STEDENBOUWKUNDIG EN MILIEUTECHNISCH advies - verslag GEMEENTELIJKE omgevingsambtenaar
De aanvraag betreft het regulariseren van de sloop van een vrijstaande woning, de bouw van een eengezinswoning met buitenzwembad, poolhouse en tuinaanleg en de sloop van een vrijstaand bijgebouw.
De aanvraag werd op 13/09/2022 ontvangen.
Op 12/10/2022 werd aanvullende informatie opgevraagd.
Op 19/10/2022 werd de gevraagde aanvullende informatie aangeleverd.
Op 26/10/2022 werd de aanvraag ontvankelijk en volledig verklaard.
De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.
Er werd geen openbaar onderzoek gehouden.
De eigenaars van de aanpalende percelen werden verzocht hun standpunt kenbaar te maken in navolging van artikel 83 van het Besluit van de Vlaamse regering tot uitvoering van het omgevingsvergunningsdecreet.
HISTORIEK VAN HET EIGENDOM WAAROP DE AANVRAAG BETREKKING HEEFT
De aanvraag werd in overleg gebracht met de gemeentelijke administratie op 1/03/2022.
De aanvraag houdt deels rekening met de resultaten van het voorafgaandelijk advies.
Tijdens de voorbespreking werden volgende bouwvoorschriften aangehaald:
Uit de gegevens waarover de gemeente beschikt, blijkt niet dat voor het voorwerp van de aanvraag een PV is opgesteld noch dat een meerwaarde werd opgelegd of dat op het goed een vonnis of arrest rust. Er zijn ook geen geschriften bekend waaruit zou blijken dat er wederrechtelijke werken werden uitgevoerd.
Uit het aanvraagdossier / de gegevens waarover de gemeente beschikt (luchtfoto…) blijkt dat op het perceel van de aanvraag constructies werden opgericht en handelingen werden verricht waarvoor geen vergunning verleend werd. Het betreft de sloop van een vrijstaande woning en de bouw van een vrijstaand bijgebouw.
Deze wederrechtelijk opgerichte constructie en uitgevoerde handeling werden opgenomen in de huidige aanvraag als respectievelijk te verwijderen en te regulariseren.
Milieu
Het perceel is niet opgenomen in het Grondeninformatieregister.
OPENBAAR ONDERZOEK
Overeenkomstig artikel 17 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hoofdstuk 3 Toepassingsgebied van de gewone en vereenvoudigde procedure, artikels 11 t.e.m. 14 van het besluit tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning, werd dit dossier volgens de vereenvoudigde procedure behandeld.
Er werd bijgevolg geen openbaar onderzoek gehouden.
Overeenkomstig artikel 83 van het Besluit van de Vlaamse regering tot uitvoering van het omgevingsvergunningsdecreet, werden de betrokken aanpalende eigenaars aangeschreven per beveiligde zending met het verzoek hun standpunt kenbaar te maken binnen de 30 dagen.
Er werd een bezwaar ingediend.
Bezwaar 28112022
“Graag verwijs ik naar de kennisgeving per post van de regulering van een woning sloop en van sloop- en bouwwerken dd. 28 oktober 2022, welke werd ontvangen op 7 november 2022 met de referte in rand vermeld.
In aansluiting op het bezoek van 21 november 2022 aan uw diensten, waarbij het inplantingsplan van de bouwaanvraag op een scherm kon worden bekeken tijdens dit bezoek, ben ik zo vrij navolgend mee te delen en of op te merken:
– Voor wat de inplanting en afstanden betreft van voorziene bouwwerken ten aanzien van de scheiding van het bouwland in rand vermeld, waarvan ik mede-eigenaar ben, durf ik uw diensten te vragen zorg te willen dragen voor de wettelijke afstanden van de voorziene bouwwerken ten aanzien van de perceelgrens die ons aanbelangt, overeenkomstig de ter plaatse geldende bepalingen.
– Voor wat betreft de voorziene afsluiting welke de bouwaanvrager ter hoogte van de perceelgrens met mijn mede-eigendom wenst te plaatsen, stel ik vast dat deze afsluiting zou gaan bestaan uit een draadafsluiting met ingegroeide natuurlijke klimop. Dergelijke afsluiting heeft aan beide zijden van de afsluiting onderhoud nodig, zodat deze afsluiting op een voldoende afstand van de perceelgrens dient te worden opgetrokken, teneinde dit onderhoud aan beide zijden van de draad voor de aanvrager mogelijk te maken, zonder noodzakelijk gebruik van mijn mede-eigendom. Dit blijkt volgens het plan van de aanvrager niet het geval te zijn, zodat ik hiertegen bezwaar wens te maken. Ook bij een eenvoudige draadafsluiting is het wenselijk dat de afsluiting volledig op het perceel van de aanvrager wordt opgetrokken.
In de hoop dat met mijn bemerkingen rekening kan worden gehouden, vraag ik u om mij ontvangst van huidig schrijven te willen bevestigen en te willen informeren aan het gevolg dat hieraan gegeven wordt.”
De gemeentelijke omgevingsambtenaren nemen omtrent dit bezwaarschrift het volgende standpunt in:
ADVIEZEN
Agentschap Wegen en Verkeer
Fluvius
MILIEUEFFECTENRAPPORTAGE
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van bijlage I, II en III van het besluit inzake projectmilieueffectrapportage van 10 december 2004 en latere wijzigingen.
STEDENBOUWKUNDIG ADVIES
TOETSING AAN DE REGELGEVING EN VOORSCHRIFTEN
OVEREENSTEMMING MET BESTEMMINGS- EN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
Gewestplan
De aanvraag is volgens het geldende gewestplan Hasselt - Genk, goedgekeurd bij Koninklijk besluit op 3 april 1979, gelegen in woongebied.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van een goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen en latere wijzigingen).
Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Afbakening regionaal stedelijk gebied Hasselt - Genk” dat op 20 juni 2014 definitief werd vastgesteld door de Vlaamse Regering.
Er is geen bestemmingswijziging ten opzichte van het gewestplan voorzien voor dit perceel.
De aanvraag voldoet principieel aan de geldende bestemmingsvoorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater
De aanvraag valt onder de toepassing van het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 en latere wijzigingen, houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
De plannen geven aan dat voor de nieuw opgerichte woning met een horizontale dakoppervlakte van 155,61m² een hemelwaterput wordt voorzien met een inhoud van 5 000 liter en recuperatie van het hemelwater voor het sanitair gebruik, een buitenkraan en een uitgietbak. De overloop van de hemelwaterput wordt aangesloten op een infiltratievoorziening waarvan de oppervlakte en het volume voldoen aan de verordening.
De verordening is niet van toepassing voor wat betreft de aanleg van de voorziene verhardingen omdat het hemelwater dat op de verharding valt niet wordt opgevangen en afgevoerd, maar op eigen terrein in de bodem kan infiltreren.
De aanvraag voldoet aan deze stedenbouwkundige verordening.
Riolering
Het perceel is op het zoneringplan voor riolering, goedgekeurd bij Ministerieel besluit de dato 19 september 2008, gelegen in “centrale gebied”. Een individuele voorbehandelinginstallatie (septische put) moet niet aangelegd worden.
Standaardbepalingen rioleringsbeheerder Fluvius omgevingsvergunningen
Algemene bepalingen betreffende riolering en waterafvoer:
We raden aan om:
Keuring privéwaterafvoer
Door het in voege treden van het Algemeen Waterverkoopreglement is de keuring van privéwaterafvoer verplicht vanaf 1 juli 2011. Elke rioleringsaansluiting op het openbaar saneringsnet dient een keuring van de privéwaterafvoer te ondergaan conform artikel 12, §1 van het Algemeen Waterverkoopreglement en dit bij de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer. Enkel de door Fluvius erkende keurders komen hiervoor in aanmerking (een lijst kan u terugvinden op de website van Fluvius: www.fluvius.be).
Watertoets
Het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013, verplicht de vergunningverlenende overheid om de watertoets uit te voeren bij elke aanvraag tot omgevingsvergunning. Dit decreet vormt het juridisch kader voor het integraal waterbeleid in Vlaanderen. Het decreet bevat ook de omzetting van de kaderrichtlijn Water en de Overstromingsrichtlijn.
Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Voor het betrokken project werd de watertoets uitgevoerd volgens de richtlijnen van het uitvoeringsbesluit van 20 juli 2006. Dit Watertoetsbesluit werd gewijzigd bij Besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011. Dit besluit is in werking getreden op 1 maart 2012.
Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Zoals hoger aangehaald voldoet het voorliggende ontwerp aan deze verordening. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
De aanvraag doorstaat de watertoets.
Archeologienota
Conform het Onroerenderfgoeddecreet de dato 12 juli 2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag gezien de perceeloppervlakte kleiner is dan 3 000m².
Indien men niet verplicht is tot het opstellen van een archeologienota en tijdens de uitvoering komen er toch archeologische sporen of vondsten aan het licht, dan dient de bouwheer dit te melden binnen de 3 dagen aan het agentschap Onroerend Erfgoed (www.onroerenderfgoed.be).
Overige regelgeving
Decreet rookmelders
Het decreet van 10 maart 2017, houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, wat het verbeteren van de brandveiligheid door het algemeen invoeren van optische rookmelders voor woningen betreft, bepaalt dat alle woningen in Vlaanderen moeten uitgerust worden met correct geïnstalleerde rookmelders of dienen te beschikken over een branddetectiesysteem.
De voorliggende aanvraag voldoet hieraan: er worden rookmelders geplaatst in de inkom, de berging, bovenaan de trap en in de nachthal.
Opmerking: de plaatsing van rookmelders in ruimtes waar dampen en rookgassen gebruikelijk kunnen voorkomen (garages, keukens, badkamers en ook wasplaats) kan aanleiding geven tot valse meldingen. Hier is het meer aangewezen een hittemelder te plaatsen.
Energiedecreet
De aanvraag dient te voldoen aan het energiedecreet van 8 mei 2009 en het energiebesluit van 19 november 2010 en hun latere aanvullingen en wijzigingen.
Slopen
De afbraak/ verwijdering van de bestaande overdekte en niet overdekte constructies dient te gebeuren tot in de grond en de vrijgekomen ruimte dient ingericht te worden als groenzone voor zover geen nieuwe constructies voorzien worden.
Aan de afbraak is geen milieuvergunningsplicht verbonden, wel dient rekening gehouden te worden met de wettelijke verplichtingen opgenomen in het Vlarem II, omgevingsvergunningsdecreet, het bodemsaneringsdecreet en het materialendecreet. Vooraleer te starten met de afbraakwerken dienen de constructies volledig ontruimd te worden. De afvalstoffen die vrijkomen bij de afbraakwerken dienen selectief ingezameld te worden.
Alle bouw-, sloop- en infrastructuurwerken in open lucht dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II, hoofdstuk 6.12 Beheersing van stofemissies tijdens bouw- , sloop- en infrastructuurwerken”, indien deze uitgevoerd worden door een aannemer.
Het verwijderen van asbest dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II Beheersing van asbest, hoofdstuk 6.4.
Grondverzet
Uit het ingediende dossier blijkt niet dat een grondverzet (met aanvoer/ afvoer) van meer dan 250m³ zal plaatsvinden. De regelgeving omtrent grondverzet is niet van toepassing.
Erfdienstbaarheden / gemene muren
Vergunningen hebben een zakelijk karakter. Zij worden verleend onder voorbehoud van de op het onroerend goed betrokken burgerlijke rechten.
Het is niet de taak van de administratieve overheid zich uit te spreken over het bestaan, de interpretatie en de omvang van subjectieve rechten, zoals bijvoorbeeld het bestaan van een erfdienstbaarheid / het overnemen van een gemene muur.
De overeenstemming van de aanvraag met een goede ruimtelijke ordening wordt echter beoordeeld met inachtneming van beginselen als hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en
veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4 van de VCRO.
De aanvrager wordt erop gewezen dat omtrent de erfscheidingen geen afbreuk wordt gedaan aan de burgerlijke rechten van de betrokken aanpalende eigenaars door het afleveren van een omgevingsvergunning en dat het aangewezen is hieromtrent een (schriftelijke) overeenkomst/ akkoordverklaring te bekomen alvorens aan te vatten met de werken.
De aanvraag is verenigbaar met de regelgeving.
Toetsing AAN DE goede ruimtelijke ordening
OMSCHRIJVING VAN DE FEITELIJKE AANVRAAG
De aanvraag omvat de regularisatie van de sloop van een vrijstaande eengezinswoning, de bouw van een eengezinswoning in open verband met een buitenzwembad, poolhouse, de tuinaanleg en de sloop van een vrijstaand bijgebouw.
BEOORDELING VAN DE GOEDE RUIMTELIJKE ORDENING
De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen:
1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;
2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook de volgende aspecten in rekening brengen:
a) beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in punt 1°;
b) de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement voor zover:
1) de rendementsverhoging gebeurt met respect voor de kwaliteit van de woon- en leefomgeving;
2) de rendementsverhoging in de betrokken omgeving verantwoord is.
3° indien het aangevraagde gelegen is in een gebied dat geordend wordt door een ruimtelijk uitvoeringsplan, een gemeentelijk plan van aanleg of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden waarvan niet op geldige wijze afgeweken wordt, en in zoverre dat plan of die vergunning voorschriften bevat die de aandachtspunten, vermeld in 1°, behandelen en regelen, worden deze voorschriften geacht de criteria van een goede ruimtelijke ordening weer te geven. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan gemotiveerd beslissen dat bepaalde voorschriften van verkavelingen ouder dan vijftien jaar, zoals bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 1°, c), of voorschriften van bijzondere plannen van aanleg ouder dan vijftien jaar, waarvan op grond van artikel 4.4.9/1 op rechtsgeldige wijze kan worden afgeweken, nog steeds de criteria van goede ruimtelijke ordening weergeven.
Omschrijving ligging en omgeving
Het perceel van de aanvraag is gelegen aan de Houthalenseweg en aan de Vilhoekstraat, respectievelijk een gewestweg en een gemeenteweg aan de rand van het centrum van Zonhoven.
De directe omgeving wordt gekenmerkt door residentiële bebouwing, bijna uitsluitend bestaande uit 2 bouwlagen onder een zadeldak in vaak gesloten en halfopen en soms in open verband.
In de ruimere omgeving wordt dit karakter soms gecombineerd met kleinschalige handelsfuncties of vrije beroepen.
Omschrijving van de aanvraag
Op het perceel in kwestie is een bouwvallig vrijstaand bijgebouw aanwezig. Dit staat als te slopen aangeduid. Het vergunde hoofdgebouw met haar aangebouwde bijgebouwen werden zonder vergunning gesloopt.
De aanvraag betreft het regulariseren van de sloop van het bestaande hoofdgebouw en haar aangebouwde bijgebouwen met een oppervlakte van 115,58m² die waren ingeplant op een afstand van 16,5 meter van de as van de voorliggende weg.
Een regularisatie moet met dezelfde criteria beoordeeld worden als een nieuwe aanvraag. Het kan immers niet zijn dat de regularisatie soepeler zou beoordeeld worden om reden dat de werken reeds uitgevoerd zijn.
De aanvraag voorziet ook in de sloop van een vrijstaand bijgebouw met een oppervlakte van 11,9m² dat zich in de achtertuin bevindt en dat zich over de rechter perceelsgrens tot op het naastliggend perceel bevindt. I.k.v. artikel 83 van het ‘Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning’ zijn de eigenaars van het desbetreffende perceel om hun standpunt verzocht. Er is inzake de sloop van dit gebouw geen bezwaar ingediend.
Er wordt voorzien in de bouw van een eengezinswoning op 8 meter van de grens met het openbaar domein en met een inrit langs de Houthalenseweg en een parkeerplaats in de voortuin. De zijmuren lopen evenwijdig met de zijdelinse perceelsgrenzen op een afstand van 3 meter van deze grenzen. Ten opzichte van de aanpalende woning aan de linkerzijde wordt het hoofdgebouw 2,5 meter terugliggend ingeplant. De bouwdiepte op het gelijkvloers bedraagt 17 meter en aangezien de verdieping terugliggend wordt ingeplant, bedraagt de bouwdiepte er 10,45 meter.
De woning bestaat uit 2 bouwlagen onder een plat dak. De dakrandhoogte ten opzichte van het maaiveld is 6,5 meter.
Er wordt een niet overdekt buitenzwembad en een poolhouse met overdekt terras geplaatst in de achtertuin. Het badhuis wordt voorzien van een privacywand dat samen met het overdekt terras een oppervlakte van 41,27m² bezit. Dit bijgebouw wordt ingeplant op 1 meter van de linkerperceelsgrens en tenminste 5 meter van de achtergrens.
Het zwembad heeft een oppervlakte van 32m² en wordt op een minimale afstand van 1,4 meter tot de rechterperceelsgrens ingeplant en tot op 5,71 meter van de achterste perceelsgrens.
De waterdoorlatende verhardingen bestaan uit een inrit met een parkeerplaats en een toegang tot de voordeur in de voortuin en een toegang tot een zijdeur in de linkerzijtuin met een oppervlakte van respectievelijk 46,11m² en 7,84m².
De niet-waterdoorlatende verhardingen bestaan uit de rand rond het zwembad en 2 voetpaden uitgevoerd als stapstenen in de achtertuin. Hun gezamelijke oppervlakte bedraagt 18,14m².
De grens van het perceel met het openbaar domein in de voortuin wordt afgesloten door een haag met een hoogte van 0,75 meter. Op de andere perceelsgrenzen wordt een draadafsluiting met klimop geplaatst met een hoogte van 1,7 meter.
Het bestaande terreinprofiel wordt behouden, met uitzondering van een zone ter hoogte van het zwembad. Vanaf een afstand van tenminste 2 meter van de zijdelingse perceelsgrenzen volgt het terreinprofiel dat van de aanpalende percelen.
Functionele inpasbaarheid in de onmiddellijke en ruime omgeving
De eengezinswoning past functioneel in de omgeving gezien de residentiële aard van deze laatste.
Mobiliteitsimpact
De aanvraag voorziet in 1 autostaanplaats in de voortuin en een op de oprit 1 woongelegenheid.
Het aantal autostaanplaatsen stemt overeen met het aantal woongelegenheden à rato van 1,5 per wooneenheid. De inrit wordt voorzien via de Houthalenseweg.
Omwille van de veiligheid is het aangewezen dat er voldoende zichtbaarheid is bij het uitrijden van het perceel. Daarom mogen de zijdelingse afsluitingen tot op een afstand van tenminste 5 meter van de grens met het openbaar domein maximaal een hoogte hebben van 1 meter.
De schaal van de voorgenomen werken, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
Gezien de sloop van alle constructies die op het perceel aanwezig zijn, mogen we stellen dat het ruimtegebruik enkel bepaald wordt door de nieuw in te planten gebouwen en verhardingen.
De verharding in de voortuin maakt er 34% van uit, merkelijk onder de in Zonhoven gehanteerde normen. De totale ‘footprint’ op het perceel is ongeveer 45,68% wat licht afwijkt van het streefcijfer binnen de gemeente, nl. 40%, wat aanvaardbaar is voor dit perceel.
