STEDENBOUWKUNDIG EN MILIEUTECHNISCH advies - verslag GEMEENTELIJKE omgevingsambtenaar
De aanvraag betreft het bouwen van een fietsenstalling en het regulariseren van een niet-overdekt terras.
De aanvraag werd op 6/06/2022 ontvangen.
Op 5/07/2022 werd aanvullende informatie opgevraagd.
Op 19/07/2022 werd de gevraagde aanvullende informatie aangeleverd.
Op 16/08/2022 werd de aanvraag ontvankelijk en volledig verklaard.
De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.
Er werd geen openbaar onderzoek gehouden.
HISTORIEK VAN HET EIGENDOM WAAROP DE AANVRAAG BETREKKING HEEFT
Stedenbouwkundig
Uit het aanvraagdossier / de gegevens waarover de gemeente beschikt (luchtfoto…) blijkt dat op het perceel van de aanvraag constructies en/ of handelingen werden opgericht/ verricht/ aanwezig zijn, waarvoor geen vergunning verleend werd. Het betreft de aanleg van een vergunningsplichtig terras en het niet-conform de omgevingsvergunning voorzien van een toegang tot het gebouw.
Deze wederrechtelijk opgerichte constructies/ uitgevoerde handelingen werden deels opgenomen in de huidige aanvraag als te regulariseren.
OPENBAAR ONDERZOEK
Overeenkomstig artikel 17 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hoofdstuk 3 Toepassingsgebied van de gewone en vereenvoudigde procedure, artikels 11 t.e.m. 14 van het besluit tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning, werd dit dossier volgens de vereenvoudigde procedure behandeld.
Er werd bijgevolg geen openbaar onderzoek gehouden.
ADVIEZEN
Dienst Facilitair Management
MILIEUEFFECTENRAPPORTAGE
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van bijlage I, II en III van het besluit inzake projectmilieueffectrapportage van 10 december 2004 en latere wijzigingen.
STEDENBOUWKUNDIG ADVIES
TOETSING AAN DE REGELGEVING EN VOORSCHRIFTEN
OVEREENSTEMMING MET BESTEMMINGS- EN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
Gewestplan
De aanvraag is volgens het geldende gewestplan Hasselt - Genk, goedgekeurd bij Koninklijk besluit op 3 april 1979, gelegen in woongebied met een landelijk karakter.
De woongebieden met landelijk karakter zijn in hoofdzaak bestemd “voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven”. Zowel bewoning als landbouw zijn bijgevolg de hoofdbestemmingen van het gebied, en beide bestemmingen staan er op gelijke voet. Daarnaast kunnen eveneens de andere inrichtingen, voorzieningen en activiteiten, zoals in woongebied worden toegelaten (artikel 6 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
Gewestplanwijziging
Bij besluit van de Vlaamse Regering van 30-04-1996 en van 6-10-2000 werd het gewestplan deels
gewijzigd.
De reservatiestrook ten oosten van het centrum werd geschrapt.
De reservatie- en erfdienstbaarheidsgebieden zijn die waar perken kunnen worden opgesteld aan de handelingen en werken ten einde de nodige ruimten te reserveren voor de uitvoering van werken van openbaar nut, of om deze werken te beschermen of in stand te houden.
Er is geen bestemmingswijziging ten opzichte van het gewestplan voorzien voor dit perceel.
De aanvraag voldoet principieel aan de geldende bestemmingsvoorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater
De aanvraag valt onder de toepassing van het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 en latere wijzigingen, houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
De verordening is niet van toepassing voor wat betreft de aanleg van de voorziene verhardingen omdat het hemelwater dat op de verharding valt niet wordt opgevangen en afgevoerd, maar op natuurlijke wijze op eigen terrein in de bodem kan infiltreren.
De aanvraag voldoet aan deze stedenbouwkundige verordening.
Watertoets
Het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013,verplicht de vergunningverlenende overheid om de watertoets uit te voeren bij elke aanvraag tot omgevingsvergunning. Dit decreet vormt het juridisch kader voor het integraal waterbeleid in Vlaanderen. Het decreet bevat ook de omzetting van de kaderrichtlijn Water en de Overstromingsrichtlijn.
Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Voor het betrokken project werd de watertoets uitgevoerd volgens de richtlijnen van het uitvoeringsbesluit van 20 juli 2006. Dit Watertoetsbesluit werd gewijzigd bij Besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011. Dit besluit is in werking getreden op 1 maart 2012.
Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Zoals hoger aangehaald voldoet het voorliggende ontwerp aan deze verordening. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
De aanvraag doorstaat de watertoets.
Archeologienota
Conform het Onroerenderfgoeddecreet de dato 12 juli 2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag gezien de perceeloppervlakte kleiner is dan 3 000m².
Indien men niet verplicht is tot het opstellen van een archeologienota en tijdens de uitvoering komen er toch archeologische sporen of vondsten aan het licht, dan dient de bouwheer dit te melden binnen de 3 dagen aan het agentschap Onroerend Erfgoed (www.onroerenderfgoed.be).
Overige regelgeving
Grondverzet
Uit het ingediende dossier blijkt niet dat een grondverzet (met aanvoer/ afvoer) van meer dan 250m³ zal plaatsvinden. De regelgeving omtrent grondverzet is niet van toepassing.
De aanvraag is verenigbaar met de regelgeving.
Toetsing AAN DE goede ruimtelijke ordening
OMSCHRIJVING VAN DE FEITELIJKE AANVRAAG
De aanvraag omvat het bouwen van een fietsenstalling en het regulariseren van een niet-overdekt terras.
BEOORDELING VAN DE GOEDE RUIMTELIJKE ORDENING
De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen:
1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;
2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in 1°, in rekening brengen;
Omschrijving ligging en omgeving
Het perceel van de aanvraag is gelegen aan de Hortstraat, een gemeenteweg in het gehucht Halveweg.
De directe omgeving wordt gekenmerkt door residentiële bebouwing in open, een enkele keer in halfopen, verband en meestal bestaande uit 2 bouwlagen.
De ruimere omgeving wordt deels eveneens gekarakteriseerd als de bebouwing in de directe omgeving. In het westen wordt deze vorm aangevuld met kleinhandelsactiviteiten, in het zuiden door groepswoningbouw in halfopen en gesloten verband en bestaande uit 2 bouwlagen.
Omschrijving van de aanvraag
Op het perceel is een eengezinswoning aanwezig, ingeplant op 4,31 meter van de voorste perceelsgrens, een bouwbreedte van 11,57 meter en een bouwdiepte van ongeveer 15 meter op het gelijkvloers en ongeveer 10 meter op de verdieping.
Aan de linkerkant is momenteel de toegang tot het gebouw voorzien, uitgevoerd in kiezelverharding. Dit stemt niet overeen met de afgeleverde omgevingsvergunning anno 2018 De toegang/ oprit van 3m breed en servitudeweg van 4m breed werden aan de rechterzijde van het perceel vergund met een kiezelverharding over een perceeldiepte van 7,37m.
Het perceel is, met uitzondering van de vergunde inrit en de servitudeweg, momenteel niet ontoegankelijk gemaakt.
De fietsenstalling wordt op ongeveer 8,5 meter van de voorgevel ingeplant tegen de linker zijgevel van de woning. Ze heeft een bouwdiepte van 3,8 meter en een plat dak met een hoogte van 2,5 meter, waarvan de afwatering van het hemelwater afgeleid wordt naar de achtertuin om aldaar te infiltreren. De linkergevel bevindt zich op een afstand van 52 cm van de perceelsgrens.
Er moet een regularisatie gebeuren van het terras, ingeplant tegen de achtergevel en voor een klein deel tegen de linker zijgevel. Het heeft een oppervlakte van 32,1 m² en is uitgevoerd met keramische tegels die naast de verharding infiltreren. Een regularisatie moet met dezelfde criteria beoordeeld worden als een nieuwe aanvraag. Het kan immers niet zijn dat de regularisatie soepeler zou beoordeeld worden om reden dat de werken reeds uitgevoerd zijn.
De aanvraag is in overeenstemming met en functioneel inpasbaar in de directe en ruime omgeving.
