaluatie advies: 

Er werd geen verdere uitspraak gedaan over de rooilijnen.

5.- Op 02/08/2022 werd door De Watergroep een voorwaardelijk gunstig advies verleend:

Advies Aftakkingen en Aansluitingen
 
Geen advies

Advies Ontwerpbureau
 
Volledig gunstig advies met voorwaarden

Voor de uitrusting van de verkaveling met een drinkwaterleiding op het openbaar domein moet door de initiatiefnemer onderstaande betaald worden:

  • een forfaitaire kost per bebouwbaar kavel
  • een kost voor ontwerp en veiligheidscoördinatie per project

Wanneer aan alle voorwaarden is voldaan zal De Watergroep de gemeente hiervan op de hoogte brengen, pas dan zal de gemeente cfr. De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening een verkoopbaarheidsattest afleveren.

Bovendien kunnen we u ook melden dat de Watergroep installaties in exploitatie heeft in de zone van de infrastructuurwerken en dat deze installaties te allen tijde bereikbaar moeten zijn.
De Werken dienen zodanig uitgevoerd te worden dat er een continue drinkwaterbevoorrading kan gegarandeerd worden.

In het ontwerp dient men er rekening mee te houden dat in de bermen voldoende ruimte voorzien wordt om de leidingen aan te leggen en de eventuele aanpassingen uit te voeren.

Deze forfaitaire kost en de kost voor eventuele aanpassingen aan de bestaande drinkwaterleiding zijn ten laste van de initiatiefnemer.

Voor grotere projecten met aanleg van nieuwe wegenis moet na het verkrijgen van de vergunning een coördinatievergadering worden opgestart met de zonemanager van De Watergroep om eventuele knelpunten vooraf te bespreken.

Vanaf een leiding van Ø 80mm is een druk- en capaciteitsmeting noodzakelijk. Er wordt slechts effectief gestart met de opmaak van een ontwerp ná uitvoering van de meting door De Watergroep. De kosten hiervoor vallen integraal ten laste van de initiatiefnemer.
 Deze meting moet apart worden aangevraagd via het digitale aanvraagformulier op onze website 
www.dewatergroep.be/capaciteitsmeting.

Iedere wooneenheid dient over een afzonderlijke watermeter te beschikken. De plaats van de watermeter dient te beantwoorden aan de voorschriften van De Watergroep.
 De kosten van de nieuwe aftakkingen zijn ten laste van de aanvragers.

Bijkomende informatie kan u vinden op : www.dewatergroep.be.” 

Evaluatie advies:

Het advies van De Watergroep betreft een louter procedurele aangelegenheid betreffende de nutsleidingen.

6.- Op 30/08/2022 werd door Hulpverleningszone Zuid-West Limburg volgend voorwaardelijk gunstig advies verleend:

“Conform het KB van 7 juli 1994 en latere wijzigingen tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen, gaat het om een Laag gebouw.

Van toepassing zijnde wetgeving

Het advies werd opgemaakt rekening houdend met het K.B. van 7 juli 1994, gewijzigd door het K.B. van 19 december 1997 en door het K.B. van 4 april 2003 tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen, bijlage 1 terminologie, bijlage 2/1 lage gebouwen, bijlage 5/1 reactie bij brand van materialen en bijlage 7 Gemeenschappelijke bepalingen.

Evenals navolgende regelgeving:

  • De codex welzijn op het werk, boek III, Arbeidsplaatsen, Titel 3: Brandpreventie op de arbeidsplaatsen; de codex welzijn op het werk, boek III, Arbeidsplaatsen, Titel 6: Veiligheids- en gezondheidssignalering; de codex welzijn op het werk, boek III, Arbeidsplaatsen, Titel 4: Ruimten met risico’s voor een explosieve atmosfeer;
  • Het AREI;
  • VLAREM milieuwetgeving;…
  • De politieverordening omtrent de brandveiligheid in horecazaken en gelijkaardige inrichtingen.

Bovenstaande wetgeving is integraal van toepassing. Steeds moeten de strengste eisen weerhouden worden. Zonder volledig te willen zijn, worden in dit verslag de voornaamste richtlijnen hernomen.

Preventiedienst 2/3

Opmerkingen

  1. Het ganse ontwerp moet rechtstreeks en voortdurend bereikbaar zijn voor de voertuigen van de brandweerdiensten, zodanig dat de brandbestrijding en de redding er normaal kunnen uitgevoerd worden.

