STEDENBOUWKUNDIG EN MILIEUTECHNISCH advies - verslag GEMEENTELIJKE omgevingsambtenaar
De aanvraag betreft het regulariseren van de inplanting van de woning en het uitbreiden van de woning met een veranda, het slopen van een niet-vergund bijgebouw en het bouwen van een carport.
De aanvraag werd op 29 juli 2022 ontvangen en op 28 juli 2022 ontvankelijk en volledig verklaard.
De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.
Er werd geen openbaar onderzoek gehouden.
HISTORIEK VAN HET EIGENDOM WAAROP DE AANVRAAG BETREKKING HEEFT
Stedenbouwkundig
Op 25 augustus 1964 werd een vergunning afgeleverd voor het bouwen van een bungalow. (1964/00141)
Op 9 april 1984 werd een vergunning afgeleverd voor het bouwen van een telefooncel. (1984/00045)
(VB_2021_034)
De aanvraag werd in overleg gebracht met de gemeentelijke administratie:
29 januari 2021:
“Uw vraag werd intern besproken.
Aangezien de kroonlijsthoogte van de veranda vermoedelijk hoger is dan 3m, dient u een vergunning aan te vragen met medewerking van architect.
Binnen dit dossier kan de architect de afbraak van het tuinhuis en de carport mee aanvragen.
Wij wensen u erop te wijzen dat het afleveren van een vergunning te allen tijde afhankelijk is van de eigenschappen van een concreet dossier, de ruimtelijke context, het openbaar onderzoek en de in te winnen externe adviezen.”
20 april 2022:
“Hierbij onze bemerkingen:
Wij wensen u erop te wijzen dat het afleveren van een vergunning te allen tijde afhankelijk is van de eigenschappen van een concreet dossier, de ruimtelijke context, het openbaar onderzoek en de in te winnen adviezen.”
De aanvraag houdt rekening met de resultaten van het voorafgaandelijk overleg / advies.
Uit de gegevens waarover de gemeente beschikt, blijkt niet dat voor het voorwerp van de aanvraag een PV is opgesteld noch dat een meerwaarde werd opgelegd of dat op het goed een vonnis of arrest rust. Er zijn ook geen geschriften bekend waaruit zou blijken dat er wederrechtelijke werken werden uitgevoerd.
Uit het aanvraagdossier / de gegevens waarover de gemeente beschikt (luchtfoto…) blijkt dat op het perceel van de aanvraag constructies en/ of handelingen werden opgericht/ verricht/ aanwezig zijn, waarvoor geen vergunning verleend werd. Het betreft een veranda en een bijgebouw.
Deze wederrechtelijk opgerichte constructies werden deels opgenomen in de huidige aanvraag als te regulariseren (veranda) en deels als te verwijderen (bijgebouw).
Milieu
Het perceel is niet opgenomen in het Grondeninformatieregister.
OPENBAAR ONDERZOEK
Overeenkomstig artikel 17 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hoofdstuk 3 Toepassingsgebied van de gewone en vereenvoudigde procedure, artikels 11 t.e.m. 14 van het besluit tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning, werd dit dossier volgens de vereenvoudigde procedure behandeld.
Er werd bijgevolg geen openbaar onderzoek gehouden.
ADVIEZEN
Agentschap Wegen en Verkeer
Dienst Contractmanagement
MILIEUEFFECTENRAPPORTAGE
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van bijlage I, II en III van het besluit inzake projectmilieueffectrapportage van 10 december 2004 en latere wijzigingen.
STEDENBOUWKUNDIG ADVIES
TOETSING AAN DE REGELGEVING EN VOORSCHRIFTEN
OVEREENSTEMMING MET BESTEMMINGS- EN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
Gewestplan
De aanvraag is volgens het geldende gewestplan Hasselt - Genk, goedgekeurd bij Koninklijk besluit op 3 april 1979, deels gelegen in woongebied met landelijk karakter en deels in agrarisch waardevol gebied.
De voorgestelde werken bevinden zich volledig in het woongebied met landelijk karakter.
De woongebieden met landelijk karakter zijn in hoofdzaak bestemd “voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven”. Zowel bewoning als landbouw zijn bijgevolg de hoofdbestemmingen van het gebied, en beide bestemmingen staan er op gelijke voet. Daarnaast kunnen eveneens de andere inrichtingen, voorzieningen en activiteiten, zoals in woongebied worden toegelaten (artikel 6 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
De constructie (bijgebouw) in het agrarisch gebied wordt gesloopt waardoor de aanvraag principieel voldoet aan de geldende bestemmingsvoorschriften gezien de niet-vergunde tuinberging, gelegen in agrarisch gebied, verwijderd wordt;
Vrijstelling vergunningsplicht
Volgens art. 2.1.11° van het besluit van de Vlaamse regering van 16 juli 2010 tot bepaling van handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is, in werking getreden op 1 december 2010, is de aanvraag voor de terreinverharding in de zij en achtertuin zonder voorwerp. De oppervlakte bedraagt minder dan 80 m² en bevindt zich binnen een straal van 30m van de hoofdzakelijk vergunde woning.
Er wordt besloten dat de aanvraag zonder voorwerp is voor de terreinverharding in de zij- en achtertuin. Hierover wordt dan ook geen uitspraak gedaan.
Stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater
De aanvraag valt niet onder de toepassing van het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 en latere wijzigingen, houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
Riolering
Het perceel is op het zoneringplan voor riolering, goedgekeurd bij Ministerieel besluit de dato 19 september 2008, gelegen in “collectief te optimaliseren buitengebied”. Een individuele waterbehandeling is noodzakelijk.
Algemene bepalingen betreffende riolering en waterafvoer:
We raden aan om:
Keuring privéwaterafvoer
Door het in voege treden van het Algemeen Waterverkoopreglement is de keuring van privéwaterafvoer verplicht vanaf 1 juli 2011. Elke rioleringsaansluiting op het openbaar saneringsnet dient een keuring van de privéwaterafvoer te ondergaan conform artikel 12, §1 van het Algemeen Waterverkoopreglement en dit bij de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer. Enkel de door Fluvius erkende keurders komen hiervoor in aanmerking (een lijst kan u terugvinden op de website van Fluvius: www.fluvius.be).
Specifieke bepalingen betreffende riolering en waterafvoer voor dit bouwproject:
Bij uitbreiding of bijkomende bebouwing dient het regenwater volledig gescheiden te blijven tot aan het lozingspunt, tenzij uitbreiding achteraan een gesloten bebouwing
Volgens de GSV “hemelwater” dient een gescheiden stelsel voorzien te worden. Als de afvoer van het hemelwater noodzakelijk is ( bv. niet op eigen terrein geïnfiltreerd wordt, … ) dan dient verplicht het hemelwater minstens tot aan het lozingspunt gescheiden af te voeren van het afvalwater.
Watertoets
Het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013,verplicht de vergunningverlenende overheid om de watertoets uit te voeren bij elke aanvraag tot omgevingsvergunning. Dit decreet vormt het juridisch kader voor het integraal waterbeleid in Vlaanderen. Het decreet bevat ook de omzetting van de kaderrichtlijn Water en de Overstromingsrichtlijn.
Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Voor het betrokken project werd de watertoets uitgevoerd volgens de richtlijnen van het uitvoeringsbesluit van 20 juli 2006. Dit Watertoetsbesluit werd gewijzigd bij Besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011. Dit besluit is in werking getreden op 1 maart 2012.
Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Zoals hoger aangehaald valt de aanvraag niet onder toepassing van deze verordening. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
De aanvraag doorstaat de watertoets.
Decretale beoordelingselementen
Art. 4.3.5. Uitgeruste weg
§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie “wonen”, “verblijfsrecreatie”, “dagrecreatie”, met inbegrip van sport, “detailhandel”, “dancing”, “restaurant en café”, “kantoorfunctie”, “dienstverlening”, “vrije beroepen”, “industrie”, “bedrijvigheid”, “gemeenschapsvoorzieningen” of “openbare nutsvoorzieningen”, kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.
§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken.
Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.
Het perceel is gelegen langs de Houthalenseweg, een gewestweg.
De aanvraag voldoet aan deze bepaling
Archeologienota
Conform het Onroerenderfgoeddecreet de dato 12 juli 2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag gezien de perceelsoppervlakte kleiner is dan 3 000m².
Indien men niet verplicht is tot het opstellen van een archeologienota en tijdens de uitvoering komen er toch archeologische sporen of vondsten aan het licht, dan dient de bouwheer dit te melden binnen de 3 dagen aan het agentschap Onroerend Erfgoed (www.onroerenderfgoed.be).
Overige regelgeving
Decreet rookmelders
Het decreet van 10 maart 2017, houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, wat het verbeteren van de brandveiligheid door het algemeen invoeren van optische rookmelders voor woningen betreft, bepaalt dat alle woningen in Vlaanderen moeten uitgerust worden met correct geïnstalleerde rookmelders of dienen te beschikken over een branddetectiesysteem.
De voorliggende aanvraag voldoet hier niet aan. Er zal als voorwaarde worden opgenomen dat voldaan moet worden aan het decreet betreffende optische rookmelders.
Energiedecreet
De aanvraag dient te voldoen aan het energiedecreet van 8 mei 2009 en het energiebesluit van 19 november 2010 en hun latere aanvullingen en wijzigingen.
Slopen
De afbraak dient te gebeuren tot in de grond en de plaats moet hersteld worden in de vorige toestand.
Aan de afbraak is geen milieuvergunningsplicht verbonden, wel dient rekening gehouden te worden met de wettelijke verplichtingen opgenomen in het Vlarem II, omgevingsvergunningsdecreet, het bodemsaneringsdecreet en het materialendecreet. Vooraleer te starten met de afbraakwerken dienen de constructies volledig ontruimd te worden. De afvalstoffen die vrijkomen bij de afbraakwerken dienen selectief ingezameld te worden.
Alle bouw-, sloop- en infrastructuurwerken in open lucht dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II, hoofdstuk 6.12 Beheersing van stofemissies tijdens bouw- , sloop- en infrastructuurwerken”, indien deze uitgevoerd worden door een aannemer.
Het verwijderen van asbest dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II Beheersing van asbest, hoofdstuk 6.4.
Grondverzet
Uit het ingediende dossier blijkt niet dat een grondverzet (met aanvoer/ afvoer) van meer dan 250m³ zal plaatsvinden. De regelgeving omtrent grondverzet is niet van toepassing.
De aanvraag is verenigbaar met de regelgeving mits voldaan wordt aan het decreet betreffende optische rookmelders.
Toetsing AAN DE goede ruimtelijke ordening
OMSCHRIJVING VAN DE FEITELIJKE AANVRAAG
De aanvraag omvat het regulariseren van de inplanting van de woning en het uitbreiden van de woning met een veranda, het slopen van een niet-vergund bijgebouw en het bouwen van een carport.
BEOORDELING VAN DE GOEDE RUIMTELIJKE ORDENING
De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen:
1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;
2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in 1°, in rekening brengen;
Omschrijving ligging en omgeving
Het perceel is gelegen langs de Houthalenseweg, een gewestweg. Het perceel is gelegen ter hoogte van de aansluiting met de Omleidingsweg (N74), aan de rand van de gemeente.
De omgeving wordt gekenmerkt door voornamelijk residentiële bebouwing in open en halfopen verband al dan niet gecombineerd met nevenfuncties.
Omschrijving van de aanvraag
Het perceel is bebouwd met een vrijstaande eengezinswoning. Aan de rechter achterzijde werd de woning uitgebreid met een veranda zonder vergunning.
In de achtertuin en in agrarisch gebied bevindt zich een niet-vergund bijgebouw.
Het bijgebouw heeft een oppervlakte van ca. 79m².
Uit de aanvraag blijkt dat de aanvrager het bijgebouw wenst te slopen.
Voor het slopen van niet-vergunde constructies is in principe geen vergunning vereist aangezien het slopen van niet-vergunde constructies niet vergunningsplichtig is.
Dit gedeelte van de aanvraag is dan ook zonder voorwerp.
De huidige aanvraag omvat het regulariseren van de inplanting van de woning en het uitbreiden van de woning met een veranda, het slopen van een niet-vergund bijgebouw en het bouwen van een carport.
Een regularisatie moet met dezelfde criteria beoordeeld worden als een nieuwe aanvraag. Het kan immers niet zijn dat de regularisatie soepeler zou beoordeeld worden om reden dat de werken reeds uitgevoerd zijn.
Functionele inpasbaarheid in de onmiddellijke en ruime omgeving
De functie als eengezinswoning blijft behouden en is functioneel inpasbaar in de omgeving.
Mobiliteitsimpact
Binnen de bestaande woning is reeds een garage aanwezig. Huidige aanvraag omvat onder meer het bouwen van een carport in de linker zijtuinstrook. Het stallen van voertuigen wordt bij gevolg geheel opgevangen op eigen terrein en de last van het autobezit wordt niet afgeschoven naar het openbaar domein.
De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, de visueel-vormelijke elementen van de voorgenomen werken
De aanvraag omvat het regulariseren van de inplanting van de woning en het uitbreiden van de woning met een veranda, het slopen van een niet-vergund bijgebouw en het bouwen van een carport.
Uit de ingediende plannen blijkt dat de woning niet conform de vergunning werd ingeplant.
De woning is ingeplant op 3,84m van de linker perceelgrens en op minimum 8,46m van de rechter perceelgrens. De zijtuinstroken van minimum 3m werden gerespecteerd.
De woning werd in het verleden, zonder vergunning, reeds uitgebreid met een veranda. De veranda werd ingeplant aan de rechter achterzijde.
De veranda heeft een bouwdiepte van 3,16m en een bouwbreedte van 6,38m (=18,60m²). Hierdoor werd de maximale bouwdiepte van de woning verruimd tot 12,55m.
Gezien deze bouwdiepte ruim binnen de algemeen gehanteerde maximale bouwdiepte van 17m gelegen is, kan akkoord gegaan worden met de regularisatie van de uitbreiding van de woning met een veranda.
De aanvraag omvat tevens het uitbreiden van de woning met een houten carport.
De aanvrager wenst een carport op te richten in de linker zijtuinstrook, op minimum 0,30m van de linker perceelgrens.
De carport vangt aan op 5,30m achter de voorgevel van de woning en heeft een maximale bouwdiepte van 7,52m.
De carport wordt uitgevoerd met een plat dak. De dakrandhoogte is gelegen op 2,67m ten opzichte van het maaiveld waardoor deze ondergeschikt is aan het hoofdvolume.
De carport heeft een beperkte oppervlakte, is ondergeschikt aan de bestaande woning en vormt geen hinder in het straatbeeld.
In de aanvraag wordt de houtsoort niet specifiek omschreven. In functie van ecologie en duurzaamheid wordt als bemerking meegegeven dat tropische houtsoorten best worden vermeden en dat er best geopteerd wordt voor een lokale (Europese) houtsoort uit duurzaam beheerde bossen (aangetoond met label).
Zoals hoger aangehaald werd in de achtertuin, meer bepaald in agrarisch gebied, een bijgebouw opgericht zonder vergunning.
Het bijgebouw heeft een oppervlakte van ca. 79m².
Uit de aanvraag blijkt dat de aanvrager dit bijgebouw wenst te slopen.
Voor het slopen van niet-vergunde constructies is in principe geen vergunning vereist aangezien het slopen van niet-vergunde constructies niet vergunningsplichtig is.
Behoudens het gebouw worden ook verhardingen voorzien.
In de voortuin wordt de oprit heraangelegd zodat deze toegang biedt tot de interne garage alsook de carport. De breedte van de inrit wordt ter hoogte van de rooilijn beperkt tot 3m.
De inrit in de voortuin wordt uitgevoerd in asfaltverharding.
Aansluitend op de geasfalteerde verharding wordt in de linker zijtuinstrook de toegang naar de carport uitgevoerd in een karrenspoor. Dit karrenspoor wordt aangelegd in klinkers.
Tot slot bevindt zich in de achtertuin een terras met de nodige tuinpaden. Zoals eerder aangehaald is deze verharding minder dan 80m² en dus vrijgesteld van vergunning.
Bodemreliëf
Uit de ingediende terreinprofielen blijkt dat het bestaande terreinniveau behouden en dus ongewijzigd blijft.
De aanvraag voldoet aan de criteria voor de goede ruimtelijke ordening in de onmiddellijke en ruime omgeving.
Als bemerking wordt meegegeven dat er voor de carport bij voorkeur geopteerd wordt voor een lokale (Europese) houtsoort uit duurzaam beheerde bossen (aangetoond met label). Tropisch houtsoort wordt best vermeden gezien dit op vlak van ecologie zeer slecht scoort.
BESPREKING ADVIEZEN
Op 2 augustus 2022 verleende het Agentschap Wegen en Verkeer een voorwaardelijk gunstig advies, nl.:
“Hierbij stuur ik u het advies van mijn afdeling. Gelieve mij een afschrift van de beslissing toe te sturen.
INLICHTINGEN EN BEPERKINGEN
2. Constructie voor rooilijn
De parkings op privégrond dienen ingepland te worden achter de voorgeschreven rooilijn.
3. Constructie in zone van achteruitbouw
4. Constructie op of over openbaar domein
Het is niet toegestaan om losse, kleinschalige materialen (zoals dolomiet, grind,…) te gebruiken op het openbaar domein.
5. Toegang
6. Mobiliteitsimpact
GUNSTIG ADVIES ONDER VOORWAARDEN
Om deze redenen adviseert het Agentschap Wegen en Verkeer VOORWAARDELIJK GUNSTIG.
De volgende voorwaarden dienen te worden opgelegd:
Bij de uitvoering van de vergunning dient de aanvrager rekening te houden met de hierna omschreven aandachtspunten.
AANDACHTSPUNT”EN GEWESTWEG
Zie advies.”
De gemeentelijke omgevingsambtenaren sluiten zich aan bij dit advies.
De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden.
Op 3 augustus 2022 verleende de dienst Contractmanagement een voorwaardelijk gunstig advies, nl.:
“Het perceel wegoverschot (2de afdeling, sectie C, nr. 118/02), privé eigendom van de gemeente Zonhoven, scheidt het perceel van de aanvrager van het openbaar domein. Bijgevolg grenst de eigendom van de aanvrager niet aan een voldoende uitgeruste weg conform de bepalingen van het VCRO. Het perceel van de aanvrager kan niet bereikt worden zonder over de privé-eigendom van de gemeente Zonhoven te gaan.
Gelet op het feit dat de aanvraag een verbouwing van een bestaande woning betreft, wordt er aan de aanvrager de mogelijkheid geboden om deze toestand in orde te brengen door het gedeelte van het perceel, eigendom van de gemeente Zonhoven, dewelke tussen het perceel van de aanvrager en het openbaar domein ligt, aan te kopen van de gemeente Zonhoven. De aanvrager kan contact opnemen met de dienst Contractmanagement indien deze dit wil regulariseren.”
De gemeentelijke omgevingsambtenaren sluiten zich aan bij dit advies.
De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden.
Uit de bovenstaande motivering blijkt dat de schaal en het uiterlijk van de voorgenomen werken op voldoende wijze ruimtelijk inpassen in de onmiddellijke en ruime omgeving. De aanvraag is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.
Als bemerking wordt meegegeven dat er voor de carport bij voorkeur geopteerd wordt voor een lokale (Europese) houtsoort uit duurzaam beheerde bossen (aangetoond met label). Tropisch houtsoort wordt best vermeden gezien dit op vlak van ecologie zeer slecht scoort.
MILIEUTECHNISCH ADVIES
Niet van toepassing.
GECOÖRDINEERD EINDADVIES
Uit bovenstaande motiveringen blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen inzake milieu en ruimtelijke ordening, en dat het voorgestelde ontwerp verenigbaar is met de goede plaatselijke ordening en met zijn onmiddellijke omgeving.
De aanvraag is vatbaar voor een omgevingsvergunning mits het opleggen van voorwaarden.
Het slopen van het niet-vergunde bijgebouw is zonder voorwerp gezien het slopen van niet-vergunde constructies niet vergunningsplichtig is.
Er wordt geen uitspraak gedaan over de terreinverharding in de zij- en achtertuin omdat deze werken vallen onder toepassing van het vrijstellingsbesluit zoals hoger omschreven.
Er wordt besloten dat de aanvraag zonder voorwerp is voor. Hierover wordt dan ook geen uitspraak gedaan.
Bijgevolg adviseert de omgevingsambtenaar het dossier voorwaardelijk gunstig voor het regulariseren van de inplanting van de woning en het uitbreiden van de woning met een veranda en het bouwen van een carport zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan de aanvraag zijn verbonden en voor zover rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarden:
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.
Als bemerking wordt meegegeven dat er voor de carport bij voorkeur geopteerd wordt voor een lokale (Europese) houtsoort uit duurzaam beheerde bossen (aangetoond met label). Tropisch houtsoort wordt best vermeden gezien dit op vlak van ecologie zeer slecht scoort.
Het college van burgemeester en schepenen volgt integraal het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar tot het afleveren van een omgevingsvergunning met voorwaarden aan de aanvrager.
Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het afleveren van een omgevingsvergunning met voorwaarden aan de aanvrager.
Het slopen van het niet-vergunde bijgebouw is zonder voorwerp gezien het slopen van niet-vergunde constructies niet vergunningsplichtig is.
Er wordt geen uitspraak gedaan over de terreinverharding in de zij- en achtertuin omdat deze werken vallen onder toepassing van het vrijstellingsbesluit zoals hoger omschreven.
Er wordt besloten dat de aanvraag zonder voorwerp is voor. Hierover wordt dan ook geen uitspraak gedaan.
De omgevingsvergunning omvat het regulariseren van de inplanting van de woning en het uitbreiden van de woning met een veranda en het bouwen van een carport zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan deze omgevingsaanvraag zijn verbonden en voor zover rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarden.
De omgevingsvergunning wordt aldus afgegeven onder volgende voorwaarden:
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.
Als bemerking wordt meegegeven dat er voor de carport bij voorkeur geopteerd wordt voor een lokale (Europese) houtsoort uit duurzaam beheerde bossen (aangetoond met label). Tropisch houtsoort wordt best vermeden gezien dit op vlak van ecologie zeer slecht scoort.