STEDENBOUWKUNDIG EN MILIEUTECHNISCH advies - verslag GEMEENTELIJKE omgevingsambtenaar
De aanvraag betreft de vergroening van het Dorpshart van Zonhoven met bijhorende bemalingswerken.
De aanvraag werd op 08 juli 2022 ontvangen.
Op 28 juli 2022 werd aanvullende informatie opgevraagd.
Op 26 augustus 2022 werd de gevraagde aanvullende informatie aangeleverd.
Op 30 augustus 2022 werd de aanvraag ontvankelijk en volledig verklaard.
De gewone vergunningsprocedure wordt gevolgd.
Er werd een openbaar onderzoek gehouden, lopende van 9 september 2022 tot en met 8 oktober 2022, gesloten met 0 bezwaarschriften.
HISTORIEK VAN HET EIGENDOM WAAROP DE AANVRAAG BETREKKING HEEFT
Stedenbouwkundig
Voor het perceel van de aanvraag werden geen eerdere uitspraken gedaan of beslissingen genomen.
Uit de gegevens waarover de gemeente beschikt, blijkt niet dat voor het voorwerp van de aanvraag een PV is opgesteld noch dat een meerwaarde werd opgelegd of dat op het goed een vonnis of arrest rust. Er zijn ook geen geschriften bekend waaruit zou blijken dat er wederrechtelijke werken werden uitgevoerd.
OPENBAAR ONDERZOEK
Overeenkomstig artikel 17 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hoofdstuk 3 Toepassingsgebied van de gewone en vereenvoudigde procedure, artikels 11 t.e.m. 14 van het besluit tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning, werd dit dossier volgens de gewone procedure behandeld. Er werd bijgevolg een openbaar onderzoek gehouden. Het openbaar onderzoek werd georganiseerd van 9 september 2022 tot en met 8 oktober 2022. Er werden geen bezwaren ingediend.
ADVIEZEN
Agentschap Wegen en Verkeer
Agentschap Natuur en Bos
Brandweer Hulpverleningszone Zuid-West Limburg
Vlaamse MilieuMaatschappij
Provinciale dienst Water & Domeinen
Departement Omgeving
MILIEUEFFECTENRAPPORTAGE
Het project komt voor op bijlage III van het project-mer-besluit wat maakt dat een project MER opgemaakt moet worden, tenzij de initiatiefnemer via een project-m.e.r.-screening kan aantonen dat het project geen aanzienlijke milieueffecten zal veroorzaken. Er werd een project-m.e.r.-screening bij de aanvraag gevoegd. De effecten op milieu en omgeving werden voldoende omschreven en uit de screening bleek dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
STEDENBOUWKUNDIG ADVIES
TOETSING AAN DE REGELGEVING EN VOORSCHRIFTEN
OVEREENSTEMMING MET BESTEMMINGS- EN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
Gewestplan
De aanvraag is volgens het geldende gewestplan Hasselt - Genk, goedgekeurd bij Koninklijk besluit op 3 april 1979, gelegen in woongebied.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van een goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen en latere wijzigingen).
Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Afbakening regionaal stedelijk gebied Hasselt - Genk” dat op 20 juni 2014 definitief werd vastgesteld door de Vlaamse Regering. Er is geen bestemmingswijziging ten opzichte van het gewestplan voorzien voor deze percelen.
De aanvraag voldoet principieel aan de geldende bestemmingsvoorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater
De aanvraag valt onder de toepassing van het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 en latere wijzigingen, houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
Ter hoogte van de Hoge-Valweg/Rozenkransweg bevindt er zich een bestaande vijver die in dit project heringericht zal worden als bufferbekken met afwaarts een stuw met knijpopening en dwarse drempel. Het bodempeil van de bekken wordt voorzien op 42.10m TAW. Dit kan niet dieper omwille van de aanwezige grondwaterstand die zich op ongeveer dit niveau bevindt. De afmetingen van de vijver zijn bepaald a.d.h.v. de opmeting bestaande toestand en deze heeft een buffervolume van ± 1500 m³ onder het drempelpeil 42.80m TAW. De aangesloten oppervlakte langsheen het tracé van het GIP Genkerbaan bedraagt 3.843 ha. Het aanwezige buffervolume bedraagt dus ± 390 m³/ha aangesloten verharde oppervlakte wat meer is dan de benodigde 250 m³/ha.
De aanvraag voldoet aan deze stedenbouwkundige verordening.
Watertoets
Het project wordt uitgevoerd met het oog op een betere waterinfiltratie voor de omgeving. Er wordt op gelet dat hemelwater maximaal op natuurlijke wijze infiltreert binnen het projectgebied in combinatie met buffering en vertraagde afvoer via de bestaande buffervijver van het Vlonderpiëke. Dwars door het plangebied stroomt de Roosterbeek. Het grootste gedeelte van het plangebied maakt daardoor deel uit van effectief overstromingsgevoelig gebied. De opzet van de aanvraag is echter om deze beek terug open te leggen en ruimte te geven, waardoor het risico op overstromingen ter plekke en op andere plaatsen in het stroomgebied gevoelig kleiner zullen worden. De connectie met de vijverzone ‘Vlonderpiëke’ vergroot het waterbergend vermogen. Er kan dus geoordeeld worden dat het project een positieve invloed zal hebben op het watersysteem. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid. De aanvraag doorstaat de watertoets.
Decretale beoordelingselementen
Artikel 4.3.7. Toegang van gehandicapten tot gebouwen/publiek toegankelijk
De omgevingsvergunning voor de handelingen, vermeld in artikel 4.2.1, 1°, 6°, 7° en 8°, wordt niet verleend wanneer niet is voldaan aan de bij of krachtens de wet of het decreet gestelde regelen betreffende toegang van personen met een functiebeperking tot openbare wegen en tot voor het publiek toegankelijke onroerende goederen.
De aanvraag voldoet aan deze bepaling.
Archeologienota
Voor de aanvraag is een archeologienota nodig gezien er bodemwerken worden uitgevoerd over een oppervlakte groter dan 1000 m² in een zone die groter is dan 3000 m². Het gebied is niet gelegen binnen een beschermde archeologische zone of een vastgestelde archeologische zone. Op 17 juli 2022 nam het Agentschap Onroerend Erfgoed akte van de ingediende archeologienota met referentie https://id.erfgoed.net/archeologie/archeologienotas/23015. Als voorwaarde zal worden opgelegd dat de nodige maatregelen opgenomen in de archeologienota en het bijhorende programma van maatregelen dienen te worden nageleefd.
Overige regelgeving
Slopen
De afbraak/ verwijdering van de bestaande overdekte en niet overdekte constructies dient te gebeuren tot in de grond en de vrijgekomen ruimte dient ingericht te worden als groenzone voor zover geen nieuwe constructies voorzien worden. Aan de afbraak is geen milieuvergunningsplicht verbonden, wel dient rekening gehouden te worden met de wettelijke verplichtingen opgenomen in het Vlarem II, omgevingsvergunningsdecreet, het bodemsaneringsdecreet en het materialendecreet. Vooraleer te starten met de afbraakwerken dienen de constructies volledig ontruimd te worden. De afvalstoffen die vrijkomen bij de afbraakwerken dienen selectief ingezameld te worden.
Alle bouw-, sloop- en infrastructuurwerken in open lucht dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II, hoofdstuk 6.12 Beheersing van stofemissies tijdens bouw- , sloop- en infrastructuurwerken”, indien deze uitgevoerd worden door een aannemer.
Het verwijderen van asbest dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II Beheersing van asbest, hoofdstuk 6.4.
De maatregelen opgenomen in de sloopinventaris dienen te worden nageleefd.
Grondverzet
Uit het ingediende dossier blijkt dat een grondverzet (met aanvoer/ afvoer) van meer dan 250m³ zal plaatsvinden. De regelgeving omtrent grondverzet is van toepassing.
Toetsing AAN DE goede ruimtelijke ordening
OMSCHRIJVING VAN DE FEITELIJKE AANVRAAG
De aanvraag omvat de vergroening van het Dorpshart van Zonhoven.
BEOORDELING VAN DE GOEDE RUIMTELIJKE ORDENING
( Deze wordt verderop uitgevoerd )
De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen:
1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;
2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in 1°, in rekening brengen;
Omschrijving ligging en omgeving
De projectlocatie omvat de (historische) dorpskern van Zonhoven. De zone vormt een sterk verhard gebied tussen kerk en gemeentehuis dat wordt gebruikt als plein en parkeerzone ondersteunend aan de omliggende centrumfuncties. De beekloop Roosterbeek is volledig ingebuisd vanaf de Dorpsstraat tot de Rozenkransweg en niet meer zichtbaar in dit deel van het Dorpshart. Het gebied is mede door de inbuizing ook gevoelig voor wateroverlast.
Omschrijving van de aanvraag
Er wordt gewerkt in een projectgebied van circa. 3,9 hectaren, omsloten door de straten Hoge Valweg, Kerkplein, Dorpsstraat, Heuvenstraat, Dijkbeemdenweg en Rozenkransweg. De Dorpsstraat en Heuvenstraat vallen integraal buiten het plangebied omdat zij behoren tot de gewestweg N715.
De aanvraag omvat de volgende stedenbouwkundige handelingen:
Functionele inpasbaarheid in de onmiddellijke en ruime omgeving
Het Masterplan voor het ‘Dorpshart Zonhoven’ kiest voor het vergroenen, ontharden en attractiever maken van de ruime omgeving van de kerk met aandacht voor rust- en belevingsplaatsen. Groen en water zijn immers van groot belang om de klimaatverandering op te vangen en de leefkwaliteit in de dorpskern te verhogen. Meer spel, meer ontmoeting, meer ontspanning. Tegelijk zijn verkeersveiligheid en -leefbaarheid van belang. De handelaars, horeca, markt en publieke gebouwen blijven ten allen tijde maximaal bereikbaar. De publieke ruimte fungeert als een aangename ontmoetingsplek voor bewoners en bezoekers van het centrum. De publieke ruimte is vlot toegankelijk en richt zich op verschillende doelgroepen (ouderen, jongeren, kinderen enz.). Het bijkomend evenementenprogramma in de publieke ruimte, zoals de wekelijkse zondagsmarkt, evenementen en de jaarlijkse kermis, versterkt de beleving en het gebruik van de publieke ruimte. Het gevraagde is functioneel inpasbaar in de onmiddellijke en ruime omgeving.
Mobiliteitsimpact
De herinrichting van het Kerkplein pakt de onveilige verkeerssituatie in het centrum van Zonhoven aan. Het ontwerp maakt ruimte voor meer alternatieven voor voetgangers en fietsers. Grote delen van het Kerkplein worden autovrij gemaakt, waardoor een veilige verbinding voor zwakke weggebruikers doorheen de Dorpskern ontstaat.
De fiets krijgt een meer prominente plaats met de nieuwe fietsverbinding langs de beek. Later zal deze aantakken op de Sprinkwaterstraat en zo verder op het fietsroute-netwerk. Ook de lokale handelaar zal dankzij verbindingen voor zachte weggebruikers beter bereikbaar worden. En dat op een veilige manier. In het gebied worden eveneens verschillende nieuwe fietsenstallingen voorzien.
Te voet krijgt men er een extra stuk belevingsvolle wandeling bij met deze verbinding tussen lokale handelaars, horeca en publieke ruimte. Dit verhoogt de kwaliteit voor de zwakke weggebruiker. Deze krijgt ook een meer prominente plaats door meer veilige oversteken te creëren.
De situatie van het openbaar vervoer blijft bij de werken ongewijzigd: ter hoogte van de Heuvenstraat blijven de huidige buslijnen (13, 22, 23, 35, 48, 283) lopen en de huidige bushalten ‘Zonhoven Dorp’ ter hoogte van de Heuvenstraat blijven behouden, met een vernieuwde bushalte aan de kant van het Kerkplein.
Multi-modaliteit wordt gestimuleerd a.d.h.v. het voorzien van fietsenstallingen en laadpunten en de uitbouw van deelsystemen.
Vandaag is op het Kerkplein een overaanbod aan parkeerplaatsen (183 p.p.) voorzien. Daarom worden de bestaande parkeerplaatsen hier gereduceerd naar 168 p.p. en herschikt binnen een aantal duidelijke centrumclusters. De parkeerplaatsen voor mensen met een beperking worden gespreid over de diverse parkeerclusters in het gebied en zo dicht mogelijk bij de aanwezige functies ingepast. Het verminderen en clusteren van het aantal parkeerplaatsen komt de ruimtelijke kwaliteit en leesbaarheid van het centrumplein ten goede. Op piekmomenten kunnen randparkings verbonden met het Dorpshart de parkeerdruk opvangen. Bij evenementen op het plein blijven 3/4e van het totaal aantal voorziene parkeerplaatsen beschikbaar.
De schaal van de voorgenomen werken, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
De inrichting van het dorpshart is afgestemd op de schaalgrootte van de kern van Zonhoven. Het verharde plein is afgestemd op de activiteiten en draagkracht van de omgeving. De pleinwanden bakenen duidelijk de ruimte af. Ten westen en noorden vormt groen en de waterloop een duidelijke rand. De gebouwen zijn te gast in de groene beekvallei van de Roosterbeek. De omgevingsaanleg ondersteunt de groene ruimte. De bouwdichtheid is in de vallei minder dens dan de valleiranden gekoppeld aan de Dijkbeemdenweg en Kerkplein.
Visueel-vormelijke elementen
Bij de (her)inrichting van de publieke ruimte wordt gestreefd naar een eenheid en uniformiteit van de (plein)ruimte. Door in te zetten op eenvoudige, sobere en heldere ontwerplijnen, wordt de leesbaarheid van de ruimte verhoogd. Waar mogelijk wordt vergroend en onthard. Het ambitieniveau van de inrichting is een hoogwaardige kwaliteit en beleving.
Voor de leesbaarheid van het dorpshart wordt in de publieke ruimte gekozen voor een uniform materiaalgebruik. Voor het plein zal dit worden vormgegeven in lichte betonstraatstenen. Voor de kerkomgeving wordt gekozen voor een hoogwaardig materiaal in natuursteen, om de historische context en de eigenheid te benadrukken. De kleuren van de betonstraatstenen worden afgestemd op de verschillende kleuren die terug te vinden zijn in het kerkgebouw. Hierdoor blijft zowel de kerkomgeving als de pleinomgeving als geheel aanvoelen. De mozaïekkeien van het kerkplein worden herbruikt in de parkeerplaatsen om circulariteit na te streven.
De Roosterbeek kent een harde en een zachte oever. Dit contrast benadrukt de verschillende eigenschappen van de deelruimten op beide oevers. De kerk wordt op een sokkel geplaatst door een royale keermuur aan de Roosterbeek. De keermuur wordt voorzien in kleiklinkers afgestemd op de baksteen van de kerk en kerkhofmuur. Samen vormen ze een eenheid in dit serene landschap.
De zachte oever staat in schril contrast met deze harde oever en geeft kansen aan biodiversiteit en ruimte voor water bij piekdebieten. Het beheer van de zachte oever is gericht op het creëren van ecologische randen afgewisseld door intensief beheerde grasvlakken in functie van zachte recreatie.
Cultuurhistorische aspecten
Bij de herinrichting van het Dorpshart staat het openleggen van de Roosterbeek, die tot de jaren 1960 doorheen het centrum van Zonhoven stroomde, centraal. De omgeving Dorpshart wordt vormgegeven met respect voor de historische kerkomgeving. Zo wordt het zicht op de oude kerktoren zoveel mogelijk open gehouden. Ook wordt de kerk ingepast in een groene omgeving met materialen afgestemd op de historische waarde van de plek. De meest waardevolle elementen zoals bijvoorbeeld de kerkhofmuur alsook de vele bestaande erfgoedelementen worden geïntegreerd in het ontwerp.
Bodemreliëf
Het wijzigen van het bodemreliëf situeert zich enerzijds ter hoogte van de beekloop voor de openlegging van de beekloop en flauwe oevers - deze ingreep kadert in het versterken van de ecologie en het recreatief gebruik – en anderzijds voor de afbakening van een natuurlijke speelruimte ter hoogte van bibliotheek. Het talud wordt onderdeel van een speelheuvel en schermt de speelzone af van de omliggende parkeerzone en het verkeer. De voorgestelde reliëfwijzigingen zijn aanvaardbaar.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
Hinderaspecten
Minder hinder tijdens werken: Tijdens de werken aan het dorpsplein wordt de hinder voor bewoners, handelaars en gebruikers zoveel mogelijk beperkt. Dit door de toepassing van een fasering in de werken waardoor handel en horeca ten allen tijde bereikbaar blijven. Gezien de beperkte aanwezigheid van functies tussen kerk en gemeentehuis, zullen de werken hier weinig hinder teweegbrengen. Tijdens de werken wordt ook gezocht naar een alternatieve locatie van de markt, bijvoorbeeld in omliggende straten, zodat deze wekelijks kan blijven plaatsvinden.
Bescherming tegen wateroverlast: De beekvallei van de Roosterbeek loopt dwars door het centrum, maar is sinds de jaren ‘60 overwelfd en dus niet zichtbaar. Doel van dit plan is het verborgen water van de Roosterbeek als een groenblauw netwerk opnieuw zichtbaar door het centrum te laten stromen. De hydraulische berekeningen tonen aan dat het risico op overstromingen hierdoor fors verlaagt. Door de beek meer ruimte te geven, en het ondergrondse gedeelte drastisch te verkorten, kan ze immers meer water doorlaten bij de piekdebieten van felle regenbuien en aanhoudende natte periodes. Dit helpt niet enkel de bewoners in het centrum, maar over het hele traject van de Roosterbeek. Het Masterplan voorziet ook een verbinding naar het Vlonderpiëke zodat dit (op termijn) nog extra waterbuffering oplevert.
De beek zal voor 200 meter terug aan de oppervlakte stromen en ongeveer 4,5 meter breed zijn. Het ontwerp voorziet 1 steile oever met keermuur en 1 zachte ecologische oever. De overstorten met vuil water worden gereduceerd voor een verbeterde waterkwaliteit door de collector stroomafwaarts te verplaatsen. Dit geeft extra volume in de buizen met een lagere overstortfrequentie tot gevolg. Daarnaast zal bij eventueel in werking treden van het overstort de vuilvracht eerder stroomafwaarts van het Dorpshart worden afgevoerd.
Er wordt een ondergrondse bypass voorzien tussen de Roosterbeek stroomopwaarts van het Kerkplein en het Vlonderpiëke. Dit geeft een extra capaciteit bij piekdebieten enerzijds en zorgt anderzijds tijdens de aanleg- en latere eventuele onderhoudswerken, dat de beek ter hoogte van het kerkplein kan worden omgeleid.
Bescherming tegen droogte: Door de klimaatverandering staan er ons ook langere periodes van droogte te wachten. De inpassing van schotten in V-vorm zorgen voor een betere vismigratie en een permanent waterpeil bij droge momenten. Er wordt meer dan 2500m² effectief onthard. Hierdoor kan regenwater beter infiltreren wat ook het grondwater en de parknatuur ten goede komt. In ruil zijn nieuwe groenzones met intensief en extensief beheer. Tussen gemeentehuis en kerk wordt intensief beheer toegepast omwille van het intensiever medegebruik. Tussen gemeentehuis en de residentie ‘De Brug’ worden de taluds van de beek extensief beheerd. Bomen worden enkel gerooid uit noodzaak om de beekloop en bijhorende constructies te kunnen realiseren. Naast het maximaal behoud van de bestaande bomen, worden heel wat nieuwe bomen bijgeplant om het groene parkkarakter te ondersteunen.
Gezondheid
Het voorzien van meer groen en water in het dorpscentrum kent vele voordelen zoals verkoeling, luchtzuivering en andere gezondheidseffecten.
Meer ruimte voor biodiversiteit en klimaatadaptatie: De vergroening van de zone tussen kerk en gemeentehuis dient als incentive voor grotere robuustheid van het dorpscentrum tegen klimaatverandering. Door de herinrichting van het dorpshart ontstaan er meer diverse omstandigheden met kansen voor streekeigen fauna en flora. Diverse omstandigheden zorgen automatisch voor een hogere diversiteit en een grotere veerkracht. Bij extremere weersomstandigheden zorgt dit voor robuuster groen.
Verhoging woonkwaliteit Zonhoven: De herinrichting van de publieke ruimte moet mee de leefbaarheid en de woonkwaliteit van het centrum verhogen. Het aanwezige groen van de beekvallei wordt het dorpshart binnengetrokken als een multifunctioneel park en plein. Het Dorpshart biedt aan zijn bewoners diverse functies in het groen met een hoge beleving op wandelafstand. Het netwerk aan paden zorgt voor een goede en veilige toegankelijkheid voor iedereen, in een aangename omgeving.
Aanzetten tot duurzame mobiliteit: Het inzetten op een publieke ruimte met een focus op het concurrentieel maken van de zachte weggebruiker t.o.v. het gemotoriseerd verkeer, moet de overstap naar duurzame mobiliteit stimuleren en vergemakkelijken in het centrum van Zonhoven. Aangename en veilige verbindingen met een hoge belevingswaarde vormen hierin een incentive samen met een goede afstemming op het openbaar vervoer (marktplein) in het Dorpshart en het treinstation in het westen.
Waterkwaliteit: De waterkwaliteit van de beek ter hoogte van de kerk wordt verbeterd door de overstortconstructie die er nu in uitkomt stroomafwaarts te verplaatsen. Hierdoor loopt het vuilwater bij de inwerking treden van de overstort niet in het traject van de beek doorheen de dorpskern. Ook wordt voor de overstort meer buffervolume voorzien zodat deze minder vaak in werking treed.
Gebruiksgenot
Vergroening van de zone tussen kerk en gemeentehuis creëert kwalitatieve veelzijdige verblijfsruimten in het centrum. De hogere belevingswaarde van het centrum zal de plaatselijke horeca en handel versterken en bestaande en toekomstige evenementen in het dorp ondersteunen. De vernieuwde ruimte moet sociale cohesie en interactie tussen diverse gebruikersgroepen verhogen.
Aandacht voor rust en beleving: De belevingswaarde van de Roosterbeek staat centraal met aandacht voor ontspanning, rust en ontmoeting. Het dorpshart wordt weer een plek in Zonhoven om af te spreken, te ervaren, te spelen en ervan te genieten vanop de waterkant. Het water van het vijvergebied De Wijers zal opnieuw deel uitmaken van het centrum van Zonhoven.
Groene beleving kerkomgeving: De serene ceremoniële kerkomgeving wordt groen ingericht, waarbij de bestaande bomen zoveel mogelijk behouden blijven en verder aangevuld worden met nieuwe bomen, heesters en vaste plantenborders. Een hoogwaardige materialisatie verwijst naar de erfgoedwaarde van deze plek. Vanuit deze ruimte kijkt men uit op het water van de opengelegde Roosterbeek. Vanop verschillende rustpunten kan men hier van het uitzicht genieten. Gecombineerd met een beeldentuin en een verbinding met het plein wordt dit een oase van rust. Het monument voor de oud-strijders, wordt samen met de andere kunstwerken, hierin mooi ingepast.
Pleinbeleving: Ten zuiden van de kerk blijft een plein ter beschikking. De kiosk zal verdwijnen om het plein multifunctioneler te maken en als eenheid te verbeteren. Er komt meer ruimte vrij voor terrasjes met zicht op groen. Vast staat dat de wekelijkse zondagsmarkt in het centrum van Zonhoven behouden blijft. Ook andere evenementen kunnen worden ingepast op de compacte aaneengesloten ruimte. Het parkeren wordt naar de rand gebracht om de openheid van het plein te versterken. Fonteinen kondigen de Roosterbeek aan en versterken de beleving.
Waterbeleving: Fonteinen op het plein kondigen zittrappen richting de vlonder langs de Roosterbeek aan. Via deze vlonder kan via stapstenen de overkant van de beek worden bereikt. Deze wordt groen ingericht met zachte oevers. In de zachte oever worden lange zitmuren voorzien om langs het water te verblijven. Tegenover het gemeentehuis wordt een tweede vlonder voorzien die via een aangepaste helling bereikbaar is voor minder mobiele mensen. De vlonders worden telkens van een ruime manoeuvreerruimte voorzien in combinatie met een zitbank. Vanuit de zijde aan de kerk wordt een transparante leuning op de keermuur voorzien. Dit zorgt voor een balkoneffect dat uitkijkt op de Roosterbeek.
Natuureducatie: Door het contact met de beek te herstellen en speelruimtes te voorzien kunnen de scholen opnieuw meer aan natuureducatie doen. In de omgeving van de bibliotheek worden speelheuvels aangelegd met natuurlijke speelaanleidingen zoals boomstammen en wilgenhutjes en voorzieningen voor natuureducatie aansluitend aan de beekloop.
Mobiliteit langs water: Langsheen de Roosterbeek lopen nieuwe, veilige wandel- en fietspaden langsheen het water. Een hoofdas voor fiets- en voetgangers loopt parallel met de roosterbeek en vormt een incentive voor een lokale ruggengraat waarop trage wegen toekomen.
Veiligheid
Verkeersveiligheid: De heraanleg van het Kerkplein moet de verkeersveiligheid van het centrum verbeteren. Parkeerplaatsen worden gebundeld in twee deelgebieden aan de rand van het dorpshart en het aantal daalt licht. Hierdoor kunnen auto’s niet meer over het hele plein circuleren. Dit verhoogt de verkeersveiligheid en zorgt voor meer rust op het plein. De focus van de auto op het plein wordt verlegd naar zachte vervoersmodi. Er worden veilige fiets- en voetgangersverbindingen aangelegd. Voor voetgangers worden meer veilige oversteken gecreëerd en geaccentueerd.
Materiaalgebruik: Bij de materiaalkeuze wordt gekeken naar comfort en veiligheid voor gebruik voor fietsers en voetgangers. Ook aan rolcomfort en bereikbaarheid voor rolstoelgebruikers en blindengeleiding wordt gedacht.
Veiligheid beek: Ook bij de openlegging van de beek speelt veiligheid een rol. Enerzijds wordt bij de keerwand langs de waterloop en de oversteek ter hoogte van de brug gedacht aan valbeveiliging d.m.v. hekwerk, waardoor men niet in het water kan vallen. Deze hekwerken worden uitgewerkt met verticale spijlen. Hierdoor kan niet op de leuningen geklommen worden. Anderzijds wordt aan de zwakke oevers en de stapstenen, waar het water bereikbaar is, de diepte van de beek beperkt om ongevallen te voorkomen. Ter hoogte van de helling naar de vlonder wordt een rand voorzien aan het water.
De aanvraag voldoet aan de criteria voor de goede ruimtelijke ordening in de onmiddellijke en ruime omgeving.
Uit de bovenstaande motivering blijkt dat de schaal en het uiterlijk van de voorgenomen werken op voldoende wijze ruimtelijk inpassen in de onmiddellijke en ruime omgeving, dat de ruimtelijke draagkracht van het gebied niet wordt overschreden en dat de voorziene verweving van functies de aanwezige of te realiseren bestemmingen in de onmiddellijke omgeving niet in het gedrang brengen noch verstoren. De aanvraag is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.
MILIEUTECHNISCH ADVIES
Er worden bemalingswerken gepland voor de aanleg van verschillende rioleringsstrengen in de Dorpsstraat, Kerkplein, Rozenkransweg, Heuvenstraat en de Genkerbaan te Zonhoven. De werken worden opgedeeld in 2 hoofdfasen.
Deze omgevingsvergunningaanvraag heeft betrekking op de werken in de Rozenkransweg en het Kerkplein (eerste fase werken).
Op basis van de ontwerpgegevens in de bemalingsnota en rekening houdend met het mogelijk lokaal voorkomen van ondraagkrachtige lagen, wordt rekening gehouden met een maximale bemalingsdiepte van 4,1 m-mv.
Het aan te vragen totale bemalingsdebiet bedraagt volgens de berekeningen 86.391 m³. De bemalingswerken worden uitgevoerd in zes verschillende fases (fase 1 tot en met fase 6).
Geschat wordt dat de bemalingswerken ca. 77 dagen in beslag zullen nemen, waarbij gefaseerd bemaald zal worden. Om rekening te houden met eventuele vertragingen en stilstanden tussen de verschillende fases wordt de vergunning voor de ingedeelde inrichting aangevraagd voor 1 jaar. De bemaling zelf zal echter niet zo lang duren. Het maximaal dagdebiet voor dit project bedraagt 1.800 m³/dag. Dit debiet is echter enkel van toepassing in de initiële fase van de bemaling (ca. eerste vijf dagen bij opstart van een nieuwe bemalingszone). In de stationaire fase zal het debiet dalen tot ca. 1.300 - 900 m³/dag. Voor het aangevraagde jaardebiet wordt worstcase rekening gehouden met de totaaldebieten van de werken. De tijdsduur per bemalingsstreng zoals opgenomen in de bemalingsnota is een inschatting in kader van de bemalingsberekeningen. De effectieve duur in uitvoering is ook afhankelijk van mogelijke vertragingen/stilstanden.
De bemaling bevindt zich niet in grondwaterbeschermingszone, maar de invloedstraal rijkt wel tot enkele percelen die staan ingeschreven als biologisch waardevolle zones of complexen met biologisch waardevolle elementen.
Plan van aanpak omtrent bemalingswerken i.k.v. de herinrichting Dorpshart Zonhoven:
Er zullen twee fases worden uitgevoerd dewelke in 2 vergunningsaanvragen worden ingediend:
De start van de uitvoering van fase 1 zal plaatsvinden vanaf april/mei 2023 en zal starten met de aanleg van de ondiepe by-passleiding langsheen de Rozenkransweg richting het Kerkplein om het water van de Roosterbeek rond te leiden, zodoende dat de bestaande koker van de Roosterbeek niet meer watervoerend is en kan opgebroken worden ikv de openlegging. Ook nieuwe ondiepe RWA-leidingen op het marktplein ten zuiden van de kerk kunnen in deze fase reeds aangelegd worden.
In november 2022 zal ook de omgevingsvergunning (“fase 2”) aangevraagd worden voor de herinrichting van de doortocht door het centrum van Zonhoven in de Dorpsstraat en de Heuvenstraat, alsook het gedeelte van de Genkerbaan tot het kruispunt van de Grote Eggestraat. Deze laat toe dat er, tussen heden en november 2022, de tijd is om gerichter te bepalen welke maatregelen noodzakelijk zullen zijn ikv een eventuele sanering. In deze vergunning zal dan ook de diepere bemaling van fase 1 in opgenomen worden.
Aan de hand van een desktopstudie werd een inschatting gemaakt van de algemene grondwaterkwaliteit en bijgevolg ook een inschatting van de verwachte kwaliteit van het bemalingswater voor fase 1 van het project. Hieruit werden de volgende conclusies getrokken:
- Er wordt op basis van het model geen significant verspreidingsrisico verwacht van aanwezige grondwaterverontreinigingscontouren. Ter hoogte van OVAM-dossier 30988 is een verontreiniging met VOCl aanwezig in het grondwater. Deze wordt gemonitord gedurende 5 jaar maar er is geen actieve sanering meer gepland. Er wordt geen oppomping of significante verplaatsing (<2 x) gemodelleerd als gevolg van bemaling fase 1. In het grondwateronderzoek worden onderstaande maatregelen voorgesteld ter opvolging van de impact op deze verontreiniging:
Bemonstering en grondwaterstandmeting (parameters VOCl’s):
-Voor opstart van de bemaling (nultoestand);
-Bij opstart van de bemaling;
-Na 1 week bemalen;
-Vervolgens maandelijks afhankelijk van duur bemaling en kenmerken verontreinigingspluim.
Idealiter wordt hiervoor een diepe en ondiepe peilbuis gehanteerd (indien nog aanwezig; PB800-3m, PB800-20m en PB805), afhankelijk van de dan beschikbare analysegegevens uit de lopende monitoring. Indien blijkt dat er geen diepe en/of ondiepe verontreiniging meer wordt vastgesteld in het grondwater, is een frequente opvolging van de kwaliteit ter hoogte van deze peilbuizen uiteraard niet noodzakelijk.
Omwille van bovenstaande monitoring wordt geopteerd dat de bemalingswerken in deze zone worden opgevolgd door een erkende bodemsaneringsdeskundige.
- Uit de achtergrondwaardenkaart voor arseen blijkt dat er mogelijk verhoogde concentraties aan arseen worden vastgesteld in het grondwater, in de omgeving van het projectgebied. Er worden hier concentraties van 5,1 µg/l tot 10,0 µg/l vastgesteld (IC van arseen is 5 µg/l). Dit wordt enkel ter hoogte van OVAM-dossier 34113 vastgesteld (8 µg/l). Veiligheidshalve wordt geopteerd om voor de parameter arseen (regionaal karakter) een verhoogde lozingsnorm aan te vragen i.k.v. lozing op oppervlaktewater.
Gezien de parameter arseen regionaal verhoogd voorkomt, wordt er geen significante impact verwacht als gevolg van de lozing van het effluent op oppervlaktewater wat deze parameters betreft.
Er worden geen overschrijdingen van de geldende milieukwaliteitsnormen grondwater verwacht o.b.v. de geanalyseerde parameters.
- Daarnaast wordt op basis van de OVAM checklist voor PFAS de voormalige wasserij beschouwd als mogelijks risico i.k.v. textielbehandeling ter hoogte van OVAM-dossier 30988. Er werd in kader van het Bodemdecreet nog geen onderzoek hiernaar uitgevoerd.
Er zullen twee fases worden uitgevoerd dewelke in 2 vergunningsaanvragen worden ingediend (in tijd gescheiden).
Het effluent van het bemalingswater kan ter hoogte van de aanwezige vijver geïnfiltreerd worden. Gezien het infiltratiedebiet afhankelijk is van externe factoren (regenwater, periode van uitvoering, sliblaag vijver etc.) kan het exacte infiltratiedebiet niet bepaald worden en wordt het totale bemalingsdebiet als lozingsdebiet aangevraagd. Er zal dus ook (mogelijks) deels geloosd worden in oppervlaktewater (de Roosterbeek) (LP1). De x- en y-coördinaten zijn slechts indicatief.
Aangezien de aannemer(s) en werforganisatie momenteel nog niet gekend zijn, werden overige werfactiviteiten niet opgenomen in de huidige omgevingsvergunningaanvraag .
Voor de ingedeelde inrichting (bemaling en lozing bemalingswater) wordt een termijn van 1 jaar aangevraagd, vanaf melding start der werken;
Voor het deel milieu werden de volgende rubrieken aangevraagd :
Rubriek | Omschrijving | Klasse |
3.4.2° | Lozing van bemalingswater dat gevaarlijke stoffen bevat, vermeld in bijlage 2C , in concentraties hoger dan het IC ( lozing 75m³/h, 1800 m³/dag en 86.391 m³/jaar via lozingspunt LP1 na infiltratie via vijver) | 2 |
53.2.2°b)2 | Grondwaterbemaling met een jaardebiet van 86.391m³/jaar en een maximale grondwaterverlaging tot 4,1m-mv en duur van 1 jaar | 2 |
Er werd een aanvraag bijstelling van de algemene en sectorale voorwaarden volgens artikel 4.2.3.1 3° (Lozing van bedrijfsafvalwater dat één of meer gevaarlijke stoffen bevat) ingediend.
In het kader van de lozing van het bemalingswater op oppervlaktewater worden lozingsnormen aangevraagd aangezien er gevaarlijke stoffen verwacht worden in het grondwater (en bijgevolg ook in het bemalingswater) met een concentratie boven het indelingscriterium. Er wordt een lozingsnorm voor Arseen van 10µg/ l gevraagd.
Op basis van de uitgevoerde desktopstudie wordt een frequente monitoring van het effluent van de bemaling niet noodzakelijk geacht.
Conform artikel 4.2.5.3.1 Vlarem II dient jaarlijks onderstaande analyse op het effluent van de bemaling (ingedeeld als bedrijfsafvalwater vanwege verhoogde lozingsnorm) te worden uitgevoerd: de temperatuur, de pH, het BZV, het CZV, het gehalte aan zwevende stoffen, het gehalte aan totale stikstof, het gehalte aan totale fosfor, de metalen totaal arseen, totaal cadmium, totaal chroom, totaal koper, totaal kwik, totaal lood, totaal nikkel, totaal zilver en totaal zink.
De bemalingsfasen dewelke in kader van deze aanvraag worden voorzien (fase 1 Dorpshart Zonhoven), hebben een beperkte impact op deze gekende verontreiniging (<2x verspreiding). Wel wordt geopteerd om de peilbuizen ter hoogte van de verontreiniging te monitoren zodoende geweten is wat exacte impact is op de verontreiniging en bij opstart fase 2 geweten is of al dan niet rechtstreeks de waterzuivering dient ingeschakeld te worden, zodoende eventuele verontreiniging op openbare zone kan worden opgepompt en gezuiverd in kader van de 2e fase van het project Dorpshart Zonhoven.
Bemonstering en grondwaterstandmeting (parameters VOCl’s):
- Voor opstart van de bemaling (nultoestand);
- Bij opstart van de bemaling;
- Na 1 week bemalen;
- Vervolgens maandelijks afhankelijk van duur bemaling en kenmerken verontreinigingspluim.
Idealiter wordt hiervoor een diepe en ondiepe peilbuis gehanteerd (indien nog aanwezig; PB800-3m, PB800-20m en PB805, afhankelijk van de dan beschikbare analysegegevens uit de lopende monitoring. Indien blijkt dat er geen diepe en/of ondiepe verontreiniging meer wordt vastgesteld in het grondwater, is een frequente opvolging van de kwaliteit ter hoogte van deze peilbuizen uiteraard niet noodzakelijk.
Omwille van bovenstaande monitoring wordt geopteerd dat de bemalingswerken in deze zone worden opgevolgd door een erkende bodemsaneringsdeskundige.
Er werd een aanvraag bijstelling van de algemene en sectorale voorwaarden volgens artikel 4.2.5.1.1. § 1 (Controle-inrichting en bemonsteringsapparatuur in kader van lozen bedrijfsafvalwater) ingediend.
Volgens artikel 4.2.5.1.1. §1 van Vlarem II dient het bedrijfsafvalwater geloosd te worden via debietsmeet- en bemonsteringsapparatuur. In het kader van voorliggende bemaling en lozing van het bemalingswater is het echter niet relevant om bemonsteringsapparatuur voor de lozing van het bemalingswater te voorzien. De hoeveelheid grondwater die opgepompt en afgevoerd wordt, wordt bepaald d.m.v. een meetmethode conform hoofdstuk 5.53 van Vlarem II . Deze meetmethode is in voorliggende situatie meer geschikt dan de voorziene meetmethodes voor lozing van afvalwater. Het volume opgepompt grondwater, gemeten conform hoofdstuk 5.53 van Vlarem II, is gelijk aan het volume water dat geloosd zal worden. Om de kwaliteit van het geloosde grondwater te bepalen, zullen er staalnames gedaan worden via een aftapkraan.
MILIEU-ASPECTEN
Er wordt uitgegaan van een grondwaterbemaling met een debiet van 1800 m³/dag , een grondwaterstandsdaling tot 4,1m-mv en duur van 1 jaar.
Het effluent van het bemalingswater kan ter hoogte van de aanwezige vijver geïnfiltreerd worden. Gezien het infiltratiedebiet afhankelijk is van externe factoren (regenwater, periode van uitvoering, sliblaag vijver etc.) kan het exacte infiltratiedebiet niet bepaald worden en wordt het totale bemalingsdebiet als lozingsdebiet aangevraagd. Er zal dus ook (mogelijks) deels geloosd worden in oppervlaktewater (de Roosterbeek) (LP1).
Biodiversiteit
Uit de bemalingsnota blijkt het volgende:
- De invloedstraal van de bemaling reikt niet tot in een habitat- of vogelrichtlijngebied.
- De invloedstraal van de bemaling reikt niet tot in VEN of IVON gebieden.
- Op de biologische waarderingskaart vallen meerdere percelen met (complexen met) biologisch waardevolle elementen binnen de invloedstraal.
Vanwege de van nature verhoogde concentraties arseen in het grondwater, wordt in voorliggende aanvraag een verhoogde lozingsnorm gevraagd van 10 µg/l (2x het indelingscriterium van 5µg/l voor arseen). De lozing wordt hierdoor indelingsplichtig (rubriek 3.4.2°).
Omwille van de nabijgelegen SBZ is uitvoering van een voortoets hier van toepassing. De voortoets toont een potentieel effect aan door verontreiniging oppervlaktewater met arseen.
Er wordt verwacht dat de lozing van het bemalingswater met van nature verhoogde concentraties arseen geen bijkomende impact zal hebben: de vijvers van het SBZ-gebied staan in contact met grondwater, waardoor zij aan dezelfde concentraties arseen blootgesteld zijn als deze in het bemalingswater. Daarbij betreft het een tijdelijke lozing van beperkte verhoogde concentraties arseen: de lozingsnorm bedraagt 10 µg/l, terwijl de milieukwaliteitsnorm voor arseen in grondwater 20 µg/l bedraagt (infiltratie via vijvers). Door overloop van deze vijvers naar oppervlaktewater, zal ook op het oppervlaktewater geen bijkomende impact zijn ten gevolge van de lozing.
Geluid
De werkzaamheden kunnen gedurende de aanlegfase geluidshinder en trillingen veroorzaken. Deze effecten zijn tijdelijk en vinden voornamelijk overdag plaats.
Aanvraag bijstelling van de algemene en sectorale voorwaarden artikel 4.2.3.1 3° (Lozing van bedrijfsafvalwater dat één of meer gevaarlijke stoffen bevat)
Gunstig advies met het voorstel van bijstelling van de aanvrager voor de lozing van arseen met lozingsnorm van 10µg/ l en opvolging door een erkend bodemsaneringsdeskundige, mits bijkomende wekelijkse analyse van het effluent op VOCls .
Aanvraag bijstelling van de algemene en sectorale voorwaarden artikel 4.2.5.1.1. § 1 (Controle-inrichting en bemonsteringsapparatuur in kader van lozen bedrijfsafvalwater)
Gunstig advies voor de opvolging van het debiet van de lozing via de debietmeter van de bemaling.
Besluit.
Gunstig advies voor de exploitatie van de volgende rubrieken gedurende 1 jaar:
Rubriek | Omschrijving | Klasse |
3.4.2° | Lozing van bemalingswater dat gevaarlijke stoffen bevat, vermeld in bijlage 2C , in concentraties hoger dan het IC ( lozing 75m³/h, 1800 m³/dag en 86.391 m³/jaar via lozingspunt LP1 na infiltratie via vijver) | 2 |
53.2.2°b)2 | Grondwaterbemaling met een jaardebiet van 86.391m³/jaar en een maximale grondwaterverlaging tot 4,1m-mv en duur van 1 jaar | 2 |
Mits naleving van de algemene en sectorale voorwaarden (hoofdstuk 5.3 en 5.53) van Vlarem II .
Gunstig advies voor de aanvraag bijstelling van de algemene en sectorale voorwaarden artikel 4.2.3.1 3° voor de lozing van arseen met lozingsnorm van 10µg/ l en opvolging door een erkend bodemsaneringsdeskundige, mits bijkomende wekelijkse analyse van het effluent op VOCls .
Gunstig advies voor de aanvraag bijstelling van de algemene en sectorale voorwaarden artikel 4.2.5.1.1. § 1 met opvolging lozing via de debietmeter van de bemaling.
GECOÖRDINEERD EINDADVIES
Uit bovenstaande motiveringen blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen inzake milieu en ruimtelijke ordening, en dat het voorgestelde ontwerp verenigbaar / bestaanbaar is met de goede plaatselijke ordening en met zijn onmiddellijke omgeving.
De aanvraag is vatbaar voor een omgevingsvergunning voor de vergroening van het Dorpshart van Zonhoven met bijhorende bemalingswerken, mits het opleggen van voorwaarden.
Bijgevolg adviseert de omgevingsambtenaar het dossier voorwaardelijk gunstig voor de vergroening van het Dorpshart van Zonhoven met bijhorende bemalingswerken zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan de aanvraag zijn verbonden en voor zover rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarden:
Riolering:
De omgevingsambtenaar adviseert het dossier gunstig voor de aanvraag bijstelling van de algemene en sectorale voorwaarden artikel 4.2.3.1 3° met voorstel voor de lozing voor arseen 10µg/l en opvolging door een erkend bodemsaneringsdeskundige mits bijkomende wekelijkse analyse van het effluent op VOCls en voor de aanvraag bijstelling van de algemene en sectorale voorwaarden artikel 4.2.5.1.1. § 1 met opvolging lozing via de debietmeter van de bemaling.
Het college van burgemeester en schepenen adviseert het dossier gunstig voor de vergroening van het Dorpshart van Zonhoven met bijhorende bemalingswerken zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan de aanvraag zijn verbondenen voor zover rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarden:
Riolering: