STEDENBOUWKUNDIG EN MILIEUTECHNISCH advies - verslag GEMEENTELIJKE omgevingsambtenaar
De aanvraag betreft de aanleg van een zwemvijver met een infiltratievoorziening.
De aanvraag werd op 21/04/2022 ontvangen.
Op 20/05/2022 werd aanvullende informatie opgevraagd.
Op 28/05/2022 werd de gevraagde aanvullende informatie aangeleverd.
Op 24/06/2022 werd de aanvraag ontvankelijk en volledig verklaard.
De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.
Er werd geen openbaar onderzoek gehouden.
HISTORIEK VAN HET EIGENDOM WAAROP DE AANVRAAG BETREKKING HEEFT
Stedenbouwkundig
De aanvraag werd in overleg gebracht met de gemeentelijke administratie op 25/07/2021.
De aanvraag houdt gedeeltelijk rekening met de resultaten van het voorafgaandelijk advies.
Uit het aanvraagdossier en de gegevens waarover de gemeente beschikt (luchtfoto…) blijkt dat op het perceel van de aanvraag constructies aanwezig zijn en handelingen werden verricht, waarvoor geen vergunning verleend werd.
Het betreft 2 handelingen en 1 constructie waarvan het college van burgemeester en schepenen in vergunning 2014/00026 op 13/05/2014 heeft beslist dat ze hersteld dan wel verwijderd moesten worden:
Er zijn geen van de, bij de aanvulling gevraagde, bewijzen aangeleverd dat aan de voorwaarden van vergunning 2014/00026 is voldaan. De overdekte constructie werd opgenomen in de huidige aanvraag als te verwijderen.
Milieu
Het perceel is niet opgenomen in het Grondeninformatieregister.
OPENBAAR ONDERZOEK
Overeenkomstig artikel 17 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hoofdstuk 3 Toepassingsgebied van de gewone en vereenvoudigde procedure, artikels 11 t.e.m. 14 van het besluit tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning, werd dit dossier volgens gewone procedure behandeld.
Er werd bijgevolg geen openbaar onderzoek gehouden.
ADVIEZEN
Geen adviezen vereist.
MILIEUEFFECTENRAPPORTAGE
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van bijlage I, II en III van het besluit inzake projectmilieueffectrapportage van 10 december 2004 en latere wijzigingen.
STEDENBOUWKUNDIG ADVIES
TOETSING AAN DE REGELGEVING EN VOORSCHRIFTEN
OVEREENSTEMMING MET BESTEMMINGS- EN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
Gewestplan
De aanvraag is volgens het geldende gewestplan Hasselt - Genk, goedgekeurd bij Koninklijk besluit op 3 april 1979, gelegen in woongebied.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van een goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen en latere wijzigingen).
Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Afbakening regionaal stedelijk gebied Hasselt - Genk” dat op 20 juni 2014 definitief werd vastgesteld door de Vlaamse Regering.
Er is geen bestemmingswijziging ten opzichte van het gewestplan voorzien voor dit perceel.
Bijzonder plan van aanleg
Het goed is gelegen binnen het gewijzigde BPA Dorpsstraat-Kleine Hemmenweg-Grote Hemmenweg-Kremerstraat goedgekeurd op 3 juli 2006.
Het goed kreeg als bestemming zone voor open bebouwing, voortuinstrook en koeren en hovingen.
De aanvraag voldoet principieel aan de geldende bestemmingsvoorschriften en de stedenbouwkundige voorschriften van het bijzonder plan van aanleg.
Stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater
De aanvraag valt onder de toepassing van het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 en latere wijzigingen, houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
Het is niet mogelijk te beoordelen of de aanvraag aan de stedenbouwkundige verordening voldoet aangezien de nodige informatie niet aangeleverd werd. De infiltratieoppervlakte werd niet meegedeeld en het is niet mogelijk dit aan de hand van de aangeleverde informatie correct te berekenen.
Riolering
Het perceel is op het zoneringplan voor riolering, goedgekeurd bij Ministerieel besluit de dato 19 september 2008, gelegen in “centrale gebied”. Een individuele voorbehandelinginstallatie (septische put) moet niet aangelegd worden.
Standaardbepalingen rioleringsbeheerder Fluvius omgevingsvergunningen
Algemene bepalingen betreffende riolering en waterafvoer:
Watertoets
Onder deze voorwaarde is het ontwerp verenigbaar met artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid:
De gemeente doet de watertoets en legt desgevallend gepaste maatregelen op ter voorkoming van schadelijke effecten op de waterhuishouding van de omgeving. Hetzelfde geldt voor de toepassing van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater met eventueel de daaraan gekoppelde verplichtingen.
De gemeente is niet verantwoordelijk voor de juistheid van de aan haar bezorgde gegevens in het voorliggende dossier op basis waarvan eventueel de nodige maatregelen worden opgelegd. Het aanleveren van de juiste gegevens en het uitvoeren van de door de gemeente opgelegde verplichtingen blijft de verantwoordelijkheid van de architect en/of de bouwheer. Indien hieraan niet is voldaan, kan de gemeente niet verantwoordelijk gesteld worden indien door de geplande bouwwerken toch wateroverlast zou ontstaan in de omgeving.
De infiltratieoppervlakte werd niet meegedeeld en het is niet mogelijk dit aan de hand van de aangeleverde informatie correct te berekenen.
De aanvraag doorstaat de watertoets niet.
Archeologienota
Conform het Onroerenderfgoeddecreet de dato 12 juli 2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag gezien de perceeloppervlakte kleiner is dan 3 000m².
Indien men niet verplicht is tot het opstellen van een archeologienota en tijdens de uitvoering komen er toch archeologische sporen of vondsten aan het licht, dan dient de bouwheer dit te melden binnen de 3 dagen aan het agentschap Onroerend Erfgoed (www.onroerenderfgoed.be).
Overige regelgeving
Slopen
De afbraak dient te gebeuren tot in de grond en de plaats moet hersteld worden in de vorige toestand.
Aan de afbraak is geen milieuvergunningsplicht verbonden, wel dient rekening gehouden te worden met de wettelijke verplichtingen opgenomen in het Vlarem II, omgevingsvergunningsdecreet, het bodemsaneringsdecreet en het materialendecreet. Vooraleer te starten met de afbraakwerken dienen de constructies volledig ontruimd te worden. De afvalstoffen die vrijkomen bij de afbraakwerken dienen selectief ingezameld te worden.
Alle bouw-, sloop- en infrastructuurwerken in open lucht dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II, hoofdstuk 6.12 Beheersing van stofemissies tijdens bouw- , sloop- en infrastructuurwerken”, indien deze uitgevoerd worden door een aannemer.
Het verwijderen van asbest dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II Beheersing van asbest, hoofdstuk 6.4.
Grondverzet
Uit het ingediende dossier blijkt niet dat een grondverzet (met aanvoer/ afvoer) van meer dan 250m³ zal plaatsvinden. De regelgeving omtrent grondverzet is niet van toepassing.
Toetsing AAN DE goede ruimtelijke ordening
OMSCHRIJVING VAN DE FEITELIJKE AANVRAAG
De aanleg van een zwemvijver met een infiltratievoorziening.
BEOORDELING VAN DE GOEDE RUIMTELIJKE ORDENING
De aanvraag is gelegen in een gebied dat geordend wordt door een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan en een gemeentelijk plan van aanleg waarvan niet afgeweken wordt. Deze plannen of die vergunning bevatten voorschriften die de aandachtspunten, vermeld in art. 4.3.1 §2 1° van de Vlaamse Codex ruimtelijke ordening, behandelen en regelen. Deze voorschriften worden geacht de criteria van de goede ruimtelijke ordening weer te geven.
De zwemvijver bevindt zich volgens het BPA in de ‘zone voor koeren en hovingen’. Het BPA maakt geen concrete melding van specifieke voorschriften voor niet-overdekte constructies. Bijgevolg moeten we een toetsing doen van de goede ruimtelijk ordening.
De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen:
1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;
2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in 1°, in rekening brengen;
Het perceel van de aanvraag is gelegen aan de Kleine Hemmenweg, een gemeenteweg in het centrum van Zonhoven.
De omgeving wordt gekenmerkt door voornamelijk residentiële bebouwing in open en halfopen verband.
Het binnengebied van de omgeving en bijgevolg een deel van de achtertuin van het perceel is volgens het gewestplan ingetekend als woonuitbreidingsgebied.
Op het perceel is een halfopen eengezinswoning ingeplant met enkele parkeerplaatsen in de voortuin. In de achtertuin zijn een terras, bijkomende verhardingen en 2 vrijstaande bijgebouwen ingeplant.
De zwemvijver past functioneel in het residentiële karakter van de omgeving. Ze wordt ingeplant binnen de eerste 50 meter van de rooilijn in de achtertuin en uitgevoerd in betonplaat met rubberfolie. De wand bestaat uit gemetste betonnen blokken. Er wordt een 0,35 meter brede granieten boordsteen voorzien. Aan de zwemvijver wordt er een filter voorzien bestaande uit grind, lavasteen en substraat. Naast de zwemvijver wordt er een infiltratievoorziening ingeplant waarvan de dimensies niet voldoen aan de hemelwaterverordening.
Het reliëf van het terrein wordt verder niet gewijzigd.
Conform het ingediende inplantingsplan is de bestaande bebouwings- en verhardingsgraad van de eerste 50m van het perceel (onderliggend bestemming woongebied) momenteel ongeveer 65%. Door het plaatsen van een zwemvijver zou deze bebouwings- en verhardingsgraad voor dit deel opgetrokken worden naar ongeveer 73%. Hierdoor is het perceel voor de eerste 50m nagenoeg volledig verhard en kent het totale perceel een zeer grote bebouwings- en verhardingsgraad, wat niet aanvaardbaar is. De functie van alle verhardingen blijkt bovendien niet uit het dossier.
De aanvraag voldoet niet aan de criteria voor de goede ruimtelijke ordening in de onmiddellijke en ruime omgeving aangezien door de aanvraag een overdreven bebouwing en verharding ontstaat op het perceel.
Uit de bovenstaande motivering blijkt dat de voorgenomen werken zich onvoldoende ruimtelijk inpassen in de omgeving. De aanvraag is niet verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening zoals hoger gemotiveerd.
MILIEUTECHNISCH ADVIES
Niet van toepassing.
GECOÖRDINEERD EINDADVIES
Uit bovenstaande motiveringen blijkt dat de aanvraag niet in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen inzake milieu en ruimtelijke ordening, en dat het voorgestelde ontwerp niet verenigbaar is met de goede plaatselijke ordening en met zijn onmiddellijke omgeving.
De aanvraag is niet vatbaar voor een omgevingsvergunning voor de aanleg van een zwemvijver met een infiltratievoorziening.
Door de aanvraag ontstaat een overdreven bebouwing en verharding op het perceel. Daarnaast doorstaat de aanvraag de watertoets niet, gezien er met de aangeleverde informatie niet kan beoordeeld worden of er aan de verordening hemelwater voldaan is.
Het college van burgemeester en schepenen volgt het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar van 26/07/2022 tot het weigeren van de omgevingsaanvraag niet.
Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het verlenen van de omgevingsaanvraag mits voorwaarden voor de aanleg van een zwemvijver met een infiltratievoorziening, zoals weergegeven op de ingediende plannen.
De omgevingsvergunning wordt aldus afgegeven onder volgende voorwaarden: