STEDENBOUWKUNDIG EN MILIEUTECHNISCH advies - verslag GEMEENTELIJKE omgevingsambtenaar
De aanvraag betreft het bouwen van een zwembad en het regulariseren van verhardingen.
De aanvraag werd op 16/07/2022 ontvangen.
Op 10/08/2022 werd aanvullende informatie opgevraagd.
Op 29/08/2022 werd de gevraagde aanvullende informatie aangeleverd.
Op 13/09/2022 werd de aanvraag ontvankelijk en volledig verklaard.
De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.
Er werd geen openbaar onderzoek gehouden.
HISTORIEK VAN HET EIGENDOM WAAROP DE AANVRAAG BETREKKING HEEFT
Stedenbouwkundig
De aanvraag werd in overleg gebracht met de gemeentelijke administratie op 30/05/2022
(VB_2022_085) voor wat betreft de vergunningsplicht en te volgen procedure.
Antwoord dienst 01/06/2022:
“Het niet-overdekt zwembad kan in de achtertuin geplaatst worden zonder vergunning, op voorwaarde dat de totale oppervlakte van het zwembad (39,56m²) samen met de reeds bestaande verharding in de zij - en achtertuin, zoals terrassen, paadjes ed., 80m² niet overschrijdt. De verharding dient ingeplant tot op 1 meter van de perceelsgrens en binnen een straal van 30 meter van een hoofdzakelijk vergunde of vergund geachte residentiële woning.
U gaat met de plaatsing van het zwembad boven de 80m² vrijgestelde verharding komen, samen met de oppervlakte van het bestaand terras en van de oprit naast de woning.
Voor verharding geldt in de voortuin dat enkel de strikt noodzakelijke toegangen tot en opritten naar het gebouw of de gebouwen vrijgesteld zijn van vergunning. Dit is het toegangspad naar de voordeur en de oprit tot aan de voorgevel.
Alle andere bijkomende verharding (kiezel, dolomiet, kunstgras,...) in de voortuin is vergunningsplichtig.
De voortuin werd niet conform de vergunning uitgevoerd. De volledige voortuin werd verhard. Wij hanteren in de voortuin een groenpercentage van 50%.
Wij laten ook geen verharding toe op de berm (openbaar domein). Dit dient terug in zijn oorspronkelijke toestand, zijnde grasberm te worden hersteld.
Bij een omgevingsvergunningaanvraag voor het zwembad, dient de aanpassing van de voortuin mee opgenomen te worden in de aanvraag.
In bijlage werd een voorbeelddossier gevoegd voor de plaatsing van een zwembad als hulpmiddel bij de indiening van een dossier. Een dossier wordt digitaal ingediend via het omgevingsloket: https://www.omgevingsloketvlaanderen.be/. (onder oranje kader: vergunning aanvragen)
Bij de indiening van het dossier moeten minstens de volgende documenten opgeladen:
- addendum A1 (in bijlage)
- inplantingsplan vergunde toestand (VT), bestaande toestand (BT) en nieuwe toestand (NT): vermeld op elk plan alle constructies en verhardingen met alle afmetingen (zie document leidraad)
- grondplan zwembad
- doorsnede zwembad
- legende van de gebruikte materialen
- minstens 3 gekleurde en genummerde foto’s, apart opladen
Vermeld zoveel mogelijk afmetingen op de plannen.
Het losstaande bijgebouw is vrijgesteld van vergunning indien de oppervlakte ervan beperkt is tot maximum 40m², en de hoogte beperkt tot 3,5 meter.”
Uit de gegevens waarover de gemeente beschikt, blijkt niet dat voor het voorwerp van de aanvraag een PV is opgesteld noch dat een meerwaarde werd opgelegd of dat op het goed een vonnis of arrest rust.
Uit het aanvraagdossier en de gegevens waarover de gemeente beschikt (luchtfoto…) blijkt dat op het perceel van de aanvraag constructies aanwezig zijn, waarvoor geen vergunning verleend werd. Het betreft de aanleg van verhardingen.
Deze wederrechtelijk aangelegde verhardingen werden opgenomen in de huidige aanvraag als te regulariseren of te verwijderen.
Milieu
Het perceel is niet opgenomen in het Grondeninformatieregister.
OPENBAAR ONDERZOEK
Overeenkomstig artikel 17 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hoofdstuk 3 Toepassingsgebied van de gewone en vereenvoudigde procedure, artikels 11 t.e.m. 14 van het besluit tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning, werd dit dossier volgens de vereenvoudigde procedure behandeld.
Er werd bijgevolg geen openbaar onderzoek gehouden.
ADVIEZEN
Geen adviezen vereist.
MILIEUEFFECTENRAPPORTAGE
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van bijlage I, II en III van het besluit inzake projectmilieueffectrapportage van 10 december 2004 en latere wijzigingen.
STEDENBOUWKUNDIG ADVIES
TOETSING AAN DE REGELGEVING EN VOORSCHRIFTEN
OVEREENSTEMMING MET BESTEMMINGS- EN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
Gewestplan
De aanvraag is volgens het geldende gewestplan Hasselt - Genk, goedgekeurd bij Koninklijk besluit op 3 april 1979, gelegen in woongebied.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van een goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen en latere wijzigingen).
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg, noch in een ruimtelijk uitvoeringsplan.
Verkaveling
Het goed is gekend als lot 5 binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde verkaveling, waarvan de vergunning is afgeleverd op 08/08/1974 door het college van burgemeester en schepenen en gekend is onder nummer 7204.V.416. De verkavelingsvergunning is voor dit perceel niet vervallen.
De kavel kreeg als bestemming eengezinswoning.
De aanvraag voldoet principieel aan de geldende bestemmingsvoorschriften en de verkavelingsvoorschriften.
Vrijstelling vergunningsplicht
Volgens art. 2.1.11° van het besluit van de Vlaamse regering van 16 juli 2010 tot bepaling van handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is, in werking getreden op 1 december 2010, is het bestaande bijgebouw in de achtertuinstrook vrijgesteld van vergunning. De oppervlakte van het bijgebouw bedraagt 36,3m², de hoogte is beperkt tot 2,40m, het bevindt zich op minder dan 30 m van de woning en op meer dan 1m afstand tot de perceelgrenzen.
Hierover wordt dan ook geen uitspraak gedaan.
Stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater
De aanvraag valt onder de toepassing van het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 en latere wijzigingen, houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
De verordening is echter niet van toepassing voor wat betreft de aanleg van de verhardingen en het buitenzwembad (ca. 58m²), omdat het hemelwater dat op de verharding valt niet wordt opgevangen en afgevoerd, maar op natuurlijke wijze op eigen terrein in de bodem kan infiltreren in de naastliggende groenzones.
De aanvraag voldoet aan deze stedenbouwkundige verordening.
Riolering
Het perceel is op het zoneringplan voor riolering, goedgekeurd bij Ministerieel besluit de dato 19 september 2008, gelegen in “Collectief te optimaliseren buitengebied”.
Met betrekking tot de riolering dienen volgende voorwaarden en opmerkingen gevolgd te worden:
Algemene bepalingen betreffende riolering en waterafvoer:
We raden aan om:
Keuring privéwaterafvoer
Door het in voege treden van het Algemeen Waterverkoopreglement is de keuring van privéwaterafvoer verplicht vanaf 1 juli 2011. Elke rioleringsaansluiting op het openbaar saneringsnet dient een keuring van de privéwaterafvoer te ondergaan conform artikel 12, §1 van het Algemeen Waterverkoopreglement en dit bij de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer. Enkel de door Fluvius erkende keurders komen hiervoor in aanmerking (een lijst kan u terugvinden op de website van Fluvius: www.fluvius.be).
Specifieke bepalingen betreffende riolering en waterafvoer voor dit bouwproject:
In afwachting van deze collectieve afvalwaterzuivering moet het afvalwater gezuiverd worden, dit mag door alle afvalwater, zowel zwart afvalwater (toiletten) en grijs afvalwater (gootsteen, vaatwas, douche, bad, …) aan te sluiten op een septische put. Het minimale putvolume voor een gezin tot vijf personen is 3.000 liter, met 600 liter per bijkomende inwoner.
Septische putten (tot 50 IE) moeten in België voorzien zijn van een CE‐markering. Daarnaast kunnen deze ook voorzien zijn van het vrijwillige BENOR‐merk.
Volgens de GSV “hemelwater” dient een gescheiden stelsel voorzien te worden: de afvoer van het buitenterras/oprit dient aangesloten te worden op de overloop van de hemelwaterput, op een infiltratievoorziening of dient in de naastliggende groenzones af te wateren.
Watertoets
Het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013,verplicht de vergunningverlenende overheid om de watertoets uit te voeren bij elke aanvraag tot omgevingsvergunning. Dit decreet vormt het juridisch kader voor het integraal waterbeleid in Vlaanderen. Het decreet bevat ook de omzetting van de kaderrichtlijn Water en de Overstromingsrichtlijn.
Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Voor het betrokken project werd de watertoets uitgevoerd volgens de richtlijnen van het uitvoeringsbesluit van 20 juli 2006. Dit Watertoetsbesluit werd gewijzigd bij Besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011. Dit besluit is in werking getreden op 1 maart 2012.
Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd.
Zoals hoger aangehaald valt de aanvraag niet onder toepassing van deze verordening. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
De aanvraag doorstaat de watertoets.
Archeologienota
Conform het Onroerenderfgoeddecreet de dato 12 juli 2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag gezien de perceeloppervlakte kleiner is dan 3 000m².
Indien men niet verplicht is tot het opstellen van een archeologienota en tijdens de uitvoering komen er toch archeologische sporen of vondsten aan het licht, dan dient de bouwheer dit te melden binnen de 3 dagen aan het agentschap Onroerend Erfgoed (www.onroerenderfgoed.be).
Overige regelgeving
Slopen
De afbraak/ verwijdering van de bestaande overdekte en niet overdekte constructies dient te gebeuren tot in de grond en de vrijgekomen ruimte dient ingericht te worden als groenzone voor zover geen nieuwe constructies voorzien worden.
Aan de afbraak is geen milieuvergunningsplicht verbonden, wel dient rekening gehouden te worden met de wettelijke verplichtingen opgenomen in het Vlarem II, omgevingsvergunningsdecreet, het bodemsaneringsdecreet en het materialendecreet. Vooraleer te starten met de afbraakwerken dienen de constructies volledig ontruimd te worden. De afvalstoffen die vrijkomen bij de afbraakwerken dienen selectief ingezameld te worden.
Alle bouw-, sloop- en infrastructuurwerken in open lucht dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II, hoofdstuk 6.12 Beheersing van stofemissies tijdens bouw- , sloop- en infrastructuurwerken”, indien deze uitgevoerd worden door een aannemer.
Het verwijderen van asbest dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II Beheersing van asbest, hoofdstuk 6.4.
Grondverzet
Uit het ingediende dossier blijkt niet dat een grondverzet (met aanvoer/ afvoer) van meer dan 250m³ zal plaatsvinden. De regelgeving omtrent grondverzet is niet van toepassing.
De aanvraag is verenigbaar met de regelgeving en de verkavelingsvoorschriften.
Toetsing AAN DE goede ruimtelijke ordening
OMSCHRIJVING VAN DE FEITELIJKE AANVRAAG
Het perceel van de aanvraag is bebouwd met een vrijstaande eengezinswoning en een bijgebouw. De oprit , de verharding in de rechter zijtuinstrook, een terras achteraan de woning en een toegangspad in voortuin werden mee opgenomen in de vergunning voor de woning anno 2010. Binnen de bestaande toestand werd nagenoeg de volledige voortuin en de wegberm verhard met kiezel.
Met de huidige aanvraag wenst men een ruim gedeelte van de verharding in de voortuin (en de berm) te verwijderen en een beperkt gedeelte te regulariseren. Verder omvat de aanvraag het
bouwen van een zwembad in de achtertuin.
Behoudens een pad langs de voorgevel en een gedeelte terras aan de achterzijde, wordt alle niet vergunde verharding verwijderd.
Het openluchtzwembad, inclusief boorden, heeft een breedte van 4,60m en een bouwdiepte van 8,60m. Het zwembad wordt aansluitend op het terras achter de woning aangelegd en krijgt een diepte van 1,50m. Het is een type zoutwaterzwembad. Dit type zuivert het zwembadwater met zwembadzout (natriumchloride). Een zoutwater systeem scheidt het natrium dan van de chloride om zo natuurlijke chloor te creëren.
De overloop komt rechtsreeks uit op het omliggende maaiveld.
Alle overtollige grond die vrijkomt bij het graven van het zwembad, dient verwijderd te worden via een erkende grondwerker of naar een erkende grondreinigingsplaats.
Gelet op de terreinoppervlakte van 869m², de bebouwde oppervlakte van ca. 145m² en de niet overdekte constructies met een oppervlakte van ca. 150m², resteert zo’n 66% van het terrein als groenzone.
BEOORDELING VAN DE GOEDE RUIMTELIJKE ORDENING
De aanvraag is gelegen in een gebied dat geordend wordt door een verkavelingsvergunning waarvan niet afgeweken wordt. Dit plan of die vergunning bevat voorschriften die de aandachtspunten, vermeld in art. 4.3.1 §2 1° van de Vlaamse Codex ruimtelijke ordening, behandelen en regelen. Deze voorschriften worden geacht de criteria van de goede ruimtelijke ordening weer te geven.
De aanvraag integreert zich hierin volledig.
De aanvraag voldoet aan de criteria voor de goede ruimtelijke ordening in de onmiddellijke en ruime omgeving.
BESPREKING ADVIEZEN
Er werden geen adviezen opgevraagd.
Uit de bovenstaande motivering blijkt dat de schaal en het uiterlijk van de voorgenomen werken op voldoende wijze ruimtelijk inpassen in de onmiddellijke en ruime omgeving. De aanvraag is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.
MILIEUTECHNISCH ADVIES
Niet van toepassing.
EINDADVIES
Uit bovenstaande motiveringen blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen inzake milieu en ruimtelijke ordening, en dat het voorgestelde ontwerp verenigbaar en bestaanbaar is met de goede plaatselijke ordening en met zijn onmiddellijke omgeving.
De aanvraag is vatbaar voor een omgevingsvergunning voor het bouwen van een zwembad en het regulariseren van verhardingen.
Bijgevolg adviseert de omgevingsambtenaar het dossier voorwaardelijk gunstig voor het bouwen van een zwembad en het regulariseren van verhardingen, zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan de aanvraag zijn verbonden en voor zover rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarden:
Riolering:
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.
Het college van burgemeester en schepenen volgt integraal het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar van 25/10/2022 tot het afleveren van een omgevingsvergunning met voorwaarden aan de aanvrager.
Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het afleveren van een omgevingsvergunning met voorwaarden aan de aanvrager.
De omgevingsvergunning omvat het bouwen van een zwembad en het regulariseren van verhardingen, zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan deze omgevingsaanvraag zijn verbonden en voor zover rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarden.
De omgevingsvergunning wordt aldus afgegeven onder volgende voorwaarden:
Riolering:
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.