Het schepencollege neemt kennis van het beroepschrift ingediend door de leidend ambtenaar van het departement Omgeving, Dhr. Peter Cabus, secretaris-generaal, Koning Albert II – Laan 20 bus 8 te 1000 Brussel tegen de beslissing van 15 maart 2022 van het college van burgemeester en schepenen houdende de omgevingsvergunning voor het bouwen van een kantoorgebouw met conciërgewoning, het regulariseren en uitbreiden van de productiehallen en het regulariseren van de containers en de cementsilo en het hernieuwen, wijzigen en uitbreiden van een inrichting voor het vervaardigen van betonelementen, zoals weergegeven op de ingediende plannen, aan de Kruisstraat 13 en 13A (conciërgewoning), afdeling 2 sectie D nummers 130Z33, 130A34, 130V39, 130S40 en 130G40.
In het schrijven d.d. 13 oktober 2022 vraagt de Dienst Omgeving van de provincie Limburg het college om het advies inzake dit beroep ingevolge wijziging vergunningsaanvraag. Tijdens de procedure in beroep werd door de aanvrager op 26 augustus 2022 wijzigingen aan de vergunningsaanvraag aangebracht, met volgende motivering: “De buffer aan de achterzijde wordt 100% uitgevoerd.” De toegangsweg naar de bestaande betoncentrale in bufferzone wordt geschrapt en vervangen door een transportband naast de bufferzone.
Advies dienst Vergunningen en Handhaving:
De gemeentelijk omgevingsambtenaar (GOA) neemt kennis van de aangebrachte wijzigingen maar blijft bij haar eerder ingenomen negatief standpunt en wenst hiervoor te verwijzen naar het verslag GOA d.d. 10 maart 2022.
1.- De aanvraag is niet verenigbaar met de regelgeving en de stedenbouwkundige voorschriften.
2.- De aanvraag is niet verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.
Advies college van burgemeester en schepenen
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de aangebrachte wijzigingen en behoudt haar voorwaardelijk gunstig standpunt. De aangebrachte wijzigingen komen immers tegemoet aan de opgelegde voorwaarden en verwijst hiervoor naar de argumentatie en voorwaarden die in het besluit van 15 maart 2022 worden uiteengezet.
“Het college van burgemeester en schepenen volgt het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar omtrent het sluiten van het openbaar onderzoek en het afwijken van de
verkavelingsvoorschriften maar volgt het advies tot het weigeren van de omgevingsaanvraag niet. De silo en bijhorende containers liggen onderliggend in industriegebied volgens het ingediend plan van de beëdigd landmeter. Deze zijn vergunbaar mits een afwijking van het BPA. Het BPA is ouder dan 15 jaar en het CBS oordeelt dat een afwijking hier kan.
De toegang tot de silo is echter complexer. Hier is de onderliggende bestemming natuurgebied en is een afwijking zoals voorgesteld niet mogelijk. De afmetingen tussen het gebouw en de buffer bedraagt 2,70m. Een parkeerplaats voor vrachtwagens heeft volgens de richtlijnen een breedte van 2,65m tot 3m. De bouwheer dient flankerende maatregelen te nemen om bij het in-en uitrijden van vrachtwagens enkel deze breedte te gebruiken. Zo kan 4,5m tot 5m van de buffer gevrijwaard blijven van dit transport dat noodzakelijk is voor de bedrijfsvoering.
Het CBS legt wel op dat de buffer aan de achterzijde van het gebouw over de volledige lijn moet doorgetrokken worden tot aan de containers. Beplanting in nabijheid van de container/silo kan uitzonderlijk in plantenbakken.
De buffer aan de achterzijde ter hoogte van de inrit moet dus voor een breedte van 3 meter ten alle tijden beplant zijn met de vermelde haagbeuk of een equivalent. Indien er één afsterft dient deze vervangen te worden. In de overige 1,5 m tot 2 m van de buffer mogen geen tijdelijke of vaste constructies aangebracht worden tenzij in functie van het groenbehoud.
Het college wenst af te wijken van het BPA voor de vergunning van de bedrijfswoning. Een afwijking is vergunbaar, het BPA is ouder dan 15 jaar. De VCRO stelt in artikel 4.3.6. dat een 2e vrijstaande woning niet mogelijk is. Hierbij is het woord vrijstaand van belang. Als de eerste woning vrijstaand is, kan de 2e enkel inpandig zijn. Dat is hier het geval. De aanvraag voor conciërgewoning is dus aanvaardbaar.
Het college legt voor de bouw van het kantoorgebouw met conciërgewoning een groendak op.
Aangepaste plannen dienen hiertoe aangebracht te worden op de dienst RO alvorens de werken starten.
De Punus Lauro Ceranus beplanting in de buffer t.o.v. de woning dient vervangen te worden door streekeigen beplanting conform het BPA.
Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen van een kantoorgebouw met conciërgewoning, het regulariseren en uitbreiden van de productiehallen en het regulariseren van de containers en de cementsilo en het hernieuwen, wijzigen en uitbreiden van een inrichting voor het vervaardigen van betonelementen, zoals weergegeven op de ingediende plannen.
Volgende voorwaarden dienen strikt nageleefd te worden:
Het college van burgemeester en schepenen beslist het ingediende beroep negatief te beoordelen en behoudt naar aanleiding van de aangebrachte wijzigingen het standpunt van 15 maart 2022 met volgende voorwaarden: