Het college van burgemeester en schepenen ging op 26.04.2022 principieel akkoord met de bouw van een nieuw kerkgebouw op de percelen 3e afdeling nrs. 948B en 947A op de hoek van de Kruisheideweg en Schopsveldweg. Als voorwaarde werd gesteld dat de nieuwe ontwikkeling dient te voldoen aan alle vereisten van een goede ruimtelijke ordening.
Beide percelen bevinden zich volgens het geldende gewestplan in een zone voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut. De percelen zijn volledig bebost. De percelen zijn niet gelegen binnen een goedgekeurde verkaveling of BPA, en bevinden zich binnen de afbakening van het gewestelijk RUP regionaalstedelijk gebied Hasselt-Genk. Vooraan de percelen, langs de Schopsveldweg, is een gemeentelijk perceel gelegen, 949B.
De Christengemeenschap heeft ondertussen een architect aangesteld om een voorontwerp op te maken.
Vanuit de afdeling Ruimte werd gevraagd om de nieuwbouw oostelijk in te planten aan de zijde van het voetbalveld, waardoor de impact (verkeershinder en geluidsoverlast) op de residentiële zone aan de Kruisheideweg minimaal is.
De bouwheer verzoekt het gemeentebestuur een grondruil te overwegen waarbij perceel 949B, in eigendom van de gemeente en grenzend aan de Schopsveldweg, wordt geruild met een perceel grond grenzend aan de Kruisheideweg om alzo ter verzekeren dat de nieuwbouw volledig aan de uitgeruste Schopsveldweg zou komen te liggen. De toegang tot de nieuwbouw wordt in dat geval genomen via de Schopsveldweg. Er wordt voorgesteld om een dossier van ruiling van gronden op te starten tussen de gemeente en de christengemeenschap.
De dienst Contractmanagement stelt dat een grondruil eventueel mogelijk is: “Van belang is dat het geruilde goed qua schattingswaarde identiek hoort te zijn. Een deel van perceel 949B is immers gelegen in (duurder) woongebied. De landmeter-, notariskosten (ook registratiekosten ea.) en alle andere kosten zijn sowieso ten laste van de bouwheer, aangezien zij vragende partij zijn hiervoor. Dergelijke vraag mag geen verarming van de maatschappij met zich meebrengen. De ruil van een gedeelte van een perceel is ook mogelijk, het moet niet per se het gehele perceel zijn. Er moet hoe dan ook eerst concreet bekeken worden wat ze voorstellen om te ruilen. Het is voor ons als gemeente bv. niet wenselijk moest het meest westelijke deel van 494B geen deel uitmaken van een ruil of aankoop door hen, aangezien er daar dan een waardeloos eilandje gemeente-eigendom gecreëerd zou worden waar wij weinig mee zijn.”
Vanuit de afdeling Ruimte wordt nog gesteld dat op het eerste zicht een ruil met de achterzijde van het perceel ruimtelijk gezien het meest aangewezen lijkt. Zo ontstaat er achteraan een strook bos die behouden kan blijven als buffer. Het gebouw moet dan meer naar voren komen en/of gedraaid worden. De twee percelen (948B en 947A) dienen in dat geval volledig gebruikt te worden (met langs weerszijden behoud bos als buffer). De inplanting zal dan namelijk meer in de breedte dienen te gebeuren. Op die manier ontstaat ook effectief een boskamer.
In bijlage een aangepast ontwerpvoorstel (niet definitief!) waarbij er is vanuit gegaan dat er een grondwissel met de gemeente zou kunnen gebeuren.
De afdeling Ruimte en de dienst Contractmanagement hebben principieel geen bezwaar tegen een grondwissel.
Het college van burgemeester en schepenen heeft principieel geen bezwaar tegen een grondruiling of een verkoop van gronden. Aan landmeter-expert Guy Gillissen wordt opdracht gegeven om, in overleg met de betrokken diensten, een opmetingsplan op te maken met aanduiding van de mogelijke grondruiling of -verkoop en de schattingsprijs te bepalen van de te ruilen/te verkopen perceeldelen.