STEDENBOUWKUNDIG EN MILIEUTECHNISCH advies - verslag GEMEENTELIJKE omgevingsambtenaar
De aanvraag betreft het vellen van 9 canadapopulieren. De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen en vegetatiewijzigingen.
De aanvraag werd op 16/05/2022 ontvangen en op 07/06/2022 ontvankelijk en volledig verklaard.
De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.
Er werd geen openbaar onderzoek gehouden.
HISTORIEK VAN HET EIGENDOM WAAROP DE AANVRAAG BETREKKING HEEFT
Stedenbouwkundig
Op 25/08/2021 werd een aanvraag in het kader van acuut gevaar voor het vellen van 9 bomen geweigerd.
Voor het perceel van de aanvraag werden geen andere uitspraken gedaan of beslissingen genomen.
Uit de gegevens waarover de gemeente beschikt, blijkt niet dat voor het voorwerp van de aanvraag een PV is opgesteld noch dat een meerwaarde werd opgelegd of dat op het goed een vonnis of arrest rust. Er zijn ook geen geschriften bekend waaruit zou blijken dat er wederrechtelijke werken werden uitgevoerd.
OPENBAAR ONDERZOEK
Overeenkomstig artikel 17 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hoofdstuk 3 Toepassingsgebied van de gewone en vereenvoudigde procedure, artikels 11 t.e.m. 14 van het besluit tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning, werd dit dossier volgens de vereenvoudigde procedure behandeld.
Er werd bijgevolg geen openbaar onderzoek gehouden.
ADVIEZEN
Agentschap Natuur en Bos
Dienst Facilitair Management
MILIEUEFFECTENRAPPORTAGE
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van bijlage I, II en III van het besluit inzake projectmilieueffectrapportage van 10 december 2004 en latere wijzigingen.
STEDENBOUWKUNDIG ADVIES
TOETSING AAN DE REGELGEVING EN VOORSCHRIFTEN
OVEREENSTEMMING MET BESTEMMINGS- EN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
Gewestplan
Het perceel van de aanvraag is volgens het geldende gewestplan Hasselt - Genk, goedgekeurd bij Koninklijk besluit op 3 april 1979, deels gelegen in woongebied met landelijk karakter en deels gelegen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied.
De voorgestelde werken bevinden zich volledig in het landschappelijk waardevol agrarisch gebied.
Agrarisch gebied
De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven.
Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300m van een woongebied of op ten minste 100m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden (artikel 11 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
Landschappelijk waardevolle gebieden
De landschappelijke waardevolle gebieden zijn gebieden waarvoor bepaalde beperkingen gelden met het doel het landschap te beschermen of aan landschapsontwikkeling te doen.
In deze gebieden mogen alle handelingen en werken worden uitgevoerd die overeenstemmen met de in grondkleur aangegeven bestemming, voor zover zij de schoonheidswaarde van het landschap niet in gevaar brengen.
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg, noch in een ruimtelijk uitvoeringsplan, noch in een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
De aanvraag voldoet principieel aan de geldende bestemmingsvoorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater
Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater is niet van toepassing omdat er geen bebouwing of verhardingen aanwezig zijn, noch voorzien worden.
Watertoets
Het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013,verplicht de vergunningverlenende overheid om de watertoets uit te voeren bij elke aanvraag tot omgevingsvergunning. Dit decreet vormt het juridisch kader voor het integraal waterbeleid in Vlaanderen. Het decreet bevat ook de omzetting van de kaderrichtlijn Water en de Overstromingsrichtlijn.
Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
De aanvraag doorstaat de watertoets.
Archeologienota
Conform het Onroerenderfgoeddecreet de dato 12 juli 2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag gezien de perceeloppervlakte kleiner is dan 3 000m².
Indien men niet verplicht is tot het opstellen van een archeologienota en tijdens de uitvoering komen er toch archeologische sporen of vondsten aan het licht, dan dient de bouwheer dit te melden binnen de 3 dagen aan het agentschap Onroerend Erfgoed (www.onroerenderfgoed.be).
Overige regelgeving
Natuurdecreet
Het perceel is niet gelegen binnen of grenzend aan een speciaal beschermingsgebied. Omwille van de ligging, de aard van het project en de afstand tot de waardevolle natuurgebieden wordt gesteld dat er geen impact is van de projectaanvraag op de natuurwaarden.
Onderstaande direct werkende normen zijn van toepassing:
Volgende doelstelling of zorgplicht is van toepassing: Artikel 14 §1 Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 21/10/1997.
De aanvraag is verenigbaar met de regelgeving.
Toetsing AAN DE goede ruimtelijke ordening
OMSCHRIJVING VAN DE FEITELIJKE AANVRAAG
De aanvraag omvat het vellen van 9 canadapopulieren.
BEOORDELING VAN DE GOEDE RUIMTELIJKE ORDENING
De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen:
1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;
2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in 1°, in rekening brengen;
Omschrijving ligging en omgeving
Het perceel situeert zich, achterliggend, langs de Sparrenweg. De Sparrenweg kenmerkt zich door een bebouwing in de vorm van grondgebonden eengezinswoningen, voornamelijk in een open bebouwing.
Het perceel bevindt zich achter de lintbebouwing langs de Sparrenweg en is voornamelijk begroeid met gras. Op het perceel bevindt zich een klein landschapselement (KLE) met nr. 142, een dubbele rij canadapopulieren.
Omschrijving van de aanvraag
De aanvraag omvat het vellen van 9 van de canadapopulieren die deel uit maken van de KLE. De bomen zijn droog en kaprijp. Met recente stormen zijn er reeds enkele bomen omgewaaid. De hoogte van de bomen is 28 à 30m, de stamomtrek is 100 à 140cm.
Beoordeling
Gezien de toestand van de bomen, die niet voor alle bomen nog even optimaal is, en het bijhorende risico op schade reëel is, is de kap van de gevraagde bomen aanvaardbaar. Een heraanplant ter compensatie, zoals voorgesteld in de adviezen van ANB en de dienst Facilitair Management (zie verder), is echter noodzakelijk. Er werd geen voorstel tot heraanplant toegevoegd aan de aanvraag.
Volgende vergunningsvoorwaarden zullen om die reden worden opgelegd:
Deze heraanplant dient te gebeuren binnen het jaar na het kappen van de bomen.
De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwalitatief degelijk plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelverankering en zo nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- en/of veevraat.
Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld. In ieder geval is de aanvrager er toe gehouden om op zijn perceel minstens 9 nieuwe hoogstammige boom tot volle wasdom te brengen.
Bodemreliëf
De aanvraag omvat geen wijzigingen van het terreinniveau.
De aanvraag voldoet aan de criteria voor de goede ruimtelijke ordening in de onmiddellijke en ruime omgeving op voorwaarde van hierboven vernoemende heraanplant.
BESPREKING ADVIEZEN
“Ruimtelijke bestemming
woongebieden met landelijk karakter, landschappelijk waardevolle agrarische gebieden
Beschermingsstatus
Niet in VEN, habitatrichtlijn- of vogelrichtlijngebied gelegen.
Biologische waarderingskaart
ua,kbp,hp*,hpr* + hc° + hu
Biologische waardevol - Bomenrij met dominantie van populier (Populus sp.)
Rechtsgrond
Dit advies wordt verstrekt door het Agentschap voor Natuur en Bos op basis van de volgende wetgeving:
• Artikel 35 § 2 Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
• Artikel 38/3 Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
Bespreking aanvraag
Uit het dossier blijkt dat de aanvrager een dubbele rij populieren (9 stuks) wenst te kappen, omdat de bomen kaprijp zijn en uit veiligheidsoverwegingen.
Er werd geen heraanplantingsvoorstel bij de aanvraag gevoegd. Heraanplanten is noodzakelijk zodat er geen vermijdbare schade aan de natuur kan ontstaan.
Conclusie
Op basis van bovenstaande uiteenzetting verleent het Agentschap voor Natuur en Bos een gunstig advies mits naleving van de volgende voorwaarde(n):
• Binnen de perimeter van het perceel/de percelen moeten minstens 9 nieuwe hoogstammige boom aangeplant worden.
• De aanplant gebeurt met populier of met streekeigen hoogstammige bomen (plantformaat 10/12).
• Het heraanplanten met bomen dient uitgevoerd te worden binnen het jaar na het kappen van de bomen.
• De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwalitatief degelijk plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelverankering en zo nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- en/of veevraat.
• Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld. In ieder geval is de aanvrager er toe gehouden om op zijn perceel minstens 9 nieuwe hoogstammige boom tot volle wasdom te brengen.
• De werken worden uitgevoerd buiten het broedseizoen (in de periode tussen 1 maart en 1 juli)
De vergunningverlenende overheid kan de vergunning slechts toekennen mits naleving van deze voorwaarden.
Onderstaande direct werkende normen zijn hierbij van toepassing:
• Artikel 13 §5 Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 21.10.1997
• Artikel 16 Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 21.10.1997
• Artikel 8 Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21.10.1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 23.07.1998
Onderstaande doelstellingen of zorgplichten zijn hierbij van toepassing:
• Artikel 14 §1 Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 21.10.1997
Alle van nature in het wild levende vogelsoorten en vleermuizen zijn beschermd in het Vlaamse Gewest op basis van het Soortenbesluit van 15 mei 2009. De bescherming heeft onder meer betrekking op de nesten van de vogels en de rustplaatsen van de vleermuizen (artikel 14 van het Soortenbesluit). Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart tot 1 juli moet men er zich - vóór men overgaat tot de uitvoering van de werken - van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten beschadigd, weggenomen of vernield worden. Bij het werken aan (oude) constructies of het kappen van bomen dient men na te gaan vóór de werken beginnen of vleermuizen aanwezig zijn. Als nesten of rustplaatsen van vogels of vleermuizen in het gedrang komen, dient men contact op te nemen met het Agentschap voor Natuur en Bos via mail (aves.vbr.anb@lne.vlaanderen.be) of tel. 016/66 63 15 (op werkdagen tussen 9.00 en 12.00 uur).
Het Agentschap voor Natuur en Bos wenst een afschrift van de beslissing over de vergunningsaanvraag te ontvangen.”
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich grotendeels aan bij dit advies. De opgelegde plantmaat wordt verstrengd volgens onderstaand advies van de dienst Facilitair Management.
De overige voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden.
“Gunstig voor de uitvoering van de werken zoals voorgesteld op de aangeleverde plannen, mits er voldaan wordt aan volgende voorwaarden:
Volgende links kunnen een hulp zijn in het kiezen van de meest geschikte boomsoort voor de heraanplant:
https://www.plantvanhier.be/plantengids
https://bomenwijzer.be/zoeken “
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies.
De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden, aangevuld met de overige voorwaarden opgelegd door ANB.
Uit de bovenstaande motivering blijkt dat de voorgenomen werken op voldoende wijze ruimtelijk inpassen in de onmiddellijke en ruime omgeving. De aanvraag is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening mits de heraanplant correct wordt uitgevoerd.
VEGETATIEWIJZIGINGEN
OMSCHRIJVING VAN DE FEITELIJKE AANVRAAG
Volgende vegetatiewijziging/ wijziging van een klein landschapselement wordt aangevraagd: het vellen van 9 canadapopulieren.
Volgende uitvoeringstechniek zal hiervoor worden toegepast: rupskraan en kettingzaag.
De bomen worden aan de rand van het perceel gestapeld en opgehaald door een vrachtwagen. Takken worden versnipperd door tractor/versnipperaar en afgevoerd. De werken zullen 2 dagen in beslag nemen, de bomen worden binnen de 21 dagen na kapping afgevoerd.
TOETSING VAN DE AANGEVRAAGDE VEGETATIEWIJZIGINGEN
Volgens de aanvraag zijn de wijzigingen noodzakelijk omwille van het feit dat de bomen droog en kaprijp zijn. Daarnaast zijn er reeds, bij stormen, bomen omgewaaid en is er schade ontstaan.
Door de uitvoering van de aanvraag zullen er 9 hoogstam bomen, een deel van de KLE, minder zijn op het terrein.
Men neemt geen maatregelen om de negatieve effecten op de natuur te verminderen of te herstellen.
Er werd advies gevraagd aan het Agentschap voor Natuur en Bos en aan de dienst Facilitair Management.
Zoals reeds aangehaald bij de bespreking van de goede ruimtelijke ordening zullen volgende compenserende maatregelen worden opgelegd in de vorm van vergunningsvoorwaarden:
Deze heraanplant dient te gebeuren binnen het jaar na het kappen van de bomen.
De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwalitatief degelijk plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelverankering en zo nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- en/of veevraat.
Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld. In ieder geval is de aanvrager er toe gehouden om op zijn perceel minstens 9 nieuwe hoogstammige boom tot volle wasdom te brengen.
Ook volgende wordt, conform het advies van ANB, als vergunningsvoorwaarde opgelegd:
Alle van nature in het wild levende vogelsoorten en vleermuizen zijn beschermd in het Vlaamse Gewest op basis van het Soortenbesluit van 15 mei 2009. De bescherming heeft onder meer betrekking op de nesten van de vogels en de rustplaatsen van de vleermuizen (artikel 14 van het Soortenbesluit). Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart tot 1 juli moet men er zich - vóór men overgaat tot de uitvoering van de werken - van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten beschadigd, weggenomen of vernield worden. Bij het werken aan (oude) constructies of het kappen van bomen dient men na te gaan vóór de werken beginnen of vleermuizen aanwezig zijn. Als nesten of rustplaatsen van vogels of vleermuizen in het gedrang komen, dient men contact op te nemen met het Agentschap voor Natuur en Bos via mail (aves.vbr.anb@lne.vlaanderen.be) of tel. 016/66 63 15 (op werkdagen tussen 9.00 en 12.00 uur).
EINDADVIES
Uit bovenstaande motiveringen blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen, en dat het voorgestelde ontwerp verenigbaar is met de goede plaatselijke ordening en met zijn onmiddellijke omgeving.
Bijgevolg adviseert de omgevingsambtenaar het dossier voorwaardelijk gunstig voor het vellen van 9 canadapopulieren zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan de aanvraag zijn verbonden en voor zover rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarden:
Deze heraanplant dient te gebeuren binnen het jaar na het kappen van de bomen.
De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwalitatief degelijk plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelverankering en zo nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- en/of veevraat.
Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld. In ieder geval is de aanvrager er toe gehouden om op zijn perceel minstens 9 nieuwe hoogstammige boom tot volle wasdom te brengen.
Bewijs van heraanplant dient aangeleverd te worden aan de dienst Vergunningen en Handhaving, uiterlijk 6 maanden na de heraanplant.
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.
Het college van burgemeester en schepenen volgt integraal het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar van 19/07/2022 tot het afleveren van een omgevingsvergunning met voorwaarden aan de aanvrager.
Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het afleveren van een omgevingsvergunning met voorwaarden aan de aanvrager.
De omgevingsvergunning omvat het vellen van 9 canadapopulieren zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan deze omgevingsaanvraag zijn verbonden en voor zover rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarden.
Volgende vegetatiewijziging/wijziging van een klein landschapselement wordt vergund: het vellen van 9 canadapopulieren.
De omgevingsvergunning wordt aldus afgegeven onder volgende voorwaarden:
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.