Terug
Gepubliceerd op 18/05/2022

2022_CBS_00493 - OMV - Vergunning - Kerkplein 1 - 2022/00008 - Goedkeuring

College van burgemeester en schepenen
di 10/05/2022 - 13:30 schepenzaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur

Secretaris

Bart Telen, Algemeen directeur
2022_CBS_00493 - OMV - Vergunning - Kerkplein 1 - 2022/00008 - Goedkeuring 2022_CBS_00493 - OMV - Vergunning - Kerkplein 1 - 2022/00008 - Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

STEDENBOUWKUNDIG EN MILIEUTECHNISCH advies - verslag GEMEENTELIJKE omgevingsambtenaar

De aanvraag betreft het plaatsen van een overdekte fietsenstalling en het heraanleggen van de toegang naar de fietsenstalling.

De aanvraag werd op 11/01/2022 ontvangen.

Op 09/02/2022 werd aanvullende informatie opgevraagd.

Op 01/03/2022 werd de gevraagde aanvullende informatie aangeleverd.

Op 28/03/2022werd de aanvraag ontvankelijk en volledig verklaard.

De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.

Er werd geen openbaar onderzoek gehouden.

HISTORIEK VAN HET EIGENDOM WAAROP DE AANVRAAG BETREKKING HEEFT

Stedenbouwkundig

Voor het perceel van de aanvraag werden geen eerdere uitspraken gedaan of beslissingen genomen.

Uit de gegevens waarover de gemeente beschikt, blijkt niet dat voor het voorwerp van de aanvraag een PV is opgesteld noch dat een meerwaarde werd opgelegd of dat op het goed een vonnis of arrest rust. Er zijn ook geen geschriften bekend waaruit zou blijken dat er wederrechtelijke werken werden uitgevoerd.

Milieu

Het perceel is niet  opgenomen in het Grondeninformatieregister.

OPENBAAR ONDERZOEK

Overeenkomstig artikel 17 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hoofdstuk 3 Toepassingsgebied van de gewone en vereenvoudigde procedure, artikels 11 t.e.m. 14 van het besluit tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning, werd dit dossier volgens de vereenvoudigde procedure behandeld.

Er werd bijgevolg geen openbaar onderzoek gehouden.

ADVIEZEN

Provinciale dienst Water & Domeinen 

Dienst Patrimonium

Dienst Contractmanagement 

MILIEUEFFECTENRAPPORTAGE

De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van bijlage I, II en III van het besluit inzake projectmilieueffectrapportage van 10 december 2004 en latere wijzigingen.

STEDENBOUWKUNDIG ADVIES

TOETSING AAN DE REGELGEVING EN VOORSCHRIFTEN

OVEREENSTEMMING MET BESTEMMINGS- EN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Gewestplan

De aanvraag is volgens het geldende gewestplan Hasselt - Genk, goedgekeurd bij Koninklijk besluit op 3 april 1979, gelegen in woongebied.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van een goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen en latere wijzigingen).

Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan

Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Afbakening regionaal stedelijk gebied Hasselt - Genk” dat op 20 juni 2014 definitief werd vastgesteld door de Vlaamse Regering. Er is geen bestemmingswijziging ten opzichte van het gewestplan voorzien voor dit perceel. 

De aanvraag voldoet principieel aan de geldende bestemmingsvoorschriften.

Stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater

De aanvraag valt onder de toepassing van het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 en latere wijzigingen, houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

De watertoetstoepassing geeft aan dat voor de nieuw op te richten fietsenstalling met een horizontale dakoppervlakte van 53,60m² een infiltratievoorziening dient voorzien te worden waarvan de oppervlakte 2,14m² dient te bedragen en het volume 1340 liter dient te bedragen om te voldoen aan de verordening. 

De verordening is niet van toepassing voor wat betreft de aanleg van de voorziene verhardingen omdat het hemelwater dat op de verharding valt niet wordt opgevangen en afgevoerd, maar op natuurlijke wijze op eigen terrein in de bodem kan infiltreren.

De aanvraag voldoet niet aan deze stedenbouwkundige verordening. De aanvrager vraagt een afwijking aan voor het plaatsen van de infiltratieput aangezien de constructie wordt voorzien van een sedumdak (groendak). De sedumplanten zijn voldoende gevarieerd qua bloeiperiode zodat dit altijd zorgt voor een bufferend effect waardoor de regenwaterafvoer vertraagd in de naastliggende groenzones kan infiltreren. De afwijking wordt voldoende gemotiveerd om deze te accepteren en zal toegevoegd worden aan de vergunning. 

Watertoets

Het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013,verplicht de vergunningverlenende overheid om de watertoets uit te voeren bij elke aanvraag tot omgevingsvergunning. Dit decreet vormt het juridisch kader voor het integraal waterbeleid in Vlaanderen. Het decreet bevat ook de omzetting van de kaderrichtlijn Water en de Overstromingsrichtlijn.

Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Voor het betrokken project werd de watertoets uitgevoerd volgens de richtlijnen van het uitvoeringsbesluit van 20 juli 2006. Dit Watertoetsbesluit werd gewijzigd bij Besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011. Dit besluit is in werking getreden op 1 maart 2012.

Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Zoals hoger aangehaald voldoet het voorliggende ontwerp aan deze verordening. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

De aanvraag doorstaat de watertoets.

Archeologienota

Conform het Onroerenderfgoeddecreet de dato 12 juli 2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag gezien de perceelsoppervlakte kleiner is dan 3 000m².

Indien men niet verplicht is tot het opstellen van een archeologienota en tijdens de uitvoering komen er toch archeologische sporen of vondsten aan het licht, dan dient de bouwheer dit te melden binnen de 3 dagen aan het agentschap Onroerend Erfgoed (www.onroerenderfgoed.be).

Overige regelgeving

Slopen

De afbraak dient te gebeuren tot in de grond en de plaats moet hersteld worden in de vorige toestand.

Aan de afbraak is geen milieuvergunningsplicht verbonden, wel dient rekening gehouden te worden met de wettelijke verplichtingen opgenomen in het Vlarem II, omgevingsvergunningsdecreet, het bodemsaneringsdecreet en het materialendecreet. Vooraleer te starten met de afbraakwerken dienen de constructies volledig ontruimd te worden. De afvalstoffen die vrijkomen bij de afbraakwerken dienen selectief ingezameld te worden.

Alle bouw-, sloop- en infrastructuurwerken in open lucht dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II, hoofdstuk 6.12 Beheersing van stofemissies tijdens bouw- , sloop- en infrastructuurwerken”, indien deze uitgevoerd worden door een aannemer.

Het verwijderen van asbest dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II Beheersing van asbest, hoofdstuk 6.4.

Vermits het af te breken bedrijfsgebouw groter is dan 1000m³ dient een sloopinventaris opgemaakt te worden conform de bepalingen van art. 4.3.3. § 1 van VLAREMA.

Grondverzet

Uit het ingediende dossier blijkt niet dat een grondverzet  (met aanvoer/ afvoer) van meer dan 250m³ zal plaatsvinden. De regelgeving omtrent grondverzet is niet van toepassing.

De aanvraag is verenigbaar met de regelgeving.

Toetsing AAN DE goede ruimtelijke ordening

OMSCHRIJVING VAN DE FEITELIJKE AANVRAAG

De aanvraag omvat het plaatsen van een overdekte fietsenstalling en het heraanleggen van de toegang naar de fietsenstalling.

BEOORDELING VAN DE GOEDE RUIMTELIJKE ORDENING ( Deze wordt verderop uitgevoerd )
 De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen:

1°         het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;

2°         het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in 1°, in rekening brengen;

Omschrijving ligging en omgeving

Het perceel van de aanvraag is gelegen aan het Kerkplein, een gemeenteweg.

De omgeving wordt gekenmerkt door voornamelijk residentiële bebouwing in open/ halfopen/ gesloten verband en tevens gecombineerd met kleinschalige handelsfuncties.

Omschrijving van de aanvraag

Momenteel is er een open overdekte fietsenstalling aanwezig op deze locatie. De aanvraag voorziet in het verwijderen van deze fietsenstalling en het plaatsen van een nieuwe gesloten overdekte fietsenstalling voor het gemeentepersoneel en het personeel van het OCMW. Ook de toegang naar deze fietsenstalling wordt deels gewijzigd.

Functionele inpasbaarheid in de onmiddellijke en ruime omgeving

Het plaatsen van een fietsenstalling is zowel in de ruime als in de onmiddellijke omgeving functioneel inpasbaar aangezien deze is gelegen in het centrum van Zonhoven. 

Mobiliteitsimpact

De aanvraag voorziet een fietsenstalling die 40 plaatsen biedt, waarvan 4 voorzien voor bromfietsen, bakfietsen, cargofietsen of andere buitenmaatse vervoermiddelen en een rolcontainer met een inhoud van 660 liter. In de fietsenstalling worden ook 4 stopcontacten voorzien voor het opladen van elektrische fietsen. 

De schaal van de voorgenomen werken, het ruimtegebruik, de bouwdichtheid en de visueel-vormelijke elementen

De aanvraag omvat het plaatsen van een nieuwe overdekte fietsenstalling na het verwijderen van de oude fietsenstalling aan het gemeentehuis en het OCM-gebouw. Ook de aanleg naar deze fietsenstalling zal gewijzigd worden.

De nieuwe fietsenstalling heeft een oppervlakte van 53,60m² (8,94m x 6m) en wordt ingeplant op 4,12m van de rechterzijgevel van het gemeentehuis. De afwerking van deze constructie zal gebeuren met een plat sedum-/groendak waarvan de dakrandhoogte 2,44m bedraagt. De maximale hoogte van de fietsenstalling bedraagt 2,52m. De uitvoering van de constructie zal gebeuren met stalen kokers die voorzien worden van witte wandpanelen uit geperforeerde platen. De dakbedekking bestaat uit gemoffelde stalen steeldeck platen en een horizontale geplooide dakrand die voorzien is van een geïntegreerde dakgoot. Op het dak worden sedumplanten aangeplant. Deze zorgen voor een vertraagde regenwaterafvoer zodat de uitloop in de groenzone geen hinder zal veroorzaken. De toegang tot deze fietsenstalling kan genomen worden via een schuifdeur mits gebruik van een badgelezer. 

De bestaande betonstraatstenen worden aangepast zodat de volledige fietsenstalling voorzien kan worden van waterdoorlatende betonstraatstenen. Tussen de bestaande parkeerzones aan het gemeentehuis wordt er een fietspad aangelegd dat rechtstreeks leidt naar de fietsenstalling. De breedte van het fietspad bedraagt 2m en heeft een maximale hellingsgraad van 7,5%. De oppervlakte van het fietspad bedraagt ±82m². Langsheen dit fietspad zullen nieuwe groenzones aangelegd worden.  De afwatering kan op eigen terrein plaatsvinden in de nieuwe en de reeds bestaande groenzones ter plaatse.  De parkeerplaatsen aan de linkerzijde van het fietspad zullen hierdoor ook anders uitgevoerd worden. Waardoor het geen schuine insteekparkings meer zijn, maar de wagens evenwijdig op de voorliggende straat kunnen parkeren. Het fietspad is langs iedere zijde beschikbaar om zo de voorzijde van de fietsenstalling te bereiken.

De aanvraag zorgt voor een betere bereikbaarheid van de fietsenstalling. De wagens en de fietsers kunnen ook beter gescheiden blijven waardoor de veiligheid op deze locatie verbetert. Ook zal de aanvraag zorgen voor extra fietsenstalling en de optie om elektronische fietsen op te laden, hetgeen alleen maar aangemoedigd kan worden. Om bovenstaande redenen kan de gesloten fietsenstalling op deze locatie aanvaard worden.

Bodemreliëf

Er wordt plaatselijk een helling aangelegd om het hoogteverschil tussen het fietspad (43,50) en de nieuwe fietsenstalling (44,12) op te vangen deze helling heeft een maximale hellingsgraad van 7,5%. Enkel deze helling zorgt voor een wijziging van het bodemreliëf. Aangezien er  voor het overige geen wijzigingen van het terreinniveau voorzien zijn in de aanvraag, dient het bestaande terreinniveau behouden te blijven. Alle overtollige grond die vrijkomt bij het graven van de funderingen, dient verwijderd te worden via een erkende grondwerker of naar een erkende grondreinigingsplaats.

De aanvraag voldoet aan de criteria voor de goede ruimtelijke ordening in de onmiddellijke en ruime omgeving.

BESPREKING ADVIEZEN

  • Het advies van 26/04/2022 van de provinciale dienst Water en Domeinen is  gunstig.

De gemeentelijke omgevingsambtenaren sluiten zich aan bij dit advies.

  • Het advies van 04/04/2022 van de dienst Patrimonium is gunstig.

De gemeentelijke omgevingsambtenaren sluiten zich aan bij dit advies.

  • Het advies van 31/03/2022 van de dienst Contractmanagement is gunstig:

“Gemeentehuizen en diens aanhorigheden behoren tot het openbaar domein (Vred. Lier 13/07/1971), ook indien deze (gedeeltelijk) niet voor allen en altijd toegankelijk zijn. Deze goederen dienen nl. het openbaar nut, d.w.z. het doel om ten dienste te staan van het algemeen belang en om de werking van de openbare diensten te faciliteren.

Concreet is deze fietsenstalling, gebruik beperkt tot personeelsleden tewerkgesteld bij de lokale overheid, tevens onderworpen aan de regelgeving van toepassing op het openbaar domein en a contrario niet die op het privaat eigendom.”

De gemeentelijke omgevingsambtenaren sluiten zich aan bij dit advies.

Uit de bovenstaande motivering blijkt dat de schaal en het uiterlijk van de voorgenomen werken op voldoende wijze ruimtelijk inpassen in de onmiddellijke en ruime omgeving. De aanvraag is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.

MILIEUTECHNISCH ADVIES

Niet van toepassing.

GECOÖRDINEERD EINDADVIES

Uit bovenstaande motiveringen blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen inzake milieu en ruimtelijke ordening, en dat het voorgestelde ontwerp verenigbaar is met de goede plaatselijke ordening en met zijn onmiddellijke omgeving. 

De aanvraag is vatbaar voor een omgevingsvergunning mits het opleggen van voorwaarden.

Bijgevolg adviseert de omgevingsambtenaar het dossier voorwaardelijk gunstig voor het plaatsen van een overdekte fietsenstalling en het heraanleggen van de toegang naar de fietsenstalling, zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan de aanvraag zijn verbonden en voor zover rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarden:

Terrein en gelijkgrondse berm:

  1. Aangezien er, met uitzondering van de helling met een hellingsgraad van maximaal 7,5% om het verschil tussen het fietspad en de fietsenstalling op te vangen, geen wijzigingen van het terreinniveau voorzien zijn in de aanvraag, dient het bestaande terreinniveau voor het overige behouden te blijven. Alle overtollige grond die vrijkomt bij het graven van de funderingen, dient verwijderd te worden via een erkende grondwerker of naar een erkende grondreinigingsplaats;
  2. Indien vastgesteld wordt bij het grondverzet dat de bodem van het perceel zou verontreinigd zijn, dient voldaan te worden aan het Vlaams Reglement betreffende de bodemsanering (VLAREBO, Vl. Reg. 13 oktober 2001 en zijn latere wijzigingen);
    Andere voorwaarden:
  3. De bouwheer dient, conform artikel 8 van het decreet op het archeologisch patrimonium de dato 30 juni 1993 en zijn latere wijzigingen, elk roerend of onroerend goed dat hij vindt of vermoedt gevonden te hebben, te melden binnen de 3 dagen aan het Onroerend Erfgoed Limburg, Hendrik Van Veldekegebouw, Koningin Astridlaan 50 bus 1 te 3500 Hasselt (www.onroerenderfgoed.be/een-vondst-melden);
  4. De afbraak van de constructies dient te gebeuren tot in de grond en de plaats moet hersteld worden in de vorige toestand. Aan de afbraak is geen milieuvergunningsplicht verbonden, wel dient rekening gehouden te worden met de wettelijke verplichtingen opgenomen in het milieuvergunningsdecreet, het bodemsaneringsdecreet en het materialendecreet. Vooraleer te starten met de afbraakwerken dienen de constructies volledig ontruimd te worden. De afvalstoffen die vrijkomen bij de afbraakwerken dienen selectief ingezameld te worden. Alle bouw-, sloop- en infrastructuurwerken in open lucht dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II, hoofdstuk 6.12 Beheersing van stofemissies tijdens bouw-, sloop- en infrastructuurwerken”, indien deze uitgevoerd worden door een aannemer.
    Het verwijderen van asbest dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II Beheersing van asbest, hoofdstuk 6.4.;
  5. Indien vastgesteld wordt dat er straatmeubilair en/of laanbeplanting aanwezig is die dienen verplaatst en/of verwijderd te worden voor de uitvoering van deze vergunning, of bij de ingebruikname van het project, en er voor aanvang van de werken geen toelating bekomen wordt tot het verplaatsen van het straatmeubilair, moet er een gewijzigde vergunning aangevraagd worden die rekening houdt met het straatmeubilair en/of de laanbeplanting;
  6. De aanvrager is ertoe verplicht het college van burgemeester en schepenen op de hoogte te brengen van het begin van de stedenbouwkundige handelingen en/of exploitatie(s);

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen volgt integraal het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar tot het afleveren van een omgevingsvergunning met voorwaarden aan de aanvrager.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het afleveren van een omgevingsvergunning met voorwaarden aan de aanvrager.

De omgevingsvergunning omvat het plaatsen van een overdekte fietsenstalling en het heraanleggen van de toegang naar de fietsenstalling, zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan deze omgevingsaanvraag zijn verbonden en voor zover rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarden.

Artikel 3

De omgevingsvergunning wordt aldus afgegeven onder volgende voorwaarden:

Terrein en gelijkgrondse berm:

  1. Aangezien er, met uitzondering van de helling met een hellingsgraad van maximaal 7,5% om het verschil tussen het fietspad en de fietsenstalling op te vangen, geen wijzigingen van het terreinniveau voorzien zijn in de aanvraag, dient het bestaande terreinniveau voor het overige behouden te blijven. Alle overtollige grond die vrijkomt bij het graven van de funderingen, dient verwijderd te worden via een erkende grondwerker of naar een erkende grondreinigingsplaats;
  2. Indien vastgesteld wordt bij het grondverzet dat de bodem van het perceel zou verontreinigd zijn, dient voldaan te worden aan het Vlaams Reglement betreffende de bodemsanering (VLAREBO, Vl. Reg. 13 oktober 2001 en zijn latere wijzigingen);
    Andere voorwaarden:
  3. De bouwheer dient, conform artikel 8 van het decreet op het archeologisch patrimonium de dato 30 juni 1993 en zijn latere wijzigingen, elk roerend of onroerend goed dat hij vindt of vermoedt gevonden te hebben, te melden binnen de 3 dagen aan het Onroerend Erfgoed Limburg, Hendrik Van Veldekegebouw, Koningin Astridlaan 50 bus 1 te 3500 Hasselt (www.onroerenderfgoed.be/een-vondst-melden);
  4. De afbraak van de constructies dient te gebeuren tot in de grond en de plaats moet hersteld worden in de vorige toestand. Aan de afbraak is geen milieuvergunningsplicht verbonden, wel dient rekening gehouden te worden met de wettelijke verplichtingen opgenomen in het milieuvergunningsdecreet, het bodemsaneringsdecreet en het materialendecreet. Vooraleer te starten met de afbraakwerken dienen de constructies volledig ontruimd te worden. De afvalstoffen die vrijkomen bij de afbraakwerken dienen selectief ingezameld te worden. Alle bouw-, sloop- en infrastructuurwerken in open lucht dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II, hoofdstuk 6.12 Beheersing van stofemissies tijdens bouw-, sloop- en infrastructuurwerken”, indien deze uitgevoerd worden door een aannemer.
    Het verwijderen van asbest dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II Beheersing van asbest, hoofdstuk 6.4.;
  5. Indien vastgesteld wordt dat er straatmeubilair en/of laanbeplanting aanwezig is die dienen verplaatst en/of verwijderd te worden voor de uitvoering van deze vergunning, of bij de ingebruikname van het project, en er voor aanvang van de werken geen toelating bekomen wordt tot het verplaatsen van het straatmeubilair, moet er een gewijzigde vergunning aangevraagd worden die rekening houdt met het straatmeubilair en/of de laanbeplanting;
  6. De aanvrager is ertoe verplicht het college van burgemeester en schepenen op de hoogte te brengen van het begin van de stedenbouwkundige handelingen en/of exploitatie(s);

 Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.