Terug
Gepubliceerd op 11/01/2023

2022_CBS_01325 - OMV - Vergunning - Boomsteeg 43 - 2022/00183 - Goedkeuring

College van burgemeester en schepenen
di 20/12/2022 - 13:30 schepenzaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur

Secretaris

Bart Telen, Algemeen directeur
2022_CBS_01325 - OMV - Vergunning - Boomsteeg 43 - 2022/00183 - Goedkeuring 2022_CBS_01325 - OMV - Vergunning - Boomsteeg 43 - 2022/00183 - Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

STEDENBOUWKUNDIG EN MILIEUTECHNISCH advies - verslag GEMEENTELIJKE omgevingsambtenaar

De aanvraag betreft het regulariseren en verbouwen van een bestaande woning, de functiewijziging naar een vakantiewoning en herinrichting van het terrein.

De aanvraag werd op 06/07/2022 ontvangen.

Op 04/08/2022 werd aanvullende informatie opgevraagd.

Op 25/08/2022 werd de gevraagde aanvullende informatie aangeleverd.

Op 06/09/2022 werd de aanvraag ontvankelijk en volledig verklaard.

De gewone vergunningsprocedure wordt gevolgd.

Er werd een openbaar onderzoek gehouden, lopende van 16/09/2022 tot en met 15/10/2022, gesloten met 0 bezwaarschriften.

HISTORIEK VAN HET EIGENDOM WAAROP DE AANVRAAG BETREKKING HEEFT

Stedenbouwkundig

  • 1968/00105: bouwaanvraag geweigerd door de Deputatie op 07/11/1968 voor het bouwen van een woonhuis;
  • 1977/00210: bouwvergunning op 28/09/1977 voor het bouwen van een woonhuis;

De aanvraag werd in overleg gebracht met de gemeentelijke administratie tussen november 2021 en maart 2022 (VB_2021_328) voor wat betreft procedure met afwijking van de bestemming binnen het BPA, de vergunningstoestand en de te volgen richtlijnen voor een omgevingsaanvraag en specifieke regelgeving  voor logiesverstrekkende inlichtingen.  Er werd geen voorontwerp ingediend.

Uit de gegevens waarover de gemeente beschikt, blijkt niet dat voor het voorwerp van de aanvraag een PV is opgesteld noch dat een meerwaarde werd opgelegd of dat op het goed een vonnis of arrest rust. 

Uit het aanvraagdossier en de gegevens waarover de gemeente beschikt (luchtfoto…) blijkt dat op het perceel van de aanvraag constructies werden opgericht en handelingen werden uitgevoerd, waarvoor geen vergunning verleend werd. 

Het betreft de oprichting van een veranda, een overdekt terras, een bijgebouw, de ruimere uitvoering van een afrit, beperkte interne wijzigingen en gevelwijzigingen en aanleg van verhardingen.

Deze wederrechtelijk opgerichte constructies en uitgevoerde handelingen werden opgenomen in de huidige aanvraag als te regulariseren, te verwijderen of aan te passen.

Milieu

Volgende milieumelding werd afgeleverd:

  • 3VL1192 – 20132554 - melding klasse 3 op 10/03/1992 van opslag van 5000 liter mazout

Het perceel is niet opgenomen in het Grondeninformatieregister.

OPENBAAR ONDERZOEK

Overeenkomstig artikel 17 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hoofdstuk 3 Toepassingsgebied van de gewone en vereenvoudigde procedure, artikels 11 t.e.m. 14 van het besluit tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning, werd dit dossier volgens de gewone procedure behandeld.

Er werd bijgevolg een openbaar onderzoek gehouden.

Het openbaar onderzoek werd georganiseerd van 16/09/2022 tot en met 15/10/2022.

Er werden geen bezwaren ingediend.

ADVIEZEN

Brandweer Hulpverleningszone Zuid-West Limburg

Toerisme Vlaanderen

MILIEUEFFECTENRAPPORTAGE

De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van bijlage I, II en III van het besluit inzake projectmilieueffectrapportage van 10 december 2004 en latere wijzigingen.

STEDENBOUWKUNDIG ADVIES

TOETSING AAN DE REGELGEVING EN VOORSCHRIFTEN

OVEREENSTEMMING MET BESTEMMINGS- EN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Gewestplan

Het perceel van de aanvraag is volgens het geldende gewestplan Hasselt - Genk, goedgekeurd bij Koninklijk besluit op 3 april 1979, deels gelegen in woongebied met landelijk karakter en deels gelegen in natuurgebied met wetenschappelijke waarde. 

De voorgestelde werken bevinden zich volledig in het woongebied met landelijk karakter.

De woongebieden met landelijk karakter zijn in hoofdzaak bestemd “voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven”. Zowel bewoning als landbouw zijn bijgevolg de hoofdbestemmingen van het gebied, en beide bestemmingen staan er op gelijke voet. Daarnaast kunnen eveneens de andere inrichtingen, voorzieningen en activiteiten, zoals in woongebied worden toegelaten (artikel 6 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan, noch in een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Bijzonder plan van aanleg

Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg Boomsteeg herziening, goedgekeurd op 13 februari 2007.

Het perceel kreeg als bestemming:

  • Artikel 12 – zone voor open bebouwing met een ruraal karakter;
  • Artikel 24 – publieke voortuinstrook;
  • Artikel 26 – mantelzone tegenover het aangrenzende vijvergebied.

De aanvraag voldoet principieel aan de geldende bestemmingsvoorschriften maar niet aan de stedenbouwkundige voorschriften van het bijzonder plan van aanleg.

Daarom wordt de aanvraag verder onderzocht op basis van de bepalingen van artikel 4.4.9/1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, gewijzigd door het decreet van 8 december 2017 houdende wijziging van diverse bepalingen inzake ruimtelijke ordening, milieu en omgeving (zgn. Codextrein).

AFWIJKINGEN VAN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Handelingen sorterend onder voorschriften van een bijzonder plan van aanleg dat ouder is dan 15 jaar

Art. 4.4.9/1.

Het vergunningverlenende bestuursorgaan mag bij het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van de stedenbouwkundige voorschriften van een bijzonder plan van aanleg, voor zover dit plan ouder is dan vijftien jaar op het ogenblik van de indiening van de aanvraag.

Afwijkingen kunnen niet toegestaan worden voor wat betreft wegenis, openbaar groen en erfgoedwaarden.

De afwijkingsmogelijkheid, vermeld in het eerste lid, kan slechts worden toegepast voor stedenbouwkundige voorschriften van bijzondere plannen van aanleg die een aanvulling vormen op:

1° de volgende gebiedsaanduidingen, vermeld in het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen:

a) woongebieden, met uitzondering van woonparken;

b) industriegebieden in de ruime zin;

c) dienstverleningsgebieden;

d) gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen;

2° de volgende aanvullende voorschriften van het gewestplan:

a) gebieden voor service-residentie;

b) kantoor- en dienstenzones;

c) gebieden voor handelsbeursactiviteiten en grootschalige activiteiten;

d) lokale en regionale bedrijventerreinen;

e) luchthavengebonden bedrijventerreinen;

f) gebieden voor luchthavengerelateerde kantoren en diensten;

g) businessparken;

h) teleport;

i) gebieden voor hoofdkwartierfunctie;

j) gebieden hoofdzakelijk bestemd voor de vestiging van grootwinkelbedrijven;

k) zones voor kleinhandel en kleine en middelgrote ondernemingen;

l) kleinhandelszones;

m) zones van handelsvestigingen;

n) gebieden voor zeehaven- en watergebonden bedrijven;

o) zeehavengebieden;

p) gebieden voor watergebonden bedrijven;

q) transportzones;

r) regionale gemengde zones voor diensten en handel;

s) research-, universiteits- en wetenschapsparken;

t) bedrijfsgebied met stedelijk karakter;

u) gemengde woon- en industriegebieden;

v) gemengde gemeenschapsvoorzienings- en dienstverleningsgebied;

w) stedelijke ontwikkelingsgebieden;

x) gebieden voor duurzame stedelijke ontwikkeling;

y) gebieden voor kernontwikkeling.

De afwijkingsmogelijkheid, vermeld in het eerste lid, kan niet worden toegepast voor bijzondere plannen van aanleg die voorzien in stedenbouwkundige voorschriften voor agrarisch gebied, ruimtelijk kwetsbaar gebied of recreatiegebied in afwijking van het gewestplan of voor gebieden die in uitvoering van artikel 5.6.8 van deze codex aangeduid zijn als watergevoelig openruimtegebied.

Elke aanvraag tot afwijking overeenkomstig het eerste lid, wordt onderworpen aan een openbaar onderzoek.

De aanvraag voldoet aan de afwijkingsbepalingen.

De aanvraag wijkt af van de stedenbouwkundige voorschriften van het BPA Boomsteeg herziening dd. 13/02/2007 voor wat betreft:

  • Artikel 12.1. Bestemming

De hoofdbestemming is wonen, maximaal 2 wooneenheden, met bijhorende private buitenruimte en een eventueel 1 nevenbestemming voor vrije beroepen per perceel/ pand.

De aanvraag voorziet een functiewijziging van de eengezinswoning naar vakantiewoning.

  • Artikel  12.2. Inplanting en volume van het hoofdgebouw

In geval van een hellend dak varieert de kroonlijsthoogte tussen de 2,50m en 4,50m.

De kroonlijsthoogte van  de te regulariseren veranda en afdak bedraagt 2,36m en 2,8m.

Stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater

Er werd aangegeven dat de aanvraag niet onder toepassing van de verordening hemelwater valt.

De plannen geven echter aan dat de horizontale dakoppervlakte van de te regulariseren veranda en overkapping 42m² bedraagt. Te regulariseren constructies vallen onder dezelfde regelgeving als nieuwe constructies.

De aanvraag valt dus onder de toepassing van het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 en latere wijzigingen, houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

Voor berekening van de infiltratievoorziening dient 42m² van de te regulariseren dakoppervlakte opgenomen en minstens eenzelfde oppervlakte van de bestaande, nog niet aangesloten dakoppervlakte van de woning. In totaal dus 84m².

Om te voldoen aan de verordening worden volgende voorwaarden opgelegd:

Het hemelwater dient afgeleid naar de bestaande achterliggende vijver.

Het voorzien van een infiltratieput is in een watergevoelig gebied niet zinvol, enkel oppervlakte-infiltratie is hier nuttig. Aangezien er reeds een ruime vijver aanwezig is aan de achterzijde, dient men deze dan ook te benutten.

Minstens 84m² dakoppervlakte dient af te wateren naar de vijver; bij voorkeur wordt de volledige dakoppervlakte opgenomen.

De verordening is niet van toepassing voor wat betreft de aanleg van de voorziene verhardingen omdat het hemelwater dat op de verharding valt niet wordt opgevangen en afgevoerd, maar op natuurlijke wijze op eigen terrein in de bodem kan infiltreren in de naastliggende groenzones.

 

De aanvraag voldoet aan deze stedenbouwkundige verordening op voorwaarde dat het hemelwater van minstens 84m² dakoppervlakte afgeleid wordt naar de bestaande achterliggende vijver; bij voorkeur wordt de volledige dakoppervlakte opgenomen.

Riolering

Het perceel is op het zoneringplan voor riolering, goedgekeurd bij Ministerieel besluit de dato 19 september 2008, gelegen in “centrale gebied”. 

Met betrekking tot de riolering dienen volgende voorwaarden en opmerkingen gevolgd te worden:

  • Kosten voor het voorzien / verleggen of uitbreiden van de nutsleidingen moeten gedragen worden door de aanvrager;
  • Aanpassingen aan inrichtingen, constructies of beplantingen op het openbaar domein naar aanleiding van deze of toekomstige omgevingsaanvraag zijn steeds ten laste van de aanvrager. Alle kosten naar aanleiding van een heraanplanting/ herstel op/ aan het openbaar domein, uitgevoerd naar aanleiding van een omgevingsaanvraag van een particulier, blijven ten laste van de aanvrager.
  • Voor de uitvoering van werken op bermen, stoepen en wegen dient er voor de aanvang der werken een staat van bevinding opgemaakt te worden door de aannemer en dit in samenspraak met een afgevaardigde van het gemeentebestuur.
  • Standaardbepalingen rioleringsbeheerder Fluvius omgevingsvergunningen

Algemene bepalingen betreffende riolering en waterafvoer:

  • De aanvrager dient het Algemeen Waterverkoopreglement, de aanvullende voorwaarden en de aanvullende technische voorschriften van de rioolbeheerder Fluvius na te leven. Daarnaast dient de aanvrager de voorwaarden zoals bepaald in afdeling 6.2.2. van Vlarem II na te leven voor de afvoer van hemel- en afvalwater. 
  • Indien voor het bouwproject een aansluiting op de openbare riolering noodzakelijk is dan dient de aanvrager zo snel mogelijk na het bekomen van de bouwvergunning zijn aanvraag tot aansluiting op het openbaar saneringsnetwerk online aan te vragen via de website van Fluvius: www.fluvius.be. Fluvius bepaalt de locatie en diepte van de huisaansluitingen. Alleen Fluvius of een door haar aangestelde uitvoerder zorgt voor de realisatie van het gedeelte van de aansluiting dat in het openbaar domein ligt tot aan de perceelsgrens van de eigendom
  • De klant dient zelf in te staan voor het plaatsen van de privériolering voor het bouwproject en is verplicht deze uit te voeren volgens de wettelijke bepalingen ter zake, ondermeer dient voldaan te zijn aan de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater van 5/07/2013 (GSV “hemelwater”).
  • Indien de privériolering niet correct en volledig volgens deze wettelijke bepalingen werd uitgevoerd, zelfs indien dit niet expliciet door de stedenbouwkundige vergunning opgelegd is, behoudt Fluvius het recht om de woning niet aan te sluiten op het rioleringsnet.
  • Indien de bouwplannen en meer specifiek het rioleringsplan niet in overeenstemming zijn met deze voorschriften hebben deze voorschriften voorrang.

We raden aan om:

  • Geen sifonputjes te plaatsen op vuilwaterafvoerleidingen aangezien in deze putjes vaak verstopping optreedt en alle toestellen in de woning in principe reeds over een waterslot/sifon beschikken.
  • In het kader van herbruik van hemelwater, het water van de hemelwaterput voor de spoeling van alle WC’s, kranen voor kuiswater en wasmachines in deze werken te gebruiken.
  • Een terugslagklep te plaatsen op de overloop van de hemelwaterput om terugstuwing vanuit de riolering te vermijden.
  • De noodzakelijke ontluchting te voorzien op het private vuilwaterafvoerstelsel (bvb: ontluchtingspijp door dak).

Keuring privéwaterafvoer

Door het in voege treden van het Algemeen Waterverkoopreglement is de keuring van privéwaterafvoer verplicht vanaf 1 juli 2011. Elke rioleringsaansluiting op het openbaar saneringsnet dient een keuring van de privéwaterafvoer te ondergaan conform artikel 12, §1 van het Algemeen Waterverkoopreglement en dit bij de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer.  Enkel de door Fluvius erkende keurders komen hiervoor in aanmerking (een lijst kan u terugvinden op de website van Fluvius: www.fluvius.be).

Specifieke bepalingen betreffende riolering en waterafvoer voor dit bouwproject:

  • Volgens de GSV “hemelwater” dient een gescheiden stelsel voorzien te worden: de afvoer van het buitenterras/oprit dient aangesloten te worden op de overloop van de hemelwaterput, op een infiltratievoorziening of dient in de naastliggende groenzones af te wateren.
  • Volgens de GSV “hemelwater” dient een gescheiden stelsel voorzien te worden. Als de afvoer van het hemelwater noodzakelijk is ( bv. niet op eigen terrein geïnfiltreerd wordt, … ) dan dient verplicht het hemelwater minstens tot aan het lozingspunt gescheiden af te voeren van het afvalwater.
  • Volgens de GSV hemelwater, dient voor de verharding en dakoppervlakte een infiltratievoorziening toegepast te worden.

Het buffervolume van de infiltratievoorziening dient minimum 25 liter per vierkante meter referentieoppervlakte te bedragen. De grondwaterstand dient nagegaan te worden. Het buffervolume dient zich volledig tussen de gemiddelde grondwaterstand en het peil van de noodoverlaat te bevinden. De oppervlakte van de infiltratievoorziening dient minimaal 4 vierkante meter per begonnen 100 vierkante meter referentieoppervlakte te bedragen.

De eventuele noodoverloop dient voldoende hoog voorzien te worden, en niet dieper dan 30 cm onder het laagste deksel of aangesloten kolk, zodat de noodoverlaat zich boven de hoogste grondwaterstand bevindt. Deze noodoverlaat dient te allen tijde inspecteerbaar en bereikbaar te zijn (bv. onder een deksel). Er wordt enkel een aansluiting met max. diam. 160 mm als overloop van de infiltratievoorziening toegestaan. We raden tevens aan om op de overloop van de infiltratievoorziening een terugslagklep te plaatsen.

Indien een hemelwaterput gebouwd wordt dient de overloop van de hemelwaterput aangesloten te worden op de toevoer naar de infiltratievoorziening.

Watertoets

Het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013,verplicht de vergunningverlenende overheid om de watertoets uit te voeren bij elke aanvraag tot omgevingsvergunning. Dit decreet vormt het juridisch kader voor het integraal waterbeleid in Vlaanderen. Het decreet bevat ook de omzetting van de kaderrichtlijn Water en de Overstromingsrichtlijn.

Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte maar ligt deels in risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is tot de aanvraag zelf. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Voor het betrokken project werd de watertoets uitgevoerd volgens de richtlijnen van het uitvoeringsbesluit van 20 juli 2006. Dit Watertoetsbesluit werd gewijzigd bij Besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011. Dit besluit is in werking getreden op 1 maart 2012.

Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. 

Zoals hoger aangehaald voldoet het voorliggende ontwerp slechts aan deze verordening op voorwaarde dat het hemelwater van minstens 84m² dakoppervlakte afgeleid wordt naar de bestaande achterliggende vijver; bij voorkeur wordt de volledige dakoppervlakte opgenomen.

Onder deze voorwaarden is het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

De aanvraag doorstaat de watertoets op voorwaarde dat voldaan wordt aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater door het hemelwater van minstens 84m² dakoppervlakte afgeleid wordt naar de bestaande achterliggende vijver.

Archeologienota

Conform het Onroerenderfgoeddecreet de dato 12 juli 2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag gezien de perceeloppervlakte kleiner is dan 3 000m².

Indien men niet verplicht is tot het opstellen van een archeologienota en tijdens de uitvoering komen er toch archeologische sporen of vondsten aan het licht, dan dient de bouwheer dit te melden binnen de 3 dagen aan het agentschap Onroerend Erfgoed (www.onroerenderfgoed.be).

Overige regelgeving

Decreet rookmelders

Het decreet van 10 maart 2017, houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, wat het verbeteren van de brandveiligheid door het algemeen invoeren van optische rookmelders voor woningen betreft, bepaalt dat alle woningen in Vlaanderen moeten uitgerust worden met correct geïnstalleerde rookmelders of dienen te beschikken over een branddetectiesysteem.

De voorliggende aanvraag voldoet hier niet aan: er worden geen rookmelders voorzien op de plannen. Zoals tevens aangehaald in het advies van de preventiedienst van de brandweer, dient minstens een autonome rookmelder geplaatst in de gelijkvloerse gang aan de slaapruimtes en de nachthal op de verdieping.

Energiedecreet

De aanvraag dient te voldoen aan het energiedecreet van 8 mei 2009 en het energiebesluit van 19 november 2010 en hun latere aanvullingen en wijzigingen.

Natuurdecreet

De aanvraag ligt binnen een speciale beschermingszone zijnde vogelrichtlijngebied. 

De aanvraag heeft geen betrekking op de uitvoering van het natuurdecreet waardoor het ontwerp geen impact heeft op het vogelrichtlijngebied.

Slopen

De afbraak/ verwijdering van overdekte en niet overdekte constructies dient te gebeuren tot in de grond en de vrijgekomen ruimte dient ingericht te worden als groenzone voor zover geen nieuwe constructies voorzien worden.

Aan de afbraak is geen milieuvergunningsplicht verbonden, wel dient rekening gehouden te worden met de wettelijke verplichtingen opgenomen in het Vlarem II, omgevingsvergunningsdecreet, het bodemsaneringsdecreet en het materialendecreet. Vooraleer te starten met de afbraakwerken dienen de constructies volledig ontruimd te worden. De afvalstoffen die vrijkomen bij de afbraakwerken dienen selectief ingezameld te worden.

Alle bouw-, sloop- en infrastructuurwerken in open lucht dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II, hoofdstuk 6.12 Beheersing van stofemissies tijdens bouw- , sloop- en infrastructuurwerken”, indien deze uitgevoerd worden door een aannemer.

Het verwijderen van asbest dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II Beheersing van asbest, hoofdstuk 6.4.

Grondverzet

Uit het ingediende dossier blijkt dat een grondverzet  (met aanvoer/ afvoer) van meer dan 250m³ zal plaatsvinden. De regelgeving omtrent grondverzet is niet van toepassing.

Regelgeving met betrekking tot logiesverstrekkende inrichtingen

Indien de aanvraag een logiesverstrekkende inrichting omvat dient tevens voldaan te worden aan de specifieke regelgeving hieromtrent. Er dient in de vergunning een voorwaarde opgenomen te worden met betrekking tot deze regelgeving.

De aanvraag omvat een logiesverstrekkende inrichting waardoor voldaan dient te worden aan de specifieke regelgeving hieromtrent.

De aanvraag dient minstens te voldoen aan het Vlaamse Toeristische Logiesdecreet (het decreet van 10 juli 2008 betreffende het toeristische logies zoals gewijzigd) en de bijhorende uitvoeringsbesluiten (zie overzichtsbrochure 

http://www.vlaanderen.be/int/sites/iv.devlh.vlaanderen.be.int/files/documenten/Geco%C3%B6rdineerde%20versie%20van%20het%20Toeristische%20Logiesdecreet%20en%20de%20uitvoeringsbesluiten_5.pdf en verder http://www.toerismevlaanderen.be/regelgeving , https://toerismevlaanderen.be/nl/wetgeving-en-decreten/het-vlaamse-logiesdecreet )

Er dient voldaan te worden aan de geldende regelgeving voor logiesverstrekkende inrichtingen. Indien structurele wijzigingen aan het gebouw en/ of wijzigingen die een impact naar de omgeving toe hebben, noodzakelijk zijn om aan de regelgeving en daarbij horende voorwaarden te voldoen, dient een nieuwe omgevingsvergunning bekomen te worden.

Voor de overeenstemming met de regelgeving betreffende logiesverstrekkende inrichtingen kan men Toerisme Vlaanderen contacteren, vergunningen dienen bekomen bij het departement Internationaal Vlaanderen.

De aanvraag is verenigbaar met de regelgeving onder volgende voorwaarden:

  • Er dient voldaan te worden aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater én het decreet integraal waterbeleid door het hemelwater van minstens 84m² dakoppervlakte af te leiden  naar de bestaande achterliggende vijver.
  • Er dient voldaan aan het decreet rookmelders door de plaatsing van minstens een autonome rookmelder in de gelijkvloerse gang aan de slaapruimtes en de nachthal op de verdieping;
  • De aanvraag dient minstens te voldoen aan het Vlaamse Toeristische Logiesdecreet en de bijhorende uitvoeringsbesluiten.

Toetsing AAN DE goede ruimtelijke ordening

OMSCHRIJVING VAN DE FEITELIJKE AANVRAAG

De aanvraag omvat het regulariseren en verbouwen van een bestaande woning, de functiewijziging naar een vakantiewoning en herinrichting van het terrein.

BEOORDELING VAN DE GOEDE RUIMTELIJKE ORDENING

Handelingen sorterend onder voorschriften van een bijzonder plan van aanleg dat ouder is dan 15 jaar ( dus geen RUP! )
Artikel 4.4.9/1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening stelt dat in een vergunning – na een openbaar onderzoek – afwijkingen kunnen worden toegestaan van de stedenbouwkundige voorschriften van een bijzonder plan van aanleg of een wijziging ervan, voor zover dit plan ouder is dan 15 jaar op het ogenblik van de indiening van de aanvraag
Het hierboven genoemde bijzonder plan van aanleg is goedgekeurd dd. 13/02/2007( datum aanvullen ) en dus kan er principieel worden afgeweken van de voorschriften.
 Evenwel kan de afwijking niet worden toegestaan voor wat betreft wegenis, openbaar groen en erfgoedwaarden. Het betreft geen van deze elementen.

De aanvraag wijkt af van de stedenbouwkundige voorschriften van het BPA Boomsteeg herziening dd. 13/02/2007 voor wat betreft:

  • Artikel 12.1. Bestemming

De hoofdbestemming is wonen, maximaal 2 wooneenheden, met bijhorende private buitenruimte en een eventueel 1 nevenbestemming voor vrije beroepen per perceel/ pand.

De aanvraag voorziet een functiewijziging van de eengezinswoning naar vakantiewoning.

  • Artikel  12.2. Inplanting en volume van het hoofdgebouw

In geval van een hellend dak varieert de kroonlijsthoogte tussen de 2,50m en 4,50m.

