Terug
Gepubliceerd op 11/01/2023

Notulen  College van burgemeester en schepenen

di 20/12/2022 - 13:30 schepenzaal

Samenstelling

Aanwezig

Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur

Secretaris

Bart Telen, Algemeen directeur

Agendapunten

1.

2022_CBS_01311 - Notulen vorige zitting - Goedkeuring

Goedgekeurd
1.

2022_CBS_01311 - Notulen vorige zitting - Goedkeuring

2022_CBS_01311 - Notulen vorige zitting - Goedkeuring
2.

2022_CBS_01312 - Afvoering van ambtswege - Goedkeuring

Goedgekeurd
2.

2022_CBS_01312 - Afvoering van ambtswege - Goedkeuring

2022_CBS_01312 - Afvoering van ambtswege - Goedkeuring
3.

2022_CBS_01313 - Reglement begraafplaatsen - Kennisneming

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
3.

2022_CBS_01313 - Reglement begraafplaatsen - Kennisneming

2022_CBS_01313 - Reglement begraafplaatsen - Kennisneming

Motivering

Verwijzingsdocumenten

Reglement zoals toegevoegd in bijlage;

Reglement op heden van toepassing.

Feiten context en argumentatie

Door de overgang van een traditionele begraafplaats naar een parkbegraafplaats en het stopzetten van de mogelijkheid te bieden om een begraafplaats in concessie te nemen, dient het reglement betreffende de begraafplaatsen aangepast te worden.

Voor de inhoud van het reglement wordt integraal verwezen naar het reglement zoals toegevoegd in bijlage. De belangrijkste wijziging is dat er geen begrafenis in volle grond meer mogelijk wordt gemaakt, enkel in (graf- of urne)kelders, columbaria of middels uitstrooiing

Er dient afsluitend op gewezen te worden dat dit reglement in samenhang gelezen dient te worden met in eerste instantie het retributiereglement op gemeentelijke begraafplaatsen alsook de codex politieverordeningen. Vanzelfsprekend is de vigerende wetgeving eveneens van toepassing, op heden in het bijzonder het decreet op de begraafplaatsen en de lijkbezorging (16 januari 2004), alsook de uitvoeringsbesluiten en de omzendbrief (BZ-2006/03) daarbij horende. Hiernaast is ook het besluit van de Vlaamse Regering tot organisatie, inrichting en beheer van begraafplaatsen en crematoria (14 mei 2014).

Het goedkeuren van een reglement is een exclusieve bevoegdheid van de gemeenteraad. Dit reglement wordt bijgevolg ter goedkeuring geagendeerd op de eerstvolgende gemeenteraad.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het ontwerp van het reglement op de begraafplaatsen.

4.

2022_CBS_01314 - Kolenspoor: marketing- en communicatieplan - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
4.

2022_CBS_01314 - Kolenspoor: marketing- en communicatieplan - Goedkeuring

2022_CBS_01314 - Kolenspoor: marketing- en communicatieplan - Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

In navolging van een aantal eerder genomen (principiële) goedkeuringen rond het strategisch project 'Kolenspoor'

BeslissingBeslissingsorgaanDatum
2022_CBS_00828 - Projectstuurgroep deeltraject D3 fietssnelweg Kolenspoor - Principiële Goedkeuring
college van burgemeester en schepenen02/08/2022
2019_GR_00173 - Nieuwe projectaanvraag in het kader van de subsidielijn 'strategische projecten' van het Departement Omgeving voor het Strategisch Project Kolenspoor - Principiële Goedkeuring

gemeenteraad
09/09/2019
2019_CBS_00978 - Nieuwe projectaanvraag in het kader van de subsidielijn 'strategische projecten' van het Departement Omgeving voor het Strategisch Project Kolenspoor - Principiële Goedkeuring
college van burgemeester en schepenen13/08/2019
2019_CBS_00307 - Afvaardiging en vaststelling mandaat stuurgroep Kolenspoor - Goedkeuring
college van burgemeester en schepenen12/03/2019


wordt nu een volgende fase in dit project voorgesteld. Onderstaande nota wordt door de projectgroep voorgelegd.


Het Kolenspoor: van oude spoorverbinding tot hefboom voor regionale samenwerking

In uitvoering van de ruimtelijke visie Kolenspoorstad/Kolenspoorland (2020) ontwikkelt de provincie Limburg het strategisch project Kolenspoor door op 3 programmalijnen:

1) Aanleg van een innovatieve en duurzame fietssnelweg die opnieuw de verbinding maakt tussen de Kolenspoorgemeenten. Dit is de ruggengraat van het Kolenspoorproject. In een eerste fase wordt het segment tussen Genk en As aangelegd in 2024. De projectnota’s voor de andere segmenten zijn in opmaak.

2) Uitrol van een wervende Kolenspooridentiteit met bijhorende huisstijl en communicatie- en marketingstrategie die de herkenbaarheid en uitstraling van het gebied versterken.

3) Samenwerking faciliteren tussen de Kolenspoorgemeenten en stakeholders met als doel kennisuitwisseling en gezamenlijke projectontwikkeling.

Deze nota heeft betrekking op de 2de programmalijn: de opbouw van een Kolenspooridentiteit. Een stand van zaken over de andere onderdelen kan u terugvinden in de powerpoint in bijlage.

De afgelopen maanden heeft Connect in opdracht van de provincie Limburg en in samenwerking met de gemeenten en stakeholders, een visuele identiteit ontwikkeld voor het Kolenspoor: een identiteit die het verhaal van de regio vertelt (verleden én heden) en die ondersteunend en versterkend werkt ta.v. de merken die vandaag al actief zijn in het gebied (denk aan de gemeenten, LRM, Visit Limburg, De Wijers, Nationaal Park Hoge Kempen, etc..). Het Kolenspoormerk heeft geen concurrentiële marketingambitie, maar wil dat de bestaande merken en partners hun doelstellingen nog beter kunnen realiseren.

Het traject is uitgewerkt in verschillende stappen:

• Draagvlakenquête bij partners

• Workshops (2x) met communicatieverantwoordelijken gemeenten en stakeholders

• Bespreking in stuurgroep Kolenspoor (3x): overleg tussen provincie en burgemeesters van de 7 Kolenspoorgemeenten

Volgende instrumenten zijn vandaag klaar:

1) Een gemeenschappelijk narratief dat het uitgangspunt is voor alle communicatieacties. Kernwoorden zijn: mijnerfgoed, innovatie, economische ontwikkelingen, ontmoeten, fietsen en natuur (zie PPT in bijlage – big story)

2) Een visuele identiteit voor het Kolenspoor vertaald in een huisstijlhandboek met Kolenspoorlogo en creatieve elementen, maar ook met inrichtingselementen voor de ontwikkeling van verrassende Kolenspoorplekken langsheen het Kolenspoor. Op deze plekken krijg je een unieke kijk op de troeven van het gebied.

3) Opmaak communiciatie- en marketingplan om deze visuele identiteit uit te rollen en de regio op de kaart te zetten.

We kunnen de Kolenspooridentiteit nu zichtbaar maken op het terrein. We moeten hiervoor niet wachten tot de fietssnelweg volledig is aangelegd, maar willen nu reeds de troeven van de Kolenspoorregio van Beringen tot Maasmechelen op een sterke en collectieve manier naar buiten brengen.

Verbinding is de rode draad in het Kolenspoornarratief. Dit betekent dat samenwerking tussen de 7 Kolenspoorgemeenten essentieel is om het unieke en krachtige verhaal van de regio te vertellen en zo versterkend te werken t.a.v. de verschillende projecten en merken die vandaag en in de toekomst actief zijn op het Kolenspoor.

Provincie Limburg stelt daarom voor om de gemeenten actief te betrekken in het verder uitwerken en uitvoeren van het communicatie- en marketingplan. Dit betekent dat provincie en Kolenspoorgemeenten elk kwartaal in een communicatiewerkgroep een gezamenlijke communicatieplanning en -tijdlijn opmaken met concrete acties zoals een Kolenspoorwebsite, sociale media, een infomagazine én de ontwikkeling van Kolenspoorplekken langsheen de fietssnelweg. De Kolenspoorstuurgroep bewaakt de jaarplanning en het budget. Meer details vindt u in de powerpoint in bijlage.

Voor de uitvoering van het communicatieplan zal een budget van 150.000 EUR op jaarbasis worden voorzien. De inrichting van Kolenspoorplekken met infoborden, zitbanken etc. valt niet onder dit communicatie- en marketingbudget. Hiervoor zal een afzonderlijk investeringsbudget worden samengesteld. De provincie engageert zich om de helft van het communicatiebudget (75.000 EUR/jaar) te financieren als de 7 Kolenspoorgemeenten zich ook engageren om gezamenlijk de andere helft te financieren volgens een verdeelsleutel op basis van inwonersaantal, m² fietssnelweg en de aanwezigheid van Kolenspoorattractiepolen in de gemeente. (zie onderstaande tabel) Om continuïteit te brengen in het project wordt aan de gemeenten gevraagd om deze budgetten te reserveren voor de komende 3 jaar (2023-2025).

Verdeelsleutel communicatie- en marketingbudget Kolenspoor

Provincie Limburg  75.000 EUR/jaar
As  4.958,02 EUR
Beringen14.115,59 EUR
Genk  17.665,11 EUR
Heusden-Zolder11.737,11 EUR
Houthalen-Helchteren 8.397,96 EUR
Maasmechelen9.202,08 EUR
Zonhoven 8.924,12 EUR


De provincie Limburg zal de regie op zich nemen van de communicatiewerkgroep waarin de gemeenten vertegenwoordigd zijn alsook de operationele uitwerking van de overkoepelende communicatie-instrumenten (website, sociale media, video, infomagazine….). Van de Kolenspoorgemeenten wordt verwacht dat ze actief deelnemen aan deze werkgroep en volgens het principe van wederkerigheid communicatie-acties over het Kolenspoor opzetten en het Kolenspoorlogo integreren.

Voor meer informatie kan contact worden opgenomen met de Kolenspoorcoördinator, Dominique Van Dijck (dominique.vandijck@thenewdrive.be – 0479/75 43 72)

Adviezen
Gunstig advies

Gunstig, gezien de gemeente een belangrijke link is van het kolenspoor is het opportuun om in te stappen in dit marketingverhaal. 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het gemeentebestuur Zonhoven neemt kennis van de stand van zaken van het Kolenspoorproject en gaat akkoord met het voorgestelde communicatie- en marketingplan. De gemeente engageert zich om deel te nemen aan gemeenschappelijke communicatie- en marketingacties voor het Kolenspoor. Het college van burgemeester en schepenen stemt in met een financiële bijdrage vanuit de gemeente van 8.924,12 EUR aan het totaalbudget voor de uitvoering van het marketing- en communicatieplan voor het Kolenspoor en de reservatie van deze budgetten voor de periode 2023-2025.

5.

2022_CBS_01315 - Bestelbons - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
5.

2022_CBS_01315 - Bestelbons - Goedkeuring

2022_CBS_01315 - Bestelbons - Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

Het college van burgemeester en schepenen keurt de lijst van de bestelbons goed.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen keurt de lijst van bestelbons goed voor een bedrag van € 32.483,56.

6.

2022_CBS_01316 - Retributiereglement dienst vrije tijd met aangepaste tarieven : 1ste semester 2023 - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
6.

2022_CBS_01316 - Retributiereglement dienst vrije tijd met aangepaste tarieven : 1ste semester 2023 - Goedkeuring

2022_CBS_01316 - Retributiereglement dienst vrije tijd met aangepaste tarieven : 1ste semester 2023 - Goedkeuring

Motivering

Verwijzingsdocumenten

De interne nota van de vrijetijdsdiensten betreffende de herziening en aanpassing van de tarieven aan de programmatie.

Feiten context en argumentatie

De wijzigingen en nieuwe tarieven werden via mail bij elke dienst opgevraagd en verwerkt in dit besluit.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen beslist :

  • het collegebesluit van 24/06/2022 betreffende de vaststelling van de tarieven voor de verkoop van toeristisch promotiemateriaal en/of aanbieden van producten en dienstverlening, geleverd door "Vrije tijd" op te heffen vanaf 01/01/2023
  • en met ingang vanaf 01/01/2023 de nieuwe tarieven goed te keuren voor het 1ste semester 2023, die als bijlage zijn toegevoegd.

Artikel 2

Deze beslissing wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikels 286, 287 en 288 van het Decreet  Lokaal Bestuur.  Er wordt melding gemaakt bij de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur.  Een afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan elke gemeentelijke dienst binnen "Vrije tijd".

7.

2022_CBS_01317 - Overeenkomst veldrit Zonhoven 8 januari 2023 - Verenigde veldritorganisatoren vzw - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
7.

2022_CBS_01317 - Overeenkomst veldrit Zonhoven 8 januari 2023 - Verenigde veldritorganisatoren vzw - Goedkeuring

2022_CBS_01317 - Overeenkomst veldrit Zonhoven 8 januari 2023 - Verenigde veldritorganisatoren vzw - Goedkeuring

Motivering

Verwijzingsdocumenten

Ontwerp-samenwerkingsovereenkomst

Feiten context en argumentatie

De verenigde veldritorganisatoren vzw staat in voor de algemene organisatie van de cyclo-cross, manche in de UCI Cyclo-cross World Cup 2022-2023, dewelke zal plaatsvinden op zondag 8 januari 2023 in en rond het domein Molenheide en natuurgebied de Teut, gelegen te Zonhoven, hierna genoemd de Veldrit. 

De gemeente Zonhoven wordt gaststad/lokale partner van de Veldrit, waarbij de gemeente een faciliterende en ondersteunende rol op zich zal nemen, volgens de voorwaarden en modaliteiten zoals omschreven in de overeenkomst

Er wordt integraal verwezen naar de overeenkomst, zoals toegevoegd als bijlage bij dit besluit, omtrent de modaliteiten.

Gelet op het feit dat de ter beschikking stelling van de gronden, eigendom van de gemeente, aan de organisatoren een daad van beheer van gemeentelijke eigendommen in de zin van art. 56 §3, 1° van het decreet lokaal bestuur is en aldus een bevoegdheid van het college van burgemeester en schepenen, dat ook conform art. 56 §3, 8°, a van het decreet lokaal bestuur daden van beschikking van roerende goederen (uitleen materialen) een bevoegdheid van het college van burgemeester en schepenen is, evenals de tijdelijke ter beschikkingstelling van personeel aan derde rechtspersonen (art. 185 decreet lokaal bestuur) alsook het begrip dagelijks bestuur zoals goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 25 maart 2019 financiële verbintenissen onder de € 30.000,00 gedelegeerd heeft naar het college van burgemeester en schepenen (uitgave in casu bedraagt € 19.000,00), wordt gesteld dat het college van burgemeester en schepenen bevoegd is deze overeenkomst goed te keuren.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen keurt de samenwerkingsovereenkomst cyclo-cross, zoals toegevoegd als bijlage bij dit besluit, integraal goed.

8.

2022_CBS_01318 - Verdeling subsidies sportclubs voor 2021-2022 - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
8.

2022_CBS_01318 - Verdeling subsidies sportclubs voor 2021-2022 - Goedkeuring

2022_CBS_01318 - Verdeling subsidies sportclubs voor 2021-2022 - Goedkeuring

Motivering

Verwijzingsdocumenten

- Verdeling van de toegekende punten. 
- Overzicht van de toegekende punten per club voor beleids- en impulssubsidies. 
- Overzicht subsidiebedragen per club. 

Feiten context en argumentatie

De door de gemeente erkende sportverenigingen kunnen rekenen of financiële ondersteuning. Hiervoor dient de sportclub een beleids- en impulssubsidiedossier in te vullen en te bezorgen aan de sportdienst. 

Op basis van de ontvangen dossiers wordt door de sportdienst een verdeling voorgesteld conform met het beleidssubsidiereglement en het impulssubsidiereglement. 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

De sportdienst adviseert het college van burgemeester en schepenen om de voorgestelde verdeling van de subsidies goed te keuren. 

9.

2022_CBS_01319 - Jeugdraad: verslag vergadering 10 december 2022 - Kennisneming

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
9.

2022_CBS_01319 - Jeugdraad: verslag vergadering 10 december 2022 - Kennisneming

2022_CBS_01319 - Jeugdraad: verslag vergadering 10 december 2022 - Kennisneming

Motivering

Feiten context en argumentatie

Het verslag van de vergadering zit in de bijlagen.

In de varia werden volgende relevante vragen gesteld:

1. Vraag naar ondersteuning verenigingen bij de hoge energiekosten

Scouts en Gidsen Juventa vragen of de gemeente kan ondersteunen in de hoge energiekosten. 

Momenteel is daarvoor geen subsidieregeling of budget voorzien in het meerjarenplan. 

Er zijn wel een aantal mogelijkheden die de gemeente heeft om te ondersteunen:

  • ondersteuning bij het zoeken naar mogelijke besparingen (sensibilisering, informatie aanbieden...)
  • energiescan: Pulse Transitienetwerk biedt ondersteuning (energiecoaching met mogelijkheid tot subsidiëring tot 10.000 euro voor aanpakken van quick wins / energiescan met mogelijkheid om investeringssubsidies aan te vragen bij DCJM voor bedragen boven de 10.000 euro) 
    De (financiële) impact van crisisjaren op lokale jeugdorganisaties | Bataljong
  • het subsidiereglement jeugdinfrastructuur biedt de mogelijkheid voor subsidiëring van energiezuinige investeringen 
  • aansluiting bij UiTPAS biedt de verenigingen ruimte om bijv. lidgelden te verhogen, zonder kwetsbare kinderen uit te sluiten

2. Voorstel m.b.t. vorming en advies omtrent vzw-wetgeving voor verenigingen

Jos Meers (vroegere medewerker bij Formaat, bijna 40 jaar ervaring met het begeleiden van vzw's) doet het aanbod om een vorming van 3 uur en/of een advies op maat te geven m.b.t. recente wijzigingen in de wetgeving. Kostprijs bedraagt 78 euro + kilometervergoeding voor een avond vorming. 

De jeugddienst stelt voor om zo'n vorming aan te bieden voor alle geïnteresseerde jeugd-, sport- en cultuurverenigingen. 

3. Stand van zaken vraag zebrapad aan de lokalen van KSA Zonhoven

KSA Zonhoven vraagt een stand van zaken over het zebrapad, dat zij een tijd terug gevraagd hebben aan hun lokalen. In het voorjaar werd deze teruggekoppeld met de deskundige mobiliteit, de vraag zou worden bekeken. Omdat de vraag betrekkelijk eenvoudig is, vraagt de jeugdraad deze als quick win snel te behandelen. 

Zie foto's in de bijlage. 

Deze vraag wordt verder onderzocht en zal in de loop van januari 2023 geagendeerd worden op het college. 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de jeugdraad van 10 december 2022. 

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen geeft de principiële goedkeuring voor het organiseren van een vorming voor kleine lokale vzw's. 

10.

2022_CBS_01321 - Startnota ruimtelijke uitvoeringsplan Hondenschool - verslag infomoment en advies diensten - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
10.

2022_CBS_01321 - Startnota ruimtelijke uitvoeringsplan Hondenschool - verslag infomoment en advies diensten - Goedkeuring

2022_CBS_01321 - Startnota ruimtelijke uitvoeringsplan Hondenschool - verslag infomoment en advies diensten - Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van het infomoment op 19.11.2022. Zie bijlage.

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de opmerkingen van het intern overleg met de diensten patrimonium, facilitair management en afdeling ruimte. 

De opmerkingen luiden als volgt:

- Voor de afmetingen van het agilityterrein worden bij voorkeur de officiële afmetingen aangehouden. Het heeft geen zin om de terreinen over te dimensioneren. 

-  Geen twee, maar 1 parkeerzone te voorzien op eigen terrein, van minstens 40 wagens. Bij voorkeur wordt er een maximale afwikkeling van de parkeerplaatsen op eigen terrein voorzien, zonder belemmering van de speelmogelijkheden. 

- Er worden 2 parkings voorzien op het naastliggend perceel van het OCMW, in gebruik door TOP vzw.  Vanuit efficiënt ruimtegebruik worden deze 2 parking samengevoegd tot 1 grote parking waarbij een afsluiting zorgt voor een afscheiding tussen de parking en het gebouw. Op deze manier is slechts 1 in- en uitrit nodig. 

- Wanneer een overloopparking wordt voorzien op het naastliggend terrein, in eigendom van het OCMW, kan dit een belemmering vormen bij een eventuele verkoop van deze grond en industriehal. Door het afsluiten van een overeenkomst met de huurder (of voorwaarden in de verkoopakte bij een verkoop) kan een zekerheid ingebouwd worden. 

- De verharding van het gebouw en parking moeten meer geconcentreerd worden.  Nu wordt dit te verspreid ingetekend wat leidt tot te veel verharding.

Nota dienst:

De inspraakronde eindigt op 30.12.2022. Tot op heden werden geen reacties ontvangen. Op 19.11.2022 werd ter plaatse een participatiemoment gehouden. Een 10-tal geïnteresseerden kwamen opdagen, allen leden van de hondenclubs. Alle wettelijke verplichtingen omtrent bekendmaking van de inspraakperiode werden gevolgd. 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van het infomoment op 19.11.2022. 

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord met de opmerkingen van de diensten en zal deze meenemen bij de beoordeling van de adviezen en eventuele inspraakreacties.

11.

2022_CBS_01322 - Notarisinfo - artikel 5.2.2 - 2022/00036/SPLITSING - Mierenleeuwstraat - inlichtingen notariële splitsing

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
11.

2022_CBS_01322 - Notarisinfo - artikel 5.2.2 - 2022/00036/SPLITSING - Mierenleeuwstraat - inlichtingen notariële splitsing

2022_CBS_01322 - Notarisinfo - artikel 5.2.2 - 2022/00036/SPLITSING - Mierenleeuwstraat - inlichtingen notariële splitsing

Motivering

Feiten context en argumentatie

Het perceel is kadastraal gekend als afdeling 1, sectie B, nummer 818P7/deel.

Het deel van het perceel 818P7, weergegeven als lot 7 op het bijgevoegd plan, heeft een oppervlakte van 17ca.

Het deel van het perceel 818P7, weergegeven als lot 7 op het bijgevoegd plan, wordt gevoegd bij het perceel 849W.

Het geheel grenst alzo aan het openbaar domein en is bebouwbaar.

Het perceel is volgens het gewestplan gelegen in woonuitbreidingsgebied.

Het perceel is gelegen binnen het BPA Halveweg-herziening II, in een zone voor sociale woningbouw.

Het perceel doet momenteel dienst als peststrook bij de ontwikkeling van het binnengebied.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen wenst volgende opmerkingen mee te geven, bij wijze van inlichting:

Het perceel is kadastraal gekend als afdeling 1, sectie B, nummer 818P7/deel.

Het deel van het perceel 818P7, weergegeven als lot 7 op het bijgevoegd plan, heeft een oppervlakte van 17ca.

Het deel van het perceel 818P7, weergegeven als lot 7 op het bijgevoegd plan, wordt gevoegd bij het perceel 849W.

Het geheel grenst alzo aan het openbaar domein en is bebouwbaar.

Het perceel is volgens het gewestplan gelegen in woonuitbreidingsgebied.

Het perceel is gelegen binnen het BPA Halveweg-herziening II, in een zone voor sociale woningbouw.

Het perceel doet momenteel dienst als peststrook bij de ontwikkeling van het binnengebied.

12.

2022_CBS_01323 - OMV - Besluit Deputatie - Grote Hemmenweg 23 en 23A - 2022/00055 - Kennisneming

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
12.

2022_CBS_01323 - OMV - Besluit Deputatie - Grote Hemmenweg 23 en 23A - 2022/00055 - Kennisneming

2022_CBS_01323 - OMV - Besluit Deputatie - Grote Hemmenweg 23 en 23A - 2022/00055 - Kennisneming

Motivering

Feiten context en argumentatie

Beslissing van de Bestendige deputatie van 08 december 2022:

Artikel 1
§1. Aan de heer Joeri Hertogs, Ossendriesstraat 9 te 3520 Zonhoven wordt, onder de voorwaarden bepaald in dit besluit, de omgevingsvergunning verleend voor het slopen van de bestaande bebouwing en het bouwen van een tweewoonst en een bijgebouw (dubbele carport + 2 tuinbergingen), met als voorwerp:
- de volgende stedenbouwkundige handelingen:
- BOUWEN VAN EEN TWEEWOONST: Bouwen of herbouwen, in functie van wonen;
- SLOPEN VAN EEN BESTAANDE WONING: Slopen van niet vrijstaande gebouwen of constructies
met betrekking tot een terrein gelegen te Zonhoven ter plaatse Grote Hemmenweg 23 en 23A, kadastraal gekend: Afdeling 2, Sectie C, perceelnr. 526E2.

§2. De plannen, zoals opgeladen in het loket onder projectinhoud versie V3, maken er een integraal deel van uit.

Artikel 2  De in artikel 1 bedoelde vergunning wordt verleend voor onbepaalde duur.

Artikel 3  De in artikel 1 bedoelde vergunning wordt verleend:
§1. Voor wat betreft de stedenbouwkundige handelingen:
- onder volgende voorwaarden:
° de infiltratievoorziening moet een inhoud van 3 962 liter en een oppervlakte van 6,34m² hebben.
° links (recht deel en afgeschuind deel) en rechts van het terras op de eerste verdieping moet aan de binnenzijde van de terrasmuur over de volledige diepte van het terras een ondoorzichtig terrasscherm met een hoogte van 1m80 geplaatst te worden.

Artikel 4
De beslissing wordt ter beschikking gesteld van:
1) de beroeper, met name de heer Joeri Hertogs, Ossendriesstraat 9 te 3520 Zonhoven
2) het college van burgemeester en schepenen van Zonhoven, Kerkplein 1 te 3520 Zonhoven
3) de adviesinstanties, vermeld in artikel 35 en/of 37 die advies verlenen in eerste aanleg

Artikel 5
De beslissing wordt, overeenkomstig de artikelen 56 t.e.m. 63 van het besluit van 27 november 2015 van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet betreffende de Omgevingsvergunning van 25 april 2014 (OVB), bekendgemaakt door:
1° in voorkomend geval, de aanplakking van een affiche op de plaats waar het voorwerp van de vergunningsaanvraag uitgevoerd zal worden, conform artikel 59;
2° de publicatie op de website van de gemeente waar het voorwerp van de vergunningsaanvraag uitgevoerd zal worden, conform artikel 60;
3° in voorkomend geval, de publicatie in een dag- of weekblad, conform artikel 61;
4° in voorkomend geval, de individuele kennisgeving, conform artikel 62;
5°  de analoge of digitale terinzagelegging van de beslissing in het gemeentehuis van de gemeente waar het voorwerp van de vergunningsaanvraag uitgevoerd zal worden, conform artikel 63.

Artikel 6
Tegen deze beslissing is geen georganiseerd administratief beroep mogelijk.
Er kan enkel nog een beroep ingesteld worden bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, Ellips-gebouw, Koning Albert ll-laan 35 bus 81 in 1030 Brussel.
Het beroep kan worden ingesteld door:
1° de vergunningsaanvrager, de vergunningshouder, de exploitant of de persoon die de melding heeft verricht;
2° het betrokken publiek;
3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties, vermeld in artikel 24 of in artikel 42 (van het OVD) of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde, als die instantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;
4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;
5° (...)
6° de leidend ambtenaar van het departement Omgeving, of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde;
7° de leidend ambtenaar van het agentschap Innoveren & Ondernemen of bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde, als het project vergunningsplichtige kleinhandelsactiviteiten omvat;
8° de leidend ambtenaar van het agentschap, bevoegd voor natuur en bos, of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde als het project vergunningsplichtige wijzigingen van de vegetatie omvat.

De persoon aan wie kan worden verweten dat hij een voor hem nadelige vergunningsbeslissing niet heeft bestreden door middel van het daartoe openstaande georganiseerd administratief beroep bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52 (van het OVD) wordt geacht te hebben verzaakt aan zijn recht om zich tot de Raad voor Vergunningsbetwistingen te wenden.

Het beroep moet met een verzoekschrift tot vernietiging, al of niet gepaard gaande met een vordering tot schorsing op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending worden ingesteld binnen een vervaltermijn van 45 dagen, die ingaat:
1°   de dag na de datum van de betekening voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;
2°   de dag na de eerste dag van de aanplakking van de beslissing in de overige gevallen.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de beslissing van de Bestendige deputatie van 08 december 2022.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen besluit over te gaan tot de bekendmaking van deze beslissing overeenkomstig de artikelen 56 t.e.m 63 van het besluit van 27 november 2015 van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014.

Artikel 3

Het college van burgemeester en schepenen beslist de bezwaarindieners in kennis te stellen van de beslissing van de deputatie.

13.

2022_CBS_01324 - OMV - Vergunning - Vlasbergweg 16 - 2022/00184 - Gedeeltelijke goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
13.

2022_CBS_01324 - OMV - Vergunning - Vlasbergweg 16 - 2022/00184 - Gedeeltelijke goedkeuring

2022_CBS_01324 - OMV - Vergunning - Vlasbergweg 16 - 2022/00184 - Gedeeltelijke goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

STEDENBOUWKUNDIG EN MILIEUTECHNISCH advies - verslag GEMEENTELIJKE omgevingsambtenaar

De aanvraag betreft het slopen van een afdak, het uitbreiden en verbouwen van de bestaande woning, het regulariseren van een terras en het regulariseren van de voorgevel en het bestaande tuinhuis.

De aanvraag werd op 07/07/2022 ontvangen.

Op 04/08/2022 werd aanvullende informatie opgevraagd.

Op 22/08/2022 werd de gevraagde aanvullende informatie aangeleverd.

Op 20/09/2022 werd de aanvraag ontvankelijk en volledig verklaard.

De gewone vergunningsprocedure wordt gevolgd.

Er werd een openbaar onderzoek gehouden, lopende van 30/09/2022 tot en met 29/10/2022, gesloten zonder bezwaarschriften.

HISTORIEK VAN HET EIGENDOM WAAROP DE AANVRAAG BETREKKING HEEFT

Stedenbouwkundig

  • Op 16/03/1979 werd een verkavelingsvergunning afgeleverd, voor het verkavelen van grond in 94 loten voor open en halfopen bebouwing, door het college van burgemeester en schepenen. (7204.V.304)
  • Op 17/08/1981 werd een stedenbouwkundige vergunning afgeleverd voor het bouwen van een woonhuis, door het college van burgmeester en schepenen. (1981/00080)

Uit het aanvraagdossier / de gegevens waarover de gemeente beschikt (luchtfoto…) blijkt dat op het perceel van de aanvraag constructies en/ of handelingen werden opgericht/ verricht/ aanwezig zijn, waarvoor geen vergunning verleend werd. Het betreft het wijzigen van de voorgevel, het bouwen van een afdak en het bouwen van een tuinhuis.

Deze wederrechtelijk opgerichte constructies/ uitgevoerde handelingen werden opgenomen in de huidige aanvraag als te regulariseren voor wat betreft het tuinhuis en de voorgevel. De overkapping zal gesloopt worden.

Milieu

Het perceel is niet opgenomen in het Grondeninformatieregister.

OPENBAAR ONDERZOEK

Overeenkomstig artikel 17 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hoofdstuk 3 Toepassingsgebied van de gewone en vereenvoudigde procedure, artikels 11 t.e.m. 14 van het besluit tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning, werd dit dossier volgens de gewone procedure behandeld.

Er werd bijgevolg een openbaar onderzoek gehouden.

Het openbaar onderzoek werd georganiseerd van 30/09/2022 tot en met 29/10/2022.

Het aanvraagdossier bevat een schriftelijk akkoord van de eigenaars van het linker aanpalende perceel voor de aangevraagde werken.

Er werden geen bezwaren ingediend.

ADVIEZEN

Geen advies vereist

MILIEUEFFECTENRAPPORTAGE

De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van bijlage I, II en III van het besluit inzake projectmilieueffectrapportage van 10 december 2004 en latere wijzigingen.

STEDENBOUWKUNDIG ADVIES

TOETSING AAN DE REGELGEVING EN VOORSCHRIFTEN

OVEREENSTEMMING MET BESTEMMINGS- EN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Gewestplan

De aanvraag is volgens het geldende gewestplan Hasselt - Genk, goedgekeurd bij Koninklijk besluit op 3 april 1979, gelegen in woongebied.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van een goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen en latere wijzigingen).

Verkaveling

Het goed is gekend als lot 69 binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde verkaveling, waarvan de vergunning is afgeleverd op 16/03/1979 door het college van burgemeester en schepenen en gekend is onder nummer 7204.V.304. De verkavelingsvergunning is voor dit perceel niet vervallen. 

De kavel kreeg als bestemming residentieel gebruik.

De aanvraag voldoet principieel aan de geldende bestemmingsvoorschriften maar niet aan de geldende verkavelingsvoorschriften.

Daarom wordt de aanvraag verder onderzocht op basis van de bepalingen zoals voorgeschreven in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, gewijzigd door het decreet van 8 december 2017 houdende wijziging van diverse bepalingen inzake ruimtelijke ordening, milieu en omgeving (zgn. Codextrein).

De Codextrein voorziet wijzigingen met als doel het verruimen van de mogelijkheden om ruimtelijk rendement te optimaliseren en het versoepelen van procedures.

Artikel 4.3.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening stelt dat de onverenigbaarheid van de aanvraag met de verkavelingsvoorschriften, binnen de omschrijving van een goedgekeurde en niet vervallen verkavelingen, ouder dan 15 jaar, niet langer een weigeringsgrond vormt voor de aanvraag.

Evenwel kan de afwijking niet worden toegestaan voor wat betreft voorschriften betreffende wegenis en openbaar groen.

De aanvraag betreft geen van deze elementen en kan dus niet geweigerd worden op basis van onverenigbaarheid met de voorschriften.

Vrijstelling vergunningsplicht 

Volgens art. 2.1.2° van het besluit van de Vlaamse regering van 16 juli 2010 tot bepaling van handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is, is de aanvraag voor het kalleien van de gevels vrijgesteld van vergunning.

Er wordt besloten dat de aanvraag zonder voorwerp is voor het kalleien van de gevels. Hierover wordt dan ook geen uitspraak gedaan.

Stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater

De aanvraag valt onder de toepassing van het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 en latere wijzigingen, houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

De plannen geven aan dat voor de uitbreiding woning met een horizontale dakoppervlakte van 49,23m² een infiltratievoorziening wordt voorzien waarvan de oppervlakte en het volume voldoen aan de verordening. Als extra wordt er ook nog een hemelwaterput voorzien door de aanvrager met een volume van 10 000 liter. Deze hemelwaterput wordt aangesloten op de volledige dakoppervlakte van 187,23m². De overloop gebeurt naar het infiltratiebekken. 

De verordening is niet van toepassing voor wat betreft de aanleg van de voorziene verhardingen omdat het hemelwater dat op de verharding valt niet wordt opgevangen en afgevoerd, maar op natuurlijke wijze op eigen terrein in de bodem kan infiltreren.

De aanvraag voldoet aan deze stedenbouwkundige verordening.

Riolering

Het perceel is op het zoneringplan voor riolering, goedgekeurd bij Ministerieel besluit de dato 19 september 2008, gelegen in “centrale gebied”. Een individuele voorbehandelinginstallatie (septische put) moet niet aangelegd worden.

Algemene bepalingen betreffende riolering en waterafvoer:

  • De aanvrager dient het Algemeen Waterverkoopreglement, de aanvullende voorwaarden en de aanvullende technische voorschriften van de rioolbeheerder Fluvius na te leven. Daarnaast dient de aanvrager de voorwaarden zoals bepaald in afdeling 6.2.2. van Vlarem II na te leven voor de afvoer van hemel- en afvalwater. 
  • Indien voor het bouwproject een aansluiting op de openbare riolering noodzakelijk is dan dient de aanvrager zo snel mogelijk na het bekomen van de bouwvergunning zijn aanvraag tot aansluiting op het openbaar saneringsnetwerk online aan te vragen via de website van Fluvius: www.fluvius.be. Fluvius bepaalt de locatie en diepte van de huisaansluitingen. Alleen Fluvius of een door haar aangestelde uitvoerder zorgt voor de realisatie van het gedeelte van de aansluiting dat in het openbaar domein ligt tot aan de perceelsgrens van de eigendom
  • De klant dient zelf in te staan voor het plaatsen van de privériolering voor het bouwproject en is verplicht deze uit te voeren volgens de wettelijke bepalingen ter zake, ondermeer dient voldaan te zijn aan de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater van 5/07/2013 (GSV “hemelwater”).
  • Indien de privériolering niet correct en volledig volgens deze wettelijke bepalingen werd uitgevoerd, zelfs indien dit niet expliciet door de stedenbouwkundige vergunning opgelegd is, behoudt Fluvius het recht om de woning niet aan te sluiten op het rioleringsnet.
  • Indien de bouwplannen en meer specifiek het rioleringsplan niet in overeenstemming zijn met deze voorschriften hebben deze voorschriften voorrang.

We raden aan om:

  • Geen sifonputjes te plaatsen op vuilwaterafvoerleidingen aangezien in deze putjes vaak verstopping optreedt en alle toestellen in de woning in principe reeds over een waterslot/sifon beschikken.
  • In het kader van herbruik van hemelwater, het water van de hemelwaterput voor de spoeling van alle WC’s, kranen voor kuiswater en wasmachines in deze werken te gebruiken.
  • Een terugslagklep te plaatsen op de overloop van de hemelwaterput om terugstuwing vanuit de riolering te vermijden.
  • De noodzakelijke ontluchting te voorzien op het private vuilwaterafvoerstelsel (bvb: ontluchtingspijp door dak).

Keuring privéwaterafvoer

Door het in voege treden van het Algemeen Waterverkoopreglement is de keuring van privéwaterafvoer verplicht vanaf 1 juli 2011. Elke rioleringsaansluiting op het openbaar saneringsnet dient een keuring van de privéwaterafvoer te ondergaan conform artikel 12, §1 van het Algemeen Waterverkoopreglement en dit bij de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer.  Enkel de door Fluvius erkende keurders komen hiervoor in aanmerking (een lijst kan u terugvinden op de website van Fluvius: www.fluvius.be).

Watertoets

Het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013,verplicht de vergunningverlenende overheid om de watertoets uit te voeren bij elke aanvraag tot omgevingsvergunning. Dit decreet vormt het juridisch kader voor het integraal waterbeleid in Vlaanderen. Het decreet bevat ook de omzetting van de kaderrichtlijn Water en de Overstromingsrichtlijn.

Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Voor het betrokken project werd de watertoets uitgevoerd volgens de richtlijnen van het uitvoeringsbesluit van 20 juli 2006. Dit Watertoetsbesluit werd gewijzigd bij Besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011. Dit besluit is in werking getreden op 1 maart 2012.

Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Zoals hoger aangehaald voldoet het voorliggende ontwerp aan deze verordening. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

De aanvraag doorstaat de watertoets.

Archeologienota

Conform het Onroerenderfgoeddecreet de dato 12 juli 2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag gezien de perceeloppervlakte kleiner is dan 3 000m².

Indien men niet verplicht is tot het opstellen van een archeologienota en tijdens de uitvoering komen er toch archeologische sporen of vondsten aan het licht, dan dient de bouwheer dit te melden binnen de 3 dagen aan het agentschap Onroerend Erfgoed (www.onroerenderfgoed.be).

Overige regelgeving

Decreet rookmelders

Het decreet van 10 maart 2017, houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, wat het verbeteren van de brandveiligheid door het algemeen invoeren van optische rookmelders voor woningen betreft, bepaalt dat alle woningen in Vlaanderen moeten uitgerust worden met correct geïnstalleerde rookmelders of dienen te beschikken over een branddetectiesysteem.

De voorliggende aanvraag voldoet hieraan: er worden rookmelders geplaatst in de inkomhal, de keuken en nachthal.

Indien principieel voldaan maar plaatsing minder aangewezen kan je volgende toevoegen:

Opmerking: de plaatsing van rookmelders in ruimtes waar dampen en rookgassen gebruikelijk kunnen voorkomen (garages, keukens, badkamers en ook wasplaats) kan aanleiding geven tot valse meldingen. Hier is het meer aangewezen een hittemelder te plaatsen.

Het is aangewezen om rookmelders te plaatsen in elke ruimte waar u doorheen moet op weg naar buiten (zoals inkomhal, doorgang, nachthal, traphal…).

 Energiedecreet

De aanvraag dient te voldoen aan het energiedecreet van 8 mei 2009 en het energiebesluit van 19 november 2010 en hun latere aanvullingen en wijzigingen.

Slopen

De afbraak dient te gebeuren tot in de grond en de plaats moet hersteld worden in de vorige toestand.

Aan de afbraak is geen milieuvergunningsplicht verbonden, wel dient rekening gehouden te worden met de wettelijke verplichtingen opgenomen in het Vlarem II, omgevingsvergunningsdecreet, het bodemsaneringsdecreet en het materialendecreet. Vooraleer te starten met de afbraakwerken dienen de constructies volledig ontruimd te worden. De afvalstoffen die vrijkomen bij de afbraakwerken dienen selectief ingezameld te worden.

Alle bouw-, sloop- en infrastructuurwerken in open lucht dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II, hoofdstuk 6.12 Beheersing van stofemissies tijdens bouw- , sloop- en infrastructuurwerken”, indien deze uitgevoerd worden door een aannemer.

Het verwijderen van asbest dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II Beheersing van asbest, hoofdstuk 6.4.

Grondverzet

Uit het ingediende dossier blijkt niet dat een grondverzet  (met aanvoer/ afvoer) van meer dan 250m³ zal plaatsvinden. De regelgeving omtrent grondverzet is niet van toepassing.

Lichten en zichten

De aanvraag werd getoetst aan art. 675 tot en met 680 bis van het burgerlijk wetboek dat bepalingen bevat inzake zichten en lichten op een naburig erf.

De aanvraag is verenigbaar met de regelgeving.

Toetsing AAN DE goede ruimtelijke ordening

OMSCHRIJVING VAN DE FEITELIJKE AANVRAAG 

De aanvraag omvat het slopen van een afdak, het uitbreiden en verbouwen van de bestaande woning, het regulariseren van een terras en het regulariseren van de voorgevel en het bestaande tuinhuis.

BEOORDELING VAN DE GOEDE RUIMTELIJKE ORDENING 

Artikel 4.3.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening stelt dat binnen de omschrijving van een goedgekeurde, niet vervallen verkavelingen ouder dan 15 jaar onverenigbaarheid van de aanvraag met de stedenbouwkundige voorschriften niet langer een grond vormt voor weigering van de aanvraag.
De hierboven vermelde goedgekeurde, niet vervallen verkaveling is goedgekeurd dd. 16/03/1979 en dus komt de aanvraag principieel in aanmerking voor deze regeling.
 Evenwel kan de afwijking niet worden toegestaan voor wat betreft voorschriften betreffende wegenis en openbaar groen. Het betreft geen van deze elementen en dus kan de aanvraag niet geweigerd worden op basis van onverenigbaarheid met de voorschriften. Tenslotte dient de aanvraag getoetst aan de goede ruimtelijke ordening.

De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen:

1°         het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;

2°         het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in 1°, in rekening brengen;

Omschrijving ligging en omgeving

Het perceel van de aanvraag is gelegen aan de Vlasbergweg, een voldoende uitgeruste gemeenteweg.

De omgeving wordt gekenmerkt door voornamelijk residentiële bebouwing in open en halfopen/ verband.

Omschrijving van de aanvraag

Momenteel is het perceel bebouwd met een eengezinswoning bestaande uit 1 bouwlaag met een hellend dak. Achteraan de woning werd een afdak opgericht zonder het verkrijgen van een vergunning. In de achtertuin werd er ook nog een tuinhuis opgericht zonder vergunning.

De vrijstaande woning is te verbouwen en uit te breiden. Het bestaande gelijkvloerse volume met zadeldak is aan de achterzijde met een gelijkvloers volume met zadeldak uit te breiden. Het aanwezige afdak is hiervoor af te breken. Buiten de uitbreiding zijn nieuwe ramen te plaatsen en is de gevel met een kalei af te werken. Ook zal de tuinberging opgenomen worden binnen deze aanvraag als te regulariseren.

Een regularisatie moet met dezelfde criteria beoordeeld worden als een nieuwe aanvraag. Het kan immers niet zijn dat de regularisatie soepeler zou beoordeeld worden om reden dat de werken reeds uitgevoerd zijn. 

Functionele inpasbaarheid in de onmiddellijke en ruime omgeving

De uitbreiding van de bestaande woning en het plaatsen van een hellend dak hierop is functioneel inpasbaar in de onmiddellijke en de ruime omgeving. Alsook het regulariseren van de tuinberging. 

Mobiliteitsimpact

De aanvraag voorziet in 2 autostaanplaatsen op de inrit aan de rechterzijde van de woning.

Het aantal autostaanplaatsen stemt overeen met het aantal woongelegenheden à rato van 1,5 per wooneenheid.  Er wordt slechts 1 inrit met een max. breedte van 3m ter hoogte van de rooilijn toegelaten.  Daarom wordt als vergunningsvoorwaarde opgelegd dat uitgezonderd de inrit met een breedte van 3 meter, het perceel ter hoogte van de rooilijn/ voorste perceelgrens ontoegankelijk moet worden gemaakt voor voertuigen.

De schaal van de voorgenomen werken, het ruimtegebruik en de visueel-vormelijke elementen

Na het afbreken van het bestaande afdak aan de achterzijde van de woning wordt er op deze locatie een uitbreiding voorzien tot op 3m van de rechter perceelgrens. Deze uitbreiding zorgt ervoor dat de maximale bouwdiepte van de woning 17m zal bedragen. De uitbreiding heeft een totale breedte van 7,6m. Binnen deze uitbreiding zullen de keuken en de eethoek geplaatst worden om zo een verbinding te creëren tussen de leefruimtes en de tuinzone. 

Op het verdiepingsniveau wordt er een uitbreiding voorzien onder het hellend dak dat geplaatst wordt boven de gelijkvloerse uitbreiding. Hierdoor kan er een toilet, een douchecel en een extra slaapkamer gecreëerd worden. 

Dergelijke uitbreiding aan de woning tot een bouwdiepte van 17m bestaande uit 1 bouwlaag met een hellend dak kan ruimtelijk aanvaard worden. Er wordt geen hinder verwacht naar de naastliggende buren. De uitbreiding zorgt ervoor dat de connectie tussen tuin en de woning verbeterd zal worden. 

In de achtertuin op 0,20m tot 0,40m van de linker perceelgrens werd er een tuinberging opgericht. De oppervlakte van de tuinberging bedraagt 17,52m². De constructie bestaat uit 1 bouwlaag afgewerkt met een hellend dak waarvan de kroonlijsthoogte 2,10m bedraagt en de nokhoogte 2,30m bedraagt ten opzichte van het maaiveld. De tuinberging werd uitgevoerd in hout. Aangezien het gaat om een tuinberging met een beperkte oppervlakte en hoogte zal er geen overdreven hinder verwacht worden op deze locatie. De tuinberging kan dus met deze dimensies en op deze locatie aanvaard worden. Ook werd er nog een akkoord toegevoegd van de linker buur.

Rechts van de woning wordt een oprit aangelegd met een breedte van 3m in betonklinkers.  Vanuit deze inrit loopt er ook nog een beperkt pad voor de woning in dezelfde betonklinkers. De oppervlakte van deze betonklinkers bedraagt 66,49m². In de voortuin worden ook kiezels aangelegd. Deze kiezelverharding heeft een oppervlakte van 77,61m². Bovenstaande verhardingen zorgen ervoor dat de verhardingsgraad van de voortuin ±83% bedraagt. De gemeente Zonhoven streeft naar een maximale verhardingsgraad van 50% in de voortuin. De reeds aangelegde kiezelverharding zal dus verwijderd moeten worden en vervangen worden door een groenaanplant zodat het minimale groenpercentage van 50% behaald wordt in de voortuin.

In de achtertuin worden er verhardingen voorzien rondom de bestaande tuinberging in betonklinkers met een oppervlakte van 4,94m². Verder werd er rechts achteraan een terras opgericht met houten planken. Deze heeft een oppervlakte van 13,81m². Voor dit terras liggen er ook betonklinkers met een oppervlakte van 1,49m². In de achtertuin worden de verhardingen gereduceerd naar 20,24m² hetgeen als positief beoordeeld kan worden.

Het gehele project zorgt voor een verhardingsgraad van ±38%. Er is dus nog steeds voldoende groen aanwezig op het perceel. Om het groenkarakter van Zonhoven te behouden kunnen echter de vele verhardingen in de voortuin niet toegestaan worden en zal in de voorwaarden van deze vergunning opgenomen worden dat deze gereduceerd moeten worden naar maximaal 50% verharding, met de voorkeur om deze nog meer te beperken. Voor het overige voldoet deze aanvraag aan de goede ruimtelijke ordening voor wat betreft de uitbreiding van de woning en het regulariseren van het tuinhuis. 

Bodemreliëf

Aangezien er geen wijzigingen van het terreinniveau voorzien zijn in de aanvraag, dient het bestaande terreinniveau behouden te blijven. Alle overtollige grond die vrijkomt bij het graven van de funderingen, dient verwijderd te worden via een erkende grondwerker of naar een erkende grondreinigingsplaats.

De aanvraag voldoet aan de criteria voor de goede ruimtelijke ordening in de onmiddellijke en ruime omgeving op voorwaarde dat de verhardingen in de voortuin gereduceerd worden naar een maximale verhardingsgraad van 50%, met de voorkeur deze nog meer te beperken.

De aanvraag voldoet niet aan de criteria voor de goede ruimtelijke ordening in de onmiddellijke en ruime omgeving voor wat betreft de kiezelverharding in de voortuin. 

BESPREKING ADVIEZEN

Er werden geen adviezen opgevraagd.

Uit de bovenstaande motivering blijkt dat de schaal en het uiterlijk van de voorgenomen werken op voldoende wijze ruimtelijk inpassen in de onmiddellijke en ruime omgeving. De aanvraag is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening mits er voldaan wordt aan de voorwaarden gesteld in deze omgevingsvergunning.

De aanvraag is niet verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening voor wat betreft de kiezelverharding in de voortuin. 

MILIEUTECHNISCH ADVIES

Niet van toepassing.

GECOÖRDINEERD EINDADVIES

Uit bovenstaande motiveringen blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen inzake milieu en ruimtelijke ordening, en dat het voorgestelde ontwerp deels verenigbaar is met de goede plaatselijke ordening en met zijn onmiddellijke omgeving. 

De aanvraag is deels vatbaar voor een omgevingsvergunning mits het opleggen van voorwaarden.

De voorliggende aanvraag is verenigbaar met de wettelijke bepalingen inzake milieu en ruimtelijke ordening en is integreerbaar in zijn omgeving voor wat betreft het slopen van een afdak, het uitbreiden en verbouwen van de bestaande woning, het regulariseren van een terras en het regulariseren van de voorgevel en het bestaande tuinhuis.

De voorliggende aanvraag is niet verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening voor wat betreft het aanleggen van kiezelverharding in de voortuin

Er wordt geen uitspraak gedaan over het kalleien van de gevels omdat deze werken vallen onder toepassing van het vrijstellingsbesluit zoals hoger omschreven.

Ongunstig voor het aanleggen van de kiezelverharding in de voortuin zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan de aanvraag zijn verbonden.

Bijgevolg adviseert de omgevingsambtenaar het dossier voorwaardelijk gunstig voor het slopen van een afdak, het uitbreiden en verbouwen van de bestaande woning, het regulariseren van een terras en het regulariseren van de voorgevel en het bestaande tuinhuis, zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan de aanvraag zijn verbonden en voor zover rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarden:

  1. De kiezelverharding moet gereduceerd zodat er een maximale verhardingsgraad van 50% overblijft in de voortuin.
    Riolering
  2. De afvoer van de overloop van de hemelwateropvang en de afvoer van het afvalwater dienen te voldoen aan de voorwaarden van de rioleringsbeheerder Fluvius (www.fluvius.be );
  3. Er dient voldaan te worden aan het Algemeen Waterverkoopreglement en aanvullende voorwaarden van de netbeheerder ( zie www.fluvius.be); 
  4. De initiatiefnemer handelt volgens en voldoet aan de reglementering van de nutsmaatschappijen en draagt alle kosten die noodzakelijk zijn voor aansluiting op de nutsleidingen;
  5. De riolering moet uitgevoerd worden zoals weergegeven op de ingediende plannen én rekening houdend met het Algemeen Waterverkoopreglement en de voorwaarden van de rioleringsbeheerder Fluvius.
  6. Bij het gebruik van een droogzuiging voor het realiseren van de werken, dient voldaan te worden aan de Vlarem meldingsplicht via de gemeentelijke dienst Milieu & Duurzaamheid.   Niet verontreinigd bemalingswater moet bij voorkeur opnieuw in de bodem gebracht worden. Wanneer dit redelijkerwijze niet mogelijk is, moet geloosd worden in een oppervlaktewater, een kunstmatige afvoerweg voor hemelwater of een leiding voor het hemelwater. Indien de droogzuiging aangesloten moet worden op de openbare riolering dient hiervoor een toelating bekomen te worden. Indien een gescheiden rioleringsstelsel aanwezig is in de straat kan, indien niet anders mogelijk, de tijdelijke aansluiting enkel op het RWA-riool . De droogzuiging dient daarenboven beperkt te worden in tijd tot het hoogstnoodzakelijke; 
  7. Aanpassingen aan inrichtingen, constructies of beplantingen op het openbaar domein naar aanleiding van deze of toekomstige aanvraag voor een omgevingsvergunning zijn steeds ten laste van de aanvrager. Alle kosten naar aanleiding van een heraanplanting en/ of herstelwerken op/ aan het openbaar domein, uitgevoerd naar aanleiding van een omgevingsaanvraag van een particulier, blijven ten laste van de aanvrager.
    Terrein en gelijkgrondse berm:
  8. Aangezien er geen wijzigingen van het terreinniveau voorzien zijn in de aanvraag, dient het bestaande terreinniveau behouden te blijven. Alle overtollige grond die vrijkomt bij het graven van de funderingen, dient verwijderd te worden via een erkende grondwerker of naar een erkende grondreinigingsplaats;
  9. Uitgezonderd de inrit met een breedte van 3 meter, dient het perceel ter hoogte van de rooilijn/ voorste perceelgrens, ontoegankelijk te worden gemaakt voor voertuigen. Het hemelwater van de inrit dient opgevangen te worden op eigen terrein en mag niet afgevoerd worden naar de openbare weg. Naast de inrit dient een ruimte beschikbaar te zijn voor een mogelijk groenzone en infiltratie van het afvloeiend hemelwater;
    Andere voorwaarden:
  10. Bij de uitvoering van de bouwwerken moet rekening gehouden worden met het energiedecreet van 8 mei 2009 en het energiebesluit van 19 november 2010 en hun latere wijzigingen;
  11. De bouwheer dient, conform artikel 8 van het decreet op het archeologisch patrimonium de dato 30 juni 1993 en zijn latere wijzigingen, elk roerend of onroerend goed dat hij vindt of vermoedt gevonden te hebben, te melden binnen de 3 dagen aan het Onroerend Erfgoed Limburg, Hendrik Van Veldekegebouw, Koningin Astridlaan 50 bus 1 te 3500 Hasselt (www.onroerenderfgoed.be/een-vondst-melden);
  12. Indien vastgesteld wordt dat er straatmeubilair en/of laanbeplanting aanwezig is die dienen verplaatst en/of verwijderd te worden voor de uitvoering van deze vergunning, of bij de ingebruikname van het project, en er voor aanvang van de werken geen toelating bekomen wordt tot het verplaatsen van het straatmeubilair, moet er een gewijzigde vergunning aangevraagd worden die rekening houdt met het straatmeubilair en/of de laanbeplanting;
  13. De aanvrager is ertoe verplicht het college van burgemeester en schepenen op de hoogte te brengen van het begin van de stedenbouwkundige handelingen en/of exploitatie(s);

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen volgt integraal het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar omtrent het sluiten van het openbaar onderzoek en tot het afleveren van een gedeeltelijke omgevingsvergunning met voorwaarden aan de aanvrager.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het afleveren van een gedeeltelijke omgevingsvergunning met voorwaarden aan de aanvrager. 

Het college van burgemeester en schepenen weigert de omgevingsaanvraag voor het aanleggen van de kiezelverharding in de voortuin, zoals weergegeven op de ingediende plannen.

Het college van burgemeester en schepenen vergunt onder voorwaarden de omgevingsaanvraag voor het slopen van een afdak, het uitbreiden en verbouwen van de bestaande woning, het regulariseren van een terras en het regulariseren van de voorgevel en het bestaande tuinhuis, zoals weergegeven op de/het ingediende plannen (…)die als bijlage de aanvraag zijn verbonden en voor zover rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarden.

Artikel 3

Volgende voorwaarden dienen strikt nageleefd te worden:

  1. De kiezelverharding moet gereduceerd zodat er een maximale verhardingsgraad van 50% overblijft in de voortuin.
    Riolering
  2. De afvoer van de overloop van de hemelwateropvang en de afvoer van het afvalwater dienen te voldoen aan de voorwaarden van de rioleringsbeheerder Fluvius (www.fluvius.be );
  3. Er dient voldaan te worden aan het Algemeen Waterverkoopreglement en aanvullende voorwaarden van de netbeheerder ( zie www.fluvius.be); 
  4. De initiatiefnemer handelt volgens en voldoet aan de reglementering van de nutsmaatschappijen en draagt alle kosten die noodzakelijk zijn voor aansluiting op de nutsleidingen;
  5. De riolering moet uitgevoerd worden zoals weergegeven op de ingediende plannen én rekening houdend met het Algemeen Waterverkoopreglement en de voorwaarden van de rioleringsbeheerder Fluvius.
  6. Bij het gebruik van een droogzuiging voor het realiseren van de werken, dient voldaan te worden aan de Vlarem meldingsplicht via de gemeentelijke dienst Milieu & Duurzaamheid.  Niet verontreinigd bemalingswater moet bij voorkeur opnieuw in de bodem gebracht worden. Wanneer dit redelijkerwijze niet mogelijk is, moet geloosd worden in een oppervlaktewater, een kunstmatige afvoerweg voor hemelwater of een leiding voor het hemelwater. Indien de droogzuiging aangesloten moet worden op de openbare riolering dient hiervoor een toelating bekomen te worden. Indien een gescheiden rioleringsstelsel aanwezig is in de straat kan, indien niet anders mogelijk, de tijdelijke aansluiting enkel op het RWA-riool . De droogzuiging dient daarenboven beperkt te worden in tijd tot het hoogstnoodzakelijke; 
  7. Aanpassingen aan inrichtingen, constructies of beplantingen op het openbaar domein naar aanleiding van deze of toekomstige aanvraag voor een omgevingsvergunning zijn steeds ten laste van de aanvrager. Alle kosten naar aanleiding van een heraanplanting en/ of herstelwerken op/ aan het openbaar domein, uitgevoerd naar aanleiding van een omgevingsaanvraag van een particulier, blijven ten laste van de aanvrager.
    Terrein en gelijkgrondse berm:
  8. Aangezien er geen wijzigingen van het terreinniveau voorzien zijn in de aanvraag, dient het bestaande terreinniveau behouden te blijven. Alle overtollige grond die vrijkomt bij het graven van de funderingen, dient verwijderd te worden via een erkende grondwerker of naar een erkende grondreinigingsplaats;
  9. Uitgezonderd de inrit met een breedte van 3 meter, dient het perceel ter hoogte van de rooilijn/ voorste perceelgrens, ontoegankelijk te worden gemaakt voor voertuigen. Het hemelwater van de inrit dient opgevangen te worden op eigen terrein en mag niet afgevoerd worden naar de openbare weg. Naast de inrit dient een ruimte beschikbaar te zijn voor een mogelijk groenzone en infiltratie van het afvloeiend hemelwater;
    Andere voorwaarden:
  10. Bij de uitvoering van de bouwwerken moet rekening gehouden worden met het energiedecreet van 8 mei 2009 en het energiebesluit van 19 november 2010 en hun latere wijzigingen;
  11. De bouwheer dient, conform artikel 8 van het decreet op het archeologisch patrimonium de dato 30 juni 1993 en zijn latere wijzigingen, elk roerend of onroerend goed dat hij vindt of vermoedt gevonden te hebben, te melden binnen de 3 dagen aan het Onroerend Erfgoed Limburg, Hendrik Van Veldekegebouw, Koningin Astridlaan 50 bus 1 te 3500 Hasselt (www.onroerenderfgoed.be/een-vondst-melden);
  12. Indien vastgesteld wordt dat er straatmeubilair en/of laanbeplanting aanwezig is die dienen verplaatst en/of verwijderd te worden voor de uitvoering van deze vergunning, of bij de ingebruikname van het project, en er voor aanvang van de werken geen toelating bekomen wordt tot het verplaatsen van het straatmeubilair, moet er een gewijzigde vergunning aangevraagd worden die rekening houdt met het straatmeubilair en/of de laanbeplanting;
  13. De aanvrager is ertoe verplicht het college van burgemeester en schepenen op de hoogte te brengen van het begin van de stedenbouwkundige handelingen en/of exploitatie(s);

 Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.

14.

2022_CBS_01325 - OMV - Vergunning - Boomsteeg 43 - 2022/00183 - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
14.

2022_CBS_01325 - OMV - Vergunning - Boomsteeg 43 - 2022/00183 - Goedkeuring

2022_CBS_01325 - OMV - Vergunning - Boomsteeg 43 - 2022/00183 - Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

STEDENBOUWKUNDIG EN MILIEUTECHNISCH advies - verslag GEMEENTELIJKE omgevingsambtenaar

De aanvraag betreft het regulariseren en verbouwen van een bestaande woning, de functiewijziging naar een vakantiewoning en herinrichting van het terrein.

De aanvraag werd op 06/07/2022 ontvangen.

Op 04/08/2022 werd aanvullende informatie opgevraagd.

Op 25/08/2022 werd de gevraagde aanvullende informatie aangeleverd.

Op 06/09/2022 werd de aanvraag ontvankelijk en volledig verklaard.

De gewone vergunningsprocedure wordt gevolgd.

Er werd een openbaar onderzoek gehouden, lopende van 16/09/2022 tot en met 15/10/2022, gesloten met 0 bezwaarschriften.

HISTORIEK VAN HET EIGENDOM WAAROP DE AANVRAAG BETREKKING HEEFT

Stedenbouwkundig

  • 1968/00105: bouwaanvraag geweigerd door de Deputatie op 07/11/1968 voor het bouwen van een woonhuis;
  • 1977/00210: bouwvergunning op 28/09/1977 voor het bouwen van een woonhuis;

De aanvraag werd in overleg gebracht met de gemeentelijke administratie tussen november 2021 en maart 2022 (VB_2021_328) voor wat betreft procedure met afwijking van de bestemming binnen het BPA, de vergunningstoestand en de te volgen richtlijnen voor een omgevingsaanvraag en specifieke regelgeving  voor logiesverstrekkende inlichtingen.  Er werd geen voorontwerp ingediend.

Uit de gegevens waarover de gemeente beschikt, blijkt niet dat voor het voorwerp van de aanvraag een PV is opgesteld noch dat een meerwaarde werd opgelegd of dat op het goed een vonnis of arrest rust. 

Uit het aanvraagdossier en de gegevens waarover de gemeente beschikt (luchtfoto…) blijkt dat op het perceel van de aanvraag constructies werden opgericht en handelingen werden uitgevoerd, waarvoor geen vergunning verleend werd. 

Het betreft de oprichting van een veranda, een overdekt terras, een bijgebouw, de ruimere uitvoering van een afrit, beperkte interne wijzigingen en gevelwijzigingen en aanleg van verhardingen.

Deze wederrechtelijk opgerichte constructies en uitgevoerde handelingen werden opgenomen in de huidige aanvraag als te regulariseren, te verwijderen of aan te passen.

Milieu

Volgende milieumelding werd afgeleverd:

  • 3VL1192 – 20132554 - melding klasse 3 op 10/03/1992 van opslag van 5000 liter mazout

Het perceel is niet opgenomen in het Grondeninformatieregister.

OPENBAAR ONDERZOEK

Overeenkomstig artikel 17 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hoofdstuk 3 Toepassingsgebied van de gewone en vereenvoudigde procedure, artikels 11 t.e.m. 14 van het besluit tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning, werd dit dossier volgens de gewone procedure behandeld.

Er werd bijgevolg een openbaar onderzoek gehouden.

Het openbaar onderzoek werd georganiseerd van 16/09/2022 tot en met 15/10/2022.

Er werden geen bezwaren ingediend.

ADVIEZEN

Brandweer Hulpverleningszone Zuid-West Limburg

Toerisme Vlaanderen

MILIEUEFFECTENRAPPORTAGE

De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van bijlage I, II en III van het besluit inzake projectmilieueffectrapportage van 10 december 2004 en latere wijzigingen.

STEDENBOUWKUNDIG ADVIES

TOETSING AAN DE REGELGEVING EN VOORSCHRIFTEN

OVEREENSTEMMING MET BESTEMMINGS- EN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Gewestplan

Het perceel van de aanvraag is volgens het geldende gewestplan Hasselt - Genk, goedgekeurd bij Koninklijk besluit op 3 april 1979, deels gelegen in woongebied met landelijk karakter en deels gelegen in natuurgebied met wetenschappelijke waarde. 

De voorgestelde werken bevinden zich volledig in het woongebied met landelijk karakter.

De woongebieden met landelijk karakter zijn in hoofdzaak bestemd “voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven”. Zowel bewoning als landbouw zijn bijgevolg de hoofdbestemmingen van het gebied, en beide bestemmingen staan er op gelijke voet. Daarnaast kunnen eveneens de andere inrichtingen, voorzieningen en activiteiten, zoals in woongebied worden toegelaten (artikel 6 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan, noch in een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Bijzonder plan van aanleg

Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg Boomsteeg herziening, goedgekeurd op 13 februari 2007.

Het perceel kreeg als bestemming:

  • Artikel 12 – zone voor open bebouwing met een ruraal karakter;
  • Artikel 24 – publieke voortuinstrook;
  • Artikel 26 – mantelzone tegenover het aangrenzende vijvergebied.

De aanvraag voldoet principieel aan de geldende bestemmingsvoorschriften maar niet aan de stedenbouwkundige voorschriften van het bijzonder plan van aanleg.

Daarom wordt de aanvraag verder onderzocht op basis van de bepalingen van artikel 4.4.9/1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, gewijzigd door het decreet van 8 december 2017 houdende wijziging van diverse bepalingen inzake ruimtelijke ordening, milieu en omgeving (zgn. Codextrein).

AFWIJKINGEN VAN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Handelingen sorterend onder voorschriften van een bijzonder plan van aanleg dat ouder is dan 15 jaar

Art. 4.4.9/1.

Het vergunningverlenende bestuursorgaan mag bij het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van de stedenbouwkundige voorschriften van een bijzonder plan van aanleg, voor zover dit plan ouder is dan vijftien jaar op het ogenblik van de indiening van de aanvraag.

Afwijkingen kunnen niet toegestaan worden voor wat betreft wegenis, openbaar groen en erfgoedwaarden.

De afwijkingsmogelijkheid, vermeld in het eerste lid, kan slechts worden toegepast voor stedenbouwkundige voorschriften van bijzondere plannen van aanleg die een aanvulling vormen op:

1° de volgende gebiedsaanduidingen, vermeld in het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen:

a) woongebieden, met uitzondering van woonparken;

b) industriegebieden in de ruime zin;

c) dienstverleningsgebieden;

d) gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen;

2° de volgende aanvullende voorschriften van het gewestplan:

a) gebieden voor service-residentie;

b) kantoor- en dienstenzones;

c) gebieden voor handelsbeursactiviteiten en grootschalige activiteiten;

d) lokale en regionale bedrijventerreinen;

e) luchthavengebonden bedrijventerreinen;

f) gebieden voor luchthavengerelateerde kantoren en diensten;

g) businessparken;

h) teleport;

i) gebieden voor hoofdkwartierfunctie;

j) gebieden hoofdzakelijk bestemd voor de vestiging van grootwinkelbedrijven;

k) zones voor kleinhandel en kleine en middelgrote ondernemingen;

l) kleinhandelszones;

m) zones van handelsvestigingen;

n) gebieden voor zeehaven- en watergebonden bedrijven;

o) zeehavengebieden;

p) gebieden voor watergebonden bedrijven;

q) transportzones;

r) regionale gemengde zones voor diensten en handel;

s) research-, universiteits- en wetenschapsparken;

t) bedrijfsgebied met stedelijk karakter;

u) gemengde woon- en industriegebieden;

v) gemengde gemeenschapsvoorzienings- en dienstverleningsgebied;

w) stedelijke ontwikkelingsgebieden;

x) gebieden voor duurzame stedelijke ontwikkeling;

y) gebieden voor kernontwikkeling.

De afwijkingsmogelijkheid, vermeld in het eerste lid, kan niet worden toegepast voor bijzondere plannen van aanleg die voorzien in stedenbouwkundige voorschriften voor agrarisch gebied, ruimtelijk kwetsbaar gebied of recreatiegebied in afwijking van het gewestplan of voor gebieden die in uitvoering van artikel 5.6.8 van deze codex aangeduid zijn als watergevoelig openruimtegebied.

Elke aanvraag tot afwijking overeenkomstig het eerste lid, wordt onderworpen aan een openbaar onderzoek.

De aanvraag voldoet aan de afwijkingsbepalingen.

De aanvraag wijkt af van de stedenbouwkundige voorschriften van het BPA Boomsteeg herziening dd. 13/02/2007 voor wat betreft:

  • Artikel 12.1. Bestemming

De hoofdbestemming is wonen, maximaal 2 wooneenheden, met bijhorende private buitenruimte en een eventueel 1 nevenbestemming voor vrije beroepen per perceel/ pand.

De aanvraag voorziet een functiewijziging van de eengezinswoning naar vakantiewoning.

  • Artikel  12.2. Inplanting en volume van het hoofdgebouw

In geval van een hellend dak varieert de kroonlijsthoogte tussen de 2,50m en 4,50m.

De kroonlijsthoogte van  de te regulariseren veranda en afdak bedraagt 2,36m en 2,8m.

Stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater

Er werd aangegeven dat de aanvraag niet onder toepassing van de verordening hemelwater valt.

De plannen geven echter aan dat de horizontale dakoppervlakte van de te regulariseren veranda en overkapping 42m² bedraagt. Te regulariseren constructies vallen onder dezelfde regelgeving als nieuwe constructies.

De aanvraag valt dus onder de toepassing van het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 en latere wijzigingen, houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

Voor berekening van de infiltratievoorziening dient 42m² van de te regulariseren dakoppervlakte opgenomen en minstens eenzelfde oppervlakte van de bestaande, nog niet aangesloten dakoppervlakte van de woning. In totaal dus 84m².

Om te voldoen aan de verordening worden volgende voorwaarden opgelegd:

Het hemelwater dient afgeleid naar de bestaande achterliggende vijver.

Het voorzien van een infiltratieput is in een watergevoelig gebied niet zinvol, enkel oppervlakte-infiltratie is hier nuttig. Aangezien er reeds een ruime vijver aanwezig is aan de achterzijde, dient men deze dan ook te benutten.

Minstens 84m² dakoppervlakte dient af te wateren naar de vijver; bij voorkeur wordt de volledige dakoppervlakte opgenomen.

De verordening is niet van toepassing voor wat betreft de aanleg van de voorziene verhardingen omdat het hemelwater dat op de verharding valt niet wordt opgevangen en afgevoerd, maar op natuurlijke wijze op eigen terrein in de bodem kan infiltreren in de naastliggende groenzones.

 

De aanvraag voldoet aan deze stedenbouwkundige verordening op voorwaarde dat het hemelwater van minstens 84m² dakoppervlakte afgeleid wordt naar de bestaande achterliggende vijver; bij voorkeur wordt de volledige dakoppervlakte opgenomen.

Riolering

Het perceel is op het zoneringplan voor riolering, goedgekeurd bij Ministerieel besluit de dato 19 september 2008, gelegen in “centrale gebied”. 

Met betrekking tot de riolering dienen volgende voorwaarden en opmerkingen gevolgd te worden:

  • Kosten voor het voorzien / verleggen of uitbreiden van de nutsleidingen moeten gedragen worden door de aanvrager;
  • Aanpassingen aan inrichtingen, constructies of beplantingen op het openbaar domein naar aanleiding van deze of toekomstige omgevingsaanvraag zijn steeds ten laste van de aanvrager. Alle kosten naar aanleiding van een heraanplanting/ herstel op/ aan het openbaar domein, uitgevoerd naar aanleiding van een omgevingsaanvraag van een particulier, blijven ten laste van de aanvrager.
  • Voor de uitvoering van werken op bermen, stoepen en wegen dient er voor de aanvang der werken een staat van bevinding opgemaakt te worden door de aannemer en dit in samenspraak met een afgevaardigde van het gemeentebestuur.
  • Standaardbepalingen rioleringsbeheerder Fluvius omgevingsvergunningen

Algemene bepalingen betreffende riolering en waterafvoer:

  • De aanvrager dient het Algemeen Waterverkoopreglement, de aanvullende voorwaarden en de aanvullende technische voorschriften van de rioolbeheerder Fluvius na te leven. Daarnaast dient de aanvrager de voorwaarden zoals bepaald in afdeling 6.2.2. van Vlarem II na te leven voor de afvoer van hemel- en afvalwater. 
  • Indien voor het bouwproject een aansluiting op de openbare riolering noodzakelijk is dan dient de aanvrager zo snel mogelijk na het bekomen van de bouwvergunning zijn aanvraag tot aansluiting op het openbaar saneringsnetwerk online aan te vragen via de website van Fluvius: www.fluvius.be. Fluvius bepaalt de locatie en diepte van de huisaansluitingen. Alleen Fluvius of een door haar aangestelde uitvoerder zorgt voor de realisatie van het gedeelte van de aansluiting dat in het openbaar domein ligt tot aan de perceelsgrens van de eigendom
  • De klant dient zelf in te staan voor het plaatsen van de privériolering voor het bouwproject en is verplicht deze uit te voeren volgens de wettelijke bepalingen ter zake, ondermeer dient voldaan te zijn aan de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater van 5/07/2013 (GSV “hemelwater”).
  • Indien de privériolering niet correct en volledig volgens deze wettelijke bepalingen werd uitgevoerd, zelfs indien dit niet expliciet door de stedenbouwkundige vergunning opgelegd is, behoudt Fluvius het recht om de woning niet aan te sluiten op het rioleringsnet.
  • Indien de bouwplannen en meer specifiek het rioleringsplan niet in overeenstemming zijn met deze voorschriften hebben deze voorschriften voorrang.

We raden aan om:

  • Geen sifonputjes te plaatsen op vuilwaterafvoerleidingen aangezien in deze putjes vaak verstopping optreedt en alle toestellen in de woning in principe reeds over een waterslot/sifon beschikken.
  • In het kader van herbruik van hemelwater, het water van de hemelwaterput voor de spoeling van alle WC’s, kranen voor kuiswater en wasmachines in deze werken te gebruiken.
  • Een terugslagklep te plaatsen op de overloop van de hemelwaterput om terugstuwing vanuit de riolering te vermijden.
  • De noodzakelijke ontluchting te voorzien op het private vuilwaterafvoerstelsel (bvb: ontluchtingspijp door dak).

Keuring privéwaterafvoer

Door het in voege treden van het Algemeen Waterverkoopreglement is de keuring van privéwaterafvoer verplicht vanaf 1 juli 2011. Elke rioleringsaansluiting op het openbaar saneringsnet dient een keuring van de privéwaterafvoer te ondergaan conform artikel 12, §1 van het Algemeen Waterverkoopreglement en dit bij de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer.  Enkel de door Fluvius erkende keurders komen hiervoor in aanmerking (een lijst kan u terugvinden op de website van Fluvius: www.fluvius.be).

Specifieke bepalingen betreffende riolering en waterafvoer voor dit bouwproject:

  • Volgens de GSV “hemelwater” dient een gescheiden stelsel voorzien te worden: de afvoer van het buitenterras/oprit dient aangesloten te worden op de overloop van de hemelwaterput, op een infiltratievoorziening of dient in de naastliggende groenzones af te wateren.
  • Volgens de GSV “hemelwater” dient een gescheiden stelsel voorzien te worden. Als de afvoer van het hemelwater noodzakelijk is ( bv. niet op eigen terrein geïnfiltreerd wordt, … ) dan dient verplicht het hemelwater minstens tot aan het lozingspunt gescheiden af te voeren van het afvalwater.
  • Volgens de GSV hemelwater, dient voor de verharding en dakoppervlakte een infiltratievoorziening toegepast te worden.

Het buffervolume van de infiltratievoorziening dient minimum 25 liter per vierkante meter referentieoppervlakte te bedragen. De grondwaterstand dient nagegaan te worden. Het buffervolume dient zich volledig tussen de gemiddelde grondwaterstand en het peil van de noodoverlaat te bevinden. De oppervlakte van de infiltratievoorziening dient minimaal 4 vierkante meter per begonnen 100 vierkante meter referentieoppervlakte te bedragen.

De eventuele noodoverloop dient voldoende hoog voorzien te worden, en niet dieper dan 30 cm onder het laagste deksel of aangesloten kolk, zodat de noodoverlaat zich boven de hoogste grondwaterstand bevindt. Deze noodoverlaat dient te allen tijde inspecteerbaar en bereikbaar te zijn (bv. onder een deksel). Er wordt enkel een aansluiting met max. diam. 160 mm als overloop van de infiltratievoorziening toegestaan. We raden tevens aan om op de overloop van de infiltratievoorziening een terugslagklep te plaatsen.

Indien een hemelwaterput gebouwd wordt dient de overloop van de hemelwaterput aangesloten te worden op de toevoer naar de infiltratievoorziening.

Watertoets

Het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013,verplicht de vergunningverlenende overheid om de watertoets uit te voeren bij elke aanvraag tot omgevingsvergunning. Dit decreet vormt het juridisch kader voor het integraal waterbeleid in Vlaanderen. Het decreet bevat ook de omzetting van de kaderrichtlijn Water en de Overstromingsrichtlijn.

Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte maar ligt deels in risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is tot de aanvraag zelf. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Voor het betrokken project werd de watertoets uitgevoerd volgens de richtlijnen van het uitvoeringsbesluit van 20 juli 2006. Dit Watertoetsbesluit werd gewijzigd bij Besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011. Dit besluit is in werking getreden op 1 maart 2012.

Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. 

Zoals hoger aangehaald voldoet het voorliggende ontwerp slechts aan deze verordening op voorwaarde dat het hemelwater van minstens 84m² dakoppervlakte afgeleid wordt naar de bestaande achterliggende vijver; bij voorkeur wordt de volledige dakoppervlakte opgenomen.

Onder deze voorwaarden is het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

De aanvraag doorstaat de watertoets op voorwaarde dat voldaan wordt aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater door het hemelwater van minstens 84m² dakoppervlakte afgeleid wordt naar de bestaande achterliggende vijver.

Archeologienota

Conform het Onroerenderfgoeddecreet de dato 12 juli 2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag gezien de perceeloppervlakte kleiner is dan 3 000m².

Indien men niet verplicht is tot het opstellen van een archeologienota en tijdens de uitvoering komen er toch archeologische sporen of vondsten aan het licht, dan dient de bouwheer dit te melden binnen de 3 dagen aan het agentschap Onroerend Erfgoed (www.onroerenderfgoed.be).

Overige regelgeving

Decreet rookmelders

Het decreet van 10 maart 2017, houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, wat het verbeteren van de brandveiligheid door het algemeen invoeren van optische rookmelders voor woningen betreft, bepaalt dat alle woningen in Vlaanderen moeten uitgerust worden met correct geïnstalleerde rookmelders of dienen te beschikken over een branddetectiesysteem.

De voorliggende aanvraag voldoet hier niet aan: er worden geen rookmelders voorzien op de plannen. Zoals tevens aangehaald in het advies van de preventiedienst van de brandweer, dient minstens een autonome rookmelder geplaatst in de gelijkvloerse gang aan de slaapruimtes en de nachthal op de verdieping.

Energiedecreet

De aanvraag dient te voldoen aan het energiedecreet van 8 mei 2009 en het energiebesluit van 19 november 2010 en hun latere aanvullingen en wijzigingen.

Natuurdecreet

De aanvraag ligt binnen een speciale beschermingszone zijnde vogelrichtlijngebied. 

De aanvraag heeft geen betrekking op de uitvoering van het natuurdecreet waardoor het ontwerp geen impact heeft op het vogelrichtlijngebied.

Slopen

De afbraak/ verwijdering van overdekte en niet overdekte constructies dient te gebeuren tot in de grond en de vrijgekomen ruimte dient ingericht te worden als groenzone voor zover geen nieuwe constructies voorzien worden.

Aan de afbraak is geen milieuvergunningsplicht verbonden, wel dient rekening gehouden te worden met de wettelijke verplichtingen opgenomen in het Vlarem II, omgevingsvergunningsdecreet, het bodemsaneringsdecreet en het materialendecreet. Vooraleer te starten met de afbraakwerken dienen de constructies volledig ontruimd te worden. De afvalstoffen die vrijkomen bij de afbraakwerken dienen selectief ingezameld te worden.

Alle bouw-, sloop- en infrastructuurwerken in open lucht dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II, hoofdstuk 6.12 Beheersing van stofemissies tijdens bouw- , sloop- en infrastructuurwerken”, indien deze uitgevoerd worden door een aannemer.

Het verwijderen van asbest dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II Beheersing van asbest, hoofdstuk 6.4.

Grondverzet

Uit het ingediende dossier blijkt dat een grondverzet  (met aanvoer/ afvoer) van meer dan 250m³ zal plaatsvinden. De regelgeving omtrent grondverzet is niet van toepassing.

Regelgeving met betrekking tot logiesverstrekkende inrichtingen

Indien de aanvraag een logiesverstrekkende inrichting omvat dient tevens voldaan te worden aan de specifieke regelgeving hieromtrent. Er dient in de vergunning een voorwaarde opgenomen te worden met betrekking tot deze regelgeving.

De aanvraag omvat een logiesverstrekkende inrichting waardoor voldaan dient te worden aan de specifieke regelgeving hieromtrent.

De aanvraag dient minstens te voldoen aan het Vlaamse Toeristische Logiesdecreet (het decreet van 10 juli 2008 betreffende het toeristische logies zoals gewijzigd) en de bijhorende uitvoeringsbesluiten (zie overzichtsbrochure 

http://www.vlaanderen.be/int/sites/iv.devlh.vlaanderen.be.int/files/documenten/Geco%C3%B6rdineerde%20versie%20van%20het%20Toeristische%20Logiesdecreet%20en%20de%20uitvoeringsbesluiten_5.pdf en verder http://www.toerismevlaanderen.be/regelgeving , https://toerismevlaanderen.be/nl/wetgeving-en-decreten/het-vlaamse-logiesdecreet )

Er dient voldaan te worden aan de geldende regelgeving voor logiesverstrekkende inrichtingen. Indien structurele wijzigingen aan het gebouw en/ of wijzigingen die een impact naar de omgeving toe hebben, noodzakelijk zijn om aan de regelgeving en daarbij horende voorwaarden te voldoen, dient een nieuwe omgevingsvergunning bekomen te worden.

Voor de overeenstemming met de regelgeving betreffende logiesverstrekkende inrichtingen kan men Toerisme Vlaanderen contacteren, vergunningen dienen bekomen bij het departement Internationaal Vlaanderen.

De aanvraag is verenigbaar met de regelgeving onder volgende voorwaarden:

  • Er dient voldaan te worden aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater én het decreet integraal waterbeleid door het hemelwater van minstens 84m² dakoppervlakte af te leiden  naar de bestaande achterliggende vijver.
  • Er dient voldaan aan het decreet rookmelders door de plaatsing van minstens een autonome rookmelder in de gelijkvloerse gang aan de slaapruimtes en de nachthal op de verdieping;
  • De aanvraag dient minstens te voldoen aan het Vlaamse Toeristische Logiesdecreet en de bijhorende uitvoeringsbesluiten.

Toetsing AAN DE goede ruimtelijke ordening

OMSCHRIJVING VAN DE FEITELIJKE AANVRAAG

De aanvraag omvat het regulariseren en verbouwen van een bestaande woning, de functiewijziging naar een vakantiewoning en herinrichting van het terrein.

BEOORDELING VAN DE GOEDE RUIMTELIJKE ORDENING

Handelingen sorterend onder voorschriften van een bijzonder plan van aanleg dat ouder is dan 15 jaar ( dus geen RUP! )
Artikel 4.4.9/1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening stelt dat in een vergunning – na een openbaar onderzoek – afwijkingen kunnen worden toegestaan van de stedenbouwkundige voorschriften van een bijzonder plan van aanleg of een wijziging ervan, voor zover dit plan ouder is dan 15 jaar op het ogenblik van de indiening van de aanvraag
Het hierboven genoemde bijzonder plan van aanleg is goedgekeurd dd. 13/02/2007( datum aanvullen ) en dus kan er principieel worden afgeweken van de voorschriften.
 Evenwel kan de afwijking niet worden toegestaan voor wat betreft wegenis, openbaar groen en erfgoedwaarden. Het betreft geen van deze elementen.

De aanvraag wijkt af van de stedenbouwkundige voorschriften van het BPA Boomsteeg herziening dd. 13/02/2007 voor wat betreft:

  • Artikel 12.1. Bestemming

De hoofdbestemming is wonen, maximaal 2 wooneenheden, met bijhorende private buitenruimte en een eventueel 1 nevenbestemming voor vrije beroepen per perceel/ pand.

De aanvraag voorziet een functiewijziging van de eengezinswoning naar vakantiewoning.

  • Artikel  12.2. Inplanting en volume van het hoofdgebouw

In geval van een hellend dak varieert de kroonlijsthoogte tussen de 2,50m en 4,50m.

De kroonlijsthoogte van de te regulariseren veranda en afdak bedraagt 2,36m en 2,8m.

De aanvraag dient getoetst aan de goede ruimtelijke ordening. ( Deze wordt verderop uitgevoerd )

De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen:

1°         het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;

2°         het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in 1°, in rekening brengen;

Omschrijving ligging en omgeving

Het perceel van de aanvraag is gelegen aan de Boomsteeg, een gemeenteweg ten zuidwesten van het centrum van Zonhoven, binnen het vijvergebied Midden-Limburg.

De omgeving wordt gekenmerkt door voornamelijk residentiële bebouwing in open verband langsheen de straatzijden, het natuurgebied met vijvers “de Wijers” aan de achterzijde van het perceel van de aanvraag en een viskwekerij aan de overzijde van de straat. 

Omschrijving van de aanvraag

Het goed van de aanvraag werd anno 1978 bebouwd met een vrijstaande eengezinswoning.

Ten opzichte van de vergunde toestand werden diverse werken uitgevoerd die hier niet mee overeen stemmen. Het betreft:

  • Een lichte afwijking voor de inplanting van de woning;
  • De afrit naar de ondergrondse garage werd ruimer uitgevoerd om de hellingsgraad te vergroten;
  • De verharding naar de afrit werd ruimer uitgevoerd dan strikt noodzakelijk;
  • De buitentrap naar de kelderverdieping werd niet uitgevoerd;
  • Een pad rondom de woning werd aangelegd;
  • Een 2de inrit werd gerealiseerd;
  • Het terras achteraan werd volledig overdekt en deels ingericht als veranda;
  • Intern werden de keuken en onderliggende kelder ruimer voorzien dan op plan;
  • De linker zijgevel werd achteraan opgetrokken en voorzien van een deuropening;
  • Een bijgebouw werd opgericht.

Met de huidige aanvraag wenst men de afwijkende toestand te regulariseren, een gedeelte van de verhardingen te verwijderen en tevens de woning beperkt te verbouwen tot een vakantiewoning.

Een regularisatie moet met dezelfde criteria beoordeeld worden als een nieuwe aanvraag. Het kan immers niet zijn dat de regularisatie soepeler zou beoordeeld worden om reden dat de werken reeds uitgevoerd zijn. 

Het bijgebouw beantwoordt aan de bepalingen van het vrijstellingsbesluit, is niet in strijd met de voorschriften van het BPA en is bijgevolg niet vergunningsplichtig.

De licht afwijkende inplanting dateert van bij de opbouw van de woning voor inwerkingtreding van het gewestplan en dient beschouwd te worden als zijnde vergund geacht.

Functionele inpasbaarheid in de onmiddellijke en ruime omgeving

Men wenst de hoofdfunctie wonen te wijzigen naar verblijfsrecreatie. 

In de nota wordt aangegeven dat maximaal 12 personen toegelaten zijn.

Een vakantiewoning is in principe niet in strijd met de bestemming van het woongebied en de locatie die grenst aan het natuurgebied leent zich hiertoe.

Evenwel dient men te waken over hinderaspecten die voor de omliggende kavels/ bewoners kunnen ontstaan bij de uitbating van de verblijfsaccommodatie. Het goed bevindt zich in een landelijke en rustige omgeving en dit dient gerespecteerd te worden bij de uitbating.

De eigenaar/ verhuurder draagt hiervoor de verantwoordelijkheid. 

Mobiliteitsimpact

Met de aanvraag wordt 1 interne garage en bijhorende oprit gesupprimeerd.

Er resteert nog een ondergrondse garage voor 1 tot 2 wagens en op de oprit en verharding naar de afrit van de ondergrondse garage kunnen nog tot 12 wagens parkeren. Er kunnen minstens 4 parkeerplaatsen op deze verharding voorzien worden die onafhankelijk gebruikt kunnen worden.

Er zijn dus minstens 5 en maximaal 14 autostaanplaatsen aanwezig.

Dit is ruim voldoende in verhouding tot het toegelaten aantal personen (12).

De schaal van de voorgenomen werken, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen

Regularisatie en verbouwingswerken hoofdgebouw

De terrasoverkapping en veranda aan de achterzijde van het gebouw zijn vrij gebruikelijke constructies bij een woongebouw. De beperkte bouwdiepte van 3,20m zorgt voor een totale bouwdiepte van 11,8m, wat aanvaardbaar is. Het betreft een draagconstructie in hout, voorzien van een licht hellend dak in polycarbonaat. Het gedeelte van de veranda bestaat uit 2 gevels in glas en 1 bakstenen gevel met een raamopening. De veranda heeft een breedte van 5,45m en situeert zich aan de rechterzijde, aansluitend aan de leefruimte.

Het overdekte terras heeft een breedte van 10,25m en is volledig open aan de achterzijde. De linker zijgevel bestaat uit dezelfde baksteen als de gevels van de woning en is voorzien van een deuropening. Ter hoogte van de afrit werd een balustrade geplaatst in functie van de veiligheid.

Intern werden in het verleden de keuken en onderliggende kelderruimte groter uitgevoerd, een draagmuur werd hiervoor gewijzigd. De aanpassing heeft geen enkele negatieve invloed op uiterlijk of woonkwaliteit.

Voor de functiewijziging/ verbouwing tot vakantiewoning wenst men de garage gelijkvloers om te vormen tot een slaapkamer en badkamer.  Hiervoor wordt 1 tussenmuur geplaatst en wordt de garagepoort in de voorgevel vervangen door een dubbel openslaand raam.

De aangrenzende kamer wordt eveneens voorzien als slaapkamer (voorheen bureauruimte).

Intern zijn geen verdere aanpassingen voorzien.

Uiterlijk zal het gebouw opgefrist worden door de roodbruine gevelsteen te schilderen in een witte kleur.

De reeds uitgevoerde en bijkomende werken hebben slechts een beperkte invloed op het uiterlijk van het woongebouw en zijn inpasbaar in de omgeving. Ze zijn dan ook aanvaardbaar.

Terreininrichting

Door de herinrichting van de garage op het gelijkvloers tot slaapkamer/ badkamer, kan de voorliggende (2de) oprit volledig verwijderd worden.

Het toegangspad naar de inkom en pad rond de woning in platte kasseien (59m²), wenst men te behouden en te regulariseren evenals het klinkerpad (25m²) aan de achterzijde.

De verharde oppervlakte van de oprit, afrit, circulatieruimte en parkeerzone aan de linkerzijde en achteraan bedraagt momenteel 322m², bestaande uit klinkers.

Het meest rechts gelegen deel van de klinkerverharding zal verwijderd worden waardoor de oppervlakte gereduceerd wordt tot 256m².

Hier wordt opgelegd dat een strook van 1m langsheen de achterste perceelgrens eveneens verwijderd dient te worden over de volledige breedte van 12,23m. Dit in functie van infiltratie op eigen terrein.

Er wordt aangegeven dat tussen de oprit en de linker perceelgrens een strook van 1,88m breed en ca. 46m lang, voorzien wordt van boomschors. Hier dient ook beplanting aangebracht te worden, enkel boomschors kan niet als groenzone aanvaard worden.

Binnen het woongebied heeft het terrein een oppervlakte van ca. 1500m².

Met de voorgestelde inrichting, en mits naleving van de voorwaarden, zal ca. 36% van het terrein bebouwd/ verhard zijn, zijnde ca. 545m².

Dit is aanvaardbaar gelet op de terreinoppervlakte en het feit dat de toegang tot de ondergrondse vergunde garage nu eenmaal een zeer groot aandeel hierin heeft.

Bodemreliëf

Behoudens de ruimere afrit naar de ondergrondse garage en het niet uitvoeren van een buitentrap naar de kelder, blijft het terreinniveau ongewijzigd ten opzichte van de vergunde toestand. 

Hinderaspecten met betrekking tot gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

De verhuring van de vakantiewoning betreft geen stedenbouwkundig aspect maar een zakelijk aspect. Het ontstaan van enige hinder naar de omwonenden toe zal hier echter grotendeels vanaf hangen, met name geluidsoverlast. De eigenaar/ verhuurder dient er over te waken dat het gebruiksgenot van de omwonenden niet geschaad wordt. 

De aanvraag voldoet aan de criteria voor de goede ruimtelijke ordening in de onmiddellijke en ruime omgeving op voorwaarde dat:

  • Een strook klinkerverharding van 1m diep langsheen de achterste perceelgrens over de volledige breedte verwijderd wordt en de vrijgekomen ruimte ingericht wordt met een groenaanplanting;
  • De strook met boomschors van 1,88m over een diepte van ca. 46m, langsheen de linker perceelgrens, voorzien wordt van een groenaanplanting.

BESPREKING ADVIEZEN

  • Het advies van 19/10/2022 van de brandweer Hulpverleningszone Zuid-West Limburg is voorwaardelijk gunstig. De voorwaarden en opmerking, gesteld in het advies dienen gevolgd te worden. Op het ogenblik van de beëindiging van de werken, dient de aanvrager de preventieafgevaardigde van de betreffende brandweerpost hiervan in te lichten, ten einde de burgemeester op de hoogte te kunnen brengen van het feit of er al dan niet aan de opgelegde brandvoorkomingsmaatregelen gevolg werd gegeven.

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies.

De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden. Er dienen geen structurele aanpassingen aan de plannen doorgevoerd te worden om te voldoen aan de brandveiligheid.

Het advies van de dienst Toerisme Vlaanderen werd niet binnen de wettelijk opgelegde termijn ontvangen. Er wordt bijgevolg aan de adviesvereiste voorbij gegaan.

Uit de bovenstaande motivering blijkt dat de schaal en het uiterlijk van de voorgenomen werken op voldoende wijze ruimtelijk inpassen in de onmiddellijke en ruime omgeving en dat de voorziene verweving van functies de aanwezige of te realiseren bestemmingen in de onmiddellijke omgeving niet in het gedrang brengen noch verstoren. 

De aanvraag is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening mits volgende aanpassingen door te voeren:

  • Een strook klinkerverharding van 1m diep langsheen de achterste perceelgrens over de volledige breedte dient verwijderd te worden en de vrijgekomen ruimte dient ingericht te worden met een groenaanplanting;
  • De strook met boomschors van 1,88m over een diepte van ca. 46m, langsheen de linker perceelgrens, dient voorzien te worden van een groenaanplanting.

MILIEUTECHNISCH ADVIES

Niet van toepassing.

EINDADVIES

Uit bovenstaande motiveringen blijkt dat de aanvraag (niet) (deels) in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen inzake milieu en ruimtelijke ordening, en dat het voorgestelde ontwerp (niet) verenigbaar / bestaanbaar is met de goede plaatselijke ordening en met zijn onmiddellijke omgeving. 

De aanvraag is (niet)vatbaar voor een omgevingsvergunning voor het regulariseren en verbouwen van een bestaande woning, de functiewijziging naar een vakantiewoning en herinrichting van het terrein

Mits het opleggen van voorwaarden:

  • Er dient voldaan te worden aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater én het decreet integraal waterbeleid door het hemelwater van minstens 84m² dakoppervlakte af te leiden  naar de bestaande achterliggende vijver.
  • Er dient voldaan aan het decreet rookmelders door de plaatsing van minstens een autonome rookmelder in de gelijkvloerse gang aan de slaapruimtes en de nachthal op de verdieping;
  • De aanvraag dient minstens te voldoen aan het Vlaamse Toeristische Logiesdecreet en de bijhorende uitvoeringsbesluiten;
  • Een strook klinkerverharding van 1m diep langsheen de achterste perceelgrens over de volledige breedte dient verwijderd te worden en de vrijgekomen ruimte dient ingericht te worden met een groenaanplanting;
  • De strook met boomschors van 1,88m over een diepte van ca. 46m, langsheen de linker perceelgrens, dient voorzien te worden van een groenaanplanting.

Bijgevolg adviseert de omgevingsambtenaar het dossier voorwaardelijk gunstig voor het regulariseren en verbouwen van een bestaande woning, de functiewijziging naar een vakantiewoning en herinrichting van het terrein, zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan de aanvraag zijn verbonden en voor zover rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarden:

  1. De aanvraag omvat een logiesverstrekkende inrichting waardoor voldaan dient te worden aan de specifieke regelgeving hieromtrent. De aanvraag dient minstens te voldoen aan het Vlaamse Toeristische Logiesdecreet en de bijhorende uitvoeringsbesluiten;
  2. Er dient voldaan te worden aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater én het decreet integraal waterbeleid door het hemelwater van minstens 84m² dakoppervlakte af te leiden  naar de bestaande achterliggende vijver.
  3. Er dient voldaan aan het decreet rookmelders door de plaatsing van minstens een autonome rookmelder in de gelijkvloerse gang aan de slaapruimtes en de nachthal op de verdieping;
  4. Een strook klinkerverharding van 1m diep langsheen de achterste perceelgrens over de volledige breedte dient verwijderd te worden en de vrijgekomen ruimte dient ingericht te worden met een groenaanplanting;
  5. De strook met boomschors van 1,88m over een diepte van ca. 46m, langsheen de linker perceelgrens, dient voorzien te worden van een groenaanplanting;
    Riolering:
  6. Er dient voldaan te worden aan het Algemeen Waterverkoopreglement en aanvullende voorwaarden van de netbeheerder ( zie www.fluvius.be); 
  7. Aanpassingen aan inrichtingen, constructies of beplantingen op het openbaar domein naar aanleiding van deze of toekomstige aanvraag voor een omgevingsvergunning zijn steeds ten laste van de aanvrager. Alle kosten naar aanleiding van een heraanplanting en/ of herstelwerken op/ aan het openbaar domein, uitgevoerd naar aanleiding van een omgevingsaanvraag van een particulier, blijven ten laste van de aanvrager.
    Terrein en gelijkgrondse berm:
  8. Aangezien er geen wijzigingen van het terreinniveau voorzien zijn in de aanvraag, dient het bestaande terreinniveau behouden te blijven;
  9. Uitgezonderd de inrit met een breedte van maximaal 3 meter, dient het perceel ter hoogte van de voorste perceelgrens, ontoegankelijk te worden gemaakt voor voertuigen. Het hemelwater van de inrit dient opgevangen te worden op eigen terrein en mag niet afgevoerd worden naar de openbare weg. Naast de inrit dient een ruimte beschikbaar te zijn voor een mogelijk groenzone en infiltratie van het afvloeiend hemelwater;
  10. De hoogstammige bomen en groenelementen die niet aangegeven zijn op het inplantingplan, dienen behouden te blijven;
    Andere voorwaarden:
  11. Er dient voldaan te worden aan het decreet optische rookmelders. De vereiste rookmelders moeten aangebracht worden conform het decreet van 1 juni 2012 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders en de "richtlijnen voor de aankoop en plaatsing van rookmelders in Vlaanderen" van 26 oktober 2012 van Wonen Vlaanderen en zijn latere wijzigingen;
  12. Bij de uitvoering van de bouwwerken moet rekening gehouden worden met het energiedecreet van 8 mei 2009 en het energiebesluit van 19 november 2010 en hun latere wijzigingen;
  13. In de voortuinstrook mogen geen gesloten afsluitingen geplaatst worden hoger dan 1m; 
  14. De bouwheer dient, conform artikel 8 van het decreet op het archeologisch patrimonium de dato 30 juni 1993 en zijn latere wijzigingen, elk roerend of onroerend goed dat hij vindt of vermoedt gevonden te hebben, te melden binnen de 3 dagen aan het Onroerend Erfgoed Limburg, Hendrik Van Veldekegebouw, Koningin Astridlaan 50 bus 1 te 3500 Hasselt (www.onroerenderfgoed.be/een-vondst-melden);
  15. Het advies van de brandweer Hulpverleningszone Zuid-West Limburg, zoals als bijlage hierbij gevoegd, dient integraal gevolgd te worden.
    Op het ogenblik van de beëindiging der werken, en vóór de ingebruikname van het pand, zal de aanvrager de brandweer Hulpverleningszone Zuid-West Limburg hiervan in kennis stellen, ten einde de burgemeester op de hoogte te kunnen brengen van het feit of er al dan niet aan de opgelegde brandvoorzorgsmaatregelen gevolg werd gegeven.
    Gezien de veiligheid van het pand in het gedrang kan komen, worden geen omgevingsvergunningen meer afgeleverd alvorens voldaan werd aan de opgelegde brandbeveiligingsmaatregelen.
     Indien voor de uitvoering van de voorschriften van de brandweer Hulpverleningszone Zuid-West Limburg een wijziging van de omgevingsvergunning noodzakelijk is, dient deze voor de aanvang van de werken ingediend te worden;
  16. Het brandveiligheidsattest dient bekomen in het kader van het Besluit van de Vlaamse regering tot vaststelling van de specifieke brandveiligheidsnormen waaraan het toeristisch logies moet voldoen, voor ingebruikname van de logiesaccommodatie; 
  17. De afbraak/ verwijdering van constructies dient te gebeuren tot in de grond en de plaats moet heringericht worden als groenzone. Aan de afbraak is geen milieuvergunningsplicht verbonden, wel dient rekening gehouden te worden met de wettelijke verplichtingen opgenomen in het milieuvergunningsdecreet, het bodemsaneringsdecreet en het materialendecreet. Vooraleer te starten met de afbraakwerken dienen de constructies volledig ontruimd te worden. De afvalstoffen die vrijkomen bij de afbraakwerken dienen selectief ingezameld te worden. Alle bouw-, sloop- en infrastructuurwerken in open lucht dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II, hoofdstuk 6.12 Beheersing van stofemissies tijdens bouw-, sloop- en infrastructuurwerken”, indien deze uitgevoerd worden door een aannemer.
  18. Indien vastgesteld wordt dat er straatmeubilair en/of laanbeplanting aanwezig is die dienen verplaatst en/of verwijderd te worden voor de uitvoering van deze vergunning, of bij de ingebruikname van het project, en er voor aanvang van de werken geen toelating bekomen wordt tot het verplaatsen van het straatmeubilair, moet er een gewijzigde vergunning aangevraagd worden die rekening houdt met het straatmeubilair en/of de laanbeplanting;
  19. De aanvrager is ertoe verplicht het college van burgemeester en schepenen op de hoogte te brengen van het begin van de stedenbouwkundige handelingen en/of exploitatie(s);

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen volgt integraal het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar van 09/12/2022 omtrent het sluiten van het openbaar onderzoek, het afwijken van de stedenbouwkundige voorschriften en tot het afleveren van een omgevingsvergunning met voorwaarden aan de aanvrager.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het afleveren van een omgevingsvergunning met voorwaarden aan de aanvrager.

De omgevingsvergunning omvat het regulariseren en verbouwen van een bestaande woning, de functiewijziging naar een vakantiewoning en herinrichting van het terrein, zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan deze omgevingsaanvraag zijn verbonden en voor zover rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarden.

Artikel 3

De omgevingsvergunning wordt aldus afgegeven onder volgende voorwaarden:

  1. De aanvraag omvat een logiesverstrekkende inrichting waardoor voldaan dient te worden aan de specifieke regelgeving hieromtrent. De aanvraag dient minstens te voldoen aan het Vlaamse Toeristische Logiesdecreet en de bijhorende uitvoeringsbesluiten;
  2. Er dient voldaan te worden aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater én het decreet integraal waterbeleid door het hemelwater van minstens 84m² dakoppervlakte af te leiden  naar de bestaande achterliggende vijver.
  3. Er dient voldaan aan het decreet rookmelders door de plaatsing van minstens een autonome rookmelder in de gelijkvloerse gang aan de slaapruimtes en de nachthal op de verdieping;
  4. Een strook klinkerverharding van 1m diep langsheen de achterste perceelgrens over de volledige breedte dient verwijderd te worden en de vrijgekomen ruimte dient ingericht te worden met een groenaanplanting;
  5. De strook met boomschors van 1,88m over een diepte van ca. 46m, langsheen de linker perceelgrens, dient voorzien te worden van een groenaanplanting;
    Riolering:
  6. Er dient voldaan te worden aan het Algemeen Waterverkoopreglement en aanvullende voorwaarden van de netbeheerder ( zie www.fluvius.be); 
  7. Aanpassingen aan inrichtingen, constructies of beplantingen op het openbaar domein naar aanleiding van deze of toekomstige aanvraag voor een omgevingsvergunning zijn steeds ten laste van de aanvrager. Alle kosten naar aanleiding van een heraanplanting en/ of herstelwerken op/ aan het openbaar domein, uitgevoerd naar aanleiding van een omgevingsaanvraag van een particulier, blijven ten laste van de aanvrager.
    Terrein en gelijkgrondse berm:
  8. Aangezien er geen wijzigingen van het terreinniveau voorzien zijn in de aanvraag, dient het bestaande terreinniveau behouden te blijven;
  9. Uitgezonderd de inrit met een breedte van maximaal 3 meter, dient het perceel ter hoogte van de voorste perceelgrens, ontoegankelijk te worden gemaakt voor voertuigen. Het hemelwater van de inrit dient opgevangen te worden op eigen terrein en mag niet afgevoerd worden naar de openbare weg. Naast de inrit dient een ruimte beschikbaar te zijn voor een mogelijk groenzone en infiltratie van het afvloeiend hemelwater;
  10. De hoogstammige bomen en groenelementen die niet aangegeven zijn op het inplantingplan, dienen behouden te blijven;
    Andere voorwaarden:
  11. Er dient voldaan te worden aan het decreet optische rookmelders. De vereiste rookmelders moeten aangebracht worden conform het decreet van 1 juni 2012 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders en de "richtlijnen voor de aankoop en plaatsing van rookmelders in Vlaanderen" van 26 oktober 2012 van Wonen Vlaanderen en zijn latere wijzigingen;
  12. Bij de uitvoering van de bouwwerken moet rekening gehouden worden met het energiedecreet van 8 mei 2009 en het energiebesluit van 19 november 2010 en hun latere wijzigingen;
  13. In de voortuinstrook mogen geen gesloten afsluitingen geplaatst worden hoger dan 1m; 
  14. De bouwheer dient, conform artikel 8 van het decreet op het archeologisch patrimonium de dato 30 juni 1993 en zijn latere wijzigingen, elk roerend of onroerend goed dat hij vindt of vermoedt gevonden te hebben, te melden binnen de 3 dagen aan het Onroerend Erfgoed Limburg, Hendrik Van Veldekegebouw, Koningin Astridlaan 50 bus 1 te 3500 Hasselt (www.onroerenderfgoed.be/een-vondst-melden);
  15. Het advies van de brandweer Hulpverleningszone Zuid-West Limburg, zoals als bijlage hierbij gevoegd, dient integraal gevolgd te worden.
    Op het ogenblik van de beëindiging der werken, en vóór de ingebruikname van het pand, zal de aanvrager de brandweer Hulpverleningszone Zuid-West Limburg hiervan in kennis stellen, ten einde de burgemeester op de hoogte te kunnen brengen van het feit of er al dan niet aan de opgelegde brandvoorzorgsmaatregelen gevolg werd gegeven.
    Gezien de veiligheid van het pand in het gedrang kan komen, worden geen omgevingsvergunningen meer afgeleverd alvorens voldaan werd aan de opgelegde brandbeveiligingsmaatregelen.
    Indien voor de uitvoering van de voorschriften van de brandweer Hulpverleningszone Zuid-West Limburg een wijziging van de omgevingsvergunning noodzakelijk is, dient deze voor de aanvang van de werken ingediend te worden;
  16. Het brandveiligheidsattest dient bekomen in het kader van het Besluit van de Vlaamse regering tot vaststelling van de specifieke brandveiligheidsnormen waaraan het toeristisch logies moet voldoen, voor ingebruikname van de logiesaccomodatie; 
  17. De afbraak/ verwijdering van constructies dient te gebeuren tot in de grond en de plaats moet heringericht worden als groenzone. Aan de afbraak is geen milieuvergunningsplicht verbonden, wel dient rekening gehouden te worden met de wettelijke verplichtingen opgenomen in het milieuvergunningsdecreet, het bodemsaneringsdecreet en het materialendecreet. Vooraleer te starten met de afbraakwerken dienen de constructies volledig ontruimd te worden. De afvalstoffen die vrijkomen bij de afbraakwerken dienen selectief ingezameld te worden. Alle bouw-, sloop- en infrastructuurwerken in open lucht dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II, hoofdstuk 6.12 Beheersing van stofemissies tijdens bouw-, sloop- en infrastructuurwerken”, indien deze uitgevoerd worden door een aannemer.
  18. Indien vastgesteld wordt dat er straatmeubilair en/of laanbeplanting aanwezig is die dienen verplaatst en/of verwijderd te worden voor de uitvoering van deze vergunning, of bij de ingebruikname van het project, en er voor aanvang van de werken geen toelating bekomen wordt tot het verplaatsen van het straatmeubilair, moet er een gewijzigde vergunning aangevraagd worden die rekening houdt met het straatmeubilair en/of de laanbeplanting;
  19. De aanvrager is ertoe verplicht het college van burgemeester en schepenen op de hoogte te brengen van het begin van de stedenbouwkundige handelingen en/of exploitatie(s);

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.

15.

2022_CBS_01326 - OMV - Vergunning - Achter De Hoven 21 bus 3 en 29 bus 19 - 2022/00251 - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
15.

2022_CBS_01326 - OMV - Vergunning - Achter De Hoven 21 bus 3 en 29 bus 19 - 2022/00251 - Goedkeuring

2022_CBS_01326 - OMV - Vergunning - Achter De Hoven 21 bus 3 en 29 bus 19 - 2022/00251 - Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

STEDENBOUWKUNDIG EN MILIEUTECHNISCH advies - verslag GEMEENTELIJKE omgevingsambtenaar

De aanvraag betreft het regulariseren van wijziging van het aantal woonentiteiten van 47 naar 46 (blok C gelijkvloers)en wijzigen van een inpandig terras naar een open dakterras (blok A 4de verdieping).

De aanvraag werd op 06/10/2022 ontvangen.

Op 04/11/2022 werd aanvullende informatie opgevraagd.

Op 05/11/2022 werd de gevraagde aanvullende informatie aangeleverd.

Op 07/11/2022 werd de aanvraag ontvankelijk en volledig verklaard.

De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.

Er werd geen openbaar onderzoek gehouden.

HISTORIEK VAN HET EIGENDOM WAAROP DE AANVRAAG BETREKKING HEEFT

Stedenbouwkundig

  • 1989/00066: bouwvergunning op 04/10/1989 voor het bouwen van een garage;
  • 2009/11519: stedenbouwkundige vergunning op 07/12/2009 voor het plaatsen van een omheining en nivelleren terrein;
  • 1294.B.874.2: omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden op 05/05/2020 voor het oprichten van meergezinswoningen/ appartementen boven een ondergrondse parkeerkelder; lot 6 zal ingericht worden als openbare weg, de loten 2, 3, 4 en 5 zijn grondoverschotten en loten 7, 8 en 9 worden aan het openbaar domein toegevoegd;
  • 2020/00073: omgevingsvergunning op 25/08/2020 voor het bouwen van 3 appartementsblokken met 46 appartementen en het aanleggen van het terrein;
  • 2020/00026/SPLITSING: aktename op 24/11/2020 voor een verdeling om in te lijven bij het openbaar domein;
  • 2020/00030/SPLITSING: aktename op 15/12/2020 voor een verdeling voor de opmaak van de basisakte;
  • 2021/00014/SPLITSING: aktename op 15/06/2021 voor een verdeling voor het voegen van een deel van perceel 1/B/580A2 (lot 4) bij perceel 579L (Dorpsplein);
  • 2021/00015/SPLITSING: aktename op 15/06/2021 voor een verdeling voor het voegen van een deel van perceel 1/B/581T (lot 2) bij perceel 581X (Dorpsplein 11).

Uit de gegevens waarover de gemeente beschikt, blijkt niet dat voor het voorwerp van de aanvraag een PV is opgesteld noch dat een meerwaarde werd opgelegd of dat op het goed een vonnis of arrest rust. Er zijn ook geen geschriften bekend waaruit zou blijken dat er wederrechtelijke werken werden uitgevoerd.

Milieu

  • 2021/00079MM: aktename melding op 31/03/2021 voor het plaatsen van een tijdelijke droogzuiging voor de realisatie van een ondergrondse parkeergarage voor een jaardebiet van 90000m³.

De percelen zijn niet opgenomen in het Grondeninformatieregister.

OPENBAAR ONDERZOEK

Overeenkomstig artikel 17 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hoofdstuk 3 Toepassingsgebied van de gewone en vereenvoudigde procedure, artikels 11 t.e.m. 14 van het besluit tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning, werd dit dossier volgens de vereenvoudigde procedure behandeld.

Er werd bijgevolg geen openbaar onderzoek gehouden.

ADVIEZEN

Brandweer Hulpverleningszone Zuid-West Limburg

Inter Vlaanderen

MILIEUEFFECTENRAPPORTAGE

De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van bijlage I, II en III van het besluit inzake projectmilieueffectrapportage van 10 december 2004 en latere wijzigingen.

STEDENBOUWKUNDIG ADVIES

TOETSING AAN DE REGELGEVING EN VOORSCHRIFTEN

OVEREENSTEMMING MET BESTEMMINGS- EN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Gewestplan

De aanvraag is volgens het geldende gewestplan Hasselt - Genk, goedgekeurd bij Koninklijk besluit op 3 april 1979, gelegen in woongebied.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van een goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen en latere wijzigingen).

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan

Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Afbakening regionaal stedelijk gebied Hasselt - Genk” dat op 20 juni 2014 definitief werd vastgesteld door de Vlaamse Regering.  

Er is geen bestemmingswijziging ten opzichte van het gewestplan voorzien voor deze percelen 

Verkaveling

Het goed is gekend als lot 1 binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde verkaveling, waarvan de vergunning is afgeleverd op 05/05/2020 door het college van burgemeester en schepenen en gekend is onder nummer 1294.B.874.2. De verkavelingsvergunning is voor dit perceel niet vervallen. 

De kavel kreeg als bestemming meergezinswoningen met inbegrip van zorgwonen.

De aanvraag voldoet principieel aan de geldende bestemmingsvoorschriften en de verkavelingsvoorschriften.

Stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater

Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater is niet van toepassing omdat er geen uitbreiding plaatsvindt van de horizontale dakoppervlakte en de bijkomende oppervlakte van de verharding minder bedraagt dan 40m².

Riolering

Het perceel is op het zoneringplan voor riolering, goedgekeurd bij Ministerieel besluit de dato 19 september 2008, gelegen in “centrale gebied”. 

Met betrekking tot de riolering dienen volgende voorwaarden en opmerkingen gevolgd te worden:

  • Kosten voor het voorzien / verleggen of uitbreiden van de nutsleidingen moeten gedragen worden door de aanvrager;
  • Aanpassingen aan inrichtingen, constructies of beplantingen op het openbaar domein naar aanleiding van deze of toekomstige omgevingsaanvraag zijn steeds ten laste van de aanvrager. Alle kosten naar aanleiding van een heraanplanting/ herstel op/ aan het openbaar domein, uitgevoerd naar aanleiding van een omgevingsaanvraag van een particulier, blijven ten laste van de aanvrager.
  • Voor de uitvoering van werken op bermen, stoepen en wegen dient er voor de aanvang der werken een staat van bevinding opgemaakt te worden door de aannemer en dit in samenspraak met een afgevaardigde van het gemeentebestuur.
  • Standaardbepalingen rioleringsbeheerder Fluvius omgevingsvergunningen

Algemene bepalingen betreffende riolering en waterafvoer:

  1. De aanvrager dient het Algemeen Waterverkoopreglement, de aanvullende voorwaarden en de aanvullende technische voorschriften van de rioolbeheerder Fluvius na te leven. Daarnaast dient de aanvrager de voorwaarden zoals bepaald in afdeling 6.2.2. van Vlarem II na te leven voor de afvoer van hemel- en afvalwater. 
  2. Indien voor het bouwproject een aansluiting op de openbare riolering noodzakelijk is dan dient de aanvrager zo snel mogelijk na het bekomen van de bouwvergunning zijn aanvraag tot aansluiting op het openbaar saneringsnetwerk online aan te vragen via de website van Fluvius: www.fluvius.be. Fluvius bepaalt de locatie en diepte van de huisaansluitingen. Alleen Fluvius of een door haar aangestelde uitvoerder zorgt voor de realisatie van het gedeelte van de aansluiting dat in het openbaar domein ligt tot aan de perceelsgrens van de eigendom
  3. De klant dient zelf in te staan voor het plaatsen van de privériolering voor het bouwproject en is verplicht deze uit te voeren volgens de wettelijke bepalingen ter zake, ondermeer dient voldaan te zijn aan de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater van 5/07/2013 (GSV “hemelwater”).
  4. Indien de privériolering niet correct en volledig volgens deze wettelijke bepalingen werd uitgevoerd, zelfs indien dit niet expliciet door de stedenbouwkundige vergunning opgelegd is, behoudt Fluvius het recht om de woning niet aan te sluiten op het rioleringsnet.
  5. Indien de bouwplannen en meer specifiek het rioleringsplan niet in overeenstemming zijn met deze voorschriften hebben deze voorschriften voorrang.

We raden aan om:

  1. Geen sifonputjes te plaatsen op vuilwaterafvoerleidingen aangezien in deze putjes vaak verstopping optreedt en alle toestellen in de woning in principe reeds over een waterslot/sifon beschikken.
  2. In het kader van herbruik van hemelwater, het water van de hemelwaterput voor de spoeling van alle WC’s, kranen voor kuiswater en wasmachines in deze werken te gebruiken.
  3. Een terugslagklep te plaatsen op de overloop van de hemelwaterput om terugstuwing vanuit de riolering te vermijden.
  4. De noodzakelijke ontluchting te voorzien op het private vuilwaterafvoerstelsel (bvb: ontluchtingspijp door dak).

Keuring privéwaterafvoer

Door het in voege treden van het Algemeen Waterverkoopreglement is de keuring van privéwaterafvoer verplicht vanaf 1 juli 2011. Elke rioleringsaansluiting op het openbaar saneringsnet dient een keuring van de privéwaterafvoer te ondergaan conform artikel 12, §1 van het Algemeen Waterverkoopreglement en dit bij de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer.  Enkel de door Fluvius erkende keurders komen hiervoor in aanmerking (een lijst kan u terugvinden op de website van Fluvius: www.fluvius.be).

Toegankelijkheid

De aanvraag valt onder de toepassing van het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen, houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid. Dit besluit trad in werking op 1 maart 2010.

Volgens het advies van Inter Vlaanderen verleend op 06/12/2022 voldoet de aanvraag aan deze stedenbouwkundige verordening:

“Aftoetsing toegankelijkheid bij de aanvraag van een omgevingsvergunning.

- In toepassing van art. 4.3.7.i, art. 4.3.3.ii en art. 4.3.4.iii van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

- In toepassing van het Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheidiv.

Gunstig 

De aanvraag regularisatie heeft géén betrekking op de voorschriften opgenomen in de verordening toegankelijkheid. 

Dit advies bekijkt de wettelijke voorschriften op basis van de op plan afleesbare elementen in de vergunningsfase. Dit advies doet geen uitspraak over de integrale toegankelijkheid van het gebouw na volledige afwerking. Afwerkingselementen die niet op plan staan, bepalen immers in grote mate mee de toegankelijkheid van het geheel. U kan, tijdens het project, bij ons inlichtingen verkrijgen of een begeleidingstraject volgen om de integrale toegankelijkheid van uw project te garanderen.

1 Bijlage B26 verantwoordingsnota omgevingsvergunning: 

Toegankelijkheidstoelichting / checklist inzake toegankelijkheidv

Een omgevingsvergunningsaanvraag is volledig als er een toegankelijkheidstoelichting is toegevoegd. 

In de toegankelijkheidstoelichting kan een afwijking aangevraagd worden. 

  1. Er is een toegankelijkheidstoelichting aanwezig. 
  2. Er worden géén afwijkingen aangevraagd 

2 Toepassingsgebied 

Toepassingsgebied van het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid. 

Deze aftoetsing is van toepassing op het (deel van het) gebouw dat gebouwd, herbouwd, verbouwd of uitgebreid wordt.

De aanvraag betreft:

  • Art. 5 Meergezinswoningen, waarbij de constructie na de handelingen toegangsdeuren tot wooneenheden bevat op meer dan twee niveaus en minstens zes wooneenheden hebben. 
  1. Het besluit is van toepassing op: de nieuw te bouwen, te herbouwen, te verbouwen of uit te breiden gemeenschappelijke delen, met inbegrip van de publieke zijde van de toegangsdeuren tot elke wooneenheid. 
  2. Voor die gebouwen, die uit verschillende aansluitende delen bestaan, zijn de bepalingen van de verordening die gelden voor de verdiepingen en voor de trappen naar andere niveaus alleen van toepassing op de onderdelen die toegangsdeuren tot wooneenheden op meer dan twee niveaus hebben. 

Indien een aanvraag valt onder de toepassing van de Vlaamse stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid, dan dienen de normbepalingen van hoofdstuk IIIvi te worden nageleefd. De normen, principetekeningen en bijkomende info kan teruggevonden worden op www.toegankelijkgebouw.be. 

3 Bijkomende eisen bij verplicht advies volgens art. 4.3.4 VCRO

Artikel 4.3.4. uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, TITEL 4. Vergunningenbeleid:

  • Een vergunning kan worden geweigerd indien uit een verplicht in te winnen advies blijkt dat het aangevraagde onwenselijk is in het licht van doelstellingen of zorgplichten die gehanteerd worden binnen andere beleidsvelden dan de ruimtelijke ordening. 

Voor de toepassing van het eerste lid wordt onder “doelstellingen of zorgplichten” verstaan: 

internationaalrechtelijke, Europeesrechtelijke, wetskrachtige, reglementaire of beschikkende bepalingen die de overheid bij de uitvoering of de interpretatie van de regelgeving of het voeren van een beleid verplichten tot de inachtneming van een bepaalde doelstelling of van bepaalde voorzorgen, zonder dat deze op zichzelf beschouwd voldoende juridisch duidelijk zijn om onmiddellijk te kunnen worden uitgevoerd.

4 Bijkomende informatie 

Evacuatie bij brand:

De evacuatie van personen met een beperking bij brand dient door de ontwerper besproken met de plaatselijke brandweer en worden voorzien overeenkomstig het wijzigingsbesluit van 12 juli 2012 tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen. 

Aanbevelingen voor het realiseren van een integraal toegankelijk gebouw:

  • Handboek Toegankelijkheid Publieke Gebouwen (www.toegankelijkgebouw.be) 
  • Vademecum ‘Publiek toegankelijk domein”

Watertoets

Het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013,verplicht de vergunningverlenende overheid om de watertoets uit te voeren bij elke aanvraag tot omgevingsvergunning. Dit decreet vormt het juridisch kader voor het integraal waterbeleid in Vlaanderen. Het decreet bevat ook de omzetting van de kaderrichtlijn Water en de Overstromingsrichtlijn.

Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

De aanvraag doorstaat de watertoets.

Archeologienota

Conform het Onroerenderfgoeddecreet de dato 12 juli 2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag gezien de perceeloppervlakte kleiner is dan 3 000m².

Indien men niet verplicht is tot het opstellen van een archeologienota en tijdens de uitvoering komen er toch archeologische sporen of vondsten aan het licht, dan dient de bouwheer dit te melden binnen de 3 dagen aan het agentschap Onroerend Erfgoed (www.onroerenderfgoed.be).

Overige regelgeving

Decreet rookmelders

Het decreet van 10 maart 2017, houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, wat het verbeteren van de brandveiligheid door het algemeen invoeren van optische rookmelders voor woningen betreft, bepaalt dat alle woningen in Vlaanderen moeten uitgerust worden met correct geïnstalleerde rookmelders of dienen te beschikken over een branddetectiesysteem.

De voorliggende aanvraag voldoet hieraan: er worden rookmelders geplaatst in elk appartement.

Energiedecreet

De aanvraag dient te voldoen aan het energiedecreet van 8 mei 2009 en het energiebesluit van 19 november 2010 en hun latere aanvullingen en wijzigingen.

De aanvraag is verenigbaar met de regelgeving en de verkavelingsvoorschriften.

Toetsing AAN DE goede ruimtelijke ordening

OMSCHRIJVING VAN DE FEITELIJKE AANVRAAG

De aanvraag omvat het regulariseren van de wijziging van het aantal woonentiteiten van 47 naar 46 (blok C gelijkvloers) en het wijzigen van een inpandig terras naar een open dakterras (blok A 4de verdieping).

Op de 4de verdieping van blok A wordt het overdekte en deels ommuurde dakterras aan de achtergevel volledig open gemaakt. In plaats van de deels gesloten wanden wordt een balustrade voorzien, idem aan de overige balustrades van het gebouw. 

De gevel van de zitruimte wordt 1,04m verder naar binnen geplaatst waardoor een overdekte loopruimte/ ruime dakoversteek  ontstaat.

Het overdekte terras aan de linker zijgevel wordt voorzien van glazen schuifpanelen in plaats van balustrades zodat men deze ruimte deels tot volledig kan afschermen naargelang de weersomstandigheden. 

Op het gelijkvloers van blok C worden 2 appartementen (0.01 van 118,43m² met 3 slaapkamers en 0.02 van 91,61m² met 2 slaapkamers) samengevoegd tot 1 ruimer appartement van 240m² met 2 slaapkamers, waarbij de vergunde terrassen van de beide oorspronkelijke entiteiten verbonden worden tot 1 ruimer terras. Met de gewijzigde indeling kunnen, indien nodig, 2 bijkomende slaapkamers ingericht worden in de thans voorziene hobbyruimte en berging 2.

BEOORDELING VAN DE GOEDE RUIMTELIJKE ORDENING

De aanvraag is gelegen in een gebied dat geordend wordt door een ruimtelijk uitvoeringsplan, een gemeentelijk plan van aanleg of een verkavelingsvergunning waarvan niet afgeweken wordt. Dit plan of die vergunning bevat voorschriften die de aandachtspunten, vermeld in art. 4.3.1 §2 1° van de Vlaamse Codex ruimtelijke ordening, behandelen en regelen. Deze voorschriften worden geacht de criteria van de goede ruimtelijke ordening weer te geven.

De aanvraag integreert zich hierin volledig qua architectuur, materiaalgebruik en volume.

De aanvraag voldoet aan de criteria voor de goede ruimtelijke ordening in de onmiddellijke en ruime omgeving.

BESPREKING ADVIEZEN

  • Het advies van 06/12/2022 van de Inter Vlaanderen is gunstig zoals reeds hoger aangehaald (zie “Stedenbouwkundige verordeningen – Toegankelijkheid”).

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies.

  • De brandweer Hulpverleningszone Zuid-West Limburg geeft op 30/11/2022 aan geen advies te leveren aangezien de aanpassingen geen invloed hebben op de brandveiligheid. 

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies.

Uit de bovenstaande motivering blijkt dat de schaal en het uiterlijk van de voorgenomen werken op voldoende wijze ruimtelijk inpassen in de onmiddellijke en ruime omgeving. De aanvraag is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.

MILIEUTECHNISCH ADVIES

Niet van toepassing.

EINDADVIES

Uit bovenstaande motiveringen blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen inzake milieu en ruimtelijke ordening, en dat het voorgestelde ontwerp verenigbaar en bestaanbaar is met de goede plaatselijke ordening en met zijn onmiddellijke omgeving. 

De aanvraag is vatbaar voor een omgevingsvergunning voor het regulariseren van wijziging van het aantal woonentiteiten van 47 naar 46 (blok C gelijkvloers) en wijzigen van een inpandig terras naar een open dakterras (blok A 4de verdieping).

Bijgevolg adviseert de omgevingsambtenaar het dossier voorwaardelijk gunstig voor het regulariseren van wijziging van het aantal woonentiteiten van 47 naar 46 (blok C gelijkvloers) en wijzigen van een inpandig terras naar een open dakterras (blok A 4de verdieping), zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan de aanvraag zijn verbonden en voor zover rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarden:

  1. Er dient voldaan te worden aan het Algemeen Waterverkoopreglement en aanvullende voorwaarden van de netbeheerder ( zie www.fluvius.be); 
  2. De initiatiefnemer handelt volgens en voldoet aan de reglementering van de nutsmaatschappijen en draagt alle kosten die noodzakelijk zijn voor aansluiting op de nutsleidingen;
  3. Aangezien er geen wijzigingen van het terreinniveau voorzien zijn in de aanvraag, dient het bestaande terreinniveau behouden te blijven. 
  4. Bij de uitvoering van de bouwwerken moet rekening gehouden worden met het energiedecreet van 8 mei 2009 en het energiebesluit van 19 november 2010 en hun latere wijzigingen;
  5. De aanvrager is ertoe verplicht het college van burgemeester en schepenen op de hoogte te brengen van het begin van de stedenbouwkundige handelingen en/of exploitatie(s);

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen volgt integraal het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar van 09/12/2022 tot het afleveren van een omgevingsvergunning met voorwaarden aan de aanvrager.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het afleveren van een omgevingsvergunning met voorwaarden aan de aanvrager.

De omgevingsvergunning omvat het regulariseren van wijziging van het aantal woonentiteiten van 47 naar 46 (blok C gelijkvloers) en wijzigen van een inpandig terras naar een open dakterras (blok A 4de verdieping), zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan deze omgevingsaanvraag zijn verbonden en voor zover rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarden.

Artikel 3

De omgevingsvergunning wordt aldus afgegeven onder volgende voorwaarden:

  1. Er dient voldaan te worden aan het Algemeen Waterverkoopreglement en aanvullende voorwaarden van de netbeheerder ( zie www.fluvius.be); 
  2. De initiatiefnemer handelt volgens en voldoet aan de reglementering van de nutsmaatschappijen en draagt alle kosten die noodzakelijk zijn voor aansluiting op de nutsleidingen;
  3. Aangezien er geen wijzigingen van het terreinniveau voorzien zijn in de aanvraag, dient het bestaande terreinniveau behouden te blijven. 
  4. Bij de uitvoering van de bouwwerken moet rekening gehouden worden met het energiedecreet van 8 mei 2009 en het energiebesluit van 19 november 2010 en hun latere wijzigingen;
  5. De aanvrager is ertoe verplicht het college van burgemeester en schepenen op de hoogte te brengen van het begin van de stedenbouwkundige handelingen en/of exploitatie(s);

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.

16.

2022_CBS_01359 - OMV - Vergunning - Houthalenseweg 44 - 2022/00224 - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
16.

2022_CBS_01359 - OMV - Vergunning - Houthalenseweg 44 - 2022/00224 - Goedkeuring

2022_CBS_01359 - OMV - Vergunning - Houthalenseweg 44 - 2022/00224 - Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

STEDENBOUWKUNDIG EN MILIEUTECHNISCH advies - verslag GEMEENTELIJKE omgevingsambtenaar

De aanvraag betreft het regulariseren van de sloop van een vrijstaande woning, de bouw van een eengezinswoning met buitenzwembad, poolhouse en tuinaanleg en de sloop van een vrijstaand bijgebouw.

De aanvraag werd op 13/09/2022 ontvangen.

Op 12/10/2022 werd aanvullende informatie opgevraagd.

Op 19/10/2022 werd de gevraagde aanvullende informatie aangeleverd.

Op 26/10/2022 werd de aanvraag ontvankelijk en volledig verklaard.

De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.

Er werd geen openbaar onderzoek gehouden.

De eigenaars van de aanpalende percelen werden verzocht hun standpunt kenbaar te maken in navolging van artikel 83 van het Besluit van de Vlaamse regering tot uitvoering van het omgevingsvergunningsdecreet.

HISTORIEK VAN HET EIGENDOM WAAROP DE AANVRAAG BETREKKING HEEFT

  • 2018/00035/SPLITSING :  vergunning betreffende artikel 5.2.2 van de VCRO op 4/12/2018 voor het ruilen van percelen ;

De aanvraag werd in overleg gebracht met de gemeentelijke administratie op 1/03/2022.
De aanvraag houdt deels rekening met de resultaten van het voorafgaandelijk advies.
Tijdens de voorbespreking werden volgende bouwvoorschriften aangehaald:

  • De minimale afstand van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrenzen bedraagt 3 meter.  In de aanvraag bedraagt de afstand van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrenzen 3 meter.
  • De maximale bouwdiepte op het gelijkvloers bedraagt 17 meter.  De bouwdiepte van het gelijkvloers in de aanvraag bedraagt 17 meter.
  • De maximale bouwdiepte op de verdieping bedraagt 10 meter.  Dit advies is opgevolgd.
  • De maximale hoogte van de dakrand van een plat dak bedraagt 6,5 meter.  De hoogte van de dakrand in de aanvraag bedraagt 6,5 meter ten opzichte van het maaiveld.
  • De minimale tuinzone bedraagt 10 meter.  De tuinzone in de aanvraag bedraagt ca. 19,53 meter.
  • Er mag slechts 1 inrit met een breedte ter hoogte van de rooilijn van maximaal 3 meter voorzien worden.  Dit is opgevolgd.
  • Er moeten per woonentiteit tenminste 1,5 parkeerplaatsen op eigen terrein voorzien worden.  Er worden in de aanvraag 2 parkeerplaatsen voorzien.
  • De terreinverharding en oppervlakte aan bijgebouwen op het terrein moet zoveel mogelijk beperkt blijven.  Hier is gedeeltelijk aan tegemoetgekomen.
  • Er moet kleinschalig en duurzaam materiaal gebruikt worden waarbij industrieel gerelateerde materialen niet aanvaard worden.
  • Er werd meegegeven dat de regularisatie van de sloop van de bestaande woning ook in de aanvraag opgenomen moet worden.   Dit is opgevolgd.
  • Er werd bij de voorbespreking aangehaald dat het perceel enkel via de Houthalenseweg bereikbaar mag zijn voor wagens.   Dit is opgevolgd.
  • Er mochten geen parkeerplaatsen ingericht worden in de berm.  Dit is opgevolgd.
  • ‘Insteekparkings’ werden niet toegestaan.  Dit is opgevolgd.
  • De groenterreinindex voor het volledige perceel, die we momenteel hanteren, bedraagt minimaal 60%.  De groenterreindex in de aanvraag bedraagt 54,32%.
  • De momentaan voorgeschreven groenterreinindex voor de voortuin bedraagt 50%. De groenterreinindex van de aanvraag bedraagt ongeveer 68,1%.

Uit de gegevens waarover de gemeente beschikt, blijkt niet dat voor het voorwerp van de aanvraag een PV is opgesteld noch dat een meerwaarde werd opgelegd of dat op het goed een vonnis of arrest rust. Er zijn ook geen geschriften bekend waaruit zou blijken dat er wederrechtelijke werken werden uitgevoerd.

Uit het aanvraagdossier / de gegevens waarover de gemeente beschikt (luchtfoto…) blijkt dat op het perceel van de aanvraag constructies werden opgericht en handelingen werden verricht waarvoor geen vergunning verleend werd. Het betreft de sloop van een vrijstaande woning en de bouw van een vrijstaand bijgebouw.

Deze wederrechtelijk opgerichte constructie en uitgevoerde handeling werden opgenomen in de huidige aanvraag als respectievelijk te verwijderen en te regulariseren.

Milieu

Het perceel is niet opgenomen in het Grondeninformatieregister.

OPENBAAR ONDERZOEK

Overeenkomstig artikel 17 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hoofdstuk 3 Toepassingsgebied van de gewone en vereenvoudigde procedure, artikels 11 t.e.m. 14 van het besluit tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning, werd dit dossier volgens de vereenvoudigde procedure behandeld.

Er werd bijgevolg geen openbaar onderzoek gehouden.

Overeenkomstig artikel 83 van het Besluit van de Vlaamse regering tot uitvoering van het omgevingsvergunningsdecreet, werden de betrokken aanpalende eigenaars aangeschreven per beveiligde zending met het verzoek hun standpunt kenbaar te maken binnen de 30 dagen.

Er werd een bezwaar ingediend.

Bezwaar 28112022

 “Graag verwijs ik naar de kennisgeving per post van de regulering van een woning sloop en van sloop- en bouwwerken dd. 28 oktober 2022, welke werd ontvangen op 7 november 2022 met de referte in rand vermeld.

In aansluiting op het bezoek van 21 november 2022 aan uw diensten, waarbij het inplantingsplan van de bouwaanvraag op een scherm kon worden bekeken tijdens dit bezoek, ben ik zo vrij navolgend mee te delen en of op te merken:

– Voor wat de inplanting en afstanden betreft van voorziene bouwwerken ten aanzien van de scheiding van het bouwland in rand vermeld, waarvan ik mede-eigenaar ben, durf ik uw diensten te vragen zorg te willen dragen voor de wettelijke afstanden van de voorziene bouwwerken ten aanzien van de perceelgrens die ons aanbelangt, overeenkomstig de ter plaatse geldende bepalingen.

– Voor wat betreft de voorziene afsluiting welke de bouwaanvrager ter hoogte van de perceelgrens met mijn mede-eigendom wenst te plaatsen, stel ik vast dat deze afsluiting zou gaan bestaan uit een draadafsluiting met ingegroeide natuurlijke klimop. Dergelijke afsluiting heeft aan beide zijden van de afsluiting onderhoud nodig, zodat deze afsluiting op een voldoende afstand van de perceelgrens dient te worden opgetrokken, teneinde dit onderhoud aan beide zijden van de draad voor de aanvrager mogelijk te maken, zonder noodzakelijk gebruik van mijn mede-eigendom. Dit blijkt volgens het plan van de aanvrager niet het geval te zijn, zodat ik hiertegen bezwaar wens te maken. Ook bij een eenvoudige draadafsluiting is het wenselijk dat de afsluiting volledig op het perceel van de aanvrager wordt opgetrokken.

In de hoop dat met mijn bemerkingen rekening kan worden gehouden, vraag ik u om mij ontvangst van huidig schrijven te willen bevestigen en te willen informeren aan het gevolg dat hieraan gegeven wordt.”

De gemeentelijke omgevingsambtenaren nemen omtrent dit bezwaarschrift het volgende standpunt in:

  • Voor wat de inplanting van de bouwwerken en hun afstanden tot de perceelgrens betreft, voldoen de constructies aan de algemene bouwvoorschriften zoals die gehanteerd worden in de gemeente Zonhoven, met name: een minimale afstand van 3 meter van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrenzen.  Dit bezwaar wordt niet weerhouden.
  • Inzake de draadafsluiting met klimop die op de perceelsgrens zou ingeplant worden.  Dit bezwaar wordt wel weerhouden. Om hinder ten opzichte van het aanpalende perceel te voorkomen dient de afsluiting op eigen perceel te worden geplaatst en dient de groenafsluiting op de minimale wettelijke afstand te worden voorzien.  Dit wordt opgelegd als vergunningsvoorwaarde.

ADVIEZEN

Agentschap Wegen en Verkeer

Fluvius

MILIEUEFFECTENRAPPORTAGE

De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van bijlage I, II en III van het besluit inzake projectmilieueffectrapportage van 10 december 2004 en latere wijzigingen.

STEDENBOUWKUNDIG ADVIES

TOETSING AAN DE REGELGEVING EN VOORSCHRIFTEN

OVEREENSTEMMING MET BESTEMMINGS- EN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Gewestplan

De aanvraag is volgens het geldende gewestplan Hasselt - Genk, goedgekeurd bij Koninklijk besluit op 3 april 1979, gelegen in woongebied.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van een goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen en latere wijzigingen).

Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan

Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Afbakening regionaal stedelijk gebied Hasselt - Genk” dat op 20 juni 2014 definitief werd vastgesteld door de Vlaamse Regering. 

Er is geen bestemmingswijziging ten opzichte van het gewestplan voorzien voor dit perceel. 

De aanvraag voldoet principieel aan de geldende bestemmingsvoorschriften.

Stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater

De aanvraag valt onder de toepassing van het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 en latere wijzigingen, houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

De plannen geven aan dat voor de nieuw opgerichte woning met een horizontale dakoppervlakte van 155,61m² een hemelwaterput wordt voorzien met een inhoud van 5 000 liter en recuperatie van het hemelwater voor het sanitair gebruik, een buitenkraan en een uitgietbak. De overloop van de hemelwaterput wordt aangesloten op een infiltratievoorziening waarvan de oppervlakte en het volume voldoen aan de verordening.

De verordening is niet van toepassing voor wat betreft de aanleg van de voorziene verhardingen omdat het hemelwater dat op de verharding valt niet wordt opgevangen en afgevoerd, maar op eigen terrein in de bodem kan infiltreren.

De aanvraag voldoet aan deze stedenbouwkundige verordening.

Riolering

Het perceel is op het zoneringplan voor riolering, goedgekeurd bij Ministerieel besluit de dato 19 september 2008, gelegen in “centrale gebied”. Een individuele voorbehandelinginstallatie (septische put) moet niet aangelegd worden.

  • De overloop van een buitenzwembad wordt beschouwd als regenwaterafvoer. Dit kan u aansluiten op een infiltratievoorziening of mag op eigen terrein in de naastliggende groenzones infiltreren.
  • Aanpassingen aan inrichtingen, constructies of beplantingen op het openbaar domein naar aanleiding van deze of toekomstige omgevingsaanvraag zijn steeds ten laste van de aanvrager. Alle kosten naar aanleiding van een heraanplanting/ herstel op/ aan het openbaar domein, uitgevoerd naar aanleiding van een omgevingsaanvraag van een particulier, blijven ten laste van de aanvrager.
  • Voor de uitvoering van werken op bermen, stoepen en wegen dient er voor de aanvang der werken een staat van bevinding opgemaakt te worden door de aannemer en dit in samenspraak met een afgevaardigde van het gemeentebestuur.
  • Geen rechtstreekse aansluiting van een zwembad op het riool.

Standaardbepalingen rioleringsbeheerder Fluvius omgevingsvergunningen

Algemene bepalingen betreffende riolering en waterafvoer:

  • De aanvrager dient het Algemeen Waterverkoopreglement, de aanvullende voorwaarden en de aanvullende technische voorschriften van de rioolbeheerder Fluvius na te leven. Daarnaast dient de aanvrager de voorwaarden zoals bepaald in afdeling 6.2.2. van Vlarem II na te leven voor de afvoer van hemel- en afvalwater. 
  • Indien voor het bouwproject een aansluiting op de openbare riolering noodzakelijk is dan dient de aanvrager zo snel mogelijk na het bekomen van de bouwvergunning zijn aanvraag tot aansluiting op het openbaar saneringsnetwerk online aan te vragen via de website van Fluvius: www.fluvius.be. Fluvius bepaalt de locatie en diepte van de huisaansluitingen. Alleen Fluvius of een door haar aangestelde uitvoerder zorgt voor de realisatie van het gedeelte van de aansluiting dat in het openbaar domein ligt tot aan de perceelsgrens van de eigendom
  • De klant dient zelf in te staan voor het plaatsen van de privériolering voor het bouwproject en is verplicht deze uit te voeren volgens de wettelijke bepalingen ter zake, ondermeer dient voldaan te zijn aan de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater van 5/07/2013 (GSV “hemelwater”).
  • Indien de privériolering niet correct en volledig volgens deze wettelijke bepalingen werd uitgevoerd, zelfs indien dit niet expliciet door de stedenbouwkundige vergunning opgelegd is, behoudt Fluvius het recht om de woning niet aan te sluiten op het rioleringsnet.
  • Indien de bouwplannen en meer specifiek het rioleringsplan niet in overeenstemming zijn met deze voorschriften hebben deze voorschriften voorrang.

We raden aan om:

  • Geen sifonputjes te plaatsen op vuilwaterafvoerleidingen aangezien in deze putjes vaak verstopping optreedt en alle toestellen in de woning in principe reeds over een waterslot/sifon beschikken.
  • Een terugslagklep te plaatsen op de overloop van de hemelwaterput om terugstuwing vanuit de riolering te vermijden.
  • De noodzakelijke ontluchting te voorzien op het private vuilwaterafvoerstelsel (bvb: ontluchtingspijp door dak).

Keuring privéwaterafvoer

Door het in voege treden van het Algemeen Waterverkoopreglement is de keuring van privéwaterafvoer verplicht vanaf 1 juli 2011. Elke rioleringsaansluiting op het openbaar saneringsnet dient een keuring van de privéwaterafvoer te ondergaan conform artikel 12, §1 van het Algemeen Waterverkoopreglement en dit bij de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer.  Enkel de door Fluvius erkende keurders komen hiervoor in aanmerking (een lijst kan u terugvinden op de website van Fluvius: www.fluvius.be).

Watertoets

Het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013, verplicht de vergunningverlenende overheid om de watertoets uit te voeren bij elke aanvraag tot omgevingsvergunning. Dit decreet vormt het juridisch kader voor het integraal waterbeleid in Vlaanderen. Het decreet bevat ook de omzetting van de kaderrichtlijn Water en de Overstromingsrichtlijn.

Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Voor het betrokken project werd de watertoets uitgevoerd volgens de richtlijnen van het uitvoeringsbesluit van 20 juli 2006. Dit Watertoetsbesluit werd gewijzigd bij Besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011. Dit besluit is in werking getreden op 1 maart 2012.

Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Zoals hoger aangehaald voldoet het voorliggende ontwerp aan deze verordening. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

De aanvraag doorstaat de watertoets.

Archeologienota

Conform het Onroerenderfgoeddecreet de dato 12 juli 2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag gezien de perceeloppervlakte kleiner is dan 3 000m².

Indien men niet verplicht is tot het opstellen van een archeologienota en tijdens de uitvoering komen er toch archeologische sporen of vondsten aan het licht, dan dient de bouwheer dit te melden binnen de 3 dagen aan het agentschap Onroerend Erfgoed (www.onroerenderfgoed.be).

Overige regelgeving

Decreet rookmelders

Het decreet van 10 maart 2017, houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, wat het verbeteren van de brandveiligheid door het algemeen invoeren van optische rookmelders voor woningen betreft, bepaalt dat alle woningen in Vlaanderen moeten uitgerust worden met correct geïnstalleerde rookmelders of dienen te beschikken over een branddetectiesysteem.

De voorliggende aanvraag voldoet hieraan: er worden rookmelders geplaatst in de inkom, de berging, bovenaan de trap en in de nachthal.

Opmerking: de plaatsing van rookmelders in ruimtes waar dampen en rookgassen gebruikelijk kunnen voorkomen (garages, keukens, badkamers en ook wasplaats) kan aanleiding geven tot valse meldingen. Hier is het meer aangewezen een hittemelder te plaatsen.

Energiedecreet

De aanvraag dient te voldoen aan het energiedecreet van 8 mei 2009 en het energiebesluit van 19 november 2010 en hun latere aanvullingen en wijzigingen.

Slopen

De afbraak/ verwijdering van de bestaande overdekte en niet overdekte constructies dient te gebeuren tot in de grond en de vrijgekomen ruimte dient ingericht te worden als groenzone voor zover geen nieuwe constructies voorzien worden.

Aan de afbraak is geen milieuvergunningsplicht verbonden, wel dient rekening gehouden te worden met de wettelijke verplichtingen opgenomen in het Vlarem II, omgevingsvergunningsdecreet, het bodemsaneringsdecreet en het materialendecreet. Vooraleer te starten met de afbraakwerken dienen de constructies volledig ontruimd te worden. De afvalstoffen die vrijkomen bij de afbraakwerken dienen selectief ingezameld te worden.

Alle bouw-, sloop- en infrastructuurwerken in open lucht dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II, hoofdstuk 6.12 Beheersing van stofemissies tijdens bouw- , sloop- en infrastructuurwerken”, indien deze uitgevoerd worden door een aannemer.

Het verwijderen van asbest dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II Beheersing van asbest, hoofdstuk 6.4.

Grondverzet

Uit het ingediende dossier blijkt niet dat een grondverzet  (met aanvoer/ afvoer) van meer dan 250m³ zal plaatsvinden. De regelgeving omtrent grondverzet is niet van toepassing.

Erfdienstbaarheden / gemene muren

Vergunningen hebben een zakelijk karakter. Zij worden verleend onder voorbehoud van de op het onroerend goed betrokken burgerlijke rechten.

Het is niet de taak van de administratieve overheid zich uit te spreken over het bestaan, de interpretatie en de omvang van subjectieve rechten, zoals bijvoorbeeld het bestaan van een erfdienstbaarheid / het overnemen van een gemene muur.

De overeenstemming van de aanvraag met een goede ruimtelijke ordening wordt echter beoordeeld met inachtneming van beginselen als hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en

veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4 van de VCRO.

De aanvrager wordt erop gewezen dat omtrent de erfscheidingen geen afbreuk wordt gedaan aan de burgerlijke rechten van de betrokken aanpalende eigenaars  door het afleveren van een omgevingsvergunning en dat het aangewezen is hieromtrent een (schriftelijke) overeenkomst/ akkoordverklaring te bekomen alvorens aan te vatten met de werken.

De aanvraag is verenigbaar met de regelgeving.

Toetsing AAN DE goede ruimtelijke ordening

OMSCHRIJVING VAN DE FEITELIJKE AANVRAAG

De aanvraag omvat de regularisatie van de sloop van een vrijstaande eengezinswoning, de bouw van een eengezinswoning in open verband met een buitenzwembad, poolhouse, de tuinaanleg en de sloop van een vrijstaand bijgebouw.

BEOORDELING VAN DE GOEDE RUIMTELIJKE ORDENING

De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen:

1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;

2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook de volgende aspecten in rekening brengen:

a) beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in punt 1°;

b) de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement voor zover:

1) de rendementsverhoging gebeurt met respect voor de kwaliteit van de woon- en leefomgeving;

2) de rendementsverhoging in de betrokken omgeving verantwoord is.

3° indien het aangevraagde gelegen is in een gebied dat geordend wordt door een ruimtelijk uitvoeringsplan, een gemeentelijk plan van aanleg of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden waarvan niet op geldige wijze afgeweken wordt, en in zoverre dat plan of die vergunning voorschriften bevat die de aandachtspunten, vermeld in 1°, behandelen en regelen, worden deze voorschriften geacht de criteria van een goede ruimtelijke ordening weer te geven. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan gemotiveerd beslissen dat bepaalde voorschriften van verkavelingen ouder dan vijftien jaar, zoals bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 1°, c), of voorschriften van bijzondere plannen van aanleg ouder dan vijftien jaar, waarvan op grond van artikel 4.4.9/1 op rechtsgeldige wijze kan worden afgeweken, nog steeds de criteria van goede ruimtelijke ordening weergeven.

Omschrijving ligging en omgeving

Het perceel van de aanvraag is gelegen aan de Houthalenseweg en aan de Vilhoekstraat, respectievelijk een gewestweg en een gemeenteweg aan de rand van het centrum van Zonhoven.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door residentiële bebouwing, bijna uitsluitend bestaande uit 2 bouwlagen onder een zadeldak in vaak gesloten en halfopen en soms in open verband.  

In de ruimere omgeving wordt dit karakter soms gecombineerd met kleinschalige handelsfuncties of vrije beroepen.

Omschrijving van de aanvraag

Op het perceel in kwestie is een bouwvallig vrijstaand bijgebouw aanwezig.  Dit staat als te slopen aangeduid. Het vergunde hoofdgebouw met haar aangebouwde bijgebouwen werden zonder vergunning gesloopt.

De aanvraag betreft het regulariseren van de sloop van het bestaande hoofdgebouw en haar aangebouwde bijgebouwen met een oppervlakte van 115,58m² die waren ingeplant op een afstand van 16,5 meter van de as van de voorliggende weg. 

Een regularisatie moet met dezelfde criteria beoordeeld worden als een nieuwe aanvraag. Het kan immers niet zijn dat de regularisatie soepeler zou beoordeeld worden om reden dat de werken reeds uitgevoerd zijn. 

De aanvraag voorziet ook in de sloop van een vrijstaand bijgebouw met een oppervlakte van 11,9m² dat zich in de achtertuin bevindt en dat zich over de rechter perceelsgrens tot op het naastliggend perceel bevindt.  I.k.v. artikel 83 van het ‘Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning’ zijn de eigenaars van het desbetreffende perceel om hun standpunt verzocht.  Er is inzake de sloop van dit gebouw geen bezwaar ingediend.

Er wordt voorzien in de bouw van een eengezinswoning op 8 meter van de grens met het openbaar domein en met een inrit langs de Houthalenseweg en een parkeerplaats in de voortuin.  De zijmuren lopen evenwijdig met de zijdelinse perceelsgrenzen op een afstand van 3 meter van deze grenzen.  Ten opzichte van de aanpalende woning aan de linkerzijde wordt het hoofdgebouw 2,5 meter terugliggend ingeplant.  De bouwdiepte op het gelijkvloers bedraagt 17 meter en aangezien de verdieping terugliggend wordt ingeplant, bedraagt de bouwdiepte er 10,45 meter.

De woning bestaat uit 2 bouwlagen onder een plat dak.  De dakrandhoogte ten opzichte van het maaiveld is 6,5 meter. 

Er wordt een niet overdekt buitenzwembad en een poolhouse met overdekt terras geplaatst in de achtertuin.  Het badhuis wordt voorzien van een privacywand dat samen met het overdekt terras   een oppervlakte van 41,27m² bezit.   Dit bijgebouw wordt ingeplant op 1 meter van de linkerperceelsgrens en tenminste 5 meter van de achtergrens.

Het zwembad heeft een oppervlakte van 32m² en wordt op een minimale afstand van 1,4 meter tot de rechterperceelsgrens ingeplant en tot op 5,71 meter van de achterste perceelsgrens.

De waterdoorlatende verhardingen bestaan uit een inrit met een parkeerplaats en een toegang tot de voordeur in de voortuin en een toegang tot een zijdeur in de linkerzijtuin met een oppervlakte van respectievelijk 46,11m² en 7,84m².

De niet-waterdoorlatende verhardingen bestaan uit de rand rond het zwembad en 2 voetpaden uitgevoerd als stapstenen in de achtertuin.  Hun gezamelijke oppervlakte bedraagt 18,14m².

De grens van het perceel met het openbaar domein in de voortuin wordt afgesloten door een haag met een hoogte van 0,75 meter.   Op de andere perceelsgrenzen wordt een draadafsluiting met klimop geplaatst met een hoogte van 1,7 meter.

Het bestaande terreinprofiel wordt behouden, met uitzondering van een zone ter hoogte van het zwembad.  Vanaf een afstand van tenminste 2 meter van de zijdelingse perceelsgrenzen volgt het terreinprofiel dat van de aanpalende percelen.

Functionele inpasbaarheid in de onmiddellijke en ruime omgeving

De eengezinswoning past functioneel in de omgeving gezien de residentiële aard van deze laatste.

Mobiliteitsimpact

De aanvraag voorziet in 1 autostaanplaats in de voortuin en een op de oprit 1 woongelegenheid.

Het aantal autostaanplaatsen stemt overeen met het aantal woongelegenheden à rato van 1,5 per wooneenheid.  De inrit wordt voorzien via de Houthalenseweg. 

Omwille van de veiligheid is het aangewezen dat er voldoende zichtbaarheid is bij het uitrijden van het perceel. Daarom mogen de zijdelingse afsluitingen tot op een afstand van tenminste 5 meter van de grens met het openbaar domein maximaal een hoogte hebben van 1 meter.

De schaal van de voorgenomen werken, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid

Gezien de sloop van alle constructies die op het perceel aanwezig zijn, mogen we stellen dat het ruimtegebruik enkel bepaald wordt door de nieuw in te planten gebouwen en verhardingen.

De verharding in de voortuin maakt er 34% van uit, merkelijk onder de in Zonhoven gehanteerde normen.  De totale ‘footprint’ op het perceel is ongeveer 45,68% wat licht afwijkt van het streefcijfer binnen de gemeente, nl. 40%, wat aanvaardbaar is voor dit perceel.

De bouwdiepte van het hoofdgebouw valt voor wat het gelijkvloers betreft binnen de algemeen gehanteerde normen.  De bouwdiepte van de verdieping overschrijdt deze licht maar gezien de terugligging ervan blijft het volume beperkt. Omdat er de aan de achterzijde van de zijgevel ook geen ramen voorzien worden en de afstand van 3 meter tot de perceelsgrenzen aangehouden blijven, kan dit aanvaard worden.  

De oppervlakte van het bijgebouw bedraagt 41,27 m², aanvaardbaar boven de limiet van het vrijstellingenbesluit.  Haar afstand tot de linker perceelsgrens is conform het vrijstellingenbesluit.

De diepte van de tuinzone bedraagt minimaal ongeveer 18,7 meter wat ruim voldoet aan de gehanteerde normen.

Visueel-vormelijke elementen

Het straatbeeld wordt gekenmerkt door voornamelijk gesloten tot halfopen en soms open residentiële bebouwing en diverse stijlen.   Toch biedt het een eenvormige uitstraling gezien het bijna uitsluitend om woningen met 2 bouwlagen onder een zadeldak en vaak opgetrokken met rode tot roodbruine bakstenen gaat.

De woning heeft een zeer moderne uitstraling door gebruik te maken van architectonisch beton en een bronskleurige gevelbekleding uitgevoerd in gemoffeld aluminium gecombineerd met vlakke panelen.  Het badhuis complementeert en ondersteunt dit aanzicht.

Bodemreliëf

Het bestaande maaiveld blijft voor het merendeel behouden.  Enkel ter hoogte van het zwembad wordt een verhoging voorzien waardoor het maaiveld er zich 0,25 meter boven de as van de voorliggende weg bevindt.  Dit is een aanvaardbare ophoging.

De aanvraag voldoet aan de criteria voor de goede ruimtelijke ordening in de onmiddellijke en ruime omgeving.

BESPREKING ADVIEZEN

  • Het advies van 26/10/2022 van Fluvius is voorwaardelijk gunstig:

Het betreft hier de herbouw van een eengezinswoning, hiervoor verwijzen wij graag naar www.fluvius.be/aansluitingen.

Voor riolering dient voldaan te worden aan de gewestelijke en/of provinciale stedenbouwkundige verordeningen inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater die in uw gemeente van kracht zijn.

Fluvius doet geen nazicht van de bepalingen van deze verordening. Dit advies handelt over de aansluitbaarheid op het openbaar saneringsnetwerk.

Voor uw rioleringsaansluiting geven we u volgende advies:

Bij de sloop van een pand dient de bestaande huisaansluiting op het openbaar rioleringsstelsel tijdelijk buiten gebruik gesteld te worden door de aanvrager en wel op zo een manier dat de huisaansluiting water- en gronddicht afgesloten wordt en detecteerbaar blijft op eigen terrein.

Bij de aanleg van een nieuwe privéwaterafvoer dient de bouwheer de bestaande rioleringsaansluiting te detecteren en te hergebruiken. De nieuwe privéwaterafvoer voor vuilwater en eventueel hemelwater dient ter hoogte van de rooilijn tot aan en niet dieper dan de bestaande huisaansluiting gebracht te worden. Ter hoogte van de bestaande huisaansluiting voorziet de bouwheer aan de rooilijn op het privéterrein aparte controleputjes, één voor de vuilwaterafvoer en één voor de hemelwaterafvoer, indien deze nog niet aanwezig zijn. De diameter van de afvoerbuis voor vuilwater (DWA) is 125 mm (max.160 mm), voor regenwater (RWA) is dit 160 mm.

Dit ontslaat de bouwheer niet van het indienen van een aanvraag tot heraansluiting op het openbaar rioleringsstelsel bij Fluvius. De aanvraag is terug te vinden op www.fluvius.be.

Het spoelwater van de filters van het zwembad dient bij chemische filters aangesloten te worden op de vuilwaterafvoer en moet bij zuivere biologische filters (zonder toevoeging chloor of andere chemicaliën) aangesloten worden op de infiltratievoorziening.

De overloop van een buitenzwembad dient aangesloten te worden op de infiltratievoorziening of mag op eigen terrein in de naastliggende groenzones infiltreren. Als het zwembad in 1 keer geledigd gaat worden, dient de infiltratievoorziening hierop berekend te worden. De chloordosering dient 14 dagen voor de lediging uitgeschakeld te worden.

Voor alle andere vragen verwijzen wij graag naar onze website, www.fluvius.be of het algemeen nummer 078 35 35 34.

Bovenstaande informatie geven we mee onder voorbehoud van latere wijzigingen.

Mocht later bijvoorbeeld blijken dat de definitieve vermogens toch buiten de standaardnormen vallen, dan kan ons advies nog wijzigen.

De gemeentelijke omgevingsambtenaren sluiten zich aan bij dit advies.

De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden.

  • Het advies van 24/11/2022 van het Agentschap Wegen en Verkeer is ongunstig:

Hierbij stuur ik u het advies van mijn afdeling. Gelieve mij een afschrift van de beslissing toe te sturen.

INLICHTINGEN EN BEPERKINGEN

1. Vastlegging ten opzichte van de bestaande as van de gewestweg (N7150001 van 2.7 +46 tot 2.8 -47):

  • de grens van het openbaar domein is geschat op ca 8.5 meter.
  • de rooilijn ligt op 9 meter volgens de vigerende wegnormen.
  • de zone van achteruitbouw bedraagt 4 meter.
  • de minimaal te respecteren bouwlijn ligt op 13 meter.

2. Constructie voor rooilijn

De parkings en verhardingen mogen niet worden ingepland vóór de ontworpen rooilijn.

3. Constructie in zone van achteruitbouw

  • Peil van de dorpels van het gebouw : 31 cm hoger dan het peil van de uiterste rand van de verharding.
  • Regenwaterputten, septische putten , bufferbekkens, een afrit naar een ondergrondse kelder/garage/souterrains, …e.d. dienen achter de bouwlijn te worden ingeplant.
  • De sloopwerken / terreinwerken / kapwerken mogen geen hinder veroorzaken voor de weggebruikers. Eventuele vervuiling op openbaar domein ten gevolge van deze werken dient men 
  • dagelijks ten eigen laste te verwijderen.

4. Constructie op of over openbaar domein

  • Op de onverharde/verharde berm langs de gewestweg mogen er geen parkeerplaatsen ingericht worden. (Cfr BVR 29/03/2002 retributiebesluit).

Er mogen geen materialen worden gestapeld op het openbaar domein. (Cfr BVR 29/03/2002 retributiebesluit)

  • Voor elke inname van het openbaar domein, zoals; het inbuizen van een open gracht binnen noodzakelijke lengte / het verharden van een in-/uitrit op het openbaar domein / het plaatsen van een stelling of container op het openbaar domein / het installeren van een terras… dient voorafgaandelijk aan de werken een afzonderlijke aanvraag aan de diensten van Agentschap Wegen en Verkeer te gebeuren (District Centraal-Limburg, Trekschurenstraat 270, B-3500 Hasselt). Het is niet toegestaan om losse, kleinschalige materialen (zoals dolomiet, grind,…) te gebruiken op het openbaar domein. Conform het besluit van de Vlaamse Regering van 29/03/2002, gewijzigd bij Besluit van Vlaamse Regering van 25/06/2005 (BS 31/08/2004) betreffende het toekennen van vergunningen, het vaststellen en innen van retributies voor het privatief gebruik van het openbaar domein van de wegen.

5. Toegang

  • Conform de bepalingen dient het perceel aan de perceelgrens onoverrijdbaar te worden afgesloten behoudens vergunde inrit.
  • Voor private woningen en gebouwen met een beperkte verkeersgenererende activiteit wordt slechts 1 gebundelde in- en uitrit toegestaan met een maximumbreedte van 4,5 m rekening houdend met de op het openbare domein aanwezige hindernissen.
  • De toegang tot het perceel dient uitsluitend te worden genomen langs de gemeenteweg.

6. Mobiliteitsimpact

  • Er dienen voldoende parkeerplaatsen (1,5 per woongelegenheid en 1/20 m² handelsruimte) te worden voorzien op de privégrond. Dit zal anders zoekverkeer en overlast bezorgen aan het openbaar domein wat de verkeersveiligheid in het gedrang brengt.
  • Insteekparkings langs een gewestweg zijn niet toegestaan omwille van de verkeersveiligheid. Het gebruik van insteekparkings geeft onvoldoende zicht bij het oprijden van de gewestweg, wat een gevaar is voor automobilisten en zwakke weggebruikers.

ONGUNSTIG ADVIES

Om deze redenen adviseert het Agentschap Wegen en Verkeer ONGUNSTIG betreffende voorliggende aanvraag.

  • De toegang tot het perceel dient uitsluitend te worden genomen langs de gemeenteweg.”

De gemeentelijk omgevingsambtenaren sluiten zich gedeeltelijk aan bij dit advies.  De gemeentelijke omgevingsambtenaren sluiten zich aan bij bijna alle inlichtingen en beperkingen in het advies, behalve voor wat de toegang tot het perceel betreft en wel om de volgende redenen: 

  1. Alle woningen langs de N715A waarvan de voorzijde perceel aan de gewestweg en de achterzijde aan een gemeenteweg grenst, hebben tenminste via de gewestweg toegang tot het perceel.  Het is ruimtelijk gezien logisch dat de nieuwbouwwoning dezelfde oriëntatie krijgt als de woningen in de nabije omgeving.
  2. Het adres van deze nieuwbouwwoning is Houthalenseweg 44 gezien de woning zich naar de Houthalenseweg richt, zoals de overige nabij gelegen woningen. Gezien dit adres en de inplanting van de voordeur van de woning is het ruimtelijk gezien niet aangewezen geen toegang/inrit te voorzien langs de Houthalenseweg.
  3. Indien er geen inrit/toegang aangelegd wordt langs de Houthalenseweg zou de woning zich logischerwijs dienen te oriënteren richting de achterliggende straat.  De ruimtelijke consequentie hiervan is dat de woning wordt ingeplant in de achtertuinzone van de bestaande nabije woningen, wat geen toonbeeld zou zijn van goede ruimtelijke ordening en wat hinder zou opleveren.

Uit de bovenstaande motivering blijkt dat de schaal en het uiterlijk van de voorgenomen werken op voldoende wijze ruimtelijk inpassen in de onmiddellijke en ruime omgeving. De aanvraag is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.

MILIEUTECHNISCH ADVIES

Niet van toepassing.

GECOÖRDINEERD EINDADVIES

Uit bovenstaande motiveringen blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen inzake milieu en ruimtelijke ordening, en dat het voorgestelde ontwerp verenigbaar is met de goede plaatselijke ordening en met zijn onmiddellijke omgeving. 

De aanvraag is vatbaar voor een omgevingsvergunning voor het regulariseren van de sloop van een vrijstaande woning, de bouw van een eengezinswoning met buitenzwembad, poolhouse en tuinaanleg en de sloop van een vrijstaand bijgebouw.

Bijgevolg adviseert de omgevingsambtenaar het dossier voorwaardelijk gunstig voor het regulariseren van de sloop van een vrijstaande woning, de bouw van een eengezinswoning met buitenzwembad, poolhouse en tuinaanleg en de sloop van een vrijstaand bijgebouw zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan de aanvraag zijn verbonden en voor zover rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarden:

  1. Inzake de plaatsing van een erfscheiding op en de groenafsluiting nabij de perceelsgrenzen dient er met de buren een schriftelijke overeenkomst te worden afgesloten vooraleer de werken aan te vatten.  Bij gebrek aan akkoord moet de afsluiting op eigen terrein te worden geplaatst.  De groenafsluiting moet i.c. conform de wettelijk bepaalde afstanden te worden geplaatst. 
  2. Omwille van de veiligheid mag de hoogte van de gesloten afsluiting en/of groenafsluiting in de voortuin binnen een zone van 5 meter tot de grens met het openbaar domein slechts 1 meter bedragen.
    Riolering:
  3. De afvoer van de overloop van de hemelwateropvang en de afvoer van het afvalwater dienen te voldoen aan de voorwaarden van de rioleringsbeheerder Fluvius (www.fluvius.be );
  4. Er dient voldaan te worden aan de voorwaarden en aanbevelingen opgelegd in het advies van Fluvius, zoals gevoegd in bijlage;
  5. Er dient voldaan te worden aan het Algemeen Waterverkoopreglement en aanvullende voorwaarden van de netbeheerder ( zie www.fluvius.be);
  6. De initiatiefnemer handelt volgens en voldoet aan de reglementering van de nutsmaatschappijen en draagt alle kosten die noodzakelijk zijn voor aansluiting op de nutsleidingen;
  7. Bij het gebruik van een droogzuiging voor het realiseren van de werken, dient voldaan te worden aan de Vlarem meldingsplicht via het Omgevingsloket ( zie https://www.omgevingsloketvlaanderen.be/melding-stedenbouwkundige-handelingen-en-exploitatie-van-ingedeelde-inrichting-of-activiteit ). Niet verontreinigd bemalingswater moet bij voorkeur opnieuw in de bodem gebracht worden. Wanneer dit redelijkerwijze niet mogelijk is, moet geloosd worden in een oppervlaktewater, een kunstmatige afvoerweg voor hemelwater of een leiding voor het hemelwater. Indien de droogzuiging aangesloten moet worden op de openbare riolering dient hiervoor een toelating bekomen te worden. Indien een gescheiden rioleringsstelsel aanwezig is in de straat kan, indien niet anders mogelijk, de tijdelijke aansluiting enkel op het RWA-riool . De droogzuiging dient daarenboven beperkt te worden in tijd tot het hoogstnoodzakelijke; 
  8. Aanpassingen aan inrichtingen, constructies of beplantingen op het openbaar domein naar aanleiding van deze of toekomstige aanvraag voor een omgevingsvergunning zijn steeds ten laste van de aanvrager. Alle kosten naar aanleiding van een heraanplanting en/ of herstelwerken op/ aan het openbaar domein, uitgevoerd naar aanleiding van een omgevingsaanvraag van een particulier, blijven ten laste van de aanvrager.
    Terrein en gelijkgrondse berm:
  9. Indien vastgesteld wordt bij het grondverzet dat de bodem van het perceel zou verontreinigd zijn, dient voldaan te worden aan het Vlaams Reglement betreffende de bodemsanering (VLAREBO, Vl. Reg. 13 oktober 2001 en zijn latere wijzigingen);
  10. De verharding van de inrit moet, in de gelijkgrondse berm, uitgevoerd worden in een vast, kleinschalig materiaal, waterdoorlatend aangelegd (geen gebroken steenslag). De gelijkgrondse berm moet als groenzone behouden te blijven behoudens de toegestane inrit. Het verhogen van de gelijkgrondse berm is altijd verboden;
  11. De groenelementen die niet weergegeven werden op de ingediende plannen dienen behouden te blijven;
    Andere voorwaarden:
  12. Bij de uitvoering van de bouwwerken moet rekening gehouden worden met het energiedecreet van 8 mei 2009 en het energiebesluit van 19 november 2010 en hun latere wijzigingen;
  13. Het advies van het agentschap Wegen en Verkeer, omvattende de algemene en bijzondere voorwaarden, zoals als bijlage hierbij gevoegd wordt, dient integraal gevolgd te worden met uitzondering van het advies betreffende de weg waarlangs de toegang tot het perceel genomen wordt ;
  14. De afbraak van de constructies dient te gebeuren tot in de grond en de plaats moet hersteld worden in de vorige toestand. Aan de afbraak is geen milieuvergunningsplicht verbonden, wel dient rekening gehouden te worden met de wettelijke verplichtingen opgenomen in het milieuvergunningsdecreet, het bodemsaneringsdecreet en het materialendecreet. Vooraleer te starten met de afbraakwerken dienen de constructies volledig ontruimd te worden. De afvalstoffen die vrijkomen bij de afbraakwerken dienen selectief ingezameld te worden. Alle bouw-, sloop- en infrastructuurwerken in open lucht dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II, hoofdstuk 6.12 Beheersing van stofemissies tijdens bouw-, sloop- en infrastructuurwerken”, indien deze uitgevoerd worden door een aannemer.
    Het verwijderen van asbest dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II Beheersing van asbest, hoofdstuk 6.4.;
  15. Indien vastgesteld wordt dat er straatmeubilair en/of laanbeplanting aanwezig is die dienen verplaatst en/of verwijderd te worden voor de uitvoering van deze vergunning, of bij de ingebruikname van het project, en er voor aanvang van de werken geen toelating bekomen wordt tot het verplaatsen van het straatmeubilair, moet er een gewijzigde vergunning aangevraagd worden die rekening houdt met het straatmeubilair en/of de laanbeplanting;
  16. De aanvrager is ertoe verplicht het college van burgemeester en schepenen op de hoogte te brengen van het begin van de stedenbouwkundige handelingen en/of exploitatie(s);
  17. Voor de aanvang van de werken dient een staat van bevinding opgemaakt van het openbaar domein. Deze staat van bevinding dient aangevraagd te worden bij de gemeentelijke dienst openbare werken.
    Alle kosten ten gevolge van schade aan het openbaar domein, voortvloeiend uit de werken op privaat terrein zijn ten laste van de aanvrager;

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.

De bezwaarindieners worden op de hoogte gebracht van de beslissing van het schepencollege.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen volgt integraal het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar van 13/12/2022 tot het afleveren van een omgevingsvergunning met voorwaarden aan de aanvrager.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het afleveren van een omgevingsvergunning met voorwaarden aan de aanvrager.

De omgevingsvergunning omvat het regulariseren van de sloop van een vrijstaande woning, de bouw van een eengezinswoning met buitenzwembad, poolhouse en tuinaanleg en de sloop van een vrijstaand bijgebouw zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan deze omgevingsaanvraag zijn verbonden en voor zover rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarden.

Artikel 3

De omgevingsvergunning wordt aldus afgegeven onder volgende voorwaarden:

  1. Inzake de plaatsing van een erfscheiding op en de groenafsluiting nabij de perceelsgrenzen dient er met de buren een schriftelijke overeenkomst te worden afgesloten vooraleer de werken aan te vatten.  Bij gebrek aan akkoord moet de afsluiting op eigen terrein te worden geplaatst.  De groenafsluiting moet i.c. conform de wettelijk bepaalde afstanden te worden geplaatst. 
  2. Omwille van de veiligheid mag de hoogte van de gesloten afsluiting en/of groenafsluiting in de voortuin binnen een zone van 5 meter tot de grens met het openbaar domein slechts 1 meter bedragen.
    Riolering:
  3. De afvoer van de overloop van de hemelwateropvang en de afvoer van het afvalwater dienen te voldoen aan de voorwaarden van de rioleringsbeheerder Fluvius (www.fluvius.be );
  4. Er dient voldaan te worden aan de voorwaarden en aanbevelingen opgelegd in het advies van Fluvius, zoals gevoegd in bijlage;
  5. Er dient voldaan te worden aan het Algemeen Waterverkoopreglement en aanvullende voorwaarden van de netbeheerder ( zie www.fluvius.be);
  6. De initiatiefnemer handelt volgens en voldoet aan de reglementering van de nutsmaatschappijen en draagt alle kosten die noodzakelijk zijn voor aansluiting op de nutsleidingen;
  7. Bij het gebruik van een droogzuiging voor het realiseren van de werken, dient voldaan te worden aan de Vlarem meldingsplicht via het Omgevingsloket ( zie https://www.omgevingsloketvlaanderen.be/melding-stedenbouwkundige-handelingen-en-exploitatie-van-ingedeelde-inrichting-of-activiteit ). Niet verontreinigd bemalingswater moet bij voorkeur opnieuw in de bodem gebracht worden. Wanneer dit redelijkerwijze niet mogelijk is, moet geloosd worden in een oppervlaktewater, een kunstmatige afvoerweg voor hemelwater of een leiding voor het hemelwater. Indien de droogzuiging aangesloten moet worden op de openbare riolering dient hiervoor een toelating bekomen te worden. Indien een gescheiden rioleringsstelsel aanwezig is in de straat kan, indien niet anders mogelijk, de tijdelijke aansluiting enkel op het RWA-riool . De droogzuiging dient daarenboven beperkt te worden in tijd tot het hoogstnoodzakelijke;
  8. Aanpassingen aan inrichtingen, constructies of beplantingen op het openbaar domein naar aanleiding van deze of toekomstige aanvraag voor een omgevingsvergunning zijn steeds ten laste van de aanvrager. Alle kosten naar aanleiding van een heraanplanting en/ of herstelwerken op/ aan het openbaar domein, uitgevoerd naar aanleiding van een omgevingsaanvraag van een particulier, blijven ten laste van de aanvrager.
    Terrein en gelijkgrondse berm:
  9. Indien vastgesteld wordt bij het grondverzet dat de bodem van het perceel zou verontreinigd zijn, dient voldaan te worden aan het Vlaams Reglement betreffende de bodemsanering (VLAREBO, Vl. Reg. 13 oktober 2001 en zijn latere wijzigingen);
  10. De verharding van de inrit moet, in de gelijkgrondse berm, uitgevoerd worden in een vast, kleinschalig materiaal, waterdoorlatend aangelegd (geen gebroken steenslag). De gelijkgrondse berm moet als groenzone behouden te blijven behoudens de toegestane inrit. Het verhogen van de gelijkgrondse berm is altijd verboden;
  11. De groenelementen die niet weergegeven werden op de ingediende plannen dienen behouden te blijven;
    Andere voorwaarden:
  12. Bij de uitvoering van de bouwwerken moet rekening gehouden worden met het energiedecreet van 8 mei 2009 en het energiebesluit van 19 november 2010 en hun latere wijzigingen;
  13. Het advies van het agentschap Wegen en Verkeer, omvattende de algemene en bijzondere voorwaarden, zoals als bijlage hierbij gevoegd wordt, dient integraal gevolgd te worden met uitzondering van het advies betreffende de weg waarlangs de toegang tot het perceel genomen wordt ;
  14. De afbraak van de constructies dient te gebeuren tot in de grond en de plaats moet hersteld worden in de vorige toestand. Aan de afbraak is geen milieuvergunningsplicht verbonden, wel dient rekening gehouden te worden met de wettelijke verplichtingen opgenomen in het milieuvergunningsdecreet, het bodemsaneringsdecreet en het materialendecreet. Vooraleer te starten met de afbraakwerken dienen de constructies volledig ontruimd te worden. De afvalstoffen die vrijkomen bij de afbraakwerken dienen selectief ingezameld te worden. Alle bouw-, sloop- en infrastructuurwerken in open lucht dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II, hoofdstuk 6.12 Beheersing van stofemissies tijdens bouw-, sloop- en infrastructuurwerken”, indien deze uitgevoerd worden door een aannemer.
    Het verwijderen van asbest dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II Beheersing van asbest, hoofdstuk 6.4.;
  15. Indien vastgesteld wordt dat er straatmeubilair en/of laanbeplanting aanwezig is die dienen verplaatst en/of verwijderd te worden voor de uitvoering van deze vergunning, of bij de ingebruikname van het project, en er voor aanvang van de werken geen toelating bekomen wordt tot het verplaatsen van het straatmeubilair, moet er een gewijzigde vergunning aangevraagd worden die rekening houdt met het straatmeubilair en/of de laanbeplanting;
  16. De aanvrager is ertoe verplicht het college van burgemeester en schepenen op de hoogte te brengen van het begin van de stedenbouwkundige handelingen en/of exploitatie(s);
  17. Voor de aanvang van de werken dient een staat van bevinding opgemaakt van het openbaar domein. Deze staat van bevinding dient aangevraagd te worden bij de gemeentelijke dienst openbare werken.
    Alle kosten ten gevolge van schade aan het openbaar domein, voortvloeiend uit de werken op privaat terrein zijn ten laste van de aanvrager;

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.

De bezwaarindieners worden op de hoogte gebracht van de beslissing van het schepencollege.

17.

2022_CBS_01327 - OMV - Vergunning - Molenweg 71 - 2022/00235 - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
17.

2022_CBS_01327 - OMV - Vergunning - Molenweg 71 - 2022/00235 - Goedkeuring

2022_CBS_01327 - OMV - Vergunning - Molenweg 71 - 2022/00235 - Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

STEDENBOUWKUNDIG EN MILIEUTECHNISCH advies - verslag GEMEENTELIJKE omgevingsambtenaar

De aanvraag betreft het verbouwen van een kerkgebouw tot polyvalente ruimte/ turnhal voor een school.

De aanvraag werd op 26/09/2022 ontvangen.

Op 25/10/2022 werd aanvullende informatie opgevraagd.

Op 25/10/2022 werd de gevraagde aanvullende informatie aangeleverd.

Op 04/11/2022 werd de aanvraag ontvankelijk en volledig verklaard.

De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.

Er werd geen openbaar onderzoek gehouden.

Op 25/11/2022 werd een wijzigingsaanvraag ingediend naar aanleiding van een negatief advies van Inter Vlaanderen. Er werden aangepaste plannen aangeleverd.

Op 28/11/2022 werd de wijzigingsaanvraag aanvaard.

De wijziging heeft geen termijnverlenging tot gevolg.

Op 13/12/2022 werd opnieuw een wijzigingsaanvraag ingediend naar aanleiding van een negatief advies van de brandweer. Er werden aangepaste plannen aangeleverd. Aangezien er geen termijn van 30 dagen meer resteert om een bijkomende adviesronde te organiseren, werden de betreffende adviesinstanties gecontacteerd door de dienst om na te gaan of de zeer korte adviestermijn nog haalbaar is. Hierop werd bevestigend geantwoord.

Op 14/12/2022 werd de 2de wijzigingsaanvraag aanvaard.

De wijziging heeft geen termijnverlenging tot gevolg.

HISTORIEK VAN HET EIGENDOM WAAROP DE AANVRAAG BETREKKING HEEFT

Stedenbouwkundig

  • 2017/00123: stedenbouwkundige vergunning op 13/09/2017 voor de heraanleg van de kerk- en schoolomgeving;
  • 2011/00015/ERFDIENST: geodetisch informatiepunt QI28 in de voorgevel.

Uit de gegevens waarover de gemeente beschikt, blijkt niet dat voor het voorwerp van de aanvraag een PV is opgesteld noch dat een meerwaarde werd opgelegd of dat op het goed een vonnis of arrest rust. Er zijn ook geen geschriften bekend waaruit zou blijken dat er wederrechtelijke werken werden uitgevoerd.

Milieu

Volgende ARAB / milieuvergunningen / meldingen werden afgeleverd op volgende percelen:

  • MV21887 – 20131846 – 2VL131/nde – aanvraag op 01/03/1971 milieuvergunning voor exploitatie een parochiezaal / feestzaalopsomming 

Het perceel is niet opgenomen in het Grondeninformatieregister.

OPENBAAR ONDERZOEK

Overeenkomstig artikel 17 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hoofdstuk 3 Toepassingsgebied van de gewone en vereenvoudigde procedure, artikels 11 t.e.m. 14 van het besluit tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning, werd dit dossier volgens de vereenvoudigde procedure behandeld.

Er werd bijgevolg geen openbaar onderzoek gehouden.

ADVIEZEN

Brandweer Hulpverleningszone Zuid-West Limburg

Inter

Fluvius

MILIEUEFFECTENRAPPORTAGE

Het project komt voor op bijlage III van het project-mer-besluit wat maakt dat een project MER opgemaakt moet worden, tenzij de initiatiefnemer via een project-m.e.r.-screeningsnota kan aantonen dat het project geen aanzienlijke milieueffecten zal veroorzaken.  Er werd een project-m.e.r.-screeningsnota bij de aanvraag gevoegd. De effecten op milieu en omgeving werden voldoende omschreven en uit de nota bleek dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

STEDENBOUWKUNDIG ADVIES

TOETSING AAN DE REGELGEVING EN VOORSCHRIFTEN

OVEREENSTEMMING MET BESTEMMINGS- EN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Gewestplan

Het perceel van de aanvraag is volgens het geldende gewestplan Hasselt - Genk, goedgekeurd bij Koninklijk besluit op 3 april 1979, deels gelegen in woongebied en deels gelegen in gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut. 

De voorgestelde werken bevinden zich volledig in het gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut.

De gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen zijn bestemd voor de voorzieningen die gericht zijn op de bevordering van het algemeen belang en die ten dienste van de gemeenschap worden gesteld. De idee van dienstverlening (verzorgende sector) aan de gemeenschap is derhalve rechtstreeks aanwezig.

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg, noch in een ruimtelijk uitvoeringsplan, noch in een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

De aanvraag voldoet principieel aan de geldende bestemmingsvoorschriften.

Stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater

Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater is niet van toepassing omdat er geen uitbreiding plaatsvindt van de horizontale dakoppervlakte of verhardingen.

Riolering

Het perceel is op het zoneringplan voor riolering, goedgekeurd bij Ministerieel besluit de dato 19 september 2008, gelegen in “centrale gebied”. 

Met betrekking tot de riolering werd de aanvraag voor advies voorgelegd aan Fluvius.

Het advies van 29/11/2022 van Fluvius is voorwaardelijk gunstig:

“Naar aanleiding van uw adviesvraag van 29-11-2022 over de stedenbouwkundige vergunning voor bovenvermeld project, afdeling 2, sectie D, nummer(s) 124S28, kunnen we een voorwaardelijk gunstig advies geven, op voorwaarde dat voldaan wordt aan de hierna volgende opmerkingen.

In uw stad is Fluvius actief voor volgende disciplines:

Aardgas, Elektriciteit, Openbare verlichting, Kabeldistributie.

De initiatiefnemer dient te voldoen aan alle voorwaarden van Fluvius zoals opgenomen in het desbetreffende aansluitingsreglement welke beschikbaar is op de website van Fluvius (www.fluvius.be).

Algemene voorschriften:

Gasafsluiters, elektriciteits-, kabeldistributie- aardgasdistributienetten (boven- en ondergrondse) moeten steeds en makkelijk bereikbaar zijn en vrij blijven van ieder obstakel.

Voor riolering dient voldaan te worden aan de gewestelijke en/of provinciale stedenbouwkundige verordeningen inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater die in uw gemeente van kracht zijn.

Fluvius doet geen nazicht van de bepalingen van deze verordening. Dit advies handelt over de aansluitbaarheid op het openbaar saneringsnetwerk.

1. Algemene bepalingen voor riolering en waterafvoer

  • De aanvrager dient het Algemeen Waterverkoopreglement, de aanvullende voorwaarden en de aanvullende technische voorschriften van Fluvius na te leven.
  • De aanvrager dient ook de voorwaarden zoals bepaald in afdeling 6.2.2. van Vlarem II voor de afvoer van hemel- en afvalwater na te leven.
  • De aanvrager staat in voor de plaatsing van de privériolering voor het bouwproject en is verplicht deze uit te voeren volgens de wettelijke bepalingen ter zake. Zo dient hij onder meer te voldoen aan de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (GSV ‘hemelwater’) van 5/07/2013.
  • Als de privériolering niet correct en volledig volgens deze wettelijke bepalingen werd uitgevoerd, zelfs als dit niet expliciet door de stedenbouwkundige vergunning werd opgelegd, behoudt Fluvius zich het recht voor om dit perceel niet aan te sluiten op het openbaar rioleringsstelsel.
  • Als de bouwplannen en meer specifiek het rioleringsplan niet in overeenstemming zijn met deze voorschriften, hebben deze voorschriften voorrang.

2. Specifieke bepalingen voor riolering en waterafvoer voor dit bouwproject

Dit project zal haar vuilwater (en overloop hemelwater) gescheiden moeten aansluiten op het bestaande privé rioleringsstelsel.

We raden aan om:

  • Geen sifonputjes te plaatsen op de vuilwaterafvoerleiding(en) aangezien deze putjes vaak verstoppen en in principe alle waterafvoeren in de woning een waterslot/sifon hebben.
  • Het opgeslagen water van de hemelwaterput optimaal te gebruiken voor eventueel het spoelen van de toiletten, een buitenkraan voor het wassen van de auto, het besproeien van de tuin, … en eventueel voor de wasmachine.
  • Het is niet toegestaan om drainageleidingen aan te sluiten op de openbare riolering. Overeenkomstig de milieuwetgeving dient dit op eigen terrein geïnfiltreerd te worden.

3. Keuring privéwaterafvoer

Door het in voege treden van het Algemeen Waterverkoopreglement is de keuring van de privéwaterafvoer verplicht sinds 1 juli 2011. Elke rioleringsaansluiting op het openbaar rioleringsstelsel dient een keuring van de privéwaterafvoer te ondergaan conform artikel 12/1, §1 van het Algemeen Waterverkoopreglement. De keuring dient uitgevoerd te worden vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer.

Enkel de door Fluvius erkende keurders komen voor deze keuring in aanmerking (zie Keuring riolering | Fluvius).

Voor bijkomende informatie kan de bouwheer terecht op de infolijn van Fluvius 078 35 35 34.

Alvast bedankt om bovenstaande voorwaarden mee op te nemen in de stedenbouwkundige vergunning”

Kosten voor het voorzien / verleggen of uitbreiden van de nutsleidingen moeten gedragen worden door de aanvrager;

Aanpassingen aan inrichtingen, constructies of beplantingen op het openbaar domein naar aanleiding van deze of toekomstige omgevingsaanvraag zijn steeds ten laste van de aanvrager. Alle kosten naar aanleiding van een heraanplanting/ herstel op/ aan het openbaar domein, uitgevoerd naar aanleiding van een omgevingsaanvraag van een particulier, blijven ten laste van de aanvrager.

Voor de uitvoering van werken op bermen, stoepen en wegen dient er voor de aanvang der werken een staat van bevinding opgemaakt te worden door de aannemer en dit in samenspraak met een afgevaardigde van het gemeentebestuur.

Toegankelijkheid

De aanvraag valt onder de toepassing van het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen, houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid. Dit besluit trad in werking op 1 maart 2010.

Het eerste advies van Inter Vlaanderen, verleend op 21/11/2022, was ongunstig:

            “Advies toegankelijkheid bij de aanvraag van een omgevingsvergunning / melding

In toepassing van art. 4.3.7.i , art. 4.3.3.ii en art. 4.3.4.iii van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

In toepassing van het Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheidiv.

Ongunstig

De knelpunten, vermeld in dit advies, hebben geleid tot de ongunstige evaluatie.

Dit advies bekijkt de wettelijke voorschriften op basis van de op plan afleesbare elementen in de vergunningsfase. Dit advies doet geen uitspraak over de integrale toegankelijkheid van het gebouw na volledige afwerking. Afwerkingselementen die niet op plan staan, bepalen immers in grote mate mee de toegankelijkheid van het geheel. U kan, tijdens het project, bij ons inlichtingen verkrijgen of een begeleidingstraject volgen om de integrale toegankelijkheid van uw project te garanderen.

1 Bijlage B26 verantwoordingsnota omgevingsvergunning:

Toegankelijkheidstoelichting / checklist inzake toegankelijkheidv

  • Er is een toegankelijkheidstoelichting aanwezig.
  1. De toegankelijkheidstoelichting/checklist is conform de plannen.
  • Er worden geen afwijkingen aangevraagd.

2 Verplichting advies

  • Niet verplicht

3 Toepassingsgebied

Dit advies is van toepassing op het (deel van het) gebouw dat gebouwd, herbouwd, verbouwd of uitgebreid wordt.

De aanvraag betreft:

  • Art. 3: Gebouw(en) waarbij de totale publieke oppervlakte toegankelijke oppervlakte groter is dan 150 m² en kleiner of gelijk is aan 400 m².
  1. Het besluit is van toepassing op:

1° de gelijkvloerse nieuw te bouwen, te herbouwen, te verbouwen of uit te breiden publiek toegankelijke delen van een constructie;

2° de niet-gelijkvloerse nieuw te bouwen, te herbouwen, te verbouwen of uit te breiden publiek toegankelijke delen van een constructie, tenzij een vertrek op een andere verdieping of buiteninfrastructuur eenzelfde functie vervult en voldoet aan de bepalingen van dit besluit.

Indien een aanvraag valt onder de toepassing van de Vlaamse stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid, dan dienen de normbepalingen van hoofdstuk IIIvi te worden nageleefd. De normen, principetekeningen en bijkomende info kan teruggevonden worden op www.toegankelijkgebouw.be.

4 Normen

4.1 Het gebouw

4.1.1 Toegangen, deuropeningen en deuren (art. 22-26):

De toegangsdeuren tot het gebouw dienen drempelloos te zijn. Het niveauverschil tussen de binnen- en buitenruimte mag max. 2cm bedragen.

Verplichting tot het creëren van een toegankelijke toegang:

  • Als de bestaande toegang niet voldoet aan deze bepalingen, moet bij uitbreidings- of verbouwingswerken een toegang voorzien worden die voldoet aan de normen, tenzij de handelingen niet raken aan een gevel, of wanneer het onmogelijk is een ontsluiting naar het openbaar domein te realiseren.

Drempel aan inkom:

• Art. 22 §2 (art.1, 26°): De inkomdeur is niet drempelloos. Er mag echter een niveauverschil van max. 2 cm zijn bij de overgang tussen de binnen- en buitenruimte (art. 18). Dit niveauverschil wordt best afgeschuind uitgevoerd. Het niveauverschil is echter 10 cm.

Maatvoering algemeen:

  • De vrije doorgangshoogte in toegangen en deuropeningen moet minstens 209 cm bedragen, de vrije doorgangsbreedte moet minstens ruwbouw 105 cm bedragen (afgewerkt 90 cm).
  • Toegangsdeuren tot wooneenheden dienen een vrije doorgangsbreedte te hebben van ruwbouw min. 100cm (afwerkt min. 85cm).

Draaideuren (carrousel/draaikruisdeur):

  • Bij elke draaideur, die niet kan gebruikt worden door personen met een handicap, moet een alternatieve toegang of deur voorzien zijn. Deze verplichting geldt niet bij draaideuren die uitgerust zijn met mechanismen die het gebruik door personen met een handicap garanderen.

Aanliggende circulatieruimte:

  • Voor en na elke deur moet een vrije en vlakke draairuimte beschreven kunnen worden van 150 cm.
  • Bij manueel bedienbare deuren moet de vrije en vlakke draairuimte aan de duwzijde tegen het deurvlak van de deur en aan de trekzijde tegen het draaivlak van de deur raken.
  • Bij manueel bedienbare deuren moet aan de krukzijde van de deur een aanliggende vlakke wand en vloer gezorgd worden van minstens 50 cm breed (ruwbouw), na afwerking minstens 45 cm breed

4.1.2 Opvangen niveauverschillen binnen (art. 18-21):

Niveauverschillen van meer dan 18 cm moeten overbrugd worden met een combinatie trap-lift. De vergaderruimte op de verdieping is echter niet toegankelijk en er is geen vertrek aanwezig op het gelijkvloers die dezelfde functie vervult.

Hellingspercentages mogen maximaal 6,25% bedragen voor niveauverschillen tussen 25 cm en 50 cm. De helling tussen de inkomhal ter hoogte van de kleedkamers en de polyvalente ruimte voldoet hier niet aan.

Algemeen:

  • Niveauverschillen tot en met 18 cm moeten minstens met een helling overbrugd worden (tolerantie 2 cm in buitenruimtes of tussen binnen- en buitenpas).
  • Niveauverschillen van meer dan 18 cm moeten overbrugd worden met een combinatie traphelling, trap-lift of helling-lift.

Hellingen:

  • Hellingspercentages mogen maximaal (het totale niveauverschil moet in aanmerking genomen worden):
  1. 10 % bedragen voor niveauverschillen tot 10 cm (tolerantie van 2 cm in buitenruimtes of tussen binnen- en buitenpas);
  2. 8,3 % bedragen voor niveauverschillen tussen 10 cm en 25 cm;
  3. 6,25 % bedragen voor niveauverschillen tussen 25 cm en 50 cm;
  4. 5 % bedragen bij niveauverschillen vanaf 50 cm.
  • Tussen twee hellingen moet een tussenbordes aanwezig zijn van minstens 120 cm x 150 cm bij rechte tracés en van minstens 150 cm x 150 cm wanneer er richtingsveranderingen aanwezig zijn.
  • Zowel boven- als onderaan hellingen van meer dan 4 % moet een vrije en vlakke draairuimte van 150 cm omschreven kunnen worden.
  • Hellingen van meer dan 4 % mogen maximaal 10 m lang zijn.
  • Hellingen van meer dan 4 % moeten minstens ruwbouw 145 cm breed zijn, zodat afgewerkt, tussen leuningen en eventuele plinten, minstens 120 cm vrije doorgangsbreedte aanwezig is.
  • Niveauverschillen van meer dan 10 cm met het naastliggende maaiveld of naastliggende vloerpas moeten beveiligd worden met een afrijdbeveiliging van minstens 5 cm hoogte.
  • Niveauverschillen van meer dan 25 cm met het naastliggende maaiveld of naastliggende vloerpas en hellingen die meer dan 25 cm overbruggen moeten aan beide zijden voorzien zijn van leuningen, die doorlopen over eventuele tussenbordessen, en minstens 40 cm horizontaal doorlopen voor en na hellingen of loopbruggen. Indien de leuning in het ijle stopt, moet zij afbuigen naar de grond of de wand.

Principetekeningen:

Zie advies.

Trappen:

  • De voorschriften met betrekking tot trappen gelden niet voor meergezinswoningen, kamerwoningen en studenten(gemeenschaps-)huizen, wanneer deze voorzien zijn van een toegankelijke lift.
  • Over de volledige breedte van trappen moet voor een ruwbouwbreedte van minstens 125 cm gezorgd worden, zodat na afwerking, tussen leuningen en plinten, minstens 100 cm vrije doorgangsbreedte gerealiseerd is.
  • Na maximaal 17 treden moet een tussenbordes aanwezig zijn van minstens 100 cm diep.
  • De optrede mag hoogstens 18 cm bedragen, de aantrede moet minstens 23 cm bedragen.
  • Alle treden moeten zo gelijkvormig mogelijk zijn. De som van tweemaal de optrede en eenmaal de aantrede moet tussen 57 en 63 bedragen, of een veelvoud daarvan.
  • Trappen moeten aan beide zijden voorzien zijn van leuningen, die doorlopen over eventuele tussenbordessen, en minstens 40 cm horizontaal doorlopen voor en na de trappen. Indien de leuning in het ijle stopt, moet zij afbuigen naar de grond of de wand.

Liften:

  • Enkel kokerliften of verticale plateauliften zijn toegestaan.
  • Een kokerlift moet minstens voldoen aan het type 2 omschreven in de EN 81-70. Concreet hebben deze liften een binnenruimte van minstens 140 cm x 110 cm en een vrije doorgangsbreedte aan de deuren van minstens 90 cm. Voor een lifttoegang moet een vrije en vlakke vrije en vlakke draairuimte van minstens 150 cm kunnen omschreven worden.
  • Kokerliften mogen uitsluitend automatische deuren hebben.
  • Plateauliften moeten minstens 100 cm breed zijn (netto 90 cm) en 140 cm diep.
  • Over de volledige lengte van de plateaulift, alsook ter hoogte van de doorgangen van de deuren, moet een vrije en vlakke doorgangsbreedte van minstens 90 cm gegarandeerd worden.

Tekening: zie advies.

4.1.3 Toiletten (art. 29/2-32):

Voor de toiletpot moet een vrije ruimte van minstens 120 cm beschikbaar zijn.

  • In elk sanitair blok moet minstens één toilet toegankelijk zijn voor personen met een handicap. Wanneer de toiletten gescheiden zijn tussen mannen en vrouwen, moet in elk deel minstens één toilet toegankelijk zijn voor personen met een handicap, tenzij dit toilet zich in een gemeenschappelijke ruimte bevindt.
  • De toiletruimte moet minstens 170 cm x 225 cm groot zijn (ruwbouw) zodat na afwerking minstens 165 cm x 220 cm beschikbaar is. Bij deze maatvoering moet de deur in de korte zijde geplaatst worden.
  • Een wastafel moet aanwezig zijn, met een onderrijdbare ruimte van minstens 70 cm hoog, 90 cm breed en 60 cm diep. De as van de wastafel moet zich minstens 50 cm van elke hoek bevinden.
  • Ter hoogte van de wastafel en toiletpot moet een vrije en vlakke draairuimte van 150 cm beschreven kunnen worden.
  • Voor de toiletpot moet een vrije ruimte van minstens 120 cm beschikbaar zijn.
  • De afstand tussen de voorzijde van de toiletpot en de achterliggende wand moet minstens 70 cm bedragen.
  • Minstens aan één zijde van het toilet moet een vrije ruimte van 90 cm beschikbaar zijn. Als er zich aan de andere zijde een wand bevindt, moet de as van de toiletpot zich op 40 cm à 45 cm van deze wand bevinden.
  • De vrije ruimte tussen toilet en wastafel moet minstens 90 cm bedragen.

Principetekeningen: ‘aangepast toilet met de deur aan de korte zijde’

Zie advies.

5 Bijkomende informatie

Aanbevelingen voor het realiseren van een integraal toegankelijk gebouw:

  • Handboek Toegankelijkheid Publieke Gebouwen (www.toegankelijkgebouw.be)”

Op 28/11/2022 werd een wijzigingsaanvraag ingediend met nieuwe projectinhoudversie naar aanleiding van dit ongunstig advies. De wijzigingen werden mee overgenomen in de definitieve versie die op 13/12/2022 werd ingediend.

Het 2de advies van Inter Vlaanderen, verleend op 15/12/2022 is gunstig:

“Advies toegankelijkheid bij de aanvraag van een omgevingsvergunning / melding.

In toepassing van art. 4.3.7., art. 4.3.3.ii en art. 4.3.4.iii van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

In toepassing van het Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheidiv.

Gunstig

Dit advies bekijkt de wettelijke voorschriften op basis van de op plan afleesbare elementen in de 

vergunningsfase. Dit advies doet geen uitspraak over de integrale toegankelijkheid van het gebouw na volledige afwerking. Afwerkingselementen die niet op plan staan, bepalen immers in grote mate mee de toegankelijkheid van het geheel. U kan, tijdens het project, bij ons inlichtingen verkrijgen of een begeleidingstraject volgen om de integrale toegankelijkheid van uw project te garanderen

1 Bijlage B26 verantwoordingsnota omgevingsvergunning: 

Toegankelijkheidstoelichting / checklist inzake toegankelijkheidv

  • Er is een toegankelijkheidstoelichting aanwezig.

o De toegankelijkheidstoelichting/checklist is conform de plannen. 

  • Er worden geen afwijkingen aangevraagd.

2 Verplichting advies

  • Niet verplicht 

3 Toepassingsgebied

Dit advies is van toepassing op het (deel van het) gebouw dat gebouwd, herbouwd, verbouwd of uitgebreid wordt.

De aanvraag betreft:

  • Art. 3: Gebouw(en) waarbij de totale publieke oppervlakte toegankelijke oppervlakte groter is dan 150 m² en kleiner of gelijk is aan 400 m². 
  1. Het besluit is van toepassing op:

1° de gelijkvloerse nieuw te bouwen, te herbouwen, te verbouwen of uit te breiden publiek toegankelijke delen van een constructie;

2° de niet-gelijkvloerse nieuw te bouwen, te herbouwen, te verbouwen of uit te breiden publiek toegankelijke delen van een constructie, tenzij een vertrek op een andere verdieping of buiteninfrastructuur eenzelfde functie vervult en voldoet aan de bepalingen van dit besluit.

Indien een aanvraag valt onder de toepassing van de Vlaamse stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid, dan dienen de normbepalingen van hoofdstuk IIIvi te worden nageleefd. De normen, principetekeningen en bijkomende info kan teruggevonden worden op www.toegankelijkgebouw.be.

4 Bijkomende informatie

Aanbevelingen voor het realiseren van een integraal toegankelijk gebouw:

  • Handboek Toegankelijkheid Publieke Gebouwen (www.toegankelijkgebouw.be)”

De aanvraag voldoet aan deze stedenbouwkundige verordening.

Watertoets

Het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013,verplicht de vergunningverlenende overheid om de watertoets uit te voeren bij elke aanvraag tot omgevingsvergunning. Dit decreet vormt het juridisch kader voor het integraal waterbeleid in Vlaanderen. Het decreet bevat ook de omzetting van de kaderrichtlijn Water en de Overstromingsrichtlijn.

Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

De aanvraag doorstaat de watertoets.

Decretale beoordelingselementen

Artikel 4.3.7. Toegang van gehandicapten tot gebouwen/publiek toegankelijk

De omgevingsvergunning voor de handelingen, vermeld in artikel 4.2.1, 1°, 6°, 7° en 8°, wordt niet verleend wanneer niet is voldaan aan de bij of krachtens de wet of het decreet gestelde regelen betreffende toegang van personen met een functiebeperking tot openbare wegen en tot voor het publiek toegankelijke onroerende goederen.

De aanvraag voldoet aan deze bepaling.

Archeologienota

Conform het Onroerenderfgoeddecreet de dato 12 juli 2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag gezien er geen bodemingreep voorzien is.

Indien men niet verplicht is tot het opstellen van een archeologienota en tijdens de uitvoering komen er toch archeologische sporen of vondsten aan het licht, dan dient de bouwheer dit te melden binnen de 3 dagen aan het agentschap Onroerend Erfgoed (www.onroerenderfgoed.be).

Overige regelgeving

Energiedecreet

De aanvraag dient te voldoen aan het energiedecreet van 8 mei 2009 en het energiebesluit van 19 november 2010 en hun latere aanvullingen en wijzigingen.

Erfdienstbaarheden

In de voorgevel, links van het inkomportaal, bevindt zich een geodetisch informatiepunt (QI28) van het Nationaal Geografisch Instituut. Voor het gedeelte van de voorgevel waar het merkteken zich situeert, zijn werken gepland.

Dit merkteken dient alleszins behouden te blijven.

De aanvraag is verenigbaar met de regelgeving.

Toetsing AAN DE goede ruimtelijke ordening

OMSCHRIJVING VAN DE FEITELIJKE AANVRAAG

De aanvraag omvat het verbouwen van een kerkgebouw tot polyvalente ruimte/ turnhal voor een school.

BEOORDELING VAN DE GOEDE RUIMTELIJKE ORDENING 

De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen:

1°         het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;

2°         het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in 1°, in rekening brengen;

Omschrijving ligging en omgeving

Het perceel van de aanvraag is gelegen aan de Molenweg, een gemeenteweg ten oosten van het centrum van Zonhoven.

De omgeving wordt gekenmerkt door residentiële bebouwing in open, halfopen en gesloten verband binnen het woongebied langsheen de straatzijden, tevens gecombineerd met kleinschalige handelsfuncties.

Rondom het kerkgebouw bevinden zich schoolgebouwen en aan de voorzijde is een parking aanwezig. In de ruimere omgeving is ook een gemeenschapscentrum aanwezig.

Omschrijving van de aanvraag

Het perceel van de aanvraag werd anno 1959 bebouwd met een kerkgebouw.

Het betreft een zaalkerk onder hoog zadeldak in modern-gotische stijl, een ontwerp van architect Pieter Ceelen.

De aanvraag omvat het verbouwen van een kerkgebouw tot polyvalente ruimte/ turnhal voor een school.

Functionele inpasbaarheid in de onmiddellijke en ruime omgeving

De functiewijziging past binnen het dienstverleningsgebied waarbinnen het goed gelegen is en sluit aan bij de omliggende schoolgebouwen.

Mobiliteitsimpact

De wijziging zal binnen de schooluren geen impact hebben op de mobiliteit. Buiten de schooluren kan er bijkomende verkeersgeneratie voorkomen aangezien er verhuring van de faciliteit mogelijk is. Voor het parkeergebeuren voldoet de voorliggende openbare parking ruimschoots volgens de mer-screeningsnota.

De schaal van de voorgenomen werken, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen

De inplanting en basis van het gebouw blijven ongewijzigd. Het gebouw staat ingeplant op zo’n 50m afstand tot de Molenweg. In de voorliggende zone zijn een toegangsweg en 3 bomenrijen aanwezig en rechts daarvan ligt een openbare parkeerzone.

Het gebouw ondergaat wijzigingen aan dak en gevels, alsook intern dienen de nodige verbouwingen te gebeuren met het oog op de nieuwe functie polyvalente ruimte/ turnhal.

Wijzigingen gevels en dak

De gevelopeningen met spitsboog en glas-in-loodramen worden dichtgemetseld of vervangen door rechthoekige gevelopeningen op 3 ramen na achteraan in de rechter zijgevel.

De voorgevel en rechter zijgevel ondergaan de meest ingrijpende wijzigingen. 

De massieve houten deur aan het inkomportaal wordt vervangen door zwart aluminium schrijnwerk. De 3 grote spitsboog glas-in-loodramen boven de inkom worden vervangen door een rechthoekig vlak (materiaal niet gekend) met daarboven een rechthoekig dubbel raam binnen een meer driehoekig vlak dat de oorspronkelijke omtrekvorm volgt.

In de rechter zijgevel worden 15 (5 x3 ramen) kleinere glas-in-loodramen verwijderd en vervangen door 5 grote rechthoekige ramen/ deuren. Er wordt tevens een bijkomende deuropening voorzien in functie van brandveiligheid.

In de achtergevel wordt een nieuwe raamopening voorzien ter hoogte van de verdieping. Er dient opgemerkt dat de gevelplannen nieuwe toestand en gevelplannen voor de brandweer niet geheel overeenstemmen met de gewenste toestand, het dakruitertje werd ingetekend (plannen brandweer) terwijl men dit gaat verwijderen.

Voor het nieuwe buitenschrijnwerk wordt aluminium met een zwarte kleur gebruikt.

Het is betreurenswaardig dat men niet getracht heeft om de waardevolle elementen en karakteristieken van het gebouw te bewaren. Op energetisch vlak bestaan mogelijkheden om aan de binnenzijde te isoleren zonder het verwijderen van de glas-in-loodramen. Wat de nood aan lichtinval betreft zien we een tegenstrijdigheid door het dichtmetselen van de gevelopeningen in de linker zijgevel enerzijds en het openwerken van de gevels in de rechterzijde anderzijds. Er kan aangenomen worden dat er een nood is aan een 2de toegang met voldoende breedte en eventueel meer lichtinval. Dat het karakter van nagenoeg de volledige rechter zijgevel hiervoor dient te verdwijnen is ons inziens niet noodzakelijk.

De bestaande dakbedekking in (asbest-)leien wordt vervangen door vlakke pannen. Het is niet duidelijk of de kleur van de pannen in een leigrijze tint (idem bestaande toestand) of in een rode kleur (idem schoolgebouwen) voorzien wordt. Alleszins kan de wijziging van leien naar pannen reeds een behoorlijke impact betekenen op het uiterlijk.

Met de vernieuwing van het dak wordt ook het dakruitertje in de voorgevel verwijderd.

Achteraan het rechter dakvlak wordt een dakraam geplaatst in functie van brandveiligheid.

Interne verbouwingswerken

Aan weerszijde van de inkomhal is thans een aparte ruimte aanwezig. Het lokaal aan de linkerzijde zal dienstig zijn als bergruimte. De aanwezige trap naar de onderliggende kelderruimte wordt hierbij verwijderd. Ook het lokaal aan de rechterzijde wordt ingericht als bergruimte waarbij tevens een nieuwe trap naar de kelderruimte geplaatst wordt.

Het is uit de plannen niet duidelijk op te maken of er boven de inkomzone en de naastliggende bergruimtes, op de verdieping, een functionele ruimte aanwezig is en zo ja waarvoor deze dienstig is en hoe deze bereikbaar is. Uit de doorsnede C-C blijkt dat een balustrade naar de zaal toe voorzien is, een trap naar deze zone is niet aanwezig.

Achter de inkom bevindt zich de polyvalente zaal (voormalige kerkzaal) die verkleind wordt van 271,93m² naar 210,24m². Op een hoogte van 7,22m vanaf de nieuw te plaatsen sportvloerafwerking, wordt een akoestisch plafond aangebracht.

Achter de polyvalente zaal worden 2 niveaus voorzien met gelijkvloers de inkomzone en hellend vlak naar de zaal, een traphal, toiletten en 2 kleedkamers. Op de verdieping is een vergaderruimte voorzien van ca. 65m².

Cultuurhistorische aspecten

De modern-gotische zaalkerk, gekend als “Maagd der Armenkerk”, verliest haar architecturaal karakter door het dichtmetselen van de gevelopeningen en wijzigingen aan gevelopeningen in de rechter zijgevel en de voorgevel.

De glas-in-loodramen verdwijnen hiermee volledig wat zowel extern als intern een verlies van het karakter betekent. De vormgeving van de nieuwe gevelopeningen in de rechter zijgevel en voorgevel sluit niet aan bij de bestaande architectuur.

Ondanks dat het gebouw niet opgenomen werd als beschermd erfgoed, is de erfgoedwaarde en het karakter voldoende hoog om te behouden/ te respecteren.

In de nota wordt aangegeven dat men met de verbouwing tracht om het karakter van het gebouw en de omgeving te bewaren. 

Deze stelling wordt niet gevolgd. Er zijn betere opties om aanpassingen in functie van energie en vooropgesteld gebruik door te voeren zonder dergelijke aantasting van het architecturaal karakter. 

De voorgestelde aanpassingen zijn weinig doordacht wat betreft het behoud van het architecturaal karakter en zijn naar onze mening dan ook niet aanvaardbaar.

  • De dakbedekking wijzigt van (asbest-)leien naar pannen. De tint werd niet aangegeven. Zowel qua materiaal en kleur kan dit een behoorlijke impact hebben op het voorkomen van het gebouw gelet op de grote dakvlakken;
  • De modern-gotische ramen worden dichtgemetseld met een gevelsteen in bruine kleur waardoor de glas-in-loodramen volledig verdwijnen. Dit heeft een zeer negatieve impact op het algemeen uiterlijk en de karakteristieke lichtinval aan de binnenzijde. De motivatie hiervoor is niet gekend;
  • De bestaande 3 grote glas-in-loodramen boven de inkom in de voorgevel verdwijnen en maken plaats voor een rechthoekig vlak in niet nader aangegeven materiaal met daarboven 1 gevelopening met daarin een rechthoekig raam. Ook de massief houten deuren worden vervangen door zwarte aluminium deuren. De motivatie hiervoor is niet gekend. Deze wijzigingen hebben een zeer negatieve impact op het karakter van de voorgevel en dus ook het straatbeeld;
  • Het dakruitertje ter hoogte van de nok in de voorgevel wordt verwijderd. De motivatie hiervoor is niet gekend. Er kan aangenomen worden dat men religieus gerelateerde elementen (m.n. kruisen) wenst te verwijderen, het dakruitertje zelf maakt daar echter geen deel van uit.
  • In de rechter zijgevel worden 15 kleine typische (spitsbogen) glas-in-loodramen vervangen door 5 rechthoekige grote gevelopeningen.  3 andere ramen worden dichtgemetseld. Er wordt een bijkomende deuropening voor de traphal voorzien die niet aansluit op de bestaande, noch op de nieuwe gevelopeningen. Hierdoor resteert in de zijgevel nauwelijks nog iets van het oorspronkelijke karakter. Men geeft in de nota aan dat de bestaande ramen te weinig licht geven maar tegelijkertijd wenst men de gevelopening in de linker zijgevel dicht te metselen.

Bodemreliëf

De aanvraag omvat geen wijzigingen van het terreinniveau.

Het bestaande maaiveld dient behouden te blijven behoudens ter hoogte van de toegangen in functie van de toegankelijkheid van het gebouw.

Hinderaspecten met betrekking tot gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

In de nota wordt aangegeven dat de polyvalente ruimte dienstig is voor de school alsook voor de lokale gemeenschap. Het is niet geheel duidelijk welke doeleinden men hier nastreeft. Het is dan ook moeilijk in te schatten of er hinder naar de omgeving zal ontstaan door het gebruik als polyvalente ruimte. Er kan bijgevolg niet uitgesloten worden of er geluidshinder of andere overlast (door de aard van de activiteiten en/ of de tijdstippen) kan ontstaan.

De aanvraag voldoet niet aan de criteria voor de goede ruimtelijke ordening in de onmiddellijke en ruime omgeving.

BESPREKING ADVIEZEN

  • Het advies van 29/11/2022 van Fluvius is voorwaardelijk gunstig zoals reeds hoger aangehaald (zie “Stedenbouwkundige verordeningen – riolering”).

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies.

De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden.

  • Het 1ste advies van 21/11/2022 van Inter Vlaanderen is ongunstig zoals reeds hoger aangehaald (zie “Stedenbouwkundige verordeningen – Toegankelijkheid”).

In navolging van dit negatief advies werd op 28/11/2022 een wijzigingsaanvraag ingediend met aangepaste plannen. Deze aanpassingen werden overgenomen in de gewijzigde projectinhoudversie van 13/12/2022.

Het 2de  advies van 15/12/2022 van Inter Vlaanderen is gunstig.

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies.

  • Het 1ste advies van 28/11/2022 (opgeladen op het omgevingsloket op 13/12/2022) van de brandweer Hulpverleningszone Zuid-West Limburg is ongunstig. Er dienen structurele aanpassingen aan de plannen doorgevoerd te worden om te voldoen aan de brandveiligheid.

In navolging van dit negatief advies werd op 13/12/2022 een wijzigingsaanvraag ingediend met aangepaste plannen.

Het 2de  advies van 14/12/2022 van de brandweer Hulpverleningszone Zuid-West Limburg , op basis van de op 13/12/2022 ingediende projectinhoudversie, is voorwaardelijk gunstig. De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies, dienen gevolgd te worden.

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies.

De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden. Er dienen voor zover gekend geen structurele aanpassingen aan de plannen doorgevoerd te worden om te voldoen aan de brandveiligheid.

Indien vergunningsplichtige werken nodig zijn om aan de gestelde voorwaarden te voldoen, zoals bijvoorbeeld voor de aanleg van de brandweg tot de achtergevel van het gebouw, dient een nieuwe omgevingsaanvraag ingediend te worden.

Uit de bovenstaande motivering blijkt dat het uiterlijk van de voorgenomen werken op onvoldoende wijze visueel-vormelijk inpasbaar is en afbreuk doet aan de cultuur-historische waarde van het goed. Door het ontbreken van voldoende gegevens betreffende het gebruik van de polyvalente ruimte, kan niet besloten worden dat de voorziene verweving van functies de aanwezige bestemmingen in de onmiddellijke omgeving niet in het gedrang brengt noch verstoort.  De aanvraag is niet verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening zoals hoger gemotiveerd.

MILIEUTECHNISCH ADVIES

Niet van toepassing.

EINDADVIES

Uit bovenstaande motiveringen blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen inzake milieu en ruimtelijke ordening, en dat het voorgestelde ontwerp niet verenigbaar is met de goede ruimtelijke ordening. 

De aanvraag zoals voorgesteld, is niet vatbaar voor een omgevingsvergunning voor het verbouwen van een kerkgebouw tot polyvalente ruimte/ turnhal voor een school.

  • Het uiterlijk van de voorgenomen werken is op onvoldoende wijze visueel-vormelijk inpasbaar en doet afbreuk doet aan de cultuur-historische waarde van het goed. 
  • Door het ontbreken van voldoende gegevens betreffende het gebruik van de polyvalente ruimte, kan niet besloten worden dat de voorziene verweving van functies de aanwezige bestemmingen in de onmiddellijke omgeving niet in het gedrang brengt noch verstoort.  

Bijgevolg adviseert de omgevingsambtenaar het dossier ongunstig voor het verbouwen van een kerkgebouw tot polyvalente ruimte/ turnhal voor een school,  zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan de aanvraag zijn verbonden.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen volgt het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar niet. Het gebouw krijgt een nieuwe functie en daarbij horen de aangevraagde aanpassingen. Het college oordeelt dat het behouden van de inplanting van het gebouw deels tegemoet komt aan de emotionele waarde die het gebouw heeft voor de wijk. Het gebouw is net als de kerken van Terdonk en Halveweg niet opgenomen op de lijst van historisch erfgoed. Het bestuur is zich bewust dat door een herbestemming van een kerkgebouw de sacrale waarden van dat gebouw afnemen. In kader van de nieuwe functie en het behoud van de inplanting is de verschuiving van de architecturale accenten voor het college aanvaardbaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het verlenen van de omgevingsvergunning voor het verbouwen van een kerkgebouw tot polyvalente ruimte/ turnhal voor een school,  zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan de aanvraag zijn verbonden.

Artikel 3

De omgevingsvergunning wordt afgegeven onder volgende voorwaarden:

Riolering:

  1. Er dient voldaan te worden aan de voorwaarden en aanbevelingen opgelegd in het advies van Fluvius, zoals gevoegd in bijlage;
  2. De riolering moet uitgevoerd worden zoals weergegeven op de ingediende plannen én rekening houdend met het Algemeen Waterverkoopreglement en de voorwaarden van de rioleringsbeheerder Fluvius.
  3. Aanpassingen aan inrichtingen, constructies of beplantingen op het openbaar domein naar aanleiding van deze of toekomstige aanvraag voor een omgevingsvergunning zijn steeds ten laste van de aanvrager. Alle kosten naar aanleiding van een heraanplanting en/ of herstelwerken op/ aan het openbaar domein, uitgevoerd naar aanleiding van een omgevingsaanvraag van een particulier, blijven ten laste van de aanvrager.

Terrein en gelijkgrondse berm:

  1. Aangezien er geen wijzigingen van het terreinniveau voorzien zijn in de aanvraag, dient het bestaande terreinniveau behouden te blijven. 

Andere voorwaarden:

  1. Bij de uitvoering van de bouwwerken moet rekening gehouden worden met het energiedecreet van 8 mei 2009 en het energiebesluit van 19 november 2010 en hun latere wijzigingen;
  2. De bouwheer dient, conform artikel 8 van het decreet op het archeologisch patrimonium de dato 30 juni 1993 en zijn latere wijzigingen, elk roerend of onroerend goed dat hij vindt of vermoedt gevonden te hebben, te melden binnen de 3 dagen aan het Onroerend Erfgoed Limburg, Hendrik Van Veldekegebouw, Koningin Astridlaan 50 bus 1 te 3500 Hasselt (www.onroerenderfgoed.be/een-vondst-melden);
  3. Het advies van de brandweer Hulpverleningszone Zuid-West Limburg, zoals als bijlage hierbij gevoegd, dient integraal gevolgd te worden. 

Op het ogenblik van de beëindiging der werken, en vóór de ingebruikname  van het pand, zal de aanvrager de brandweer Hulpverleningszone Zuid-West Limburg hiervan in kennis stellen, ten einde de burgemeester op de hoogte te kunnen brengen van het feit of er al dan niet aan de opgelegde brandvoorzorgsmaatregelen gevolg werd gegeven. 

Gezien de veiligheid van het pand in het gedrang kan komen, worden geen omgevingsvergunningen meer afgeleverd alvorens voldaan werd aan de opgelegde brandbeveiligingsmaatregelen.

Indien voor de uitvoering van de voorschriften van de brandweer Hulpverleningszone Zuid-West Limburg een wijziging van de omgevingsvergunning noodzakelijk is, dient deze voor de aanvang van de werken ingediend te worden.

  1. Er dient voldaan te worden aan het besluit van 5 juni 2009 van de Vlaamse Regering en latere wijzigingen, tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, van toepassing op het bouwen, herbouwen, verbouwen of uitbreiden van constructies of delen ervan, die publiek toegankelijk zijn. 
  2. De afbraak van de constructies dient te gebeuren tot in de grond en de plaats moet hersteld worden in de vorige toestand. Aan de afbraak is geen milieuvergunningsplicht verbonden, wel dient rekening gehouden te worden met de wettelijke verplichtingen opgenomen in het milieuvergunningsdecreet, het bodemsaneringsdecreet en het materialendecreet. Vooraleer te starten met de afbraakwerken dienen de constructies volledig ontruimd te worden. De afvalstoffen die vrijkomen bij de afbraakwerken dienen selectief ingezameld te worden. Alle bouw-, sloop- en infrastructuurwerken in open lucht dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II, hoofdstuk 6.12 Beheersing van stofemissies tijdens bouw-, sloop- en infrastructuurwerken”, indien deze uitgevoerd worden door een aannemer.

Het verwijderen van asbest dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II Beheersing van asbest, hoofdstuk 6.4.;

  1. Indien vastgesteld wordt dat er straatmeubilair en/of laanbeplanting aanwezig is die dienen verplaatst en/of verwijderd te worden voor de uitvoering van deze vergunning, of bij de ingebruikname van het project, en er voor aanvang van de werken geen toelating bekomen wordt tot het verplaatsen van het straatmeubilair, moet er een gewijzigde vergunning aangevraagd worden die rekening houdt met het straatmeubilair en/of de laanbeplanting;
  2. De aanvrager is ertoe verplicht het college van burgemeester en schepenen op de hoogte te brengen van het begin van de stedenbouwkundige handelingen en/of exploitatie(s);

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.

18.

2022_CBS_01328 - OMV - Vergunning - verkaveling 1344.B.874.2 - Vinkenhof en Hortstraat - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
18.

2022_CBS_01328 - OMV - Vergunning - verkaveling 1344.B.874.2 - Vinkenhof en Hortstraat - Goedkeuring

2022_CBS_01328 - OMV - Vergunning - verkaveling 1344.B.874.2 - Vinkenhof en Hortstraat - Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

De aanvraag betreft het verkavelen van gronden voor 12 loten (lot 1 t.e.m. 9 en lot 16 t.e.m. 18) voor de oprichting van eengezinswoningen en het aanleggen van nieuwe wegenis (lot19).

De aanvraag werd op 15 april 2022 ontvangen.

Op 5 mei 2022 en 15 juni 2022 werd aanvullende informatie opgevraagd.

Op 30 juni 2022 werd de gevraagde aanvullende informatie aangeleverd.

Op 25 juli 2022 werd de aanvraag ontvankelijk en volledig verklaard.

De gewone vergunningsprocedure wordt gevolgd.

Er werd een openbaar onderzoek gehouden, lopende van 4 augustus 2022 tot en met 2 september 2022. Het openbaar onderzoek werd gesloten met 1 bezwaarschrift.

HISTORIEK VAN HET EIGENDOM WAAROP DE AANVRAAG BETREKKING HEEFT

Stedenbouwkundig

Afdeling 1, sectie B, nrs. 268P

  • 1995/07246: bouwvergunning op 29/06/1995 voor het verbouwen van een boerderij.
  • 2009/11466: bouwvergunning op 28/09/2009 voor het verbouwen van een zaak tot woning.

Afdeling 1, sectie B, nrs. 279F

  • 7204.V.04/01: weigering van verkavelingsvergunning op 18/05/2004 door deputatie.

De aanvraag werd verschillende keren in overleg gebracht met de gemeentelijke administratie. De aanvraag houdt rekening met de resultaten van het voorafgaandelijk overleg.

Uit de gegevens waarover de gemeente beschikt, blijkt niet dat voor het voorwerp van de aanvraag een PV is opgesteld noch dat een meerwaarde werd opgelegd of dat op het goed een vonnis of arrest rust. Er zijn ook geen geschriften bekend waaruit zou blijken dat er wederrechtelijke werken werden uitgevoerd.

OPENBAAR ONDERZOEK

Overeenkomstig artikel 17 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hoofdstuk 3 Toepassingsgebied van de gewone en vereenvoudigde procedure, artikels 11 t.e.m. 14 van het besluit tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning, werd dit dossier volgens de gewone procedure behandeld.

Er werd bijgevolg een openbaar onderzoek gehouden. Het openbaar onderzoek werd georganiseerd van 4 augustus 2022 tot en met 2 september 2022. Er werd 1 bezwaarschrift ingedienddat luidt als volgt:

“1. Het gedeelte Hortstraat langs de spoorweg is geen gemeenteweg maar een private exploitatieweg van de NMBS.

2. Ter hoogte van de spoorlijn wordt het BPA verkeerd geïnterpreteerd en verkeerd ingetekend op het verkavelingsplan ttz art. 23 is een reserveringsstrook van 8m breed voor de NMBS en deze dient genomen te worden uit de as van het voormalig dubbele spoor. Op het verkavelingsplan vertrekken ze vanaf de buitenzijde van het bestaande enkele spoor. Een fout van 2m55 in het nadeel van de NMBS. Indien je de 8m uit de as van het vroegere dubbele spoor neemt, blijkt duidelijk dat de huidige weg binnen het domein van de NMBS ligt. Volgens de eigendomsgrenzen van de NMBS reikt de eigendom zelfs verder nl. van 8m80 tot 9m00 uit de as van het dubbel spoor. (in bijlage de eigendomsgrenzen van de NMBS).

3. Art 20 is voorzien voor de lokale weg, rekening houden met de fout zoals in punt 2 aangehaald, moet deze lokale weg naast de huidige bestaande weg te komen liggen!

4. Omwille van de exploitatieweg van de NMBS werd een eerder aanvraag door de bestendige deputatie op 18/05/2004 geweigerd. kenmerk deputatie 023.02.10/S2004N014425 dossier 874.1/2004N03086 d.d. 18/05/2004.”

De gemeentelijke omgevingsambtenaar neemt volgend gemotiveerd standpunt in m.b.t. het bezwaarschrift:

Het opgeworpen bezwaar betreft een eigendomskwestie. NMBS brengt geen advies uit om volgende redenen: “Wij kunnen aan deze aanvraag geen gevolg geven aangezien de NMBS niet betrokken is bij dit terrein. Infrabel is daarentegen wel betrokken en dient geconsulteerd te worden via  51NW05.adviesaanvragenInfrabelAreaNoordwest@infrabel.be

Infrabel NV maakt echter geen opmerking over het eigendomsstatuut van de weg noch over de reserveringsstrook, waardoor er vanuit kan gegaan worden dat de ingediende plannen correct werden ingediend. Het bezwaar wordt niet weerhouden.

ADVIEZEN

Op 25/07/2022 werd advies gevraagd aan de Provincie Limburg, Mobiliteit en Routenetwerken

Op 25/07/2022 werd advies gevraagd aan de NMBS

Op 25/07/2022 werd advies gevraagd aan Proximus

Op 25/07/2022 werd advies gevraagd aan de Provincie Limburg, Dienst water en Domeinen

Op 25/07/2022 werd advies gevraagd aan Infrabel, Infrabel oost- & West-Vlaanderen

Op 25/07/2022 werd advies gevraagd aan de Brandweer Hulpverleningszone Zuid-West Limburg

Op 25/07/2022 werd advies gevraagd aan De Watergroep

Op 25/07/2022 werd advies gevraagd aan Fluvius System Operator

Op 25/07/2022 werd advies gevraagd aan de Dienst Mobiliteit

Op 25/07/2022 werd advies gevraagd aan de Dienst Patrimonium

Op 25/07/2022 werd advies gevraagd aan de Dienst Facilitair Management

Op 25/07/2022 werd advies gevraagd aan de Dienst Contractmanagement 

MILIEUEFFECTENRAPPORTAGE

Het project komt voor op bijlage III van het project-m.e.r.-besluit wat maakt dat een project MER opgemaakt moet worden, tenzij de initiatiefnemer via een project-m.e.r.-screening kan aantonen dat het project geen aanzienlijke milieueffecten zal veroorzaken.  Er werd een project-m.e.r.-screening bij de aanvraag gevoegd. De effecten op milieu en omgeving werden voldoende omschreven en uit de screening bleek dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

STEDENBOUWKUNDIG ADVIES

TOETSING AAN DE REGELGEVING EN VOORSCHRIFTEN

OVEREENSTEMMING MET BESTEMMINGS- EN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Gewestplan

De aanvraag is volgens het geldende gewestplan Hasselt - Genk, goedgekeurd bij Koninklijk besluit op 3 april 1979, gelegen in woongebied.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van een goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen en latere wijzigingen).

GRUP of verkaveling

De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan, noch in een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Bijzonder plan van aanleg

Het goed is gelegen binnen het BPA "Halveweg-Beskensstraat herziening 2", goedgekeurd op 15 juni 2006. Het goed kreeg als bestemming: zone voor gesloten patiowoningen (art. 14), zone voor zuidwoningen (art. 15), lokale weg type III (art.20), erfontsluiting (art. 21), fiets- en voetgangersverbinding (art. 22), semi-publieke voortuinstrook (art. 24) en zone voor tuinen en hovingen (art. 26).

De aanvraag voldoet principieel aan de geldende bestemmingsvoorschriften maar niet aan de stedenbouwkundige voorschriften van het bijzonder plan van aanleg.

Er wordt o.a. afgeweken op: 

Art. 14.2: De patiowoningen dienen binnen de grafische zone per twee geschakeld te worden en de vrije zijgevel dient op minimum 5m afstand van de perceelgrens.  Lot 3 voldoet niet aan deze voorschriften.

Art. 15: De voorgevel van de woningen op lot 4 t.e.m. lot 9 bevinden zich op 5 meter uit de rooilijn i.p.v. op 8 meter.

Art. 24: In de semi-publieke voortuinstrook is geen bebouwing toegelaten. De woningen op lot 4 t.e.m. lot 9 bevinden zich deels binnen deze zone.

Daarom wordt de aanvraag verder onderzocht op basis van de bepalingen van artikel 4.4.9/1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, gewijzigd door het decreet van 8 december 2017 houdende wijziging van diverse bepalingen inzake ruimtelijke ordening, milieu en omgeving (zgn. Codextrein).

AFWIJKINGEN VAN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Handelingen sorterend onder voorschriften van een bijzonder plan van aanleg dat ouder is dan 15 jaar

Art. 4.4.9/1.

Het vergunningverlenende bestuursorgaan mag bij het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van de stedenbouwkundige voorschriften van een bijzonder plan van aanleg, voor zover dit plan ouder is dan vijftien jaar op het ogenblik van de indiening van de aanvraag.

Afwijkingen kunnen niet toegestaan worden voor wat betreft wegenis, openbaar groen en erfgoedwaarden.

De afwijkingsmogelijkheid, vermeld in het eerste lid, kan slechts worden toegepast voor stedenbouwkundige voorschriften van bijzondere plannen van aanleg die een aanvulling vormen op:

1° de volgende gebiedsaanduidingen, vermeld in het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen:

a) woongebieden, met uitzondering van woonparken;

b) industriegebieden in de ruime zin;

c) dienstverleningsgebieden;

d) gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen;

2° de volgende aanvullende voorschriften van het gewestplan:

a) gebieden voor service-residentie;

b) kantoor- en dienstenzones;

c) gebieden voor handelsbeursactiviteiten en grootschalige activiteiten;

d) lokale en regionale bedrijventerreinen;

e) luchthavengebonden bedrijventerreinen;

f) gebieden voor luchthavengerelateerde kantoren en diensten;

g) businessparken;

h) teleport;

i) gebieden voor hoofdkwartierfunctie;

j) gebieden hoofdzakelijk bestemd voor de vestiging van grootwinkelbedrijven;

k) zones voor kleinhandel en kleine en middelgrote ondernemingen;

l) kleinhandelszones;

m) zones van handelsvestigingen;

n) gebieden voor zeehaven- en watergebonden bedrijven;

o) zeehavengebieden;

p) gebieden voor watergebonden bedrijven;

q) transportzones;

r) regionale gemengde zones voor diensten en handel;

s) research-, universiteits- en wetenschapsparken;

t) bedrijfsgebied met stedelijk karakter;

u) gemengde woon- en industriegebieden;

v) gemengde gemeenschapsvoorzienings- en dienstverleningsgebied;

w) stedelijke ontwikkelingsgebieden;

x) gebieden voor duurzame stedelijke ontwikkeling;

y) gebieden voor kernontwikkeling.

De afwijkingsmogelijkheid, vermeld in het eerste lid, kan niet worden toegepast voor bijzondere plannen van aanleg die voorzien in stedenbouwkundige voorschriften voor agrarisch gebied, ruimtelijk kwetsbaar gebied of recreatiegebied in afwijking van het gewestplan of voor gebieden die in uitvoering van artikel 5.6.8 van deze codex aangeduid zijn als watergevoelig openruimtegebied.

Elke aanvraag tot afwijking overeenkomstig het eerste lid, wordt onderworpen aan een openbaar onderzoek.

De aanvraag voldoet aan de afwijkingsbepalingen.

Watertoets

Het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013, verplicht de vergunningverlenende overheid om de watertoets uit te voeren bij elke aanvraag tot omgevingsvergunning. Dit decreet vormt het juridisch kader voor het integraal waterbeleid in Vlaanderen. Het decreet bevat ook de omzetting van de kaderrichtlijn Water en de Overstromingsrichtlijn.

De watertoets werd uitgevoerd op 25 juli 2022. Hieruit bleek dat geen adviezen dienden aangevraagd te worden.

Algemeen kan wel gesteld worden dat:

  • De toekomstige aanvragen tot omgevingsvergunning dienen te voorzien in maatregelen voor opvang en lozing van hemelwater. De bepalingen van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (Besluit Vlaamse Regering dd. 5 juli 2013) moeten alleszins nageleefd worden.
  • Indien er ondergrondse constructies worden opgericht, de bemaling voldoet aan de voorwaarden zoals opgelegd in Vlarem II.  
  • Een permanente drainage, ook al is dit in functie van een aanleg van een ondergrondse constructie, mag niet voorzien worden aangezien permanente drainage een continue verlaging van de grondwaterstand tot gevolg heeft. 

Archeologienota

Conform het Onroerenderfgoeddecreet de dato 12 juli 2013 en latere wijzigingen is een bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag. Op 17 april 2022 nam het Agentschap Onroerend Erfgoed akte van de ingediende archeologienota met referentienummer: https://id.erfgoed.net/archeologie/archeologienotas/22083

De maatregelen opgenomen in de archeologienota en het programma van maatregelen zullen als voorwaarden worden opgelegd bij de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden.

VERKAVELINGSVERGUNNINGSPLICHT

Artikel 4.2.15. § 1. Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden een stuk grond verkavelen voor woningbouw of voor het opstellen van vaste of verplaatsbare constructies die voor bewoning kunnen worden gebruikt.

Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden kan worden aangevraagd en verleend voor het verkavelen voor de aanleg en het bebouwen van terreinen voor andere functies.

§ 2. Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden omvat reglementaire voorschriften aangaande de wijze waarop de verkaveling ingericht wordt en de kavels bebouwd kunnen worden.

§ 3. De verkavelaar zorgt ervoor dat de in de verkaveling opgenomen loten kunnen aansluiten op alle voorzieningen van openbaar nut die vereist worden door het vergunningverlenende bestuursorgaan. In voorkomend geval bepaalt de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden op welke wijze in de nodige infrastructuur voor de nutsvoorzieningen wordt voorzien.

Artikel 4.2.16. § 1. Een kavel uit een vergunde verkaveling of verkavelingsfase kan enkel verkocht worden, verhuurd worden voor méér dan negen jaar, of bezwaard worden met een recht van erfpacht of opstal, nadat de verkavelingsakte door de instrumenterende ambtenaar is verleden.

§ 2. De verkavelingsakte wordt eerst verleden na overlegging van een attest van het college van burgemeester en schepenen, waaruit blijkt dat, voor de volledige verkaveling of voor de betrokken verkavelingsfase, het geheel van de lasten uitgevoerd is of gewaarborgd is door :

1° de storting van een afdoende financiële waarborg;

2° een door een bankinstelling op onherroepelijke wijze verleende afdoende financiële waarborg.

Het attest, vermeld in het eerste lid, kan worden afgeleverd indien de vergunninghouder deels zelf de lasten heeft uitgevoerd, deels de nodige waarborgen heeft gegeven.

Artikel 4.2.17. Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden geldt als omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen wat betreft alle handelingen die zijn opgenomen in de vergunning en die de verkaveling bouwrijp maken, zoals in het bijzonder:

1° de aanleg van nieuwe verkeerswegen, of de tracéwijziging, verbreding of opheffing daarvan;

2° de wijziging van het reliëf van de bodem;

3° de ontbossing, met behoud van de toepassing van artikel 90bis van het Bosdecreet van 13 juni 1990;

4° het afbreken van constructies.

Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden geldt tevens als omgevingsvergunning voor het wijzigen van de vegetatie, vermeld in artikel 9bis, § 7, en artikel 13, § 4 en § 5, van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, wat betreft alle handelingen die zijn opgenomen in de vergunning en die de verkaveling bouwrijp maken.

Het eerste en het tweede lid gelden als de vergunningsaanvraag voor het verkavelen van gronden voldoet aan de vereisten inzake ontvankelijkheid en volledigheid die gelden voor de aanvraag voor stedenbouwkundige handelingen of voor het wijzigen van de vegetatie.

De aanvraag voldoet aan deze bepalingen.

1.- Het dossier bevat voldoende gegevens over het aanleggen van nieuwe wegenis (lot19), 

Op 12 december 2022 keurde de gemeenteraad de wijziging van de bestaande rooilijn van Vinkenhof en Hortstraat zoals weergegeven op het ingediende plan van het studiebureau Hosbur van 8 april 2022 goed.

Op 12 december 2022 keurde de gemeenteraad het nieuwe en gewijzigde tracé van de gemeenteweg Vinkenhof en Hortstraat, zoals weergegeven op het ingediend ontwerp “grondplan nieuwe toestand” dd. 8 april 2022, voorwaardelijk goed.

Voorwaarden

1.- De voorwaarden opgelegd door de Dienst Patrimonium dienen te worden nageleefd:

  • De verharding van de inritten, zowel op openbaar domein als op privé, dienen waterdoorlatend of waterpasserend te zijn.
  • Het voetpad dient aangelegd te worden in ecologische gebonden halfverharding.
  • Rond de bomen in de berm langs de weg dient er een wortelgeleiding van 1m diep te worden voorzien ter bescherming van de nieuwe nutsleidingen.
  • Loten 10 t.e.m. 15 worden overgedragen naar de gemeente, zodat er later een fietsstraat kan gelegd worden.

2.- De voorwaarden opgelegd door de Dienst Facilitair management dienen te worden nageleefd:

  • De gracht langsheen de weg, zeker t.h.v. de landschapsbuffer wordt best op een andere locatie in de landschapsbuffer voorzien. Deze wordt best voorzien op een manier dat de landschapsbuffer vanaf de straat toegankelijk is, waardoor deze groene zone ook gemakkelijker te gebruiken is door de omwonenden. In huidige voorstel vormt de gracht een te harde grens tussen landschapsbuffer een de aangelanden.

3.- De volgende voorwaarde opgelegd door de Dienst Mobiliteit dient te worden nageleefd:

  • De breedte van de opritten is 3m.

De omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden kan dus gelden als omgevingsvergunning voor de aanleg van de wegenis en het openbaar domein.

2.- Uit het verkavelingsplan blijkt dat er een constructie dient te worden gesloopt op lot 18. Over de sloop van de loods/berging werden er geen gegevens toegevoegd aan het dossier. Gelet op de beperkte grondoppervlakte van deze constructie valt de sloop van de constructie onder de bepalingen van het vrijstellingsbesluit.

OVERIGE REGELGEVING

Slopen

Alle bebouwing dient afgebroken te worden alvorens er een verkoop van een lot en / of een omgevingsvergunning voor het bebouwen van een lot kan bekomen worden. De volledige verkaveling dient vrij en onbelast te zijn van materialen.

Erfdienstbaarheden

Uit het verkavelingsplan, opgesteld door Hosbur, blijkt dat er geen waterlopen noch erfdienstbaarheden aanwezig zijn op het terrein. Hier dient dan ook geen rekening mee gehouden te worden.  

Decreet grond- en pandenbeleid – bescheiden woonaanbod

In deze omgevingsvergunning wordt conform het decreet op grond- en pandenbeleid binnen de verkaveling een bescheiden woonaanbod van 20% gerealiseerd voorzien. Het betreft afgerond 2 wooneenheden. Het bescheiden woonaanbod zal gerealiseerd worden in natura, meer bepaald op lot 1 en lot 2, loten van respectievelijk 395,8 m² en 430,4m² (kleiner dan 5are).

Gratis grondafstand

Lot 19 wordt door de verkavelaar gratis afgestaan aan de gemeente. Dit blijkt uit de akkoordverklaring bijgevoegd in het verkavelingsdossier.

Op 03/08/2022 werd door de dienst Contractmanagement volgend voorwaardelijk gunstig advies verleend: “Gunstig advies onder de voorwaarde dat lot 19 (groot 2.891m²) zoals weergegeven op het verkavelingsplan d.d. 08/04/2022 gratis wordt afgestaan aan de gemeente Zonhoven met het oog op inlijving bij het openbaar domein.”

Bijkomend werd op 29/07/2022 door de dienst Patrimonium als voorwaarde opgelegd dat loten 10 t.e.m. 15 eveneens moeten worden overgedragen naar de gemeente, zodat er later een fietsstraat kan gelegd worden.” Deze voorwaarde kan opgelegd worden als voorwaarde bij de omgevingsvergunning.

De aanvraag is verenigbaar met de regelgeving.

Toetsing AAN DE goede ruimtelijke ordening

OMSCHRIJVING VAN DE FEITELIJKE AANVRAAG

De aanvraag betreft het verkavelen van gronden voor 12 loten (lot 1 t.e.m. 9 en lot 16 t.e.m. 18) voor de oprichting van eengezinswoningen en het aanleggen van nieuwe wegenis (lot19).

BEOORDELING VAN DE GOEDE RUIMTELIJKE ORDENING

De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen:

1°         het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;

2°         het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in 1°, in rekening brengen;

Omschrijving ligging en omgeving

Het eigendom ligt in het westen van de gemeente Zonhoven in het noordelijk deel van de woonkern Halve weg.  De woonkern van Halve weg wordt centraal doorsneden door de Halve Weg (N72), een secundaire weg type III. Langs deze weg liggen een groot aantal 

belangrijke kernvoorzieningen. Het eigendom ligt belendend langs de Hortstraat, een lokale weg type II, die de N72 verbindt via de Hortweidenweg en de Eikenenweg met het centrum van het hoofddorp Zonhoven. Het eigendom ligt aan de zuidzijde van deze belangrijke lokale verbindingsweg.

Het eigendom ligt op minder dan 650m van de Sint-Jozef kerk, op minder dan 340m van het recreatiegebied FC Halveweg -Zonhoven (in vogelvlucht) en op minder dan 750m van de basisschool ‘De St@rtbaan’ (in vogelvlucht).

De deelkern Halve Weg heeft een uitgesproken residentieel karakter met overwegend grondgebonden ééngezinswoningen. Enkel langs de N72 (Halve Weg) zijn appartementen en diverse functies aanwezig. 

Ruimtelijk maakt het eigendom deel uit van een ruimer bouwblok dat omzoomd wordt door de Hortstraat in het noorden, de Verbindingsweg in het oosten en de Beskensstraat in het zuiden en het westen. Het binnengebied van dit bouwblok werd de afgelopen jaren ontwikkeld met verkavelingen. De bestaande bebouwingsstructuur wordt er gekenmerkt door grondgebonden ééngezinswoningen in een open en halfopen bouwvorm. 

Verkavelingsvoorwerp

Er worden 12 bouwloten (lot 1 t.e.m. 9 en lot 16 t.e.m. 18) gecreëerd voor de oprichting van ééngezinswoningen. De eengezinswoningen worden voorzien in open en halfopen bebouwing.

In de zone bestemd voor “geschakelde patiowoningen” volgens het BPA worden 3 loten voorzien, waarbij loten 1 en 2 voorzien worden als halfopen bebouwingen met een maximale bouwdiepte op het gelijkvloers van 12 meter, een voortuinstrook van 12 meter, een zijdelingse bouwvrije strook van 5 meter en een achtertuinzone van 6 meter. Lot 3 betreft een vrijstaande eengezinswoning met een maximale bouwdiepte op het gelijkvloers van 15 meter, een voortuinstrook van 5 meter en een achtertuinzone van minimum 12,30 meter. De linker zijtuinstrook bedraagt minimaal 2,85 meter en de rechter zijtuinstrook bedraagt minimum 7 meter.

In de zone bestemd voor “zuidwonen” volgens het BPA worden 9 loten voorzien waarbij de noordgevel op de perceelgrens wordt geplaatst en een tuinzone ten zuiden van de woning wordt voorzien met een minimale breedte van 7,90 meter. De loten 4 t.e.m. 9 ontsluiten via Vinkenhof en hebben een voortuinstrook van 5 meter en een achtertuinzone van minimum 14 meter. De loten 16 t.e.m. 18 ontsluiten via de Hortstraat en hebben een voortuinstrook van 6,5 meter en een achtertuinzone variërend van 6,20 meter tot 16,83 meter. De maximale bouwdiepte op het gelijkvloers van de loten 4 t.e.m. 9 en de loten 16 t.e.m. 18 bedraagt 17 meter.

Lot 19 betreft het openbaar domein. De ontworpen wegenis is ingericht volgens de behoefte naar plaatselijk verkeer, de nieuwe wegenis heeft immers geen verbindingsfunctie. De wegenis is voorzien als een woonerf met publiek karakter. Er zijn geen afzonderlijk verharde voetpaden. Een fiets- en voetgangersverbinding wordt voorzien tussen de westelijke en noordelijke wegenis. Een deel van de wegenis zal ingericht worden als een doodlopende weginfrastructuur. De inplanting van de inritten wordt vastgelegd. Binnen de verkaveling wordt een groenzone voorzien welke verschillende functies zal herbergen: esthetisch, recreatief, maar ook functioneel voor de waterhuishouding.

Langs de spoorweg is in het BPA een fiets- en voetgangersverbinding voorzien van 4 meter breed. Om deze fiets- en voetgangersverbinding later te kunnen realiseren worden de loten 10 t.e.m. 15 uit de verkaveling gesloten. Loten 20 en 21 zijn reststroken en worden eveneens uit de verkaveling gesloten. 

Functionele inpasbaarheid in de onmiddellijke en ruime omgeving

Het voorzien van 12 grondgebonden ééngezinswoningen, met een ondergeschikte nevenbestemming (vrije beroepen) op het gelijkvloers of een zorgwoning, in een residentiële woonomgeving is functioneel inpasbaar in de onmiddellijke en ruime omgeving.

Mobiliteitsimpact

De last van het autobezit kan niet volledig op het openbaar domein worden afgeschoven.

Het stallen van voertuigen dient op eigen terrein georganiseerd te worden. De verkavelingsvoorschriften voorzien parkeervoorzieningen in een carport of garage in het hoofdvolume of een garage in de zone voor private afgesloten tuinstrook (art. 25). Sowieso zal als voorwaarde worden opgelegd dat de parkeerbehoefte steeds op het eigen terrein moet worden opgevangen. Mits naleving van deze voorwaarde heeft de aanvraag geen negatieve impact op de mobiliteit.

De schaal van de voorgenomen werken

In de omgeving is een diversiteit van bouwvolumes aanwezig gaande van 1 bouwlaag tot 2 bouwlagen. Voor de “zuidwoningen” wordt een maximale bouwdiepte van 17 meter op het gelijkvloers en 12 meter op de verdieping, een maximale kroonlijsthoogte van 6,5 meter en een lessenaarsdak of plat dak voorzien, hetgeen overeenstemt met de normaal gehanteerde normen voor bebouwing in deze omgeving.  Voor de woningen op loten 1 en 2 wordt een bouwdiepte van 12 meter voorzien op het gelijkvloers en op de verdieping en voor de woning op lot 3 wordt een bouwdiepte van 15 meter voorzien op het gelijkvloers en op de verdieping. De woningen op loten 1 t.e.m. 3 worden uitgevoerd met plat dak en hebben een maximale hoogte van 7 meter. Deze woningen stemmen eveneens overeen met de normaal gehanteerde normen voor bebouwing in deze omgeving.

Het ruimtegebruik en de bouwdichtheid en visueel-vormelijke elementen

De inplanting van de woningen wordt voorzien op minimum 5 meter uit de rooilijn van de voorliggende wegen. De “zuidwoningen” worden met één zijde op de perceelgrens geplaats. De andere zijgevel wordt op minimum 7,9 meter uit de perceelgrens opgericht. De 

woningen op lot 1 en 2 zijn 2 halfopen woningen waarbij de vrije zijgevel op minimum 5 meter van de zijdelingse perceelgrens is gelegen. De woning op lot 3 betreft een vrijstaande woning waarbij de rechter zijgevel op minimum 7 meter van de perceelgrens is gelegen en de linkerzijgevel op minimum 2,85 meter en maximum 6,85 meter van de linker perceelgrens is gelegen. Deze inplanting sluit aan bij de inplanting van de andere woningen in deze omgeving.

Na het oprichten van de woningen en het aanleggen van de verhardingen kan er nog       een kwalitatieve groene tuinzone aangelegd worden. 

Door het oprichten van 12 woningen op het terrein wordt een woondichtheid bekomen van ca. 12 woningen per hectare wat aanvaardbaar is in deze omgeving. 

Op 20/09/2022 werd door Fluvius System Operator volgend ongunstig advies verleend:

“Conform artikel 4.4 van het Fluvius projectreglement, heeft onze studie uitgewezen dat een distributiecabine noodzakelijk is in deze projectzone. 

Voor de oprichting van deze distributiecabine is er een perceel grond nodig met de vereiste afmetingen van 5m x 6m. …. Deze grond zal door de initiatiefnemer aan schattingsprijs worden afgestaan aan Fluvius. De overeenkomst tussen Fluvius en de initiatiefnemer over deze grondafstand en de bijhorende erfdienstbaarheden/recht van doorgang voor de leidingen en de doorgang zal door Fluvius opgemaakt worden vóór aanvang van de werken en zal bij notariële akte worden bekrachtigd. 

Verder is het belangrijk dat het lot van de cabine een eigen lotnummer krijgt binnen de vergunde verkaveling. De initiatiefnemer zorgt tevens voor een opmetingsplan met precad referentienummer van dit lot. Verdere kosten verbonden aan de notariële akte vallen ten laste van Fluvius….”.

Door het niet voorzien van een lot voor het oprichten van een distributiecabine in voorliggende verkavelingsaanvraag bestaat er geen zekerheid over het kunnen plaatsen van een distributiecabine. Een distributiecabine is nochtans noodzakelijk om de omgeving van voldoende elektriciteit te kunnen blijven voorzien. Het zou van onbehoorlijk bestuur getuigen om voorliggende verkaveling nu reeds te vergunnen of het oprichten van een distributiecabine op te leggen als voorwaarde zonder de garantie dat de distributiecabine kan worden opgericht. 

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing.

Bodemreliëf

Het terrein is relatief vlak. Een ophoging van het bodemreliëf is slechts toegelaten tot op gelijke hoogte of tot op maximaal 30cm boven het straat- of trottoirniveau. Een strook van 1m langsheen de perceelsgrenzen mag bij eventuele terreinwijzigingen nooit hoger gebracht worden dan het niveau van de aanpalende percelen. Alle overtollige grond dient verwijderd te worden via een erkende grondwerker of naar een erkende grondreinigingsplaats.

Hinderaspecten met betrekking tot gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

Er wordt geen hinder verwacht door voorliggende aanvraag m.b.t. tot de gezondheid, het gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen. 

De aanvraag voldoet niet aan de criteria voor de goede ruimtelijke ordening in de onmiddellijke en ruime omgeving. 

BESPREKING VAN DE ADVIEZEN

1.- Op 03/08/2022 werd door de dienst Contractmanagement volgend voorwaardelijk gunstig advies verleend:

“Gunstig advies onder de voorwaarde dat lot 19 (groot 2.891m²) zoals weergegeven op het verkavelingsplan d.d. 08/04/2022 gratis wordt afgestaan aan de gemeente Zonhoven met het oog op inlijving bij het openbaar domein.”

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden. 

2.-  Op 29/07/2022 werd door de dienst Patrimonium een voorwaardelijk gunstig advies verleend:

“De verharding van de inritten, zowel op openbaar domein als op privé, dienen waterdoorlatend of waterpasserend te zijn.

Het voetpad dient aangelegd te worden in ecologische gebonden halfverharding.

Rond de bomen in de berm langs de weg dient er een wortelgeleiding van 1m diep te worden voorzien ter bescherming van de nieuwe nutsleidingen.

Loten 10 tem. 15 worden overgedragen naar de gemeente, zodat er later een fietsstraat kan gelegd worden.”

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden. 

3.- Op 29/07/2022 werd door de dienst Facilitair management een voorwaardelijk gunstig advies verleend:

“- De gracht langsheen de weg, zeker t.h.v. de landschapsbuffer wordt best op een andere locatie in de landschapsbuffer voorzien. Deze wordt best voorzien op een manier dat de landschapsbuffer vanaf de straat toegankelijk is, waardoor deze groene zone ook gemakkelijker te gebruiken is door de omwonenden. In huidige voorstel voor de gracht een te harde grens tussen landschapsbuffer een de aangelanden.”

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden. 

4.- Op 29/09/2022 werd door de dienst Mobiliteit een voorwaardelijk gunstig advies verleend:

“Bespreking dienst:

  • De nieuw aan te leggen wegenis heeft een verblijfsfunctie (erftoegangsweg). 
  • Het te verkavelen terrein wordt ontsloten via een nieuw aan te leggen wegenis die verbinding maakt met het Vinkenhof. Drie loten worden bediend via de Hortstraat. Beide wegdelen worden met elkaar verbonden d.m.v. een pad in halfverharding. Ten oosten van dit terrein loopt de spoorlijn Hasselt-Mol.
  • Loten 16,17, en 18 ontsluiten noordwaarts op de Hortstraat. Zuidwaarts is deze weg doodlopend. Hoe verloopt de vuilnisophaling? Er is geen keerbeweging mogelijk. Achteruitrijden van dergelijke voertuigen is niet wenselijk.
  • Loten 8 en 9 ontsluiten op de nieuw aan te leggen wegenis in het verlengde van het Vinkenhof. Deze weg is zuidwaarts doodlopend. Hoe verloopt de vuilnisophaling? Er is geen keerbeweging mogelijk. .Achteruitrijden van dergelijke voertuigen is niet wenselijk
  • De opritten zijn > 3 meter.
  • Is er een aftoetsing gebeurd met de NMBS i.v.m. plannen voor mogelijke ondertunneling van de spoorwergovergang?

Advies dienst:

De dienst mobiliteit geeft een voorwaardelijk gunstig advies voor de verkaveling aan de Beskensstraat Fase III en dit onder volgende voorwaarden:

  • De vuilnisophaling dient op een verkeersveilige manier te gebeuren m.a.w. er is een keerbeweging mogelijk t.h.v. beide doodlopende straten.
  • Er is een aftoetsing met de NMBS gebeurd i.v.m. toekomstplannen ondertunneling spoorwegovergang.
  • De breedte van de opritten is 3m.

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich deels aan bij dit advies. De vuilnisophaling dient op een verkeersveilige manier te gebeuren, maar dit kan ook zonder keerpunt ter hoogte van lot 9 aangezien de afstand van het kruispunt tot de loten 8 en 9 beperkt is.  De breedte van de opritten bedraagt 3 meter. De voorwaarde m.b.t. aftoetsing NMBS wordt niet gevolgd, aangezien het BPA op deze locatie een ontsluiting voorziet (art. 20 – lokale weg type III – woonstraat).

5.- Op 02/08/2022 werd door De Watergroep een voorwaardelijk gunstig advies verleend:

Advies Aftakkingen en Aansluitingen
 
Geen advies

Advies Ontwerpbureau
 
Volledig gunstig advies met voorwaarden

Voor de uitrusting van de verkaveling met een drinkwaterleiding op het openbaar domein moet door de initiatiefnemer onderstaande betaald worden:

  • een forfaitaire kost per bebouwbaar kavel
  • een kost voor ontwerp en veiligheidscoördinatie per project

Wanneer aan alle voorwaarden is voldaan zal De Watergroep de gemeente hiervan op de hoogte brengen, pas dan zal de gemeente cfr. De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening een verkoopbaarheidsattest afleveren.

Bovendien kunnen we u ook melden dat de Watergroep installaties in exploitatie heeft in de zone van de infrastructuurwerken en dat deze installaties te allen tijde bereikbaar moeten zijn.
De Werken dienen zodanig uitgevoerd te worden dat er een continue drinkwaterbevoorrading kan gegarandeerd worden.
 In het ontwerp dient men er rekening mee te houden dat in de bermen voldoende ruimte voorzien wordt om de leidingen aan te leggen en de eventuele aanpassingen uit te voeren.

Deze forfaitaire kost en de kost voor eventuele aanpassingen aan de bestaande drinkwaterleiding zijn ten laste van de initiatiefnemer.

Voor grotere projecten met aanleg van nieuwe wegenis moet na het verkrijgen van de vergunning een coördinatievergadering worden opgestart met de zonemanager van De Watergroep om eventuele knelpunten vooraf te bespreken.

Vanaf een leiding van Ø 80mm is een druk- en capaciteitsmeting noodzakelijk. Er wordt slechts effectief gestart met de opmaak van een ontwerp ná uitvoering van de meting door De Watergroep. De kosten hiervoor vallen integraal ten laste van de initiatiefnemer.
 Deze meting moet apart worden aangevraagd via het digitale aanvraagformulier op onze website 
www.dewatergroep.be/capaciteitsmeting.

Iedere wooneenheid dient over een afzonderlijke watermeter te beschikken. De plaats van de watermeter dient te beantwoorden aan de voorschriften van De Watergroep.
 De kosten van de nieuwe aftakkingen zijn ten laste van de aanvragers.

Bijkomende informatie kan u vinden op : www.dewatergroep.be.” 

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden. 

6.- Op 30/08/2022 werd door Hulpverleningszone Zuid-West Limburg volgend voorwaardelijk gunstig advies verleend:

“Conform het KB van 7 juli 1994 en latere wijzigingen tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen, gaat het om een Laag gebouw.

Van toepassing zijnde wetgeving

Het advies werd opgemaakt rekening houdend met het K.B. van 7 juli 1994, gewijzigd door het K.B. van 19 december 1997 en door het K.B. van 4 april 2003 tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen, bijlage 1 terminologie, bijlage 2/1 lage gebouwen, bijlage 5/1 reactie bij brand van materialen en bijlage 7 Gemeenschappelijke bepalingen.

Evenals navolgende regelgeving:

  • De codex welzijn op het werk, boek III, Arbeidsplaatsen, Titel 3: Brandpreventie op de arbeidsplaatsen; de codex welzijn op het werk, boek III, Arbeidsplaatsen, Titel 6: Veiligheids- en gezondheidssignalering; de codex welzijn op het werk, boek III, Arbeidsplaatsen, Titel 4: Ruimten met risico’s voor een explosieve atmosfeer;
  • Het AREI;
  • VLAREM milieuwetgeving;…
  • De politieverordening omtrent de brandveiligheid in horecazaken en gelijkaardige inrichtingen.

Bovenstaande wetgeving is integraal van toepassing. Steeds moeten de strengste eisen weerhouden worden. Zonder volledig te willen zijn, worden in dit verslag de voornaamste richtlijnen hernomen.

Opmerkingen

  1. Het ganse ontwerp moet rechtstreeks en voortdurend bereikbaar zijn voor de voertuigen van de brandweerdiensten, zodanig dat de brandbestrijding en de redding er normaal kunnen uitgevoerd worden.
    Voor de gebouwen met meer dan één bouwlaag moeten de voertuigen van de brandweer minstens in één punt een gevel kunnen bereiken die op herkenbare plaatsen toegang geeft tot iedere bouwlaag. Daartoe moeten de voertuigen beschikken over een toegangsmogelijkheid en een opstelplaats:
    - ofwel op de berijdbare rijweg van de openbare weg;
    - ofwel op een bijzondere toegangsweg vanaf de berijdbare rijweg van de openbare weg en die de volgende karakteristieken vertoont:
    - minimale vrije breedte: 4 m;
    - minimale draaicirkel met draaistraal 11 m (aan de binnenkant) en 15 m (aan de buitenkant);
    - minimale vrije hoogte: 4 m;
    - maximale helling: 6 %;
    - draagvermogen: derwijze dat voertuigen, zonder verzinken, met een maximale asbelasting van 13 ton er kunnen rijden en stilstaan, zelfs wanneer ze het terrein vervormen. Voor de kunstwerken welke zich op de toegangswegen bevinden, richt men zich naar NBN B 03-101. (KB 7-7-1994 en latere wijzigingen art 1.1)
  2. Ondergrondse hydranten dienen te worden uitgevoerd conform de norm NBN S 21-034.
  3. De ligging van de ondergrondse hydranten dient evenwel aangeduid te worden door de gepaste herkennings- en identificatietekens betreffende de watervoorraden voor het blussen van branden, conform de ministeriële circulaire van 14 oktober 1975.
  4. De ligging van de ondergrondse hydranten dient evenwel aangeduid te worden door de gepaste herkennings- en identificatietekens betreffende de watervoorraden voor het blussen van branden, conform de ministeriële circulaire van 14 oktober 1975.
  5. De wateraansluitingen (ondergrondse hydranten) liggen op een maximum afstand van 100 meter van elkaar verwijderd. De hydranten worden aangebracht op een horizontaal gemeten van ten minste 0,60 meter van de kant der straten, wegen of doorgangen waarop voertuigen kunnen rijden en parkeren. De minimale doormeter van deze leidingen bedraagt 100 mm.

Besluit

De hulpverleningszone Zuid-West Limburg geeft een GUNSTIG brandweeradvies mits naleving van hogervermelde voorwaarden en opmerkingen.

Op het ogenblik van de beëindiging van de werken, dient de aanvrager de preventieafgevaardigde van de betreffende brandweerpost hiervan in te lichten, ten einde de burgemeester op de hoogte te kunnen brengen van het feit of er al dan niet aan de opgelegde brandvoorkomingsmaatregelen gevolg werd gegeven.
Gelieve bij elke correspondentie de nummering onder “ons kenmerk” te vermelden.”

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden. 

7.- Op 03/08/2022 werd door Proximus volgend voorwaardelijk gunstig advies verleend:

“Op basis van de informatie waarover wij momenteel beschikken, geven wij graag een gunstig advies indien u volgende voorwaarden opneemt in uw vergunning : 

- Een finale netwerkanalyse zal gebeuren na ontvangst van het vergunde plan. 

- Uitbreiding van de telecominfrastructuur van Proximus is ten laste van de aanvrager. 

- Van zodra vergund en minimaal 6 maanden voor oplevering dient de aanvrager zijn project kenbaar te maken bij Proximus door het formulier als bijlage ingevuld te versturen naar werf.a2@proximus.com. 

- De Proximus infrastructuur dient proactief voorzien te worden in het project. De technische documentatie hiervoor wordt ter beschikking gesteld na ontvangst van het vergunde plan.

- Proximus wenst betrokken te worden bij alle coördinatievergaderingen via netwerkstudie.a22@proximus.com 

Na de werken kunnen de bewoners eenvoudig aansluiten op de nutsvoorzieningen voor telefonie-, internet- en televisiediensten. Hiervoor kan de aanvrager terecht bij onze klantendienst op het gratis nummer 0800 22 800. Meer informatie op www.proximus.be/bouwen. “

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden. 

8.- Op 20/09/2022 werd door Fluvius System Operator volgend ongunstig advies verleend:

“Conform artikel 4.4 van het Fluvius projectreglement, heeft onze studie uitgewezen dat een distributiecabine noodzakelijk is in deze projectzone. 

Voor de oprichting van deze distributiecabine is er een perceel grond nodig met de vereiste afmetingen van 5m x 6m. In bijlage kan u ons voorstel van locatie terugvinden. Deze grond zal door de initiatiefnemer aan schattingsprijs worden afgestaan aan Fluvius. De overeenkomst tussen Fluvius en de initiatiefnemer over deze grondafstand en de bijhorende erfdienstbaarheden/recht van doorgang voor de leidingen en de doorgang zal door Fluvius opgemaakt worden vóór aanvang van de werken en zal bij notariële akte worden bekrachtigd. 

Verder is het belangrijk dat het lot van de cabine een eigen lotnummer krijgt binnen de vergunde verkaveling. De initiatiefnemer zorgt tevens voor een opmetingsplan met precad referentienummer van dit lot. Verdere kosten verbonden aan de notariële akte vallen ten laste van Fluvius. 

Vooraleer wij het ontwerpdossier van uw project kunnen opstarten hebben wij onderstaande gegevens nog van u nodig: 

  • Het verkavelingsplan (met het cabineperceel als apart lot); 
  • Een afschrift van de verkavelingsvergunning (van zodra deze er is); 
  • Inplantingsplan van de cabine op het betreffende perceel 
    1. ondertekend door de landmeter); 
    2. minstens 4 foto’s ter plaatse met richtingsaanduiding op plan; 
  • Terreinprofiel; 
  • Contactgegevens van de eigenaar van het cabineperceel (firmanaam, ondernemingsnummer, adres, naam en functie van de persoon gemachtigd om de overeenkomst te tekenen, telefoonnummer en mailadres); 
  • Contactgegevens van de door u gekozen notaris; 
  • Contactgegevens van de landmeter van uw project; 
  • Schattingsverslag. 

Gelieve een opmetingsplan van het cabineperceel met precad referentienummer (+ de documentatie van het kadaster betreffende deze referentienummer) aan te leveren voordat het dossier wordt verzonden naar de notaris. Fluvius zorgt voor de verzending naar de notaris na de interne goedkeuring door onze Raad van Bestuur. 

Indien u hierover nog bijkomende inlichtingen wenst, kan u ons contacteren via het mailadres bovenaan deze brief. Wij helpen u graag verder.

Bijlage(n): Voorbeeld inplanting prefab cabine”

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit ongunstig advies. Het verkavelingsplan dient te worden aangepast aan bovenstaande opmerkingen. De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden. 

9.- Op 31/08/2022 werd door Provincie Limburg, Dienst water en Domeinen volgend  voorwaardelijk gunstig advies verleend:

“Hierbij kan ik u meedelen dat het dossier in het kader van de watertoets voorwaardelijk gunstig beoordeeld werd. Ik verzoek u evenwel de voorwaarden in de omgevingsvergunning op te nemen zoals ze geformuleerd werden in het bijgaand advies. 

DEEL 1 INLICHTINGENFICHE

Ligging van het perceel:

  • kadaster: gemeente Zonhoven, afdeling 1, sectie B, nrs. 279F, 268P, 1220L & 1213B2
  • adres: Hortstraat 3
  • niet gelegen in een overstromingsgevoelig gebied

Waterloop en machtiging

  • stroomgebied van de onbevaarbare waterlopen: VOORTBEEK, nummer 214, categorie: 2de
  • watering: neen

DEEL 2 WATERADVIES I.V.M. DE WATERTOETS

(art. 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018)

1 Beschrijving van het watersysteem

  • Het betreft een activiteit binnen het stroomgebied van een onbevaarbare waterloop van 2de categorie.
  • Het perceel is volgens het gewestplan gelegen in woongebied
  • Het perceel is daarenboven gelegen in:
    o het bekken van de Demer
    o het deelbekken Midden-Demer

2 Waterplannen

Het stroomgebiedbeheerplan van de Schelde is van toepassing.

3 Toetsen aan de doelstellingen decreet integraal waterbeheer, gecoördineerd op 15 juni 2018 – artikel 1.2.2

De adviesvraag handelt over de richtlijn gewijzigd afstromingsregime.

Vanaf een verharde oppervlakte van meer dan 1 000 m² moet door de vergunningverlenende instantie advies worden gevraagd aan de waterbeheerder met betrekking tot mogelijke schadelijke effecten op de toestand van het oppervlaktewater. In het kader daarvan moet voldaan worden aan de volgende voorwaarden:

  • een (eventueel gecompartimenteerd – o.w.v. het hoogteverschil) grachten- of greppelsysteem aan te leggen waar het hemelwater kan infiltreren, indien nodig met een overloop naar de riolering. Dit systeem moet bereikbaar zijn o.w.v. onderhoud. Het volume van de infiltratiegrachten moet gedimensioneerd worden op basis van een terugkeerperiode van de overloop van 20 jaar. Dit is te bepalen op basis van een uit te voeren infiltratieproef, waarbij ook de hoogste grondwaterstand moet worden bepaald. Richtwaarden in dat verband zijn terug te vinden in onderstaande tabel (huidig ontwerp: …. ha te verwachten verharding a rato van 80 m² verharding per lot. Grachten moeten vlak of in tegenhelling worden aangelegd.
  • de wegenis in waterdoorlatende verharding én fundering aan te leggen. Indien men alsnog gebruik wil maken van slokkers kunnen deze niet lager gelegen zijn dan het wegdek zodat ze als overloop fungeren.
  • infiltreren in verlaagde bermen (die voldoende breed moeten zijn) kan indien deze kunnen vrijgehouden worden van gebruik, bv. voor parking. Dit kan vermeden worden door het aanwenden van straatmeubilair.
  • Indien i.p.v. of in combinatie met de bovenstaande maatregelen geopteerd wordt voor een collectieve infiltratievoorziening moet de dimensionering eveneens voldoen aan onderstaande tabel. Indien gebruik gemaakt wordt van infiltratiebuizen moet de uit te voeren infiltratieproef op diepte gebeuren, waarbij wordt aangetoond dat zowel de infiltratiecapaciteit als de grondwaterstand zich hiertoe lenen.
  • Als buffervolume wordt hierbij het volume van de buizen zelf gerekend, dus zonder de grindkoffer. De infiltratieoppervlakte is de breedte van de koffer. Op infiltratiebuizen kan geen leegloopleiding met spindelafsluiter voorzien worden.

infiltratiecap.

minimale dimensioneringsvoorwaarden

of 

 

20-50 mm/h (fijn zand)

400 m³/ha verharde oppervlakte (v.o.), inf.opp. van min. 4 % vd v.o.

 

250 m³/ha vo en 20 % inf.opp.

 

50-100

350 m³/ha vo en 4 % inf.opp

250 m³/ha vo en 10 % inf.opp.

 

>100

250 m³/ha vo en 4 % inf.opp.

 

 

Aan deze voorwaarde is voldaan.

DEEL 3 CONCLUSIES ONDERZOEK WATERBEHEERDER

Uit de toepassing van de nadere regels voor de toepassing van de watertoets bij besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006, en latere wijzigingen, is gebleken dat het verkavelen in 12 bouwloten (lot 1 t.e.m. 9 en lot 16 t.e.m. 18) gecreëerd voor de oprichting van ééngezinswoningen(verkaveling Beskensstraat) een verandering van de toestand van watersystemen (of bestanddelen ervan) tot gevolg heeft. Deze verandering heeft geen betekenisvol schadelijk effect op het milieu voor zover de voorwaarden onder Deel 2 worden opgenomen in de vergunning.

Het wateradvies is dan ook voorwaardelijk gunstig.”

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden. 

10.- Op 26/07/2022 werd door Provincie Limburg, Mobiliteit en Routenetwerken volgend  voorwaardelijk gunstig advies verleend:

“We hebben uw aanvraag voor advies over de omgevingsvergunning (het realiseren van de derde fase van de verkaveling in de Beskensstraat te Zonhoven) onderzocht. Het projectgebied van deze omgevingsvergunning heeft namelijk een raakvlak met fietssnelweg F74 (Hasselt- Eindhoven via Pelt).

Provincie Limburg investeert in de uitbouw van een kwalitatief fietssnelwegennetwerk. De fietssnelweg F74 zorgt in dit netwerk voor een fietsverbinding tussen Hasselt en Noord-Limburg. De Hortstraat in Zonhoven maakt deel uit van het (toekomstige) tracé van deze fietssnelweg. De toekomstige verkaveling in de Beskensstraat grenst aan de achterzijde aan de Hortstraat.

Het tracé van fietssnelweg F74 op grondgebied Zonhoven en Hasselt (inclusief Hortstraat) werd vastgelegd in de startnota ‘Fietssnelweg Spoorlijn 18: Hasselt-Zonhoven’. Dit document kreeg haar goedkeuring op de Regionale Mobiliteitscommissie van 27 juni 2017.

De Hortstraat is momenteel een doodlopende straat met beperkt gemotoriseerd verkeer. Voor de toekomstige ontwikkeling van het fietssnelwegtracé kan de Hortstraat ingericht worden als fietsstraat (gemengd verkeer) en verlengd worden tot aan de Beskensstraat. Hierbij blijft de voorwaarde van een knip voor doorgaand gemotoriseerd verkeer.

De huidige wegbreedte is echter te smal voor het concept van een fietsstraat op een fietssnelwegtracé. De wegbreedte van de Hortstraat zou verbreed moeten worden tot minstens 4 meter en bij voorkeur 4,5 meter met aan beide zijdes een meter schuwzone zonder obstakels.

In het ontwerp van de verkaveling wordt er rekening gehouden met de huidige wegbreedte van de Hortstraat. In functie van de ontwikkeling van de fietssnelweg adviseren we rekening te houden met een toekomstige wegbreedte van 4,5 meter met een meter schuwzone aan beide zijdes.

De afdeling Mobiliteit geeft met betrekking tot het fietssnelwegennetwerk een gunstig advies onder voorwaarden. Het project dient namelijk rekening te houden met de toekomstige wegbreedte in functie van de inrichting van de Hortstraat als fietsstraat voor de verdere ontwikkeling tot fietssnelweg.”

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden.

11.- Op 27/09/2022 werd door Infrabel volgend  ongunstig advies verleend:

“NV Infrabel geeft een negatief advies voor de omgevingsvergunning van IDYLIA voor de verkavelingsaanvraag voor 12 bouwloten in de Hortstraat 3, 3520 ZONHOVEN. 

Infrabel heeft de visie om op lange termijn te streven naar een overwegvrij spoorwegnet. Hiervoor zijn per gemeente streefbeelden opgemaakt met daarin infrastructuur om eventueel de spoorweg ongelijkgronds te kruisen. Het doel is de benodigde ruimte te vrijwaren voor toekomstige projecten. Voor de overweg in de Hortstraat was een fietstunnel voorzien in de as van de weg. Overwegen staan vandaag reeds onder druk. Een bijkomende ontsluiting naar de overweg van loten 16-17-18 is bijgevolg niet wenselijk, dat zou een fietstunnel hypothekeren. Een ontsluiting van loten 16-17-18 naar Vinkenhof kan perfect binnen de verkaveling. Dat zou ook minder gemengd verkeer op de fietssnelweg betekenen.”

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich niet aan bij dit advies. Het BPA voorziet immers op deze locatie een ontsluiting (art. 20 – lokale weg type III – woonstraat) en geeft hieromtrent rechtszekerheid aan de grondeigenaars.

12.- Op 09/08/2022 liet de NMBS weten geen advies uit te brengen: “Wij kunnen aan deze aanvraag geen gevolg geven aangezien de NMBS niet betrokken is bij dit terrein.

Infrabel is daarentegen wel betrokken en dient geconsulteerd te worden via  51NW05.adviesaanvragenInfrabelAreaNoordwest@infrabel.be.”

De gemeentelijke omgevingsambtenaar neemt hier akte van.

Uit de bovenstaande motivering blijkt dat de voorgenomen aanvraag de ruimtelijke draagkracht van het gebied overschrijdt en dat de voorziene verweving van functies de aanwezige of te realiseren bestemmingen in de onmiddellijke omgeving in het gedrang kunnen brengen of verstoren. De aanvraag is niet verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening zoals hoger gemotiveerd.

EINDADVIES

Uit bovenstaande motiveringen blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen inzake milieu en ruimtelijke ordening, maar dat het voorgestelde ontwerp niet verenigbaar is met de goede plaatselijke ordening en met zijn onmiddellijke omgeving.

De aanvraag is niet vatbaar voor een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden voor 12 loten (lot 1 t.e.m. 9 en lot 16 t.e.m. 18) voor de oprichting van eengezinswoningen en het aanleggen van nieuwe wegenis (lot19), gelet op het ontbreken van een lot in de verkaveling voor het plaatsen van een distributiecabine.

Door het niet voorzien van een lot voor het oprichten van een distributiecabine in voorliggende verkavelingsaanvraag bestaat er geen zekerheid over het kunnen plaatsen van een distributiecabine. Een distributiecabine is nochtans noodzakelijk om de omgeving van voldoende elektriciteit te kunnen blijven voorzien. Het zou van onbehoorlijk bestuur getuigen om voorliggende verkaveling nu reeds te vergunnen of het oprichten van een distributiecabine op te leggen als voorwaarde zonder de garantie dat de distributiecabine kan worden opgericht. 

Bijgevolg adviseert de omgevingsambtenaar het dossier ongunstig voor het verkavelen van gronden voor 12 loten (lot 1 t.e.m. 9 en lot 16 t.e.m. 18) voor de oprichting van eengezinswoningen en het aanleggen van nieuwe wegenis (lot19), zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan de aanvraag zijn verbonden.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen volgt het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar niet. Een bijkomende distributiecabine is inderdaad essentieel. Echter, het college beschikt over voldoende informatie om aan te nemen dat er een bijkomende cabine geplaatst wordt op openbaar domein binnen deze verkaveling. Uit gesprekken tussen aanvrager, Fluvius en de gemeente blijkt dat er consensus is over de toekomstige inplanting van een nieuwe cabine. Aldus vervalt hiermee de belangrijkste weigeringsvoorwaarde voor deze verkaveling.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het verlenen van een omgevingsvergunning mits voorwaarden voor het verkavelen van gronden voor 12 loten (lot 1 t.e.m. 9 en lot 16 t.e.m. 18) voor de oprichting van eengezinswoningen en het aanleggen van nieuwe wegenis (lot19), zoals weergegeven op de ingediende plannen.

Artikel 3

Volgende voorwaarden worden opgelegd:

  1. De voorschriften van het BPA blijven van toepassing op voorliggende aanvraag en worden als volgt aangevuld en/of aangepast:

    Art. 14 zone voor geschakelde patiowoningen

    Art. 14.2. Inplanting en volume van het hoofdgebouw

    De patiowoningen dienen binnen de grafische zone per twee geschakeld worden uitgezonderd de woning op lot 3 dewelke als een vrijstaande woning mag opgericht worden binnen de grafisch aangeduide zone van het verkavelingsplan.

    Art. 15 Zone voor Zuidwoningen

    Art. 15.2. Inplanting en volume van het hoofdgebouw

    De inplanting van de zuidwoningen moet gebeuren binnen de grafisch aangeduide zone op het verkavelingsplan. De voorgevel van de woningen op lot 4 t.e.m. lot 9 moeten op 5 meter uit de rooilijn worden opgericht i.p.v. op 8 meter.

    Art. 24 Semi-publieke voortuinstrook

    In deze zone is geen bebouwing toegelaten. De semi-publieke voortuinstrook voor de loten 4 t.e.m. 9 heeft conform het verkavelingsplan een breedte van 5 meter i.p.v. 8 meter zoals voorzien op het BPA.


  2. Te voldoen aan de voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies van Hulpverleningszone Zuid-West Limburg 
  3. Te voldoen aan de voorwaarden en opmerkingen gesteld door de Watergroep
  4. Te voldoen aan de voorwaarden en opmerkingen gesteld door de Provincie Limburg, Dienst water en Domeinen.
  5. Te voldoen aan de voorwaarden en opmerkingen gesteld door de Provincie Limburg, Mobiliteit en Routenetwerken.
  6. Te voldoen aan de voorwaarden en opmerkingen gesteld door Proximus
  7. Te voldoen aan de voorwaarden en opmerkingen gesteld door Dienst Contractmanagement: "lot 19 (groot 2.891m²) zoals weergegeven op het verkavelingsplan d.d. 08/04/2022 gratis afstaan aan de gemeente Zonhoven met het oog op inlijving bij het openbaar domein".
  8. Te voldoen aan de voorwaarden en opmerkingen gesteld door de dienst Patrimonium:
  • “De verharding van de inritten, zowel op openbaar domein als op privé, dienen waterdoorlatend of waterpasserend te zijn.
  • Het voetpad dient aangelegd te worden in ecologische gebonden halfverharding.
  • Rond de bomen in de berm langs de weg dient er een wortelgeleiding van 1m diep te worden voorzien ter bescherming van de nieuwe nutsleidingen.
  • Loten 10 tem. 15 worden overgedragen naar de gemeente, zodat er later een fietsstraat kan gelegd worden.”
  1. Te voldoen aan de voorwaarden en opmerkingen gesteld door de dienst Facilitair management: De gracht langsheen de weg, zeker t.h.v. de landschapsbuffer wordt best op een andere locatie in de landschapsbuffer voorzien. Deze wordt best voorzien op een manier dat de landschapsbuffer vanaf de straat toegankelijk is, waardoor deze groene zone ook gemakkelijker te gebruiken is door de omwonenden. In huidige voorstel voor de gracht een te harde grens tussen landschapsbuffer een de aangelanden.”
  2. Te voldoen aan volgende voorwaarden gesteld door de dienst Mobiliteit:
  • De breedte van de opritten is 3m.
  1. Te voldoen aan volgende voorwaarden met betrekking tot de watertoets
  • De toekomstige aanvragen tot omgevingsvergunning dienen te voorzien in maatregelen voor opvang en lozing van hemelwater. De bepalingen van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (Besluit Vlaamse Regering dd. 5 juli 2013) moeten alleszins nageleefd worden.
  • Indien er ondergrondse constructies worden opgericht, de bemaling voldoet aan de voorwaarden zoals opgelegd in Vlarem II.
  • Een permanente drainage, ook al is dit in functie van een aanleg van een ondergrondse constructie, mag niet voorzien worden aangezien permanente drainage een continue verlaging van de grondwaterstand tot gevolg heeft. 
  1. De parkeerbehoefte dient steeds op het eigen terrein te worden opgevangen.
  2. De initiatiefnemer handelt volgens en voldoet aan de reglementeringen van de nutsmaatschappijen.
  3. Kosten voor het voorzien / verleggen of uitbreiden van de nutsleidingen moeten gedragen worden door de verkavelaar;
  4. Aanpassingen aan inrichtingen, constructies of beplantingen op het openbaar domein naar aanleiding van de omgevingsaanvraag of de toekomstige omgevingsaanvraag zijn steeds ten laste van de aanvrager. Alle kosten naar aanleiding van een heraanplanting op het openbaar domein, uitgevoerd naar aanleiding van een omgevingsaanvraag voor het verkavelen van gronden of een omgevingsaanvraag van een particulier, blijft ten laste van de aanvrager.
  5. Het programma van maatregelen horende bij de archeologienota dient nageleefd te worden.
  6. Gelet op artikel 4.2.17 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening waarin bepaald wordt dat een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden geldt als omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen wat betreft alle handelingen die zijn opgenomen in de vergunning en die de verkaveling bouwrijp maken. Dat rekening houdend met dit artikel een machtiging wordt verleend tot het  aanleggen van nieuwe wegenis.
  7. Alle bebouwing dient te worden gesloopt vooraleer de verkaveling ten uitvoer kan worden gebracht.  Dit houdt in dat zolang aan de opschortende voorwaarde tot sloping, die verbonden is aan de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden zelf en waarvan de naleving rust op de verkavelaar zelf, niet voldaan is, de verkavelaar niet kan overgaan tot verkoop van de loten, noch een omgevingsvergunning voor het bebouwen van een lot kan verkregen worden.

Onder afbraak wordt tevens het verwijderen van de vloerplaten en van al het materiaal / afval van het terrein bedoeld.  Alle materialen / afval dienen afgevoerd te worden naar een erkende verwerker.

De volledige verkaveling dient vrij en onbelast te zijn van gebouwen, materialen en afval.

  1. De afbraak van de constructies dient te gebeuren tot in de grond en de plaats moet hersteld worden in de vorige toestand. Aan de afbraak is geen milieuvergunningsplicht verbonden, wel dient rekening gehouden te worden met de wettelijke verplichtingen opgenomen in het milieuvergunningsdecreet, het bodemsaneringsdecreet en het materialendecreet. Vooraleer te starten met de afbraakwerken dienen de constructies volledig ontruimd te worden. De afvalstoffen die vrijkomen bij de afbraakwerken dienen selectief ingezameld te worden. Alle bouw-, sloop- en infrastructuurwerken in open lucht dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II, hoofdstuk 6.12 Beheersing van stofemissies tijdens bouw-, sloop- en infrastructuurwerken”, indien deze uitgevoerd worden door een aannemer. Het verwijderen van asbest dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II Beheersing van asbest, hoofdstuk 6.4.;
  2. De paalstenen aan de rooilijn dienen geplaatst worden.
  3. De gemeenteraad dient akkoord te gaan met de gratis grondafstand aan de gemeente, alsook de definitieve aanvaarding van het wegtracé.
  4. De akte van deze gratis grondafstand aan de gemeente en de definitieve aanvaarding wegtracé dient beschreven te zijn alvorens een lot kan vervreemd worden of een omgevingsvergunning voor het bebouwen van een lot kan verkregen worden.
  5. Bij de effectieve gratis grondafstand van lot 19, dient een aangevuld opmetingsplan van de landmeter toegevoegd te worden waarop het af te staan perceelsdeel wordt weergegeven met al zijn afmetingen en zijn oppervlakte (met XY-coördinaten), alsook de benaming van dit lot.
  6. Er dient voldaan te worden aan het gemeentelijk reglement op de verkavelingen van 13-11-1980.  Vooraleer bouwgrond te verkopen, het wegtracé volledig op kosten van de verkavelaar uit te voeren, dit samen met alle nutsleidingen (gescheiden riolen, water, telefoon, gas, elektriciteit, kabel-TV, openbare verlichting, verkeerssignalisatie, …) en dit onder toezicht van de gemeente Zonhoven.
  7. De gemeenteraad dient deze wegenis en de grondafstand te aanvaarden alvorens er bouwgrond kan verkocht worden.
  8. Er dient een overeenkomst afgesloten te worden tussen de gemeente en de verkavelaar waarin de uit te voeren werken op de bestaande gemeenteweg, die ten laste is van de verkavelaar, omschreven worden, met verwijzing dat deze zullen uitgevoerd worden op kosten van de verkavelaar.

Deze overeenkomst dient gefinaliseerd alvorens de werken aan de gemeenteweg mogen aangevat worden.

Het afleveren van het attest conform artikel 4.2.16§2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening is pas mogelijk indien er aan deze voorwaarde voldaan is.

  1. As-built plannen dienen vóór de oplevering van het werk aan het gemeentebestuur overgemaakt te worden (analoog en digitaal).

Het as-builtplan moet minstens volgende gegevens bevatten:

  • Aanduiding wegenis met afmetingen en uitgevoerde materialen.
  • Aanduiding nutsvoorzieningen (verlichtingspalen, rioleringen, brandkranen, elektriciteitscabines, …)
  • Aanduiding openbaar domein (de afpaling van het openbaar domein dient uitgevoerd te worden)
  • Aanduiding loten
  • Aanduiding openbaar groen
  • Aanduiding grachten, bufferbekken, …
  • Alle afmetingen van het project en zijn voorzieningen (perceelbreedtes, …)
  • Lambertscoördinaten.
  1. De as-built plannen moet overgemaakt aan de diensten ruimtelijke ordening, contractmanagement en openbare werken (met vermelding van de lambert-coördinaten).
  2. Het pv van voorlopige oplevering dient overgemaakt aan dienst contractmanagement en de dienst patrimonium.
  3. De werken moeten uitgevoerd worden overeenkomstig de richtlijnen van het type bestek SB 250 versie 2.0 of een latere versie.
  4. Voor de uitvoering van werken op bermen, stoepen en wegen dient er voor de aanvang der werken een staat van bevinding opgemaakt te worden door de aannemer en dit in samenspraak met een afgevaardigde van het gemeentebestuur.
  5. De kosten van de akte overdracht openbaar domein dienen gedragen te worden door de verkavelaar.
  6. Vervreemding van een lot uit de verkaveling kan pas geschieden, nadat het attest conform artikel 4.2.16 §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening werd afgeleverd, waaruit blijkt dat aan alle voorwaarden van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden werd voldaan.
  7. Een omgevingsvergunning voor het bebouwen van een lot kan pas verkregen worden, nadat het attest conform artikel 4.2.16 §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening werd afgeleverd, waaruit blijkt dat aan alle voorwaarden van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden werd voldaan.
  8. Na het afleveren van het attest conform artikel 4.2.16§2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening dient de verkaveling in een officiële akte gegoten de worden.  De gemeente dient in kennis te worden gebracht van de akte van neerlegging van de verkaveling.
19.

2022_CBS_01329 - OMV – Vergunning - bijstelling verkaveling 1280.C.874.2_05 - Pieter Demuynckstraat 1, 3, 5, 7, ... - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
19.

2022_CBS_01329 - OMV – Vergunning - bijstelling verkaveling 1280.C.874.2_05 - Pieter Demuynckstraat 1, 3, 5, 7, ... - Goedkeuring

2022_CBS_01329 - OMV – Vergunning - bijstelling verkaveling 1280.C.874.2_05 - Pieter Demuynckstraat 1, 3, 5, 7, ... - Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

De aanvraag betreft de bijstelling van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden door het voorzien van zones voor tuinbergingen op de loten 1 t.e.m. 20 en 28 t.e.m. 30.

De aanvraag werd op 24/08/2022 ontvangen en op 12/09/2022 ontvankelijk en volledig verklaard.

De gewone vergunningsprocedure wordt gevolgd.

Er werd een openbaar onderzoek gehouden, lopende van 22/09/2022 tot en met 21/10/2022, gesloten met 0 bezwaarschriften.

HISTORIEK VAN HET EIGENDOM WAAROP DE AANVRAAG BETREKKING HEEFT

  • 1280.C.874.2 : een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen op 30/07/2019 voor 22 loten waarvan 3 loten voor meergezinswoningen, 7 loten voor open bebouwing en 12 loten voor halfopen bebouwing, het aanleggen van wegenis en openbaar domein en het slopen van een constructie.
  • 1280.C.874.2\03: bijstelling van de omgevingsvergunning afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen op 09/02/2021 voor het verkavelen van gronden door het toevoegen van lot 6 - voor het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning - aan de vergunde verkaveling om deel uit te kunnen maken van het groepswoningbouwproject
  • 1280.C.874.2\04: bijstelling van de omgevingsvergunning afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen op 28/09/2021 voor het verkavelen van gronden door het toevoegen van 3 loten (lot 28, lot 29 en lot 30) - bestaande uit 2 loten voor halfopen bebouwing en 1 lot voor open bebouwing - aan de reeds vergunde verkaveling 1280.C.874.2 om deel uit te kunnen maken van het groepswoningbouwproject,

Uit de gegevens waarover de gemeente beschikt, blijkt niet dat voor het voorwerp van de aanvraag een PV is opgesteld noch dat een meerwaarde werd opgelegd of dat op het goed een vonnis of arrest rust. Er zijn ook geen geschriften bekend waaruit zou blijken dat er wederrechtelijke werken werden uitgevoerd.

OPENBAAR ONDERZOEK

Overeenkomstig artikel 17 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hoofdstuk 3 Toepassingsgebied van de gewone en vereenvoudigde procedure, artikels 11 t.e.m. 14 van het besluit tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning, werd dit dossier volgens de gewone procedure behandeld.

Er werd bijgevolg een openbaar onderzoek gehouden.

Het openbaar onderzoek werd georganiseerd van 22/09/2022 tot en met 21/10/2022.

Er werden geen bezwaarschriften ingediend. 

ADVIEZEN

Er zijn geen adviezen vereist.

MILIEUEFFECTENRAPPORTAGE

De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van bijlage I, II en III van het besluit inzake projectmilieueffectrapportage van 10 december 2004 en latere wijzigingen.

STEDENBOUWKUNDIG ADVIES

TOETSING AAN DE REGELGEVING EN VOORSCHRIFTEN

OVEREENSTEMMING MET BESTEMMINGS- EN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Gewestplan

De aanvraag is volgens het geldende gewestplan Hasselt - Genk, goedgekeurd bij Koninklijk besluit op 3 april 1979, deels gelegen in woongebied en deels gelegen in woonuitbreidingsgebied. 

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van een goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen en latere wijzigingen).

De woonuitbreidingsgebieden zijn uitsluitend bestemd voor groepswoningbouw zolang de bevoegde overheid over de ordening van het gebied niet heeft beslist, en zolang, volgens het geval, ofwel de overheid geen besluit tot vaststelling van de uitgaven voor de voorziening heeft genomen, ofwel omtrent deze voorzieningen geen met waarborgen omklede verbintenis is aangegaan door de promotor.

Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan

Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Afbakening regionaal stedelijk gebied Hasselt - Genk” dat op 20 juni 2014 definitief werd vastgesteld door de Vlaamse Regering.  Er is geen bestemmingswijziging ten opzichte van het gewestplan voorzien voor dit perceel. 

Bijzonder plan van aanleg of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg, noch in een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

Verkaveling

De loten 1 t.e.m. 20 en 28 t.e.m. 30 zijn gelegen binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde verkaveling, waarvan de vergunning is afgeleverd op 30 juli 2019 door het college van burgemeester en schepenen en gekend is onder nummer 1280.C.874.2 met latere wijzigingen op 09/02/2021 door het toevoegen van lot 6 en op 28/09/2021 door het toevoegen van 3 loten (lot 28, lot 29 en lot 30). De verkavelingsvergunning is voor dit perceel niet vervallen. De kavels kregen als bestemming eengezinswoning.

Omdat de aanvraag een bijstelling van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden omvat, dient de aanvraag getoetst te worden aan de bestemmingsvoorschriften van het gewestplan. Het voorzien van een zone voor een extra tuinberging op de loten 1 t.e.m. 20 en 28 t.e.m. 30 voldoet principieel aan de bestemmingsvoorschriften van het gewestplan. 

Watertoets

Het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013, verplicht de vergunningverlenende overheid om de watertoets uit te voeren bij elke aanvraag tot omgevingsvergunning. Dit decreet vormt het juridisch kader voor het integraal waterbeleid in Vlaanderen. Het decreet bevat ook de omzetting van de kaderrichtlijn Water en de Overstromingsrichtlijn.

De watertoets werd uitgevoerd op 12 september 2022. Hieruit bleek dat geen adviezen dienden aangevraagd te worden.

Algemeen kan wel gesteld worden dat:

  • De toekomstige aanvragen tot omgevingsvergunning dienen te voorzien in maatregelen voor opvang en lozing van hemelwater. De bepalingen van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (Besluit Vlaamse Regering dd. 5 juli 2013) moeten alleszins nageleefd worden.
  • Indien er ondergrondse constructies worden opgericht, de bemaling voldoet aan de voorwaarden zoals opgelegd in Vlarem II.  
  • Een permanente drainage, ook al is dit in functie van een aanleg van een ondergrondse constructie, mag niet voorzien worden aangezien permanente drainage een continue verlaging van de grondwaterstand tot gevolg heeft. 

Decretale beoordelingselementen

Art. 4.3.5. § 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie “wonen”, “verblijfsrecreatie”, “dagrecreatie”, met inbegrip van sport, “detailhandel”, “dancing”, “restaurant en café”, “kantoorfunctie”, “dienstverlening”, “vrije beroepen”, “industrie”, “bedrijvigheid”, “gemeenschapsvoorzieningen” of “openbare nutsvoorzieningen”, kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. 

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. 

Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

De aanvraag voldoet aan deze bepalingen.

Archeologienota

Conform het Onroerenderfgoeddecreet de dato 12 juli 2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor deze aanvraag. 

Er werd een aktename gedaan door het Agentschap Onroerend Erfgoed van de ingediende archeologienota ID 10125 verstuurd op 13/02/2019 met referentie https://id.erfgoed.net/archeologie/archeologienotas/10215.

OVERIGE REGELGEVING

Erfdienstbaarheden

Vergunningen hebben een zakelijk karakter. Zij worden verleend onder voorbehoud van de op het onroerend goed betrokken burgerlijke rechten. Het is niet de taak van de administratieve overheid zich uit te spreken over het bestaan, de interpretatie en de omvang van subjectieve rechten, zoals bijvoorbeeld het bestaan van een erfdienstbaarheid.

De aanvraag is verenigbaar met de regelgeving.

Toetsing AAN DE goede ruimtelijke ordening

OMSCHRIJVING VAN DE FEITELIJKE AANVRAAG

De aanvraag betreft de bijstelling van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden door het voorzien van zones voor tuinbergingen op de loten 1 t.e.m. 20 en 28 t.e.m. 30.

Op de loten 1 t.e.m. 20 en 28 t.e.m. 30 wordt in de private achtertuin een zone van 9m² voorzien in functie van de mogelijkheid tot het oprichten van een tuinberging. Het bouwkader wordt vastgesteld op 1 meter van de zijdelingse perceelsgrens en op 1 meter van de  achterste perceelgrens. Hierbinnen kan een houten tuinberging met een maximale oppervlakte van 9m² worden opgericht met een dakrand van maximaal 3,20 meter en uitgevoerd met plat dak.

Ter hoogte van deze zone voor tuinberging, als binnen een zone van 1 meter ten opzichte van deze zone, worden tevens beperkte reliëfwijzigingen gevraagd waarbij er wel rekening wordt gehouden met de wortels van bestaande bomen.

Tenslotte wordt in de zone voor private achtertuinen gevraagd of er een bijkomende verharding kan worden aangelegd naar de zone voor tuinberging. Deze verharding zal worden uitgevoerd in waterdoorlatende materialen met een maximale breedte van 1,00 meter.

BEOORDELING VAN DE GOEDE RUIMTELIJKE ORDENING

De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen:

1°         het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;

2°         het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in 1°, in rekening brengen;

Het voorzien van een zone voor tuinberging op de loten 1 t.e.m. 20 en 28 t.e.m. 30. zoals aangegeven op het bijgevoegd verkavelingsplan, is ruimtelijk aanvaardbaar. Het betreft immers een beperkte extra bergruimte van 9 m² dewelke de woonkwaliteit verhoogt. 

Door de tuinberging te voorzien op minimum 1 meter van de perceelgrenzen en door de beperkte oppervlakte en bouwhoogte van de tuinberging zal er quasi geen visuele impact zijn naar de aanpalende percelen en zal er ook geen negatieve schaduwwerking zijn naar deze aanpalende eigendommen. 

Een bijkomende verharding als toegangspad naar de tuinberging uitgevoerd in waterdoorlatende materialen met een maximale breedte van 1,00 meter is eveneens aanvaardbaar. Er blijft immers na het oprichten van een tuinberging en de aanleg van het toegangspad nog voldoende onbebouwde/onverharde ruimte over de percelen om aan te leggen als een kwalitatieve tuinzone.

Binnen de zone voor private achtertuinen zijn beperkte reliëfwijzigingen toegelaten binnen de zone voor tuinberging en een zone van 1 meter t.o.v. deze ‘zone voor tuinberging’ en dit i.f.v. de toegang tot deze tuinberging en inpassing in het hellend terrein. Er dient hierbij  rekening te worden gehouden met de wortels van bestaande bomen (deze mogen niet worden beschadigd) en de aansluiting naar de aanpalende eigendommen. Een strook van 1m langsheen de perceelsgrenzen mag bij eventuele terreinwijzigingen nooit hoger gebracht worden dan het niveau van de aanpalende percelen. 

De aanvraag voldoet aan de criteria voor de goede ruimtelijke ordening in de onmiddellijke en ruime omgeving mits voldaan wordt aan de opgelegde voorwaarden. De door de gemeente in rood aangepaste verkavelingsvoorschriften van de ontwerper kunnen bijgetreden worden.

BESPREKING VAN DE ADVIEZEN

Er werden geen adviezen opgevraagd.

Uit de bovenstaande motivering blijkt dat de schaal en het uiterlijk van de voorgenomen werken op voldoende wijze ruimtelijk inpassen in de onmiddellijke en ruime omgeving, dat de ruimtelijke draagkracht van het gebied niet wordt overschreden en dat de voorziene verweving van functies de aanwezige of te realiseren bestemmingen in de onmiddellijke omgeving niet in het gedrang brengen noch verstoren. De aanvraag is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening mits de opgelegde voorwaarden worden nageleefd.

EINDADVIES

Uit bovenstaande motiveringen blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen inzake milieu en ruimtelijke ordening, en dat het voorgestelde ontwerp verenigbaar is met de goede plaatselijke ordening en met zijn onmiddellijke omgeving.

De aanvraag is vatbaar voor de bijstelling van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden door het voorzien van zones voor tuinbergingen op de loten 1 t.e.m. 20 en 28 t.e.m. 30, mits het opleggen van voorwaarden.

Bijgevolg adviseert de omgevingsambtenaar het dossier voorwaardelijk gunstig voor de bijstelling van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden door het voorzien van zones voor tuinbergingen op de loten 1 t.e.m. 20 en 28 t.e.m. 30 voor zover rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarden:

  1. Te voldoen aan volgende voorwaarden met betrekking tot de watertoets:
    - De toekomstige aanvragen tot omgevingsvergunning dienen te voorzien in maatregelen voor opvang en lozing van hemelwater. De bepalingen van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (Besluit Vlaamse Regering dd. 5 juli 2013) moeten alleszins nageleefd worden.
    - Indien er ondergrondse constructies worden opgericht, de bemaling voldoet aan de voorwaarden zoals opgelegd in Vlarem II.
    - Een permanente drainage, ook al is dit in functie van een aanleg van een ondergrondse constructie, mag niet voorzien worden aangezien permanente drainage een continue verlaging van de grondwaterstand tot gevolg heeft.
  2. De door de gemeente in rood aangepaste verkavelingsvoorschriften van de ontwerper zijn van toepassing op de loten 1 t.e.m. 20 en 28 t.e.m. 30.
  3. T.h.v. de loten 13, 14, 18, 19 en 20 staan op de aanpalende percelen bomen. Bij eventuele grondwerken en het creëren van een fundering voor een op te richten tuinhuis dient er rekening te worden gehouden met de wortels van deze bestaande bomen. Deze mogen niet worden beschadigd.

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen volgt integraal het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar omtrent het sluiten van het openbaar onderzoek en tot het afleveren van een omgevingsvergunning met voorwaarden aan de aanvrager.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het afleveren van een omgevingsvergunning met voorwaarden aan de aanvrager.

De omgevingsvergunning omvat de bijstelling van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden door het voorzien van zones voor tuinbergingen op de loten 1 t.e.m. 20 en 28 t.e.m. 30, zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan deze omgevingsaanvraag zijn verbonden en voor zover rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarden.

Artikel 3

De omgevingsvergunning wordt aldus afgegeven onder volgende voorwaarden:

  1. Te voldoen aan volgende voorwaarden met betrekking tot de watertoets:
    - De toekomstige aanvragen tot omgevingsvergunning dienen te voorzien in maatregelen voor opvang en lozing van hemelwater. De bepalingen van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (Besluit Vlaamse Regering dd. 5 juli 2013) moeten alleszins nageleefd worden.
    - Indien er ondergrondse constructies worden opgericht, de bemaling voldoet aan de voorwaarden zoals opgelegd in Vlarem II.
    - Een permanente drainage, ook al is dit in functie van een aanleg van een ondergrondse constructie, mag niet voorzien worden aangezien permanente drainage een continue verlaging van de grondwaterstand tot gevolg heeft. 
  2. De door de gemeente in rood aangepaste verkavelingsvoorschriften van de ontwerper zijn van toepassing op de loten 1 t.e.m. 20 en 28 t.e.m. 30.
  3. T.h.v. de loten 13, 14, 18, 19 en 20 staan op de aanpalende percelen bomen. Bij eventuele grondwerken en het creëren van een fundering voor een op te richten tuinhuis dient er rekening te worden gehouden met de wortels van deze bestaande bomen. Deze mogen niet worden beschadigd.
20.

2022_CBS_01360 - OMV - Vergunning - KMO-Zone Molenheide 4121 - 2022/00174 - Gedeeltelijke goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
20.

