Terug
Gepubliceerd op 30/11/2022

2022_CBS_01213 - Vergunning bebossing landbouwgrond - 2022/Bebossing-Krijnswijerweg - Goedkeuring

College van burgemeester en schepenen
di 22/11/2022 - 13:30 schepenzaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur

Secretaris

Bart Telen, Algemeen directeur
2022_CBS_01213 - Vergunning bebossing landbouwgrond - 2022/Bebossing-Krijnswijerweg - Goedkeuring 2022_CBS_01213 - Vergunning bebossing landbouwgrond - 2022/Bebossing-Krijnswijerweg - Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

Essentiële basisgegevens:

  • Zone volgens gewestplan : natuurgebied en landschappelijk waardevol agrarisch gebied 
  • De aanvraag ligt binnen een speciale beschermingszone zijnde een habitatgebied;
  • De aanvraag ligt binnen een Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN);

De aanvraag betreft een bebossingsaanvraag voor percelen deels gelegen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied.

 De aanvraag werd ontvangen per email dd. zaterdag 29 oktober 2022 van het Agentschap Natuur en Bos voor het bekomen van een bebossingsvergunning voor kadastrale percelen die deels gelegen zijn in landschappelijk waardevol agrarisch gebied en gelegen ten zuiden van de Krijnswijerweg.

De betrokken percelen zijn vrij van gebruik en maken deel uit van het Vlaams Natuurreservaat ‘de Teut’ en in het kader van het goedgekeurde beheerplan wenst het Agentschap Natuur en Bos over te gaan tot bebossing van vermelde percelen.

Het betreft: percelen kadastraal gekend als Zonhoven 2e afdeling Sectie C 1006F, 1006E, 1006D, 1006C, 1006B, 1014A en 1015A

Door de voorziene bebossing zal het bos gelegen in de westelijke rand van het Vlaams Natuurreservaat de Teut, versterkt worden en dit d.m.v. het aanplanten van volgende inheemse bomen en struiken: Zwarte els (Alnus glutinosa) , Ruwe berk (Betula pendula), Haagbeuk (Carpinus betulus) , Tamme kastanje (Castanea sativa) , Eenstijlige meidoorn (Crataegus monogyna), Zoete kers of Boskers (Prunus avium) , Sleedoorn (Prunus spinosa) , Wintereik (Quercus petraea), Zomereik (Quercus robur), Sporkehout (Rhamus frangula) , Zwarte bes (Ribes nigrum) , Hondsroos (Rosa canina) , Lijsterbes (Sorbus aucuparia) , Gaspeldoorn (Ulex europaeus) .

 De bomen en struiken zullen in een plantverband van 1,5m X 1,5m geplant worden. De bomen worden op een afstand van 6 meter en de struiken op een afstand van 2 meter van de perceel rand conform het Veldwetboek geplant. 

 In het aanvraagdossier werden plannen toegevoegd met de ligging van de betrokken kadastrale percelen volgens het gewestplan in natuurgebied, landschappelijk waardevol agrarisch gebied,  VEN- en Habitatgebied.

Voor het deel van de betrokken percelen die gelegen zijn in VEN-gebied, is er een VEN-ontheffing aangevraagd bij AVES van het Agentschap Natuur en Bos.

HISTORIEK VAN HET EIGENDOM WAAROP DE AANVRAAG BETREKKING HEEFT

De betrokken percelen maken deel uit van het Vlaams Natuurreservaat ‘de Teut’ waarvoor een natuurbeheerplan werd opgesteld in opdracht van het Agentschap Natuur en Bos. 

Er werd een MER-ontheffing aangevraagd door het Agentschap Natuur en Bos en bekomen op 8 november 2020 met ref. PR2668.   

 ADVIEZEN

Er werd op 7/11/2022 advies gevraagd aan Departement Landbouw en Visserij.

MILIEUEFFECTENRAPPORTAGE

De betrokken percelen maken deel uit van het Vlaams Natuurreservaat ‘de Teut’ waarvoor een natuurbeheerplan werd opgesteld in opdracht van het Agentschap Natuur en Bos. 

Er werd een MER-ontheffing aangevraagd door het Agentschap Natuur en Bos en bekomen op 8 november 2020 met ref. PR2668, aangezien het totale project voorkomt op bijlage II van het project-mer-besluit. 

MILIEUTECHNISCH ADVIES

Gewestplan

De aanvraag is volgens het geldende gewestplan Hasselt - Genk, goedgekeurd bij Koninklijk besluit op 3 april 1979, deels gelegen in natuurgebied en deels gelegen in landschappelijk waardevol landbouwgebied. 

Agrarisch gebied

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven.

Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300m van een woongebied of op ten minste 100m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden (artikel 11 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 Natuurgebieden

De natuurgebieden omvatten de bossen, wouden, venen, heiden, moerassen, duinen, rotsen, aanslibbingen, stranden en andere dergelijke gebieden. 

In deze gebieden mogen jagers- en vissershutten worden gebouwd voor zover deze niet kunnen gebruikt worden als woonverblijf, al ware het maar tijdelijk.

Natuurgebieden met wetenschappelijke waarde en natuurreservaten 

De natuurgebieden met wetenschappelijke waarde of natuurreservaten, zijn de gebieden die in hun staat bewaard moeten worden wegens hun wetenschappelijke of pedagogische waarde. In deze gebieden zijn enkel de handelingen en werken toegestaan, welke nodig zijn voor de actieve of passieve bescherming van het gebied.

Landschappelijk waardevolle gebieden

De landschappelijke waardevolle gebieden zijn gebieden waarvoor bepaalde beperkingen gelden met het doel het landschap te beschermen of aan landschapsontwikkeling te doen. 

In deze gebieden mogen alle handelingen en werken worden uitgevoerd die overeenstemmen met de in grondkleur aangegeven bestemming, voor zover zij de schoonheidswaarde van het landschap niet in gevaar brengen.

Natuurdecreet

De aanvraag ligt binnen een natuurgebied; 

De aanvraag ligt binnen een speciale beschermingszone zijnde een habitatgebied;

De aanvraag ligt binnen een Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN);

 De betrokken percelen maken deel uit van het Vlaams Natuurreservaat ‘de Teut’ en in het kader van het goedgekeurde natuurbeheerplan, waarvoor een MER-ontheffing werd bekomen op 8 november 2020 met ref PR2668, aangezien het totale project voorkomt op bijlage II van het project-mer-besluit. 

De betrokken percelen worden op de biologische waarderingskaart aangegeven als biologisch waardevol ( hp* en hpr*) en zéér waardevol soortenrijk permanent cultuurgrasland. Het meest oostelijke en noordelijk perceelsgedeelte  is als een houtwal met dominantie van zomereik en als zuur eikenbos aanwezig. Ten zuiden  van de percelen is een elzenbroek aanwezig.  

Besluit   

Gunstig advies voor de bebossing, aangezien zowel ten oosten, ten noorden als ten zuiden reeds bos aanwezig is en aangezien de percelen deel uitmaken van een goedgekeurd natuurbeheerplan.  

BESPREKING ADVIEZEN

Er werd op 7/11/2022 advies gevraagd aan Departement Landbouw en Visserij.

Op 8/11/2022  werd onderstaand advies ontvangen.   

 Het Departement Landbouw en Visserij heeft uw in het onderwerp vermelde adviesvraag niet inhoudelijk onderzocht. De vergunningverlenende overheid wordt wel gevraagd om bij de besluitvorming rekening te houden met onderstaande elementen.

De gronden waarop de aanvraag betrekking heeft, zijn niet gelegen in HAG, in agrarisch gebied van een definitief vastgelegd gewestelijk RUP of in een agrarisch gebied van een definitief vastgelegd provinciaal of gemeentelijk RUP of plan van aanleg. De gronden zijn gekend op de bodemkaart als matig droge zandbodem met dikke antropogene humus A horizont (Zcm) (26,69%), matig natte zandbodem met dikke antropogene humus A horizont (Zdm) (56,04%), zeer natte lemig zandbodem zonder profiel (Sfp) (17,27%) en worden niet als marginale landbouwgronden beschouwd. De gronden zijn aangeduid als zeer laag (32,52%), verwaarloosbaar (45,94%) erosiegevoelig.

 Er wordt geen noemenswaardige schade verwacht aan de agrarische structuur bij bebossingen waarvan de totale oppervlakte van de nieuwe en bestaande boskern kleiner blijft dan 10 ha én die voldoen aan één van onderstaande situaties:

- de gronden sluiten aan bij een bestaand bos dat een minimumoppervlakte van 1 ha heeft en conform artikel 3, §1, van het Bosdecreet onder de toepassing van het decreet valt én het gaat niet om goede landbouwgronden die liggen binnen de draineringsklasse b, c en d;

- de gronden sluiten niet aan bij een bestaand bos dat een minimumoppervlakte van 1 ha heeft en conform artikel 3, §1, van het Bosdecreet, onder de toepassing van dat decreet valt maar

o de gronden worden als marginale landbouwgronden beschouwd;

o gronden werden in het kader van een structuurplan van een ruilverkaveling, een natuurrichtplan, een landinrichtings- of een natuurinrichtingsproject geheel of gedeeltelijk aangewezen voor bebossing of de betreffende bebossing waardoor het advies wordt gevraagd werd in het ruilverkavelingscomité overlegd, goedgekeurd en als dusdanig genotuleerd; 

o de gronden hebben een zeer hoge bodemerosiegevoeligheid. Het gaat om percelen die in de potentiële bodemerosiegevoeligheidskaart ingekleurd zijn als zeer hoog erosiegevoelig;

o de gronden zijn geïsoleerde percelen die moeilijk integreerbaar zijn in een gangbare landbouwbedrijfsvoering. Het gaat onder andere om percelen die volledig ingesloten zijn door landbouwtechnische onoverbrugbare hindernissen zoals waterlopen, spoorwegen, bebouwing of autosnelwegen;

o de gronden liggen binnen een vastgesteld habitat- of vogelrichtlijngebied en de voorgestelde bebossing is in overeenstemming met de instandhoudingsdoelstellingen voor het gebied.

Besluit 

Het advies kan als gunstig beschouwd worden, rekening houdend met het feit dat de gronden aansluiten bij een bestaand bos en het weilanden betreft met overwegend ondiepe waterstanden op basis van de kartering op de biologische waarderingskaart en bodemkaart.    

EINDADVIES

Gelet op het onderzoek dat ingesteld werd door de gemeentelijke omgevingsambtenaar, gebaseerd op de gegevens die beschikbaar werden gesteld door de aanvrager wordt volgende geadviseerd:

Gunstig advies voor de bebossing, aangezien zowel ten oosten, ten noorden als ten zuiden reeds bos aanwezig is, de percelen deel uitmaken van een goedgekeurd natuurbeheerplan en het weilanden betreft met overwegend ondiepe waterstanden op basis van de kartering op de biologische waarderingskaart en bodemkaart.    


Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen volgt integraal het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar tot het afleveren van een bebossingsvergunning aan de aanvrager.