De kroonlijsthoogte van de te regulariseren veranda en afdak bedraagt 2,36m en 2,8m.

De aanvraag dient getoetst aan de goede ruimtelijke ordening. ( Deze wordt verderop uitgevoerd )

De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen:

1°         het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;

2°         het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in 1°, in rekening brengen;

Omschrijving ligging en omgeving

Het perceel van de aanvraag is gelegen aan de Boomsteeg, een gemeenteweg ten zuidwesten van het centrum van Zonhoven, binnen het vijvergebied Midden-Limburg.

De omgeving wordt gekenmerkt door voornamelijk residentiële bebouwing in open verband langsheen de straatzijden, het natuurgebied met vijvers “de Wijers” aan de achterzijde van het perceel van de aanvraag en een viskwekerij aan de overzijde van de straat. 

Omschrijving van de aanvraag

Het goed van de aanvraag werd anno 1978 bebouwd met een vrijstaande eengezinswoning.

Ten opzichte van de vergunde toestand werden diverse werken uitgevoerd die hier niet mee overeen stemmen. Het betreft:

  • Een lichte afwijking voor de inplanting van de woning;
  • De afrit naar de ondergrondse garage werd ruimer uitgevoerd om de hellingsgraad te vergroten;
  • De verharding naar de afrit werd ruimer uitgevoerd dan strikt noodzakelijk;
  • De buitentrap naar de kelderverdieping werd niet uitgevoerd;
  • Een pad rondom de woning werd aangelegd;
  • Een 2de inrit werd gerealiseerd;
  • Het terras achteraan werd volledig overdekt en deels ingericht als veranda;
  • Intern werden de keuken en onderliggende kelder ruimer voorzien dan op plan;
  • De linker zijgevel werd achteraan opgetrokken en voorzien van een deuropening;
  • Een bijgebouw werd opgericht.

Met de huidige aanvraag wenst men de afwijkende toestand te regulariseren, een gedeelte van de verhardingen te verwijderen en tevens de woning beperkt te verbouwen tot een vakantiewoning.

Een regularisatie moet met dezelfde criteria beoordeeld worden als een nieuwe aanvraag. Het kan immers niet zijn dat de regularisatie soepeler zou beoordeeld worden om reden dat de werken reeds uitgevoerd zijn. 

Het bijgebouw beantwoordt aan de bepalingen van het vrijstellingsbesluit, is niet in strijd met de voorschriften van het BPA en is bijgevolg niet vergunningsplichtig.

De licht afwijkende inplanting dateert van bij de opbouw van de woning voor inwerkingtreding van het gewestplan en dient beschouwd te worden als zijnde vergund geacht.

Functionele inpasbaarheid in de onmiddellijke en ruime omgeving

Men wenst de hoofdfunctie wonen te wijzigen naar verblijfsrecreatie. 

In de nota wordt aangegeven dat maximaal 12 personen toegelaten zijn.

Een vakantiewoning is in principe niet in strijd met de bestemming van het woongebied en de locatie die grenst aan het natuurgebied leent zich hiertoe.

Evenwel dient men te waken over hinderaspecten die voor de omliggende kavels/ bewoners kunnen ontstaan bij de uitbating van de verblijfsaccommodatie. Het goed bevindt zich in een landelijke en rustige omgeving en dit dient gerespecteerd te worden bij de uitbating.

De eigenaar/ verhuurder draagt hiervoor de verantwoordelijkheid. 

Mobiliteitsimpact

Met de aanvraag wordt 1 interne garage en bijhorende oprit gesupprimeerd.

Er resteert nog een ondergrondse garage voor 1 tot 2 wagens en op de oprit en verharding naar de afrit van de ondergrondse garage kunnen nog tot 12 wagens parkeren. Er kunnen minstens 4 parkeerplaatsen op deze verharding voorzien worden die onafhankelijk gebruikt kunnen worden.

Er zijn dus minstens 5 en maximaal 14 autostaanplaatsen aanwezig.

Dit is ruim voldoende in verhouding tot het toegelaten aantal personen (12).

De schaal van de voorgenomen werken, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen

Regularisatie en verbouwingswerken hoofdgebouw

De terrasoverkapping en veranda aan de achterzijde van het gebouw zijn vrij gebruikelijke constructies bij een woongebouw. De beperkte bouwdiepte van 3,20m zorgt voor een totale bouwdiepte van 11,8m, wat aanvaardbaar is. Het betreft een draagconstructie in hout, voorzien van een licht hellend dak in polycarbonaat. Het gedeelte van de veranda bestaat uit 2 gevels in glas en 1 bakstenen gevel met een raamopening. De veranda heeft een breedte van 5,45m en situeert zich aan de rechterzijde, aansluitend aan de leefruimte.

Het overdekte terras heeft een breedte van 10,25m en is volledig open aan de achterzijde. De linker zijgevel bestaat uit dezelfde baksteen als de gevels van de woning en is voorzien van een deuropening. Ter hoogte van de afrit werd een balustrade geplaatst in functie van de veiligheid.

Intern werden in het verleden de keuken en onderliggende kelderruimte groter uitgevoerd, een draagmuur werd hiervoor gewijzigd. De aanpassing heeft geen enkele negatieve invloed op uiterlijk of woonkwaliteit.

Voor de functiewijziging/ verbouwing tot vakantiewoning wenst men de garage gelijkvloers om te vormen tot een slaapkamer en badkamer.  Hiervoor wordt 1 tussenmuur geplaatst en wordt de garagepoort in de voorgevel vervangen door een dubbel openslaand raam.

De aangrenzende kamer wordt eveneens voorzien als slaapkamer (voorheen bureauruimte).

Intern zijn geen verdere aanpassingen voorzien.

Uiterlijk zal het gebouw opgefrist worden door de roodbruine gevelsteen te schilderen in een witte kleur.

De reeds uitgevoerde en bijkomende werken hebben slechts een beperkte invloed op het uiterlijk van het woongebouw en zijn inpasbaar in de omgeving. Ze zijn dan ook aanvaardbaar.

Terreininrichting

Door de herinrichting van de garage op het gelijkvloers tot slaapkamer/ badkamer, kan de voorliggende (2de) oprit volledig verwijderd worden.

Het toegangspad naar de inkom en pad rond de woning in platte kasseien (59m²), wenst men te behouden en te regulariseren evenals het klinkerpad (25m²) aan de achterzijde.