2022_CBS_01360 - OMV - Vergunning - KMO-Zone Molenheide 4121 - 2022/00174 - Gedeeltelijke goedkeuring

2022_CBS_01360 - OMV - Vergunning - KMO-Zone Molenheide 4121 - 2022/00174 - Gedeeltelijke goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

STEDENBOUWKUNDIG EN MILIEUTECHNISCH advies - verslag GEMEENTELIJKE omgevingsambtenaar

De aanvraag betreft het uitbreiden van het bedrijf met een productiehal, het bouwen van een conciërgewoning, het regulariseren van reclamebanners en het heraanleggen van het terrein.

De aanvraag werd op 28/06/2022 ontvangen.

Op 28/07/2022 werd aanvullende informatie opgevraagd.

Op 11/08/2022 werd de gevraagde aanvullende informatie aangeleverd.

Op 01/09/2022 werd voor een tweede keer aanvullende informatie opgevraagd.

Op 05/09/2022 werd de tweede gevraagde aanvullende informatie aangeleverd.

Op 15/09/2022 werd de aanvraag ontvankelijk en volledig verklaard.

De gewone vergunningsprocedure wordt gevolgd. 

Er werd een openbaar onderzoek gehouden, lopende van 25/09/2022 tot en met 24/10/2022, gesloten met 1 bezwaarschrift.

HISTORIEK VAN HET EIGENDOM WAAROP DE AANVRAAG BETREKKING HEEFT

Stedenbouwkundig

  • Op 16/01/2006 werd een stedenbouwkundige vergunning afgeleverd voor het afbreken van de militaire gebouwen, depots en ondergrondse installaties, door het college van burgemeester en schepenen. (2005/10050)
  • Op 15/09/2008 werd er een stedenbouwkundige vergunning afgeleverd voor het bouwen van en industriehal in fases, door het college van burgemeester en schepenen. (2008/11158)
  • Op 22/12/2005 werd er een verkavelingsvergunning afgeleverd, voor het verkavelen van het militaire domein in loten voor ambachtelijke zone en KMO’s, door het college van burgemeester en schepenen. (1018.D.874.2)
  • Op 15/10/2008 werd er een verkavelingswijziging afgeleverd, voor het wijzigen van de verkaveling 1018.D.874.2, door het college van burgemeester en schepenen. (1018.D.874.2\01)

Uit het aanvraagdossier / de gegevens waarover de gemeente beschikt (luchtfoto…) blijkt dat op het perceel van de aanvraag constructies en/ of handelingen werden opgericht/ verricht/ aanwezig zijn, waarvoor geen vergunning verleend werd. Het betreft verhardingen.

Deze wederrechtelijk opgerichte constructies/ uitgevoerde handelingen werden opgenomen in de huidige aanvraag als te regulariseren en te verwijderen.

Milieu

Het perceel is niet opgenomen in het Grondeninformatieregister.

OPENBAAR ONDERZOEK

Overeenkomstig artikel 17 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hoofdstuk 3 Toepassingsgebied van de gewone en vereenvoudigde procedure, artikels 11 t.e.m. 14 van het besluit tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning, werd dit dossier volgens de gewone procedure behandeld.

Er werd bijgevolg een openbaar onderzoek gehouden.

Het openbaar onderzoek werd georganiseerd van 25/09/2022 tot en met 24/10/2022.

Er werd 1 bezwaar ingediend en dit omvat het volgende:

Wij hebben bezwaar voor deze uitbreiding om volgende redenen.

-Het gebouw gaat buiten haar hoogte bepalingen en dit op een zeer uitgesproken wijze. Hierdoor valt er geen of minder zon en licht op de leefwereld en zonnepanelen van het gebouw dat reeds er naast staat. Ook stellen we vragen bij de brandveiligheid van deze constructie.

-als tweede bezwaar gaat dit nieuw te bouwen gebouw ook zeer ver naar achter en staat dit zeer kort op de perceelsgrens aan de achterzijde. Hier merken we dus op dat de brandveiligheid niet kan gegarandeerd worden. Ook hier wordt door zo ver naar achter te bouwen alle licht en zonsinval weg aan de buur-zijde.”

Het bezwaarschrift werd onderzocht en kan als volgt worden beoordeeld:

De aanvrager heeft tijdens de voorstudie van de uitbreiding een zonnestudie uitgevoerd. Deze werd toegevoegd in de aanvraag en vertelt het volgende in juli (zomermaand):

  • Om 8 uur in de ochtend heeft de naastliggende buur links van het perceel enkel last van het eigen bedrijfsgebouw;
  • Om 12 uur ’s middags staat de zon hoog genoeg zodat er geen enkele hinder is van het eigen bedrijfsgebouw en het bedrijfsgebouw van de aanvrager.
  • Om 18 uur ’s avonds is er lichte hinder waarneembaar ten opzichte van het bedrijfsgebouw links door de uitbreiding van de aanvrager.

De studie toont aan dat men ernaar heeft gestreefd om de schaduwhinder zoveel mogelijk te beperken en dit door de conciërgewoning op 3,60m van de perceelgrens in te planten.  De verkavelingsvoorschriften staan een conciërgewoning toe, om deze te implementeren in het geheel is een uitbreiding op de verdieping moeilijk te voorkomen.  Wel zal de tuinberging die nog dieper ligt dan de woning geweigerd worden. Deze vormt een vreemd gegeven op het dak en zal voor extra schaduwhinder zorgen. Ook zal de greenwall moeten vervangen worden door een lichtdoorlatend, ondoorzichtig scherm om bijkomende lichthinder zoveel als mogelijk te beperken.   Dit zal in de vergunningsvoorwaarden worden opgenomen.

Het perceel wordt optimaal benut in functie van de bestaande bedrijfsvoering, dit verantwoordt de gelijkvloerse bouwdiepte.   Deze bouwdiepte zal slechts een beperkte hinder betekenen voor de aanpalende tuinzone, die zeer ruim is voor de voorziene bestemming volgens gewestplan en verkaveling.

De brandweer heeft tijdens de vergunningsprocedure bijkomende info gevraagd en een brandbelastingstudie opgelegd. Deze werden tijdens de procedure aangeleverd. De brandweer heeft hiervoor uiteindelijk een voorwaardelijk gunstig advies afgeleverd. Dit advies wordt als bijlage gevoegd bij deze omgevingsvergunning en er zal opgenomen worden in de vergunningsvoorwaarden dat er voldaan dient te worden aan deze voorwaarden. 

De gemeentelijke omgevingsambtenaren nemen omtrent dit bezwaarschrift het volgende standpunt in:

Het ingediende bezwaar is deels gegrond en wordt deels weerhouden.

Volgende restricties zullen worden opgelegd binnen deze omgevingsvergunning:

  • De greenwall moet vervangen worden door een lichtdoorlatend, ondoorzichtig scherm.
  • De tuinberging mag niet uitgevoerd worden.
  • Er dient voldaan te worden aan de voorwaarden van de brandweer.

ADVIEZEN

Brandweer Hulpverleningszone Zuid-West Limburg

Inter

Fluvius

POM Limburg

Dienst Patrimonium

Dienst Mobiliteit

Dienst Facilitair Management 

MILIEUEFFECTENRAPPORTAGE

De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van bijlage I, II en III van het besluit inzake projectmilieueffectrapportage van 10 december 2004 en latere wijzigingen.

STEDENBOUWKUNDIG ADVIES

TOETSING AAN DE REGELGEVING EN VOORSCHRIFTEN

OVEREENSTEMMING MET BESTEMMINGS- EN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Gewestplan

De aanvraag is volgens het geldende gewestplan Hasselt - Genk, goedgekeurd bij Koninklijk besluit op 3 april 1979, gelegen in een zone voor ambachtelijke bedrijven en KMO’s.

De industriegebieden zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. 

Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. 

De gebieden voor ambachtelijke bedrijven en de gebieden voor kleine en middelgrote ondernemingen zijn mede bestemd voor kleine opslagplaatsen van goederen, gebruikte voertuigen en schroot, met uitzondering van afvalproducten van schadelijke aard.

Verkaveling

Het goed is gekend als lot 23 binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde verkaveling, waarvan de vergunning is afgeleverd op 22/12/2005 door het college van burgemeester en schepenen en gekend is onder nummer 1018.D.874.2. De verkavelingsvergunning is voor dit perceel niet vervallen. 

De kavel kreeg als bestemming ambachtelijke nijverheid.

De aanvraag voldoet principieel aan de geldende bestemmingsvoorschriften, maar niet aan de verkavelingsvoorschriften.

Daarom wordt de aanvraag verder onderzocht op basis van de bepalingen zoals voorgeschreven in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, gewijzigd door het decreet van 8 december 2017 houdende wijziging van diverse bepalingen inzake ruimtelijke ordening, milieu en omgeving (zgn. Codextrein).

De Codextrein voorziet wijzigingen met als doel het verruimen van de mogelijkheden om ruimtelijk rendement te optimaliseren en het versoepelen van procedures.

Artikel 4.3.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening stelt dat de onverenigbaarheid van de aanvraag met de verkavelingsvoorschriften, binnen de omschrijving van een goedgekeurde en niet vervallen verkavelingen, ouder dan 15 jaar, niet langer een weigeringsgrond vormt voor de aanvraag.

Evenwel kan de afwijking niet worden toegestaan voor wat betreft voorschriften betreffende wegenis en openbaar groen.

De aanvraag betreft geen van deze elementen en kan dus niet geweigerd worden op basis van onverenigbaarheid met de voorschriften.

Tenslotte dient de aanvraag getoetst aan de goede ruimtelijke ordening(zie “Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening”).

Stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater

De aanvraag valt onder de toepassing van het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 en latere wijzigingen, houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

De plannen geven aan dat voor de nieuw op te richten hal met conciërgewoning, met een horizontale dakoppervlakte van 100m², een hemelwaterput wordt voorzien met een inhoud van
 5 000 liter en recuperatie van het hemelwater voor het sanitair gebruik en een buitenkraan. De overloop van de hemelwaterput wordt aangesloten op een infiltratievoorziening waarvan de oppervlakte en het volume voldoen aan de verordening.

De verordening is niet van toepassing voor wat betreft de aanleg van de voorziene verhardingen omdat het hemelwater dat op de verharding valt niet wordt opgevangen en afgevoerd, maar op natuurlijke wijze op eigen terrein in de bodem kan infiltreren.

De aanvraag voldoet aan deze stedenbouwkundige verordening.

Het perceel is op het zoneringplan voor riolering, goedgekeurd bij Ministerieel besluit de dato 19 september 2008, gelegen in “centrale gebied”. Een individuele voorbehandelingsinstallatie (septische put) moet niet aangelegd worden.

Het advies van 11/10/2022 van Fluvius is voorwaardelijk gunstig:

“Zie advies Fluvius bij rubriek “bespreking adviezen”

Toegankelijkheid

De aanvraag valt onder de toepassing van het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen, houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid. Dit besluit trad in werking op 1 maart 2010.

Volgens het advies van Inter Vlaanderen verleend op 17/10/2022 voldoet de aanvraag aan deze stedenbouwkundige verordening.

Watertoets

Het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013,verplicht de vergunningverlenende overheid om de watertoets uit te voeren bij elke aanvraag tot omgevingsvergunning. Dit decreet vormt het juridisch kader voor het integraal waterbeleid in Vlaanderen. Het decreet bevat ook de omzetting van de kaderrichtlijn Water en de Overstromingsrichtlijn.

Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Voor het betrokken project werd de watertoets uitgevoerd volgens de richtlijnen van het uitvoeringsbesluit van 20 juli 2006. Dit Watertoetsbesluit werd gewijzigd bij Besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011. Dit besluit is in werking getreden op 1 maart 2012.

Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Zoals hoger aangehaald voldoet het voorliggende ontwerp aan deze verordening. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

De aanvraag doorstaat de watertoets.

Decretale beoordelingselementen

Artikel 4.3.6. Bouwen/uitbreiden bedrijfswoning

Voor het bouwen of uitbreiden van een bedrijfswoning bij een bedrijf in een daartoe geschikt bestemmingsgebied, kan een omgevingsvergunning worden verleend voor een volume van ten hoogste 1 000m³, of 1 250m³ in geval van bewoning door meer dan één met het bedrijf verbonden gezin.

Een vergunning wordt geweigerd als de aanvraag betrekking heeft op het oprichten van een tweede of een bijkomende, vrijstaande bedrijfswoning bij eenzelfde bedrijf.

De aanvraag voldoet aan deze bepaling: het volume van de bedrijfswoning bedraagt 505,81 m³.

Artikel 4.3.7. Toegang van gehandicapten tot gebouwen/publiek toegankelijk

De omgevingsvergunning voor de handelingen, vermeld in artikel 4.2.1, 1°, 6°, 7° en 8°, wordt niet verleend wanneer niet is voldaan aan de bij of krachtens de wet of het decreet gestelde regelen betreffende toegang van personen met een functiebeperking tot openbare wegen en tot voor het publiek toegankelijke onroerende goederen.

De aanvraag voldoet aan deze bepaling.

Archeologienota

Conform het Onroerenderfgoeddecreet de dato 12 juli 2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag gezien de perceeloppervlakte kleiner is dan 3 000m².

Indien men niet verplicht is tot het opstellen van een archeologienota en tijdens de uitvoering komen er toch archeologische sporen of vondsten aan het licht, dan dient de bouwheer dit te melden binnen de 3 dagen aan het agentschap Onroerend Erfgoed (www.onroerenderfgoed.be).

Overige regelgeving

Decreet rookmelders

Het decreet van 10 maart 2017, houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, wat het verbeteren van de brandveiligheid door het algemeen invoeren van optische rookmelders voor woningen betreft, bepaalt dat alle woningen in Vlaanderen moeten uitgerust worden met correct geïnstalleerde rookmelders of dienen te beschikken over een branddetectiesysteem.

De voorliggende aanvraag voldoet hieraan: er worden rookmelders geplaatst in de hal en de leefruimte.

Opmerking: de plaatsing van rookmelders in ruimtes waar dampen en rookgassen gebruikelijk kunnen voorkomen (garages, keukens, badkamers en ook wasplaats) kan aanleiding geven tot valse meldingen. Hier is het meer aangewezen een hittemelder te plaatsen.

Het is aangewezen om rookmelders te plaatsen in elke ruimte waar u doorheen moet op weg naar buiten (zoals inkomhal, doorgang, nachthal, traphal…).

Energiedecreet

De aanvraag dient te voldoen aan het energiedecreet van 8 mei 2009 en het energiebesluit van 19 november 2010 en hun latere aanvullingen en wijzigingen.

Slopen

De afbraak dient te gebeuren tot in de grond en de plaats moet hersteld worden in de vorige toestand.

Aan de afbraak is geen milieuvergunningsplicht verbonden, wel dient rekening gehouden te worden met de wettelijke verplichtingen opgenomen in het Vlarem II, omgevingsvergunningsdecreet, het bodemsaneringsdecreet en het materialendecreet. Vooraleer te starten met de afbraakwerken dienen de constructies volledig ontruimd te worden. De afvalstoffen die vrijkomen bij de afbraakwerken dienen selectief ingezameld te worden.

Alle bouw-, sloop- en infrastructuurwerken in open lucht dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II, hoofdstuk 6.12 Beheersing van stofemissies tijdens bouw- , sloop- en infrastructuurwerken”, indien deze uitgevoerd worden door een aannemer.

Het verwijderen van asbest dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II Beheersing van asbest, hoofdstuk 6.4.

Grondverzet

Uit het ingediende dossier blijkt dat een grondverzet   (met aanvoer/ afvoer) van meer dan 250m³ zal plaatsvinden. De regelgeving omtrent grondverzet is van toepassing.

Erfdienstbaarheden / gemene muren

Vergunningen hebben een zakelijk karakter. Zij worden verleend onder voorbehoud van de op het onroerend goed betrokken burgerlijke rechten.

Het is niet de taak van de administratieve overheid zich uit te spreken over het bestaan, de interpretatie en de omvang van subjectieve rechten, zoals bijvoorbeeld het bestaan van een erfdienstbaarheid / het overnemen van een gemene muur.

De overeenstemming van de aanvraag met een goede ruimtelijke ordening wordt echter beoordeeld met inachtneming van beginselen als hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4 van de VCRO.

De aanvrager wordt erop gewezen dat omtrent de gemene muren/ de mandeligheid van muren / bestaande erfdienstbaarheden / erfscheidingen … geen afbreuk wordt gedaan aan de burgerlijke rechten van de betrokken aanpalende eigenaars  door het afleveren van een omgevingsvergunning.

Dat het aangewezen is hieromtrent een (schriftelijke) overeenkomst/ akkoordverklaring te bekomen alvorens aan te vatten met de werken.

Lichten en zichten

De aanvraag werd getoetst aan art. 675 tot en met 680 bis van het burgerlijk wetboek dat bepalingen bevat inzake zichten en lichten op een naburig erf.

Stedenbouwkundige voorschriften voor bedrijventerrein Molenheide

Met betrekking tot de bijzondere voorwaarden werd de aanvraag tevens voor advies voorgelegd aan POM Limburg. 

Volgend advies werd afgeleverd door POM Limburg op 21/09/2022:

POM Limburg doet geen inhoudelijke uitspraak over de adviesvraag, zonder dat deze afwezigheid van advies mag worden aanzien als of vermoed een gunstig advies te zijn.

POM Limburg wijst u, voor de beoordeling van de adviesvraag, op de bijzondere voorwaarden die mogelijk zijn voorzien in de titel van aankoop voor het betrokken perceel/de betrokken percelen. De verplichtingen en beperkingen opgenomen in deze bijzondere voorwaarden hebben mogelijk een impact op de vergunbaarheid van dit dossier. “

KLEINHANDELSACTIVITEIT

De uitbreiding bedraagt minder dan 300m² netto verkoopoppervlakte en minder dan 20% van de reeds vergunde netto handelsoppervlakte.  De categorieën van kleinhandelsactiviteiten worden niet gewijzigd.   De aanvraag bevat bijgevolg geen wijziging van de bestaande kleinhandelsactiviteit.

De aanvraag is verenigbaar met de regelgeving.

Toetsing AAN DE goede ruimtelijke ordening

OMSCHRIJVING VAN DE FEITELIJKE AANVRAAG

De aanvraag omvat het uitbreiden van het bedrijf met een productiehal, het bouwen van een conciërgewoning, het regulariseren van reclamebanners en het heraanleggen van het terrein.

BEOORDELING VAN DE GOEDE RUIMTELIJKE ORDENING 
Artikel 4.3.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening stelt dat binnen de omschrijving van een goedgekeurde, niet vervallen verkavelingen ouder dan 15 jaar onverenigbaarheid van de aanvraag met de stedenbouwkundige voorschriften niet langer een grond vormt voor weigering van de aanvraag.
 De hierboven vermelde goedgekeurde, niet vervallen verkaveling is goedgekeurd dd. 22/12/2005 en dus komt de aanvraag principieel in aanmerking voor deze regeling.
 Evenwel kan de afwijking niet worden toegestaan voor wat betreft voorschriften betreffende wegenis en openbaar groen. Het betreft geen van deze elementen en dus kan de aanvraag niet geweigerd worden op basis van onverenigbaarheid met de voorschriften. Tenslotte dient de aanvraag getoetst aan de goede ruimtelijke ordening.

De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen:

1°         het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;

2°         het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in 1°, in rekening brengen;

Omschrijving ligging en omgeving

Het perceel van de aanvraag is gelegen aan de KMO-Zone Molenheide 4121, een voldoende uitgeruste gemeenteweg. 

De omgeving wordt gekenmerkt door voornamelijk industriële gebouwen.

Omschrijving van de aanvraag

Momenteel is het perceel bebouwd met een industriegebouw bestaande uit een productiehal, een kantoorruimte en een showroom. 

In het verlengde van de bestaande productiehal wordt een nieuwe productiehal voorzien met een conciërgewoning en vergaderlokalen op de verdieping hierboven. Voor het overige wordt ook de buitenaanleg aangepakt en wordt er een regularisatie voor de reclamebanners aangevraagd.

Een regularisatie moet met dezelfde criteria beoordeeld worden als een nieuwe aanvraag. Het kan immers niet zijn dat de regularisatie soepeler zou beoordeeld worden om reden dat de werken reeds uitgevoerd zijn. 

Functionele inpasbaarheid in de onmiddellijke en ruime omgeving

Het voorzien van een industrieel gebouw met de productiehal, de vergaderzalen, de kantoorruimtes en de conciërgewoning is zowel in de ruime als de onmiddellijke omgeving functioneel inpasbaar.

Mobiliteitsimpact 

Momenteel kunnen er 6 wagens geparkeerd worden op de parkeerplaatsen voor de ingang van het gebouw. Dit aantal is zeker te weinig voor een gebouw met dergelijke dimensies en functie.

De aanvraag voorziet in 5 extra autostaanplaatsen voor deze productiehal met kantoorruimtes en conciërgewoning. Deze extra parkeerplaatsen zijn bereikbaar via een 2e inrit die gecreëerd wordt aan de zijde op de hoek van het perceel ter hoogte van de voorzijde van het gebouw. Via deze strook kunnen er ook leveringen plaatsvinden en ontstaat er ook meteen een brandweg zodat de brandweer aan de achterzijde van het gebouw kan geraken. Langs deze zijde is er ook een strook in grasdallen voorzien voor een eventuele uitbreiding van parkeerplaatsen indien er meer werknemers in het bedrijven zullen werken. Het advies van de dienst Mobiliteit werd hiervoor gunstig bevonden. De tweede inrit en het aantal parkeerplaatsen kunnen dus aanvaard worden zoals deze voorgesteld zijn op de aangeleverde plannen.

De schaal van de voorgenomen werken, het ruimtegebruik, de bouwdichtheid en de visueel-vormelijke elementen

De aanvraag omvat het uitbreiden van het bedrijf met een productiehal, het bouwen van een conciërgewoning en het heraanleggen van het terrein.

Het bestaande industriegebouw wordt uitgebreid met een productiehal van 587,71m². De hal heeft dezelfde breedte als de reeds gebouwde hal waaraan deze wordt gekoppeld en zorgt voor een extra bouwdiepte van 30m waardoor de maximale bouwdiepte van het bedrijfsgebouw 68m bedraagt. Rechts van deze nieuw te bouwen productiehal zal er ook een groot magazijn en een waterzuivering geplaatst worden. Ook komt hier de trappenhal te liggen. Deze uitbreiding heeft een oppervlakte van 115m². Tussen deze uitbreiding en de bestaande bergruimte wordt er een nog een afdak geplaatst met een oppervlakte van 64,50m². De nieuwe productiehal wordt afgewerkt met een plat dak waarvan de maximale kroonlijsthoogte 7m bedraagt. De uitvoering van de hal gebeurt in betonpanelen en zwart aluminium plaatwerk. Ter hoogte waar conciërgewoning en de vergaderruimte voorzien wordt zal de maximale dakrandhoogte 11m bedragen. 

Boven deze uitbreiding wordt er een conciërgewoning, toiletten, een overdekt terras een tuinberging, een vergaderruimte en een kantoorruimte voorzien. Het dak wordt verder voorzien van een gedeeltelijk groendak dat fungeert als tuinzone voor de conciërgewoning. Het volume van deze woning bedraagt 505,81m³. De conciërgewoning wordt ingeplant op 3,60m van de linker perceelgrens. Er wordt in de tuinzone een greenwall geplaatst. Beide voorzorgsmaatregelen werden genomen om de privacy van de buren minimaal te schaden. Achteraan de tuinzone wordt een tuinberging voorzien met een oppervlakte van ±13m². Dergelijke afmetingen van een conciërgewoning kunnen aanvaard worden. De afstand tot de buren zorgt voor meer privacy. De greenwall dient vervangen te worden door een lichtdoorlatend, ondoorzichtig scherm, met een hoogte van 1,80m t.o.v. de vloerpas van het terras. Dit om lichthinder t.o.v. het aanpalend perceel zoveel als mogelijk te voorkomen en er tevens voor te zorgen dat de privacy ten allen tijde kan gegarandeerd worden. De tuinberging achteraan de tuinzone kan niet aanvaard worden aangezien deze storend is voor het gevelzicht en zorgt voor extra lichthinder ten opzichte van de buren.  Deze zaken worden opgenomen in de vergunningsvoorwaarden.

Aan de voorzijde van het bedrijfsgebouw werden ook 3 reclamebanners gehangen met elk een oppervlakte van 2,80m² (0,70m X 4m). Deze banners zorgen niet voor extra hinder ten opzichte van naastliggende bedrijven en zijn slechts beperkt aanwezig. Dergelijke reclamebanners kunnen aanvaard worden bij een commercieel bedrijf. 

Voor het perceel, ter hoogte van de voorgevel, wordt er een tweede inrit aangelegd waardoor de doorgang voor leveringen in de zijdelingse ingangen kan gebeuren. Hierdoor kunnen er ook meer parkeerplaatsen voorzien worden voor de medewerkers en de bezoekers op het eigen terrein. Deze inrit zorgt ook voor een brandweg zodat de brandweer achteraan het gebouw kan geraken bij een noodgeval. De bestaande inrit blijft behouden en zorgt voor toegang tot de eerste hal en tot de voorliggende parkeerplaatsen. De parkeerplaatsen werden opgericht in waterdoorlatende klinkers en de overige, bij de tweede inrit, worden aangelegd met grasdallen. Beide inritten worden aangelegd in betonverharding om zo de hemelwaterputten en infiltratieputten te beschermen. 

Rechts achteraan de hal wordt er nog een afvalcontainer voorzien. Deze wordt geplaatst op waterdoorlatende klinkers. Deze klinkers worden ook doorgetrokken achter het bedrijfsgebouw en hebben een totale oppervlakte van 101,37m². Deze verharding is overdreven aangezien er hier geen doorgang kan gebeuren doordat de afvalcontainer de doorgang blokkeert. Enkel de verharding ter hoogte van de afvalcontainer kan aanvaard worden. De overige zone achter het gebouw dient groen aangeplant te worden. 

Achteraan en langsheen de rechter perceelgrens wordt er een groenbuffer aangeplant. Aan de rechter perceelgrens bedraagt deze minstens 2,50m en achteraan zal deze 5m bedragen. Deze wordt aangelegd met inheems groen. De versmalling van de bufferstrook tot 2,50m is aanvaardbaar aangezien deze naar een weg gericht is niet naar een woonzone. De buffer achteraan het perceel zou reeds aangeplant moeten zijn conform de eerdere vergunning.   Deze dient aangeplant te worden in het eerste plantseizoen na het verkrijgen van de omgevingsvergunning, dit wordt opgenomen in de vergunningsvoorwaarden.

Bodemreliëf

Aan de rooilijn ter hoogte van de rechter perceelgrens werden reeds keerwanden geplaatst om zo het verschil in hoogte op te vangen langsheen de rechter perceelgrens. Ook beide straten die grenzen aan het perceel hebben een andere hoogte. Voor het overige gebeuren er slechts lichte wijzigingen ter hoogte van de nieuw op te richten productiehal.

Aangezien er geen benoemingswaardige wijzigingen van het terreinniveau voorzien zijn in de aanvraag, dient het bestaande terreinniveau zo veel mogelijk behouden te blijven. Alle overtollige grond die vrijkomt bij het graven van de funderingen, dient verwijderd te worden via een erkende grondwerker of naar een erkende grondreinigingsplaats.

De aanvraag voldoet aan de criteria voor de goede ruimtelijke ordening in de onmiddellijke en ruime omgeving op voorwaarde dat de greenwall vervangen wordt door een lichtdoorlatend, ondoorzichtig scherm, dat de klinkerverharding achteraan het bedrijfsgebouw enkel ter hoogte van de afvalcontainer aangelegd wordt, dat de tuinberging niet geplaatst wordt en dat de groenbuffer achteraan het perceel zo snel als mogelijk wordt aangeplant.

BESPREKING ADVIEZEN

  • Het advies van 30/09/2022 van de dienst Facilitair Management is voorwaardelijk gunstig:

“Gunstig voor de werken zoals voorgesteld mits er aan volgende voorwaarden wordt voldaan:

- Groenbuffer aan de achterzijde van het perceel dient opgeplant te worden met streekeigen groen.

- aan de achterzijde van de hal wordt er een groenaanleg voorzien tussen de hal en de groenbuffer. Deze groenaanleg mag uitgevoerd worden in laag groen geen gazon. Deze zone mag zeker niet verhard worden, ook niet met waterdoorlatende verharding.

- Enkel de zone t.h.v. de afvalcontainer mag uitgevoerd worden in waterdoorlatende klinkers.

Via volgende link kan men wat extra info bekomen over streekeigen plantgoed:

https://www.plantvanhier.be/plantengids

De gemeentelijke omgevingsambtenaren sluiten zich aan bij dit advies.

De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden.

  • Het advies van 30/09/2022 van de dienst Patrimonium is gunstig.

De gemeentelijke omgevingsambtenaren sluiten zich aan bij dit advies.

  • Het advies van 30/09/2022 van Fluvius is voorwaardelijk gunstig:

Naar aanleiding van uw adviesvraag van 16-09-2022 over de stedenbouwkundige vergunning voor bovenvermeld project, afdeling 2, sectie D, nummer(s) 130T38, kunnen we een 

voorwaardelijk gunstig advies geven, op voorwaarde dat voldaan wordt aan de hierna volgende opmerkingen:

Het dossier mag voorwaardelijk gunstig geadviseerd worden mits volgende opmerkingen:

In uw stad is Fluvius actief voor volgende disciplines: Aardgas, Elektriciteit, Openbare verlichting, Kabeldistributie, Riolering.

De initiatiefnemer dient te voldoen aan alle voorwaarden van Fluvius zoals opgenomen in het "Reglement voor verkavelingen en bouwprojecten", meer bepaald inzake capaciteitsbeslag en mogelijke netuitbreidingen en/of netaanpassingen om de nieuwe percelen aansluitbaar te maken. Dit reglement is terug te vinden op onze website www.fluvius.be.

Afhankelijk van de grootte van het project zal in overleg met de projectontwikkelaar bepaald worden welke nutsvoorzieningen dienen aangelegd te worden op het terrein.

Afhankelijk van het gevraagd vermogen is het mogelijk dat voor dit project een klantcabine vereist is. Dit zal bij de definitieve elektriciteitsaanvraag worden bepaald (zie Technisch reglement VREG art. 2.2.2).

Het is ook mogelijk dat de bouwheer een of meerdere ruimte(s) voor een elektriciteitscabine distributie ter beschikking moet stellen. Deze ruimte moet rechtstreeks bereikbaar zijn vanop het openbaar domein. Wij dienen van de initiatiefnemer de schriftelijke toelating te ontvangen in verband met de voorgestelde inplanting en de kosteloze overdracht van de nodige grond voor zover deze niet in het openbaar domein wordt voorzien.

Een gedetailleerde studie zal dit uitwijzen. Hiertoe dient de initiatiefnemer tijdig, en dit vóór het uitvoeren van zijn verkavelings- of stedenbouwkundige vergunning, een offerte te vragen aan Fluvius aan de hand van het aanvraagformulier "Studie- en offerteaanvraag voor verkavelingen & bouwprojecten" welke beschikbaar is op de website van Fluvius (www.fluvius.be).

Indien bij de definitieve aanvraag blijkt dat de gevraagde vermogens buiten de standaardnormen vallen kan onze visie nog wijzigen in functie van de gevraagde vermogens. De kosten voor de eventueel te verplaatsen bestaande leidingen vallen integraal ten laste van de aanvrager.

Algemene voorschriften:

  • Gasafsluiters, elektriciteits-, kabeldistributie- aardgasdistributienetten (boven- en ondergrondse) moeten steeds en makkelijk bereikbaar zijn en vrij blijven van ieder obstakel.
  • Het meterlokaal bevindt zich direct aan de straatzijde en is voldoende ruim bemeten. Er moet voor de meter steeds een vrije doorgang blijven van 80cm ten opzichte van een muur of ander obstakel.
  • Nuttige vrije hoogte van de eventuele tellerlokalen bedraagt minimaal 2m over de ganse vloeroppervlakte.
  • De boven- en onderverluchting van gasmeterlokalen moeten steeds rechtstreeks met de buitenlucht in verbinding staan.

Riolering:

Voor riolering dient voldaan te worden aan de gewestelijke en/of provinciale stedenbouwkundige verordeningen inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater die in uw gemeente van kracht zijn.

Fluvius doet geen nazicht van de bepalingen van deze verordening. Dit advies handelt over de aansluitbaarheid op het openbaar saneringsnetwerk.

1. Algemene bepalingen voor riolering en waterafvoer

De aanvrager dient het Algemeen Waterverkoopreglement, de aanvullende voorwaarden en de aanvullende technische voorschriften van Fluvius na te leven. De aanvrager dient ook de voorwaarden zoals bepaald in afdeling 6.2.2. van Vlarem II voor de afvoer van hemel- en afvalwater na te leven.

De aanvrager staat in voor de plaatsing van de privériolering voor het bouwproject en is verplicht deze uit te voeren volgens de wettelijke bepalingen ter zake. Zo dient hij onder meer te voldoen aan de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (GSV ‘hemelwater’) van 5/07/2013.

Als voor het bouwproject een aansluiting op het openbaar rioleringsstelsel noodzakelijk is, dient de aanvrager zo snel mogelijk na het bekomen van de bouwvergunning een aanvraag tot aansluiting op het openbaar rioleringsstelsel aan te vragen. Dit kan online via www.fluvius.be. Van zodra de aansluitputjes (1 DWA- & 1 RWA-putje) geplaatst zijn, is de effectieve plaats en diepte van de aansluiting gekend. De privéwaterafvoer dient hierop afgestemd te worden. Alle maatregelen die de aanvrager dient te nemen tot het aanpassen van de privéwaterafvoer om te kunnen aansluiten, als niet aan deze voorwaarden voldaan wordt, zijn ten laste van de aanvrager.

Alleen Fluvius of een door ons aangestelde uitvoerder zorgt voor de realisatie van het gedeelte van de aansluiting op het openbaar domein tot aan de perceelsgrens van het privédomein.

Als de privériolering niet correct en volledig volgens deze wettelijke bepalingen werd uitgevoerd, zelfs als dit niet expliciet door de stedenbouwkundige vergunning werd opgelegd, behoudt Fluvius zich het recht voor om dit perceel niet aan te sluiten op het openbaar rioleringsstelsel.

Als de bouwplannen en meer specifiek het rioleringsplan niet in overeenstemming zijn met deze voorschriften, hebben deze voorschriften voorrang.

2. Specifieke bepalingen voor riolering en waterafvoer voor dit bouwproject

Infiltratievoorziening

Volgens de GSV “hemelwater”, dient voor de verharding en dakoppervlakte een infiltratievoorziening toegepast te worden.

Het buffervolume van de infiltratievoorziening dient minimum 25 liter per vierkante meter referentieoppervlakte te bedragen. De grondwaterstand dient nagegaan te worden. Het buffervolume dient zich volledig tussen de gemiddelde grondwaterstand en het peil van de noodoverlaat te bevinden. De oppervlakte van de infiltratievoorziening dient minimaal 4 vierkante meter per begonnen 100 vierkante meter referentieoppervlakte te bedragen.

De eventuele noodoverloop dient voldoende hoog voorzien te worden, en niet dieper dan 30 cm onder het laagste deksel of aangesloten kolk, en zodanig dat de noodoverlaat zich boven de hoogste grondwaterstand bevindt. Deze noodoverlaat dient te allen tijde inspecteerbaar en bereikbaar te zijn (bv. onder een deksel). Er wordt enkel een aansluiting met max. diam. 160 mm als overloop van de infiltratievoorziening toegestaan. Op de overloop van de infiltratievoorziening moet een terugslagklep staan, zodat geen water vanuit de openbare riolering kan terugstromen in de infiltratievoorziening.

Indien een hemelwaterput gebouwd wordt dient de overloop van de hemelwaterput aangesloten te worden op de toevoer naar de infiltratievoorziening.

In het loket werd voor de verordening hemelwater aangegeven dat er een infiltratievoorziening is van 62m³ en 50m² voor het infiltreren van de overloop van de hemelwaterputten, deze zijn niet zichtbaar op het plan, in een aangepast plan op 29/09/2022 (per mail aan fluvius) werd dit aangepast.

Tekening: zie advies.

Aansluiten op de huisaansluitputjes

Het aansluitputjes voor vuilwaterafvoer (=DWA) werd reeds geplaatst.

Hierop kan het private afvoerstelsel met vuilwater (op DWA-putje) pas lozen na het indienen van een aansluitingsaanvraag bij Fluvius.

Er is geen hemelwaterriolering in de straat, er mag geen hemelwater rechtstreeks aangesloten worden op het rioleringsstelsel.

We raden aan om:

  • Geen sifonputjes te plaatsen op de vuilwaterafvoerleiding(en) aangezien deze putjes vaak verstoppen en in principe alle waterafvoeren in de woning een waterslot/sifon hebben.
  • Het opgeslagen water van de hemelwaterput optimaal te gebruiken voor eventueel het spoelen van de toiletten, een buitenkraan voor het wassen van de auto, het besproeien van de tuin, … en eventueel voor de wasmachine.
  • Een terugslagklep te plaatsen op de overloop van de hemelwaterput om terugstuwing vanuit de riolering te vermijden.
  • Een ontluchting te voorzien op het private vuilwaterafvoerstelsel, eventueel via een ontluchtingspijp door het dak.
  • Het is niet toegestaan om drainageleidingen aan te sluiten op de openbare riolering. Overeenkomstig de milieuwetgeving dient dit op eigen terrein geïnfiltreerd te worden.

3. Keuring privéwaterafvoer

Door het in voege treden van het Algemeen Waterverkoopreglement is de keuring van de privéwaterafvoer verplicht sinds 1 juli 2011. Elke rioleringsaansluiting op het openbaar rioleringsstelsel dient een keuring van de privéwaterafvoer te ondergaan conform artikel 12/1, §1 van het Algemeen Waterverkoopreglement. De keuring dient uitgevoerd te worden vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer.

Enkel de door Fluvius erkende keurders komen voor deze keuring in aanmerking (zie Keuring riolering | Fluvius).

Voor bijkomende informatie kan de bouwheer terecht op de infolijn van Fluvius 078 35 35 34.

Gelieve ons advies op te nemen in uw stedenbouwkundig dossier”

De gemeentelijke omgevingsambtenaren sluiten zich aan bij dit advies.

De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden.

  • Het advies van 30/09/2022 van Inter is gunstig:

Advies toegankelijkheid bij de aanvraag van een omgevingsvergunning / melding.

In toepassing van art. 4.3.7.i , art. 4.3.3.ii en art. 4.3.4.iii van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

in toepassing van het Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheidiv.

Gunstig advies.

Dit advies bekijkt de wettelijke voorschriften op basis van de op plan afleesbare elementen in de vergunningsfase. Dit advies doet geen uitspraak over de integrale toegankelijkheid van het gebouw na volledige afwerking. Afwerkingselementen die niet op plan staan, bepalen immers in grote mate mee de toegankelijkheid van het geheel. U kan, tijdens het project, bij ons inlichtingen verkrijgen of een begeleidingstraject volgen om de integrale toegankelijkheid van uw project te garanderen.

1 Bijlage B26 verantwoordingsnota omgevingsvergunning:

Toegankelijkheidstoelichting / checklist inzake toegankelijkheidv

  • Er is geen toegankelijkheidstoelichting aanwezig
  • Er worden geen afwijkingen aangevraagd

2 Verplichting advies

  • Niet verplicht

3 Toepassingsgebied

Dit advies is van toepassing op het (deel van het) gebouw dat gebouwd, herbouwd, verbouwd of uitgebreid wordt.

De aanvraag betreft:

  • Art 3: Gebouw(en) waarbij de totale publiek toegankelijke oppervlakte kleiner is dan 150 m².
  1. De bepalingen van de artikelen 10, §1, artikel 12 tot en met 14, artikel 16, 18, 19, artikel 22 tot en met 25 en artikel 33 zijn van toepassing op de toegang tot deze gebouwen.

Indien een aanvraag valt onder de toepassing van de Vlaamse stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid, dan dienen de normbepalingen van hoofdstuk IIIvi te worden nageleefd. De normen, principetekeningen en bijkomende info kan teruggevonden worden op www.toegankelijkgebouw.be.

4 Bijkomende informatie

Evacuatie bij brand:

De evacuatie van personen met een beperking bij brand dient door de ontwerper besproken met de plaatselijke brandweer en worden voorzien overeenkomstig het wijzigingsbesluit van 12 juli 2012 tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.

Ruimtes voor personeel:

Volgens de bepalingen art. 1 punt 15° en art. 2 §1 vallen de ruimtes die “alleen toegankelijk zijn voor werknemers” niet onder in de hierboven vermelde stedenbouwkundige verordening.

Doch volgens de bepalingen van de codex over het welzijn op het werk (Hoofdstuk 1, art. III. 1-3) is het noodzakelijk van nieuwe arbeidsplaatsen in te richten rekening houdend de eventuele tewerkstelling van werknemers met een handicap.

Aanbevelingen voor het realiseren van een integraal toegankelijk gebouw:

  • Handboek Toegankelijkheid Publieke Gebouwen (www.toegankelijkgebouw.be)
  • Vademecum ‘Publiek toegankelijk domein”

De gemeentelijke omgevingsambtenaren sluiten zich aan bij dit advies.

  • Op 21/09/2022 werd volgend advies afgeleverd door POM Limburg:

POM Limburg doet geen inhoudelijke uitspraak over de adviesvraag, zonder dat deze afwezigheid van advies mag worden aanzien als of vermoed een gunstig advies te zijn.

POM Limburg wijst u, voor de beoordeling van de adviesvraag, op de bijzondere voorwaarden die mogelijk zijn voorzien in de titel van aankoop voor het betrokken perceel/de betrokken percelen. De verplichtingen en beperkingen opgenomen in deze bijzondere voorwaarden hebben mogelijk een impact op de vergunbaarheid van dit dossier. “

De gemeentelijke omgevingsambtenaren sluiten zich aan bij dit advies.

  • Het advies van 16/12/2022 van de brandweer Hulpverleningszone Zuid-West Limburg is voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan de voorwaarden die gesteld zijn in dit advies. 

De gemeentelijke omgevingsambtenaren sluiten zich aan bij dit advies.

De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden.

Uit de bovenstaande motivering blijkt dat de schaal en het uiterlijk van de voorgenomen werken op voldoende wijze ruimtelijk inpassen in de onmiddellijke en ruime omgeving. De aanvraag is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening op voorwaarde dat de greenwall vervangen wordt door een lichtdoorlatend, ondoorzichtig scherm, dat de klinkerverharding achteraan het bedrijfsgebouw enkel ter hoogte van de afvalcontainer aangelegd wordt, dat de tuinberging niet geplaatst wordt en dat de groenbuffer achteraan het perceel zo snel als mogelijk wordt aangeplant.

MILIEUTECHNISCH ADVIES

Aan de hand van voorliggend omgevingsdossier wenst Stone Solutions bv de omgevingsvergunning te verkrijgen inzake de uitbreiding en wijziging van de geldende milieuvergunning. Deze milieuvergunning werd afgeleverd bij besluit van het college van burgemeester en schepenen d.d. 24 november 2008 voor een termijn van 20 jaar.

Stone Solutions verwerkt, met de modernste technieken en met een ruime kennis reeds sinds 1995, 

natuurlijke gesteenten tot keukenbladen, venstertabletten, badkamerelementen, trappen, gevelbekleding, enz.

De beschouwde inrichting werd destijds vergund als een klasse 2 bedrijf omwille van de aanwezige 

geïnstalleerde drijfkracht van de toestellen inzake de bewerking van gesteenten. Door een deklassering  van de van toepassing zijnde rubriek betreft de inrichting nu enkel nog een klasse 3-inrichting.

De uitbreiding en wijziging heeft betrekking op het schrappen van de lozing van huishoudelijk afvalwater aangezien dit niet meer ingedeeld is. Het jaarlijks debiet bedraagt minder dan 600 m³ per jaar. Verder wordt er een uitbreiding van het machinepark voorzien waardoor het totaal geïnstalleerde vermogen zal toenemen.

Tevens wordt het vergunde vermogen van de compressor geactualiseerd en worden de aanwezige airco’s opgenomen. Deze toestellen maken gebruik van R410a als koelmiddel. Tenslotte wordt rubriek 17.4 opgenomen voor de beperkte opslag van diverse producten in kleine verpakkingen.

De normale uitbatings- / werkingsuren zijn van 7u tot 22u.

De volgende rubrieken worden aangevraagd : 

Rubriek

Omschrijving 

Klasse

16.3.2

Inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen (samenpersen – ontspannen): koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen, met uitzondering van inrichtingen die ingedeeld zijn in rubriek 16.9, c), met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

Uitbreiding compressor met een geïnstalleerde drijfkracht van 11 kW en 2 airco's met een totale drijfkracht van 3,5 kW elk - totaal geïnstalleerde drijfkracht 18 kW

3

17.4

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van de opslagplaatsen, vermeld in rubriek 48, en producten, gekenmerkt door gevarenpictogram GHS01, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kilogram, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 l en 5000 kg of 5000 l ; 

De opslag van max. 500 liter diverse gevaarlijke producten in kleine verpakkingen

3

30.7.1.a

inrichtingen voor het bewerken van marmer, natuur- of kunststeen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, als de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied ; diverse toestellen voor het bewerken van marmer, natuur- of kunststeen met een totaal geïnstalleerde drijfkracht van 173,5 kW

3

MILIEU-ASPECTEN

De inrichting is gesitueerd binnen industriegebied op korte afstand van een woongebied en omgeven door een natuurgebied. In de onmiddellijke nabijheid van de inrichting is een Speciale BeschermingsZone aanwezig, zijnde het Habitatrichtlijngebied "Valleien van de Laambeek, Zonderikbeek, Slangebeek en Roosterbeek met vijvergebieden en heiden". Tevens geldt dit gebied ook als VEN-gebied, zijnde het gebied "De Teut-Tenhaagdoornheide".

Afvalwater

Het verbruik van water zal toenemen in functie van de uitbreiding van de activiteiten. Het is op dit moment niet mogelijk om hiervan een exacte inschatting te maken. In ieder geval zal het aangewende water steeds hemelwater betreffen.

De exploitant voorziet een nieuwe waterzuiveringsinstallatie i.f.v. de zuivering en het hergebruik van het productiewater. Het productiewater wordt opgevangen in een vuilwatertank waarna dit water via een leiding en, indien nodig na toevoeging van flocculanten – dit is optioneel voorzien, omhoog gepompt wordt om via een lamellenfilter te passeren. Het zuiver water wordt via een aparte leiding afgevoerd naar opvangbekkens voor hergebruikt. Het residu dat zal ontstaan na zuivering zal via een filterpers worden ontwaterd en worden afgevoerd via hiertoe geregistreerde ophalers. Het water afkomstig van de filterpers wordt opgevangen in een tussentank voor hergebruik. 

Door de inrichting zal enkel huishoudelijk afvalwater en regenwater worden geloosd in de openbare riolering. De lozing inzake het hemelwater betreft de overloop van de aanwezige opvang- en infiltratieput. In principe wordt er maximaal gebruik gemaakt van het opgevangen hemelwater in de productie. Tevens wordt hemelwater aangewend voor sanitaire doeleinden. Voor het hergebruik van hemelwater is voorzien in 6 hemelwaterputten met elk een inhoud van 10.000 liter. Deze putten lopen in voorkomend geval over in een bezinkput waar het overtollige hemelwater kan infiltreren. Met betrekking tot het afvalwater dat ontstaat door de normale bedrijfsactiviteiten geldt dat dit volledig opgevangen en hergebruikt kan worden. De exploitant beschikt over een nullozersstatuut. Het afvalwater wordt opgevangen via hiertoe voorziene opvanggoten en afgeleid naar 5 bezinkputten die in serie staan. Bijkomend wordt voorzien in een extra waterzuivering, zodat de kwaliteit van het te hergebruiken water steeds optimaal is.

Met betrekking tot de bijkomende verhardingen is een onderscheid te maken in het type verharding en het doel hiervan. De bijkomende dakoppervlakten worden aangesloten op de reeds voorziene hemelwaterputten. Tevens wordt deels voorzien in een groendak. Met betrekking tot de wegenis en parking wordt maximaal voorzien in waterdoorlatende materialen, zijnde klinkers en grasdallen. Enkel voor de verharde strook aan de rechterzijde van het gebouw wordt geopteerd voor een betonverharding i.f.v. de aanwezige putten. Het hemelwater dat op deze verharding terechtkomt zal kunnen afstromen naar de zone met de grasdallen en hier dan ook infiltreren op het eigen terrein.

Bodem

Er zijn geen effecten te verwachten naar de bodem gelet op de zeer beperkte opslagcapaciteit van gevaarlijke producten die voorzien is. Deze zullen binnen een hiertoe voorziene opslagzone geplaatst worden opdat in geval van calamiteit er geen risico's ontstaan naar de bodem of de omgeving.

Lucht

Binnen de inrichting zijn er geen relevante emissies naar de lucht te verwachten. Er is voorzien in stofafzuiging waardoor er geen uitstoot van dit stof ontstaat naar de buurt enerzijds en anderzijds dat de arbeiders in een zo stofvrij mogelijke zone kunnen werken.

Geluid

Er kan mogelijks een geluidsimpact zijn op het aangrenzend woongebied en VEN-gebied. 

De activiteiten inzake het be- en verwerken van materialen zullen steeds binnen het bedrijfsgebouw zullen plaatsvinden. Er wordt tevens maximaal gewerkt met gesloten poorten. Ook de waterzuiveringsinstallatie wordt binnen geplaatst. De aan- en afvoer van materialen zal plaatsvinden tijdens de normale openingsuren, zijnde tussen 8u en 18u. 

vergunningstermijnen

Het omgevingsproject vraagt een omgevingsvergunning van onbepaalde duur.  Gelet op bovenstaande, kan dit gevolgd worden.  

ADVIES –VOORWAARDEN – DUUR:

Advies – voorwaarden:

Gelet op het onderzoek dat ingesteld werd door de gemeentelijke omgevingsambtenaar, gebaseerd op de gegevens die beschikbaar werden gesteld door de bedrijfsleiding binnen het omgevingsproject wordt volgende geadviseerd:

Gunstig advies voor de aktename van de volgende rubrieken voor onbepaalde duur : 

Rubriek

Omschrijving 

Klasse

16.3.2

Inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen (samenpersen – ontspannen): koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen, met uitzondering van inrichtingen die ingedeeld zijn in rubriek 16.9, c), met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

Uitbreiding compressor met een geïnstalleerde drijfkracht van 11 kW en 2 airco's met een totale drijfkracht van 3,5 kW elk - totaal geïnstalleerde drijfkracht 18 kW

3

17.4

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van de opslagplaatsen, vermeld in rubriek 48, en producten, gekenmerkt door gevarenpictogram GHS01, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kilogram, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 l en 5000 kg of 5000 l ; 

De opslag van max. 500 liter diverse gevaarlijke producten in kleine verpakkingen

3

30.7.1.a

inrichtingen voor het bewerken van marmer, natuur- of kunststeen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, als de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied ; diverse toestellen voor het bewerken van marmer, natuur- of kunststeen met een totaal geïnstalleerde drijfkracht van 173,5 kW

3

Mits naleving van de algemene en sectorale ( hoofdstuk 5.16, hoofdstuk 5.30 ) voorwaarden van Vlarem II . 

GECOÖRDINEERD EINDADVIES

Uit bovenstaande motiveringen blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen inzake milieu en ruimtelijke ordening, en dat het voorgestelde ontwerp deels verenigbaar is met de goede plaatselijke ordening en met zijn onmiddellijke omgeving. 

De aanvraag is deels vatbaar voor een omgevingsvergunning mits het opleggen van voorwaarden.

Bijgevolg adviseert de omgevingsambtenaar het dossier

  • ongunstig voor het bouwen van de tuinberging bovenaan de productiehal, zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan de aanvraag zijn verbonden.
  •  Gunstig voor de aktename van de volgende milieurubrieken voor onbepaalde duur:
    • Rubriek 16.3.2
    • Rubriek 17.4
    • Rubriek 30.7.1.a
  • voorwaardelijk gunstig voor het uitbreiden van het bedrijf met een productiehal, het bouwen van een conciërgewoning, het regulariseren van reclamebanners en het heraanleggen van het terrein, zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan de aanvraag zijn verbonden en voor zover rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarden:
    1. Er moet voldaan worden aan het advies van de dienst Facilitair Management;
    2. De greenwall aan de conciërgewoning moet vervangen worden door een ondoorzichtige, lichtdoorlatende wand met een hoogte van 1,80m boven de pas van de terrasvloer.
    3. De groenbuffer achteraan het perceel dient aangeplant te worden in het eerstvolgend plantseizoen volgend op het bekomen van de omgevingsvergunning.   Bewijs hiervan dient uiterlijk 3 maanden na de aanplant bezorgd worden aan de dienst vergunningen en handhaving.   
    4. De klinkerverharding achteraan het bedrijfsgebouw mag enkel ter hoogte van de afvalcontainer aangelegd worden.
      Riolering
    5. Er dient voldaan te worden aan de voorwaarden en aanbevelingen opgelegd in het advies van Fluvius, zoals gevoegd in bijlage;
    6. De initiatiefnemer handelt volgens en voldoet aan de reglementering van de nutsmaatschappijen en draagt alle kosten die noodzakelijk zijn voor aansluiting op de nutsleidingen;
    7. De riolering moet uitgevoerd worden zoals weergegeven op de ingediende plannen én rekening houdend met het Algemeen Waterverkoopreglement en de voorwaarden van de rioleringsbeheerder Fluvius.
    8. Voor de aansluiting van de riolering van het perceel op het openbaar rioleringsstelsel dient een toelating van Fluvius bekomen te worden;
    9. Bij het gebruik van een droogzuiging voor het realiseren van de werken, dient voldaan te worden aan de Vlarem meldingsplicht via de gemeentelijke dienst Milieu & Duurzaamheid.   Niet verontreinigd bemalingswater moet bij voorkeur opnieuw in de bodem gebracht worden. Wanneer dit redelijkerwijze niet mogelijk is, moet geloosd worden in een oppervlaktewater, een kunstmatige afvoerweg voor hemelwater of een leiding voor het hemelwater. Indien de droogzuiging aangesloten moet worden op de openbare riolering dient hiervoor een toelating bekomen te worden. Indien een gescheiden rioleringsstelsel aanwezig is in de straat kan, indien niet anders mogelijk, de tijdelijke aansluiting enkel op het RWA-riool . De droogzuiging dient daarenboven beperkt te worden in tijd tot het hoogstnoodzakelijke; 
    10. Aanpassingen aan inrichtingen, constructies of beplantingen op het openbaar domein naar aanleiding van deze of toekomstige aanvraag voor een omgevingsvergunning zijn steeds ten laste van de aanvrager. Alle kosten naar aanleiding van een heraanplanting en/ of herstelwerken op/ aan het openbaar domein, uitgevoerd naar aanleiding van een omgevingsaanvraag van een particulier, blijven ten laste van de aanvrager.
      Terrein en gelijkgrondse berm:
    11. Aangezien er enkel beperkte wijzigingen van het terreinniveau voorzien zijn in de aanvraag, dient het bestaande terreinniveau maximaal behouden te blijven. Alle overtollige grond die vrijkomt bij het graven van de funderingen, dient verwijderd te worden via een erkende grondwerker of naar een erkende grondreinigingsplaats;
    12. Indien vastgesteld wordt bij het grondverzet dat de bodem van het perceel zou verontreinigd zijn, dient voldaan te worden aan het Vlaams Reglement betreffende de bodemsanering (VLAREBO, Vl. Reg. 13 oktober 2001 en zijn latere wijzigingen);
    13. De verharding van de beide inritten moet, in de gelijkgrondse berm, uitgevoerd worden in een vast, kleinschalig materiaal, waterdoorlatend aangelegd (geen gebroken steenslag). De gelijkgrondse berm moet als groenzone behouden te blijven behoudens de toegestane inrit. Het verhogen van de gelijkgrondse berm is altijd verboden;
    14. Voor de aanplant van bomen, hagen… nabij perceelscheidingen, dient rekening gehouden te worden met de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek;
      Andere voorwaarden:
    15. Bij de uitvoering van de bouwwerken moet rekening gehouden worden met het energiedecreet van 8 mei 2009 en het energiebesluit van 19 november 2010 en hun latere wijzigingen;
    16. Met betrekking tot de uitvoering van de gemene muren / erfscheidingen / aanplantingen op de scheiding, dient principieel met de buren een overeenkomst afgesloten te worden alvorens aan te vatten met de werken conform het Burgerlijk Wetboek;
    17. Bij gebrek aan een uitdrukkelijk akkoord omtrent de afwerking van de zichtbaar blijvende gevels op perceelgrens, dienen alle zichtbaar blijvende gevels binnen deze aanvraag en deze van de aangrenzende afgewerkt te worden door de laatst bouwende.  De zichtbaar blijvende gevels op perceelgrens moeten afgewerkt worden in een volwaardig gevelmateriaal. 
    18. De bouwheer dient, conform artikel 8 van het decreet op het archeologisch patrimonium de dato 30 juni 1993 en zijn latere wijzigingen, elk roerend of onroerend goed dat hij vindt of vermoedt gevonden te hebben, te melden binnen de 3 dagen aan het Onroerend Erfgoed Limburg, Hendrik Van Veldekegebouw, Koningin Astridlaan 50 bus 1 te 3500 Hasselt (www.onroerenderfgoed.be/een-vondst-melden);
    19. Het advies van de brandweer Hulpverleningszone Zuid-West Limburg, zoals als bijlage hierbij gevoegd, dient integraal gevolgd te worden. Op het ogenblik van de beëindiging der werken, en vóór de ingebruikname  van het pand, zal de aanvrager de brandweer Hulpverleningszone Zuid-West Limburg hiervan in kennis stellen, ten einde de burgemeester op de hoogte te kunnen brengen van het feit of er al dan niet aan de opgelegde brandvoorzorgsmaatregelen gevolg werd gegeven.
      Gezien de veiligheid van het pand in het gedrang kan komen, worden geen omgevingsvergunningen meer afgeleverd alvorens voldaan werd aan de opgelegde brandbeveiligingsmaatregelen.
      Indien voor de uitvoering van de voorschriften van de brandweer Hulpverleningszone Zuid-West Limburg een wijziging van de omgevingsvergunning noodzakelijk is, dient deze voor de aanvang van de werken ingediend te worden;
    20. Er dient voldaan te worden aan de opmerkingen en aanbevelingen gesteld in het advies van Inter Vlaanderen, zoals gevoegd in bijlage;
    21. Er dient voldaan te worden aan de algemene en sectorale voorwaarden van Vlarem II;
    22. Indien vastgesteld wordt dat er straatmeubilair en/of laanbeplanting aanwezig is die dienen verplaatst en/of verwijderd te worden voor de uitvoering van deze vergunning, of bij de ingebruikname van het project, en er voor aanvang van de werken geen toelating bekomen wordt tot het verplaatsen van het straatmeubilair, moet er een gewijzigde vergunning aangevraagd worden die rekening houdt met het straatmeubilair en/of de laanbeplanting;
    23. De aanvrager is ertoe verplicht het college van burgemeester en schepenen op de hoogte te brengen van het begin van de stedenbouwkundige handelingen en/of exploitatie(s);

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.

De bezwaarindieners worden op de hoogte gebracht van de beslissing van het schepencollege.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen volgt integraal het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar omtrent het sluiten van het openbaar onderzoek en tot het afleveren van een gedeeltelijke omgevingsvergunning met voorwaarden aan de aanvrager.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het afleveren van een gedeeltelijke omgevingsvergunning met voorwaarden aan de aanvrager. 

Het college van burgemeester en schepenen weigert de omgevingsaanvraag voor het bouwen van de tuinberging bovenaan de productiehal, zoals weergegeven op de ingediende plannen.

Het college van burgemeester en schepenen neemt akte van de volgende milieurubrieken voor onbepaalde duur:

  • Rubriek 16.3.2
  • Rubriek 17.4
  • Rubriek 30.7.1.a

Het college van burgemeester en schepenen vergunt onder voorwaarden de omgevingsaanvraag voor het uitbreiden van het bedrijf met een productiehal, het bouwen van een conciërgewoning, het regulariseren van reclamebanners en het heraanleggen van het terrein, zoals weergegeven op de ingediende plannen die als bijlage de aanvraag zijn verbonden en voor zover rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarden.

Artikel 3

Volgende voorwaarden dienen strikt nageleefd te worden:

  1. Er moet voldaan worden aan het advies van de dienst Facilitair Management;
  2. De greenwall aan de conciërgewoning moet vervangen worden door een ondoorzichtige, lichtdoorlatende wand met een hoogte van 1,80m boven de pas van de terrasvloer.
  3. De groenbuffer achteraan het perceel dient aangeplant te worden in het eerstvolgend plantseizoen volgend op het bekomen van de omgevingsvergunning.   Bewijs hiervan dient uiterlijk 3 maanden na de aanplant bezorgd worden aan de dienst vergunningen en handhaving.   
  4. De klinkerverharding achteraan het bedrijfsgebouw mag enkel ter hoogte van de afvalcontainer aangelegd worden.
    Riolering
  5. Er dient voldaan te worden aan de voorwaarden en aanbevelingen opgelegd in het advies van Fluvius, zoals gevoegd in bijlage;
  6. De initiatiefnemer handelt volgens en voldoet aan de reglementering van de nutsmaatschappijen en draagt alle kosten die noodzakelijk zijn voor aansluiting op de nutsleidingen;
  7. De riolering moet uitgevoerd worden zoals weergegeven op de ingediende plannen én rekening houdend met het Algemeen Waterverkoopreglement en de voorwaarden van de rioleringsbeheerder Fluvius.
  8. Voor de aansluiting van de riolering van het perceel op het openbaar rioleringsstelsel dient een toelating van Fluvius bekomen te worden;
  9. Bij het gebruik van een droogzuiging voor het realiseren van de werken, dient voldaan te worden aan de Vlarem meldingsplicht via de gemeentelijke dienst Milieu & Duurzaamheid.   Niet verontreinigd bemalingswater moet bij voorkeur opnieuw in de bodem gebracht worden. Wanneer dit redelijkerwijze niet mogelijk is, moet geloosd worden in een oppervlaktewater, een kunstmatige afvoerweg voor hemelwater of een leiding voor het hemelwater. Indien de droogzuiging aangesloten moet worden op de openbare riolering dient hiervoor een toelating bekomen te worden. Indien een gescheiden rioleringsstelsel aanwezig is in de straat kan, indien niet anders mogelijk, de tijdelijke aansluiting enkel op het RWA-riool . De droogzuiging dient daarenboven beperkt te worden in tijd tot het hoogstnoodzakelijke; 
  10. Aanpassingen aan inrichtingen, constructies of beplantingen op het openbaar domein naar aanleiding van deze of toekomstige aanvraag voor een omgevingsvergunning zijn steeds ten laste van de aanvrager. Alle kosten naar aanleiding van een heraanplanting en/ of herstelwerken op/ aan het openbaar domein, uitgevoerd naar aanleiding van een omgevingsaanvraag van een particulier, blijven ten laste van de aanvrager.
    Terrein en gelijkgrondse berm:
  11. Aangezien er enkel beperkte wijzigingen van het terreinniveau voorzien zijn in de aanvraag, dient het bestaande terreinniveau maximaal behouden te blijven. Alle overtollige grond die vrijkomt bij het graven van de funderingen, dient verwijderd te worden via een erkende grondwerker of naar een erkende grondreinigingsplaats;
  12. Indien vastgesteld wordt bij het grondverzet dat de bodem van het perceel zou verontreinigd zijn, dient voldaan te worden aan het Vlaams Reglement betreffende de bodemsanering (VLAREBO, Vl. Reg. 13 oktober 2001 en zijn latere wijzigingen);
  13. De verharding van de beide inritten moet, in de gelijkgrondse berm, uitgevoerd worden in een vast, kleinschalig materiaal, waterdoorlatend aangelegd (geen gebroken steenslag). De gelijkgrondse berm moet als groenzone behouden te blijven behoudens de toegestane inrit. Het verhogen van de gelijkgrondse berm is altijd verboden;
  14. Voor de aanplant van bomen, hagen… nabij perceelscheidingen, dient rekening gehouden te worden met de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek;
    Andere voorwaarden:
  15. Bij de uitvoering van de bouwwerken moet rekening gehouden worden met het energiedecreet van 8 mei 2009 en het energiebesluit van 19 november 2010 en hun latere wijzigingen;
  16. Met betrekking tot de uitvoering van de gemene muren / erfscheidingen / aanplantingen op de scheiding, dient principieel met de buren een overeenkomst afgesloten te worden alvorens aan te vatten met de werken conform het Burgerlijk Wetboek;
  17. Bij gebrek aan een uitdrukkelijk akkoord omtrent de afwerking van de zichtbaar blijvende gevels op perceelgrens, dienen alle zichtbaar blijvende gevels binnen deze aanvraag en deze van de aangrenzende afgewerkt te worden door de laatst bouwende.   De zichtbaar blijvende gevels op perceelgrens moeten afgewerkt worden in een volwaardig gevelmateriaal. 
  18. De bouwheer dient, conform artikel 8 van het decreet op het archeologisch patrimonium de dato 30 juni 1993 en zijn latere wijzigingen, elk roerend of onroerend goed dat hij vindt of vermoedt gevonden te hebben, te melden binnen de 3 dagen aan het Onroerend Erfgoed Limburg, Hendrik Van Veldekegebouw, Koningin Astridlaan 50 bus 1 te 3500 Hasselt (www.onroerenderfgoed.be/een-vondst-melden);
  19. Het advies van de brandweer Hulpverleningszone Zuid-West Limburg, zoals als bijlage hierbij gevoegd, dient integraal gevolgd te worden.
    Op het ogenblik van de beëindiging der werken, en vóór de ingebruikname van het pand, zal de aanvrager de brandweer Hulpverleningszone Zuid-West Limburg hiervan in kennis stellen, ten einde de burgemeester op de hoogte te kunnen brengen van het feit of er al dan niet aan de opgelegde brandvoorzorgsmaatregelen gevolg werd gegeven.
    Gezien de veiligheid van het pand in het gedrang kan komen, worden geen omgevingsvergunningen meer afgeleverd alvorens voldaan werd aan de opgelegde brandbeveiligingsmaatregelen.
    Indien voor de uitvoering van de voorschriften van de brandweer Hulpverleningszone Zuid-West Limburg een wijziging van de omgevingsvergunning noodzakelijk is, dient deze voor de aanvang van de werken ingediend te worden;
  20. Er dient voldaan te worden aan de opmerkingen en aanbevelingen gesteld in het advies van Inter Vlaanderen, zoals gevoegd in bijlage;
  21. Er dient voldaan te worden aan de algemene en sectorale voorwaarden van Vlarem II;
  22. Indien vastgesteld wordt dat er straatmeubilair en/of laanbeplanting aanwezig is die dienen verplaatst en/of verwijderd te worden voor de uitvoering van deze vergunning, of bij de ingebruikname van het project, en er voor aanvang van de werken geen toelating bekomen wordt tot het verplaatsen van het straatmeubilair, moet er een gewijzigde vergunning aangevraagd worden die rekening houdt met het straatmeubilair en/of de laanbeplanting;
  23. De aanvrager is ertoe verplicht het college van burgemeester en schepenen op de hoogte te brengen van het begin van de stedenbouwkundige handelingen en/of exploitatie(s);

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.

Artikel 4

De bezwaarindieners worden op de hoogte gebracht van de beslissing van het schepencollege.

21.

2022_CBS_01330 - Energie - Capaciteitstarief - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
21.

2022_CBS_01330 - Energie - Capaciteitstarief - Goedkeuring

2022_CBS_01330 - Energie - Capaciteitstarief - Goedkeuring

Motivering

Verwijzingsdocumenten

De brief van Fluvius cvba.

Feiten context en argumentatie

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het schrijven van Fluvius cvba. In dit schrijven vragen ze ons om voor verschillende gemeentelijke gebouwen het toegangsvermogen door te geven.

Vanaf 1 januari 2023 wordt de netkost namelijk op volgende manier bepaald:

- 50% op basis van uw toegangsvermogen

- 50% op basis van uw werkelijke maandpiek

Het toegangsvermogen is het maandelijks maximum verbruik. Dit verschilt per gebouw. 

Wanneer we overschatten, betalen we voor te veel capaciteit. Wanneer we onderschatten, zal een overschrijdingstarief aangerekend worden. Het overschrijdingstarief zal dan voor 12 maanden aangerekend worden. Bij onderschatting gaan we steeds meer betalen dan bij een beperkte overschatting.

We kunnen steeds het toegangsvermogen naar onder aanpassen. Eens vastgesteld kan het niet meer naar omhoog.

Nota dienst

Samen met de dienst patrimonium werd voor de verschillende gebouwen het toegangsvermogen bepaald. Zie hieronder het overzichtslijstje. Jaarlijks zal deze lijst gecontroleerd worden en de nodige aanpassingen doorgevoerd worden. Belangrijk is dus ook hier dat we gaan besparen op elektriciteit en waar mogelijk zo veel mogelijk zonnepanelen plaatsen om zo de maandelijkse afname van elektriciteit te doen dalen. Hierdoor zal ook onze netkost dalen.


Toegangsvermogen
Gemeentehuis6000 kWh
Bibliotheek2500 kWh
Centraal gebouw Basvelden2900 kWh
Evenementenhal Den Dijk15800 kWh
GC Tentakel7200 kWh
Werkplaatsen11200 kWh
Jeugdlokalen1400 kWh
Sporthal Ter Donk3700 kWh
OCMW/politie8600kWh
Uitpunt1500 kWh


Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen keurt het voorgestelde toegangsvermogen goed en maakt dit over aan Fluvius cvba.

22.

2022_CBS_01331 - Tijdelijk aanvullend verkeersreglement - nieuwjaarsdrink 'den Hazendans' - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
22.

2022_CBS_01331 - Tijdelijk aanvullend verkeersreglement - nieuwjaarsdrink 'den Hazendans' - Goedkeuring

2022_CBS_01331 - Tijdelijk aanvullend verkeersreglement - nieuwjaarsdrink 'den Hazendans' - Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

Overwegende dat het in het belang van de openbare orde, rust en veiligheid noodzakelijk is dat er voor de inrichting van bovengenoemde manifestaties, bijzondere verkeersmaatregelen worden getroffen;

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit om een tijdelijk aanvullend verkeersreglement inzake nieuwjaarsdrink 'den Hazendans' op zondag  8 januari 2023 en zondag 15 januari 2023 uit te vaardigen.

Artikel 2

Op zondag 8 januari 2023 en zondag 15 januari 2023  tussen 09.00 en 18.00 uur wordt het verkeer van voertuigen, uitgezonderd deze van hulp- en veiligheidsdiensten, verboden in de Hazendansweg (doodlopend gedeelte vanaf kruispunt Nieuwe Hazendansweg).

Artikel 3

Het verbod wordt aan de weggebruikers ter kennis gebracht door middel van het verkeersbord C3, met gepast onderbord, geplaatst op een nadarafsluiting.

De signalisatie moet worden verlicht tussen het vallen van de avond en het aanbreken van de dag en als de zichtbaarheid minder is dan 200 meter.

Artikel 4

Door dit reglement worden de bestaande aanvullende gemeentelijke verkeersreglementen opgeschort voor zover zij betrekking hebben op de straten bedoeld in artikel 2 en dit voor zover deze strijdig zijn met huidig reglement.

Artikel 5

Inbreuken op de beschikkingen van onderhavige verordening kunnen vastgesteld worden door de leden van de federale en lokale politie.

Artikel 6

De politie kan bijkomende maatregelen nemen om de openbare orde, rust en veiligheid te handhaven en zowel inrichters als de deelnemer moeten deze naleven.

Artikel 7

De aanvrager is aansprakelijk voor de schade aan het openbaar domein zo deze rechtstreeks of onrechtstreeks het gevolg is van het bestaan van de manifestatie.

Artikel 8

Het college van burgemeester en schepenen beveelt dat onderhavige verordening zal bekendgemaakt worden overeenkomstig het decreet.

23.

2022_CBS_01332 - Tijdelijk aanvullend verkeersreglement - nieuwjaarsdrink Putsmolen - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
23.

2022_CBS_01332 - Tijdelijk aanvullend verkeersreglement - nieuwjaarsdrink Putsmolen - Goedkeuring

2022_CBS_01332 - Tijdelijk aanvullend verkeersreglement - nieuwjaarsdrink Putsmolen - Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

Overwegende dat het in het belang van de openbare orde, rust en veiligheid noodzakelijk is dat er voor de inrichting van bovengenoemde manifestaties, bijzondere verkeersmaatregelen worden getroffen;

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit om een tijdelijk aanvullend verkeersreglement inzake de nieuwjaarsdrink Putsmolen op zaterdag 14 januari 2023 uit te vaardigen als volgt:

Artikel 2

Van zaterdag 14 januari 2023 te 09.00 uur tot zondag 15 januari 2023 te 12.00 uur is het verkeer van voertuigen, uitgezonderd bewoners en hulp- en veiligheidsdiensten, verboden in de Korenmolenweg (tussen Blikveldweg en Grote Hemmenweg) en de Putsveldweg.

Artikel 3

Dit verbod wordt ter kennis gebracht aan de weggebruikers door de verkeerstekens C3, geplaatst op een nadarafsluiting. De signalisatie moet worden verlicht tussen het vallen van de avond en het aanbreken van de dag en als de zichtbaarheid minder is dan 200 meter.

Artikel 4

Voor het doorgaand verkeer verloopt de wegomlegging via de Blikveldweg.

Artikel 5

Deze wegomlegging wordt ter kennis gebracht van de weggebruikers door de verkeerstekens F41.

Artikel 6

Door dit reglement worden de bestaande aanvullende gemeentelijke verkeersreglementen opgeschort voor zover zij betrekking hebben op de straten bedoeld in artikel 2 en 4 en dit voor zover deze strijdig zijn met huidig reglement.

Artikel 7

Inbreuken op de beschikkingen van onderhavige verordening kunnen vastgesteld worden door de leden van de federale en lokale politie.

Artikel 8

Inbreuken op de beschikkingen van onderhavige verordening worden bestraft met politiestraffen, voor zover door wetten die op dit stuk zouden bestaan, geen andere straffen zijn voorzien.

Artikel 9

De politie kan bijkomende maatregelen nemen om de openbare orde, rust en veiligheid te handhaven en zowel inrichters als de deelnemer moeten deze naleven.

Artikel 10

De aanvrager zorgt ervoor dat ten allen tijden een obstakelvrije doorgang wordt voorzien van minimum 3,00 meter voor de hulp- en veiligheidsdiensten.

Artikel 11

De aanvrager is aansprakelijk voor de schade aan het openbaar domein zo deze rechtstreeks of onrechtstreeks het gevolg is van het bestaan van de manifestatie.

Artikel 12

Het college van burgemeester en schepenen beveelt dat onderhavige verordening zal bekendgemaakt worden overeenkomstig het decreet.

24.

2022_CBS_01333 - Tijdelijk aanvullend verkeersreglement - nieuwjaarsreceptie Viartenstraat - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
24.

2022_CBS_01333 - Tijdelijk aanvullend verkeersreglement - nieuwjaarsreceptie Viartenstraat - Goedkeuring

2022_CBS_01333 - Tijdelijk aanvullend verkeersreglement - nieuwjaarsreceptie Viartenstraat - Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

Overwegende dat het in het belang van de openbare orde, rust en veiligheid noodzakelijk is dat er voor de inrichting van bovengenoemde manifestaties, bijzondere verkeersmaatregelen worden getroffen;

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit om een tijdelijk aanvullend verkeersreglement inzake de nieuwjaarsreceptie op zaterdag 14 januari 2023 uit te vaardigen als volgt:

Artikel 2

Van zaterdag 14 januari 2023 om 11.00 uur tot zondag 15 januari 2023 om 9.30 uur  is het verkeer van voertuigen, uitgezonderd bewoners en hulp- en veiligheidsdiensten, verboden in de Viartenstraat.

Artikel 3

Dit verbod wordt ter kennis gebracht aan de weggebruikers door de verkeerstekens C3, geplaatst op een nadarafsluiting. De signalisatie moet worden verlicht tussen het vallen van de avond en het aanbreken van de dag en als de zichtbaarheid minder is dan 200 meter.

Artikel 4

Voor het doorgaand verkeer zal de volgende wegomlegging ingelegd worden: Hennepveldweg - Korenmolenweg- Holsteenweg en omgekeerd.

Artikel 5

Deze wegomleggingen worden ter kennis gebracht van de weggebruikers door de verkeerstekens F41.

Artikel 6

Door dit reglement worden de bestaande aanvullende gemeentelijke verkeersreglementen opgeschort voor zover zij betrekking hebben op de straten bedoeld in artikel 2 en 4 en  dit voor zover deze strijdig zijn met huidig reglement.

Artikel 7

Inbreuken op de beschikkingen van onderhavige verordening kunnen vastgesteld worden door de leden van de federale en lokale politie.

Artikel 8

Inbreuken op de beschikkingen van onderhavige verordening worden bestraft met politiestraffen, voor zover door wetten die op dit stuk zouden bestaan, geen andere straffen zijn voorzien.

Artikel 9

De politie kan bijkomende maatregelen nemen om de openbare orde, rust en veiligheid te handhaven en zowel inrichters als de deelnemer moeten deze naleven.

Artikel 10

De aanvrager zorgt ervoor dat ten allen tijden een obstakelvrije doorgang wordt voorzien van minimum 3,00 meter voor de hulp- en veiligheidsdiensten.

Artikel 11

De aanvrager is aansprakelijk voor de schade aan het openbaar domein zo deze rechtstreeks of onrechtstreeks het gevolg is van het bestaan van de manifestatie.

Artikel 12

Het college van burgemeester en schepenen beveelt dat onderhavige verordening zal bekendgemaakt worden overeenkomstig het decreet.

25.

2022_CBS_01334 - Tijdelijk aanvullend verkeersreglement - receptie prins carnaval - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
25.

2022_CBS_01334 - Tijdelijk aanvullend verkeersreglement - receptie prins carnaval - Goedkeuring

2022_CBS_01334 - Tijdelijk aanvullend verkeersreglement - receptie prins carnaval - Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

Overwegende dat het in het belang van de openbare orde, rust en veiligheid noodzakelijk is dat er voor de inrichting van bovengenoemde manifestaties, bijzondere verkeersmaatregelen worden getroffen;

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit om een tijdelijk aanvullend verkeersreglement inzake de receptie van prins carnaval op zondag 19 februari 2023 uit te vaardigen.

Artikel 2

Op zondag 19 februari  2023  tussen 10.00 en 13.30 uur wordt het verkeer van voertuigen, uitgezonderd deze van hulp- en veiligheidsdiensten, verboden in de Ossendriesstraat.

Artikel 3

Het verbod wordt aan de weggebruikers ter kennis gebracht door middel van het verkeersbord C3, met gepast onderbord, geplaatst op een nadarafsluiting.

De signalisatie moet worden verlicht tussen het vallen van de avond en het aanbreken van de dag en als de zichtbaarheid minder is dan 200 meter.

Artikel 4

Voor het doorgaand verkeer zal de volgende wegomlegging ingelegd worden: Kleine Hemmenweg - Steentweg - Houthalenseweg - Berkenenstraat en omgekeerd.

Artikel 5

Deze wegomleggingen worden ter kennis gebracht van de weggebruikers door de verkeerstekens F41.

Artikel 6

Door dit reglement worden de bestaande aanvullende gemeentelijke verkeersreglementen opgeschort voor zover zij betrekking hebben op de straten bedoeld in artikel 2  en 4 en dit voor zover deze strijdig zijn met huidig reglement.

Artikel 7

Inbreuken op de beschikkingen van onderhavige verordening kunnen vastgesteld worden door de leden van de federale en lokale politie.

Artikel 8

Inbreuken op de beschikkingen van onderhavige verordening worden bestraft met politiestraffen, voor zover door wetten die op dit stuk zouden bestaan, geen andere straffen voorzien.

Artikel 9

De politie kan bijkomende maatregelen nemen om de openbare orde, rust en veiligheid te handhaven en zowel inrichters als de deelnemer moeten deze naleven.

Artikel 10

De aanvrager zorgt ervoor dat ten allen tijden een obstakelvrije doorgang wordt voorzien van minimum 3,00 meter voor de hulp- en veiligheidsdiensten.

Artikel 11

De aanvrager is aansprakelijk voor de schade aan het openbaar domein zo deze rechtstreeks of onrechtstreeks het gevolg is van het bestaan van de manifestatie.

Artikel 12

Het college van burgemeester en schepenen beveelt dat onderhavige verordening zal bekendgemaakt worden overeenkomstig het decreet.

26.

2022_CBS_01335 - Tijdelijk aanvullend verkeersreglement - buurtfeest Holsteenweg - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
26.

2022_CBS_01335 - Tijdelijk aanvullend verkeersreglement - buurtfeest Holsteenweg - Goedkeuring

2022_CBS_01335 - Tijdelijk aanvullend verkeersreglement - buurtfeest Holsteenweg - Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

Overwegende dat het in het belang van de openbare orde, rust en veiligheid noodzakelijk is dat er voor de inrichting van bovengenoemde manifestaties, bijzondere verkeersmaatregelen worden getroffen

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit om een tijdelijk aanvullend verkeersreglement inzake buurtfeest Holsteenweg op zaterdag 26 augustus 2023 uit te vaardigen.

Artikel 2

Van zaterdag 26 augustus 2023 van  08.00 uur tot zondag 27 augustus 2023 om 12.00 uur is het verkeer van voertuigen, uitgezonderd deze van hulp- en veiligheidsdiensten, verboden in de Holsteenweg tussen de Hengelhoefseweg  en de Koningsbergweg (Holsteenweg tussen huisnummers 21 en 29B).

Artikel 3

Dit verbod wordt ter kennis gebracht aan de weggebruikers door de verkeerstekens C3 geplaatst op een nadarafsluiting over de volledige breedte van de rijbaan. De signalisatie moet worden verlicht tussen het vallen van de avond en het aanbreken van de dag en als de zichtbaarheid minder is dan 200 meter.

Artikel 4

Voor het doorgaand verkeer zal de volgende wegomlegging ingelegd worden: Kapelbergweg – Holsteenweg – Koningsbergweg – Holsteenweg en omgekeerd.

Artikel 5

Deze wegomleggingen worden ter kennis gebracht van de weggebruikers door de verkeerstekens F41.

Artikel 6

Door dit reglement worden de bestaande aanvullende gemeentelijke verkeersreglementen opgeschort voor zover zij betrekking hebben op de straten bedoeld in de artikelen 2 en 4 en dit voor zover deze strijdig zijn met huidig reglement.

Artikel 7

Inbreuken op de beschikkingen van onderhavige verordening kunnen vastgesteld worden door de leden van de federale en lokale politie.

Artikel 8

Inbreuken op de beschikkingen van onderhavige verordening worden bestraft met politiestraffen, voor zover door wetten die op dit stuk zouden bestaan, geen andere straffen zijn voorzien.

Artikel 9

De politie kan bijkomende maatregelen nemen om de openbare orde, rust en veiligheid te handhaven en zowel inrichters als de deelnemer moeten deze naleven.

Artikel 10

De aanvrager zorgt ervoor dat ten allen tijden een obstakelvrije doorgang wordt voorzien van minimum 3,00 meter voor de hulp- en veiligheidsdiensten.

Artikel 11

De aanvrager is aansprakelijk voor de schade aan het openbaar domein zo deze rechtstreeks of onrechtstreeks het gevolg is van het bestaan van de manifestatie.

Artikel 12

Het college van burgemeester en schepenen beveelt dat onderhavige verordening zal bekendgemaakt worden overeenkomstig het decreet.

27.

2022_CBS_01336 - Subsidie sociaal culturele verenigingen - werkingsjaar 2021 - Goedkeuring

Goedgekeurd
27.

2022_CBS_01336 - Subsidie sociaal culturele verenigingen - werkingsjaar 2021 - Goedkeuring

2022_CBS_01336 - Subsidie sociaal culturele verenigingen - werkingsjaar 2021 - Goedkeuring
28.

2022_CBS_01337 - Subsidies straatfeesten 2022 - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
28.

2022_CBS_01337 - Subsidies straatfeesten 2022 - Goedkeuring

2022_CBS_01337 - Subsidies straatfeesten 2022 - Goedkeuring

Motivering

Verwijzingsdocumenten

Subsidiereglement straat-, wijk- en buurtfeesten dd. 24 februari 2014.

Feiten context en argumentatie

Subsidie Straatfeesten 2022

Evaluatie 2022/0064 Maexhofweg

Evaluatie is tijdig en volledig

Gemaakte en goedgekeurde kosten van 505 euro .

Het college beslist om een subsidie van 250 euro te betalen.

 

Evaluatie 2022/0092 Bookmolenweg

Evaluatie is tijdig en volledig

Gemaakte en goedgekeurde kosten van 315 euro .

Het college beslist om een subsidie van 250 euro te betalen.


Evaluatie 2022/00124 Mezenstraat

Evaluatie is tijdig en volledig

Gemaakte en goedgekeurde kosten van 256 euro .

Het college beslist om een subsidie van 250 euro te betalen.


Evaluatie 2022/0086 Kortestraat

Evaluatie is tijdig en volledig

Gemaakte en goedgekeurde kosten van 400 euro .

Het college beslist om een subsidie van 250 euro te betalen.


Evaluatie 2022/0089 Pallenhof

Evaluatie is tijdig en volledig

Gemaakte en goedgekeurde kosten van 232,25 euro .

Het college beslist om een subsidie van 232,25 euro te betalen.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Evaluatie 2022/0064 Maexhofweg

Evaluatie is tijdig en volledig

Gemaakte en goedgekeurde kosten van 505 euro .

Het college beslist om een subsidie van 250 euro te betalen.

 

Evaluatie 2022/0092 Bookmolenweg

Evaluatie is tijdig en volledig

Gemaakte en goedgekeurde kosten van 315 euro .

Het college beslist om een subsidie van 250 euro te betalen.


Evaluatie 2022/00124 Mezenstraat

Evaluatie is tijdig en volledig

Gemaakte en goedgekeurde kosten van 256 euro .

Het college beslist om een subsidie van 250 euro te betalen.


Evaluatie 2022/0086 Kortestraat

Evaluatie is tijdig en volledig

Gemaakte en goedgekeurde kosten van 400 euro .

Het college beslist om een subsidie van 250 euro te betalen.


Evaluatie 2022/0089 Pallenhof

Evaluatie is tijdig en volledig

Gemaakte en goedgekeurde kosten van 232,25 euro .

Het college beslist om een subsidie van 232,25 euro te betalen.

29.

2022_CBS_01338 - Actieplan en begroting 2023 ELZ Herkenrode - Kennisneming

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
29.

2022_CBS_01338 - Actieplan en begroting 2023 ELZ Herkenrode - Kennisneming

2022_CBS_01338 - Actieplan en begroting 2023 ELZ Herkenrode - Kennisneming

Motivering

Feiten context en argumentatie

Op AV van 6/12/22 werd de begroting voor ELZ Herkenrode voor het jaar 2023 voorgesteld en goedgekeurd door de aanwezige leden.

ELZ Herkenrode ontvangt 196108 euro subsidies. Hiervan gaat 75% naar personeelskost (dit moet tussen 60 en 80% bedragen). De algemene werkingskost bedraagt 20%, de administratieve werkingskost bedraagt 2% en de huisvesting 3%.

In bijlage vindt u de gedetailleerde begroting.

Ook het actieplan voor 2023 is geüpdatet.  Hierbij worden vooral de actieplannen die door corona en het opnemen van de taken in het vaccinatiecentrum zijn blijven liggen, terug hernomen.

Zo zijn er 5 strategische doelstellingen, dewelke telkens opgedeeld zijn in verschillende operationele doelen.

Voor gemeente Zonhoven is er bijvoorbeeld de uitrol van de Gele Dozen, inzetten op geestelijke gezondheid, aanpak van huisartsentekort, inzetten op netwerking van de eerstelijnspartners en uitbreiden van kennis, buurtgerichte zorg…  

In bijlage vindt u het gedetailleerd actieplan.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het actieplan en de begroting voor het jaar 2023 van ELZ Herkenrode. 

30.

2022_CBS_01339 - Kennisname problematiek onthaalgebeuren - Kennisneming

Goedgekeurd
30.

2022_CBS_01339 - Kennisname problematiek onthaalgebeuren - Kennisneming

2022_CBS_01339 - Kennisname problematiek onthaalgebeuren - Kennisneming
31.

2022_CBS_01340 - Kennisgeving verslag extra LOK naar aanleiding van problematiek onthaalgebeuren - Kennisneming

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
31.

2022_CBS_01340 - Kennisgeving verslag extra LOK naar aanleiding van problematiek onthaalgebeuren - Kennisneming

2022_CBS_01340 - Kennisgeving verslag extra LOK naar aanleiding van problematiek onthaalgebeuren - Kennisneming

Motivering

Feiten context en argumentatie

Op maandag 5 december 2022 heeft een  extra LOK plaatsgevonden met de betrokken diensten en kinderopvanginitiatieven van Zonhoven.
We zochten een oplossing voor de getroffen gezinnen die zonder kinderopvang zaten en we hebben een oplossing aan de ouders kunnen aanbieden.
Het verslag van het extra LOK is ter kennisneming te raadplegen.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag. 

32.

2022_CBS_01341 - Toekenning subsidie kinderopvang 2022 - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
32.

2022_CBS_01341 - Toekenning subsidie kinderopvang 2022 - Goedkeuring

2022_CBS_01341 - Toekenning subsidie kinderopvang 2022 - Goedkeuring

Motivering

Verwijzingsdocumenten

Besluit gemeentelijk subsidiereglement kinderopvang 2016 (zie bijlage). 

Feiten context en argumentatie

In kader van het meerjarenplan 2020-2025 van de gemeente Zonhoven kan een gemeentelijke subsidie toegekend worden aan organisaties, initiatieven en personen die in Zonhoven activiteiten ontwikkelen op vlak van kinderopvang. Deze subsidie wordt toegekend onder de vermelde voorwaarde in het 'Besluit subsidiereglement kinderopvang', goedgekeurd op de gemeenteraad van 27 juni 2016 (in bijlage). 

Toelichting subsidie aanvragen

Alle subsidieaanvragen voor het werkingsjaar 2022 (van 1 september 2021 t.e.m. 31 augustus 2022) werden tijdig en volledig met de gevraagde bijlagen ingediend. 

Overzicht uitbetaling kinderopvang 2022

ORGANISATIE BEDRAG 
Kinderdagverblijf Kleine Maatjes € 2 526,86
De Klodsberg € 2 370,94
De Pagadder € 1 620,94
t Alvermanneke € 11 292,76
Ferm Kinderopvang € 6 260,96
Opvang Toverfluit - Kosmos € 4 077,30
De Kleurdoos € 1 250,00
De Lettermolen € 1 250,00
De Zonnewijzer € 1 250,00
De Horizon€ 1 250,00
De St@rtbaan € 1 250,00
TOTAAL: € 34 399,76

In bijlage is de volledige berekeningswijze en puntentoekenning terug te vinden.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen keurt de uitbetaling van de subsidies kinderopvang 2022 aan de kinderopvanginitiatieven en kleuter- en basisscholen goed. 

33.

2022_CBS_01342 - Wijziging vergunning voor het exploiteren van dienst voor individueel bezoldigd personenvervoer - V-Cab - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
33.

2022_CBS_01342 - Wijziging vergunning voor het exploiteren van dienst voor individueel bezoldigd personenvervoer - V-Cab - Goedkeuring

2022_CBS_01342 - Wijziging vergunning voor het exploiteren van dienst voor individueel bezoldigd personenvervoer - V-Cab - Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie
Het decreet van 29.03.2019 bepaalt dat de gemeente waar de hoofdzetel gevestigd is, de vergunning aflevert.
Dit decreet is in voege van 01.01.2020.


Het wijzigen van de kentekenplaten houdt een wijziging van de vergunning in.

Het voertuig Porsche Panamera met kentekenplaat TXAJ214 wordt aan de vergunning toegevoegd. 


Deze wijzigingen worden ook in de Centaurusdatabank doorgevoerd.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen beslist goedkeuring te verlenen voor de wijziging van de vergunning voor het exploiteren van een dienst voor individueel bezoldigd personenvervoer aan de firma V-cab, Molenweg 5 te 3520 Zonhoven. 

Vervangen/nieuwe kentekenplaten

Fiat Talento - T XAJ 210

Nieuw voertuig

Porsche Panamera - T XAJ 214

34.

2022_CBS_01344 - Fluvius - Aanleg ondergronds net Hazendansweg en Grote Hemmenweg - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
34.

2022_CBS_01344 - Fluvius - Aanleg ondergronds net Hazendansweg en Grote Hemmenweg - Goedkeuring

2022_CBS_01344 - Fluvius - Aanleg ondergronds net Hazendansweg en Grote Hemmenweg - Goedkeuring

Motivering

Verwijzingsdocumenten

De offerte dd. 12 december 2022 van Fluvius voor de aanleg ondergronds net in de Hazendansweg
De offerte dd. 12 december 2022 van Fluvius voor de aanleg ondergronds net in de Grote Hemmenweg

Feiten context en argumentatie


Fluvius heeft twee offertes overgemaakt voor de aanleg van het ondergronds net in de Hazendansweg en de Grote Hemmenweg, namelijk:
- Zonhoven (500004033) - De raming bedraagt € 54.777,61
Het ondergronds brengen van de bovengrondse leidingen (openbare verlichting, laagspanning) in de Grote Hemmenweg, inclusief aansluiten en overkoppelen van de woningen. De kosten voor het verplaatsen van de palen werd omwille van verkeerstechnische redenen niet in rekening gebracht.
- Zonhoven (5000004036) - De raming bedraagt €34.922,15
Het ondergronds brengen van de bovengrondse leidingen (openbare verlichting, laagspanning) in de Hazendansweg, inclusief aansluiten en overkoppelen van de woningen

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepen beslist de offertes van Fluvius voor de werken "Aanleg ondergronds net Grote Hemmenweg en Hazendansweg" te aanvaarden en Fluvius te verzoeken als opdrachtgevend bestuur al het nodige te doen voor de uitvoering van de opdrachten mits naleving van de wetgeving inzake overheidsopdrachten.

Artikel 2

De kostprijs van de opdrachten worden geraamd op € 34.922,15 (Hazendansweg) en € 54.777,61 (Grote Hemmenweg) en zullen worden gefinancierd via MJP 395, "De Blikveldweg, Putsveldweg, Korenmolenweg, Hennepveldweg, Viartenstraat en Grote Hemmenweg (deel) worden heraangelegd".

35.

2022_CBS_01345 - Fluvius - Aanleg ondergronds net Ballewijerweg. - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
35.

2022_CBS_01345 - Fluvius - Aanleg ondergronds net Ballewijerweg. - Goedkeuring

2022_CBS_01345 - Fluvius - Aanleg ondergronds net Ballewijerweg. - Goedkeuring

Motivering

Verwijzingsdocumenten

De offerte dd. 13 december 2022 van Fluvius voor de aanleg ondergronds net in de Ballewijerweg.

Feiten context en argumentatie


Fluvius heeft een offerte overgemaakt voor de aanleg van het ondergronds net in de Ballewijerweg, namelijk:
- Zonhoven (60000002785) - De raming bedraagt €21.794,91
Het ondergronds brengen van de bovengrondse leidingen (openbare verlichting, laagspanning) in de Ballewijerweg, inclusief aansluiten en overkoppelen van de woningen.

De kosten voor het verplaatsen van de palen werd omwille van verkeerstechnische redenen niet in rekening gebracht. Deze kosten bedragen € 84.086,34 en worden gedragen door Fluvius.

De kosten voor het plaatsen van nieuwe palen en armaturen in de Ballewijerweg en aanpalende straten binnen het project bedraagt€ 59.594,34 en zullen verrekend worden bij de uitkering van de dividenden.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepen beslist de offertes van Fluvius voor de werken "Aanleg ondergronds net Ballewijerweg fase 2a" te aanvaarden en Fluvius te verzoeken als opdrachtgevend bestuur al het nodige te doen voor de uitvoering van de opdrachten mits naleving van de wetgeving inzake overheidsopdrachten.

Artikel 2

De kostprijs van de opdrachten worden geraamd op € 21.794,91 en zullen worden gefinancierd via MJP 397, "De Maexhofweg, Ballewijerweg en Ballebroekweg worden heraangelegd".

36.

2022_CBS_01347 - Disponibiliteit wegens ziekte of invaliditeit - vastbenoemd technisch assistent onderhoudsmecanicien - sector facilitair management - Goedkeuring

Goedgekeurd
36.

2022_CBS_01347 - Disponibiliteit wegens ziekte of invaliditeit - vastbenoemd technisch assistent onderhoudsmecanicien - sector facilitair management - Goedkeuring

2022_CBS_01347 - Disponibiliteit wegens ziekte of invaliditeit - vastbenoemd technisch assistent onderhoudsmecanicien - sector facilitair management - Goedkeuring
37.

2022_CBS_01348 - Disponibiliteit wegens ziekte of invaliditeit - vastbenoemd technisch assistent groenbeheer - sector facilitair management - Goedkeuring

Goedgekeurd
37.

2022_CBS_01348 - Disponibiliteit wegens ziekte of invaliditeit - vastbenoemd technisch assistent groenbeheer - sector facilitair management - Goedkeuring

2022_CBS_01348 - Disponibiliteit wegens ziekte of invaliditeit - vastbenoemd technisch assistent groenbeheer - sector facilitair management - Goedkeuring
38.

2022_CBS_01349 - Proces-verbaal selectieprocedure augustus 2022: voltijds contractueel diensthoofd communicatie B4-B5 - Kennisneming

Goedgekeurd
38.

2022_CBS_01349 - Proces-verbaal selectieprocedure augustus 2022: voltijds contractueel diensthoofd communicatie B4-B5 - Kennisneming

2022_CBS_01349 - Proces-verbaal selectieprocedure augustus 2022: voltijds contractueel diensthoofd communicatie B4-B5 - Kennisneming
39.

2022_CBS_01350 - Proces-verbaal selectieprocedure juni 2022: voltijds contractueel deskundige milieu B1-B3 - Kennisneming

Goedgekeurd
39.

2022_CBS_01350 - Proces-verbaal selectieprocedure juni 2022: voltijds contractueel deskundige milieu B1-B3 - Kennisneming

2022_CBS_01350 - Proces-verbaal selectieprocedure juni 2022: voltijds contractueel deskundige milieu B1-B3 - Kennisneming
40.

2022_CBS_01351 - Proces-verbaal selectieprocedure oktober-november 2022: voltijds contractueel afdelingshoofd informatiemanagement A1-A3 - Kennisneming

Goedgekeurd
40.

2022_CBS_01351 - Proces-verbaal selectieprocedure oktober-november 2022: voltijds contractueel afdelingshoofd informatiemanagement A1-A3 - Kennisneming

2022_CBS_01351 - Proces-verbaal selectieprocedure oktober-november 2022: voltijds contractueel afdelingshoofd informatiemanagement A1-A3 - Kennisneming
41.

2022_CBS_01352 - Stopzetting met wederzijds akkoord contract onbepaalde duur diensthoofd informatiemanagement, sector organisatiemanagement - Goedkeuring

Goedgekeurd
41.

2022_CBS_01352 - Stopzetting met wederzijds akkoord contract onbepaalde duur diensthoofd informatiemanagement, sector organisatiemanagement - Goedkeuring

2022_CBS_01352 - Stopzetting met wederzijds akkoord contract onbepaalde duur diensthoofd informatiemanagement, sector organisatiemanagement - Goedkeuring
42.

2022_CBS_01353 - Aanstelling voltijds contractueel afdelingshoofd informatiemanagement A1-A3 sector organisatiemanagement - Goedkeuring

Goedgekeurd
42.

2022_CBS_01353 - Aanstelling voltijds contractueel afdelingshoofd informatiemanagement A1-A3 sector organisatiemanagement - Goedkeuring

2022_CBS_01353 - Aanstelling voltijds contractueel afdelingshoofd informatiemanagement A1-A3 sector organisatiemanagement - Goedkeuring
43.

2022_CBS_01354 - Aanstelling voltijds deskundige milieu B1-B3 sector stadsontwikkeling - Goedkeuring

Goedgekeurd
43.

2022_CBS_01354 - Aanstelling voltijds deskundige milieu B1-B3 sector stadsontwikkeling - Goedkeuring

2022_CBS_01354 - Aanstelling voltijds deskundige milieu B1-B3 sector stadsontwikkeling - Goedkeuring
44.

2022_CBS_01355 - Kandidaturen voltijds contractueel zaalwachter, sector mens en maatschappij, dienst sport - Goedkeuring

Goedgekeurd
44.

2022_CBS_01355 - Kandidaturen voltijds contractueel zaalwachter, sector mens en maatschappij, dienst sport - Goedkeuring

2022_CBS_01355 - Kandidaturen voltijds contractueel zaalwachter, sector mens en maatschappij, dienst sport - Goedkeuring
45.

2022_CBS_01356 - Kandidaturen voltijds contractueel diensthoofd ICT - Goedkeuring

Goedgekeurd
45.

2022_CBS_01356 - Kandidaturen voltijds contractueel diensthoofd ICT - Goedkeuring

2022_CBS_01356 - Kandidaturen voltijds contractueel diensthoofd ICT - Goedkeuring
46.

2022_CBS_01357 - Openverklaring betrekking via aanwerving en bevordering: voltijds - contractueel deskundige communicatie B1-B3 - Goedkeuring

Goedgekeurd
46.

2022_CBS_01357 - Openverklaring betrekking via aanwerving en bevordering: voltijds - contractueel deskundige communicatie B1-B3 - Goedkeuring

2022_CBS_01357 - Openverklaring betrekking via aanwerving en bevordering: voltijds - contractueel deskundige communicatie B1-B3 - Goedkeuring
47.

2022_CBS_01361 - Openverklaring betrekkingen via aanwerving en bevordering diensthoofd sport B4-B5 - Goedkeuring

Goedgekeurd
47.

2022_CBS_01361 - Openverklaring betrekkingen via aanwerving en bevordering diensthoofd sport B4-B5 - Goedkeuring

2022_CBS_01361 - Openverklaring betrekkingen via aanwerving en bevordering diensthoofd sport B4-B5 - Goedkeuring
48.

2022_CBS_01358 - Dagelijks personeelsbeheer: beslissing algemeen directeur - Kennisneming

Goedgekeurd
48.

2022_CBS_01358 - Dagelijks personeelsbeheer: beslissing algemeen directeur - Kennisneming

2022_CBS_01358 - Dagelijks personeelsbeheer: beslissing algemeen directeur - Kennisneming