Voor de gebouwen met meer dan één bouwlaag moeten de voertuigen van de brandweer minstens in één punt een gevel kunnen bereiken die op herkenbare plaatsen toegang geeft tot iedere bouwlaag. Daartoe moeten de voertuigen beschikken over een toegangsmogelijkheid en een opstelplaats:

  • ofwel op de berijdbare rijweg van de openbare weg;
  • ofwel op een bijzondere toegangsweg vanaf de berijdbare rijweg van de openbare weg en die de volgende karakteristieken vertoont:
  • minimale vrije breedte: 4 m;
  • minimale draaicirkel met draaistraal 11 m (aan de binnenkant) en 15 m (aan de buitenkant);
  • minimale vrije hoogte: 4 m;
  • maximale helling: 6 %;
  • draagvermogen: derwijze dat voertuigen, zonder verzinken, met een maximale asbelasting van 13 ton er kunnen rijden en stilstaan, zelfs wanneer ze het terrein vervormen. Voor de kunstwerken welke zich op de toegangswegen bevinden, richt men zich naar NBN B 03-101. (KB 7-7-1994 en latere wijzigingen art 1.1)
  1. Ondergrondse hydranten dienen te worden uitgevoerd conform de norm NBN S 21-034.
  2. De ligging van de ondergrondse hydranten dient evenwel aangeduid te worden door de gepaste herkennings- en identificatietekens betreffende de watervoorraden voor het blussen van branden, conform de ministeriële circulaire van 14 oktober 1975.
  3. De ligging van de ondergrondse hydranten dient evenwel aangeduid te worden door de gepaste herkennings- en identificatietekens betreffende de watervoorraden voor het blussen van branden, conform de ministeriële circulaire van 14 oktober 1975.
  4. De wateraansluitingen (ondergrondse hydranten) liggen op een maximum afstand van 100 meter van elkaar verwijderd. De hydranten worden aangebracht op een horizontaal gemeten van ten minste 0,60 meter van de kant der straten, wegen of doorgangen waarop voertuigen kunnen rijden en parkeren. De minimale doormeter van deze leidingen bedraagt 100 mm.

Besluit

De hulpverleningszone Zuid-West Limburg geeft een GUNSTIG brandweeradvies mits naleving van hogervermelde voorwaarden en opmerkingen.

Op het ogenblik van de beëindiging van de werken, dient de aanvrager de preventieafgevaardigde van de betreffende brandweerpost hiervan in te lichten, ten einde de burgemeester op de hoogte te kunnen brengen van het feit of er al dan niet aan de opgelegde brandvoorkomingsmaatregelen gevolg werd gegeven.
Gelieve bij elke correspondentie de nummering onder “ons kenmerk” te vermelden.”

Evaluatie advies:

Het advies van Hulpverleningszone Zuid-West Limburg betreft een louter procedurele aangelegenheid betreffende de brandveiligheid.

7.- Op 03/08/2022 werd door Proximus volgend voorwaardelijk gunstig advies verleend:

“Op basis van de informatie waarover wij momenteel beschikken, geven wij graag een gunstig advies indien u volgende voorwaarden opneemt in uw vergunning : 

- Een finale netwerkanalyse zal gebeuren na ontvangst van het vergunde plan. 

- Uitbreiding van de telecominfrastructuur van Proximus is ten laste van de aanvrager. 

- Van zodra vergund en minimaal 6 maanden voor oplevering dient de aanvrager zijn project kenbaar te maken bij Proximus door het formulier als bijlage ingevuld te versturen naar werf.a2@proximus.com. 

- De Proximus infrastructuur dient proactief voorzien te worden in het project. De technische documentatie hiervoor wordt ter beschikking gesteld na ontvangst van het vergunde plan.

- Proximus wenst betrokken te worden bij alle coördinatievergaderingen via netwerkstudie.a22@proximus.com 

Na de werken kunnen de bewoners eenvoudig aansluiten op de nutsvoorzieningen voor telefonie-, internet- en televisiediensten. Hiervoor kan de aanvrager terecht bij onze klantendienst op het gratis nummer 0800 22 800. Meer informatie op www.proximus.be/bouwen. “

Evaluatie advies:

Het advies van Proximus betreft een louter procedurele aangelegenheid betreffende de nutsleidingen.

8.- Op 20/09/2022 werd door Fluvius System Operator volgend ongunstig advies verleend:

“Conform artikel 4.4 van het Fluvius projectreglement, heeft onze studie uitgewezen dat een distributiecabine noodzakelijk is in deze projectzone. 

