Terug
Gepubliceerd op 17/08/2022

Notulen  College van burgemeester en schepenen

di 02/08/2022 - 13:30 schepenzaal

Samenstelling

Aanwezig

Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Michael Vanderhoydonk, waarnemend algemeen directeur

Verontschuldigd

Johny De Raeve, burgemeester; Frank Vandebeek, 4de schepen; Bart Telen, Algemeen directeur

Secretaris

Michael Vanderhoydonk, waarnemend algemeen directeur

Agendapunten

1.

2022_CBS_00806 - Notulen vorige zitting - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Michael Vanderhoydonk, waarnemend algemeen directeur
Verontschuldigd
Johny De Raeve, burgemeester; Frank Vandebeek, 4de schepen; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Michael Vanderhoydonk, waarnemend algemeen directeur
1.

2022_CBS_00806 - Notulen vorige zitting - Goedkeuring

2022_CBS_00806 - Notulen vorige zitting - Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

De gemeenteraadsleden beschikken over de mogelijkheid om de goedgekeurde notulen via eBesluit te raadplegen.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen heeft geen opmerkingen over het verslag. Bijgevolg is het verslag van de zitting van 19 juli 2022 goedgekeurd.

2.

2022_CBS_00807 - Uitnodigingen - Kennisneming

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Michael Vanderhoydonk, waarnemend algemeen directeur
Verontschuldigd
Johny De Raeve, burgemeester; Frank Vandebeek, 4de schepen; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Michael Vanderhoydonk, waarnemend algemeen directeur
2.

2022_CBS_00807 - Uitnodigingen - Kennisneming

2022_CBS_00807 - Uitnodigingen - Kennisneming

Motivering

Feiten context en argumentatie

Uitnodiging

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Wie: gemeente Zonhoven ism ANB

Wat: beplantingsactie met de scholen en bewoners

Wanneer: vrijdag 25 november voor de scholen en zaterdag 26 november voor de Zonhovenaren

Waar: Krijnswijerweg z/n (verlengde van de Grote Hemmenweg)

Inschrijven vereist voor derden

3.

2022_CBS_00808 - Afvoering van ambtswege - Goedkeuring

Goedgekeurd
3.

2022_CBS_00808 - Afvoering van ambtswege - Goedkeuring

2022_CBS_00808 - Afvoering van ambtswege - Goedkeuring
5.

2022_CBS_00810 - Bestelbons - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Michael Vanderhoydonk, waarnemend algemeen directeur
Verontschuldigd
Johny De Raeve, burgemeester; Frank Vandebeek, 4de schepen; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Michael Vanderhoydonk, waarnemend algemeen directeur
5.

2022_CBS_00810 - Bestelbons - Goedkeuring

2022_CBS_00810 - Bestelbons - Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

Het college van burgemeester en schepenen keurt de lijst van de bestelbons goed.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen keurt de lijst van bestelbons goed voor een bedrag van € 44.524,06.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen keurt de bijkomende bestelbons 2022004560 en 2022004565 goed voor respectievelijk € 180,20 en € 500,00.

6.

2022_CBS_00811 - Kerk Sint-Quintinus : restauratie daken zijbeuk West - Kennisneming

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Michael Vanderhoydonk, waarnemend algemeen directeur
Verontschuldigd
Johny De Raeve, burgemeester; Frank Vandebeek, 4de schepen; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Michael Vanderhoydonk, waarnemend algemeen directeur
6.

2022_CBS_00811 - Kerk Sint-Quintinus : restauratie daken zijbeuk West - Kennisneming

2022_CBS_00811 - Kerk Sint-Quintinus : restauratie daken zijbeuk West - Kennisneming

Motivering

Feiten context en argumentatie

Op 18 maart 2022 verleende Matthias Diependaele, Vlaams minister van Financiën en Begroting, Wonen en Onroerend Erfgoed een premie aan de kerkfabriek Sint-Quintinus voor het uitvoeren van werken (restauratie daken zijbeuk west) aan de Sint-Quintinuskerk te Zonhoven, geraamd op 212.472,54 euro, waarvan 208.872,54 euro in aanmerking komt voor de berekening van de premie (bedragen btw exclusief). 

De offerte van Renotec bleek de meest gunstige te zijn aan een bedrag van € 423.406,38 (BTW incl.).

Overeenkomstig artikel 20, §2 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2001 houdende vaststelling van het premiestelsel voor restauratiewerkzaamheden aan beschermde monumenten, toebehorend aan lokale besturen en die bestemd zijn voor een erkende eredienst, seminaries en pastorieën, laatst gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 10 januari 2014, worden de kosten van de werken verdeeld als volgt:
De Vlaamse overheid             € 202.188,62
Gemeentebestuur Zonhoven  €  34.992,26  (bedrag is voorzien in het meerjarenplan van gemeente en OCMW)
Kerkfabriek Sint-Quintinus      € 186.225,50

Voor de financiering van het bedrag van € 186.225,50 door de kerkfabriek zijn er volgende mogelijkheden :
1. eenmalige investeringssubsidie van het gemeentebestuur
2. aangaan van een doorgeeflening (lening aangegaan door de gemeente, maar de leningslasten worden jaarlijks teruggevorderd van de kerkfabriek)
3. aangaan van een lening door de kerkfabriek en de gemeente verleend een bankwaarborg

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de meest gunstige offerte voor de restauratie van de zijbeuk west van de kerk Sint-Quintinus voor een bedrag van € 423.406,38 (BTW incl.). Voor de financiering van de bijdrage van de kerkfabriek opteert het college voor het verlenen van een bankwaarborg voor een lening op 20 jaar, aangegaan door de kerkfabriek. De bankwaarborg dient ter goedkeuring voorgelegd te worden aan de gemeenteraad.

7.

2022_CBS_00812 - Kerkfabriek Sint-Quintinus Zonhoven : vraag voor indexaanpassing wedde secretaresse - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Michael Vanderhoydonk, waarnemend algemeen directeur
Verontschuldigd
Johny De Raeve, burgemeester; Frank Vandebeek, 4de schepen; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Michael Vanderhoydonk, waarnemend algemeen directeur
7.

2022_CBS_00812 - Kerkfabriek Sint-Quintinus Zonhoven : vraag voor indexaanpassing wedde secretaresse - Goedkeuring

2022_CBS_00812 - Kerkfabriek Sint-Quintinus Zonhoven : vraag voor indexaanpassing wedde secretaresse - Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

Het loon van de secretaresse van de kerkfabrieken is momenteel niet gekoppeld aan de index van de consumptieprijzen. De kerkfabriek Sint-Quintinus vraagt de toelating van een verhoging van 10 % van het loon, met ingang van 1 januari 2023, gelet op de volgende overschrijdingen van de spilindex :
- december 2021
- februari 2022
- april 2022
- augustus 2022 (raming volgens planbureau)
- december 2022 (raming volgens planbureau).

Het loon is ingeschreven in het budget van de kerkfabriek Sint-Quintinus en het gemeentebestuur is bij wet verplicht tussen te komen in het jaarlijks tekort.
De totale loonkost stijgt door deze verhoging van € 34.830,54 naar € 38.455,73 (verschil is € 3.625,19) op jaarbasis.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen is akkoord met een verhoging van 10 % van de het loon van de secretaresse van de kerkfabriek met ingang van 1 januari 2023 en met een automatische verhoging van 2% bij elke toekomstige overschrijding van de spilindex (vanaf de derde volgende overschrijding vanaf heden). Het loon verhoogt 2 maanden na de overschrijding van de spilindex.

8.

2022_CBS_00813 - Bezwaarschrift van Caribel Hasselt NV tegen de belastingaanslag in het kohier op de opslagplaatsen van voertuigen voor het dienstjaar 2021 - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Michael Vanderhoydonk, waarnemend algemeen directeur
Verontschuldigd
Johny De Raeve, burgemeester; Frank Vandebeek, 4de schepen; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Michael Vanderhoydonk, waarnemend algemeen directeur
8.

2022_CBS_00813 - Bezwaarschrift van Caribel Hasselt NV tegen de belastingaanslag in het kohier op de opslagplaatsen van voertuigen voor het dienstjaar 2021 - Goedkeuring

2022_CBS_00813 - Bezwaarschrift van Caribel Hasselt NV tegen de belastingaanslag in het kohier op de opslagplaatsen van voertuigen voor het dienstjaar 2021 - Goedkeuring

Motivering

Verwijzingsdocumenten

Bezwaarschrift van de firma Caribel Hasselt Nv, Industrieweg-zuid 1338, 3520 Zonhoven, op 21 juni 2022 toegekomen op het gemeentebestuur via een aangetekende zending.
Vlaamse omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit.

Feiten context en argumentatie

Bezwaarschrift :
Op 27 april 2022  werd het aanslagbiljet  ten bedrage van € 248,57 onder ogmnummer 429110001547 toegestuurd aan Caribel Hasselt NV ter uitvoering van het kohier op de gemeentelijke belasting op de opslagplaatsen van voertuigen, gestemd in de gemeenteraad van 24 juni 2019 (dienstjaar 2019 tot en met 2024).  De aanslag was gevestigd op basis van de aangifte, die de firma verplichtend heeft ingediend.  Deze aangifte maakt deel uit van dit dossier en is als bijlage toegevoegd.

Op 21 juni 2022  stuurt de firma Caribel Hasselt NV via een aangetekende zending een bezwaarschrift naar de financiële dienst, waarin ze aangeeft dat ze een opslagplaats met garagebediening uitbaten.  Deze specificatie was evenwel niet  aangeduid op het aangifteformulier. 

Dit bezwaarschrift is tijdig ingediend en voldoet aan alle vormvereisten, zodat het  ontvankelijk is.   Een ontvangstmelding  van het bezwaarschrift werd op 22 juni 2022 nog via aangetekende post aan de belastingschuldige overgemaakt . 

Nota dienst :

Artikel 5 van het belastingreglement meldt : De exploitant van een opslagplaats geniet een vermindering van 50% van het in art 3 vermeld tarief op voorwaarde dat :

 de opslagplaats verbonden is aan een garage waar als hoofdactiviteit, naast de verkoop en stalling van voertuigen, ook de auto’s van klanten gerepareerd en onderhouden worden en
 de garage en de opslagplaats op dezelfde locatie gelegen zijn en er een harmonisch geheel vormen.

Het verslag van het plaats-bezoek, dat deel uitmaakt van dit bezwaarschrift en werd uitgevoerd op 15 juli 2022 door de beëdigde ambtenaar voor de belastingen, geeft weer dat de firma effectief een opslagplaats met garagebediening uitbaat.  Verder zijn  aan alle voorwaarden voldaan, die werden opgenomen in artikel 5.

Besluit

Een korting van 50% kan worden toegestaan aan Caribel Hasselt NV, Industrieweg-zuid 1338.

De aanslag kan als volgt opnieuw berekend worden :      oppervlakte opslagplaats :           150 m²   (aangifteformulier)
                                                                                           eenheidsprijs :                              € 1,66 per m²
                                                                                           korting garagebediening :            50%

150 m² x € 1,66/m² x 50% =   € 124,28

De firma Crashcars BV kan ontlast worden voor  € 124,28    (€  248,57 - € 124,29)

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen beslist het bezwaarschrift van Caribel Hasselt Nv, Industrieweg-zuid 1338, 3520 Zonhoven aan te nemen.

Artikel 2

De belastingschuldige zal een nieuw aanslagbiljet toegestuurd krijgen voor een bedrag van € 124,28.  Het bedrag van € 124,29, waarvoor hij ontlast wordt, zal oninbaar gezet worden.

Artikel 3

Een afschrift van dit besluit zal ter uitvoering gezonden worden aan de eiser (aangetekend) en de financieel directeur.

9.

2022_CBS_00814 - Bezwaarschrift van Garage Wouters NV tegen de belastingaanslag in het kohier op de opslagplaatsen van voertuigen voor het dienstjaar 2021 - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Michael Vanderhoydonk, waarnemend algemeen directeur
Verontschuldigd
Johny De Raeve, burgemeester; Frank Vandebeek, 4de schepen; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Michael Vanderhoydonk, waarnemend algemeen directeur
9.

2022_CBS_00814 - Bezwaarschrift van Garage Wouters NV tegen de belastingaanslag in het kohier op de opslagplaatsen van voertuigen voor het dienstjaar 2021 - Goedkeuring

2022_CBS_00814 - Bezwaarschrift van Garage Wouters NV tegen de belastingaanslag in het kohier op de opslagplaatsen van voertuigen voor het dienstjaar 2021 - Goedkeuring

Motivering

Verwijzingsdocumenten

Bezwaarschrift van de firma Garage Wouters, Kriekelstraat 69, 3520 Zonhoven, op 4 mei 2022 toegekomen op het gemeentebestuur via een aangetekende zending.
Vlaamse omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit.

Feiten context en argumentatie

Bezwaarschrift :
Op 27 april 2022  werd het aanslagbiljet  ten bedrage van € 414,28 onder ogmnummer 429110000739 toegestuurd aan Garage Wouters NV ter uitvoering van het kohier op de gemeentelijke belasting op de opslagplaatsen van voertuigen, gestemd in de gemeenteraad van 24 juni 2019 (dienstjaar 2019 tot en met 2024).  De aanslag was gevestigd op basis van de aangifte, die de firma verplichtend heeft ingediend.  

Op 4 mei 2022  stuurt Garage Wouters NV via een aangetekende zending een bezwaarschrift naar de financiële dienst, waarin ze aangeeft dat ze een opslagplaats met garagebediening uitbaten.  Deze specificatie was evenwel niet  aangeduid op het aangifteformulier.  

Dit bezwaarschrift is tijdig ingediend en voldoet aan alle vormvereisten, zodat het  ontvankelijk is.   Een ontvangstmelding  van het bezwaarschrift werd op 6 mei 2022 nog via aangetekende post aan de belastingschuldige overgemaakt . 

Nota dienst :

Artikel 5 van het belastingreglement meldt : De exploitant van een opslagplaats geniet een vermindering van 50% van het in art 3 vermeld tarief op voorwaarde dat :

 de opslagplaats verbonden is aan een garage waar als hoofdactiviteit, naast de verkoop en stalling van voertuigen, ook de auto’s van klanten gerepareerd en onderhouden worden en
 de garage en de opslagplaats op dezelfde locatie gelegen zijn en er een harmonisch geheel vormen.

Het verslag van het plaats-bezoek, dat deel uitmaakt van dit bezwaarschrift en werd uitgevoerd op 15 juli 2022 door de beëdigde ambtenaar voor de belastingen, geeft weer dat de firma effectief een opslagplaats met garagebediening uitbaat.  Verder zijn  aan alle voorwaarden voldaan, die werden opgenomen in artikel 5.

Besluit

Een korting van 50% kan worden toegestaan aan Garage Wouters, Kriekelstraat 69 Zonhoven.

De aanslag kan als volgt opnieuw berekend worden :      oppervlakte opslagplaats :           250 m²   
                                                                                           eenheidsprijs :                              € 1,66 per m²
                                                                                           korting garagebediening :            50%

250 m² x € 1,66/m² x 50% =   € 207,14

De firma Garage Wouters NV kan ontlast worden voor  € 207,14    (€ 414,28- € 207,14)

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen beslist het bezwaarschrift van Garage Wouters Nv, Kriekelstraat 69 3520 Zonhoven aan te nemen.

Artikel 2

De belastingschuldige zal een nieuw aanslagbiljet toegestuurd krijgen voor een bedrag van € 207,14.  Het bedrag van € 207,14, waarvoor hij ontlast wordt, zal oninbaar gezet worden.

Artikel 3

Een afschrift van dit besluit zal ter uitvoering gezonden worden aan de eiser (aangetekend) en de financieel directeur.

10.

2022_CBS_00815 - Verkoop grond gelegen langs de Grote Hemmenweg 32 - Schattingsverslag - Kennisneming

Goedgekeurd
10.

2022_CBS_00815 - Verkoop grond gelegen langs de Grote Hemmenweg 32 - Schattingsverslag - Kennisneming

2022_CBS_00815 - Verkoop grond gelegen langs de Grote Hemmenweg 32 - Schattingsverslag - Kennisneming
11.

2022_CBS_00816 - Doorsteek Heidebloemstraat en Weutenswijerweg - Kennisname schattingsverslag - Goedkeuring

Goedgekeurd
11.

2022_CBS_00816 - Doorsteek Heidebloemstraat en Weutenswijerweg - Kennisname schattingsverslag - Goedkeuring

2022_CBS_00816 - Doorsteek Heidebloemstraat en Weutenswijerweg - Kennisname schattingsverslag - Goedkeuring
12.

2022_CBS_00817 - Aanvraag toelating gebruik gepachte gemeentegronden als parking tijdens Pukkelpop 2022 - Goedkeuring

Goedgekeurd
12.

2022_CBS_00817 - Aanvraag toelating gebruik gepachte gemeentegronden als parking tijdens Pukkelpop 2022 - Goedkeuring

2022_CBS_00817 - Aanvraag toelating gebruik gepachte gemeentegronden als parking tijdens Pukkelpop 2022 - Goedkeuring
13.

2022_CBS_00818 - Notarisinfo - artikel 5.2.2 - 2022/00020/SPLITSING - Hazendansweg 9A-9B-11-11A - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Michael Vanderhoydonk, waarnemend algemeen directeur
Verontschuldigd
Johny De Raeve, burgemeester; Frank Vandebeek, 4de schepen; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Michael Vanderhoydonk, waarnemend algemeen directeur
13.

2022_CBS_00818 - Notarisinfo - artikel 5.2.2 - 2022/00020/SPLITSING - Hazendansweg 9A-9B-11-11A - Goedkeuring

2022_CBS_00818 - Notarisinfo - artikel 5.2.2 - 2022/00020/SPLITSING - Hazendansweg 9A-9B-11-11A - Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

Het perceel 2de afdeling, sectie C, nrs. 913F is voor de eerste 50 meter gelegen in een woongebied conform het gewestplan Hasselt-Genk ggk. 03/04/1979. Na de 50 meter is het perceel gelegen in een agrarisch gebied.

Het perceel is binnen het GRUP afbakening regionaal stedelijk gebied Hasselt – Genk gelegen.

Er gelden geen BPA- of verkavelingsvoorschriften op dit terrein.

Op het perceel 913F werd op 24/10/2017 een stedenbouwkundige vergunning (2017/00151) afgeleverd voor het bouwen van 4 halfopen woningen.

Op het perceel werd op 21/12/2021 een omgevingsvergunning afgeleverd voor het regulariseren van de perceelgrootte en de inplanting van de huizen, het regulariseren van de linkerzijde achteraan woning 1, het regulariseren van het materiaalgebruik bij zowel de gevelbekleding van de woningen, de overdekte terrassen en het wijzigen van de afwerking van de tuinhuizen ten opzichte van de reeds afgeleverde stedenbouwkundige vergunning 2017/00151 afgeleverd op 24/10/2017.

Volgens de notaris zijn de woningen reeds opgetrokken tot wind- en waterdichte toestand en wordt de verkoop casco beschreven.

De splitsing beoogt iedere woning zelfstandig en onafhankelijk van elkaar te maken.

Er bestaat geen bezwaar tegen het principe van de opdeling in 4 afzonderlijke loten met volgende afmetingen:

  • Lot 1: 6a10ca
  • Lot 2: 5a25ca
  • Lot 3: 4a95ca
  • Lot 4: 5a30ca

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord met de voorgestelde splitsing van het perceel 2de afdeling, sectie C, nrs. 913F in 4 loten voor individuele woningen zoals voorzien op het inplantingsplan horende bij de omgevingsvergunning 2021/00288 dd. 21/12/2021.

14.

2022_CBS_00819 - Attest conform artikel 4.2.16 - verkaveling 1267.B.874.2_01 - Hortstraat 33 en Mierenleeuwstraat - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Michael Vanderhoydonk, waarnemend algemeen directeur
Verontschuldigd
Johny De Raeve, burgemeester; Frank Vandebeek, 4de schepen; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Michael Vanderhoydonk, waarnemend algemeen directeur
14.

2022_CBS_00819 - Attest conform artikel 4.2.16 - verkaveling 1267.B.874.2_01 - Hortstraat 33 en Mierenleeuwstraat - Goedkeuring

2022_CBS_00819 - Attest conform artikel 4.2.16 - verkaveling 1267.B.874.2_01 - Hortstraat 33 en Mierenleeuwstraat - Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

Artikel 4.2.16§1 en §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening omschrijft: 

§ 1. Een kavel uit een vergunde verkaveling of verkavelingsfase kan enkel verkocht worden, verhuurd worden voor méér dan negen jaar, of bezwaard worden met een recht van erfpacht of opstal, nadat de verkavelingsakte door de instrumenterende ambtenaar is verleden.
§ 2. De verkavelingsakte wordt eerst verleden na overlegging van een attest van het college van burgemeester en schepenen, waaruit blijkt dat, voor de volledige verkaveling of voor de betrokken verkavelingsfase, het geheel van de lasten uitgevoerd is of gewaarborgd is door:
1° de storting van een afdoende financiële waarborg;
een door een bankinstelling op onherroepelijke wijze verleende afdoende financiële waarborg.
Het attest, vermeld in het eerste lid, kan worden afgeleverd indien de vergunninghouder deels zelf de lasten heeft uitgevoerd, deels de nodige waarborgen heeft gegeven.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen beslist het attest conform artikel 4.2.16§2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening af te leveren aan Immo Top Invest met volgende opmerkingen:

Er werd een financiële waarborg verleend van 267.430,00 euro met referentienummer BEBTFSBGI0066459, door ING België NV, vanwege LBB Invest BVBA tot de aanleg van wegenis, infrastructuur en groenaanleg. 

Op basis van de borgstelling werden volgende voorwaarden gedekt:
1) In de voortuinstrook van iedere woning langs de Hortstraat dient een hoogstammige boom te worden aangeplant door de verkavelaar. Het dient telkens te gaan om een inheemse boom van categorie 2, in plantmaat 18/20. Dit op de wettelijk bepaalde afstanden. Deze bomen dienen behouden en beschermd te worden. Wanneer deze bomen afsterven, dienen deze herplant te worden. Bij het ontwerp van woning en voortuin, incl. de ondergrondse aanhorigheden, dient rekening te worden gehouden met het behoud van deze boom.
2) Te voldoen aan de voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies van Hulpverleningszone Zuid-West Limburg
3) Te voldoen aan de voorwaarden en opmerkingen gesteld door de Watergroep
4) Te voldoen aan de voorwaarden en opmerkingen gesteld door Proximus.
5) Te voldoen aan de voorwaarden en opmerkingen gesteld door Dienst Contractmanagement.
6) Te voldoen aan de voorwaarden en opmerkingen gesteld door de dienst Patrimonium.
7) Te voldoen aan de voorwaarden en opmerkingen gesteld door de dienst Facilitair management.
11) Kosten voor het voorzien / verleggen of uitbreiden van de nutsleidingen moeten gedragen worden door de verkavelaar;
12) Aanpassingen aan inrichtingen, constructies of beplantingen op het openbaar domein naar aanleiding van de omgevingsaanvraag of de toekomstige omgevingsaanvraag zijn steeds ten laste van de aanvrager. Alle kosten naar aanleiding van een heraanplanting op het openbaar domein, uitgevoerd naar aanleiding van een omgevingsaanvraag voor het verkavelen van gronden of een omgevingsaanvraag van een particulier, blijft ten laste van de aanvrager.
13) Het programma van maatregelen horende bij de archeologienota dient nageleefd te worden.
18) De paalstenen aan de rooilijn dienen geplaatst te worden.
19) De gemeenteraad dient akkoord te gaan met de gratis grondafstand aan de gemeente, alsook de definitieve aanvaarding van het wegtracé.
De gemeenteraad keurde op 13/12/2021 het tracé van de gemeenteweg goed.
20) De akte van deze gratis grondafstand aan de gemeente en de definitieve aanvaarding wegtracé dient beschreven te zijn alvorens een lot kan vervreemd worden of een omgevingsvergunning voor het bebouwen van een lot kan verkregen worden.

Deze voorwaarde werd door een principieel goedkeuringsbesluit op 19/07/2022 vervangen door:

Een lot kan vervreemd, verkocht, verhuurd voor meer dan 9 jaar of bezwaard worden met een recht van opstal of erfpacht, of een omgevingsvergunning voor het bebouwen van een lot kan worden verkregen alvorens de akte van gratis grondafstand aan de gemeente en de definitieve aanvaarding wegtracé beschreven zijn.

21) Bij de effectieve gratis grondafstand van lot 12, dient een aangevuld opmetingsplan van de landmeter toegevoegd te worden waarop het af te staan perceelsdeel wordt weergegeven met al zijn afmetingen en zijn oppervlakte (met XY-coördinaten), alsook de benaming van dit lot.

22) Er dient voldaan te worden aan het gemeentelijk reglement op de verkavelingen van 13-11-1980.  Vooraleer bouwgrond te verkopen, het wegtracé volledig op kosten van de verkavelaar uit te voeren, dit samen met alle nutsleidingen (gescheiden riolen, water, telefoon, gas, elektriciteit, kabel-TV, openbare verlichting, verkeerssignalisatie, …) en dit onder toezicht van de gemeente Zonhoven.

Deze voorwaarde werd door een principieel goedkeuringsbesluit op 19/07/2022 vervangen door:

Er dient voldaan te worden aan het gemeentelijk reglement op de verkaveling van 13-11-1980.
Het wegtracé dient volledig op kosten van de verkavelaar te worden uitgevoerd, dit samen met  alle nutsleidingen (gescheiden rioleren, water, telefoon, gas, elektriciteit, kabel-TV, openbare verlichting, verkeerssignalisatie) en dit onder toezicht van gemeente Zonhoven. Een lot kan evenwel vervreemd, verkocht, verhuurd voor meer dan 9 jaar, of bezwaard worden met een recht van opstal of erfpacht vooraleer de werken geheel of gedeeltelijk zijn uitgevoerd mits hiervoor een afdoende financiële waarborg wordt gesteld. 

23) De gemeenteraad dient deze wegenis en de grondafstand te aanvaarden alvorens er bouwgrond kan verkocht worden.

Deze voorwaarde werd door een principieel goedkeuringsbesluit op 19/07/2022 vervangen door:

De gemeenteraad dient deze wegenis en de grondafstand te aanvaarden alvorens er bouwgrond kan verkocht worden tenzij een afdoende financiële waarborg wordt gesteld

24) Er dient een overeenkomst afgesloten te worden tussen de gemeente en de verkavelaar waarin de uit te voeren werken op de bestaande gemeenteweg, die ten laste is van de verkavelaar, omschreven worden, met verwijzing dat deze zullen uitgevoerd worden op kosten van de verkavelaar. Deze overeenkomst dient gefinaliseerd alvorens de werken aan de gemeenteweg mogen aangevat worden.
Het afleveren van het attest conform artikel 4.2.16§2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening is pas mogelijk indien er aan deze voorwaarde voldaan is.

Deze voorwaarde werd door een principieel goedkeuringsbesluit op 19/07/2022 vervangen door:

Er dient een overeenkomst afgesloten te worden tussen de gemeente en de verkavelaar waarin de uit te voeren werken op de bestaande gemeenteweg, die ten laste is van de verkavelaar, omschreven worden, met verwijzing dat deze zullen uitgevoerd worden op kosten van de verkavelaar. Deze overeenkomst dient gefinaliseerd alvorens de werken aan de gemeenteweg mogen aangevat worden. Het afleveren van het attest conform artikel 4.2.16§2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening is evenwel mogelijk zonder dat aan deze voorwaarde voldaan is.

25) As-built plannen dienen vóór de oplevering van het werk aan het gemeentebestuur overgemaakt te worden (analoog en digitaal).
Het as-builtplan moet minstens volgende gegevens bevatten:
- Aanduiding wegenis met afmetingen en uitgevoerde materialen.
- Aanduiding nutsvoorzieningen (verlichtingspalen, rioleringen, brandkranen, elektriciteitscabines, …)
- Aanduiding openbaar domein (de afpaling van het openbaar domein dient uitgevoerd te worden)
- Aanduiding loten
- Aanduiding openbaar groen
- Aanduiding grachten, bufferbekken, …
- Alle afmetingen van het project en zijn voorzieningen (perceelbreedtes, …)
- Lambertscoördinaten.
26) De as-built plannen moet overgemaakt aan de diensten ruimtelijke ordening, contractmanagement en openbare werken (met vermelding van de lambert-coördinaten).
27) Het pv van voorlopige oplevering dient overgemaakt aan dienst contractmanagement en de dienst patrimonium.
28) De werken moeten uitgevoerd worden overeenkomstig de richtlijnen van het type bestek SB 250 versie 2.0 of een latere versie.
29) Voor de uitvoering van werken op bermen, stoepen en wegen dient er voor de aanvang der werken een staat van bevinding opgemaakt te worden door de aannemer en dit in samenspraak met een afgevaardigde van het gemeentebestuur.
30) De kosten van de akte overdracht openbaar domein dienen gedragen te worden door de verkavelaar.
31) Vervreemding van een lot uit de verkaveling kan pas geschieden, nadat het attest conform artikel 4.2.16 §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening werd afgeleverd, waaruit blijkt dat aan alle voorwaarden van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden werd voldaan.

Deze voorwaarde werd door een principieel goedkeuringsbesluit op 19/07/2022 vervangen door:

Vervreemding van een lot uit de verkaveling kan pas geschieden, nadat het attest conform artikel 4.2.16 §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening werd afgeleverd, waaruit blijkt dat aan alle voorwaarden van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden werd voldaan of mits hiervoor een afdoende financiële waarborg wordt gesteld.

32) Een omgevingsvergunning voor het bebouwen van een lot kan pas verkregen worden, nadat het attest conform artikel 4.2.16 §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening werd afgeleverd, waaruit blijkt dat aan alle voorwaarden van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden werd voldaan.

Deze voorwaarde werd door een principieel goedkeuringsbesluit op 19/07/2022 vervangen door:

een omgevingsvergunning voor het bebouwen van een lot kan pas verkregen worden, nadat het attest conform artikel 4.2.16 §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening werd afgeleverd, waaruit blijkt dat aan alle voorwaarden van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden werd voldaan of indien blijkt dat hiervoor een afdoende financiële waarborg wordt gesteld.

Er werd voldaan aan de volgende voorwaarden:
15) Gelet op artikel 4.2.17 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening waarin bepaald wordt dat een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden geldt als omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen wat betreft alle handelingen die zijn opgenomen in de vergunning en die de verkaveling bouwrijp maken. Dat rekening houdend met dit artikel een machtiging wordt verleend tot het aanleggen van nieuwe wegenis, het wijzigen van het reliëf en het slopen van de aanwezige constructies op het perceel. Er wordt géén machtiging verleend voor het kappen van bomen.
16) Alle bebouwing dient te worden gesloopt vooraleer de verkaveling ten uitvoer kan worden gebracht. Dit houdt in dat zolang aan de opschortende voorwaarde tot sloping, die verbonden is aan de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden zelf en waarvan de naleving rust op de verkavelaar zelf, niet voldaan is, de verkavelaar niet kan overgaan tot verkoop van de loten, noch een omgevingsvergunning voor het bebouwen van een lot kan verkregen worden. Onder afbraak wordt tevens het verwijderen van de vloerplaten en van al het materiaal / afval van het terrein bedoeld. Alle materialen / afval dienen afgevoerd te worden naar een erkende verwerker. De volledige verkaveling dient vrij en onbelast te zijn van gebouwen, materialen en afval.
17)  De afbraak van de constructies dient te gebeuren tot in de grond en de plaats moet hersteld worden in de vorige toestand. Aan de afbraak is geen milieuvergunningsplicht verbonden, wel dient rekening gehouden te worden met de wettelijke verplichtingen opgenomen in het milieuvergunningsdecreet, het bodemsaneringsdecreet en het materialendecreet. Vooraleer te starten met de afbraakwerken dienen de constructies volledig ontruimd te worden. De afvalstoffen die vrijkomen bij de afbraakwerken dienen selectief ingezameld te worden. Alle bouw-, sloop- en infrastructuurwerken in open lucht dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II, hoofdstuk 6.12 Beheersing van stofemissies tijdens bouw-, sloop- en infrastructuurwerken”, indien deze uitgevoerd worden door een aannemer. Het verwijderen van asbest dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II Beheersing van asbest, hoofdstuk 6.4.;

Wel dient opgemerkt te worden dat de volgende verplichtingen geldig blijven:
8) Te voldoen aan volgende voorwaarden met betrekking tot de watertoets:
     - De toekomstige aanvragen tot omgevingsvergunning dienen te voorzien in maatregelen voor opvang en lozing van hemelwater. De bepalingen van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (Besluit Vlaamse Regering dd. 5 juli 2013) moeten alleszins nageleefd worden.
     - Indien er ondergrondse constructies worden opgericht, de bemaling voldoet aan de voorwaarden zoals opgelegd in Vlarem II.
     - Een permanente drainage, ook al is dit in functie van een aanleg van een ondergrondse constructie, mag niet voorzien worden aangezien permanente drainage een continue verlaging van de grondwaterstand tot gevolg heeft.
9) De verkavelingsvoorschriften zoals bijgevoegd door de aanvrager en aangepast door het college van burgemeester en schepenen zijn van toepassing.
10) De initiatiefnemer handelt volgens en voldoet aan de reglementeringen van de nutsmaatschappijen.
14) Het hemelwater dat op voorliggende eigendom valt dient op eigen terrein te worden opgevangen en gebufferd. De aanvrager moet de nodige maatregelen op eigen terrein treffen om de aangelanden te vrijwaren van eventuele wateroverlast.
33) Na het afleveren van het attest conform artikel 4.2.16§2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening dient de verkaveling in een officiële akte gegoten de worden. De gemeente dient in kennis te worden gebracht van de akte van neerlegging van de verkaveling.

Het college van burgemeester en schepenen beslist tevens een afschrift van dit attest te versturen naar:

  • Departement Omgeving
  • De Watergroep
  • Fluvius System Operator cvba
  • Hulpverleningszone Zuid-West Limburg
  • Agentschap Onroerend Erfgoed
15.

2022_CBS_00820 - OMV - Vergunning - Sparrenweg - 2022/00128 - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Michael Vanderhoydonk, waarnemend algemeen directeur
Verontschuldigd
Johny De Raeve, burgemeester; Frank Vandebeek, 4de schepen; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Michael Vanderhoydonk, waarnemend algemeen directeur
15.

2022_CBS_00820 - OMV - Vergunning - Sparrenweg - 2022/00128 - Goedkeuring

2022_CBS_00820 - OMV - Vergunning - Sparrenweg - 2022/00128 - Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

STEDENBOUWKUNDIG EN MILIEUTECHNISCH advies - verslag GEMEENTELIJKE omgevingsambtenaar

De aanvraag betreft het vellen van 9 canadapopulieren.  De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen en vegetatiewijzigingen.

De aanvraag werd op 16/05/2022 ontvangen en op 07/06/2022 ontvankelijk en volledig verklaard.

De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.

Er werd geen openbaar onderzoek gehouden.

HISTORIEK VAN HET EIGENDOM WAAROP DE AANVRAAG BETREKKING HEEFT

Stedenbouwkundig

Op 25/08/2021 werd een aanvraag in het kader van acuut gevaar voor het vellen van 9 bomen geweigerd.

Voor het perceel van de aanvraag werden geen andere uitspraken gedaan of beslissingen genomen.

Uit de gegevens waarover de gemeente beschikt, blijkt niet dat voor het voorwerp van de aanvraag een PV is opgesteld noch dat een meerwaarde werd opgelegd of dat op het goed een vonnis of arrest rust. Er zijn ook geen geschriften bekend waaruit zou blijken dat er wederrechtelijke werken werden uitgevoerd.

OPENBAAR ONDERZOEK

Overeenkomstig artikel 17 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hoofdstuk 3 Toepassingsgebied van de gewone en vereenvoudigde procedure, artikels 11 t.e.m. 14 van het besluit tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning, werd dit dossier volgens de vereenvoudigde procedure behandeld.

Er werd bijgevolg geen openbaar onderzoek gehouden.

ADVIEZEN

Agentschap Natuur en Bos

Dienst Facilitair Management

MILIEUEFFECTENRAPPORTAGE

De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van bijlage I, II en III van het besluit inzake projectmilieueffectrapportage van 10 december 2004 en latere wijzigingen.

STEDENBOUWKUNDIG ADVIES

TOETSING AAN DE REGELGEVING EN VOORSCHRIFTEN

OVEREENSTEMMING MET BESTEMMINGS- EN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Gewestplan

Het perceel van de aanvraag is volgens het geldende gewestplan Hasselt - Genk, goedgekeurd bij Koninklijk besluit op 3 april 1979, deels gelegen in  woongebied met landelijk karakter en deels gelegen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied. 

De voorgestelde werken bevinden zich volledig in het landschappelijk waardevol agrarisch gebied.

Agrarisch gebied

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven.

Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300m van een woongebied of op ten minste 100m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden (artikel 11 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

Landschappelijk waardevolle gebieden

De landschappelijke waardevolle gebieden zijn gebieden waarvoor bepaalde beperkingen gelden met het doel het landschap te beschermen of aan landschapsontwikkeling te doen. 

In deze gebieden mogen alle handelingen en werken worden uitgevoerd die overeenstemmen met de in grondkleur aangegeven bestemming, voor zover zij de schoonheidswaarde van het landschap niet in gevaar brengen.

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg, noch in een ruimtelijk uitvoeringsplan, noch in een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

De aanvraag voldoet principieel aan de geldende bestemmingsvoorschriften.

Stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater

Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater is niet van toepassing omdat er geen bebouwing of verhardingen aanwezig zijn, noch voorzien worden.

Watertoets

Het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013,verplicht de vergunningverlenende overheid om de watertoets uit te voeren bij elke aanvraag tot omgevingsvergunning. Dit decreet vormt het juridisch kader voor het integraal waterbeleid in Vlaanderen. Het decreet bevat ook de omzetting van de kaderrichtlijn Water en de Overstromingsrichtlijn.

Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

De aanvraag doorstaat de watertoets.

Archeologienota

Conform het Onroerenderfgoeddecreet de dato 12 juli 2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag gezien de perceeloppervlakte kleiner is dan 3 000m².

Indien men niet verplicht is tot het opstellen van een archeologienota en tijdens de uitvoering komen er toch archeologische sporen of vondsten aan het licht, dan dient de bouwheer dit te melden binnen de 3 dagen aan het agentschap Onroerend Erfgoed (www.onroerenderfgoed.be).

Overige regelgeving

Natuurdecreet

Het perceel is niet gelegen binnen of grenzend aan een speciaal beschermingsgebied.  Omwille van de ligging, de aard van het project en de afstand tot de waardevolle natuurgebieden wordt gesteld dat er geen impact is van de projectaanvraag op de natuurwaarden.

Onderstaande direct werkende normen zijn van toepassing:

  • Artikel 13 §5 Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 21/10/1997.
  • Artikel 16 Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 21/10/1997.
  • Artikel 8 Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21.10.1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 23/07/1998.

Volgende doelstelling of zorgplicht is van toepassing: Artikel 14 §1 Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 21/10/1997.

De aanvraag is verenigbaar met de regelgeving.

Toetsing AAN DE goede ruimtelijke ordening

OMSCHRIJVING VAN DE FEITELIJKE AANVRAAG

De aanvraag omvat het vellen van 9 canadapopulieren.

BEOORDELING VAN DE GOEDE RUIMTELIJKE ORDENING

De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen:

1°         het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;

2°         het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in 1°, in rekening brengen;

Omschrijving ligging en omgeving

Het perceel situeert zich, achterliggend, langs de Sparrenweg.  De Sparrenweg kenmerkt zich door een bebouwing in de vorm van grondgebonden eengezinswoningen, voornamelijk in een open bebouwing.  

Het perceel bevindt zich achter de lintbebouwing langs de Sparrenweg en is voornamelijk begroeid met gras.  Op het perceel bevindt zich een klein landschapselement (KLE) met nr. 142, een dubbele rij canadapopulieren.

Omschrijving van de aanvraag

De aanvraag omvat het vellen van 9 van de canadapopulieren die deel uit maken van de KLE.  De bomen zijn droog en kaprijp.  Met recente stormen zijn er reeds enkele bomen omgewaaid.  De hoogte van de bomen is 28 à 30m, de stamomtrek is 100 à 140cm.

Beoordeling 

Gezien de toestand van de bomen, die niet voor alle bomen nog even optimaal is, en het bijhorende risico op schade reëel is, is de kap van de gevraagde bomen aanvaardbaar.  Een heraanplant ter compensatie, zoals voorgesteld in de adviezen van ANB en de dienst Facilitair Management (zie verder), is echter noodzakelijk.  Er werd geen voorstel tot heraanplant toegevoegd aan de aanvraag.

Volgende vergunningsvoorwaarden zullen om die reden worden opgelegd:

  • De werken worden uitgevoerd buiten het broedseizoen (in de periode tussen 1 maart en 1 juli).
  • Binnen de perimeter van het perceel/de percelen, op de wettelijke afstanden van de perceelsgrenzen, dienen 9 populieren of streekeigen hoogstambomen te worden aangeplant, met een plantmaat van min. 16/18.

Deze heraanplant dient te gebeuren binnen het jaar na het kappen van de bomen.  

De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwalitatief degelijk plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelverankering en zo nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- en/of veevraat.

Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld. In ieder geval is de aanvrager er toe gehouden om op zijn perceel minstens 9 nieuwe hoogstammige boom tot volle wasdom te brengen.

Bodemreliëf

De aanvraag omvat geen wijzigingen van het terreinniveau.

De aanvraag voldoet aan de criteria voor de goede ruimtelijke ordening in de onmiddellijke en ruime omgeving op voorwaarde van hierboven vernoemende heraanplant.

BESPREKING ADVIEZEN

  • Het advies van 08/07/2022 van het agentschap Natuur en Bos is voorwaardelijk gunstig:

“Ruimtelijke bestemming

woongebieden met landelijk karakter, landschappelijk waardevolle agrarische gebieden

Beschermingsstatus

Niet in VEN, habitatrichtlijn- of vogelrichtlijngebied gelegen.

Biologische waarderingskaart

ua,kbp,hp*,hpr* + hc° + hu

Biologische waardevol - Bomenrij met dominantie van populier (Populus sp.)

Rechtsgrond

Dit advies wordt verstrekt door het Agentschap voor Natuur en Bos op basis van de volgende wetgeving:

• Artikel 35 § 2 Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

• Artikel 38/3 Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

Bespreking aanvraag

Uit het dossier blijkt dat de aanvrager een dubbele rij populieren (9 stuks) wenst te kappen, omdat de bomen kaprijp zijn en uit veiligheidsoverwegingen.

Er werd geen heraanplantingsvoorstel bij de aanvraag gevoegd. Heraanplanten is noodzakelijk zodat er geen vermijdbare schade aan de natuur kan ontstaan.

Conclusie

Op basis van bovenstaande uiteenzetting verleent het Agentschap voor Natuur en Bos een gunstig advies mits naleving van de volgende voorwaarde(n):

• Binnen de perimeter van het perceel/de percelen moeten minstens 9 nieuwe hoogstammige boom aangeplant worden.

• De aanplant gebeurt met populier of met streekeigen hoogstammige bomen (plantformaat 10/12).

• Het heraanplanten met bomen dient uitgevoerd te worden binnen het jaar na het kappen van de bomen.

• De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwalitatief degelijk plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelverankering en zo nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- en/of veevraat.

• Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld. In ieder geval is de aanvrager er toe gehouden om op zijn perceel minstens 9 nieuwe hoogstammige boom tot volle wasdom te brengen.

• De werken worden uitgevoerd buiten het broedseizoen (in de periode tussen 1 maart en 1 juli)

De vergunningverlenende overheid kan de vergunning slechts toekennen mits naleving van deze voorwaarden.

Onderstaande direct werkende normen zijn hierbij van toepassing:

• Artikel 13 §5 Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 21.10.1997

• Artikel 16 Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 21.10.1997

• Artikel 8 Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21.10.1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 23.07.1998

Onderstaande doelstellingen of zorgplichten zijn hierbij van toepassing:

• Artikel 14 §1 Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 21.10.1997

Alle van nature in het wild levende vogelsoorten en vleermuizen zijn beschermd in het Vlaamse Gewest op basis van het Soortenbesluit van 15 mei 2009. De bescherming heeft onder meer betrekking op de nesten van de vogels en de rustplaatsen van de vleermuizen (artikel 14 van het Soortenbesluit). Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart tot 1 juli moet men er zich - vóór men overgaat tot de uitvoering van de werken - van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten beschadigd, weggenomen of vernield worden. Bij het werken aan (oude) constructies of het kappen van bomen dient men na te gaan vóór de werken beginnen of vleermuizen aanwezig zijn. Als nesten of rustplaatsen van vogels of vleermuizen in het gedrang komen, dient men contact op te nemen met het Agentschap voor Natuur en Bos via mail (aves.vbr.anb@lne.vlaanderen.be) of tel. 016/66 63 15 (op werkdagen tussen 9.00 en 12.00 uur).

Het Agentschap voor Natuur en Bos wenst een afschrift van de beslissing over de vergunningsaanvraag te ontvangen.”

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich grotendeels aan bij dit advies.  De opgelegde plantmaat wordt verstrengd volgens onderstaand advies van de dienst Facilitair Management.

De overige voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden.

  • Het advies van 17/06/2022 van de dienst Facilitair Management is voorwaardelijk gunstig:

“Gunstig voor de uitvoering van de werken zoals voorgesteld op de aangeleverde plannen, mits er voldaan wordt aan volgende voorwaarden:

  • Aanplanten van minstens 9 klimaat robuuste en/of streekeigen bomen van 1ste grootte. De aan te planten bomen worden geplant in een maat niet kleiner dan 16/18, en er worden maatregelen genomen om vraat door dieren en/of vee te voorkomen.

Volgende links kunnen een hulp zijn in het kiezen van de meest geschikte boomsoort voor de heraanplant:

https://www.plantvanhier.be/plantengids 

https://bomenwijzer.be/zoeken

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies.

De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden, aangevuld met de overige voorwaarden opgelegd door ANB.  

Uit de bovenstaande motivering blijkt dat de voorgenomen werken op voldoende wijze ruimtelijk inpassen in de onmiddellijke en ruime omgeving. De aanvraag is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening mits de heraanplant correct wordt uitgevoerd.

VEGETATIEWIJZIGINGEN

OMSCHRIJVING VAN DE FEITELIJKE AANVRAAG

Volgende vegetatiewijziging/ wijziging van een klein landschapselement wordt aangevraagd: het vellen van 9 canadapopulieren.  

Volgende uitvoeringstechniek zal hiervoor worden toegepast: rupskraan en kettingzaag.  

De bomen worden aan de rand van het perceel gestapeld en opgehaald door een vrachtwagen.  Takken worden versnipperd door tractor/versnipperaar en afgevoerd.   De werken zullen 2 dagen in beslag nemen, de bomen worden binnen de 21 dagen na kapping afgevoerd.

TOETSING VAN DE AANGEVRAAGDE VEGETATIEWIJZIGINGEN

Volgens de aanvraag zijn de wijzigingen noodzakelijk omwille van het feit dat de bomen droog en kaprijp zijn.  Daarnaast zijn er reeds, bij stormen, bomen omgewaaid en is er schade ontstaan.

Door de uitvoering van de aanvraag zullen er 9 hoogstam bomen, een deel van de KLE, minder zijn op het terrein.

Men neemt geen maatregelen om de negatieve effecten op de natuur te verminderen of te herstellen.

Er werd advies gevraagd aan het Agentschap voor Natuur en Bos en aan de dienst Facilitair Management.

Zoals reeds aangehaald bij de bespreking van de goede ruimtelijke ordening zullen volgende compenserende maatregelen worden opgelegd in de vorm van vergunningsvoorwaarden:

  • De werken worden uitgevoerd buiten het broedseizoen (in de periode tussen 1 maart en 1 juli).
  • Binnen de perimeter van het perceel/de percelen, op de wettelijke afstanden van de perceelsgrenzen, dienen 9 populieren of streekeigen hoogstambomen te worden aangeplant, met een plantmaat van min. 16/18.

Deze heraanplant dient te gebeuren binnen het jaar na het kappen van de bomen.  

De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwalitatief degelijk plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelverankering en zo nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- en/of veevraat.

Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld. In ieder geval is de aanvrager er toe gehouden om op zijn perceel minstens 9 nieuwe hoogstammige boom tot volle wasdom te brengen.

Ook volgende wordt, conform het advies van ANB, als vergunningsvoorwaarde opgelegd:

Alle van nature in het wild levende vogelsoorten en vleermuizen zijn beschermd in het Vlaamse Gewest op basis van het Soortenbesluit van 15 mei 2009. De bescherming heeft onder meer betrekking op de nesten van de vogels en de rustplaatsen van de vleermuizen (artikel 14 van het Soortenbesluit). Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart tot 1 juli moet men er zich - vóór men overgaat tot de uitvoering van de werken - van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten beschadigd, weggenomen of vernield worden. Bij het werken aan (oude) constructies of het kappen van bomen dient men na te gaan vóór de werken beginnen of vleermuizen aanwezig zijn. Als nesten of rustplaatsen van vogels of vleermuizen in het gedrang komen, dient men contact op te nemen met het Agentschap voor Natuur en Bos via mail (aves.vbr.anb@lne.vlaanderen.be) of tel. 016/66 63 15 (op werkdagen tussen 9.00 en 12.00 uur).

EINDADVIES

Uit bovenstaande motiveringen blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen, en dat het voorgestelde ontwerp verenigbaar is met de goede plaatselijke ordening en met zijn onmiddellijke omgeving. 

Bijgevolg adviseert de omgevingsambtenaar het dossier voorwaardelijk gunstig voor het vellen van 9 canadapopulieren zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan de aanvraag zijn verbonden en voor zover rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarden:

  1. De werken worden uitgevoerd buiten het broedseizoen (in de periode tussen 1 maart en 1 juli).
  2. Binnen de perimeter van het perceel/de percelen, op de wettelijke afstanden van de perceelsgrenzen, dienen 9 populieren of streekeigen hoogstambomen te worden aangeplant, met een plantmaat van min. 16/18.

Deze heraanplant dient te gebeuren binnen het jaar na het kappen van de bomen.  

De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwalitatief degelijk plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelverankering en zo nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- en/of veevraat.

Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld. In ieder geval is de aanvrager er toe gehouden om op zijn perceel minstens 9 nieuwe hoogstammige boom tot volle wasdom te brengen.

Bewijs van heraanplant dient aangeleverd te worden aan de dienst Vergunningen en Handhaving, uiterlijk 6 maanden na de heraanplant.

  1. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart tot 1 juli moet men er zich - vóór men overgaat tot de uitvoering van de werken - van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten beschadigd, weggenomen of vernield worden. Bij het werken aan (oude) constructies of het kappen van bomen dient men na te gaan vóór de werken beginnen of vleermuizen aanwezig zijn. Als nesten of rustplaatsen van vogels of vleermuizen in het gedrang komen, dient men contact op te nemen met het Agentschap voor Natuur en Bos via mail (aves.vbr.anb@lne.vlaanderen.be) of tel. 016/66 63 15 (op werkdagen tussen 9.00 en 12.00 uur).
  2. Aangezien er geen wijzigingen van het terreinniveau voorzien zijn in de aanvraag, dient het bestaande terreinniveau behouden te blijven;
  3. Enkel de op plan aangegeven bomen mogen gerooid worden;
  4. De aanvrager is ertoe verplicht het college van burgemeester en schepenen op de hoogte te brengen van het begin van de stedenbouwkundige handelingen;
  5. Alle kosten ten gevolge van schade aan het openbaar domein, voortvloeiend uit de werken op privaat terrein zijn ten laste van de aanvrager.

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen volgt integraal het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar van 19/07/2022 tot het afleveren van een omgevingsvergunning met voorwaarden aan de aanvrager.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het afleveren van een omgevingsvergunning met voorwaarden aan de aanvrager.

De omgevingsvergunning omvat het vellen van 9 canadapopulieren zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan deze omgevingsaanvraag zijn verbonden en voor zover rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarden.

Artikel 3

Volgende vegetatiewijziging/wijziging van een klein landschapselement wordt vergund: het vellen van 9 canadapopulieren.

Artikel 4

De omgevingsvergunning wordt aldus afgegeven onder volgende voorwaarden:

  1. De werken worden uitgevoerd buiten het broedseizoen (in de periode tussen 1 maart en 1 juli).
  2. Binnen de perimeter van het perceel/de percelen, op de wettelijke afstanden van de perceelsgrenzen, dienen 9 populieren of streekeigen hoogstambomen te worden aangeplant, met een plantmaat van min. 16/18.
    Deze heraanplant dient te gebeuren binnen het jaar na het kappen van de bomen.
    De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwalitatief degelijk plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelverankering en zo nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- en/of veevraat.
    Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld. In ieder geval is de aanvrager er toe gehouden om op zijn perceel minstens 9 nieuwe hoogstammige boom tot volle wasdom te brengen.
    Bewijs van heraanplant dient aangeleverd te worden aan de dienst Vergunningen en Handhaving, uiterlijk 6 maanden na de heraanplant.
  3. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart tot 1 juli moet men er zich - vóór men overgaat tot de uitvoering van de werken - van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten beschadigd, weggenomen of vernield worden. Bij het werken aan (oude) constructies of het kappen van bomen dient men na te gaan vóór de werken beginnen of vleermuizen aanwezig zijn. Als nesten of rustplaatsen van vogels of vleermuizen in het gedrang komen, dient men contact op te nemen met het Agentschap voor Natuur en Bos via mail (aves.vbr.anb@lne.vlaanderen.be) of tel. 016/66 63 15 (op werkdagen tussen 9.00 en 12.00 uur).
  4. Aangezien er geen wijzigingen van het terreinniveau voorzien zijn in de aanvraag, dient het bestaande terreinniveau behouden te blijven;
  5. Enkel de op plan aangegeven bomen mogen gerooid worden;
  6. De aanvrager is ertoe verplicht het college van burgemeester en schepenen op de hoogte te brengen van het begin van de stedenbouwkundige handelingen;
  7. Alle kosten ten gevolge van schade aan het openbaar domein, voortvloeiend uit de werken op privaat terrein zijn ten laste van de aanvrager.

 Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.

16.

2022_CBS_00821 - OMV - Vergunning - Nieuwstraat 65 - 2022/00078 - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Michael Vanderhoydonk, waarnemend algemeen directeur
Verontschuldigd
Johny De Raeve, burgemeester; Frank Vandebeek, 4de schepen; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Michael Vanderhoydonk, waarnemend algemeen directeur
16.

2022_CBS_00821 - OMV - Vergunning - Nieuwstraat 65 - 2022/00078 - Goedkeuring

2022_CBS_00821 - OMV - Vergunning - Nieuwstraat 65 - 2022/00078 - Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

STEDENBOUWKUNDIG EN MILIEUTECHNISCH advies - verslag GEMEENTELIJKE omgevingsambtenaar

De aanvraag betreft het plaatsen van een lamellen terrasoverkapping.

De aanvraag werd op 17 maart 2022 ontvangen.

Op 13 april 2022 werd aanvullende informatie opgevraagd.

Op 18 april 2022 werd de gevraagde aanvullende informatie aangeleverd.

Op 19 april 2022 werd de aanvraag ontvankelijk en volledig verklaard.

De gewone vergunningsprocedure wordt gevolgd.

Er werd een openbaar onderzoek gehouden, lopende van 29 april tot en met 28 mei 2022.

De eigenaars van de aanpalende percelen werden verzocht hun standpunt kenbaar te maken.

Het openbaar onderzoek werd gesloten zonder bezwaarschriften.

HISTORIEK VAN HET EIGENDOM WAAROP DE AANVRAAG BETREKKING HEEFT

Stedenbouwkundig

Op 13 augustus 1963 werd een verkavelingsvergunning afgeleverd voor het verkavelen van de percelen in 5 loten voor open bebouwing.  (7204.V.41)

Op 18 april 2006 werd een verkavelingswijziging afgeleverd voor het verkavelen van het oorspronkelijke lot 1 in 2 loten voor open bebouwing.

De aanvrager tekende beroep aan bij de deputatie.  Zij beslisten op 29 juni 2006 dat het beroep niet werd ingewilligd.  Bijgevolg werd de verkavelingswijziging afgeleverd.

Op 18 april 2006 werd een verkavelingswijziging afgeleverd voor het verkavelen van het oorspronkelijke lot 1 in 2 loten voor open bebouwing.

Op 19 november 2013 werd een weigering van de wijziging van de verkavelingsvergunning afgeleverd voor het wijzigen van de perceelscontour van lot 1 en het herverkavelen van lot 6 naar 2 loten voor halfopen bebouwing (lot 6a en 6b).

Op 12 november 2014 werd een vergunning afgeleverd voor het bouwen van een halfopen eengezinswoning.  (2014/00170)

(VB_2013_58)

De aanvraag werd in maart 2022 in overleg gebracht met de gemeentelijke administratie, nl.:

10 maart 2022:

“Een lamellen afdak plaatsen wordt door de dienst gunstig geadviseerd.

U dient voor het plaatsen van dit afdak een Omgevingsvergunning aan te vragen. De aanvraag dient digitaal te gebeuren via het Omgevingsloket. (https://www.omgevingsloketvlaanderen.be/)

U kan uw aanvraag invoeren via snelinvoer. In bijlage vindt u de uitleg voor snelinvoer, een voorbeelddossier en het normenboek. De plannen dienen getekend te worden conform de richtlijnen van het normenboek.

Het bestaand niet-overdekt terras kan wel niet uitgebreid worden.

Wij wensen u erop te wijzen dat het afleveren van een vergunning te allen tijde afhankelijk is van de eigenschappen van een concreet dossier, de ruimtelijke context, het openbaar onderzoek en de in te winnen externe adviezen.”

14 maart 2022:

“U dient een omgevingsvergunning aan te vragen. De aanvraag kan niet met een melding aangezien het afdak te dicht tegen de linker perceelgrens wordt ingeplant.

U dient deze plannen zelf te tekenen conform het normenboek. 

Indien u het dossier klaar heeft, kan u telefonisch een afspraak maken met de dienst om het dossier samen digitaal in te dienen.”

De aanvraag houdt rekening met de resultaten van het voorafgaandelijk overleg / advies.

Uit de gegevens waarover de gemeente beschikt, blijkt niet dat voor het voorwerp van de aanvraag een PV is opgesteld noch dat een meerwaarde werd opgelegd of dat op het goed een vonnis of arrest rust. Er zijn ook geen geschriften bekend waaruit zou blijken dat er wederrechtelijke werken werden uitgevoerd.

Milieu

Het perceel is niet opgenomen in het Grondeninformatieregister.

OPENBAAR ONDERZOEK

Overeenkomstig artikel 17 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hoofdstuk 3 Toepassingsgebied van de gewone en vereenvoudigde procedure, artikels 11 t.e.m. 14 van het besluit tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning, werd dit dossier volgens de gewone procedure behandeld.

Er werd bijgevolg een openbaar onderzoek gehouden.

Het openbaar onderzoek werd georganiseerd van 29 april 2022 tot en met 28 mei 2022.

Er werden geen bezwaren ingediend.

ADVIEZEN

Geen adviezen vereist.

MILIEUEFFECTENRAPPORTAGE

De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van bijlage I, II en III van het besluit inzake projectmilieueffectrapportage van 10 december 2004 en latere wijzigingen.

STEDENBOUWKUNDIG ADVIES

TOETSING AAN DE REGELGEVING EN VOORSCHRIFTEN

OVEREENSTEMMING MET BESTEMMINGS- EN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Gewestplan

De aanvraag is volgens het geldende gewestplan Hasselt - Genk, goedgekeurd bij Koninklijk besluit op 3 april 1979, deels gelegen in woongebied.

De woongebieden met landelijk karakter zijn in hoofdzaak bestemd “voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven”. Zowel bewoning als landbouw zijn bijgevolg de hoofdbestemmingen van het gebied, en beide bestemmingen staan er op gelijke voet. Daarnaast kunnen eveneens de andere inrichtingen, voorzieningen en activiteiten, zoals in woongebied worden toegelaten (artikel 6 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

Verkaveling

Het goed is gekend als lot 6c en 6d binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde verkaveling, waarvan de vergunning is afgeleverd op 13 augustus 1963 en gewijzigd op 29 juni 2006 en 27 februari 2014.   (7204.V.41)

De verkavelingsvergunning is voor dit perceel niet vervallen.

De kavel kreeg als bestemming eengezinswoning.

De aanvraag voldoet principieel aan de geldende bestemmingsvoorschriften maar niet aan de verkavelingsvoorschriften.

De aanvraag wijkt af van volgende voorschriften:

  • Bouwdiepte:

De verkavelingsvoorschriften bepalen dat de gelijkvloerse bouwdiepte maximum 17m mag bedragen.

De gelijkvloerse bouwdiepte bedraagt 21,50m.

Daarom wordt de aanvraag verder onderzocht op basis van de bepalingen zoals voorgeschreven in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, gewijzigd door het decreet van 8 december 2017 houdende wijziging van diverse bepalingen inzake ruimtelijke ordening, milieu en omgeving (zgn. Codextrein).

De Codextrein voorziet wijzigingen met als doel het verruimen van de mogelijkheden om ruimtelijk rendement te optimaliseren en het versoepelen van procedures.

Artikel 4.3.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening stelt dat de onverenigbaarheid van de aanvraag met de verkavelingsvoorschriften, binnen de omschrijving van een goedgekeurde en niet vervallen verkavelingen, ouder dan 15 jaar, niet langer een weigeringsgrond vormt voor de aanvraag.

Evenwel kan de afwijking niet worden toegestaan voor wat betreft voorschriften betreffende wegenis en openbaar groen.

De aanvraag betreft geen van deze elementen en kan dus niet geweigerd worden op basis van onverenigbaarheid met de voorschriften.

Tenslotte dient de aanvraag getoetst aan de goede ruimtelijke ordening (zie “Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening”).

Stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater

De aanvraag valt niet onder de toepassing van het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 en latere wijzigingen, houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater gezien de horizontale dakoppervlakte van de lamellen terrasoverkapping alsook van het bijgebouw minder dan 40m² bedragen.

Riolering

Standaardbepalingen rioleringsbeheerder Fluvius omgevingsvergunningen

Algemene bepalingen betreffende riolering en waterafvoer:

  • De aanvrager dient het Algemeen Waterverkoopreglement, de aanvullende voorwaarden en de aanvullende technische voorschriften van de rioolbeheerder Fluvius na te leven. Daarnaast dient de aanvrager de voorwaarden zoals bepaald in afdeling 6.2.2. van Vlarem II na te leven voor de afvoer van hemel- en afvalwater. 
  • Indien voor het bouwproject een aansluiting op de openbare riolering noodzakelijk is dan dient de aanvrager zo snel mogelijk na het bekomen van de bouwvergunning zijn aanvraag tot aansluiting op het openbaar saneringsnetwerk online aan te vragen via de website van Fluvius: www.fluvius.be. Fluvius bepaalt de locatie en diepte van de huisaansluitingen. Alleen Fluvius of een door haar aangestelde uitvoerder zorgt voor de realisatie van het gedeelte van de aansluiting dat in het openbaar domein ligt tot aan de perceelsgrens van de eigendom
  • De klant dient zelf in te staan voor het plaatsen van de privériolering voor het bouwproject en is verplicht deze uit te voeren volgens de wettelijke bepalingen ter zake, ondermeer dient voldaan te zijn aan de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater van 5/07/2013 (GSV “hemelwater”).
  • Indien de privériolering niet correct en volledig volgens deze wettelijke bepalingen werd uitgevoerd, zelfs indien dit niet expliciet door de stedenbouwkundige vergunning opgelegd is, behoudt Fluvius het recht om de woning niet aan te sluiten op het rioleringsnet.
  • Indien de bouwplannen en meer specifiek het rioleringsplan niet in overeenstemming zijn met deze voorschriften hebben deze voorschriften voorrang.

We raden aan om:

  • Geen sifonputjes te plaatsen op vuilwaterafvoerleidingen aangezien in deze putjes vaak verstopping optreedt en alle toestellen in de woning in principe reeds over een waterslot/sifon beschikken.
  • In het kader van herbruik van hemelwater, het water van de hemelwaterput voor de spoeling van alle WC’s, kranen voor kuiswater en wasmachines in deze werken te gebruiken.
  • Een terugslagklep te plaatsen op de overloop van de hemelwaterput om terugstuwing vanuit de riolering te vermijden.
  • De noodzakelijke ontluchting te voorzien op het private vuilwaterafvoerstelsel (bvb: ontluchtingspijp door dak).

Keuring privéwaterafvoer

Door het in voege treden van het Algemeen Waterverkoopreglement is de keuring van privéwaterafvoer verplicht vanaf 1 juli 2011. Elke rioleringsaansluiting op het openbaar saneringsnet dient een keuring van de privéwaterafvoer te ondergaan conform artikel 12, §1 van het Algemeen Waterverkoopreglement en dit bij de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer.  Enkel de door Fluvius erkende keurders komen hiervoor in aanmerking (een lijst kan u terugvinden op de website van Fluvius: www.fluvius.be).

Watertoets

Het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013, verplicht de vergunningverlenende overheid om de watertoets uit te voeren bij elke aanvraag tot omgevingsvergunning. Dit decreet vormt het juridisch kader voor het integraal waterbeleid in Vlaanderen. Het decreet bevat ook de omzetting van de kaderrichtlijn Water en de Overstromingsrichtlijn.

Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Voor het betrokken project werd de watertoets uitgevoerd volgens de richtlijnen van het uitvoeringsbesluit van 20 juli 2006. Dit Watertoetsbesluit werd gewijzigd bij Besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011. Dit besluit is in werking getreden op 1 maart 2012.

Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd.  Zoals hoger aangehaald valt de aanvraag niet onder toepassing van deze verordening. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

De aanvraag doorstaat de watertoets.

Archeologienota

Conform het Onroerenderfgoeddecreet de dato 12 juli 2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag gezien de perceelsoppervlakte kleiner is dan 3 000m².

Indien men niet verplicht is tot het opstellen van een archeologienota en tijdens de uitvoering komen er toch archeologische sporen of vondsten aan het licht, dan dient de bouwheer dit te melden binnen de 3 dagen aan het agentschap Onroerend Erfgoed (www.onroerenderfgoed.be).

Overige regelgeving

Decreet rookmelders

Het decreet van 10 maart 2017, houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, wat het verbeteren van de brandveiligheid door het algemeen invoeren van optische rookmelders voor woningen betreft, bepaalt dat alle woningen in Vlaanderen moeten uitgerust worden met correct geïnstalleerde rookmelders of dienen te beschikken over een branddetectiesysteem.

De voorliggende aanvraag voldoet hier niet aan.  Er zal als voorwaarde worden opgenomen dat voldaan moet worden aan het decreet betreffende optische rookmelders.

Grondverzet

Uit het ingediende dossier blijkt niet dat een grondverzet  (met aanvoer/ afvoer) van meer dan 250m³ zal plaatsvinden. De regelgeving omtrent grondverzet is niet van toepassing.

De aanvraag is verenigbaar met de regelgeving mits voldaan wordt aan het decreet betreffende optische rookmelders.

Toetsing AAN DE goede ruimtelijke ordening

OMSCHRIJVING VAN DE FEITELIJKE AANVRAAG

De aanvraag omvat het plaatsen van een lamellen terrasoverkapping.

BEOORDELING VAN DE GOEDE RUIMTELIJKE ORDENING

De aanvraag is gelegen in een gebied dat geordend wordt door een verkavelingsvergunning waarvan afgeweken wordt. Artikel 4.3.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening stelt dat binnen de omschrijving van een goedgekeurde, niet vervallen verkavelingen ouder dan 15 jaar onverenigbaarheid van de aanvraag met de stedenbouwkundige voorschriften niet langer een grond vormt voor weigering van de aanvraag.

De hierboven vermelde goedgekeurde, niet vervallen verkaveling is goedgekeurd d.d. 13/08/1963 en dus komt de aanvraag principieel in aanmerking voor deze regeling.

Evenwel kan de afwijking niet worden toegestaan voor wat betreft voorschriften betreffende wegenis en openbaar groen. Het betreft geen van deze elementen en dus kan de aanvraag niet geweigerd worden op basis van onverenigbaarheid met de voorschriften. Tenslotte dient de aanvraag getoetst aan de goede ruimtelijke ordening.

De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen:

1°         het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;

2°         het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in 1°, in rekening brengen;

Omschrijving ligging en omgeving

Het perceel is gelegen langs de Nieuwstraat, een gemeenteweg.

De omgeving wordt gekenmerkt door voornamelijk residentiële bebouwing in open en halfopen verband.

Omschrijving van de aanvraag

Op het perceel werd een halfopen eengezinswoning opgericht alsook een bijgebouw.

Het bijgebouw werd opgericht conform het vrijstellingsbesluit.

De huidige aanvraag omvat het uitbreiden van de woning door het plaatsen van een lamellen terrasoverkapping.

Functionele inpasbaarheid in de onmiddellijke en ruime omgeving

De functie als eengezinswoning blijft ongewijzigd.

Mobiliteitsimpact

De verkeersgeneratie is beperkt gezien de functie van eengezinswoning.

Het stallen van voertuigen gebeurt geheel op eigen terrein waardoor de last van het autobezit niet wordt afgeschoven naar het openbaar domein.

De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, de visueel-vormelijke elementen van de voorgenomen werken

De woning wordt aan de achterzijde uitgebreid met een lamellen terrasoverkapping.

De terrasoverkapping wordt ingeplant op 0,70m van de linker perceelgrens en tegen de achtergevel van de woning.

De terrasoverkapping heeft een bouwbreedte van 4,48m en een bouwdiepte van 4,50m (= 20,16m²).  Hierdoor wordt de bouwdiepte van de woning verruimd tot 21,50m.

De constructie wordt uitgevoerd in zwart aluminium, wat aansluit bij het schrijnwerk van de woning.  De hoogte bedraagt 2,85m.  Deze hoogte zal, door de afstand tot de perceelgrens geen hinder creëren t.o.v. het links aanpalend perceel.

De overkapping heeft een zonnewerende functie, wat voor de woning en het terras, gezien de oriëntatie, een groter gebruiksgenot zal opleveren en voor meer woonkwaliteit zal zorgen.

De terrasoverkapping heeft een beperkte oppervlakte en een open karakter waardoor akkoord gegaan kan worden met de aanvraag.   De overkapping wordt geplaatst boven de bestaande terrasverhardingen, er worden geen bijkomende verhardingen aangelegd, waardoor de impact op het terrein minimaal is.

Door de plaatsing van de overkapping kan het onderliggend terras niet langer worden beschouwd als een niet-overdekte constructie.   Volgens het vrijstellingenbesluit kan, onder voorwaarden, max. 80m² aan niet-overdekte constructies (verhardingen / zwembad) worden geplaatst in zij- en achtertuin, zonder vergunning.

Om geen verhardingsdruk op het terrein te creëren, dient het bestaande terras, ook het deel dat men wenst te overdekken, meegerekend te worden binnen het maximum van 80m².

De overdekte oppervlakte bedraagt ongeveer 20m².   Om die reden wordt als vergunningsvoorwaarde opgelegd dat de maximale oppervlakte aan niet-vergunningsplichtige niet-overdekte constructies (conform het vrijstellingenbesluit) op het perceel, beperkt wordt tot 60m² i.p.v. 80m².

Bodemreliëf

Uit de aanvraag blijkt dat het bestaande terreinniveau behouden en dus ongewijzigd blijft.

De aanvraag voldoet aan de criteria voor de goede ruimtelijke ordening in de onmiddellijke en ruime omgeving.

BESPREKING ADVIEZEN

Er werden geen adviezen opgevraagd.

Uit de bovenstaande motivering blijkt dat de schaal en het uiterlijk van de voorgenomen werken op voldoende wijze ruimtelijk inpassen in de onmiddellijke en ruime omgeving. De aanvraag is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening mits voldaan wordt aan volgende voorwaarde:

  • Er dient voldaan te worden aan het decreet betreffende optische rookmelders;
  • De maximale oppervlakte aan niet-vergunningsplichtige niet-overdekte constructies (conform het vrijstellingenbesluit) op het perceel, wordt beperkt tot 60m² i.p.v. 80m².

MILIEUTECHNISCH ADVIES

Niet van toepassing.

GECOÖRDINEERD EINDADVIES

Uit bovenstaande motiveringen blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen inzake milieu en ruimtelijke ordening, en dat het voorgestelde ontwerp verenigbaar is met de goede plaatselijke ordening en met zijn onmiddellijke omgeving.

De aanvraag is vatbaar voor een omgevingsvergunning mits het opleggen van voorwaarden.

Bijgevolg adviseert de omgevingsambtenaar het dossier voorwaardelijk gunstig voor het plaatsen van een lamellen terrasoverkapping zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan de aanvraag zijn verbonden en voor zover rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarden:

  1. De maximale oppervlakte aan niet-vergunningsplichtige niet-overdekte constructies (conform het vrijstellingenbesluit) op het perceel, wordt beperkt tot 60m² i.p.v. 80m².

Riolering:

  1. Er dient voldaan te worden aan het Algemeen Waterverkoopreglement en aanvullende voorwaarden van de netbeheerder ( zie www.fluvius.be);
  2. Voor de aansluiting van de riolering van het perceel op het openbaar rioleringsstelsel dient een toelating van Fluvius bekomen te worden;

Terrein en gelijkgrondse berm:

  1. Aangezien er geen wijzigingen van het terreinniveau voorzien zijn in de aanvraag, dient het bestaande terreinniveau behouden te blijven.

Andere voorwaarden:

  1. Er dient voldaan te worden aan het decreet optische rookmelders. De vereiste rookmelders moeten aangebracht worden conform het decreet van 1 juni 2012 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders en de "richtlijnen voor de aankoop en plaatsing van rookmelders in Vlaanderen" van 26 oktober 2012 van Wonen Vlaanderen en zijn latere wijzigingen;
  2. In de voortuinstrook mogen geen gesloten afsluitingen geplaatst worden hoger dan 1m;
  3. De aanvrager is ertoe verplicht het college van burgemeester en schepenen op de hoogte te brengen van het begin van de stedenbouwkundige handelingen en/of exploitatie(s);

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen volgt integraal het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar omtrent het sluiten van het openbaar onderzoek en tot het afleveren van een omgevingsvergunning met voorwaarden aan de aanvrager.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het afleveren van een omgevingsvergunning met voorwaarden aan de aanvrager.

De omgevingsvergunning omvat het plaatsen van een lamellen terrasoverkapping zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan deze omgevingsaanvraag zijn verbonden en voor zover rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarden.

Artikel 3

De omgevingsvergunning wordt aldus afgegeven onder volgende voorwaarden:

  1. De maximale oppervlakte aan niet-vergunningsplichtige niet-overdekte constructies (conform het vrijstellingenbesluit) op het perceel, wordt beperkt tot 60m² i.p.v. 80m².

Riolering:

  1. Er dient voldaan te worden aan het Algemeen Waterverkoopreglement en aanvullende voorwaarden van de netbeheerder ( zie www.fluvius.be);
  2. Voor de aansluiting van de riolering van het perceel op het openbaar rioleringsstelsel dient een toelating van Fluvius bekomen te worden;

Terrein en gelijkgrondse berm:

  1. Aangezien er geen wijzigingen van het terreinniveau voorzien zijn in de aanvraag, dient het bestaande terreinniveau behouden te blijven.

Andere voorwaarden:

  1. Er dient voldaan te worden aan het decreet optische rookmelders. De vereiste rookmelders moeten aangebracht worden conform het decreet van 1 juni 2012 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders en de "richtlijnen voor de aankoop en plaatsing van rookmelders in Vlaanderen" van 26 oktober 2012 van Wonen Vlaanderen en zijn latere wijzigingen;
  2. In de voortuinstrook mogen geen gesloten afsluitingen geplaatst worden hoger dan 1m;
  3. De aanvrager is ertoe verplicht het college van burgemeester en schepenen op de hoogte te brengen van het begin van de stedenbouwkundige handelingen en/of exploitatie(s);

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.

17.

2022_CBS_00822 - OMV - Vergunning - Donkeindeweg 77 - 2022/00111 - Gedeeltelijke goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Michael Vanderhoydonk, waarnemend algemeen directeur
Verontschuldigd
Johny De Raeve, burgemeester; Frank Vandebeek, 4de schepen; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Michael Vanderhoydonk, waarnemend algemeen directeur
17.

2022_CBS_00822 - OMV - Vergunning - Donkeindeweg 77 - 2022/00111 - Gedeeltelijke goedkeuring

2022_CBS_00822 - OMV - Vergunning - Donkeindeweg 77 - 2022/00111 - Gedeeltelijke goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

STEDENBOUWKUNDIG EN MILIEUTECHNISCH advies - verslag GEMEENTELIJKE omgevingsambtenaar

De aanvraag betreft het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning, de inbuizing van een gracht en het rooien van 2 eiken.

De aanvraag werd op 26/04/2022 ontvangen.

Op 20/05/2022 werd aanvullende informatie opgevraagd.

Op 10/06/2022 werd de gevraagde aanvullende informatie aangeleverd.

Op 16/06/2022 werd de aanvraag ontvankelijk en volledig verklaard.

De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.

Er werd geen openbaar onderzoek gehouden.

HISTORIEK VAN HET EIGENDOM WAAROP DE AANVRAAG BETREKKING HEEFT

Stedenbouwkundig

  • 2021/00037/SPLITSING: goedkeuring op 16/11/2021 voor de opdeling van een eigendom in 2 delen (640Y20 en 640Y21) met als doel schenking met behoud van huidige bestemming.

Voor het perceel van de aanvraag werden geen verdere uitspraken gedaan of beslissingen genomen.

Voorafgaand aan de aanvraag, werden de van toepassing zijnde voorschriften en algemene normen opgevraagd en verstrekt (VB_2020_243). 

De aanvraag houdt algemeen genomen rekening met de aangeleverde informatie. Voor de bouwdiepte op de verdieping van 11,5m, vanaf de bouwlijn gemeten, wordt een afwijking gevraagd. 

Uit de gegevens waarover de gemeente beschikt, blijkt niet dat voor het voorwerp van de aanvraag een PV is opgesteld noch dat een meerwaarde werd opgelegd of dat op het goed een vonnis of arrest rust. Er zijn ook geen geschriften bekend waaruit zou blijken dat er wederrechtelijke werken werden uitgevoerd.

Milieu

Het perceel is niet opgenomen in het Grondeninformatieregister.

OPENBAAR ONDERZOEK

Overeenkomstig artikel 17 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hoofdstuk 3 Toepassingsgebied van de gewone en vereenvoudigde procedure, artikels 11 t.e.m. 14 van het besluit tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning, werd dit dossier volgens de vereenvoudigde procedure behandeld.

Er werd bijgevolg geen openbaar onderzoek gehouden.

ADVIEZEN

Fluvius

Dienst Facilitair Management

Dienst Patrimonium

MILIEUEFFECTENRAPPORTAGE

De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van bijlage I, II en III van het besluit inzake projectmilieueffectrapportage van 10 december 2004 en latere wijzigingen.

STEDENBOUWKUNDIG ADVIES

TOETSING AAN DE REGELGEVING EN VOORSCHRIFTEN

OVEREENSTEMMING MET BESTEMMINGS- EN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Gewestplan

De aanvraag is volgens het geldende gewestplan Hasselt - Genk, goedgekeurd bij Koninklijk besluit op 3 april 1979, gelegen in woongebied met landelijk karakter.

De woongebieden met landelijk karakter zijn in hoofdzaak bestemd “voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven”. Zowel bewoning als landbouw zijn bijgevolg de hoofdbestemmingen van het gebied, en beide bestemmingen staan er op gelijke voet. Daarnaast kunnen eveneens de andere inrichtingen, voorzieningen en activiteiten, zoals in woongebied worden toegelaten (artikel 6 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg, noch in een ruimtelijk uitvoeringsplan, noch in een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

De aanvraag voldoet principieel aan de geldende bestemmingsvoorschriften.

Stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater

De aanvraag valt onder de toepassing van het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 en latere wijzigingen, houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

De aanstiplijst en plannen geven aan dat voor de nieuw op te richten woning met een horizontale dakoppervlakte van 204,55m² een hemelwaterput wordt voorzien met een inhoud van 10 000 liter en recuperatie van het hemelwater voor 2 toiletten, 1 wasmachine, 2 dienstkranen en een buitenkraan. Het hemelwater zal naast het huishoudelijk gebruik (toiletten, wasmachine, dienstkraantjes) ook gebruikt worden om in de zomer de tuin/moestuin te besproeien. Om voor deze toepassingen zo veel mogelijk gebruik te maken van hemelwater zal er een hemelwaterput van 10.000l geplaatst worden.

De overloop van de hemelwaterput wordt aangesloten op 2 infiltratieputten met elk een inhoud van 2000 liter waarbij de overloop naar een ingebuisde infiltratiegracht (thans een open perceelgracht) zal lopen en vandaar uit naar de openbare riolering (gracht).

Controleberekening

Dakoppervlakte 204,55m² en aan te sluiten verharding hellend vlak kelder 10m²: 214,55m². Met een aftrek van 60m² voor plaatsing van de hemelwaterput (min. 5000 liter), dient de infiltratievoorziening aangelegd voor 154,55m². De minimale inhoud bedraagt 3863,75 liter, de minimale infiltratieoppervlakte bedraagt 6,18m².

De hemelwaterput heeft een inhoud van 10.000 liter, de infiltratieputten hebben een gezamenlijke inhoud van 4000 liter en een infiltratieoppervlakte van 8m².

De oppervlakte en het volume van de voorzieningen voldoen aan de verordening.

De verordening is niet van toepassing voor wat betreft de aanleg van de voorziene verhardingen  (behoudens de afrit naar de kelder van 10m²) omdat het hemelwater dat op de verharding valt niet wordt opgevangen en afgevoerd, maar op natuurlijke wijze op eigen terrein in de bodem kan infiltreren.

De inrit/ toegang (33,2m²) wordt aangelegd in waterdoorlatende klinkers, de paden rond de woning (59,6m²) en het terras aan de achterzijde (34,5m²) worden eveneens aangelegd in waterdoorlatende klinkers. Eventueel afwaterend hemelwater kan in de aangrenzende groenzones infiltreren.

De aanvraag voldoet aan deze stedenbouwkundige verordening.  

De aanvraag voldoet echter niet aan de adviezen van Fluvius en de dienst Patrimonium (zie verder).  Er dient bijgevolg voldaan te worden aan de voorwaarden gesteld in het advies van resp. Fluvius en de dienst Patrimonium (zie verder).  

Riolering

Het perceel is op het zoneringplan voor riolering, goedgekeurd bij Ministerieel besluit de dato 19 september 2008, gelegen in “Collectief te optimaliseren buitengebied”. 

Met betrekking tot de riolering werd de aanvraag voor advies voorgelegd aan Fluvius.

Het advies van 21/06/2022 van Fluvius is voorwaardelijk gunstig:

“Het betreft hier een eengezinswoning, hiervoor verwijzen wij graag naar www.fluvius.be/aansluitingen. 

Via het Omgevingsloket geven wij enkel advies voor appartementen, meergezinswoningen, verkavelingen en wegenis.

Voor uw rioleringsaansluiting geven we u volgende advies:

Op termijn wordt op het openbaar domein een gescheiden rioleringsstelsel voorzien. Conform Vlarem II zal bij de aanleg van een gescheiden stelsel in de straat ook een volledige scheiding van vuilwater en hemelwater op privaat terrein verplicht zijn. Breng daarom nu reeds volledig gescheiden de leiding van het vuilwater en eventueel het hemelwater tot aan de rooilijn. Let hierbij op de (beperkte) diepte van de gracht. De aanvrager kan kiezen om zelf op de open gracht aan te sluiten indien de open gracht onmiddellijk grenst aan het bouwperceel. Hij dient in dit geval ter hoogte van de rooilijn een apart controleputje voor DWA en voor RWA te voorzien. Ofwel om tegen betaling zijn aansluiting te laten realiseren op de grachtinbuizing (toegang tot zijn perceel). In dit geval worden de aansluitputjes geplaatst door Fluvius. Alvorens de riolering in gebruik te nemen (te mogen lozen) dient een aanvraag tot aansluiting op het openbaar rioleringsstelsel bij Fluvius te gebeuren, ook in geval van aansluiting op een open gracht. De aanvraag kan gebeuren op www.fluvius.be.

Gelet op de omzendbrieven, decreten en de code van goede praktijk voor de herwaardering van grachtenstelsels; Gelet op de overname door Fluvius van riolering- en grachtenstelsels van de gemeente Zonhoven; is Fluvius van mening dat baangrachten enkel mits grondige motivering mogen overwelfd worden. Er wordt slechts 1 overwelving per kadastraal perceel toegestaan. Fluvius geeft positief advies voor een grachtinbuizing van 5 meter. Na het ontvangen van de vergunning kan de bouwheer zijn verzoek tot inbuizing baangracht indienen bij Fluvius via een aanvraag op www.fluvius.be.

Volgens het definitief zoneringsplan ligt de woning in collectief te optimaliseren buitengebied. In deze zone wordt op termijn wel een collectieve zuivering van het vuilwater (via riolering) voorzien. De timing voor deze werken moet nog worden vastgelegd. Indien binnenkort een project van start gaat in de straat, kan u best met Fluvius contact opnemen voor de voorwaarden naar voorbehandeling van het vuilwater. In afwachting van deze collectieve afvalwaterzuivering moet het afvalwater gezuiverd worden, dit kan door alle afvalwater, zowel zwart afvalwater (toiletten) als grijs afvalwater (gootsteen, vaatwas, douche, bad, …) aan te sluiten op een septische put of door twee afzonderlijke septische putten. Het minimale putvolume voor een gezin tot vijf personen is 3.000 liter, met 600 liter per bijkomende inwoner.

Een keldergarage/keldertoegang houdt altijd een risico van wateroverlast in de kelder in. Om de terugstuwing van het rioolwater uit het openbaar rioleringsstelsel naar de kelder te vermijden, dient het afvalwater en het hemelwater (komende van de inrit naar de keldergarage) opgepompt te worden. Het is dan ook heel belangrijk dat te allen tijde een reservepomp aanwezig is om bij uitval van een pomp deze te kunnen vervangen of nog beter beide pompen in dezelfde pompput plaatsen en ze alternerend laten pompen. Het buffervolume van de pompput en het pompdebiet dienen zodanig gedimensioneerd te zijn dat extreme buien kunnen afgevoerd worden. Het buffervolume dient zodanig te zijn dat bij uitval van de pomp ten minste de 2-jaarlijkse bui gebufferd kan worden (30 liter buffer/m² hellende inrit naar de kelder). De helling naar de keldergarage/keldertoegang wordt best zo kort mogelijk gehouden (= steile helling) zodat de oppervlakte die naar de keldergarage/keldertoegang afwatert beperkt blijft. Andere verhardingen of daken mogen niet aangesloten worden op de hemelwaterafvoer van de keldergarage/keldertoegang. Het opgepompte hemelwater van de inrit naar de keldergarage/keldertoegang dient aangesloten te worden op de infiltratievoorziening en niet rechtstreeks naar de straatriolering. De pompput in de kelder mag niet gebruikt worden voor de afvoer van grondwater (drainage). De eventuele vuilwaterafvoeren (wasmachine, uitgietbak, WC, …) in de kelderverdieping dienen op een aparte vuilwaterpomp aangesloten te worden die het vuilwater oppompt naar de vuilwaterafvoerleiding.

Voor alle andere vragen verwijzen wij graag naar onze website, www.fluvius.be of het algemeen nummer 078 35 35 34.

Bovenstaande informatie geven we mee onder voorbehoud van latere wijzigingen.

Mocht later bijvoorbeeld blijken dat de definitieve vermogens toch buiten de standaardnormen vallen, dan kan ons advies nog wijzigen.”

Watertoets

Het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013, verplicht de vergunningverlenende overheid om de watertoets uit te voeren bij elke aanvraag tot omgevingsvergunning. Dit decreet vormt het juridisch kader voor het integraal waterbeleid in Vlaanderen. Het decreet bevat ook de omzetting van de kaderrichtlijn Water en de Overstromingsrichtlijn.

Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Voor het betrokken project werd de watertoets uitgevoerd volgens de richtlijnen van het uitvoeringsbesluit van 20 juli 2006. Dit Watertoetsbesluit werd gewijzigd bij Besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011. Dit besluit is in werking getreden op 1 maart 2012.

Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Zoals hoger aangehaald voldoet het voorliggende ontwerp aan deze verordening. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

De aanvraag doorstaat de watertoets.

Decretale beoordelingselementen

Art. 4.3.5. Uitgeruste weg

§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie “wonen”, “verblijfsrecreatie”, “dagrecreatie”, met inbegrip van sport, “detailhandel”, “dancing”, “restaurant en café”, “kantoorfunctie”, “dienstverlening”, “vrije beroepen”, “industrie”, “bedrijvigheid”, “gemeenschapsvoorzieningen” of “openbare nutsvoorzieningen”, kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken.

De aanvraag voldoet aan deze bepaling.

Archeologienota

Conform het Onroerenderfgoeddecreet de dato 12 juli 2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag gezien de perceeloppervlakte kleiner is dan 3 000m².

Indien men niet verplicht is tot het opstellen van een archeologienota en tijdens de uitvoering komen er toch archeologische sporen of vondsten aan het licht, dan dient de bouwheer dit te melden binnen de 3 dagen aan het agentschap Onroerend Erfgoed (www.onroerenderfgoed.be).

Overige regelgeving

Decreet rookmelders

Het decreet van 10 maart 2017, houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, wat het verbeteren van de brandveiligheid door het algemeen invoeren van optische rookmelders voor woningen betreft, bepaalt dat alle woningen in Vlaanderen moeten uitgerust worden met correct geïnstalleerde rookmelders of dienen te beschikken over een branddetectiesysteem.

De voorliggende aanvraag voldoet hieraan: er worden rookmelders geplaatst in de technische ruimte op de kelderverdieping, de gelijkvloerse berging/ wasplaats en de nachthal op de verdieping.

Opmerking: de plaatsing van rookmelders in ruimtes waar dampen en rookgassen gebruikelijk kunnen voorkomen (garages, technische ruimtes, keukens, badkamers en ook wasplaats) kan aanleiding geven tot valse meldingen. Hier is het meer aangewezen een hittemelder te plaatsen.

Het is aangewezen om rookmelders te plaatsen in elke ruimte waar u doorheen moet op weg naar buiten (zoals inkomhal, doorgang, nachthal, traphal…).

Energiedecreet

De aanvraag dient te voldoen aan het energiedecreet van 8 mei 2009 en het energiebesluit van 19 november 2010 en hun latere aanvullingen en wijzigingen.

Grondverzet

Uit het ingediende dossier blijkt dat een grondverzet met afvoer van meer dan 250m³ zal plaatsvinden. De regelgeving omtrent grondverzet is van toepassing.

Erfdienstbaarheden 

Vergunningen hebben een zakelijk karakter. Zij worden verleend onder voorbehoud van de op het onroerend goed betrokken burgerlijke rechten.

Het is niet de taak van de administratieve overheid zich uit te spreken over het bestaan, de interpretatie en de omvang van subjectieve rechten, zoals bijvoorbeeld het bestaan van een erfdienstbaarheid.

De aanvraag is verenigbaar met de regelgeving.

Toetsing AAN DE goede ruimtelijke ordening

OMSCHRIJVING VAN DE FEITELIJKE AANVRAAG

De aanvraag omvat het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning, de inbuizing van een gracht en het rooien van 2 eiken.

BEOORDELING VAN DE GOEDE RUIMTELIJKE ORDENING

De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen:

1°         het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;

2°         het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in 1°, in rekening brengen.

Omschrijving ligging en omgeving

Het perceel is gelegen langs de Donkeindeweg, in deelkern Terdonk.  De omgeving kenmerkt zich door grondgebonden eengezinswoningen in vrijstaande vorm, hoofdzakelijk met hellend dak en afgewerkt in een oranje baksteen.  Aan de overzijde van de weg bevinden de woningen zich in een lintbebouwing met achterliggend agrarisch gebied.

Het perceel van de aanvraag is momenteel onbebouwd en begroeid met gras.  Vooraan op het perceel staan 2 eiken ingeplant.

Aan de voorzijde van het perceel, en langs de linker perceelsgrens, loopt een gracht.

Het bestaande maaiveld is ongeveer 0,40m onder het peil van de wegas gelegen.

Omschrijving van de aanvraag

Er wordt een vrijstaande eengezinswoning ingeplant, met 2 bouwlagen onder een plat dak, op min. 6,02m van de rooilijn.  De zijdelingse bouwvrije stroken hebben een breedte van min. 3m.  De max. bouwdiepte ter hoogte van het gelijkvloers bedraagt 17m, die op de verdieping 10m.  De verdieping vangt aan op 1,50m achter de voorgevellijn.

De gelijkvloerse vloerpas bevindt zich 0,40m boven de wegas.  De max. kroonlijsthoogte bedraagt 6,45m t.o.v. deze vloerpas.

Tegen de rechtergevel, in de rechter bouwvrije strook, wordt een hellend vlak ingeplant naar de kelder, tot op 1,50m van de rechter perceelsgrens.  

De woning wordt afgewerkt met een lichtgrijs – beige gevelsteen en aluminium buitenschrijnwerk.

De kelderverdieping, zowel inpandig als via het hellend vlak bereikbaar, functioneert als archiefruimte, berging en fietsenstalling.

Op het gelijkvloers wordt een inpandige garage voor 2 wagens ingericht.

Aansluitend aan de leefruimtes wordt een ruim terras aangelegd in waterdoorlatende klinkers.  Er wordt 1 inrit voorzien, met een breedte van 4m ter hoogte van de gracht vooraan, die op het perceel uitwaaiert richting de dubbele garage.  De gracht wordt hiervoor plaatselijk overwelfd.   Verder wordt een pad rondom de woning aangelegd.

De 2 eiken bomen vooraan het perceel wenst men te rooien.

De gracht langs de linker perceelsgrens wenst men te voorzien van een infiltratiebuis.

Het terrein wordt een 80 à 90cm opgehoogd tot achter de bouwzone. 

Functionele inpasbaarheid in de onmiddellijke en ruime omgeving

Een eengezinswoning is functioneel inpasbaar in de onmiddellijke en ruime omgeving.

Mobiliteitsimpact

De aanvraag voorziet in 2 overdekte autostaanplaatsen voor 1 woongelegenheid.  Op de inrit kunnen bijkomend auto’s parkeren.

Het aantal autostaanplaatsen stemt overeen met het aantal woongelegenheden à rato van 1,5 per wooneenheid.

De schaal van de voorgenomen werken

De schaal en bemating van de woning integreren zich goed binnen de algemeen geldende normen en binnen de omgeving.

Het ruimtegebruik en de bouwdichtheid

De algemene footprint op het terrein is aanvaardbaar.  Er resteert voldoende ruimte op het perceel die groen aangeplant kan worden.

Uit het advies van de dienst Patrimonium (zie verder) blijkt dat de inbuizing van de gracht langs de linker perceelsgrens niet toelaatbaar is zoals voorzien binnen de aanvraag.

Visueel-vormelijke elementen

Het straatbeeld wordt gekenmerkt door voornamelijk woningen met hellende daken en een eerder traditionele architectuur.  Er zijn echter ook reeds andere typologieën aanwezig in het straatbeeld.  De woning past zich ruimtelijk in in het straatbeeld.

Het gekozen materiaalgebruik is in harmonie met de architectuurstijl.

De aanwezige eiken aan straatzijde maken deel uit van het straatbeeld en betekenen een enorme meerwaarde op vlak van biodiversiteit.  Er is geen duidelijke motivatie aangeleverd voor het rooien van deze waardevolle bomen.   De afstand van de bomen tot de bouwzone is voldoende ruim.  

Het rooien van deze bomen betekent een verarming van zowel het groene straatbeeld als de biodiversiteit.  

De linkse boom is beduidend kleiner en staat zeer dicht bij de andere boom ingeplant.  Deze boom bevindt zich daarnaast dichter bij de bouwzone en bij de inritverharding.  Omwille van deze redenen mag de linkse boom gerooid worden.  Om de waarde van deze boom te compenseren dienen 2 nieuwe hoogstam bomen te worden aangeplant conform de voorwaarden van de dienst Facilitair management.  Dit wordt opgelegd als vergunningsvoorwaarde.  Het rooien van de boom kan enkel gebeuren buiten het broedseizoen. Het rooien is verboden van 15 maart tot 30 juni.

De rechtse boom mag niet gekapt worden en dient behouden te blijven.  Deze boom dient ten alle tijden beschermd te worden.  De boom mag enkel deskundig gesnoeid worden.  Dit betekent niet meer dan 10% van de kruin wegnemen bij een snoeibeurt, geen takken dikker dan 10cm doorsnede, niet bij vallen/opkomen bladeren.   Dode takken mogen steeds weggehaald worden.  De boom mag niet fors ingesnoeid of gekandelabeerd worden.

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing.

Bodemreliëf

De ophoging van het bodemreliëf is slechts toegelaten tot op maximaal 30cm boven het straatniveau. De ophoging mag maximaal tot op 30m achter de rooilijn uitgevoerd worden. Voorbij deze afstanden dient het bestaande terreinniveau behouden te blijven. Een strook van 1m langsheen de perceelsgrenzen mag bij eventuele terreinwijzigingen nooit hoger gebracht worden dan het niveau van de aanpalende percelen.  Vanaf de inritverharding en het looppad langs de linkerzijgevel dient er aan de linkerzijde onmiddellijk, via een natuurlijke helling, te worden overgegaan naar het bestaande maaiveld.  Dit om een conflict met de te behouden gracht te vermijden.

Alle overtollige grond die vrijkomt bij het graven van de funderingen, dient verwijderd te worden via een erkende grondwerker of naar een erkende grondreinigingsplaats.

Deze punten worden opgelegd als vergunningsvoorwaarden.

Hinderaspecten met betrekking tot gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

De woning biedt voldoende woonkwaliteit en zal gebruiksgenot opleveren.  Er wordt geen bijkomende hinder gecreëerd.

De aanvraag voldoet aan de criteria voor de goede ruimtelijke ordening in de onmiddellijke en ruime omgeving op voorwaarde dat:

  • De rechtse eikenboom mag niet worden gerooid.        Deze boom dient ten alle tijden beschermd te worden.  De boom mag enkel deskundig gesnoeid worden.  Dit betekent niet meer dan 10% van de kruin wegnemen bij een snoeibeurt, geen takken dikker dan 10cm doorsnede, niet bij vallen/opkomen bladeren.  Dode takken mogen steeds weggehaald worden.  De boom mag niet fors ingesnoeid of gekandelabeerd worden.
  • Het rooien van de (kleinere) linkse boom kan enkel gebeuren buiten het broedseizoen. Het rooien is verboden van 15 maart tot 30 juni.
  • Er dienen 2 nieuwe hoogstam bomen worden aangeplant.
  • De gracht langs de linker perceelsgrens mag niet worden ingebuisd.
  • De ophoging van het bodemreliëf is slechts toegelaten tot op maximaal 30cm boven het straatniveau. De ophoging mag maximaal tot op 30m achter de rooilijn uitgevoerd worden. Voorbij deze afstanden dient het bestaande terreinniveau behouden te blijven. Een strook van 1m langsheen de perceelsgrenzen mag bij eventuele terreinwijzigingen nooit hoger gebracht worden dan het niveau van de aanpalende percelen.  Vanaf de inritverharding en het looppad langs de linkerzijgevel dient er aan de linkerzijde onmiddellijk, via een natuurlijke helling, te worden overgegaan naar het bestaande maaiveld.        

BESPREKING ADVIEZEN

  • Het advies van 21/06/2022 van Fluvius is voorwaardelijk gunstig (zie hierboven).

De gemeentelijke omgevingsambtenaren sluiten zich aan bij dit advies.

De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden.

  • Het advies van 17/06/2022 van de dienst Facilitair management is voorwaardelijk gunstig:

“De grootste van de twee eiken die voorzien worden om te rooien dient behouden te blijven. Ook mogen er geen grondwerken uitgevoerd worden binnen de kruinprojectie van deze boom.  Dit wil zeggen dat alle aansluitingen van de nutsleidingen aan de andere zijde het perceel dienen te worden voorzien (zijde waar ook inrit is voorzien).

Tijdens de werken dient deze boom ook maximaal beschermd te worden, zo is het stapelen van materialen onder de kruin dan ook verboden alsook het wijzigen van de grondslag in de onmiddellijke omgeving van de stam.

Aanplanten van minstens 2 klimaatrobuuste bomen in de achtertuin. Deze bomen dienen hoogstambomen van minimaal 2de grootte te zijn en worden aangeplant in een maat niet kleiner dan 16/18.

Volgende links kunnen een hulp zijn in het zoeken naar een geschikte boomsoort:

- https://bomenwijzer.be/zoeken 

- https://www.plantvanhier.be/plantengids

Volgende links bevatten nuttige info m.b.t. beschermen van bomen op een werf:

- https://www.vvog.info/publicaties/beschermen-van-bomen 

https://www.vvog.info/sites/vvog/files/media/files/Boekje_bescherming_bomen_2021_website_0.pdf”

De gemeentelijke omgevingsambtenaren sluiten zich aan bij dit advies.

De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden.

  • Het advies van 30/06/2022 van de dienst Patrimonium is voorwaardelijk gunstig:

“Naar aanleiding van het toekomstig riolerings- en wegenisproject 'Schutenseweg' wordt de gracht in de Donkeindeweg vooraan gedempt.

Voor het regenwater dient er een poreuse betonbuis diam. 900 aangelegd te worden van Donkeindeweg naar Schutenseweg ter hoogte van de bestaande gracht. De overloop van de infiltratieput dient via een aparte leiding naar de Donkeindeweg te gaan en via een RWA aansluitputje naar de riolering te gaan.

De huidige gracht mag momenteel niet ingebuisd worden met een diameter 250, daar deze diameter te klein is voor het huidige regenwater dat in deze gracht terecht komt.”

De gemeentelijke omgevingsambtenaren sluiten zich aan bij dit advies.

De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden.  

Als gevolg van dit advies dient de inbuizing van de gracht langs de linker perceelsgrens ongunstig te worden geadviseerd.

Mits volgende aanpassingen door te voeren of voorwaarden na te leven, is de aanvraag verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening:

  • De rechtse eikenboom mag niet worden gerooid.   Deze boom dient ten alle tijden beschermd te worden.  De boom mag enkel deskundig gesnoeid worden.  Dit betekent niet meer dan 10% van de kruin wegnemen bij een snoeibeurt, geen takken dikker dan 10cm doorsnede, niet bij vallen/opkomen bladeren.   Dode takken mogen steeds weggehaald worden.  De boom mag niet fors ingesnoeid of gekandelabeerd worden.  Ook mogen er geen grondwerken uitgevoerd worden binnen de kruinprojectie van deze boom.  Dit wil zeggen dat alle aansluitingen van de nutsleidingen aan de andere zijde het perceel dienen te worden voorzien (zijde waar ook inrit is voorzien).

Tijdens de werken dient deze boom ook maximaal beschermd te worden, zo is het stapelen van materialen onder de kruin dan ook verboden alsook het wijzigen van de grondslag in de onmiddellijke omgeving van de stam.

  • Het rooien van de (kleinere) linkse boom kan enkel gebeuren buiten het broedseizoen. Het rooien is verboden van 15 maart tot 30 juni.
  • Er dienen minstens 2 nieuwe hoogstam klimaatrobuuste bomen te worden aangeplant in de achtertuin. Deze bomen dienen hoogstambomen van minimaal 2de grootte te zijn en worden aangeplant in een maat niet kleiner dan 16/18.
  • De gracht langs de linker perceelsgrens mag niet worden ingebuisd.
  • De ophoging van het bodemreliëf is slechts toegelaten tot op maximaal 30cm boven het straatniveau. De ophoging mag maximaal tot op 30m achter de rooilijn uitgevoerd worden. Voorbij deze afstanden dient het bestaande terreinniveau behouden te blijven. Een strook van 1m langsheen de perceelsgrenzen mag bij eventuele terreinwijzigingen nooit hoger gebracht worden dan het niveau van de aanpalende percelen.  Vanaf de inritverharding en het looppad langs de linkerzijgevel dient er aan de linkerzijde onmiddellijk, via een natuurlijke helling, te worden overgegaan naar het bestaande maaiveld.        

EINDADVIES

Uit bovenstaande motiveringen blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen inzake milieu en ruimtelijke ordening, en dat het voorgestelde ontwerp deels verenigbaar is met de goede plaatselijke ordening en met zijn onmiddellijke omgeving. 

De aanvraag is niet vatbaar voor een omgevingsvergunning voor de inbuizing van de gracht langs de linker perceelsgrens en het kappen van de rechtse eikenboom.

De aanvraag is vatbaar voor een omgevingsvergunning voor het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning en het kappen van de (kleinere) linkse eikenboom.

Mits het opleggen van voorwaarden:

  1. De rechtse eikenboom dient ten alle tijden beschermd te worden.  De boom mag enkel deskundig gesnoeid worden.  Dit betekent niet meer dan 10% van de kruin wegnemen bij een snoeibeurt, geen takken dikker dan 10cm doorsnede, niet bij vallen/opkomen bladeren.  Dode takken mogen steeds weggehaald worden.  De boom mag niet fors ingesnoeid of gekandelabeerd worden.  Ook mogen er geen grondwerken uitgevoerd worden binnen de kruinprojectie van deze boom.  Dit wil zeggen dat alle aansluitingen van de nutsleidingen aan de andere zijde het perceel dienen te worden voorzien (zijde waar ook inrit is voorzien).

            Tijdens de werken dient deze boom ook maximaal beschermd te worden, zo is het stapelen van materialen onder de kruin             dan ook verboden alsook het wijzigen van de grondslag in de onmiddellijke omgeving van de stam.

  1. Het rooien van de (kleinere) linkse boom kan enkel gebeuren buiten het broedseizoen. Het rooien is verboden van 15 maart tot 30 juni.
  2. Er dienen 2 nieuwe hoogstam, klimaatrobuuste bomen te worden aangeplant in de achtertuin.  Deze bomen dienen min. van 2e grootte te zijn en te worden aangeplant in een maat niet kleiner dan 16/18.  Deze bomen dienen aangeplant te worden op de wettelijke afstanden tot de perceelsgrenzen.  De aanplant dient herhaald te worden tot deze aanslaat.  De bomen dienen te worden aangeplant in het plantseizoen volgend op het rooien van de linkse boom.  Bewijs hiervan dient uiterlijk 6 maanden na aanplant te worden aangeleverd aan de dienst Vergunningen en handhaving.
  3. Ophogingen van het bodemreliëf zijn slechts toegelaten tot op gelijke hoogte of tot op maximaal 30cm boven het straat- of trottoirniveau. De ophoging mag maximaal tot op 30m achter de rooilijn uitgevoerd worden. Voorbij deze afstanden dient het bestaande terreinniveau behouden te blijven. Een strook van 1m langsheen de perceelsgrenzen mag bij eventuele terreinwijzigingen nooit hoger gebracht worden dan het niveau van de aanpalende percelen. Vanaf de inritverharding en het looppad langs de linkerzijgevel dient er aan de linkerzijde onmiddellijk, via een natuurlijke helling, te worden overgegaan naar het bestaande maaiveld.  

            Alle overtollige grond die vrijkomt bij het graven van de funderingen, dient verwijderd te worden via een erkende             grondwerker of naar een erkende grondreinigingsplaats;

Riolering:

  1. Er dient voldaan te worden aan de voorwaarden en aanbevelingen opgelegd in het advies van de dienst Patrimonium;
  2. Er dient voldaan te worden aan de voorwaarden en aanbevelingen opgelegd in het advies van Fluvius;
  3. Er mag geen afwatering of drainage van de kelder gerealiseerd worden;
  4. Er dient voldaan te worden aan het Algemeen Waterverkoopreglement en aanvullende voorwaarden van de netbeheerder ( zie www.fluvius.be); algemene voorwaarde voor riolering
  5. De initiatiefnemer handelt volgens en voldoet aan de reglementering van de nutsmaatschappijen en draagt alle kosten die noodzakelijk zijn voor aansluiting op de nutsleidingen;
  6. De riolering moet uitgevoerd worden zoals weergegeven op de ingediende plannen én rekening houdend met het Algemeen Waterverkoopreglement en de voorwaarden van de rioleringsbeheerder Fluvius.
  7. Voor de aansluiting van de riolering van het perceel op het openbaar rioleringsstelsel dient een toelating van Fluvius bekomen te worden;
  8. Bij het gebruik van een droogzuiging voor het realiseren van de werken, dient voldaan te worden aan de Vlarem meldingsplicht via de gemeentelijke dienst Milieu & Duurzaamheid.  Niet verontreinigd bemalingswater moet bij voorkeur opnieuw in de bodem gebracht worden. Wanneer dit redelijkerwijze niet mogelijk is, moet geloosd worden in een oppervlaktewater, een kunstmatige afvoerweg voor hemelwater of een leiding voor het hemelwater. Indien de droogzuiging aangesloten moet worden op de openbare riolering dient hiervoor een toelating bekomen te worden. Indien een gescheiden rioleringsstelsel aanwezig is in de straat kan, indien niet anders mogelijk, de tijdelijke aansluiting enkel op het RWA-riool . De droogzuiging dient daarenboven beperkt te worden in tijd tot het hoogstnoodzakelijke; 
  9. Aanpassingen aan inrichtingen, constructies of beplantingen op het openbaar domein naar aanleiding van deze of toekomstige aanvraag voor een omgevingsvergunning zijn steeds ten laste van de aanvrager. Alle kosten naar aanleiding van een heraanplanting en/ of herstelwerken op/ aan het openbaar domein, uitgevoerd naar aanleiding van een omgevingsaanvraag van een particulier, blijven ten laste van de aanvrager.

Andere voorwaarden:

  1. Bij de uitvoering van de bouwwerken moet rekening gehouden worden met het energiedecreet van 8 mei 2009 en het energiebesluit van 19 november 2010 en hun latere wijzigingen;
  2. De bouwheer dient, conform artikel 8 van het decreet op het archeologisch patrimonium de dato 30 juni 1993 en zijn latere wijzigingen, elk roerend of onroerend goed dat hij vindt of vermoedt gevonden te hebben, te melden binnen de 3 dagen aan het Onroerend Erfgoed Limburg, Hendrik Van Veldekegebouw, Koningin Astridlaan 50 bus 1 te 3500 Hasselt (www.onroerenderfgoed.be/een-vondst-melden);
  3. Indien vastgesteld wordt dat er straatmeubilair en/of laanbeplanting aanwezig is die dienen verplaatst en/of verwijderd te worden voor de uitvoering van deze vergunning, of bij de ingebruikname van het project, en er voor aanvang van de werken geen toelating bekomen wordt tot het verplaatsen van het straatmeubilair, moet er een gewijzigde vergunning aangevraagd worden die rekening houdt met het straatmeubilair en/of de laanbeplanting;
  4. De aanvrager is ertoe verplicht het college van burgemeester en schepenen op de hoogte te brengen van het begin van de stedenbouwkundige handelingen en/of exploitatie(s).

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen volgt integraal het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar van 20/07/2022 tot het afleveren van een gedeeltelijke omgevingsvergunning met voorwaarden aan de aanvrager.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het afleveren van een gedeeltelijke omgevingsvergunning met voorwaarden aan de aanvrager. 

Het college van burgemeester en schepenen weigert de omgevingsaanvraag voor de inbuizing van de gracht langs de linker perceelsgrens en voor het kappen van de rechtse eikenboom zoals weergegeven op de/het ingediende plannen.

Het college van burgemeester en schepenen vergunt onder voorwaarden de omgevingsaanvraag voor het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning en het kappen van de (kleinere) linkse eikenboom, zoals weergegeven op de/het ingediende plannen die als bijlage de aanvraag zijn verbonden en voor zover rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarden.

Volgende voorwaarden dienen strikt nageleefd te worden:

  1. De rechtse eikenboom dient ten alle tijden beschermd te worden.  De boom mag enkel deskundig gesnoeid worden.  Dit betekent niet meer dan 10% van de kruin wegnemen bij een snoeibeurt, geen takken dikker dan 10cm doorsnede, niet bij vallen/opkomen bladeren.  Dode takken mogen steeds weggehaald worden.  De boom mag niet fors ingesnoeid of gekandelabeerd worden.  Ook mogen er geen grondwerken uitgevoerd worden binnen de kruinprojectie van deze boom.  Dit wil zeggen dat alle aansluitingen van de nutsleidingen aan de andere zijde het perceel dienen te worden voorzien (zijde waar ook inrit is voorzien).

            Tijdens de werken dient deze boom ook maximaal beschermd te worden, zo is het stapelen van materialen onder de kruin             dan ook verboden alsook het wijzigen van de grondslag in de onmiddellijke omgeving van de stam.

  1. Het rooien van de (kleinere) linkse boom kan enkel gebeuren buiten het broedseizoen. Het rooien is verboden van 15 maart tot 30 juni.
  2. Er dienen 2 nieuwe hoogstam, klimaatrobuuste bomen te worden aangeplant in de achtertuin.  Deze bomen dienen min. van 2e grootte te zijn en te worden aangeplant in een maat niet kleiner dan 16/18.  Deze bomen dienen aangeplant te worden op de wettelijke afstanden tot de perceelsgrenzen.  De aanplant dient herhaald te worden tot deze aanslaat.  De bomen dienen te worden aangeplant in het plantseizoen volgend op het rooien van de linkse boom.  Bewijs hiervan dient uiterlijk 6 maanden na aanplant te worden aangeleverd aan de dienst Vergunningen en handhaving.
  1. Ophogingen van het bodemreliëf zijn slechts toegelaten tot op gelijke hoogte of tot op maximaal 30cm boven het straat- of trottoirniveau. De ophoging mag maximaal tot op 30m achter de rooilijn uitgevoerd worden. Voorbij deze afstanden dient het bestaande terreinniveau behouden te blijven. Een strook van 1m langsheen de perceelsgrenzen mag bij eventuele terreinwijzigingen nooit hoger gebracht worden dan het niveau van de aanpalende percelen. Vanaf de inritverharding en het looppad langs de linkerzijgevel dient er aan de linkerzijde onmiddellijk, via een natuurlijke helling, te worden overgegaan naar het bestaande maaiveld.  