De verharde oppervlakte van de oprit, afrit, circulatieruimte en parkeerzone aan de linkerzijde en achteraan bedraagt momenteel 322m², bestaande uit klinkers.

Het meest rechts gelegen deel van de klinkerverharding zal verwijderd worden waardoor de oppervlakte gereduceerd wordt tot 256m².

Hier wordt opgelegd dat een strook van 1m langsheen de achterste perceelgrens eveneens verwijderd dient te worden over de volledige breedte van 12,23m. Dit in functie van infiltratie op eigen terrein.

Er wordt aangegeven dat tussen de oprit en de linker perceelgrens een strook van 1,88m breed en ca. 46m lang, voorzien wordt van boomschors. Hier dient ook beplanting aangebracht te worden, enkel boomschors kan niet als groenzone aanvaard worden.

Binnen het woongebied heeft het terrein een oppervlakte van ca. 1500m².

Met de voorgestelde inrichting, en mits naleving van de voorwaarden, zal ca. 36% van het terrein bebouwd/ verhard zijn, zijnde ca. 545m².

Dit is aanvaardbaar gelet op de terreinoppervlakte en het feit dat de toegang tot de ondergrondse vergunde garage nu eenmaal een zeer groot aandeel hierin heeft.

Bodemreliëf

Behoudens de ruimere afrit naar de ondergrondse garage en het niet uitvoeren van een buitentrap naar de kelder, blijft het terreinniveau ongewijzigd ten opzichte van de vergunde toestand. 

Hinderaspecten met betrekking tot gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

De verhuring van de vakantiewoning betreft geen stedenbouwkundig aspect maar een zakelijk aspect. Het ontstaan van enige hinder naar de omwonenden toe zal hier echter grotendeels vanaf hangen, met name geluidsoverlast. De eigenaar/ verhuurder dient er over te waken dat het gebruiksgenot van de omwonenden niet geschaad wordt. 

De aanvraag voldoet aan de criteria voor de goede ruimtelijke ordening in de onmiddellijke en ruime omgeving op voorwaarde dat:

  • Een strook klinkerverharding van 1m diep langsheen de achterste perceelgrens over de volledige breedte verwijderd wordt en de vrijgekomen ruimte ingericht wordt met een groenaanplanting;
  • De strook met boomschors van 1,88m over een diepte van ca. 46m, langsheen de linker perceelgrens, voorzien wordt van een groenaanplanting.

BESPREKING ADVIEZEN

  • Het advies van 19/10/2022 van de brandweer Hulpverleningszone Zuid-West Limburg is voorwaardelijk gunstig. De voorwaarden en opmerking, gesteld in het advies dienen gevolgd te worden. Op het ogenblik van de beëindiging van de werken, dient de aanvrager de preventieafgevaardigde van de betreffende brandweerpost hiervan in te lichten, ten einde de burgemeester op de hoogte te kunnen brengen van het feit of er al dan niet aan de opgelegde brandvoorkomingsmaatregelen gevolg werd gegeven.

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies.

De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden. Er dienen geen structurele aanpassingen aan de plannen doorgevoerd te worden om te voldoen aan de brandveiligheid.

Het advies van de dienst Toerisme Vlaanderen werd niet binnen de wettelijk opgelegde termijn ontvangen. Er wordt bijgevolg aan de adviesvereiste voorbij gegaan.

Uit de bovenstaande motivering blijkt dat de schaal en het uiterlijk van de voorgenomen werken op voldoende wijze ruimtelijk inpassen in de onmiddellijke en ruime omgeving en dat de voorziene verweving van functies de aanwezige of te realiseren bestemmingen in de onmiddellijke omgeving niet in het gedrang brengen noch verstoren. 

De aanvraag is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening mits volgende aanpassingen door te voeren:

  • Een strook klinkerverharding van 1m diep langsheen de achterste perceelgrens over de volledige breedte dient verwijderd te worden en de vrijgekomen ruimte dient ingericht te worden met een groenaanplanting;
  • De strook met boomschors van 1,88m over een diepte van ca. 46m, langsheen de linker perceelgrens, dient voorzien te worden van een groenaanplanting.

MILIEUTECHNISCH ADVIES

Niet van toepassing.

EINDADVIES

Uit bovenstaande motiveringen blijkt dat de aanvraag (niet) (deels) in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen inzake milieu en ruimtelijke ordening, en dat het voorgestelde ontwerp (niet) verenigbaar / bestaanbaar is met de goede plaatselijke ordening en met zijn onmiddellijke omgeving. 

De aanvraag is (niet)vatbaar voor een omgevingsvergunning voor het regulariseren en verbouwen van een bestaande woning, de functiewijziging naar een vakantiewoning en herinrichting van het terrein

Mits het opleggen van voorwaarden:

  • Er dient voldaan te worden aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater én het decreet integraal waterbeleid door het hemelwater van minstens 84m² dakoppervlakte af te leiden  naar de bestaande achterliggende vijver.
  • Er dient voldaan aan het decreet rookmelders door de plaatsing van minstens een autonome rookmelder in de gelijkvloerse gang aan de slaapruimtes en de nachthal op de verdieping;
  • De aanvraag dient minstens te voldoen aan het Vlaamse Toeristische Logiesdecreet en de bijhorende uitvoeringsbesluiten;
  • Een strook klinkerverharding van 1m diep langsheen de achterste perceelgrens over de volledige breedte dient verwijderd te worden en de vrijgekomen ruimte dient ingericht te worden met een groenaanplanting;
  • De strook met boomschors van 1,88m over een diepte van ca. 46m, langsheen de linker perceelgrens, dient voorzien te worden van een groenaanplanting.

Bijgevolg adviseert de omgevingsambtenaar het dossier voorwaardelijk gunstig voor het regulariseren en verbouwen van een bestaande woning, de functiewijziging naar een vakantiewoning en herinrichting van het terrein, zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan de aanvraag zijn verbonden en voor zover rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarden:

  1. De aanvraag omvat een logiesverstrekkende inrichting waardoor voldaan dient te worden aan de specifieke regelgeving hieromtrent. De aanvraag dient minstens te voldoen aan het Vlaamse Toeristische Logiesdecreet en de bijhorende uitvoeringsbesluiten;
  2. Er dient voldaan te worden aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater én het decreet integraal waterbeleid door het hemelwater van minstens 84m² dakoppervlakte af te leiden  naar de bestaande achterliggende vijver.
  3. Er dient voldaan aan het decreet rookmelders door de plaatsing van minstens een autonome rookmelder in de gelijkvloerse gang aan de slaapruimtes en de nachthal op de verdieping;
  4. Een strook klinkerverharding van 1m diep langsheen de achterste perceelgrens over de volledige breedte dient verwijderd te worden en de vrijgekomen ruimte dient ingericht te worden met een groenaanplanting;
  5. De strook met boomschors van 1,88m over een diepte van ca. 46m, langsheen de linker perceelgrens, dient voorzien te worden van een groenaanplanting;
    Riolering:
  6. Er dient voldaan te worden aan het Algemeen Waterverkoopreglement en aanvullende voorwaarden van de netbeheerder ( zie www.fluvius.be); 
  7. Aanpassingen aan inrichtingen, constructies of beplantingen op het openbaar domein naar aanleiding van deze of toekomstige aanvraag voor een omgevingsvergunning zijn steeds ten laste van de aanvrager. Alle kosten naar aanleiding van een heraanplanting en/ of herstelwerken op/ aan het openbaar domein, uitgevoerd naar aanleiding van een omgevingsaanvraag van een particulier, blijven ten laste van de aanvrager.
    Terrein en gelijkgrondse berm:
  8. Aangezien er geen wijzigingen van het terreinniveau voorzien zijn in de aanvraag, dient het bestaande terreinniveau behouden te blijven;
  9. Uitgezonderd de inrit met een breedte van maximaal 3 meter, dient het perceel ter hoogte van de voorste perceelgrens, ontoegankelijk te worden gemaakt voor voertuigen. Het hemelwater van de inrit dient opgevangen te worden op eigen terrein en mag niet afgevoerd worden naar de openbare weg. Naast de inrit dient een ruimte beschikbaar te zijn voor een mogelijk groenzone en infiltratie van het afvloeiend hemelwater;
  10. De hoogstammige bomen en groenelementen die niet aangegeven zijn op het inplantingplan, dienen behouden te blijven;
    Andere voorwaarden:
  11. Er dient voldaan te worden aan het decreet optische rookmelders. De vereiste rookmelders moeten aangebracht worden conform het decreet van 1 juni 2012 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders en de "richtlijnen voor de aankoop en plaatsing van rookmelders in Vlaanderen" van 26 oktober 2012 van Wonen Vlaanderen en zijn latere wijzigingen;
  12. Bij de uitvoering van de bouwwerken moet rekening gehouden worden met het energiedecreet van 8 mei 2009 en het energiebesluit van 19 november 2010 en hun latere wijzigingen;
  13. In de voortuinstrook mogen geen gesloten afsluitingen geplaatst worden hoger dan 1m; 
  14. De bouwheer dient, conform artikel 8 van het decreet op het archeologisch patrimonium de dato 30 juni 1993 en zijn latere wijzigingen, elk roerend of onroerend goed dat hij vindt of vermoedt gevonden te hebben, te melden binnen de 3 dagen aan het Onroerend Erfgoed Limburg, Hendrik Van Veldekegebouw, Koningin Astridlaan 50 bus 1 te 3500 Hasselt (www.onroerenderfgoed.be/een-vondst-melden);
  15. Het advies van de brandweer Hulpverleningszone Zuid-West Limburg, zoals als bijlage hierbij gevoegd, dient integraal gevolgd te worden.
    Op het ogenblik van de beëindiging der werken, en vóór de ingebruikname van het pand, zal de aanvrager de brandweer Hulpverleningszone Zuid-West Limburg hiervan in kennis stellen, ten einde de burgemeester op de hoogte te kunnen brengen van het feit of er al dan niet aan de opgelegde brandvoorzorgsmaatregelen gevolg werd gegeven.
    Gezien de veiligheid van het pand in het gedrang kan komen, worden geen omgevingsvergunningen meer afgeleverd alvorens voldaan werd aan de opgelegde brandbeveiligingsmaatregelen.
     Indien voor de uitvoering van de voorschriften van de brandweer Hulpverleningszone Zuid-West Limburg een wijziging van de omgevingsvergunning noodzakelijk is, dient deze voor de aanvang van de werken ingediend te worden;
  16. Het brandveiligheidsattest dient bekomen in het kader van het Besluit van de Vlaamse regering tot vaststelling van de specifieke brandveiligheidsnormen waaraan het toeristisch logies moet voldoen, voor ingebruikname van de logiesaccommodatie; 
  17. De afbraak/ verwijdering van constructies dient te gebeuren tot in de grond en de plaats moet heringericht worden als groenzone. Aan de afbraak is geen milieuvergunningsplicht verbonden, wel dient rekening gehouden te worden met de wettelijke verplichtingen opgenomen in het milieuvergunningsdecreet, het bodemsaneringsdecreet en het materialendecreet. Vooraleer te starten met de afbraakwerken dienen de constructies volledig ontruimd te worden. De afvalstoffen die vrijkomen bij de afbraakwerken dienen selectief ingezameld te worden. Alle bouw-, sloop- en infrastructuurwerken in open lucht dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II, hoofdstuk 6.12 Beheersing van stofemissies tijdens bouw-, sloop- en infrastructuurwerken”, indien deze uitgevoerd worden door een aannemer.
  18. Indien vastgesteld wordt dat er straatmeubilair en/of laanbeplanting aanwezig is die dienen verplaatst en/of verwijderd te worden voor de uitvoering van deze vergunning, of bij de ingebruikname van het project, en er voor aanvang van de werken geen toelating bekomen wordt tot het verplaatsen van het straatmeubilair, moet er een gewijzigde vergunning aangevraagd worden die rekening houdt met het straatmeubilair en/of de laanbeplanting;
  19. De aanvrager is ertoe verplicht het college van burgemeester en schepenen op de hoogte te brengen van het begin van de stedenbouwkundige handelingen en/of exploitatie(s);

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen volgt integraal het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar van 09/12/2022 omtrent het sluiten van het openbaar onderzoek, het afwijken van de stedenbouwkundige voorschriften en tot het afleveren van een omgevingsvergunning met voorwaarden aan de aanvrager.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het afleveren van een omgevingsvergunning met voorwaarden aan de aanvrager.

De omgevingsvergunning omvat het regulariseren en verbouwen van een bestaande woning, de functiewijziging naar een vakantiewoning en herinrichting van het terrein, zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan deze omgevingsaanvraag zijn verbonden en voor zover rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarden.

Artikel 3

De omgevingsvergunning wordt aldus afgegeven onder volgende voorwaarden:

  1. De aanvraag omvat een logiesverstrekkende inrichting waardoor voldaan dient te worden aan de specifieke regelgeving hieromtrent. De aanvraag dient minstens te voldoen aan het Vlaamse Toeristische Logiesdecreet en de bijhorende uitvoeringsbesluiten;
  2. Er dient voldaan te worden aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater én het decreet integraal waterbeleid door het hemelwater van minstens 84m² dakoppervlakte af te leiden  naar de bestaande achterliggende vijver.
  3. Er dient voldaan aan het decreet rookmelders door de plaatsing van minstens een autonome rookmelder in de gelijkvloerse gang aan de slaapruimtes en de nachthal op de verdieping;
  4. Een strook klinkerverharding van 1m diep langsheen de achterste perceelgrens over de volledige breedte dient verwijderd te worden en de vrijgekomen ruimte dient ingericht te worden met een groenaanplanting;
  5. De strook met boomschors van 1,88m over een diepte van ca. 46m, langsheen de linker perceelgrens, dient voorzien te worden van een groenaanplanting;
    Riolering:
  6. Er dient voldaan te worden aan het Algemeen Waterverkoopreglement en aanvullende voorwaarden van de netbeheerder ( zie www.fluvius.be); 
  7. Aanpassingen aan inrichtingen, constructies of beplantingen op het openbaar domein naar aanleiding van deze of toekomstige aanvraag voor een omgevingsvergunning zijn steeds ten laste van de aanvrager. Alle kosten naar aanleiding van een heraanplanting en/ of herstelwerken op/ aan het openbaar domein, uitgevoerd naar aanleiding van een omgevingsaanvraag van een particulier, blijven ten laste van de aanvrager.
    Terrein en gelijkgrondse berm:
  8. Aangezien er geen wijzigingen van het terreinniveau voorzien zijn in de aanvraag, dient het bestaande terreinniveau behouden te blijven;
  9. Uitgezonderd de inrit met een breedte van maximaal 3 meter, dient het perceel ter hoogte van de voorste perceelgrens, ontoegankelijk te worden gemaakt voor voertuigen. Het hemelwater van de inrit dient opgevangen te worden op eigen terrein en mag niet afgevoerd worden naar de openbare weg. Naast de inrit dient een ruimte beschikbaar te zijn voor een mogelijk groenzone en infiltratie van het afvloeiend hemelwater;
  10. De hoogstammige bomen en groenelementen die niet aangegeven zijn op het inplantingplan, dienen behouden te blijven;
    Andere voorwaarden:
  11. Er dient voldaan te worden aan het decreet optische rookmelders. De vereiste rookmelders moeten aangebracht worden conform het decreet van 1 juni 2012 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders en de "richtlijnen voor de aankoop en plaatsing van rookmelders in Vlaanderen" van 26 oktober 2012 van Wonen Vlaanderen en zijn latere wijzigingen;
  12. Bij de uitvoering van de bouwwerken moet rekening gehouden worden met het energiedecreet van 8 mei 2009 en het energiebesluit van 19 november 2010 en hun latere wijzigingen;
  13. In de voortuinstrook mogen geen gesloten afsluitingen geplaatst worden hoger dan 1m; 
  14. De bouwheer dient, conform artikel 8 van het decreet op het archeologisch patrimonium de dato 30 juni 1993 en zijn latere wijzigingen, elk roerend of onroerend goed dat hij vindt of vermoedt gevonden te hebben, te melden binnen de 3 dagen aan het Onroerend Erfgoed Limburg, Hendrik Van Veldekegebouw, Koningin Astridlaan 50 bus 1 te 3500 Hasselt (www.onroerenderfgoed.be/een-vondst-melden);
  15. Het advies van de brandweer Hulpverleningszone Zuid-West Limburg, zoals als bijlage hierbij gevoegd, dient integraal gevolgd te worden.
    Op het ogenblik van de beëindiging der werken, en vóór de ingebruikname van het pand, zal de aanvrager de brandweer Hulpverleningszone Zuid-West Limburg hiervan in kennis stellen, ten einde de burgemeester op de hoogte te kunnen brengen van het feit of er al dan niet aan de opgelegde brandvoorzorgsmaatregelen gevolg werd gegeven.
    Gezien de veiligheid van het pand in het gedrang kan komen, worden geen omgevingsvergunningen meer afgeleverd alvorens voldaan werd aan de opgelegde brandbeveiligingsmaatregelen.
    Indien voor de uitvoering van de voorschriften van de brandweer Hulpverleningszone Zuid-West Limburg een wijziging van de omgevingsvergunning noodzakelijk is, dient deze voor de aanvang van de werken ingediend te worden;
  16. Het brandveiligheidsattest dient bekomen in het kader van het Besluit van de Vlaamse regering tot vaststelling van de specifieke brandveiligheidsnormen waaraan het toeristisch logies moet voldoen, voor ingebruikname van de logiesaccomodatie; 
  17. De afbraak/ verwijdering van constructies dient te gebeuren tot in de grond en de plaats moet heringericht worden als groenzone. Aan de afbraak is geen milieuvergunningsplicht verbonden, wel dient rekening gehouden te worden met de wettelijke verplichtingen opgenomen in het milieuvergunningsdecreet, het bodemsaneringsdecreet en het materialendecreet. Vooraleer te starten met de afbraakwerken dienen de constructies volledig ontruimd te worden. De afvalstoffen die vrijkomen bij de afbraakwerken dienen selectief ingezameld te worden. Alle bouw-, sloop- en infrastructuurwerken in open lucht dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II, hoofdstuk 6.12 Beheersing van stofemissies tijdens bouw-, sloop- en infrastructuurwerken”, indien deze uitgevoerd worden door een aannemer.
  18. Indien vastgesteld wordt dat er straatmeubilair en/of laanbeplanting aanwezig is die dienen verplaatst en/of verwijderd te worden voor de uitvoering van deze vergunning, of bij de ingebruikname van het project, en er voor aanvang van de werken geen toelating bekomen wordt tot het verplaatsen van het straatmeubilair, moet er een gewijzigde vergunning aangevraagd worden die rekening houdt met het straatmeubilair en/of de laanbeplanting;
  19. De aanvrager is ertoe verplicht het college van burgemeester en schepenen op de hoogte te brengen van het begin van de stedenbouwkundige handelingen en/of exploitatie(s);

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.