Voor de oprichting van deze distributiecabine is er een perceel grond nodig met de vereiste afmetingen van 5m x 6m. In bijlage kan u ons voorstel van locatie terugvinden. Deze grond zal door de initiatiefnemer aan schattingsprijs worden afgestaan aan Fluvius. De overeenkomst tussen Fluvius en de initiatiefnemer over deze grondafstand en de bijhorende erfdienstbaarheden/recht van doorgang voor de leidingen en de doorgang zal door Fluvius opgemaakt worden vóór aanvang van de werken en zal bij notariële akte worden bekrachtigd. 

Verder is het belangrijk dat het lot van de cabine een eigen lotnummer krijgt binnen de vergunde verkaveling. De initiatiefnemer zorgt tevens voor een opmetingsplan met precad referentienummer van dit lot. Verdere kosten verbonden aan de notariële akte vallen ten laste van Fluvius. 

Vooraleer wij het ontwerpdossier van uw project kunnen opstarten hebben wij onderstaande gegevens nog van u nodig: 

  • Het verkavelingsplan (met het cabineperceel als apart lot); 
  • Een afschrift van de verkavelingsvergunning (van zodra deze er is); 
  • Inplantingsplan van de cabine op het betreffende perceel 
    1. ondertekend door de landmeter); 
    2. minstens 4 foto’s ter plaatse met richtingsaanduiding op plan; 
  • Terreinprofiel; 
  • Contactgegevens van de eigenaar van het cabineperceel (firmanaam, ondernemingsnummer, adres, naam en functie van de persoon gemachtigd om de overeenkomst te tekenen, telefoonnummer en mailadres); 
  • Contactgegevens van de door u gekozen notaris; 
  • Contactgegevens van de landmeter van uw project; 
  • Schattingsverslag. 

Gelieve een opmetingsplan van het cabineperceel met precad referentienummer (+ de documentatie van het kadaster betreffende deze referentienummer) aan te leveren voordat het dossier wordt verzonden naar de notaris. Fluvius zorgt voor de verzending naar de notaris na de interne goedkeuring door onze Raad van Bestuur. 

Indien u hierover nog bijkomende inlichtingen wenst, kan u ons contacteren via het mailadres bovenaan deze brief. Wij helpen u graag verder.

Bijlage(n): Voorbeeld inplanting prefab cabine”

Evaluatie advies:

Het ongunstig advies heeft geen betrekking op de rooilijnen.

9.- Op 31/08/2022 werd door Provincie Limburg, Dienst water en Domeinen volgend  voorwaardelijk gunstig advies verleend:

“Hierbij kan ik u meedelen dat het dossier in het kader van de watertoets voorwaardelijk gunstig beoordeeld werd. Ik verzoek u evenwel de voorwaarden in de omgevingsvergunning op te nemen zoals ze geformuleerd werden in het bijgaand advies. 

DEEL 1 INLICHTINGENFICHE

Ligging van het perceel:

  • kadaster: gemeente Zonhoven, afdeling 1, sectie B, nrs. 279F, 268P, 1220L & 1213B2
  • adres: Hortstraat 3
  • niet gelegen in een overstromingsgevoelig gebied

Waterloop en machtiging

  • stroomgebied van de onbevaarbare waterlopen: VOORTBEEK, nummer 214, categorie: 2de
  • watering: neen

DEEL 2 WATERADVIES I.V.M. DE WATERTOETS

(art. 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018)

1 Beschrijving van het watersysteem

  • Het betreft een activiteit binnen het stroomgebied van een onbevaarbare waterloop van 2de categorie.
  • Het perceel is volgens het gewestplan gelegen in woongebied
  • Het perceel is daarenboven gelegen in:

o het bekken van de Demer

o het deelbekken Midden-Demer

2 Waterplannen

Het stroomgebiedbeheerplan van de Schelde is van toepassing.

3 Toetsen aan de doelstellingen decreet integraal waterbeheer, gecoördineerd op 15 juni 2018 – artikel 1.2.2

De adviesvraag handelt over de richtlijn gewijzigd afstromingsregime.

Vanaf een verharde oppervlakte van meer dan 1 000 m² moet door de vergunningverlenende instantie advies worden gevraagd aan de waterbeheerder met betrekking tot mogelijke schadelijke effecten op de toestand van het oppervlaktewater. In het kader daarvan moet voldaan worden aan de volgende voorwaarden:

  • een (eventueel gecompartimenteerd – o.w.v. het hoogteverschil) grachten- of greppelsysteem aan te leggen waar het hemelwater kan infiltreren, indien nodig met een overloop naar de riolering. Dit systeem moet bereikbaar zijn o.w.v. onderhoud. Het volume van de infiltratiegrachten moet gedimensioneerd worden op basis van een terugkeerperiode van de overloop van 20 jaar. Dit is te bepalen op basis van een uit te voeren infiltratieproef, waarbij ook de hoogste grondwaterstand moet worden bepaald. Richtwaarden in dat verband zijn terug te vinden in onderstaande tabel (huidig ontwerp: …. ha te verwachten verharding a rato van 80 m² verharding per lot. Grachten moeten vlak of in tegenhelling worden aangelegd.
  • de wegenis in waterdoorlatende verharding én fundering aan te leggen. Indien men alsnog gebruik wil maken van slokkers kunnen deze niet lager gelegen zijn dan het wegdek zodat ze als overloop fungeren.
  • infiltreren in verlaagde bermen (die voldoende breed moeten zijn) kan indien deze kunnen vrijgehouden worden van gebruik, bv. voor parking. Dit kan vermeden worden door het aanwenden van straatmeubilair.
  • Indien i.p.v. of in combinatie met de bovenstaande maatregelen geopteerd wordt voor een collectieve infiltratievoorziening moet de dimensionering eveneens voldoen aan onderstaande tabel. Indien gebruik gemaakt wordt van infiltratiebuizen moet de uit te voeren infiltratieproef op diepte gebeuren, waarbij wordt aangetoond dat zowel de infiltratiecapaciteit als de grondwaterstand zich hiertoe lenen.
  • Als buffervolume wordt hierbij het volume van de buizen zelf gerekend, dus zonder de grindkoffer. De infiltratieoppervlakte is de breedte van de koffer. Op infiltratiebuizen kan geen leegloopleiding met spindelafsluiter voorzien worden.

infiltratiecap.

minimale dimensioneringsvoorwaarden

of 

 

20-50 mm/h (fijn zand)

400 m³/ha verharde oppervlakte (v.o.), inf.opp. van min. 4 % vd v.o.

 

250 m³/ha vo en 20 % inf.opp.

 

50-100

350 m³/ha vo en 4 % inf.opp

250 m³/ha vo en 10 % inf.opp.

 

>100

250 m³/ha vo en 4 % inf.opp.

 

 

 

Aan deze voorwaarde is voldaan.

 

DEEL 3 CONCLUSIES ONDERZOEK WATERBEHEERDER

Uit de toepassing van de nadere regels voor de toepassing van de watertoets bij besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006, en latere wijzigingen, is gebleken dat het verkavelen in 12 bouwloten (lot 1 t.e.m. 9 en lot 16 t.e.m. 18) gecreëerd voor de oprichting van ééngezinswoningen(verkaveling Beskensstraat) een verandering van de toestand van watersystemen (of bestanddelen ervan) tot gevolg heeft. Deze verandering heeft geen betekenisvol schadelijk effect op het milieu voor zover de voorwaarden onder Deel 2 worden opgenomen in de vergunning.

Het wateradvies is dan ook voorwaardelijk gunstig.”

Evaluatie advies: 

Er werd geen verdere uitspraak gedaan over de rooilijnen.

10.- Op 26/07/2022 werd door Provincie Limburg, Mobiliteit en Routenetwerken volgend  voorwaardelijk gunstig advies verleend:

“We hebben uw aanvraag voor advies over de omgevingsvergunning (het realiseren van de derde fase van de verkaveling in de Beskensstraat te Zonhoven) onderzocht. Het projectgebied van deze omgevingsvergunning heeft namelijk een raakvlak met fietssnelweg F74 (Hasselt- Eindhoven via Pelt).

Provincie Limburg investeert in de uitbouw van een kwalitatief fietssnelwegennetwerk. De fietssnelweg F74 zorgt in dit netwerk voor een fietsverbinding tussen Hasselt en Noord-Limburg. De Hortstraat in Zonhoven maakt deel uit van het (toekomstige) tracé van deze fietssnelweg. De toekomstige verkaveling in de Beskensstraat grenst aan de achterzijde aan de Hortstraat.

Het tracé van fietssnelweg F74 op grondgebied Zonhoven en Hasselt (inclusief Hortstraat) werd vastgelegd in de startnota ‘Fietssnelweg Spoorlijn 18: Hasselt-Zonhoven’. Dit document kreeg haar goedkeuring op de Regionale Mobiliteitscommissie van 27 juni 2017.

De Hortstraat is momenteel een doodlopende straat met beperkt gemotoriseerd verkeer. Voor de toekomstige ontwikkeling van het fietssnelwegtracé kan de Hortstraat ingericht worden als fietsstraat (gemengd verkeer) en verlengd worden tot aan de Beskensstraat. Hierbij blijft de voorwaarde van een knip voor doorgaand gemotoriseerd verkeer.

De huidige wegbreedte is echter te smal voor het concept van een fietsstraat op een fietssnelwegtracé. De wegbreedte van de Hortstraat zou verbreed moeten worden tot minstens 4 meter en bij voorkeur 4,5 meter met aan beide zijdes een meter schuwzone zonder obstakels.

In het ontwerp van de verkaveling wordt er rekening gehouden met de huidige wegbreedte van de Hortstraat. In functie van de ontwikkeling van de fietssnelweg adviseren we rekening te houden met een toekomstige wegbreedte van 4,5 meter met een meter schuwzone aan beide zijdes.

De afdeling Mobiliteit geeft met betrekking tot het fietssnelwegennetwerk een gunstig advies onder voorwaarden. Het project dient namelijk rekening te houden met de toekomstige wegbreedte in functie van de inrichting van de Hortstraat als fietsstraat voor de verdere ontwikkeling tot fietssnelweg.”

Evaluatie advies: 

Er werd geen verdere uitspraak gedaan over de rooilijnen.

11.- Op 27/09/2022 werd door Infrabel volgend  ongunstig advies verleend:

“NV Infrabel geeft een negatief advies voor de omgevingsvergunning van IDYLIA voor de verkavelingsaanvraag voor 12 bouwloten in de Hortstraat 3, 3520 ZONHOVEN. 

Infrabel heeft de visie om op lange termijn te streven naar een overwegvrij spoorwegnet. Hiervoor zijn per gemeente streefbeelden opgemaakt met daarin infrastructuur om eventueel de spoorweg ongelijkgronds te kruisen. Het doel is de benodigde ruimte te vrijwaren voor toekomstige projecten. Voor de overweg in de Hortstraat was een fietstunnel voorzien in de as van de weg. Overwegen staan vandaag reeds onder druk. Een bijkomende ontsluiting naar de overweg van loten 16-17-18 is bijgevolg niet wenselijk, dat zou een fietstunnel hypothekeren. Een ontsluiting van loten 16-17-18 naar Vinkenhof kan perfect binnen de verkaveling. Dat zou ook minder gemengd verkeer op de fietssnelweg betekenen.”

Evaluatie advies: 

Er werd geen verdere uitspraak gedaan over de rooilijnen. 

Het BPA voorziet bovendien op deze locatie een ontsluiting (art. 20 – lokale weg type III – woonstraat) en geeft hieromtrent rechtszekerheid aan de grondeigenaars.

Het aanvaarden van deze adviezen geeft uitvoering aan artikel 3 (doelstellingen) en aan artikel 4 (principes) van het Decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019.

Het college van burgemeester en schepenen stelt voor om te beraadslagen over voorliggende zaak van de wegen voor de aanvraag voor een omgevingsvergunning met dossiernummer OMV_2022052411 (intern nummer 1344.B.874.2) op 15/04/2022 ingediend bij de gemeente Zonhoven door IDYLIA NV voor het verkavelen van gronden aan Beskensstraat fase III en het aanleggen van nieuwe wegenis (lot 19) in Zonhoven, kadastraal gekend als 1ste afdeling sectie B nrs. 268P, 279F, 1213B2 en 1220L.

Besluit

De gemeenteraad beslist:

Artikel 1

De gemeenteraad keurt de wijziging van de bestaande rooilijnen van Vinkenhof en Hortstraat zoals weergegeven op het ingediende plan van het studiebureau Hosbur van 8 april 2022 goed. De rooilijnen worden gedefinieerd volgens de coördinatenlijst voorzien op het rooilijnplan.

Artikel 2

Het rooilijnplan Hosbur van 8 april 2022 wordt als integrerend deel gehecht aan dit besluit. 

Artikel 3

Tegen dit besluit van de gemeenteraad kan binnen de 30 dagen in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering.

De procedure van dit beroep verloopt volgens art. 31/1 van het Omgevingsdecreet.

Artikel 4

Dit besluit van de gemeenteraad is nietig:

  • Wanneer de aanvraag voor een omgevingsvergunning met dossiernummer OMV_2022052411 (intern nummer 1344.B.874.2) op 15/04/2022 ingediend bij de gemeente Zonhoven door IDYLIA NV voor het verkavelen van gronden aan Beskensstraat fase III en het aanleggen van nieuwe wegenis (lot 19) in Zonhoven, kadastraal gekend als 1ste afdeling sectie B nrs. 268P, 279F, 1213B2 en 1220L niet wordt verleend, of wanneer deze in administratief of jurisdictioneel beroep wordt vernietigd.
  • Wanneer het voorwerp van de omgevingsvergunning niet binnen de in de vergunning voorziene of wettelijke termijn wordt gerealiseerd.