            Alle overtollige grond die vrijkomt bij het graven van de funderingen, dient verwijderd te worden via een erkende             grondwerker of naar een erkende grondreinigingsplaats;

Riolering:

  1. Er dient voldaan te worden aan de voorwaarden en aanbevelingen opgelegd in het advies van de dienst Patrimonium;
  2. Er dient voldaan te worden aan de voorwaarden en aanbevelingen opgelegd in het advies van Fluvius;
  3. Er mag geen afwatering of drainage van de kelder gerealiseerd worden;
  4. Er dient voldaan te worden aan het Algemeen Waterverkoopreglement en aanvullende voorwaarden van de netbeheerder ( zie www.fluvius.be); algemene voorwaarde voor riolering;
  5. De initiatiefnemer handelt volgens en voldoet aan de reglementering van de nutsmaatschappijen en draagt alle kosten die noodzakelijk zijn voor aansluiting op de nutsleidingen;
  6. De riolering moet uitgevoerd worden zoals weergegeven op de ingediende plannen én rekening houdend met het Algemeen Waterverkoopreglement en de voorwaarden van de rioleringsbeheerder Fluvius;
  7. Voor de aansluiting van de riolering van het perceel op het openbaar rioleringsstelsel dient een toelating van Fluvius bekomen te worden;
  8. Bij het gebruik van een droogzuiging voor het realiseren van de werken, dient voldaan te worden aan de Vlarem meldingsplicht via de gemeentelijke dienst Milieu & Duurzaamheid.  Niet verontreinigd bemalingswater moet bij voorkeur opnieuw in de bodem gebracht worden. Wanneer dit redelijkerwijze niet mogelijk is, moet geloosd worden in een oppervlaktewater, een kunstmatige afvoerweg voor hemelwater of een leiding voor het hemelwater. Indien de droogzuiging aangesloten moet worden op de openbare riolering dient hiervoor een toelating bekomen te worden. Indien een gescheiden rioleringsstelsel aanwezig is in de straat kan, indien niet anders mogelijk, de tijdelijke aansluiting enkel op het RWA-riool . De droogzuiging dient daarenboven beperkt te worden in tijd tot het hoogstnoodzakelijke; 
  9. Aanpassingen aan inrichtingen, constructies of beplantingen op het openbaar domein naar aanleiding van deze of toekomstige aanvraag voor een omgevingsvergunning zijn steeds ten laste van de aanvrager. Alle kosten naar aanleiding van een heraanplanting en/ of herstelwerken op/ aan het openbaar domein, uitgevoerd naar aanleiding van een omgevingsaanvraag van een particulier, blijven ten laste van de aanvrager.

Andere voorwaarden:

  1. Bij de uitvoering van de bouwwerken moet rekening gehouden worden met het energiedecreet van 8 mei 2009 en het energiebesluit van 19 november 2010 en hun latere wijzigingen;
  2. De bouwheer dient, conform artikel 8 van het decreet op het archeologisch patrimonium de dato 30 juni 1993 en zijn latere wijzigingen, elk roerend of onroerend goed dat hij vindt of vermoedt gevonden te hebben, te melden binnen de 3 dagen aan het Onroerend Erfgoed Limburg, Hendrik Van Veldekegebouw, Koningin Astridlaan 50 bus 1 te 3500 Hasselt (www.onroerenderfgoed.be/een-vondst-melden);
  3. Indien vastgesteld wordt dat er straatmeubilair en/of laanbeplanting aanwezig is die dienen verplaatst en/of verwijderd te worden voor de uitvoering van deze vergunning, of bij de ingebruikname van het project, en er voor aanvang van de werken geen toelating bekomen wordt tot het verplaatsen van het straatmeubilair, moet er een gewijzigde vergunning aangevraagd worden die rekening houdt met het straatmeubilair en/of de laanbeplanting;
  4. De aanvrager is ertoe verplicht het college van burgemeester en schepenen op de hoogte te brengen van het begin van de stedenbouwkundige handelingen en/of exploitatie(s).

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.

18.

2022_CBS_00823 - OMV - Vergunning - Beverzakbroekweg 35 - 2022/00098 - Gedeeltelijke goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Michael Vanderhoydonk, waarnemend algemeen directeur
Verontschuldigd
Johny De Raeve, burgemeester; Frank Vandebeek, 4de schepen; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Michael Vanderhoydonk, waarnemend algemeen directeur
18.

2022_CBS_00823 - OMV - Vergunning - Beverzakbroekweg 35 - 2022/00098 - Gedeeltelijke goedkeuring

2022_CBS_00823 - OMV - Vergunning - Beverzakbroekweg 35 - 2022/00098 - Gedeeltelijke goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

STEDENBOUWKUNDIG EN MILIEUTECHNISCH advies - verslag GEMEENTELIJKE omgevingsambtenaar

De aanvraag betreft het verbouwen van de woning en uitbreiden ervan met een carport en loungeruimte, het regulariseren en verbouwen van een bijgebouw en de herinrichting van het terrein.

De aanvraag werd op 11/04/2022 ontvangen.

Op 09/05/2022 werd aanvullende informatie opgevraagd.

Op 23/05/2022 werd de gevraagde aanvullende informatie aangeleverd.

Op 13/06/2022 werd de aanvraag ontvankelijk en volledig verklaard.

De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.

Er werd geen openbaar onderzoek gehouden.

HISTORIEK VAN HET EIGENDOM WAAROP DE AANVRAAG BETREKKING HEEFT

Stedenbouwkundig

  • 7204.V.24: verkavelingsvergunning op 19/03/1963 – vervallen;
  • BI/2001/0019: bouwmisdrijf reliëfwijzigingen/of instandhouding reliëfwijziging (opgeheven);
  • 2006/10310: stedenbouwkundige vergunning op 29/05/2006 voor het bouwen van een vrijstaande woning met losstaand bijgebouw;
  • 2006/10543: weigering stedenbouwkundige aanvraag op 09/12/2006 voor het wijzigen van een vergund losstaand bijgebouw;
  • 2007/10675: weigering stedenbouwkundige aanvraag op 02/07/2007 voor het wijzigen van een vergund losstaand bijgebouw;
  • 2009/11581: stedenbouwkundige vergunning op 08/03/2010 voor het oprichten van een terras en vrijstaand bijgebouw;

Voorafgaandelijk aan de aanvraag werd advies gevraagd aan de gemeentelijke administratie op 03/01/2022 (VB_2021_354) betreffende de (algemeen) geldende voorschriften.

Volgende info werd verstrekt:

Beverzakbroekweg 35 is volgens het gewestplan gelegen in woongebied met landelijk karakter en achterliggend in natuurgebied (na 50m vanaf rooilijn). Het perceel ligt niet in een verkaveling of een BPA. Het gedeelte in natuurgebied maakt deel uit van het RUP zonevreemde woningen, perimeterplan reservatiezone.
Bij een verbouwing/herbouw dient met de volgende bouwnormen rekening gehouden te worden:
- Minimaal 3m afstand tot de zijdelingse perceelgrenzen
- Maximale bouwdiepte op gelijkvloers 17m
- Maximale bouwdiepte op verdieping 10m
- Kroonlijsthoogte tot 6m bij hellend dak en nokhoogte tot 10,50m
- Dakrandhoogte tot 6m50 bij een plat dak
- Minimale tuinzone achter de woning 10m
- Beperking van inritten (1 per perceel met een maximale breedte van 3m t.h.v. de rooilijn)
- Voorzien van voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein met een minimum van 1,5 parkeerplaats per woonentiteit (afgerond naar boven)
- Zoveel mogelijk beperking van terreinverharding en oppervlakte aan bijgebouwen
- Kleinschalig en duurzaam materiaal, industrie gerelateerde materialen zijn niet aanvaardbaar.
Deze algemene regels zijn stelregels die kunnen bijgesteld worden afhankelijk van de individuele situatie van het terrein. Dit dient echter steeds afgetoetst te worden aan de goede ruimtelijke ordening, de kenmerken van het perceel en de straat, …
Bijgebouwen worden enkel toegestaan voor ondersteunende functies aan de hoofdbouw. (Vb. tuinberging, technische ruimte voor zwembad, overdekte zitplaats, ed...)
Het uitoefenen van een activiteit (beroep) in een vrijstaand bijgebouw is niet toegelaten.
De afgeleverde bouwvergunningen kunnen digitaal worden opgevraagd: bouwplannen opvragen.
 Het is steeds mogelijk een voorontwerp aan de dienst Ruimtelijke Ordening voor te leggen.

Er werd geen voorontwerp ingediend.

De aanvraag houdt rekening met de resultaten van het voorafgaandelijk advies behoudens wat betreft het bijgebouw van 90m² dat men wenst te regulariseren. 

Uit de gegevens waarover de gemeente beschikt, blijkt niet dat voor het voorwerp van de aanvraag een PV is opgesteld (behoudens de afgehandelde bouwinbreuk BI/2001/0019), noch dat een meerwaarde werd opgelegd of dat op het goed een vonnis of arrest rust. 

Uit het aanvraagdossier en de gegevens waarover de gemeente beschikt (luchtfoto…) blijkt dat op het perceel van de aanvraag constructies aanwezig zijn, waarvoor geen vergunning verleend werd. Het betreft de uitbreiding van het bijgebouw (90m² ipv 60m²) en een aanzienlijke uitbreiding van de verhardingen alsook de plaatsing van een speeltoestel in natuurgebied.

Deze wederrechtelijk opgerichte constructies en uitgevoerde handelingen werden opgenomen in de huidige aanvraag als te regulariseren en/ of te verwijderen.

Milieu

Het perceel is niet opgenomen in het Grondeninformatieregister.

OPENBAAR ONDERZOEK

Overeenkomstig artikel 17 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hoofdstuk 3 Toepassingsgebied van de gewone en vereenvoudigde procedure, artikels 11 t.e.m. 14 van het besluit tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning, werd dit dossier volgens de vereenvoudigde procedure behandeld.

Er werd bijgevolg geen openbaar onderzoek gehouden.

ADVIEZEN

Agentschap Natuur en Bos

Provinciale dienst Water & Domeinen

Fluxys 

Fluvius

MILIEUEFFECTENRAPPORTAGE

De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van bijlage I, II en III van het besluit inzake projectmilieueffectrapportage van 10 december 2004 en latere wijzigingen.

STEDENBOUWKUNDIG ADVIES

TOETSING AAN DE REGELGEVING EN VOORSCHRIFTEN

OVEREENSTEMMING MET BESTEMMINGS- EN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Gewestplan

Het perceel van de aanvraag is volgens het geldende gewestplan Hasselt - Genk, goedgekeurd bij Koninklijk besluit op 3 april 1979, deels gelegen in woongebied en deels gelegen in natuurgebied (achteraan).   

De voorziene werken bevinden zich volledig binnen het woongebied behoudens het verwijderen van een (niet vergund) speeltoestel.

Woongebied

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van een goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen en latere wijzigingen).

Natuurgebied

De natuurgebieden omvatten de bossen, wouden, venen, heiden, moerassen, duinen, rotsen, aanslibbingen, stranden en andere dergelijke gebieden. 

In deze gebieden mogen jagers- en vissershutten worden gebouwd voor zover deze niet kunnen gebruikt worden als woonverblijf, al ware het maar tijdelijk.

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg, noch in een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan

Het goed is achteraan (het deel in natuurgebied) gelegen binnen de afbakening van het gemeentelijk RUP Zonevreemde woningen dat op 27/11/2017 definitief werd vastgesteld door de gemeenteraad van Zonhoven en verscheen in het Belgisch staatsblad op 25/01/2018. 

Er worden drie deelgebieden als een perimeterplan afgebakend met een aanvullend voorschrift dat onder voorwaarden van toepassing is. Dit voorschrift wijzigt het gewestplan niet. De drie perimeterplannen zijn:

  • Het vijvergebied
  • Het heidegebied
  • De voormalige reservatiezone A24

Het voorschrift behorend bij het RUP is slechts onder volgende voorwaarden van toepassing:

  • Namelijk enkel voor bestaande, niet – verkrotte, hoofdzakelijk vergunde of vergund geachte gebouwen die een vergunde of vergund geachte residentiële hoofdfunctie, ééngezinswoning of een vergunde of vergund geachte functie als woningbijgebouw hebben.
  • Voor de gronden waarop ze staan en de tuinen en de omgeving bij de woningen in ruimtelijk kwetsbaar gebied.
  • Er moet voldaan zijn aan de inrichting van de buitenruimte (artikel 4 en 5 van het voorschrift).
  • Er moet voldaan zijn aan het systeem van een gescheiden rioleringsstelsel.

De aanvraag is (achteraan) gelegen binnen de perimeter reservatiezone. Behoudens het verwijderen van een speeltoestel worden hier geen werken voorzien. Met betrekking tot de inrichting van de zone, wordt de aanvraag voorgelegd aan het agentschap Natuur en Bos en dienen eventuele opgelegde voorwaarden gevolgd te worden.

De aanvraag voldoet principieel aan de geldende bestemmingsvoorschriften.

Stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater

De aanvraag valt onder de toepassing van het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 en latere wijzigingen, houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

De plannen geven aan dat de bestaande (vergunde) woning een horizontale dakoppervlakte heeft van 184,69m².

De woning wordt uitgebreid met een loungeruimte (7,29m²) en carport (40m²) met een totale horizontale dakoppervlakte van 47,29m².

Het bijgebouw werd groter uitgevoerd dan vergund en heeft een totale horizontale dakoppervlakte van 111m², ten opzichte van de vergunde toestand is dit een uitbreiding van 34,68m². 

Op de plannen vergunde en bestaande toestand fundering/ riolering, wordt aangegeven dat een hemelwaterput van 10 000 liter aanwezig is met hergebruik voor sanitair, wasmachine en buitenkraan. De overloop gaat rechtstreeks naar de riolering en voldoet daardoor niet aan de voorwaarden zoals opgenomen in de vergunning dd. 08/03/2010, zijnde een overloop naar de tuinzone om te kunnen afwateren naar de achterliggende waterloop (Slangbeek).

Binnen de huidige aanvraag wordt echter een infiltratieput geplaatst tussen de hemelwaterput en de aansluiting op de riolering. Hiermee voldoet men aan het verbod om de overloop van de RW-put rechtsreeks aan te sluiten op de riolering.

De gehele hemelwaterafvoer wordt aangesloten op de hemelwaterput.

De infiltratieput dient, op basis van de uitbreidingen van in totaal 81,97m², een minimale inhoud van 2049,25 liter te krijgen en een minimale infiltratieoppervlakte van 3,28m².

Doordat voor de oorspronkelijke gebouwen geen infiltratievoorziening aanwezig is, dient ook deze oppervlakte opgenomen voor de berekening van de infiltratievoorziening (minus 60m² voor de plaatsing van de RW-put met hergebruik).

Controleberekening:

342,98m² totale dakoppervlakte

Aftrek 60m² ifv de regenwaterput met hergebruik= 282,98m²

infiltratievoorziening: minimaal 11,32m² infiltratieoppervlakte en minimale inhoud van 7075 liter.

Op de plannen en de aanstiplijst wordt aangegeven dat de infiltratieput een inhoud van 10 000 liter zal hebben en een infiltratieoppervlakte van 14,6m².

De voorzieningen voldoen aan de verordening.

De verordening is niet van toepassing voor wat betreft de aanleg van de voorziene verhardingen omdat het hemelwater dat op de verharding valt niet wordt opgevangen en afgevoerd, maar op natuurlijke wijze op eigen terrein in de bodem kan infiltreren.

De verharding voor oprit, terras en paden, wordt uitgevoerd in een waterdoorlatende verharding en/of kan op eigen terrein in de aangrenzende groenzones infiltreren.

De aanvraag voldoet aan deze stedenbouwkundige verordening.

Riolering

Het perceel is op het zoneringplan voor riolering, goedgekeurd bij Ministerieel besluit de dato 19 september 2008, gelegen in “centrale gebied”. 

Met betrekking tot de riolering werd de aanvraag voor advies voorgelegd aan Fluvius.

Het advies van 20/06/2022 van rioleringsbeheerder Fluvius is voorwaardelijk gunstig:

“Het betreft hier de verbouwing van een eengezinswoning, hiervoor verwijzen wij graag naar www.fluvius.be/aansluitingen.

Via het Omgevingsloket geven wij enkel advies voor appartementen, meergezinswoningen, verkavelingen en wegenis.

Voor uw rioleringsaansluiting geven we u volgende advies:

  • Indien de dakoppervlakte van het bestaand gebouw is aangesloten op een hemelwaterput of infiltratievoorziening, dan dient het nieuw bijgebouwd gedeelte ook aangekoppeld te worden op deze hemelwaterput of infiltratievoorziening. De inhoud van de infiltratievoorziening dient minimum 25 liter/m² referentieoppervlakte te bedragen. De referentieoppervlakte is de som van alle oppervlakten die afwateren naar deze infiltratievoorziening.

De afwatering van dit nieuwe gedeelte mag nooit rechtstreeks naar de openbare riolering gebracht worden.

  • Het hemelwater van het dakoppervlakte van het te regulariseren bijgebouw en de nieuwe niet-waterdoorlatende verharding mag op het eigen terrein infiltreren in de groenzones of mag aangesloten worden op de bestaande hemelwaterput of infiltratievoorziening. Deze afwatering mag nooit rechtstreeks naar het openbaar rioleringsstelsel gebracht worden.
  • De nieuwe afvoerleidingen hemelwater en/of vuilwater dienen volledig gescheiden van elkaar op de bestaande afvoerleidingen (DWA & RWA) richting openbaar rioleringsstelsel aangekoppeld te worden.

Voor alle andere vragen verwijzen wij graag naar onze website, www.fluvius.be of het algemeen nummer 078 35 35 34.

Bovenstaande informatie geven we mee onder voorbehoud van latere wijzigingen.

Mocht later bijvoorbeeld blijken dat de definitieve vermogens toch buiten de standaardnormen vallen, dan kan ons advies nog wijzigen.”

Kosten voor het voorzien / verleggen of uitbreiden van de nutsleidingen moeten gedragen worden door de aanvrager;

Aanpassingen aan inrichtingen, constructies of beplantingen op het openbaar domein naar aanleiding van deze of toekomstige omgevingsaanvraag zijn steeds ten laste van de aanvrager. Alle kosten naar aanleiding van een heraanplanting/ herstel op/ aan het openbaar domein, uitgevoerd naar aanleiding van een omgevingsaanvraag van een particulier, blijven ten laste van de aanvrager.

Voor de uitvoering van werken op bermen, stoepen en wegen dient er voor de aanvang der werken een staat van bevinding opgemaakt te worden door de aannemer en dit in samenspraak met een afgevaardigde van het gemeentebestuur.

Watertoets

Het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013,verplicht de vergunningverlenende overheid om de watertoets uit te voeren bij elke aanvraag tot omgevingsvergunning. Dit decreet vormt het juridisch kader voor het integraal waterbeleid in Vlaanderen. Het decreet bevat ook de omzetting van de kaderrichtlijn Water en de Overstromingsrichtlijn.

Het voorliggende project heeft een eerder beperkte oppervlakte, maar ligt wel in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen.

Voor het betrokken project werd de watertoets uitgevoerd volgens de richtlijnen van het uitvoeringsbesluit van 20 juli 2006. Dit Watertoetsbesluit werd gewijzigd bij Besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011. Dit besluit is in werking getreden op 1 maart 2012.

Met betrekking tot de impact op oppervlaktewater, werd de aanvraag voor advies voorgelegd aan de waterbeheerder, de provinciale dienst Water en Domeinen.

Het advies van 12/07/2022 van de provinciale dienst Water en Domeinen is gunstig:

Hierbij kan ik u meedelen dat het dossier 

  • voor wat betreft de bindende bepalingen ivm de waterloop (afstandsregels en machtigingen) voorwaardelijk gunstig beoordeeld werd
  • in het kader van de watertoets gunstig beoordeeld werd. Het perceel is gelegen in mogelijk overstromingsgevoelig gebied, maar gezien de historische ophoging van het perceel is er geen enkel risico op wateroverlast vanuit de Slangbeek.”

Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Zoals hoger aangehaald voldoet het voorliggende ontwerp aan deze verordening. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

De aanvraag doorstaat de watertoets.

Decretale beoordelingselementen

Artikel 4.3.8. Rooilijnplan

§ 1. Onverminderd andersluidende wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen, kan geen vergunning verleend worden voor het bouwen, verbouwen, herbouwen of uitbreiden van een constructie op een stuk grond dat door een rooilijn of een achteruitbouwstrook is getroffen, met uitzondering van de gevallen waarin voldaan is aan een van volgende voorwaarden:

1° de aanvraag heeft louter betrekking op onderhouds- of stabiliteitswerken aan een vergunde of vergund geachte constructie;
2° de aanvraag heeft louter betrekking op sloop- of aanpassingswerken die tot gevolg hebben dat de constructie aan de rooilijn of achteruitbouwstrook wordt aangepast;
3° de aanvraag heeft betrekking op de verbouwing van een monument dat bij een decreet definitief of voorlopig beschermd is, of een constructie die deel uitmaakt van een stads- of dorpsgezicht of een cultuurhistorisch landschap dat bij een decreet definitief of voorlopig beschermd is;
 4° de aanvraag heeft louter betrekking op het aanbrengen van gevelisolatie aan een bestaande vergunde of vergund geachte constructie, met een overschrijding van ten hoogste veertien centimeter.

Het perceel is gelegen aan een gemeenteweg.

Op de voorliggende weg is de door de Koning / Minister op 29/03/1978 goedgekeurde rooilijn van kracht. 

De aanvraag is niet in strijd met dit rooilijnplan.

Archeologienota

Conform het Onroerenderfgoeddecreet de dato 12 juli 2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag gezien de perceeloppervlakte kleiner is dan 3 000m².

Indien men niet verplicht is tot het opstellen van een archeologienota en tijdens de uitvoering komen er toch archeologische sporen of vondsten aan het licht, dan dient de bouwheer dit te melden binnen de 3 dagen aan het agentschap Onroerend Erfgoed (www.onroerenderfgoed.be).

Overige regelgeving

Decreet rookmelders

Het decreet van 10 maart 2017, houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, wat het verbeteren van de brandveiligheid door het algemeen invoeren van optische rookmelders voor woningen betreft, bepaalt dat alle woningen in Vlaanderen moeten uitgerust worden met correct geïnstalleerde rookmelders of dienen te beschikken over een branddetectiesysteem.

De voorliggende aanvraag voldoet hieraan: er worden rookmelders geplaatst in de gelijkvloerse inkomhal en eetkamer en de nachthal op de verdieping.

Energiedecreet

De aanvraag dient te voldoen aan het energiedecreet van 8 mei 2009 en het energiebesluit van 19 november 2010 en hun latere aanvullingen en wijzigingen.

Natuurdecreet

Het perceel van de aanvraag ligt gedeeltelijk binnen een natuurgebied.

De aanvraag ligt niet binnen een VEN, vogelrichtlijngebied of habitatgebied.

De aanvraag werd voor advies voorgelegd aan het agentschap Natuur en Bos.

Het advies van 12/07/2022 van het agentschap Natuur en Bos is voorwaardelijk gunstig:

Onderwerp: Verbouwen van een ééngezinswoning

Ruimtelijke bestemming

natuurgebieden, woongebieden

Beschermingsstatus

Niet in VEN, habitatrichtlijn- of vogelrichtlijngebied gelegen.

Biologische waarderingskaart

ua

Rechtsgrond

Dit advies wordt verstrekt door het Agentschap voor Natuur en Bos op basis van de volgende wetgeving:

Artikel 35. § 4 Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

Bespreking aanvraag

De aanvraag betreft een verbouwing van een bestaande eengezinswoning, regulariseren en verbouwen van een bestaand bijgebouw en bouwen van een carport aan de woning. Deze aanvraag blijft voornamelijk tot de delen van de perceel die binnen de planologische bestemming woongebieden gelegen zijn. Deze delen zijn niet bebost, zodat voor deze aanvraag geen ontbossing moet worden aangevraagd.

Een deel aan de achterzijde van het perceel bevindt zich in natuurgebied.

Deze zone is bestemd voor het behoud, de bescherming en het herstel van het natuurlijk milieu.
Het Agentschap voor Natuur en Bos wenst hierover op te merken dat er geen verhardingen of constructies in het achterliggende natuurgebied opgericht kunnen worden.

Conclusie

Op basis van bovenstaande uiteenzetting verleent het Agentschap voor Natuur en Bos een gunstig advies mits naleving van de volgende voorwaarde(n):

  • De stedenbouwkundige voorschriften dienen strikt gevolgd te worden;
  • Binnen de bestemming natuurgebied kunnen geen constructies, geen verharding, geen terrassen en ook geen tuinaanleg worden vergund. Bij (her)inrichting van deze zone dient gebruik gemaakt te worden van inheemse, standplaatsgeschikte plant- of boomsoorten;
  • Alle van nature in het wild levende vogelsoorten en vleermuizen zijn beschermd in het Vlaamse Gewest op basis van het Soortenbesluit van 15 mei 2009. De bescherming heeft onder meer betrekking op de nesten van de vogels en de rustplaatsen van de vleermuizen (artikel 14 van het Soortenbesluit). Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli moet men er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten beschadigd, weggenomen of vernield worden. Bij het werken aan (oude) constructies dient men na te gaan of vleermuizen aanwezig zijn.
     Als nesten of rustplaatsen in het gedrang komen dient u contact op te nemen met het Agentschap voor Natuur en Bos.

De vergunningverlenende overheid kan de vergunning slechts toekennen mits naleving van deze voorwaarde.

Onderstaande direct werkende normen zijn hierbij van toepassing:

• Artikel 13 §4 Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 21.10.1997

• Artikel 16 Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 21.10.1997

• Artikel 8 Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21.10.1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 23.07.1998

Onderstaande doelstellingen of zorgplichten zijn hierbij van toepassing:

• Artikel 14 §1 Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 21.10.1997

Het Agentschap voor Natuur en Bos wenst een afschrift van de beslissing over de vergunningsaanvraag te ontvangen.”

Slopen

De afbraak/ verwijdering van overdekte en niet overdekte constructies dient te gebeuren tot in de grond en de vrijgekomen ruimte dient heringericht als groenzone voor zover er geen nieuwe constructies voorzien zijn.

Aan de afbraak is geen milieuvergunningsplicht verbonden, wel dient rekening gehouden te worden met de wettelijke verplichtingen opgenomen in het Vlarem II, omgevingsvergunningsdecreet, het bodemsaneringsdecreet en het materialendecreet. Vooraleer te starten met de afbraakwerken dienen de constructies volledig ontruimd te worden. De afvalstoffen die vrijkomen bij de afbraakwerken dienen selectief ingezameld te worden.

Alle bouw-, sloop- en infrastructuurwerken in open lucht dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II, hoofdstuk 6.12 Beheersing van stofemissies tijdens bouw- , sloop- en infrastructuurwerken”, indien deze uitgevoerd worden door een aannemer.

Het verwijderen van asbest dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II Beheersing van asbest, hoofdstuk 6.4.

Grondverzet

Uit het ingediende dossier blijkt niet dat een grondverzet  (met aanvoer/ afvoer) van meer dan 250m³ zal plaatsvinden. De regelgeving omtrent grondverzet is niet van toepassing.

Integratie van toestemmingen en machtigingen in de stedenbouwkundige vergunningverlening (reglementering van kracht sinds 30 april 2012).

Aan de achterzijde van het perceel bevindt zich een waterloop 2de categorie, nl. de Slangbeek.

De aanvraag werd voor advies voorgelegd aan de waterbeheerder, de provinciale dienst Water en Domeinen.

Het advies van 12/07/2022 van de provinciale dienst Water en Domeinen is voorwaardelijk gunstig:

Hierbij kan ik u meedelen dat het dossier 

  • voor wat betreft de bindende bepalingen ivm de waterloop (afstandsregels en machtigingen) voorwaardelijk gunstig beoordeeld werd
  • in het kader van de watertoets gunstig beoordeeld werd. Het perceel is gelegen in mogelijk overstromingsgevoelig gebied, maar gezien de historische ophoging van het perceel is er geen enkel risico op wateroverlast vanuit de Slangbeek.

