Terug
Gepubliceerd op 28/09/2022

2022_CBS_00965 - GEB - opname vergunningenregister –Oppelsenweg 14 – 2022/00009 - Goedkeuring

College van burgemeester en schepenen
di 20/09/2022 - 13:30 schepenzaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Johny De Raeve, burgemeester; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur

Verontschuldigd

Bram De Raeve, 1ste schepen

Secretaris

Bart Telen, Algemeen directeur
2022_CBS_00965 - GEB - opname vergunningenregister –Oppelsenweg 14 – 2022/00009 - Goedkeuring 2022_CBS_00965 - GEB - opname vergunningenregister –Oppelsenweg 14 – 2022/00009 - Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

Onderzoeksstudie vergunningstoestand

BESTEMMINGS- EN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Gewestplan

De aanvraag is volgens het geldende gewestplan Hasselt - Genk, goedgekeurd bij Koninklijk besluit op 3 april 1979 (inwerkingtreding 07/06/1979), gelegen in woongebied.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van een goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen en latere wijzigingen).

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg, noch in een ruimtelijk uitvoeringsplan, noch in een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan

Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Afbakening regionaal stedelijk gebied Hasselt - Genk” dat op 20 juni 2014 definitief werd vastgesteld door de Vlaamse Regering 

HISTORIEK VAN HET EIGENDOM WAAROP DE AANVRAAG BETREKKING HEEFT

Volgende aanvragen kregen in het verleden een positieve of negatieve uitspraak:

  • weigering van de bouwvergunning op 17/01/1961 voor het bouwen van een woonhuis met als dossiernummer 1961/00023
  • bouwvergunning op 24/02/1961 voor het bouwen van een woonhuis met als dossiernummer 1961/00214

Uit de gegevens waarover de gemeente beschikt, blijkt dat voor het voorwerp van de aanvraag een PV en/of niet anoniem bezwaarschrift werd opgesteld op 17/9/1979 met PV-nr. A/120 (1979/0007) voor het in een private garage, een garage, een herstelwerkplaats, een verfspuitinstallatie voor auto’s uit te baten.

Uit verklaringen en recente foto’s blijkt dat de functie van de garage waarop het PV betrekking heeft niet meer bestaat. De garage wordt gebruikt als (auto)bergplaats. 

Uit de gegevens waarover de gemeente beschikt (luchtfoto’s, foto’s,…) blijkt dat de huidige toestand vermoedelijk niet overeenkomt met de vergunde toestand.

Het betreft een uitbreiding aan de woning/overkapping, een tuinhuis met overdekking in de achtertuin.

KADASTRALE GEGEVENS

Het huis op perceel 691A2 werd volgens de gegevens van het kadaster opgericht in 1962.

REGELGEVING 

Artikel 4.2.14. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening

§ 1. Bestaande constructies waarvan door enig rechtens toegelaten bewijsmiddel wordt aangetoond dat ze gebouwd werden vóór 22 april 1962, worden voor de toepassing van deze codex te allen tijde geacht te zijn vergund.
§ 2. Bestaande constructies waarvan door enig rechtens toegelaten bewijsmiddel wordt aangetoond dat ze gebouwd werden in de periode vanaf 22 april 1962 tot de eerste inwerkingtreding van het gewestplan waarbinnen zij gelegen zijn, worden voor de toepassing van deze codex geacht te zijn vergund, tenzij het vergund karakter wordt tegengesproken middels een proces-verbaal of een niet anoniem bezwaarschrift, telkens opgesteld binnen een termijn van vijf jaar na het optrekken of plaatsen van de constructie.
 § 3. Indien met betrekking tot een vergund geachte constructie handelingen zijn verricht die niet aan de voorwaarden van § 1 en § 2, eerste lid, voldoen, worden deze handelingen niet door de vermoedens, vermeld in dit artikel, gedekt.

DE AANVRAAG

De aanvraag behelst de vraag tot opname in het gemeentelijk vergunningenregister voor wat betreft het bijgebouw (garage/berging) opgetrokken aan de linker perceelgrens.

BEWIJSVOERING

Aan de aanvraag werd een historische kadasterschets van 1969 toegevoegd.

Aan de aanvraag werden recente foto’s van het bijgebouw opgetrokken aan de linker perceelgrens toegevoegd.

OVERIGE REGELGEVING 

Erfdienstbaarheden / gemene muren/ lichten en zichten

Vergunningen hebben een zakelijk karakter. Zij worden verleend onder voorbehoud van de op het onroerend goed betrokken burgerlijke rechten. 

Het is niet de taak van de administratieve overheid zich uit te spreken over het bestaan, de interpretatie en de omvang van subjectieve rechten, zoals bijvoorbeeld het bestaan van een erfdienstbaarheid / het overnemen van een gemene muur / de bepalingen inzake zichten en lichten. 

BEOORDELING

Uit de bewijsvoering en de huidige toestand blijkt dat slechts een gedeelte van de aanwezige constructies kan beschouwd worden als zijnde hoofdzakelijk vergund.

Op de historische kadasterschets is de woning en garage/bergplaats tegen de linker perceelgrens terug te vinden waardoor enkel deze bijgevolg beschouwd kunnen worden als zijnde vergund.

De overkapping achter aan de woning en het tuinhuis met overkapping in de achtertuin dewelke niet terug te vinden zijn op de historische kadasterschets kunnen niet beschouwd worden als zijnde vergund.

Algemeen besluit

De constructies kunnen gedeeltelijk beschouwd worden als zijnde hoofdzakelijk vergund op basis van artikel 4.2.14 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

De woning en garage/bergplaats tegen de linker perceelgrens kunnen beschouwd worden als zijnde hoofdzakelijk vergund op basis van artikel 4.2.14 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

De overkapping achter aan de woning en het tuinhuis met overkapping in de achtertuin dewelke niet terug te vinden zijn op de historische kadasterschets kunnen niet beschouwd worden als zijnde vergund.

In het geval er vergunningsplichtige handelingen werden uitgevoerd na 1969, kunnen deze niet worden beschouwd als zijnde vergund op basis van de bepalingen van artikel 4.2.14 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt de woning en garage/bergplaats tegen de linker perceelgrens op in het vergunningenregister als vergund geacht.

De overkapping achter aan de woning en het tuinhuis met overkapping in de achtertuin dewelke niet terug te vinden zijn op de historische kadasterschets kunnen niet beschouwd worden als zijnde vergund.

In het geval er vergunningsplichtige handelingen werden uitgevoerd na 1969, kunnen deze niet worden beschouwd als zijnde vergund op basis van de bepalingen van artikel 4.2.14 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening.

Artikel 2

De aanvrager zal van deze beslissing op de hoogte gebracht worden.