Voor wat het volume en de dimensies betreffen, voldoet de fietsenstalling aan de normen. Omwille van de inplanting komt ze echter niet in aanmerking voor het vrijstellingsbesluit. Een afstand van circa 50 cm tot de perceelsgrens is klein, maar voldoende om de uitvoering van onderhoudswerken mogelijk te maken. De moderne natuurlijke uitvoering in hout met een plat dak contrasteert met de stijl van de woning maar blijft, gezien de inplanting, onopvallend voor het straatbeeld dat een erg divers architecturaal karakter kent, al dan niet met aangebouwde bijgebouwen of andere uitbreidingen.
De bestaande, te regulariseren inrit voorziet 2 autostaanplaatsen achter elkaar ipv naast elkaar. De verharding van de servitudeweg wenst men volledig door te trekken over een diepte van ca. 83m ipv de eerste 7,37m.Momenteel is een rijspoor met steenslag aanwezig, dit mag behouden blijven, verdere verharding is hier niet wenselijk noch noodzakelijk.
De oppervlakte voor inrit en terras van de woning is beperkt. Het uiterlijk van de tegels wordt niet meegedeeld, maar is van ondergeschikt belang omdat de inplanting van het terras geen invloed heeft op het straatbeeld dat gekenmerkt wordt door diverse verhardingspercentages, al dan niet duidelijk zichtbaar vanop de rijweg.
Als we voor de groenterreinindex rekening houden met het aandeel van het perceel binnen het woongebied , algemeen genomen de eerste 50 meter ,bereiken we een groenpercentage van 61,5%. Dit percentage voldoet aan de momenteel gehanteerde normen.
De tijdelijke constructie in agrarisch gebied is door vergunning 2018/00288 vrijgesteld van vergunning tot 1/04/2024.
Er wordt in de aanvraag geen melding gemaakt van een wijziging van het bodemreliëf.
De aanvraag voldoet aan de criteria voor de goede ruimtelijke ordening in de onmiddellijke en ruime omgeving.
BESPREKING ADVIEZEN
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies.
De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden.
Uit de bovenstaande motivering blijkt dat de schaal en het uiterlijk van de voorgenomen werken op voldoende wijze ruimtelijk inpassen in de onmiddellijke en ruime omgeving. De aanvraag is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.
Als bemerking wordt meegegeven dat er voor de houten fietsenstalling bij voorkeur geopteerd wordt voor een lokale (Europese) houtsoort uit duurzaam beheerde bossen (aangetoond met label). Tropische houtsoorten worden best vermeden aangezien deze op vlak van ecologie zeer slecht scoren.
MILIEUTECHNISCH ADVIES
Niet van toepassing.
GECOÖRDINEERD EINDADVIES
Uit bovenstaande motiveringen blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen inzake milieu en ruimtelijke ordening, en dat het voorgestelde ontwerp verenigbaar is met de goede plaatselijke ordening en met zijn onmiddellijke omgeving.
De aanvraag is vatbaar voor een omgevingsvergunning voor het bouwen van een fietsenstalling en het regulariseren van een niet-overdekt terras.
Er wordt geen uitspraak gedaan over de tijdelijke vrijstaande constructie in agrarisch gebied, die geplaatst is ten behoeve van de uitvoering van omgevingsvergunning 2022/00288, omdat deze tot en met 1/04/2024 gedekt wordt door de vervalregeling van vergunningen en meldingen en daarom tot en met die datum valt onder toepassing van het vrijstellingsbesluit.
Bijgevolg adviseert de omgevingsambtenaar het dossier voorwaardelijk gunstig voor het bouwen van een fietsenstalling en het regulariseren van een niet-overdekt terras zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan de aanvraag zijn verbonden en voor zover rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarden:
Als bemerking wordt meegegeven dat:
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.
Het college van burgemeester en schepenen volgt integraal het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar van 06/10/2022 tot het afleveren van een omgevingsvergunning met voorwaarden aan de aanvrager.
Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het afleveren van een omgevingsvergunning met voorwaarden aan de aanvrager.
De omgevingsvergunning omvat het bouwen van een fietsenstalling en het regulariseren van een niet-overdekt terras zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan deze omgevingsaanvraag zijn verbonden en voor zover rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarden.
De omgevingsvergunning wordt aldus afgegeven onder volgende voorwaarden:
Als bemerking wordt meegegeven dat:
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.