Ik verzoek u evenwel de voorwaarden in de omgevingsvergunning op te nemen zoals ze geformuleerd werden in het bijgaand advies. 

DOSSIER: het verbouwen van de woning, regulariseren en verbouwen van een bijgebouw en bouwen van een carport

DEEL 1 INLICHTINGENFICHE

Ligging van het perceel:

  • kadaster: gemeente Zonhoven, afdeling 3, sectie F, nr. 678K
  • adres: Beverzakbroekweg 35

Waterloop en machtiging

  • stroomgebied van de onbevaarbare waterlopen: SLANGBEEK, nummer 211, categorie: 2de
  • watering: neen
  • machtiging nodig: neen
  • voldoende uitgewerkt om machtigingsadvies af te leveren: ja

DEEL 2 AFSTAND TOT DE WATERLOOP: VIJFMETERZONE VRIJHOUDEN – ZONE NON

AEDIFICANDI

De vergunninghouder moet volgende voorwaarden naleven:

2.1 Afstand tot de waterloop

De minimumafstand voor het oprichten van gebouwen, vaste constructies en vaste beplantingen tot de taludinsteek van de waterloop moet vijf meter bedragen zowel op de linker- als de rechteroever zodat het recht van doorgang, het afzetten van ruimingsproducten en het onderhoud van de waterloop gewaarborgd blijft. Leidingen of verhardingen binnen de vijfmeterzone moeten overrijdbaar zijn voor voertuigen met aslast 15 ton en totaal gewicht tot 30 ton.

Geen grondbewerkingen zijn toegelaten op minder dan 1 m langs de waterloop volgens het decreet integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gecoördineerd op 15 juni 2018.

Binnen een afstand van 6 m langs de waterloop mogen geen naaldbomen geplant of herplant worden.

Nieuwe bomen en struiken worden alleen aangeplant binnen een afstand van vijf meter landinwaarts van de bovenste rand van het talud indien:

  • een minimale tussenafstand van 12 m voor opgaande bomen gerespecteerd wordt
  • de houtkant regelmatig teruggezet wordt en indien nodig voor de toegankelijkheid van de waterloop periodiek teruggezet wordt op vraag van de waterbeheerder
  • voor een andere plantwijze geopteerd wordt nadat de waterbeheerder daarvoor een schriftelijke toestemming gaf.

Ophoging van de oever binnen de vijf meter vanaf de rand van de overwelving/taludinsteek van de waterloop is vergunningsplichtig en moet beoordeeld worden in kader van de watertoets.

De vijfmeterzone is niet aangeduid op het plan.

De afstand is gerespecteerd.

2.2. Afrasteringen en afsluitingen

Om het talud te beschermen kan de waterbeheerder aangelanden verplichten om gronden die aan een waterloop of publieke gracht palen en die begraasd worden, af te rasteren.

Bij afrastering bevindt het deel van de afsluiting aan de kant van de grond die aan de waterloop paalt, zich op een afstand van 0,75 meter tot 1 meter, landinwaarts gemeten vanaf het einde van het talud van de waterloop. De afsluiting mag niet hoger dan 1,50 meter boven de begane grond zijn.

De afsluiting is zo opgesteld dat ze geen belemmering vormt bij het onderhoud van de waterlopen, of ze kan weggenomen worden.

DEEL 3 MACHTIGINGEN

Inrichtingswerken of andere werken aan, over of onder de waterloop: machtiging van de waterbeheerder is vereist voor:

  • ophoging van de oever binnen vijf meter vanaf de rand van de overwelving/taludinsteek van de waterloop:

er is geen ophoging op het plan aangeduid

  • aanbrengen van oeververdediging, overwelving, herprofilering, verlegging of andere werken aan de waterloop:

er is geen werk aan de waterloop op het plan aangeduid.

  • lozingen en lozingsconstructies (ook van regenwater ) in de waterloop (ook voor tijdelijke lozingen):

er is geen lozing op het plan aangeduid

DEEL 4 CONCLUSIE

Het dossier wordt in het kader van de bindende bepalingen rond onbevaarbare waterlopen voorwaardelijk gunstig beoordeeld.

De voorwaarden onder Deel 2 en 3 moeten worden opgenomen in de vergunning.”

De aanvraag is verenigbaar met de regelgeving.

Toetsing AAN DE goede ruimtelijke ordening

OMSCHRIJVING VAN DE FEITELIJKE AANVRAAG

De aanvraag omvat het verbouwen van de woning en uitbreiden ervan met een carport en loungeruimte, het regulariseren en verbouwen van een bijgebouw en de herinrichting van het terrein.

BEOORDELING VAN DE GOEDE RUIMTELIJKE ORDENING

De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen:

1°         het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;

2°         het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in 1°, in rekening brengen;

Omschrijving ligging en omgeving

Het perceel van de aanvraag is gelegen aan de Beverzakbroekweg, een gemeenteweg ten zuidwesten van het centrum van Zonhoven, nabij de grens met stad Hasselt.

De omgeving wordt gekenmerkt door voornamelijk residentiële bebouwing in open en halfopen verband langsheen dezelfde zijde van de straat en aan de overzijde van de straat bevindt zich een wijk met sociale woningbouw waar gesloten en halfopen bebouwing voorkomt. In de ruimere omgeving zijn enkele (historisch gegroeide) bedrijven aanwezig (schrijnwerkerij/ werkplaats).

Het perceel rechts van de aanvraag is onbebouwd en begroeid, het perceel links van de aanvraag werd anno 2014 bebouwd met een vrijstaande eengezinswoning met 1 tot 2 bouwlagen onder een hellend dak.

Omschrijving van de aanvraag

Het perceel van de aanvraag werd anno 2008 bebouwd met een vrijstaande eengezinswoning met 1 bouwlaag en hellend dak. In 2010 werd een bijgebouw van 60m² met 1 bouwlaag en hellend vergund achter de woning. 

Het bijgebouw werd groter uitgevoerd dan vergund en er werd behoorlijk wat verharding aangelegd op het terrein. In de achtertuin, binnen het natuurgebied, werd een speeltoestel geplaatst.

Met de huidige aanvraag wenst  men een aantal aanpassingen door te voeren aan de woning (verbouwing en uitbreiding met een loungeruimte en carport), de uitbreiding van het bijgebouw te regulariseren en het bijgebouw algemeen te verbouwen en verder wordt de terreininrichting aangepast waarbij de verharding zoveel mogelijk gereduceerd wordt en het speeltoestel verwijderd.

Een regularisatie moet met dezelfde criteria beoordeeld worden als een nieuwe aanvraag. Het kan immers niet zijn dat de regularisatie soepeler zou beoordeeld worden om reden dat de werken reeds uitgevoerd zijn. 

Functionele inpasbaarheid in de onmiddellijke en ruime omgeving

De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en past binnen de woonomgeving.

Mobiliteitsimpact

De aanvraag voorziet in een nieuwe carport voor het stallen van 2 wagens en op de voorliggende oprit met een lengte van ca. 18m kunnen bijkomend nog 3 wagens parkeren.

Er is op privaat terrein derhalve mogelijkheid tot het parkeren van 5 voertuigen, ruim voldoende voor een eengezinswoning.

De wegberm, thans nog deels voorzien van een dolomietverharding, mag niet als parkeerzone gebruikt worden omwille van de verkeersveiligheid. De nog aanwezige verharding dient verwijderd en de berm dient als grasberm aangelegd te worden behoudens de inrit van 3m breed.

De schaal van de voorgenomen werken, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen

Verbouwen en uitbreiden woning

Het hoofdgebouw met een gevelbreedte van 10m en een bouwdiepte van 16m wordt in beperkte mate verbouwd en uitgebreid.

De verbouwingswerken betreffen slechts enkele interne aanpassingen en vernieuwing/ aanpassing van buitenschrijnwerk en gevelkleur in een lichte tint waarbij het algemeen uiterlijk behouden blijft doch een meer hedendaagse look bekomen wordt. In de voorste puntgevel links wordt een bijkomende gevelopening aangebracht om intern de vide te verbouwen tot bureauruimte.

De uitbreidingen situeren zich ter hoogte van de bestaande inham in de linker zijgevel, een verruiming van de dakkapellen en het oprichting van een carport links achter het gebouw.

In het achterste dakvlak en het rechter dakvlak worden telkens 2 kleine dakkapellen verbreed tot 1 ruimere dakkapel. De impact hiervan is beperkt en heeft geen negatieve invloed op het uiterlijk.

De bestaande inham in de linker zijgevel wordt mee opgenomen in de leefruimte van de woning als loungeruimte. Deze gelijkvloerse uitbreiding heeft slechts een breedte van 3,35m en een diepte van 4m, afgewerkt met een plat dak met dakrandhoogte tot 3,40m. De gevel wordt analoog aan de overige gevels afgewerkt met een lichtkleurige bepleistering.

Links achteraan wordt een carport voorzien in de zijtuinstrook met een voorgevelbreedte van 5,67m, tot op 1,15m van de linker perceelgrens. De bouwdiepte bedraagt 6m en de achterzijde heeft een breedte van 7,67m (2m breed en 3m diep achter woning als overdekt terras).

De open constructie in donker aluminium krijgt een dakrandhoogte tot 3,05m. Plaatselijk komt de totale bouwdiepte hierdoor op 19m. Gelet op de beperkte omvang en openheid van de carport is dit aanvaardbaar.

De aangevraagde verbouwing en uitbreiding van de woning is aanvaardbaar.

Er wordt hout gebruikt voor het buitenschrijnwerk. Hout is niet altijd de meest duurzame oplossing. Er wordt best geopteerd voor een lokale (Europese) houtsoort uit duurzaam beheerde bossen (aangetoond met label). Tropische houtsoorten worden best vermeden aangezien deze op vlak van ecologie zeer slecht scoren.

Regularisatie en verbouwing bijgebouw

In 2010 werd een vergunning afgeleverd voor een bijgebouw van 60m² (dakoppervlakte 76,32m²) met tuinberging en dubbele garage. De inplanting werd voorzien op 7m à 8,66m achter de achtergevel van het hoofdgebouw en op 3m afstand tot de rechter perceelgrens. De gevelbreedte bedroeg 6m, de bouwdiepte 10m. De kroonlijsthoogte bedroeg 3,10m en de nokhoogte 6,9m. 

Het bijgebouw werd echter ruimer uitgevoerd, met name wat betreft de bouwdiepte. Deze werd uitgevoerd tot 14m. Voor het overige werd een breedte van 6,40m aangehouden, de nokhoogte bedraagt 7,03m, de kroonlijsthoogte 3,02m. Het gebouw heeft een dakoppervlakte van 111m².

Principieel werd in het verleden de oppervlakte van woningbijgebouwen beperkt tot 60m² en dit principe word nog steeds toegepast met als uitgangspunten dat deze oppervlakte ruim voldoende is voor de functies die er kunnen in ondergebracht worden (tuinberging/ poolhouse), dat bijgebouwen in de tuinzone beperkt dienen te blijven om de groene ruimte te vrijwaren en dat een bijgebouw ondergeschikt dient te blijven ten opzichte van het hoofdgebouw.

Met een grondoppervlakte van 89,6m² en een dakoppervlakte van 111m² wordt deze grens behoorlijk overschreden en kan dit volume niet meer als woningbijgebouw beschouwd worden.

Door de hoogte en oppervlakte krijgt het geheel eerder het uiterlijk van een volwaardige woning. Dit blijkt ook uit het grondplan en mits aanpassingen aan de interne dakconstructie kan tevens een dakverdieping ingericht worden.

De verbouwing tot tuinkamer en fietsenberging met aanpassing van gevelopening is op zich geen probleem en deze werken zijn aanvaardbaar. De omvang dient echter beperkt/ aangepast te worden.

Omwille van praktische overwegingen, zijnde de bestaande draagconstructie, kan een iets ruimer bijgebouw dan oorspronkelijk vergund behouden blijven. De aanpassing van 6m naar 6,40m breedte kan behouden blijven en dit tot een bouwdiepte van 10,68m. Het gedeelte waar het overdekt terras en de tuinberging voorzien is, dient verwijderd te worden.

De verbouwing van het bijgebouw tot op een bouwdiepte van 10,68m is aanvaardbaar.

De regularisatie van de uitbreiding is niet aanvaardbaar (gedeelte na 10,68m bouwdiepte).

De omvang van het bijgebouw dient teruggebracht te worden tot de benaderende oorspronkelijk vergunde toestand, vergund dd. 08/03/2010 (dossier 2009/11581): de breedte van 6,44m kan aangehouden worden, de bouwdiepte dient beperkt tot 10,68m.

Gelet op de inplantingszone van de nieuwe carport links van de woning en de bestaande groenaanleg rechts naast de woning, dient de aanpassing te gebeuren vooraleer de carport wordt uitgevoerd. Het bewijs van de uitgevoerde aanpassingswerken dient afgeleverd aan de dienst Vergunning en Handhaving.

Herinrichting terrein

Oorspronkelijk werd het bijgebouw vergund en gebruikt als dubbele garage en tuinberging en werd ook een oprit aangelegd naar het bijgebouw (156,75m² dolomietverharding). Voor het overige werd nog een terras achteraan de woning vergund van 24,75m².

In de loop der jaren werden de verhardingen op het terrein echter aanzienlijk ruimer uitgevoerd.

Er werd in totaal 398,30m² dolomietverharding aangelegd, een terras van 41,78m² en een pad rond de woning van 27,98m².

Met de verbouwing van het bijgebouw verdwijnt de functie van garage en wordt ook de verharding ingeperkt. Het terras en pad rond de woning wenst men te regulariseren, de overige dolomietverharding wordt verwijderd en slechts een oprit van 3m (plaatselijk 5,52m breed) naar de carport voor 2 wagens wordt voorzien in waterdoorlatende klinkers en kiezel van in totaal 58,11m². Dit is een vermindering van zo’n 340m², wat zeer positief te noemen is.

Het speeltoestel in de achtertuin (natuurgebied) wordt verwijderd.

De onverharde en onbebouwde ruimte wordt volledige als groenzone aangehouden en heringericht met gras en beplantingen.

De aangevraagde herinrichting van het terrein is aanvaardbaar.

Bodemreliëf

Aangezien er geen wijzigingen van het terreinniveau voorzien zijn in de aanvraag, dient het bestaande terreinniveau behouden te blijven. 

Het bestaande maaiveld bevindt zich op 20cm boven het peil van de wegas ter hoogte van de voorste perceelgrens, rond het hoofdgebouw op 38cm boven het peil van de wegas en de tuinzone achter de woning op 28cm.

Alle overtollige grond die vrijkomt bij het graven van de funderingen, dient verwijderd te worden via een erkende grondwerker of naar een erkende grondreinigingsplaats

Als bemerking wordt meegegeven dat er voor het houten schrijnwerk/de houten gevelbekleding bij voorkeur geopteerd wordt voor een lokale (Europese) houtsoort uit duurzaam beheerde bossen (aangetoond met label).  Tropische houtsoorten worden best vermeden aangezien deze op vlak van ecologie zeer slecht scoren.

De aanvraag voldoet niet aan de criteria voor de goede ruimtelijke ordening in de onmiddellijke en ruime omgeving voor wat betreft de uitbreiding van het bijgebouw:

  • De uitbreiding naar een oppervlakte van nagenoeg 90m² (6,40m x 14m), voorzien met een hellend dak met een nokhoogte van 7m tov het maaiveld, is niet meer aanvaardbaar voor een woningbijgebouw qua omvang.

De aanvraag voldoet aan de criteria voor de goede ruimtelijke ordening in de onmiddellijke en ruime omgeving voor wat betreft de verbouwing en uitbreiding van de woning, de herinrichting van het terrein en de verbouwing van het eerder vergunde gedeelte van het bijgebouw op voorwaarde dat volgende aanpassingen doorgevoerd worden:

  • De omvang van het bijgebouw dient teruggebracht te worden tot de benaderende oorspronkelijk vergunde toestand, vergund dd. 08/03/2010 (dossier 2009/11581): de breedte van 6,44m kan aangehouden worden, de bouwdiepte dient beperkt tot 10,68m.

Gelet op de inplantingszone van de nieuwe carport links van de woning en de bestaande groenaanleg rechts naast de woning, dient de aanpassing te gebeuren vooraleer de carport wordt uitgevoerd. Het bewijs van de uitgevoerde aanpassingswerken dient afgeleverd aan de dienst Vergunning en Handhaving.

BESPREKING ADVIEZEN

  • Het advies van 14/06/2022 van Fluxys is gunstig:

Fluxys Belgium bezit geen aardgasvervoerinstallaties die beïnvloed worden door uw aanvraag. Wij hebben bijgevolg geen bezwaar tegen de aflevering van de bovenvermelde vergunning(en) en danken u ons geraadpleegd te hebben in het kader van het onderzoek de commodo et in commodo.”

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies.

  • Het advies van 20/06/2022 van Fluvius is voorwaardelijk gunstig zoals reeds hoger aangehaald (zie “Stedenbouwkundige verordeningen – riolering”). De voorwaarden gesteld in het advies, dienen gevolgd te worden.

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies.

De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies, dienen gevolgd te worden.

  • Het advies van 12/07/2022 van de provinciale dienst Water en Domeinen is voorwaardelijk gunstig voor wat betreft de bindende bepalingen ivm de waterloop (afstandsregels en machtigingen) en is gunstig beoordeeld in het kader van de watertoets, zoals reeds hoger aangehaald (zie “Watertoets” en “Overige regelgeving”). De voorwaarden gesteld in het advies, dienen gevolgd te worden.

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies.

De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies, dienen gevolgd te worden.

  • Het advies van 12/07/2022 van het agentschap Natuur en Bos is voorwaardelijk gunstig zoals reeds hoger aangehaald (zie “Overige regelgeving - Natuurdecreet”). De voorwaarden gesteld in het advies, dienen gevolgd te worden.

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies.

De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies, dienen gevolgd te worden.

Uit de bovenstaande motivering blijkt dat de schaal en het uiterlijk van de voorgenomen werken op voldoende wijze ruimtelijk inpassen in de onmiddellijke en ruime omgeving behoudens de regularisatie van de uitbreiding van het bijgebouw

De uitbreiding naar een oppervlakte van nagenoeg 90m² (6,40m x 14m), voorzien met een hellend dak met een nokhoogte van 7m tov het maaiveld, is niet meer aanvaardbaar voor een woningbijgebouw qua omvang.

Mits volgende aanpassingen door te voeren, is de aanvraag verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening:

  • De omvang van het bijgebouw dient teruggebracht te worden tot de benaderende oorspronkelijk vergunde toestand, vergund dd. 08/03/2010 (dossier 2009/11581): de breedte van 6,44m kan aangehouden worden, de bouwdiepte dient beperkt tot 10,68m.

Gelet op de inplantingszone van de nieuwe carport links van de woning en de bestaande groenaanleg rechts naast de woning, dient de aanpassing te gebeuren vooraleer de carport wordt uitgevoerd. Het bewijs van de uitgevoerde aanpassingswerken dient afgeleverd aan de dienst Vergunning en Handhaving.

Als bemerking wordt meegegeven dat er voor het houten schrijnwerk bij voorkeur geopteerd wordt voor een lokale (Europese) houtsoort uit duurzaam beheerde bossen (aangetoond met label).  Tropische houtsoorten worden best vermeden aangezien deze op vlak van ecologie zeer slecht scoren.

MILIEUTECHNISCH ADVIES

Niet van toepassing.

EINDADVIES

Uit bovenstaande motiveringen blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen inzake milieu en ruimtelijke ordening, en dat het voorgestelde ontwerp verenigbaar en bestaanbaar is met de goede plaatselijke ordening en met zijn onmiddellijke omgeving voor wat betreft de verbouwing en uitbreiding van de woning, de herinrichting van het terrein en de verbouwing van het eerder vergunde gedeelte van het bijgebouw mits het opleggen van voorwaarden.

De voorliggende aanvraag is niet verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening voor wat betreft de regularisatie van de uitbreiding van het bijgebouw aan de achterzijde is omdat het gebouw hierdoor een overdreven omvang (oppervlakte en volume) verkrijgt om nog als woningbijgebouw beschouwd te kunnen worden.

Bijgevolg adviseert de omgevingsambtenaar het dossier ongunstig voor de regularisatie van de uitbreiding van het bijgebouw aan de achterzijde, zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan de aanvraag zijn verbonden.

De omgevingsambtenaar adviseert het dossier voorwaardelijk gunstig voor het  verbouwen en uitbreiden van de woning, de herinrichting van het terrein en de verbouwing van het eerder vergunde gedeelte van het bijgebouw, zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan de aanvraag zijn verbonden en voor zover rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarden:

  1. De omvang van het bijgebouw dient teruggebracht te worden tot de benaderende oorspronkelijk vergunde toestand, vergund dd. 08/03/2010 (dossier 2009/11581): de breedte van 6,44m kan aangehouden worden, de bouwdiepte dient beperkt tot 10,68m.

Gelet op de inplantingszone van de nieuwe carport links van de woning en de bestaande groenaanleg rechts naast de woning, dient de aanpassing te gebeuren vooraleer de carport wordt uitgevoerd. Het bewijs van de uitgevoerde aanpassingswerken dient afgeleverd aan de dienst Vergunning en Handhaving;

Riolering:

  1. Er dient voldaan te worden aan de voorwaarden en aanbevelingen opgelegd in het advies van Fluvius, zoals gevoegd in bijlage;
  2. De riolering moet uitgevoerd worden zoals weergegeven op de ingediende plannen én rekening houdend met het Algemeen Waterverkoopreglement en de voorwaarden van de rioleringsbeheerder Fluvius.
  3. Bij het gebruik van een droogzuiging voor het realiseren van de werken, dient voldaan te worden aan de Vlarem meldingsplicht via de gemeentelijke dienst Milieu & Duurzaamheid.  Niet verontreinigd bemalingswater moet bij voorkeur opnieuw in de bodem gebracht worden. Wanneer dit redelijkerwijze niet mogelijk is, moet geloosd worden in een oppervlaktewater, een kunstmatige afvoerweg voor hemelwater of een leiding voor het hemelwater. Indien de droogzuiging aangesloten moet worden op de openbare riolering dient hiervoor een toelating bekomen te worden. Indien een gescheiden rioleringsstelsel aanwezig is in de straat kan, indien niet anders mogelijk, de tijdelijke aansluiting enkel op het RWA-riool . De droogzuiging dient daarenboven beperkt te worden in tijd tot het hoogstnoodzakelijke; 
  4. Aanpassingen aan inrichtingen, constructies of beplantingen op het openbaar domein naar aanleiding van deze of toekomstige aanvraag voor een omgevingsvergunning zijn steeds ten laste van de aanvrager. Alle kosten naar aanleiding van een heraanplanting en/ of herstelwerken op/ aan het openbaar domein, uitgevoerd naar aanleiding van een omgevingsaanvraag van een particulier, blijven ten laste van de aanvrager.

Terrein en gelijkgrondse berm:

  1. Aangezien er geen wijzigingen van het terreinniveau voorzien zijn in de aanvraag, dient het bestaande terreinniveau behouden te blijven. Alle overtollige grond die vrijkomt bij het graven van de funderingen, dient verwijderd te worden via een erkende grondwerker of naar een erkende grondreinigingsplaats;
  2. Uitgezonderd de inrit met een breedte van 3 meter, dient het perceel ter hoogte van de rooilijn/ voorste perceelgrens, ontoegankelijk te worden gemaakt voor voertuigen. Het hemelwater van de inrit dient opgevangen te worden op eigen terrein en mag niet afgevoerd worden naar de openbare weg. Naast de inrit dient een ruimte beschikbaar te zijn voor een mogelijk groenzone en infiltratie van het afvloeiend hemelwater;
  3. De verharding van de inrit moet, in de gelijkgrondse berm, uitgevoerd worden in een vast, kleinschalig materiaal, waterdoorlatend aangelegd (geen gebroken steenslag). De gelijkgrondse berm moet verder als groenzone/ grasberm heraangelegd en behouden te blijven behoudens de toegestane inrit. Het verhogen van de gelijkgrondse berm is altijd verboden;
  4. Voor de aanplant van bomen, hagen… nabij perceelscheidingen, dient rekening gehouden te worden met de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek;

Andere voorwaarden:

  1. Bij de uitvoering van de bouwwerken moet rekening gehouden worden met het energiedecreet van 8 mei 2009 en het energiebesluit van 19 november 2010 en hun latere wijzigingen;
  2. In de voortuinstrook mogen geen gesloten afsluitingen geplaatst worden hoger dan 1m; 
  3. De bouwheer dient, conform artikel 8 van het decreet op het archeologisch patrimonium de dato 30 juni 1993 en zijn latere wijzigingen, elk roerend of onroerend goed dat hij vindt of vermoedt gevonden te hebben, te melden binnen de 3 dagen aan het Onroerend Erfgoed Limburg, Hendrik Van Veldekegebouw, Koningin Astridlaan 50 bus 1 te 3500 Hasselt (www.onroerenderfgoed.be/een-vondst-melden);
  4. Er dient voldaan te worden aan de voorwaarden en opmerkingen, gesteld in het advies van het agentschap Natuur en bos, zoals gevoegd in bijlage;
  5. Er dient voldaan te worden aan de voorwaarden, gesteld in het advies van de provinciale dienst Water en Domeinen, zoals gevoegd in bijlage;
  6. De afbraak/ verwijdering van overdekte en niet overdekte constructies dient te gebeuren tot in de grond en de vrijgekomen ruimte dient heringericht als groenzone voor zover er geen nieuwe constructies voorzien zijn. Aan de afbraak is geen milieuvergunningsplicht verbonden, wel dient rekening gehouden te worden met de wettelijke verplichtingen opgenomen in het milieuvergunningsdecreet, het bodemsaneringsdecreet en het materialendecreet. Vooraleer te starten met de afbraakwerken dienen de constructies volledig ontruimd te worden. De afvalstoffen die vrijkomen bij de afbraakwerken dienen selectief ingezameld te worden. Alle bouw-, sloop- en infrastructuurwerken in open lucht dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II, hoofdstuk 6.12 Beheersing van stofemissies tijdens bouw-, sloop- en infrastructuurwerken”, indien deze uitgevoerd worden door een aannemer.

      Het verwijderen van asbest dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II Beheersing van asbest, hoofdstuk 6.4.;

  1. Indien vastgesteld wordt dat er straatmeubilair en/of laanbeplanting aanwezig is die dienen verplaatst en/of verwijderd te worden voor de uitvoering van deze vergunning, of bij de ingebruikname van het project, en er voor aanvang van de werken geen toelating bekomen wordt tot het verplaatsen van het straatmeubilair, moet er een gewijzigde vergunning aangevraagd worden die rekening houdt met het straatmeubilair en/of de laanbeplanting;
  2. De aanvrager is ertoe verplicht het college van burgemeester en schepenen op de hoogte te brengen van het begin van de stedenbouwkundige handelingen en/of exploitatie(s);

Als bemerking wordt meegegeven dat er voor het houten schrijnwerk bij voorkeur geopteerd wordt voor een lokale (Europese) houtsoort uit duurzaam beheerde bossen (aangetoond met label).  Tropische houtsoorten worden best vermeden aangezien deze op vlak van ecologie zeer slecht scoren.

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen volgt integraal het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar van 27/07/2022 tot het afleveren van een gedeeltelijke omgevingsvergunning met voorwaarden aan de aanvrager.

Het negatieve advies voor de regularisatie van de uitbreiding van het bijgebouw wordt gevolgd met als uitgangspunten dat een oppervlakte tot ca. 60m² ruim voldoende is voor de functies die er kunnen in ondergebracht worden (tuinberging/ poolhouse), dat bijgebouwen in de tuinzone beperkt dienen te blijven om de groene ruimte te vrijwaren en dat een bijgebouw ondergeschikt dient te blijven ten opzichte van het hoofdgebouw.

Met een grondoppervlakte van 89,6m² en een dakoppervlakte van 111m² wordt deze grens behoorlijk overschreden en kan dit volume niet meer als woningbijgebouw beschouwd worden.

Door de hoogte en oppervlakte krijgt het geheel eerder het uiterlijk van een volwaardige woning. Dit blijkt ook uit het grondplan en mits aanpassingen aan de interne dakconstructie kan tevens een dakverdieping ingericht worden.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het afleveren van een tot het afleveren van een gedeeltelijke omgevingsvergunning met voorwaarden aan de aanvrager. 

Het college van burgemeester en schepenen weigert de omgevingsaanvraag voor de regularisatie van de uitbreiding van het bijgebouw, zoals weergegeven op de ingediende plannen.

Het college van burgemeester en schepenen vergunt onder voorwaarden de omgevingsaanvraag voor de verbouwing en uitbreiding van de woning, de herinrichting van het terrein en de verbouwing van het eerder vergunde gedeelte van het bijgebouw, zoals weergegeven op de ingediende plannen die als bijlage de aanvraag zijn verbonden en voor zover rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarden.

Artikel 3

De omgevingsvergunning wordt aldus afgegeven onder volgende voorwaarden:

  1. De omvang van het bijgebouw dient teruggebracht te worden tot de benaderende oorspronkelijk vergunde toestand, vergund dd. 08/03/2010 (dossier 2009/11581): de breedte van 6,44m kan aangehouden worden, de bouwdiepte dient beperkt tot 10,68m.

Gelet op de inplantingszone van de nieuwe carport links van de woning en de bestaande groenaanleg rechts naast de woning, dient de aanpassing te gebeuren vooraleer de carport wordt uitgevoerd. Het bewijs van de uitgevoerde aanpassingswerken dient afgeleverd aan de dienst Vergunning en Handhaving;

Riolering:

  1. Er dient voldaan te worden aan de voorwaarden en aanbevelingen opgelegd in het advies van Fluvius, zoals gevoegd in bijlage;
  2. De riolering moet uitgevoerd worden zoals weergegeven op de ingediende plannen én rekening houdend met het Algemeen Waterverkoopreglement en de voorwaarden van de rioleringsbeheerder Fluvius.
  3. Bij het gebruik van een droogzuiging voor het realiseren van de werken, dient voldaan te worden aan de Vlarem meldingsplicht via de gemeentelijke dienst Milieu & Duurzaamheid.   Niet verontreinigd bemalingswater moet bij voorkeur opnieuw in de bodem gebracht worden. Wanneer dit redelijkerwijze niet mogelijk is, moet geloosd worden in een oppervlaktewater, een kunstmatige afvoerweg voor hemelwater of een leiding voor het hemelwater. Indien de droogzuiging aangesloten moet worden op de openbare riolering dient hiervoor een toelating bekomen te worden. Indien een gescheiden rioleringsstelsel aanwezig is in de straat kan, indien niet anders mogelijk, de tijdelijke aansluiting enkel op het RWA-riool . De droogzuiging dient daarenboven beperkt te worden in tijd tot het hoogstnoodzakelijke; 
  4. Aanpassingen aan inrichtingen, constructies of beplantingen op het openbaar domein naar aanleiding van deze of toekomstige aanvraag voor een omgevingsvergunning zijn steeds ten laste van de aanvrager. Alle kosten naar aanleiding van een heraanplanting en/ of herstelwerken op/ aan het openbaar domein, uitgevoerd naar aanleiding van een omgevingsaanvraag van een particulier, blijven ten laste van de aanvrager.

Terrein en gelijkgrondse berm:

  1. Aangezien er geen wijzigingen van het terreinniveau voorzien zijn in de aanvraag, dient het bestaande terreinniveau behouden te blijven. Alle overtollige grond die vrijkomt bij het graven van de funderingen, dient verwijderd te worden via een erkende grondwerker of naar een erkende grondreinigingsplaats;
  2. Uitgezonderd de inrit met een breedte van 3 meter, dient het perceel ter hoogte van de rooilijn/ voorste perceelgrens, ontoegankelijk te worden gemaakt voor voertuigen. Het hemelwater van de inrit dient opgevangen te worden op eigen terrein en mag niet afgevoerd worden naar de openbare weg. Naast de inrit dient een ruimte beschikbaar te zijn voor een mogelijk groenzone en infiltratie van het afvloeiend hemelwater;
  3. De verharding van de inrit moet, in de gelijkgrondse berm, uitgevoerd worden in een vast, kleinschalig materiaal, waterdoorlatend aangelegd (geen gebroken steenslag). De gelijkgrondse berm moet verder als groenzone/ grasberm heraangelegd en behouden te blijven behoudens de toegestane inrit. Het verhogen van de gelijkgrondse berm is altijd verboden;
  4. Voor de aanplant van bomen, hagen… nabij perceelscheidingen, dient rekening gehouden te worden met de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek;

Andere voorwaarden:

  1. Bij de uitvoering van de bouwwerken moet rekening gehouden worden met het energiedecreet van 8 mei 2009 en het energiebesluit van 19 november 2010 en hun latere wijzigingen;
  2. In de voortuinstrook mogen geen gesloten afsluitingen geplaatst worden hoger dan 1m; 
  3. De bouwheer dient, conform artikel 8 van het decreet op het archeologisch patrimonium de dato 30 juni 1993 en zijn latere wijzigingen, elk roerend of onroerend goed dat hij vindt of vermoedt gevonden te hebben, te melden binnen de 3 dagen aan het Onroerend Erfgoed Limburg, Hendrik Van Veldekegebouw, Koningin Astridlaan 50 bus 1 te 3500 Hasselt (www.onroerenderfgoed.be/een-vondst-melden);
  4. Er dient voldaan te worden aan de voorwaarden en opmerkingen, gesteld in het advies van het agentschap Natuur en bos, zoals gevoegd in bijlage;
  5. Er dient voldaan te worden aan de voorwaarden, gesteld in het advies van de provinciale dienst Water en Domeinen, zoals gevoegd in bijlage;
  6. De afbraak/ verwijdering van overdekte en niet overdekte constructies dient te gebeuren tot in de grond en de vrijgekomen ruimte dient heringericht als groenzone voor zover er geen nieuwe constructies voorzien zijn. Aan de afbraak is geen milieuvergunningsplicht verbonden, wel dient rekening gehouden te worden met de wettelijke verplichtingen opgenomen in het milieuvergunningsdecreet, het bodemsaneringsdecreet en het materialendecreet. Vooraleer te starten met de afbraakwerken dienen de constructies volledig ontruimd te worden. De afvalstoffen die vrijkomen bij de afbraakwerken dienen selectief ingezameld te worden. Alle bouw-, sloop- en infrastructuurwerken in open lucht dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II, hoofdstuk 6.12 Beheersing van stofemissies tijdens bouw-, sloop- en infrastructuurwerken”, indien deze uitgevoerd worden door een aannemer.

      Het verwijderen van asbest dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II Beheersing van asbest, hoofdstuk 6.4.;

  1. Indien vastgesteld wordt dat er straatmeubilair en/of laanbeplanting aanwezig is die dienen verplaatst en/of verwijderd te worden voor de uitvoering van deze vergunning, of bij de ingebruikname van het project, en er voor aanvang van de werken geen toelating bekomen wordt tot het verplaatsen van het straatmeubilair, moet er een gewijzigde vergunning aangevraagd worden die rekening houdt met het straatmeubilair en/of de laanbeplanting;
  2. De aanvrager is ertoe verplicht het college van burgemeester en schepenen op de hoogte te brengen van het begin van de stedenbouwkundige handelingen en/of exploitatie(s);

Als bemerking wordt meegegeven dat er voor het houten schrijnwerk bij voorkeur geopteerd wordt voor een lokale (Europese) houtsoort uit duurzaam beheerde bossen (aangetoond met label).  Tropische houtsoorten worden best vermeden aangezien deze op vlak van ecologie zeer slecht scoren.

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.

19.

2022_CBS_00825 - OMV - Hoorzitting beroep - Beverzakstraat 105 - 2021/00310 - Kennisneming

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Michael Vanderhoydonk, waarnemend algemeen directeur
Verontschuldigd
Johny De Raeve, burgemeester; Frank Vandebeek, 4de schepen; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Michael Vanderhoydonk, waarnemend algemeen directeur
19.

2022_CBS_00825 - OMV - Hoorzitting beroep - Beverzakstraat 105 - 2021/00310 - Kennisneming

2022_CBS_00825 - OMV - Hoorzitting beroep - Beverzakstraat 105 - 2021/00310 - Kennisneming

Motivering

Feiten context en argumentatie

Aanvraag van Nele Claessens (2021/00310) Beverzakstraat 105 te 3520 Zonhoven, voor het verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning, slopen van een bijgebouw en bouwen van een nieuw bijgebouw en herinrichting van het terrein, gelegen op kadastraal perceel 3de afdeling, sectie E, nr. 742F, gelegen aan Beverzakstraat 105.

De hoorzitting inzake het beroep van mevrouw Nele Claessens tegen de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van Zonhoven, waarbij een vergunning werd geweigerd d.d. 29/03/2022 aan mevrouw Nele Claessens te Zonhoven ter plaatse Beverzakstraat 105, zal plaatsvinden op dinsdag 23 augustus 2022 om 09.20 uur.

Deze hoorzitting zal plaatshebben in de Europazaal van het Bestuursgebouw van het Provinciehuis, Universiteitslaan 1 te Hasselt.

Onderstaande richtlijnen dienen aangehouden te worden bij het bezoek aan het provinciehuis:
- Er worden slechts 2 personen toegelaten voor iedere betrokken partij. Dit betekent dat enkel uzelf met uw vertegenwoordiger aanwezig kan zijn op de hoorzitting.
- Indien personen ziektesymptomen vertonen of personen in hun gezin ziek zijn of symptomen vertonen, wordt met aandrang gevraagd NIET naar de hoorzitting te komen en een vertegenwoordiger af te vaardigen.
- Om de samenkomst van het aantal wachtende personen te beperken vragen we om enkel naar het provinciehuis te komen op het gevraagde uur.
- De aanwijzingen op de voorziene stickers/bordjes zijn strikt op te volgen.
- De spreektijd zal beperkt worden tot ca.10 minuten per partij. Dit om de strikte timing van de hoorzittingen te kunnen garanderen.
- De Europazaal is uitgerust met een grote tafel van ca. 4m bij 4m waarbij de aanwezige personen kunnen vergaderen met inachtneming van een fysieke afstand van 1,5m.

Met het oog op een vlot verloop van de hoorzitting wordt aangeraden om het verslag van de Provinciale Omgevingsambtenaar voorafgaandelijk te raadplegen. Een afschrift van dit verslag zal beschikbaar worden gesteld via het Omgevingsloket door middel van een bericht dat u kan terugvinden onder ‘alle gebeurtenissen’ of via een bericht voor het beroepschrift dat u kan terugvinden onder de procedurestap ‘fase beroepsperiode’ > ‘beroepschrift’ > ‘acties en overzicht’. Zodra het verslag wordt opgeladen op het Omgevingsloket zal u hiervan een melding ontvangen per e-mail.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen beslist niet aanwezig te zijn op de hoorzitting van 23 augustus 2022.

21.

2022_CBS_00827 - Aktename melding voor droogzuiging - 2022/00186MM - Beemdstraat 15 - Kennisneming

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Michael Vanderhoydonk, waarnemend algemeen directeur
Verontschuldigd
Johny De Raeve, burgemeester; Frank Vandebeek, 4de schepen; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Michael Vanderhoydonk, waarnemend algemeen directeur
21.

2022_CBS_00827 - Aktename melding voor droogzuiging - 2022/00186MM - Beemdstraat 15 - Kennisneming

2022_CBS_00827 - Aktename melding voor droogzuiging - 2022/00186MM - Beemdstraat 15 - Kennisneming

Motivering

Feiten context en argumentatie

Het betreft een droogzuiging voor de bouw van een woning, onderkelderd, te Beemdstraat 15, 3de afd, sectie F, nr. 596Y.
Voor de realisatie van de bouw moet een grondwatertafelverlaging van 3,30 meter bekomen worden. Er zullen 14 aanzuigpunten geplaatst worden, op een diepte van max. 6,6 meter.
Het gevraagde debiet bedraagt 168 m³/dag, gedurende 40 dagen. Dit komt neer op een totaaldebiet van 6720 m³.
Indien er meer dan 10 m³/uur geloosd wordt op een gemengd stelsel, dient op voorhand een toelating bij Aquafin aangevraagd te worden.
Het lozingspunt bevindt zich op de Beemdstraat, dit is een gemengd stelsel (open gracht).
In de onmiddellijk omgeving zijn er geen mogelijkheden om het grondwater af te voeren naar een gescheiden stelsel of in een oppervlakte water.
Op 22.06.2022 werd een eerste melding ingediend voor de bemaling, doch voor periode van 15 dagen, voor een totaaldebiet van 2520 m³. Na overleg werd de aanvraag ingetrokken en een nieuwe (huidige) aanvraag ingediend.
In de voorliggende melding werd hetzelfde plan overgenomen uit de eerste aanvraag, met de foutieve gegevens. Onder de aangevraagde rubriek staan de correct gegevens vermeld, waarmee rekening gehouden wordt in dit advies.
De aanvraag is realistisch en kan gunstig beoordeeld worden gezien het beperkt debiet en de beperkte tijdsduur.

Gunstig voor een bronbemaling te Beemdstraat 15, voor de realisatie van een woning met kelder, voor een debiet van 6720 m³/jaar, mits volgende voorwaarden:

* Indien de bemaling in werking is tussen de maanden april tot en met september moet de mogelijkheid tot hergebruik van het grondwater worden aangeboden aan derden. Dit kan door de plaatsing van een open opvangbak met overloop naar de open gracht/gemengd stelsel, op de rooilijn. De opvangbak is maw vlot bereikbaar voor derden! Via de toegestuurde affiche maakt de bouwheer dit kenbaar aan derden met eventueel zijn/haar contactgegevens erbij.
* Indien een volume van meer dan 10 m³/uur wordt geloosd op een gemengd rioleringsstelsel, moet de aanvrager op voorhand een toelating bekomen van Aquafin (art. 5.53.6.1.1 van Vlarem II) op www.aquafin.be. Het startvolume van de bronbemaling wordt ook in rekening gebracht bij het bepalen van het uurdebiet.  
* De bemaling mag 40 dagen in werking zijn.
* Een goed functionerende debietsteller moet aanwezig zijn op elke pomp.
* De sectorale voorwaarden van Vlarem II, hoofdstuk 5.53, moeten nageleefd worden.
* De droogzuiging wordt onmiddellijk verwijderd zodra dit bouwtechnisch mogelijk is en wordt beperkt in tijd en debiet tot het absolute, noodzakelijke, minimum.
* De lozing van het grondwater mag geen wateroverlast voor derden veroorzaken.
* Indien de stroomgroep geluidshinder vormt voor de omwonenden, moeten onmiddellijk gepaste maatregelen genomen worden om de hinder tot een absoluut minimum te beperken (eventueel overschakelen op een elektrische pomp). 

Besluit:

Artikel 1

De gemeentelijke omgevingsambtenaar heeft op 18/07/2022 akte genomen van de melding ingediend door Verhoeven Architectenbureau namens Vos Bart, Breughellaan 15 te 3500 Hasselt, voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit, zijnde een tijdelijke bemaling voor de realisatie van woning met kelder voor een totaaldebiet van 6720 m³, gelegen aan Beemdstraat 15 te 3520 Zonhoven, kadastraal bekend: 3de afd, sectie F, nr. 596Y met rubriek: 53.2.2°a).

Artikel 2

Volgende voorwaarden moeten worden nageleefd:

  • Indien de bemaling in werking is tussen de maanden april tot en met september moet de mogelijkheid tot hergebruik van het grondwater worden aangeboden aan derden. Dit kan door de plaatsing van een open opvangbak met overloop naar de open gracht/gemengd stelsel, op de rooilijn. De opvangbak is maw vlot bereikbaar voor derden! Via de toegestuurde affiche maakt de bouwheer dit kenbaar aan derden met eventueel zijn/haar contactgegevens erbij.
  • Indien een volume van meer dan 10 m³/uur wordt geloosd op een gemengd rioleringsstelsel, moet de aanvrager op voorhand een toelating bekomen van Aquafin (art. 5.53.6.1.1 van Vlarem II) op www.aquafin.be. Het startvolume van de bronbemaling wordt ook in rekening gebracht bij het bepalen van het uurdebiet.  
  • De bemaling mag 40 dagen in werking zijn. 
  • Een goed functionerende debietsteller moet aanwezig zijn op elke pomp.  
  • De sectorale voorwaarden van Vlarem II, hoofdstuk 5.53, moeten nageleefd worden.
  • De droogzuiging wordt onmiddellijk verwijderd zodra dit bouwtechnisch mogelijk is en wordt beperkt in tijd en debiet tot het absolute, noodzakelijke, minimum. 
  • De lozing van het grondwater mag geen wateroverlast voor derden veroorzaken.
  • Indien de stroomgroep geluidshinder vormt voor de omwonenden, moeten onmiddellijk gepaste maatregelen genomen worden om de hinder tot een absoluut minimum te beperken (eventueel overschakelen op een elektrische pomp). 

 Deze aktename stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het besluit van de gemeentelijk omgevingsambtenaar.

23.

2022_CBS_00829 - Tijdelijk aanvullend verkeersreglement - foodtruckfestival - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Michael Vanderhoydonk, waarnemend algemeen directeur
Verontschuldigd
Johny De Raeve, burgemeester; Frank Vandebeek, 4de schepen; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Michael Vanderhoydonk, waarnemend algemeen directeur
23.

2022_CBS_00829 - Tijdelijk aanvullend verkeersreglement - foodtruckfestival - Goedkeuring

2022_CBS_00829 - Tijdelijk aanvullend verkeersreglement - foodtruckfestival - Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

Overwegende dat het in het belang van de openbare orde, rust en veiligheid noodzakelijk is dat er voor de inrichting van bovengenoemde manifestaties, bijzondere verkeersmaatregelen worden getroffen

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit om een tijdelijk aanvullend verkeersreglement inzake Foodtruckfestival op zaterdag 6 en zondag 7 augustus 2022 uit te vaardigen als volgt:

Artikel 2

Het is van vrijdag 5 augustus 2022 te 8.00 uur tot en met maandag 8 augustus 2022 te 8.00 uur verboden stil te staan en te parkeren op volgende plaatsen:

  • Parking plein kiosk
  • Parking aan OCMW

Artikel 3

Dit verbod wordt ter kennis gebracht aan de weggebruikers door de verkeerstekens E3 met gepast onderbord.

Artikel 4

Op zondag 7 augustus 2022 tussen 05.00 en 15.00 uur is het verboden stil te staan en te parkeren, uitgezonderd deelnemers aan de markt en deze van hulp- en veiligheidsdiensten, in:

  • Heuvenstraat tussen Genkerbaan en Kapelhof
  • Dorpsstraat tussen Genkerbaan en Bekkerke
  • Kerkplein tussen Dorpsstraat en Achter De Hoven

Artikel 5

Dit verbod wordt ter kennis gebracht aan de weggebruikers door de verkeerstekens E3 met gepast onderbord.

Artikel 6

Van zaterdag 6 augustus 2022 te 8.00 uur tot en met zondag 7 augustus 2022 te 24.00 uur is het verkeer van voertuigen, uitgezonderd deelnemers aan het Foodtruckfestival en deze van hulp- en veiligheidsdiensten, verboden in:

  • Kerkplein tussen gemeentehuis en Dijkbeemdenweg
  • Dijkbeemdenweg tussen Heuvenstraat en Rozenkransweg

Artikel 7

Dit verbod wordt aan de weggebruikers ter kennis gebracht door middel van een afsluiting over de ganse breedte van de rijbaan, voorzien van het verkeersbord C3. De signalisatie moet worden verlicht tussen het vallen van de avond en het aanbreken van de dag en als de zichtbaarheid minder is dan 200 meter.

Artikel 8

Op zondag 7 augustus 2022 tussen 05.00 en 15.00 uur is het verkeer van voertuigen, uitgezonderd deelnemers aan de markt en deze van hulp- en veiligheidsdiensten, verboden in:

  • Heuvenstraat tussen Genkerbaan en Kapelhof
  • Dorpsstraat tussen Genkerbaan en Bekkerke
  • Kerkplein tussen Dorpsstraat en Achter De Hoven

Artikel 9

Dit verbod wordt aan de weggebruikers ter kennis gebracht door middel van een afsluiting over de ganse breedte van de rijbaan, voorzien van het verkeersbord C3. De signalisatie moet worden verlicht tussen het vallen van de avond en het aanbreken van de dag en als de zichtbaarheid minder is dan 200 meter.

Artikel 10

Voor het verkeer wordt een wegomlegging voorzien via Herestraat-Kludweg-Boddenveldweg-Vaartstraat-Steentweg-Houthalenseweg en omgekeerd.

Artikel 11

Deze omleiding wordt ter kennis gebracht aan de weggebruikers door de verkeerstekens F41.

Artikel 12

Door dit reglement worden de bestaande aanvullende gemeentelijke verkeersreglementen opgeschort voor zover zij betrekking hebben op de straten bedoeld in de artikelen 2, 4 en 6 en dit voor zover deze strijdig zijn met huidig reglement.

Artikel 13

Inbreuken op de beschikkingen van onderhavige verordening kunnen vastgesteld worden door de leden van de federale en lokale politie.

Artikel 14

Inbreuken op de beschikkingen van onderhavige verordening worden bestraft met politiestraffen, voor zover door wetten die op dit stuk zouden bestaan, geen andere straffen zijn voorzien.

Artikel 15

De politie kan bijkomende maatregelen nemen om de openbare orde, rust en veiligheid te handhaven en zowel inrichters als de deelnemer moeten deze naleven.

Artikel 16

De aanvrager is aansprakelijk voor de schade aan het openbaar domein zo deze rechtstreeks of onrechtstreeks het gevolg is van het bestaan van de manifestatie.

Artikel 17

Het college van burgemeester en schepenen beveelt dat onderhavige verordening zal bekendgemaakt worden overeenkomstig het decreet.

24.

2022_CBS_00830 - Schatting verschillende percelen i.h.k.v. wegenisproject Ballewijerweg - Kennisneming

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Michael Vanderhoydonk, waarnemend algemeen directeur
Verontschuldigd
Johny De Raeve, burgemeester; Frank Vandebeek, 4de schepen; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Michael Vanderhoydonk, waarnemend algemeen directeur
24.

2022_CBS_00830 - Schatting verschillende percelen i.h.k.v. wegenisproject Ballewijerweg - Kennisneming

2022_CBS_00830 - Schatting verschillende percelen i.h.k.v. wegenisproject Ballewijerweg - Kennisneming

Motivering

Verwijzingsdocumenten

CBS 17/05/2022 aanstelling landmeter-expert;

Schattingsverslagen en opmetingsplannen in bijlage.

Feiten context en argumentatie

In het kader van het wegenisproject Ballewijerweg dienen verschillende innames gebeuren, nl. verwerving van stukjes van enkele percelen eigendom van private eigenaars. 

Het gaat in totaal om vijf innames. Voor deze vijf werd een schattingsverslag opgemaakt. Op basis hiervan worden de eigenaars uitgenodigd  om dat deel van deze percelen te verkopen aan de gemeente Zonhoven voor inlijving bij het openbaar domein.

Betrokken percelen:

    - Afd. 3, sectie E, nr 446b (3a86ca) - Schattingsprijs € 1.160,00;

    - Afd. 3, sectie E, nr 666C (8ca) - Schattingsprijs € 520,00;

    - Afd. 3, sectie E, nr 626K (3ca) - Schattingsprijs € 195,00;

    - Afd. 3, sectie E nr. 450a  (98ca) - Schattingsprijs € 5.325,00;

    - Afd. 3, sectie E nr. 449c (32ca) - Schattingsprijs € 100,00.

De eigenaars zullen worden gevraagd of zij akkoord gaan met de verkoop van het gedeelte van de percelen grond aan schattingsprijs aan de gemeente Zonhoven, met het oog op inlijving tot het openbaar domein. Bij onbereidheid mee te werken kan later of een onderhandelaar aangesteld worden of een onteigeningsprocedure opgestart worden.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de schattingsverslagen in het kader van de noodzakelijke innames voor het wegenisproject Ballewijerweg.

Artikel 2

Aan de eigenaars zal worden gevraagd of zij akkoord gaan met de verkoop van de percelen grond aan de schattingsprijs. Na ontvangst van de akkoordverklaringen zullen de dossiers ter goedkeuring worden voorgelegd aan de gemeenteraad.

25.

2022_CBS_00831 - Proces-verbaal examen 14 juni 2022: voltijds contractueel theatertechnieker, dienst cultuur, sector mens en maatschappij - Kennisneming

Goedgekeurd
25.

2022_CBS_00831 - Proces-verbaal examen 14 juni 2022: voltijds contractueel theatertechnieker, dienst cultuur, sector mens en maatschappij - Kennisneming

2022_CBS_00831 - Proces-verbaal examen 14 juni 2022: voltijds contractueel theatertechnieker, dienst cultuur, sector mens en maatschappij - Kennisneming
26.

2022_CBS_00832 - Aanstelling voltijds contractueel theatertechnieker dienst cultuur, sector mens en maatschappij - Goedkeuring

Goedgekeurd
26.

2022_CBS_00832 - Aanstelling voltijds contractueel theatertechnieker dienst cultuur, sector mens en maatschappij - Goedkeuring

2022_CBS_00832 - Aanstelling voltijds contractueel theatertechnieker dienst cultuur, sector mens en maatschappij - Goedkeuring
27.

2022_CBS_00834 - Proces-verbaal examen voltijds contractueel sectormanager mens en maatschappij - Kennisneming

Goedgekeurd
27.

2022_CBS_00834 - Proces-verbaal examen voltijds contractueel sectormanager mens en maatschappij - Kennisneming

2022_CBS_00834 - Proces-verbaal examen voltijds contractueel sectormanager mens en maatschappij - Kennisneming
28.

2022_CBS_00833 - Dagelijks personeelsbeheer: beslissing algemeen directeur - Kennisneming

Goedgekeurd
28.

2022_CBS_00833 - Dagelijks personeelsbeheer: beslissing algemeen directeur - Kennisneming

2022_CBS_00833 - Dagelijks personeelsbeheer: beslissing algemeen directeur - Kennisneming
20.

2022_CBS_00826 - OMV - Gunstig advies omtrent het beroep ingediend tegen omgevingsvergunning 1332.E.874.2, gelegen langs de Rosmolenweg - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Michael Vanderhoydonk, waarnemend algemeen directeur
Verontschuldigd
Johny De Raeve, burgemeester; Frank Vandebeek, 4de schepen; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Michael Vanderhoydonk, waarnemend algemeen directeur
20.

2022_CBS_00826 - OMV - Gunstig advies omtrent het beroep ingediend tegen omgevingsvergunning 1332.E.874.2, gelegen langs de Rosmolenweg - Goedkeuring

2022_CBS_00826 - OMV - Gunstig advies omtrent het beroep ingediend tegen omgevingsvergunning 1332.E.874.2, gelegen langs de Rosmolenweg - Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het schrijven van de provincie Limburg van 14/07/2022, nl.:

“Betreft : beroep ingesteld tegen de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van Zonhoven d.d. 24 mei 2022

 Hierbij deel ik u mee dat het beroep van mevrouw Véronique Wildemeersch namens de heer Dirk Bastiaens namens Rosmolen BV, ingesteld tegen de beslissing d.d. 24 mei 2022 van het schepencollege van Zonhoven waarbij een omgevingsvergunning werd geweigerd aan de heer Dirk Bastiaens namens Rosmolen BV voor het verkavelen van gronden in één lot om een projectzone voor meergezinswoningen te realiseren (lot1) en het uitbreiden van de bestaande weg, lot 2 wordt uit de verkaveling gesloten, te Zonhoven ter plaatse Rosmolenweg, als administratief volledig en ontvankelijk wordt beschouwd. Het onderzoek van het beroep wordt heden gestart. 

Dit beroep werd ingediend via het omgevingsloket. 

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht om advies uit te brengen over het ingediende beroep binnen een termijn van 50 dagen.” 

Er werd een uitgebreid beroepsschrift (23 blz.) toegevoegd aan het beroep, alsook verschillende bijlagen, waaronder aangepaste verkavelingsvoorschriften en een aangepaste verantwoordingsnota.

Men stelt o.a. volgend wijzigingsverzoek voor in het beroepsschrift:

“II. Wijzigingsverzoek om tegemoet te komen aan enig weigeringsmotief 

Beroepende partij wenst te benadrukken dat de weigeringsbeslissing van het college van burgemeester en schepenen van de gemeente Zonhoven louter gestoeld is op een ongunstige beoordeling omtrent de woondichtheid. 

De aanvraag voorziet dat er 45 wooneenheden op het terrein kunnen worden opgericht, wat resulteert in een woondichtheid van 69 wooneenheden/ha. 

De visie van het CBS dat de woondichtheid meer in lijn moet liggen van de naastliggende projecten zoals Koolhof en Rosmolenpark die beiden een woondichtheid rond de 50-55 wooneenheden/ha zouden omvatten, moet enigszins worden genuanceerd (zie verder bij beoordeling verenigbaarheid met de goede ruimtelijke ordening). Desalniettemin wenst de aanvrager de verkavelingsvoorschriften op het vlak van de woondichtheid aan te passen en te verlagen naar 60 wooneenheden/ha

Het stedenbouwkundig voorschrift van artikel 1.1 van de verkavelingsvoorschriften luidt in aangepaste versie als volgt: 

“De projectzone wordt ontwikkeld i.f.v. de realisatie van een gedifferentieerd woningbestand binnen de gemeente Zonhoven.

De projectzone dient als een ruimtelijk samenhangend geheel ontworpen te worden en worden aangevraagd en uitgevoerd binnen 1 stedenbouwkundige vergunnings-aanvraag. 

Er worden maximaal 39 wooneenheden gerealiseerd.” 

De toelichting bij het stedenbouwkundig voorschrift van artikel 1.3 van de verkavelings-voorschriften luidt in aangepaste versie als volgt: 

“Binnen de projectzone wordt de realisatie van max. 39 wooneenheden voorzien. Deze worden gerealiseerd met een differentiatie in woonoppervlakte, aantal slaapkamers, private buitenruime, oriëntatie, … waarbij de architecturale en ruimtelijke samenhang van de ganse projectzone bepaald worden door een gedifferentieerd woonprogramma van woontypologieën.”

Overeenkomstig artikel 64 van het Omgevingsvergunningsdecreet kunnen in graad van beroep aan de vergunningsaanvraag wijzigingen worden aangebracht. Op grond van een beperkte aanpassing van de verkavelingsvoorschriften wordt de aanvraag in overeenstemming gebracht met de weigeringsbeslissing. 

Het is niet noodzakelijk om in graad van beroep een openbaar onderzoek te organiseren indien aan de volgende voorwaarden is voldaan: 

1) de wijzigingen doen geen afbreuk aan de bescherming van de mens of het milieu of de goede ruimtelijke ordening. De aanpassingen vormen duidelijk een verbetering op het vlak van de goede ruimtelijke ordening. à De woondichtheid zakt zodat de druk op het perceel en de omgeving in elk geval positief beïnvloed wordt. 

2) de wijzigingen komen tegemoet aan de adviezen of aan de standpunten, opmerkingen en bezwaren die tijdens het openbaar onderzoek zijn ingediend. In deze komen de aanpassingen integraal tegemoet aan de opmerkingen van het college uit de weigeringsbeslissing stellende dat het project een te hoge woondichtheid omvatte.  Het college suggereerde dat de woondichtheid meer in lijn moest liggen met de naastliggende projecten zoals Koolhof en Rosmolenpark die beiden een woondichtheid rond de 50-55 wooneenheden/ha hebben. De wijziging komt hieraan tegemoet. 

3) de wijzigingen brengen kennelijk geen schending van de rechten van derden met zich mee. 

à De aanpassingen schaden geenszins de rechten van het college nu de Deputatie gelet op de devolutieve werking in graad van beroep een vergunning kan verlenen op grond van beperkte aanpassingen die door het college niet eerder werden beoordeeld. 

  • Evenmin zijn de rechten van omwonenden/aanpalende eigenaars geschaad. Er werd een openbaar onderzoek georganiseerd, waarbij omwonenden de gelegenheid hadden om opmerkingen kenbaar te maken. Er werden geen bezwaren geformuleerd. De aanpassingen komen evenwel tegemoet aan de vraag van het college. De wijziging is gezien haar beperkte omvang en functie – het voorzien in een lagere woondichtheid – geenszins van aard om de belangen van derden aan te tasten. 
  • De aanvraag komt gelet op de beperkte aanpassing van de verkavelingsvoorschriften – voorzien in lagere woondichtheid – in alle redelijkheid in aanmerking voor vergunning. Er hoeft geen nieuw openbaar onderzoek te worden georganiseerd.“ 

Volgende relevante argumentatie werd toegevoegd:

“Hierbij wenst de aanvrager eerst en vooral te benadrukken dat overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, eerste lid, 2° VCRO de vergunningverlenende overheid bij de beoordeling van het aangevraagde rekening houdt met de in de omgeving bestaande toestand

Deze “in de omgeving bestaande toestand” betreft de voor het dossier ‘relevante’ in de omgeving bestaande toestand, rekening houdende met de specifieke gegevens van het dossier en met de aandachtspunten en criteria uit artikel 4.3.1, §2, eerste lid, 1° VCRO. Uw Deputatie beschikt in dit kader over een discretionaire bevoegdheid. 

In dit kader dient niet enkel rekening te worden gehouden met de bebouwing in dezelfde straat/straten van de projectsite. In haar arrest van 26 juni 2018, nr. A/1718/1044 gaf de Raad voor Vergunningsbetwistingen nadere invulling omtrent de beoordeling van wat behoort tot de in de omgeving bestaande toestand. Zo is het niet zo dat de dat de onmiddellijke omgeving steeds voorrang heeft op de ruimere omgeving of omgekeerd. De aard van het te onderzoeken aandachtspunt, in relatie met de bestaande omgeving, speelt hierin een belangrijke rol. In haar arrest van 13 augustus 2019, nr. A/1819/1292 bevestigt de Raad deze zienswijze en wordt gesteld dat de onmiddellijke en ruimere omgeving niet evenwaardig dienen onderzocht te worden. Deze visie van de Raad voor Vergunningsbetwistingen werd overigens ook door de Raad van State in een recent arrest nr. 230.359 van 23 maart 2021 bevestigd. 

Het voorgaande maakt duidelijk dat uw Deputatie rekening dient te houden met de relevante bebouwing die zich niet specifiek alleen de aanpalende percelen zou bevinden. Zo maken de meergezinswoningen die recent werden opgetrokken in de onmiddellijke omgeving van de projectsite ook deel uit van de in de omgeving bestaande toestand en dienen deze gebouwen vanzelfsprekend ook mee te worden genomen bij de beoordeling van het project, ook wat betreft de bouwdichtheid betreft (zie verder). 

Project 

Oppervlakte 

Aantal woonentiteiten 

woondichtheid 

Koolhof 

12.902 

78 

60wo/ha 

Eikenhof 

2.295 

20 

87 wo/ha 

De Kwint 

6.600m² 

68 

103wo/ha 

 

De dichtheden die in deze aanvraag voorzien worden, liggen in lijn van de andere projecten en zijn zeker geen maximalisatie gelet op de aangehaalde cijfers. 

Wat betreft de bouwdichtheid moet worden opgemerkt dat het niet onredelijk is dat het nieuwe residentiële project een hogere bouwdichtheid met zich meebrengt dan de bestaande situatie. In geen geval kan de bouwdichtheid als onredelijk worden bestempeld. De aanvraagpercelen hebben een totale oppervlakte van 6.520m². Het aantal woonentiteiten verlaagt met het wijzigingsverzoek van max. 45 wooneenheden naar 39 wooneenheden, wat resulteert in een woondichtheid van 60 wooneenheden/ha 

E.e.a. is ingegeven vanuit de intentie om tegemoet te komen aan de opmerkingen van het CBS in de bestreden beslissing. Hoewel de GOA van oordeel was dan de oprichting van 45 wooneenheden op het terrein met een woondichtheid van 69 wooneenheden/ha aanvaardbaar is in de woonomgeving, volgde het CBS deze visie (o.i. ten onrechte) niet.  

Wat betreft het oordeel van het CBS dat de woondichtheid eerder ca. 50-55 woon-eenheden/ha zou moeten bedragen – in lijn met de naastliggende projecten – merkt de aanvrager op dat enkele van de omliggende projecten die als referentieprojecten worden aangehaald zelfs een aanzienlijke hogere woondichtheid omvatten. 

Project 

Oppervlakte 

Aantal woonentiteiten 

woondichtheid 

Koolhof 

12.902 

78 

60wo/ha 

Eikenhof 

2.295 

20 

87 wo/ha 

De Kwint 

6.600m² 

68 

103wo/ha 

 

Wat betreft de verantwoording van het CBS voor de lagere dichtheid die te wijten zou zijn aan het feit dat de site iets verder verwijderd is van het centrum en de voorzieningen, merkt de aanvrager op dat bezwaarlijk kan worden ontkend dat de site nog steeds gelegen is in het centrum van de gemeente Zonhoven met een hoog voorzieningenniveau. Hoger werd reeds uiteengezet dat de site zich bevindt op wandel- en fietsafstand van alle voorzieningen (ca. 400m). De ligging in de kern kan bezwaarlijk worden genegeerd. 

De percelen zijn overigens gelegen in de afbakening regionaalstedelijk gebied, waar een verdichting wordt verwacht, én binnen of grenzend aan de kern van de gemeente Zonhoven, zodat m.a.w. vanzelfsprekend en wenselijk op deze locatie op een kwalitatieve manier kan worden verdicht. Dat de rendementsverhoging gebeurt met respect voor de kwaliteit van de woon- en leefomgeving enerzijds en verantwoord is in de omgeving, zal uit de verdere uiteenzetting blijken. 

Voorliggend project vormt een uitstekend voorbeeld van ruimtelijk rendement met kwalitatief gemeenschappelijk groen

De verlaging van de woondichtheid van 45 wooneenheden/ha naar 39 wooneenheden/ha zorgt ervoor dat de druk op het perceel en de omgeving in elk geval positief wordt beïnvloed. 

  • De aanvraag voorziet, zeker gelet op de doorgevoerde aanpassing aan de verkavelingsvoorschriften – verlaging van het maximaal aantal te voorziene wooneenheden – in een aanvaardbare bouwdichtheid op de projectsite. 
  • Het aangevraagde bevat in alle redelijkheid een aanvaardbare schaal. Ook het ruimtegebruik en de bouwdichtheid kunnen positief beoordeeld worden. De aanvraag komt in alle redelijkheid in aanmerking voor vergunning. 

Advies dienst:

De gemeentelijk omgevingsambtenaar (GOA) blijft bij het voorgaand standpunt en wenst hiervoor te verwijzen naar het verslag GOA d.d. 19/05/2022. 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen beslist het ingediende beroep positief te beoordelen en wijzigt het standpunt van 24/05/2022, op voorwaarde dat verkavelingsvoorschrift 1.1 gewijzigd wordt zoals voorgesteld in het beroepsschrift: 

    “De projectzone wordt ontwikkeld i.f.v. de realisatie van een gedifferentieerd woningbestand binnen de gemeente Zonhoven.

    De projectzone dient als een ruimtelijk samenhangend geheel ontworpen te worden en worden aangevraagd en uitgevoerd binnen 1         stedenbouwkundige vergunningsaanvraag. 

    Er worden maximaal 39 wooneenheden gerealiseerd.” 

Bijkomende voorwaarde: tussen de nieuw aangelegde weg (Rosmolenweg) en het bestaande fietspad ten oosten van de projectsite wordt een nieuwe fietsverbinding voorzien. Aanvullend wenst het college de bepalingen uit de basisakte “EggePark” aan te wenden om een semi publieke doorsteek te realiseren vanuit de nieuwe ontwikkeling “Rosmolen” richting Grote Eggestraat. De nieuwe ontwikkeling “Rosmolen” dient bovendien eenzelfde semi publiek karakter te krijgen als “EggePark”, waarbij er een semi publieke doorsteek gerealiseerd wordt tot aan de perceelsgrens richting het bestaande fietspad ten oosten van de projectsite. In onderlinge overeenstemming wordt de gewenste inpassing van deze doorsteek bepaald.

22.

2022_CBS_00828 - Projectstuurgroep deeltraject D3 fietssnelweg Kolenspoor - Principiële Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Michael Vanderhoydonk, waarnemend algemeen directeur
Verontschuldigd
Johny De Raeve, burgemeester; Frank Vandebeek, 4de schepen; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Michael Vanderhoydonk, waarnemend algemeen directeur
22.

2022_CBS_00828 - Projectstuurgroep deeltraject D3 fietssnelweg Kolenspoor - Principiële Goedkeuring

2022_CBS_00828 - Projectstuurgroep deeltraject D3 fietssnelweg Kolenspoor - Principiële Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

Feiten

In 2019 nam het college kennis van de startnota fietssnelweg Kolenspoor (2019_CBS_01358) en valideerde de voorgestelde kruispuntoplossingen op grondgebied Zonhoven:

    • Kolverenstraat: gelijkvloerse kruising, fietser in de voorrang, verhoogde wegversmalling
    • Hortweidenweg: gelijkvloerse kruising, fietser in de voorrang, verkeerslichten met detectie
    • Houthalenseweg: ongelijkvloerse kruising, fietser in de voorrang, ondertunneling (*)
    • Kleine Hemmenweg: ongelijkvloerse kruising, fietser in de voorrang, ondertunneling (*)
    • Teutseweg: gelijkvloerse kruising, fietser in de voorrang, verhoogde wegversmalling. Een knip is momenteel niet aan de orde.
    • Wagemanskeel: bestaande situatie, maar verbreding en verhoging van de huidige tunnel, aangezien deze momenteel naast fietsers ook ruiters faciliteert.

(*) In eerste instantie kan dit een gelijkvloerse kruising zijn met de fietser in de voorrang via verkeerslichten met detectie, maar het college dringt voor deze wegen écht wel aan op een ondertunneling, gezien het profiel, de verkeersintensiteiten en het snelheidsregime van deze wegen.

Context

De validatie zoals beschreven in de startnota werd meegenomen in de eerste projectstuurgroep van deeltraject D3 (= traject vnl. op grondgebied Zonhoven) die plaatsvond op 1/06/2022.

Het doel van deze PSG is een algemene kadering te geven van het Kolenspoor en in detail deeltraject D3 te overlopen, opfrissen wat er in de startnota beslist werd en in kaart brengen van nieuwe elementen en inzichten.

Sweco wenst met dit overleg een draagvlak te krijgen over de eerste verkenningen en conclusies om vervolgens over te kunnen gaan tot het eerste voorontwerp. Zo kan er na deze PSG gestart worden met concreet uitwerken van de plannen om dit voor te leggen op de 2de PSG.

Voor D3 is dit de 1ste PSG, de 2de wordt voorzien in september, een 3de in december.

We nemen de startnota als uitgangspunt:

  • Voorkeursoplossingen beschouwen we als beslist beleid.
    1. Tenzij er elementen boven drijven waardoor de oplossing niet uitvoerbaar is of er gemotiveerd betere oplossingen mogelijk zijn.
  • Kolenspoorshuttle wordt niet concreet uitgewerkt in het voorontwerp van de projectnota. Wel wordt er rekening mee gehouden dat de shuttle in de toekomst nog kan worden voorzien. Waar de situatie het toelaat wordt ruimte voorzien zodat toekomstige aanleg van shuttle niet wordt gehypothekeerd.
  • Lezing van de omgevingskenmerken:
    1. Netwerken, historische fragmenten worden in beeld gebracht, alsook woonomgevingen, werkomgevingen, recreatieve en landschappelijke context. D3 wordt aldus in beeld gebracht binnen een ecologische, landschappelijke, ruimtelijke en mobiliteitscontext.
  • Bijzondere aandacht gaat uit naar de ecologische aspecten voor dit deeltraject gelet op het gekozen tracé van de startnota en de aanwezige SBZ.

Ontwerp: (bespreking per kruispunt/segment)

  • Kolverenstraat Zonhoven (segment voor kruispunt Kolverenstraat):
    1. Mag er kaalkap van een talud gebeuren?
      • Is voor ANB niet wenselijk, maar als het toch noodzakelijk is dan dient er een aanvraag voor ontbossing of aanpassing aan kleine landschapselementen gedaan te worden.
      • Er dient wel rekening gehouden te worden met de vleermuizen. Zij hebben hun geleiding nog nodig, dus niet aan beide zijden van het fietspad de bomen kappen.
      • ANB stelt voor om hier ter plaatse te gaan, dit geeft een beter zicht op de ontwerpmogelijkheden en hun impact op de huidige situatie.
      • Sweco zal de mogelijkheden bekijken om het fietspad 4m breed te maken en aan welke zijde de verbreding dan best komt.
    2. Verderop is er een steilere helling. Recreatief is dit een leuk element, naar functionaliteit kan er toch best bekeken worden of hier een optimalisatie kan gebeuren. Sweco bekijkt wat ze kunnen doen zonder al te veel impact op de omgeving en met de meest voordelige grondbalans.
  • Kolverenstraat (kruispunt):
    1. Startnota zegt: behoud doorgang gemotoriseerd verkeer. Hier werd gekozen voor de optie wegversmalling op een plateau met de fietser is in voorrang. Dit zal zo uitgewerkt worden.
  • Hortweidenweg (kruispunt):
    1. In huidige toestand is er een schuine kruising. Het ontwerp wordt zo opgesteld dat deze kruising meer haaks wordt.
      De grondinnames om deze omlegging te realiseren betreffen eigendom van NMBS.
      Er zal ook bekeken worden om de Hoeveweg te verleggen en eventueel mee te nemen in het plateau.
      De provincie vraagt of hier een plateau met beurtelings verkeer ontworpen kan worden.
       Zonhoven heeft zijn bedenkingen of dit een meer veilige optie is gelet op de intensiteiten. Zonhoven bezorgt tellingen aan Sweco. Sweco zal hierna het ontwerp opmaken.
  • Aansluiting Stenenkruisweg:
    1. In de startnota is hier niets voorzien. Kan dit toch meegenomen worden? Fietspad verbreden, rustpunt creëren?
      Gemeente Zonhoven is hiermee akkoord.
       AWV geeft aan dat dit besproken moet worden met De WerkVennootschap maar dat dit inderdaad een nieuw element is ten opzichte van de startnota.
  • Houthalenseweg:
    1. Vanuit de gemeente zijn er plannen om vrijliggende fietspaden te leggen op de Houthalenseweg tot aan de ovonde.
      Hier is nog geen (voor)ontwerp van beschikbaar.
      Indien de Houthalenseweg op het moment van realisatie (vermoedelijk pas na 2024) een gewestweg is, dan is AWV verantwoordelijk voor deze investering. Indien al overgedragen aan de gemeente, dan is de investeringskost voor de provincie.
      De gemeente zal polsen naar de stand van zaken van de overdracht van de wegenis.
      In de projectstuurgroep wordt geconcludeerd dat in de projectnota een gelijkvloerse kruising met VRI uitgewerkt moet worden.
      De huidige weg betreft nog steeds een gewestweg en bij AWV zijn er geen budgetten voorzien voor de realisatie van een fietstunnel.
       De optie met een tunnel is de langere termijnsoplossing.
  • Kleine Hemmenweg:
    1. Dit is een drukke verbinding.
      De gemeente voorziet hier op korte termijn in de aanleg van enkelrichting fietspaden i.p.v. dubbelrichting aan één zijde.
      Iedereen is akkoord dat de ambitie hier een tunnel moet zijn. In de projectnota wordt deze optie dan ook verder uitgewerkt.
      Langsheen de rijweg is de Hemmenbeek (waterloop 3de categorie) gelegen. Deze waterloop is volledig ingebuisd en verweven met het rioleringsstelsel. De gemeente laat weten dat er momenteel een procedure lopende is bij de provincie om deze waterloop af te schaffen. Ook is het met de huidige schetsen niet duidelijk hoe het ruimtebeslag van deze tunnel en de aansluiting met de Kleine Hemmenweg ter hoogte van de KMO zone zal zijn.
  • Teutseweg:
    1. In de startnota wordt een knip van de Teutseweg niet weerhouden, maar wordt wel gesteld dat deze optie opnieuw besproken moet worden in het vervolgtraject.
      Een verkeersknip is tot op heden nog niet weerhouden door het schepencollege.
      I.kv. realisatie Kolenspoor kan dit echter best terug op tafel gelegd worden ter bespreking.
      De ontharding kan mogelijk dienen als compensatie voor aanleg van andere delen van de fietssnelweg.
      Bovendien betreft de oversteek van de fietssnelweg met de Teutseweg een gevaarlijke oversteek en zou een knip een aanzienlijke verbetering van de verkeersveiligheid betreffen.
       Langs de Teutseweg gaat de gemeente wel nieuwe fietspaden aanleggen. De bestaande weg wordt hiervoor versmald om binnen de grenzen van het openbaar domein te kunnen blijven.
  • De Teut:
    1. In de startnota wordt het tracé en uitvoering voorgesteld op de plaats van het bestaande fietspad dat (deels) in talud ligt.
      Sweco heeft in het kader van de ecologische inpassing een eerste landschapsonderzoek gedaan waarbij mogelijke verbindingen in het vijvergebied en/of valleigebied tot landschapsherstel en een ecovallei zou kunnen leiden.
      Dit zijn echter elementen die niet in de startnota zijn opgenomen en daarom worden deze aan de stuurgroep voorgelegd (zie bijlage).
      Alle actoren staan positief ten opzichte van het herstellen van het valleigebied.
      Jeroen Schols geeft aan dit ook een zeer positief ecologisch verhaal te vinden, dat dit kan leiden tot een betere geleiding van toegankelijkheid tot het natuurgebied (meer op het fietspad, minder in het gebied zelf), dat er zelfs bijkomend andere ecologische winsten mogelijk zijn voor andere doelsoorten in het gebied (o.a. knoflookpad), maar geeft eveneens aan dat bij ANB niet iedereen gewonnen is voor dit idee.
       Voornamelijk de te doorlopen vergunningsprocedure (o.a. ADC toets) lijkt een groot obstakel te vormen. Hij geeft aan dit voorstel intern te willen verdedigen. Nadat dit intern besproken werd, zal Jeroen Schols hierover terugkoppelen. Verder stelt hij voor om ter plaatse de situatie te bekijken en bespreken met zijn collega’s, zodoende de ecologische meerwaarde zo duidelijk mogelijk te stellen. PNC en ANB bekijken samen om dit terreinbezoek te organiseren. Sweco benadrukt dat dit nog maar in conceptfase zit en er nog zeer veel vragen beantwoord moeten worden alvorens men er van uit kan gaan dat dit realiseerbaar is. Het gaat dan over technische vragen, maar ook over het financiële, en vooral het vergunningstechnische aspect.

Volgende stappen (betrekking hebbende tot Zonhoven):

  • Overleg Sweco met DWV ikv Noord-Zuid.
  • Zonhoven bezorgt tellingen Hortweideweg aan Sweco.
  • Wat is het standpunt van AWV ivm aansluiting Stenenkruisweg?
  • Zonhoven zal polsen naar de stand van zaken van de overdracht van de Houthalenseweg.
  • ANB legt het voorstel a.h.v. de presentatie intern voor en koppelt hierover terug aan Sweco en de provincie.
  • Sweco werkt het ontwerp verder uit.
  • PSG 2 wordt voorzien in september 2022.

Argumentatie

Bespreking dienst mobiliteit:

  • Tussen Houthalen en Kolverenstraat:
    1. Akkoord met visie stuurgroep.
      • Rekening houden F74
  • Kruispunt Kolverenstraat:
    1. Akkoord met visie stuurgroep.
      • Verhoging zo aanleggen dat snelheid gemotoriseerd verkeer fel wordt afgeremd.
      • Zichtbaarheid kruispunt/fietspad optimaliseren.
  • Kruispunt Hortweidenweg:
    1. Akkoord met visie stuurgroep.
      • Verhoging zo aanleggen dat snelheid gemotoriseerd verkeer fel wordt afgeremd.
      • Zichtbaarheid kruispunt/fietspad optimaliseren.
    2. Tellingen werden overgemaakt aan studiebureau.
  • Kruising fietspad Stenenkruisweg/Koningshofweg:
    1. Akkoord met visie stuurgroep.
  • Kruispunt Houthalenseweg:
    1. Afhankelijk van de overname N715 of ongelijkvloerse kruising kan worden meegenomen in project riolering/fietspaden.
      • Indien overname KT opteren voor ongelijkvloerse kruising.
      • Indien overname LT zal ongelijkvloerse kruising verschoven worden LT en VRI op KT.
  • Kruispunt Kleine Hemmenweg:
    1. Akkoord met de visie van de stuurgroep.
      • Met de huidige schetsen is het niet duidelijk hoe het ruimtebeslag van deze tunnel en de aansluiting met de Kleine Hemmenweg ter hoogte van de KMO zone zal zijn.
  • Kruispunt Teutseweg:
    1. Akkoord met visie stuurgroep.
    2. Herbekijken knip tussen Industrieweg en Industrieweg-Zuid.
      • Veiligheid fietsers omwille van snelheid Teutseweg.
      • Extra stimulans omwille ontharding.
    3. Indien CBS beslist om knip niet/nooit te willen voorzien:
      • Verhoging zo aanleggen dat snelheid gemotoriseerd verkeer fel wordt afgeremd.
      • Zichtbaarheid kruispunt/fietspad optimaliseren.
  • Zone Teut:
    1. Akkoord met visie stuurgroep.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de projectstuurgroep deeltraject D3 - Kolenspoor.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist om volgende nieuwe elementen en inzichten goed te keuren:

  • De kolenspoorshuttle wordt niet concreet uitgewerkt in het voorontwerp van de projectnota. Wel wordt er rekening gehouden dat de shuttle in de toekomst nog kan worden voorzien
  • Kruispuntoplossingen (de nieuwe elementen aangekaart tijdens de projectstuurgroep zijn in italic toegevoegd):
    • Kolverenstraat: gelijkvloerse kruising, fietser in de voorrang, verhoogde wegversmalling - deze heeft als doel de snelheid in sterke mate af te remmen; ook inzetten op goede zichtbaarheid op dit kruispunt.
    • Hortweidenweg: gelijkvloerse kruising, fietser in de voorrang, verkeerslichten met detectie - haakse inrichting van de oversteekplaats met bijkomend het verleggen van de Hoeveweg zodat deze ook haaks op de Hortweidenweg aantakt en ook binnen het plateau wordt opgenomen. Het  ontwerp wordt nog verder verfijnd in functie van de optimale inrichting op basis van (beschikbare) verkeerstellingen.
    • Houthalenseweg: ongelijkvloerse kruising, fietser in de voorrang, ondertunneling (*) - het college wenst dit niet afhankelijk te maken van de overname van de gewestweg N715. Een ondertunneling heeft de absolute voorkeur, enkel op korte termijn kan een ongelijkvloerse kruising met verkeerslichten een oplossing bieden, maar op lange termijn is een ondertunneling de enige valabele oplossing.
    • Kleine Hemmenweg: ongelijkvloerse kruising, fietser in de voorrang, ondertunneling (*) - deze inrichting wordt in de projectnota weerhouden.
    • Teutseweg: gelijkvloerse kruising, fietser in de voorrang, verhoogde wegversmalling. Het college oordeelt dat een knip momenteel niet aan de orde is. Dit is beslist beleid.

(*) In eerste instantie kan dit een gelijkvloerse kruising zijn met de fietser in de voorrang via verkeerslichten met detectie, maar het college dringt voor deze wegen écht wel aan op een ondertunneling, gezien het profiel, de verkeersintensiteiten en het snelheidsregime van deze wegen.

  • Aansluiting Stenenkruisweg met Kolenspoor: deze is niet opgenomen in de startnota maar opgenomen in de projectstuurgroep in functie van een verbreding van dit fietspad en het creëren van een rustpunt.
  • De Teut: het tracé werd in de startnota voorgesteld op de plaats van het bestaande fietspad dat deels in talud ligt. Uit landschapsonderzoek blijkt dat mogelijke verbindingen in het vijvergebied en/of valleigebied tot landschapsherstel en een ecovallei kunnen leiden. Dit is momenteel een concept dat eerst intern bij ANB besproken dient te worden.
4.

2022_CBS_00809 - Personeelsfeest 2023 - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Michael Vanderhoydonk, waarnemend algemeen directeur
Verontschuldigd
Johny De Raeve, burgemeester; Frank Vandebeek, 4de schepen; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Michael Vanderhoydonk, waarnemend algemeen directeur
4.

2022_CBS_00809 - Personeelsfeest 2023 - Goedkeuring

2022_CBS_00809 - Personeelsfeest 2023 - Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

Omwille van de COVID-pandemie werd in 2021 het personeelsfeest niet georganiseerd en dit jaar op 6 mei.
In een overleg van het Feestcomité van 29 juni 2022 wordt voorgesteld om in 2023 het personeelsfeest op de 2de vrijdag van januari te organiseren zoals in de periode vóór COVID.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen geeft de goedkeuring aan het voorstel van het feestcomité voor de organisatie van:
- het personeelsfeest op vrijdag, 13 januari 2023 (evenementenhal)
- maar geeft de suggestie aan de werkgroep om ook de mogelijkheid voor de organisatie in de tent van het WB veldrijden op 6 januari 2023 te onderzoeken; indien dit niet haalbaar is dan vervalt de suggestie.