De bouwdiepte van het hoofdgebouw valt voor wat het gelijkvloers betreft binnen de algemeen gehanteerde normen. De bouwdiepte van de verdieping overschrijdt deze licht maar gezien de terugligging ervan blijft het volume beperkt. Omdat er de aan de achterzijde van de zijgevel ook geen ramen voorzien worden en de afstand van 3 meter tot de perceelsgrenzen aangehouden blijven, kan dit aanvaard worden.
De oppervlakte van het bijgebouw bedraagt 41,27 m², aanvaardbaar boven de limiet van het vrijstellingenbesluit. Haar afstand tot de linker perceelsgrens is conform het vrijstellingenbesluit.
De diepte van de tuinzone bedraagt minimaal ongeveer 18,7 meter wat ruim voldoet aan de gehanteerde normen.
Visueel-vormelijke elementen
Het straatbeeld wordt gekenmerkt door voornamelijk gesloten tot halfopen en soms open residentiële bebouwing en diverse stijlen. Toch biedt het een eenvormige uitstraling gezien het bijna uitsluitend om woningen met 2 bouwlagen onder een zadeldak en vaak opgetrokken met rode tot roodbruine bakstenen gaat.
De woning heeft een zeer moderne uitstraling door gebruik te maken van architectonisch beton en een bronskleurige gevelbekleding uitgevoerd in gemoffeld aluminium gecombineerd met vlakke panelen. Het badhuis complementeert en ondersteunt dit aanzicht.
Bodemreliëf
Het bestaande maaiveld blijft voor het merendeel behouden. Enkel ter hoogte van het zwembad wordt een verhoging voorzien waardoor het maaiveld er zich 0,25 meter boven de as van de voorliggende weg bevindt. Dit is een aanvaardbare ophoging.
De aanvraag voldoet aan de criteria voor de goede ruimtelijke ordening in de onmiddellijke en ruime omgeving.
BESPREKING ADVIEZEN
“Het betreft hier de herbouw van een eengezinswoning, hiervoor verwijzen wij graag naar www.fluvius.be/aansluitingen.
Voor riolering dient voldaan te worden aan de gewestelijke en/of provinciale stedenbouwkundige verordeningen inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater die in uw gemeente van kracht zijn.
Fluvius doet geen nazicht van de bepalingen van deze verordening. Dit advies handelt over de aansluitbaarheid op het openbaar saneringsnetwerk.
Voor uw rioleringsaansluiting geven we u volgende advies:
Bij de sloop van een pand dient de bestaande huisaansluiting op het openbaar rioleringsstelsel tijdelijk buiten gebruik gesteld te worden door de aanvrager en wel op zo een manier dat de huisaansluiting water- en gronddicht afgesloten wordt en detecteerbaar blijft op eigen terrein.
Bij de aanleg van een nieuwe privéwaterafvoer dient de bouwheer de bestaande rioleringsaansluiting te detecteren en te hergebruiken. De nieuwe privéwaterafvoer voor vuilwater en eventueel hemelwater dient ter hoogte van de rooilijn tot aan en niet dieper dan de bestaande huisaansluiting gebracht te worden. Ter hoogte van de bestaande huisaansluiting voorziet de bouwheer aan de rooilijn op het privéterrein aparte controleputjes, één voor de vuilwaterafvoer en één voor de hemelwaterafvoer, indien deze nog niet aanwezig zijn. De diameter van de afvoerbuis voor vuilwater (DWA) is 125 mm (max.160 mm), voor regenwater (RWA) is dit 160 mm.
Dit ontslaat de bouwheer niet van het indienen van een aanvraag tot heraansluiting op het openbaar rioleringsstelsel bij Fluvius. De aanvraag is terug te vinden op www.fluvius.be.
Het spoelwater van de filters van het zwembad dient bij chemische filters aangesloten te worden op de vuilwaterafvoer en moet bij zuivere biologische filters (zonder toevoeging chloor of andere chemicaliën) aangesloten worden op de infiltratievoorziening.
De overloop van een buitenzwembad dient aangesloten te worden op de infiltratievoorziening of mag op eigen terrein in de naastliggende groenzones infiltreren. Als het zwembad in 1 keer geledigd gaat worden, dient de infiltratievoorziening hierop berekend te worden. De chloordosering dient 14 dagen voor de lediging uitgeschakeld te worden.
Voor alle andere vragen verwijzen wij graag naar onze website, www.fluvius.be of het algemeen nummer 078 35 35 34.
Bovenstaande informatie geven we mee onder voorbehoud van latere wijzigingen.
Mocht later bijvoorbeeld blijken dat de definitieve vermogens toch buiten de standaardnormen vallen, dan kan ons advies nog wijzigen.”
De gemeentelijke omgevingsambtenaren sluiten zich aan bij dit advies.
De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden.
“Hierbij stuur ik u het advies van mijn afdeling. Gelieve mij een afschrift van de beslissing toe te sturen.
INLICHTINGEN EN BEPERKINGEN
1. Vastlegging ten opzichte van de bestaande as van de gewestweg (N7150001 van 2.7 +46 tot 2.8 -47):
2. Constructie voor rooilijn
De parkings en verhardingen mogen niet worden ingepland vóór de ontworpen rooilijn.
3. Constructie in zone van achteruitbouw
4. Constructie op of over openbaar domein
Er mogen geen materialen worden gestapeld op het openbaar domein. (Cfr BVR 29/03/2002 retributiebesluit)
5. Toegang
6. Mobiliteitsimpact
ONGUNSTIG ADVIES
Om deze redenen adviseert het Agentschap Wegen en Verkeer ONGUNSTIG betreffende voorliggende aanvraag.
De gemeentelijk omgevingsambtenaren sluiten zich gedeeltelijk aan bij dit advies. De gemeentelijke omgevingsambtenaren sluiten zich aan bij bijna alle inlichtingen en beperkingen in het advies, behalve voor wat de toegang tot het perceel betreft en wel om de volgende redenen:
Uit de bovenstaande motivering blijkt dat de schaal en het uiterlijk van de voorgenomen werken op voldoende wijze ruimtelijk inpassen in de onmiddellijke en ruime omgeving. De aanvraag is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.
MILIEUTECHNISCH ADVIES
Niet van toepassing.
GECOÖRDINEERD EINDADVIES
Uit bovenstaande motiveringen blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen inzake milieu en ruimtelijke ordening, en dat het voorgestelde ontwerp verenigbaar is met de goede plaatselijke ordening en met zijn onmiddellijke omgeving.
De aanvraag is vatbaar voor een omgevingsvergunning voor het regulariseren van de sloop van een vrijstaande woning, de bouw van een eengezinswoning met buitenzwembad, poolhouse en tuinaanleg en de sloop van een vrijstaand bijgebouw.
Bijgevolg adviseert de omgevingsambtenaar het dossier voorwaardelijk gunstig voor het regulariseren van de sloop van een vrijstaande woning, de bouw van een eengezinswoning met buitenzwembad, poolhouse en tuinaanleg en de sloop van een vrijstaand bijgebouw zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan de aanvraag zijn verbonden en voor zover rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarden:
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.
De bezwaarindieners worden op de hoogte gebracht van de beslissing van het schepencollege.
Het college van burgemeester en schepenen volgt integraal het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar van 13/12/2022 tot het afleveren van een omgevingsvergunning met voorwaarden aan de aanvrager.
Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het afleveren van een omgevingsvergunning met voorwaarden aan de aanvrager.
De omgevingsvergunning omvat het regulariseren van de sloop van een vrijstaande woning, de bouw van een eengezinswoning met buitenzwembad, poolhouse en tuinaanleg en de sloop van een vrijstaand bijgebouw zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan deze omgevingsaanvraag zijn verbonden en voor zover rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarden.
De omgevingsvergunning wordt aldus afgegeven onder volgende voorwaarden:
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.
De bezwaarindieners worden op de hoogte gebracht van de beslissing van het schepencollege.