STEDENBOUWKUNDIG EN MILIEUTECHNISCH advies - verslag GEMEENTELIJKE omgevingsambtenaar
De aanvraag betreft het regulariseren van de woning, het verbouwen en uitbreiden van de woning en het regulariseren en herinrichten van het terrein.
De aanvraag werd op 26 juni 2022 ontvangen.
Op 24 juni 2022 werd aanvullende informatie opgevraagd.
Op 30 juni 2022 werd de gevraagde aanvullende informatie aangeleverd.
Op 27 juli 2022 werd de aanvraag ontvankelijk en volledig verklaard.
De gewone vergunningsprocedure wordt gevolgd.
Er werd een openbaar onderzoek gehouden, lopende van 6 augustus 2022 tot en met 4 september 2022.
De eigenaars van de aanpalende percelen werden verzocht hun standpunt kenbaar te maken.
Het openbaar onderzoek werd gesloten met 3 bezwaarschriften.
HISTORIEK VAN HET EIGENDOM WAAROP DE AANVRAAG BETREKKING HEEFT
Stedenbouwkundig
Op 30 oktober 2000 werd een verkavelingsvergunning afgeleverd voor het verkavelen van de percelen in 2 loten voor open bebouwing. (7204.V.MI/11)
Op 5 augustus 2002 werd een vergunning verleend voor het bouwen van een eengezinswoning met losstaande garage en het kappen van een alleenstaande inlandse eik. (2002/08921)
Op 8 maart 2004 werd een vergunning verleend voor het bouwen van een tweegezinswoning. (2003/09447)
Op 8 november 2016 werd een wijziging van de verkavelingsvergunning afgeleverd voor het opsplitsen van lot 2 in 2 loten voor halfopen bebouwing.
(VB_2016_10)
De aanvraag werd in overleg gebracht met de gemeentelijke administratie op 10 mei 2022, nl.:
“Beverzakstraat 35 (lot 2A) behoort tot verkaveling 7204.V.MI/11, goedgekeurd op 30/10/2000. Deze verkaveling werd gewijzigd op 08/11/2016 waarbij lot 2 werd opgedeeld in 2 loten: lot 2A en 2B.
De documenten (vergunning, voorschriften en plan) van de oorspronkelijke verkaveling en deze van de wijziging zijn in bijlage gevoegd.
Het voorgestelde werd aan de dienst Ruimte voorgelegd ter bespreking.
De dienst gaat akkoord met een luifel in de linker zijtuinstrook tot op 2m van de perceelsgrens.
Volgens de voorschriften van de verkavelingswijziging d.d. 08/11/2016 is een gelijkvloerse bouwdiepte toegestaan van maximaal 17m. De gelijkvloerse uitbouw (keuken + berging) is dan ook geen probleem.
Op de verdieping werd het terras dichtgemaakt en werd zo een slaapkamer gevormd. Deze regularisatie kan toegestaan worden. In de afgeleverde bouwvergunning van 08/03/2004 werd een afwijking goedgekeurd voor een bouwdiepte op de verdieping van 13,60m ipv maximum 10 meter. De vergunning met het plan kan u hier opvragen: bouwplannen opvragen.
Het is niet duidelijk wat er precies gaat gebeuren op de zolderverdieping. Wordt deze ruimte in volume uitgebreid (dakkapellen) of gaat de inrichting binnen het bouwvolume blijven?
Wij merken op dat de volledige voortuin werd verhard. Er is maar 1 inrit met een breedte van 3m toegestaan aan de rooilijn. De rest moet ontoegankelijk gemaakt worden voor voertuigen. Ook het openbaar domein dient vergroend te worden. Wij staan wel nog 1 parkeerplaats toe in de voortuin maar deze dient parallel aangelegd te worden met de straat. Insteekparkings zijn niet toegestaan.
Voor de vaststelling van de perceelsgrenzen ter plaatse kan u best een landmeter raadplegen.
U kan steeds een voorontwerp overmaken ter aftoetsing.
Wij wensen u erop te wijzen dat het afleveren van een vergunning te allen tijde afhankelijk is van de eigenschappen van een concreet dossier, de ruimtelijke context, het openbaar onderzoek en de in te winnen adviezen.”
De aanvraag houdt rekening met de resultaten van het voorafgaandelijk overleg / advies.
Uit de gegevens waarover de gemeente beschikt, blijkt niet dat voor het voorwerp van de aanvraag een PV is opgesteld noch dat een meerwaarde werd opgelegd of dat op het goed een vonnis of arrest rust. Er zijn ook geen geschriften bekend waaruit zou blijken dat er wederrechtelijke werken werden uitgevoerd.
Uit het aanvraagdossier / de gegevens waarover de gemeente beschikt (luchtfoto…) blijkt dat op het perceel van de aanvraag constructies en/ of handelingen werden opgericht/ verricht/ aanwezig zijn, waarvoor geen vergunning verleend werd. Het betreft het dichtmaken van het dakterras op de verdieping.
Deze wederrechtelijk opgerichte constructies/ uitgevoerde handelingen werden opgenomen in de huidige aanvraag als te regulariseren.
Milieu
Het perceel is niet opgenomen in het Grondeninformatieregister.
OPENBAAR ONDERZOEK
Overeenkomstig artikel 17 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hoofdstuk 3 Toepassingsgebied van de gewone en vereenvoudigde procedure, artikels 11 t.e.m. 14 van het besluit tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning, werd dit dossier volgens de gewone procedure behandeld.
Er werd bijgevolg een openbaar onderzoek gehouden.
Het openbaar onderzoek werd georganiseerd van 6 augustus 2022 tot en met 4 september 2022.
Er werden 3 bezwaren ingediend, nl.:
Bezwaarschrift 1, ingediend op 17 augustus 2022:
“Hierbij deel ik u mee dat ik in het geheel niet akkoord ben met de afwijkingen voorgesteld door de aanvrager van de omgevingsvergunning met dossier nr. OV/2022/00137, omgevingsloket OMV_2022074189, Beverzakstraat 35, afdeling 3 sectie E nr. 1011G, verkaveling 7204.V.MI/11, lot 2, om de volgende redenen:
De verharding moet waterdoorlatend zijn. Indien dit niet is, moet dit afgevoerd worden naar de straatkant (of openbare riolering). De aanvraag laat de afvoer hellen naar het aangrenzend groenperceel. Dit geeft onvermijdelijk schade door overlast van water.
Een haag die op de grens staat van 2.20 meter hoogte kan niet geschoren worden vanaf het eigen perceel. Gevolg gaat onvermijdelijk zijn dat deze haag niet geschoren wordt, of vanaf het aangrenzend perceel. Zonder uitdrukkelijke vermelding dat de haag vanaf het eigen perceel moet geschoren worden en dat er voorkomen moet worden dat de klimop gaat woekeren op het aangrenzend perceel, kan ik hier absoluut niet mee akkoord gaan.
De voorgestelde afwijkingen zijn niet conform de nieuwe milieuwetgeving en gaan onvermijdelijk tot resultaat hebben dat de aangrenzende percelen de hinder gaan hebben. Bij goedkeuring gaan we zelfs geen verhaal hebben tegen betrokken partij.
Om deze redenen verzoek ik u deze aanvraag niet toe te staan en minstens aanpassing te bevelen zodat de nodige handelingen kunnen gedaan worden vanaf het eigen perceel, inclusief de wateropvang.”
Bezwaarschrift 2, ingediend op 20 augustus 2022:
Idem bezwaarschrift 1
Bezwaarschrift 3, ingediend op 20 augustus 2022:
Idem bezwaarschrift 1
Bespreking bezwaarschriften:
De bezwaarindieners willen dat het hemelwater dat terecht komt op de verharding wordt afgevoerd naar de straat / openbare riolering. Het doel is echter om hemelwater zo weinig mogelijk af te voeren naar de riolering maar om het te laten infiltreren op eigen terrein. Uiteraard mag dit geen hinder veroorzaken ten opzichte van de aangrenzende percelen.
Uitgezonderd de inrit zijn alle verhardingen voorzien van een voldoende ruime aangrenzende groenzone waar het hemelwater kan infiltreren.
De inritverharding is voorzien tot tegen de linker perceelgrens. Er wordt dan ook als voorwaarde opgenomen dat een groenstrook van minimum 0,50m dient aangelegd te worden langsheen de linker perceelgrens zodat ook hier het hemelwater kan infiltreren.
Het plaatsen van klimop met een hoogte van 2,20m is vergunningsplichtig. Conform het burgerlijk wetboek dient deze aangeplant te worden op minimum 0,50m van de perceelgrens. Op deze manier kan de haag onderhouden worden van op het eigen terrein.
Mits schriftelijk akkoord van de betreffende buur kan deze ingeplant worden tot op de perceelgrens.
De afstanden voor beplanting zijn dan ook burgerrechtelijke aangelegenheden en geen stedenbouwkundige argumenten.
Door het opleggen van voorwaarden wordt tegemoet gekomen aan het bezwaarschrift.
ADVIEZEN
Fluvius
MILIEUEFFECTENRAPPORTAGE
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van bijlage I, II en III van het besluit inzake projectmilieueffectrapportage van 10 december 2004 en latere wijzigingen.
STEDENBOUWKUNDIG ADVIES
TOETSING AAN DE REGELGEVING EN VOORSCHRIFTEN
OVEREENSTEMMING MET BESTEMMINGS- EN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
Gewestplan
De aanvraag is volgens het geldende gewestplan Hasselt - Genk, goedgekeurd bij Koninklijk besluit op 3 april 1979, deels gelegen in woongebied en deels in agrarisch gebied.
De voorgestelde werken bevinden zich volledig in het woongebied.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van een goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen en latere wijzigingen).
Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Afbakening regionaal stedelijk gebied Hasselt - Genk” dat op 20 juni 2014 definitief werd vastgesteld door de Vlaamse Regering.
Er is geen bestemmingswijziging ten opzichte van het gewestplan voorzien voor dit perceel.
Verkaveling
Het goed is gekend als lot 2a binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde verkaveling, waarvan de vergunning is afgeleverd op 30 oktober 2000 en gewijzigd op 8 november 2016. (7204.V.MI/11)
De verkavelingsvergunning is voor dit perceel niet vervallen.
De kavel kreeg als bestemming eengezinswoning.
De aanvraag voldoet principieel aan de geldende bestemmingsvoorschriften maar niet aan de verkavelingsvoorschriften.
De aanvraag wijkt af van volgende verkavelingsvoorschriften:
Het ontwerp voorziet een inritverharding en een aansluitende parkeerplaats met een totale oppervlakte van 51,97m² uitgevoerd in een klinkerverharding. Het hemelwater vloeit af naar de aangrenzende groenzone.
Er wordt tevens een toegangspad naar de voordeur van de woning voorzien in tegels (6,95m²). Het hemelwater vloeit af naar de aangrenzende groenzone.
Het ontwerp voorziet een terrasverharding van 30,25m². Het hemelwater vloeit af naar de aangrenzende groenzone.
Het ontwerp voorziet een inritverharding tot tegen de linker perceelsgrens.
De verkavelingsvoorschriften bepalen dat de hoogte van de afsluitingen in de voortuin beperkt moeten worden tot 1m.
Het ontwerp voorziet een draadafsluiting met klimop tegen de linker perceelsgrens met een hoogte van 2,20m.
De verkavelingsvoorschriften bepalen dat de hoogte van de afsluitingen in de zij- en achtertuin beperkt moeten worden tot 2m.
Het ontwerp voorziet:
Daarom wordt de aanvraag verder onderzocht op basis van de bepalingen zoals voorgeschreven in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, gewijzigd door het decreet van 8 december 2017 houdende wijziging van diverse bepalingen inzake ruimtelijke ordening, milieu en omgeving (zgn. Codextrein).
De Codextrein voorziet wijzigingen met als doel het verruimen van de mogelijkheden om ruimtelijk rendement te optimaliseren en het versoepelen van procedures.
Artikel 4.3.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening stelt dat de onverenigbaarheid van de aanvraag met de verkavelingsvoorschriften, binnen de omschrijving van een goedgekeurde en niet vervallen verkavelingen, ouder dan 15 jaar, niet langer een weigeringsgrond vormt voor de aanvraag.
Evenwel kan de afwijking niet worden toegestaan voor wat betreft voorschriften betreffende wegenis en openbaar groen.
De aanvraag betreft geen van deze elementen en kan dus niet geweigerd worden op basis van onverenigbaarheid met de voorschriften.
Tenslotte dient de aanvraag getoetst aan de goede ruimtelijke ordening(zie “Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening”).
Stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater
De aanvraag valt niet onder de toepassing van het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 en latere wijzigingen, houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
Riolering
Op 28 juli 2022 verleende Fluvius een voorwaardelijk gunstig advies, nl.:
“Het betreft hier een eengezinswoning, hiervoor verwijzen wij graag naar www.fluvius.be/aansluitingen.
Via het Omgevingsloket geven wij enkel advies voor appartementen, meergezinswoningen, verkavelingen en wegenis.
Voor uw rioleringsaansluiting geven we u volgende advies:
Het hemelwater van het dakoppervlakte van het bijgebouwd gedeelte of de nieuwe niet-waterdoorlatende verharding mag op het eigen terrein infiltreren in de groenzones of mag aangesloten worden op de bestaande hemelwaterput of infiltratievoorziening. Deze afwatering mag nooit rechtstreeks naar het openbaar rioleringsstelsel gebracht worden.
Wij adviseren om bij (her)aanleg van de voortuin, de inrit en/of de privéwaterafvoer op het privéterrein een volledig gescheiden stelsel (vuilwater en hemelwater) te voorzien tot aan de rooilijn. Via een Y-koppeling kan dan aangesloten worden op de bestaande rioleringsaansluiting. De diameter van de afvoerbuis voor vuilwater (DWA) is 125 mm, voor hemelwater (RWA) is dit 160 mm. Conform Vlarem II zal bij de aanleg van een gescheiden openbaar rioleringsstelsel in de straat ook een volledige scheiding van vuilwater en hemelwater op privéterrein verplicht zijn.
Voor alle andere vragen verwijzen wij graag naar onze website, www.fluvius.be of het algemeen nummer 078 35 35 34.
Bovenstaande informatie geven we mee onder voorbehoud van latere wijzigingen.
Mocht later bijvoorbeeld blijken dat de definitieve vermogens toch buiten de standaardnormen vallen, dan kan ons advies nog wijzigen.”
Watertoets
Het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013,verplicht de vergunningverlenende overheid om de watertoets uit te voeren bij elke aanvraag tot omgevingsvergunning. Dit decreet vormt het juridisch kader voor het integraal waterbeleid in Vlaanderen. Het decreet bevat ook de omzetting van de kaderrichtlijn Water en de Overstromingsrichtlijn.
Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Voor het betrokken project werd de watertoets uitgevoerd volgens de richtlijnen van het uitvoeringsbesluit van 20 juli 2006. Dit Watertoetsbesluit werd gewijzigd bij Besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011. Dit besluit is in werking getreden op 1 maart 2012.
Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Zoals hoger aangehaald valt de aanvraag niet onder toepassing van deze verordening. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
De aanvraag doorstaat de watertoets.
Decretale beoordelingselementen
Art. 4.3.5. Uitgeruste weg
§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie “wonen”, “verblijfsrecreatie”, “dagrecreatie”, met inbegrip van sport, “detailhandel”, “dancing”, “restaurant en café”, “kantoorfunctie”, “dienstverlening”, “vrije beroepen”, “industrie”, “bedrijvigheid”, “gemeenschapsvoorzieningen” of “openbare nutsvoorzieningen”, kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.
§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken.
Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.
Het perceel is gelegen langs de Beverzakstraat, een uitgeruste gemeenteweg.
De aanvraag voldoet aan deze bepaling.
Archeologienota
Conform het Onroerenderfgoeddecreet de dato 12 juli 2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag gezien de perceelsoppervlakte kleiner is dan 3 000m².
Indien men niet verplicht is tot het opstellen van een archeologienota en tijdens de uitvoering komen er toch archeologische sporen of vondsten aan het licht, dan dient de bouwheer dit te melden binnen de 3 dagen aan het agentschap Onroerend Erfgoed (www.onroerenderfgoed.be).
Overige regelgeving
Decreet rookmelders
Het decreet van 10 maart 2017, houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, wat het verbeteren van de brandveiligheid door het algemeen invoeren van optische rookmelders voor woningen betreft, bepaalt dat alle woningen in Vlaanderen moeten uitgerust worden met correct geïnstalleerde rookmelders of dienen te beschikken over een branddetectiesysteem.
De voorliggende aanvraag voldoet hier niet aan. Er zal als voorwaarde worden opgenomen dat er voldaan dient te worden aan het decreet betreffende optische rookmelders.
Energiedecreet
De aanvraag dient te voldoen aan het energiedecreet van 8 mei 2009 en het energiebesluit van 19 november 2010 en hun latere aanvullingen en wijzigingen.
Grondverzet
Uit het ingediende dossier blijkt niet dat een grondverzet (met aanvoer/ afvoer) van meer dan 250m³ zal plaatsvinden. De regelgeving omtrent grondverzet is niet van toepassing.
Erfdienstbaarheden / gemene muren
Vergunningen hebben een zakelijk karakter. Zij worden verleend onder voorbehoud van de op het onroerend goed betrokken burgerlijke rechten.
Het is niet de taak van de administratieve overheid zich uit te spreken over het bestaan, de interpretatie en de omvang van subjectieve rechten, zoals bijvoorbeeld het bestaan van een erfdienstbaarheid / het overnemen van een gemene muur.
De overeenstemming van de aanvraag met een goede ruimtelijke ordening wordt echter beoordeeld met inachtneming van beginselen als hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4 van de VCRO.
De aanvrager wordt erop gewezen dat omtrent de gemene muren/ de mandeligheid van muren / bestaande erfdienstbaarheden / erfscheidingen … geen afbreuk wordt gedaan aan de burgerlijke rechten van de betrokken aanpalende eigenaars door het afleveren van een omgevingsvergunning / omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden / bijstelling van de omgevingsvergunning / stedenbouwkundig attest.
Dat het aangewezen is hieromtrent een (schriftelijke) overeenkomst/ akkoordverklaring te bekomen alvorens aan te vatten met de werken.
Lichten en zichten
De aanvraag werd getoetst aan art. 3.132 e.d. van het burgerlijk wetboek dat bepalingen bevat inzake zichten en lichten op een naburig erf.
De aanvraag is niet in strijd met deze bepalingen van het burgerlijk wetboek.
De aanvraag is verenigbaar met de regelgeving.
Toetsing AAN DE goede ruimtelijke ordening
OMSCHRIJVING VAN DE FEITELIJKE AANVRAAG
De aanvraag betreft het regulariseren van de woning, het verbouwen en uitbreiden van de woning en het regulariseren en herinrichten van het terrein.
BEOORDELING VAN DE GOEDE RUIMTELIJKE ORDENING
De aanvraag is gelegen in een gebied dat geordend wordt door een verkavelingsvergunning waarvan afgeweken wordt. Artikel 4.3.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening stelt dat binnen de omschrijving van een goedgekeurde, niet vervallen verkavelingen ouder dan 15 jaar onverenigbaarheid van de aanvraag met de stedenbouwkundige voorschriften niet langer een grond vormt voor weigering van de aanvraag.
De hierboven vermelde goedgekeurde, niet vervallen verkaveling is goedgekeurd d.d. 30/10/2000 en dus komt de aanvraag principieel in aanmerking voor deze regeling.
Evenwel kan de afwijking niet worden toegestaan voor wat betreft voorschriften betreffende wegenis en openbaar groen. Het betreft geen van deze elementen en dus kan de aanvraag niet geweigerd worden op basis van onverenigbaarheid met de voorschriften. Tenslotte dient de aanvraag getoetst aan de goede ruimtelijke ordening.
De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen:
1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;
2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in 1°, in rekening brengen;
Omschrijving ligging en omgeving
Het perceel is gelegen langs de Beverzakstraat, een gemeenteweg.
De omgeving wordt gekenmerkt door voornamelijk residentiële bebouwing in open en halfopen verband. De meeste woningen hebben 2 bouwlagen met een hellend dak.
Omschrijving van de aanvraag
Het perceel is bebouwd met een halfopen eengezinswoning.
In de achtertuin werd een bijgebouw opgericht tegen de rechter perceelgrens.
Het bijgebouw werd vergund als garage. Uit de foto’s blijkt dat het bijgebouw niet gebruikt wordt als garage maar als bergplaats.
De huidige aanvraag betreft het regulariseren en uitbreiden van de woning.
Een regularisatie moet met dezelfde criteria beoordeeld worden als een nieuwe aanvraag. Het kan immers niet zijn dat de regularisatie soepeler zou beoordeeld worden om reden dat de werken reeds uitgevoerd zijn.
Functionele inpasbaarheid in de onmiddellijke en ruime omgeving
De functie als eengezinswoning blijft behouden en is functioneel inpasbaar in de omgeving.
Mobiliteitsimpact
De aanvraag voorziet een inrit met aansluitend een parkeerplaats evenwijdig met de voorliggende weg.
Het stallen van voertuigen wordt geheel opgevangen op eigen terrein en niet afgeschoven naar het openbaar domein.
De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, de visueel-vormelijke elementen van de voorgenomen werken
De aanvraag betreft het regulariseren van de woning, het verbouwen en uitbreiden van de woning en het regulariseren en herinrichten van het terrein.
Het regulariseren van de woning omvat het dichtmaken van een terras op de verdieping.
Bij de vergunning afgeleverd op 8 maart 2004 werd aan de achterzijde van de woning op de verdieping een overdekt terras vergund. Dit overdekt terras werd dichtgemaakt en omgevormd tot slaapkamer. Deze werken hebben geen invloed op het vergunde bouwvolume. Tevens wordt de privacy van de aangrenzenden niet geschonden. Er kan dan ook akkoord gegaan worden met de regularisatie van de woning.
De aanvraag omvat tevens het verbouwen en uitbreiden van de woning.
Tegen de bestaande achtergevel wordt op het gelijkvloers een uitbreiding voorzien tot een bouwdiepte van 17m en aan de linkerzijde wordt een overdekt terras voorzien tot op 3m van de linker perceelgrens.
In de nieuwe achterbouw wordt een keuken en berging voorzien.
De uitbreiding wordt uitgevoerd met een plat dak. De dakrandhoogte is gelegen op 2,95m ten opzichte van het maaiveld.
De nieuwe constructie wordt uitgevoerd in grijs-bruin metselwerk.
Tevens wordt de zolderverdieping omgevormd tot bureau.
Momenteel is de zolder toegankelijk via een zolderluik. Er wordt dan ook een permanente trap aangebracht om de bureauruimte toegankelijk te maken.
Om de ruimte van het nodige daglicht te voorzien worden 2 dakvlakvensters aangebracht in het linker dakvlak.
De woning voldoet na de verbouwings- en uitbreidingswerken geheel aan de algemeen gehanteerde bouwnormen.
Tot slot omvat de aanvraag het regulariseren en het herinrichten van het terrein.
De voortuin is momenteel quasi volledig verhard. Momenteel bevinden zich hier de inrit, 2 parkeerplaatsen haaks op de weg en een toegangspad naar de voordeur van de woning.
Langsheen de linker perceelgrens bevindt zich de inrit met een breedte van 3m. Deze inrit werd aangelegd tot tegen de linker perceelgrens. Om het hemelwater te laten infiltreren op eigen terrein dient, net zoals langs de rechterzijde, langsheen de linker perceelgrens een groenstrook van 0,50m voorzien te worden.
De dubbele parkeerplaats die haaks is ingeplant op de voorliggende weg wordt aangepast zodat er 1 parkeerplaats evenwijdig met de weg resteert. De toegang tot deze parkeerplaats wordt voorzien via de inrit zodat de verkeersveiligheid gegarandeerd wordt bij het in- en uitrijden. De overige zone wordt aangelegd als groenzone.
De parkeerplaats evenwijdig met de weg wordt voorzien op 0,30m van de rooilijn / voorste perceelgrens. Gezien er een haagbeplanting voorzien wordt ter hoogte van de rooilijn dient de parking ingeplant te worden op minimum 0,50m van de rooilijn / voorste perceelgrens.
Tevens dient de parkeerplaats beperkt te worden tot 3m x 5m, dit o.w.v. het vergroenen van de voortuin.
De kiezelverharding langs het toegangspad naar de voordeur van de woning en in de berm wordt verwijderd en als groenzone aangelegd.
Tot slot bevindt zich aan de achterzijde van de woning een niet-overdekt terras met een oppervlakte van 30,25m². Het hemelwater dat hierop terecht komt vloeit af naar de aangrenzende groenzones.
De voorziene verhardingen zijn gebruikelijk bij een eengezinswoning en er resteert nog voldoende onverharde ruimte die ingericht is als tuin/ groenzone.
Langsheen de linker en de achterste perceelgrens werd een draadafsluiting met klimop geplaatst.
In de achtertuin werd tegen de rechter perceelgrens een houten afsluiting geplaatst.
Beide hebben een hoogte van 2,20m.
De hoogte van de afsluitingen dient in zij- en achtertuin beperkt te worden tot maximum 2m en in de voortuin tot 1m.
De beplanting, nl. de klimop dient conform het burgerlijk wetboek ingeplant te worden op minimum 0,50m van de perceelgrens. Mits akkoord van de betreffende buur kan akkoord gegaan worden tot op de perceelgrens.
Rekening houdend met het ingediende bezwaarschrift dient de klimopbeplanting tegen de achterste perceelgrens aangeplant te worden op minimum 0,50m van de achterste perceelgrens.
Bodemreliëf
Uit de ingediende plannen blijkt dat het bestaande terreinniveau ongewijzigd en dus behouden blijft.
De aanvraag voldoet aan de criteria voor de goede ruimtelijke ordening in de onmiddellijke en ruime omgeving mits voldaan wordt aan volgende voorwaarden:
BESPREKING ADVIEZEN
Op 28 juli 2022 verleende Fluvius een voorwaardelijk gunstig advies, zoals hoger aangehaald.
De gemeentelijke omgevingsambtenaren sluiten zich aan bij dit advies.
De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden.
Uit de bovenstaande motivering blijkt dat de schaal en het uiterlijk van de voorgenomen werken op voldoende wijze ruimtelijk inpassen in de onmiddellijke en ruime omgeving. De aanvraag is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.
MILIEUTECHNISCH ADVIES
Niet van toepassing.
GECOÖRDINEERD EINDADVIES
Uit bovenstaande motiveringen blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen inzake milieu en ruimtelijke ordening, en dat het voorgestelde ontwerp verenigbaar is met de goede plaatselijke ordening en met zijn onmiddellijke omgeving.
De aanvraag is vatbaar voor een omgevingsvergunning mits het opleggen van voorwaarden:
Bijgevolg adviseert de omgevingsambtenaar het dossier voorwaardelijk gunstig voor het regulariseren van de woning, het verbouwen en uitbreiden van de woning en het regulariseren en herinrichten van het terrein zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan de aanvraag zijn verbonden en voor zover rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarden:
Alle kosten ten gevolge van schade aan het openbaar domein, voortvloeiend uit de werken op privaat terrein zijn ten laste van de aanvrager;
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.
De bezwaarindieners worden op de hoogte gebracht van de beslissing van het schepencollege.
Het college van burgemeester en schepenen volgt integraal het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar omtrent het sluiten van het openbaar onderzoek en het afleveren van een omgevingsvergunning met voorwaarden aan de aanvrager.
Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het afleveren van een omgevingsvergunning met voorwaarden aan de aanvrager.
De omgevingsvergunning omvat het regulariseren van de woning, het verbouwen en uitbreiden van de woning en het regulariseren en herinrichten van het terrein zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan deze omgevingsaanvraag zijn verbonden en voor zover rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarden.
De omgevingsvergunning wordt aldus afgegeven onder volgende voorwaarden:
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.
De bezwaarindieners worden op de hoogte gebracht van de beslissing van het schepencollege.