Reglement zoals toegevoegd in bijlage;
Reglement op heden van toepassing.
Door de overgang van een traditionele begraafplaats naar een parkbegraafplaats en het stopzetten van de mogelijkheid te bieden om een begraafplaats in concessie te nemen, dient het reglement betreffende de begraafplaatsen aangepast te worden.
Voor de inhoud van het reglement wordt integraal verwezen naar het reglement zoals toegevoegd in bijlage. De belangrijkste wijziging is dat er geen begrafenis in volle grond meer mogelijk wordt gemaakt, enkel in (graf- of urne)kelders, columbaria of middels uitstrooiing
Er dient afsluitend op gewezen te worden dat dit reglement in samenhang gelezen dient te worden met in eerste instantie het retributiereglement op gemeentelijke begraafplaatsen alsook de codex politieverordeningen. Vanzelfsprekend is de vigerende wetgeving eveneens van toepassing, op heden in het bijzonder het decreet op de begraafplaatsen en de lijkbezorging (16 januari 2004), alsook de uitvoeringsbesluiten en de omzendbrief (BZ-2006/03) daarbij horende. Hiernaast is ook het besluit van de Vlaamse Regering tot organisatie, inrichting en beheer van begraafplaatsen en crematoria (14 mei 2014).
Het goedkeuren van een reglement is een exclusieve bevoegdheid van de gemeenteraad. Dit reglement wordt bijgevolg ter goedkeuring geagendeerd op de eerstvolgende gemeenteraad.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het ontwerp van het reglement op de begraafplaatsen.
In navolging van een aantal eerder genomen (principiële) goedkeuringen rond het strategisch project 'Kolenspoor'
| Beslissing | Beslissingsorgaan | Datum |
| 2022_CBS_00828 - Projectstuurgroep deeltraject D3 fietssnelweg Kolenspoor - Principiële Goedkeuring
| college van burgemeester en schepenen | 02/08/2022
|
| 2019_GR_00173 - Nieuwe projectaanvraag in het kader van de subsidielijn 'strategische projecten' van het Departement Omgeving voor het Strategisch Project Kolenspoor - Principiële Goedkeuring | gemeenteraad | 09/09/2019 |
| 2019_CBS_00978 - Nieuwe projectaanvraag in het kader van de subsidielijn 'strategische projecten' van het Departement Omgeving voor het Strategisch Project Kolenspoor - Principiële Goedkeuring
| college van burgemeester en schepenen | 13/08/2019 |
| 2019_CBS_00307 - Afvaardiging en vaststelling mandaat stuurgroep Kolenspoor - Goedkeuring | college van burgemeester en schepenen | 12/03/2019 |
wordt nu een volgende fase in dit project voorgesteld. Onderstaande nota wordt door de projectgroep voorgelegd.
In uitvoering van de ruimtelijke visie Kolenspoorstad/Kolenspoorland (2020) ontwikkelt de provincie Limburg het strategisch project Kolenspoor door op 3 programmalijnen:
1) Aanleg van een innovatieve en duurzame fietssnelweg die opnieuw de verbinding maakt tussen de Kolenspoorgemeenten. Dit is de ruggengraat van het Kolenspoorproject. In een eerste fase wordt het segment tussen Genk en As aangelegd in 2024. De projectnota’s voor de andere segmenten zijn in opmaak.
2) Uitrol van een wervende Kolenspooridentiteit met bijhorende huisstijl en communicatie- en marketingstrategie die de herkenbaarheid en uitstraling van het gebied versterken.
3) Samenwerking faciliteren tussen de Kolenspoorgemeenten en stakeholders met als doel kennisuitwisseling en gezamenlijke projectontwikkeling.
Deze nota heeft betrekking op de 2de programmalijn: de opbouw van een Kolenspooridentiteit. Een stand van zaken over de andere onderdelen kan u terugvinden in de powerpoint in bijlage.
De afgelopen maanden heeft Connect in opdracht van de provincie Limburg en in samenwerking met de gemeenten en stakeholders, een visuele identiteit ontwikkeld voor het Kolenspoor: een identiteit die het verhaal van de regio vertelt (verleden én heden) en die ondersteunend en versterkend werkt ta.v. de merken die vandaag al actief zijn in het gebied (denk aan de gemeenten, LRM, Visit Limburg, De Wijers, Nationaal Park Hoge Kempen, etc..). Het Kolenspoormerk heeft geen concurrentiële marketingambitie, maar wil dat de bestaande merken en partners hun doelstellingen nog beter kunnen realiseren.
Het traject is uitgewerkt in verschillende stappen:
• Draagvlakenquête bij partners
• Workshops (2x) met communicatieverantwoordelijken gemeenten en stakeholders
• Bespreking in stuurgroep Kolenspoor (3x): overleg tussen provincie en burgemeesters van de 7 Kolenspoorgemeenten
Volgende instrumenten zijn vandaag klaar:
1) Een gemeenschappelijk narratief dat het uitgangspunt is voor alle communicatieacties. Kernwoorden zijn: mijnerfgoed, innovatie, economische ontwikkelingen, ontmoeten, fietsen en natuur (zie PPT in bijlage – big story)
2) Een visuele identiteit voor het Kolenspoor vertaald in een huisstijlhandboek met Kolenspoorlogo en creatieve elementen, maar ook met inrichtingselementen voor de ontwikkeling van verrassende Kolenspoorplekken langsheen het Kolenspoor. Op deze plekken krijg je een unieke kijk op de troeven van het gebied.
3) Opmaak communiciatie- en marketingplan om deze visuele identiteit uit te rollen en de regio op de kaart te zetten.
We kunnen de Kolenspooridentiteit nu zichtbaar maken op het terrein. We moeten hiervoor niet wachten tot de fietssnelweg volledig is aangelegd, maar willen nu reeds de troeven van de Kolenspoorregio van Beringen tot Maasmechelen op een sterke en collectieve manier naar buiten brengen.
Verbinding is de rode draad in het Kolenspoornarratief. Dit betekent dat samenwerking tussen de 7 Kolenspoorgemeenten essentieel is om het unieke en krachtige verhaal van de regio te vertellen en zo versterkend te werken t.a.v. de verschillende projecten en merken die vandaag en in de toekomst actief zijn op het Kolenspoor.
Provincie Limburg stelt daarom voor om de gemeenten actief te betrekken in het verder uitwerken en uitvoeren van het communicatie- en marketingplan. Dit betekent dat provincie en Kolenspoorgemeenten elk kwartaal in een communicatiewerkgroep een gezamenlijke communicatieplanning en -tijdlijn opmaken met concrete acties zoals een Kolenspoorwebsite, sociale media, een infomagazine én de ontwikkeling van Kolenspoorplekken langsheen de fietssnelweg. De Kolenspoorstuurgroep bewaakt de jaarplanning en het budget. Meer details vindt u in de powerpoint in bijlage.
Voor de uitvoering van het communicatieplan zal een budget van 150.000 EUR op jaarbasis worden voorzien. De inrichting van Kolenspoorplekken met infoborden, zitbanken etc. valt niet onder dit communicatie- en marketingbudget. Hiervoor zal een afzonderlijk investeringsbudget worden samengesteld. De provincie engageert zich om de helft van het communicatiebudget (75.000 EUR/jaar) te financieren als de 7 Kolenspoorgemeenten zich ook engageren om gezamenlijk de andere helft te financieren volgens een verdeelsleutel op basis van inwonersaantal, m² fietssnelweg en de aanwezigheid van Kolenspoorattractiepolen in de gemeente. (zie onderstaande tabel) Om continuïteit te brengen in het project wordt aan de gemeenten gevraagd om deze budgetten te reserveren voor de komende 3 jaar (2023-2025).
Verdeelsleutel communicatie- en marketingbudget Kolenspoor
| Provincie Limburg | 75.000 EUR/jaar |
| As | 4.958,02 EUR |
| Beringen | 14.115,59 EUR |
| Genk | 17.665,11 EUR |
| Heusden-Zolder | 11.737,11 EUR |
| Houthalen-Helchteren | 8.397,96 EUR |
| Maasmechelen | 9.202,08 EUR |
| Zonhoven | 8.924,12 EUR |
De provincie Limburg zal de regie op zich nemen van de communicatiewerkgroep waarin de gemeenten vertegenwoordigd zijn alsook de operationele uitwerking van de overkoepelende communicatie-instrumenten (website, sociale media, video, infomagazine….). Van de Kolenspoorgemeenten wordt verwacht dat ze actief deelnemen aan deze werkgroep en volgens het principe van wederkerigheid communicatie-acties over het Kolenspoor opzetten en het Kolenspoorlogo integreren.
Voor meer informatie kan contact worden opgenomen met de Kolenspoorcoördinator, Dominique Van Dijck (dominique.vandijck@thenewdrive.be – 0479/75 43 72)
Gunstig, gezien de gemeente een belangrijke link is van het kolenspoor is het opportuun om in te stappen in dit marketingverhaal.
Het gemeentebestuur Zonhoven neemt kennis van de stand van zaken van het Kolenspoorproject en gaat akkoord met het voorgestelde communicatie- en marketingplan. De gemeente engageert zich om deel te nemen aan gemeenschappelijke communicatie- en marketingacties voor het Kolenspoor. Het college van burgemeester en schepenen stemt in met een financiële bijdrage vanuit de gemeente van 8.924,12 EUR aan het totaalbudget voor de uitvoering van het marketing- en communicatieplan voor het Kolenspoor en de reservatie van deze budgetten voor de periode 2023-2025.
Het college van burgemeester en schepenen keurt de lijst van de bestelbons goed.
Het college van burgemeester en schepenen keurt de lijst van bestelbons goed voor een bedrag van € 32.483,56.
De interne nota van de vrijetijdsdiensten betreffende de herziening en aanpassing van de tarieven aan de programmatie.
De wijzigingen en nieuwe tarieven werden via mail bij elke dienst opgevraagd en verwerkt in dit besluit.
Het college van burgemeester en schepenen beslist :
Deze beslissing wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikels 286, 287 en 288 van het Decreet Lokaal Bestuur. Er wordt melding gemaakt bij de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur. Een afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan elke gemeentelijke dienst binnen "Vrije tijd".
Ontwerp-samenwerkingsovereenkomst
De verenigde veldritorganisatoren vzw staat in voor de algemene organisatie van de cyclo-cross, manche in de UCI Cyclo-cross World Cup 2022-2023, dewelke zal plaatsvinden op zondag 8 januari 2023 in en rond het domein Molenheide en natuurgebied de Teut, gelegen te Zonhoven, hierna genoemd de Veldrit.
De gemeente Zonhoven wordt gaststad/lokale partner van de Veldrit, waarbij de gemeente een faciliterende en ondersteunende rol op zich zal nemen, volgens de voorwaarden en modaliteiten zoals omschreven in de overeenkomst
Er wordt integraal verwezen naar de overeenkomst, zoals toegevoegd als bijlage bij dit besluit, omtrent de modaliteiten.
Gelet op het feit dat de ter beschikking stelling van de gronden, eigendom van de gemeente, aan de organisatoren een daad van beheer van gemeentelijke eigendommen in de zin van art. 56 §3, 1° van het decreet lokaal bestuur is en aldus een bevoegdheid van het college van burgemeester en schepenen, dat ook conform art. 56 §3, 8°, a van het decreet lokaal bestuur daden van beschikking van roerende goederen (uitleen materialen) een bevoegdheid van het college van burgemeester en schepenen is, evenals de tijdelijke ter beschikkingstelling van personeel aan derde rechtspersonen (art. 185 decreet lokaal bestuur) alsook het begrip dagelijks bestuur zoals goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 25 maart 2019 financiële verbintenissen onder de € 30.000,00 gedelegeerd heeft naar het college van burgemeester en schepenen (uitgave in casu bedraagt € 19.000,00), wordt gesteld dat het college van burgemeester en schepenen bevoegd is deze overeenkomst goed te keuren.
Het college van burgemeester en schepenen keurt de samenwerkingsovereenkomst cyclo-cross, zoals toegevoegd als bijlage bij dit besluit, integraal goed.
- Verdeling van de toegekende punten.
- Overzicht van de toegekende punten per club voor beleids- en impulssubsidies.
- Overzicht subsidiebedragen per club.
De door de gemeente erkende sportverenigingen kunnen rekenen of financiële ondersteuning. Hiervoor dient de sportclub een beleids- en impulssubsidiedossier in te vullen en te bezorgen aan de sportdienst.
Op basis van de ontvangen dossiers wordt door de sportdienst een verdeling voorgesteld conform met het beleidssubsidiereglement en het impulssubsidiereglement.
De sportdienst adviseert het college van burgemeester en schepenen om de voorgestelde verdeling van de subsidies goed te keuren.
Het verslag van de vergadering zit in de bijlagen.
In de varia werden volgende relevante vragen gesteld:
1. Vraag naar ondersteuning verenigingen bij de hoge energiekosten
Scouts en Gidsen Juventa vragen of de gemeente kan ondersteunen in de hoge energiekosten.
Momenteel is daarvoor geen subsidieregeling of budget voorzien in het meerjarenplan.
Er zijn wel een aantal mogelijkheden die de gemeente heeft om te ondersteunen:
2. Voorstel m.b.t. vorming en advies omtrent vzw-wetgeving voor verenigingen
Jos Meers (vroegere medewerker bij Formaat, bijna 40 jaar ervaring met het begeleiden van vzw's) doet het aanbod om een vorming van 3 uur en/of een advies op maat te geven m.b.t. recente wijzigingen in de wetgeving. Kostprijs bedraagt 78 euro + kilometervergoeding voor een avond vorming.
De jeugddienst stelt voor om zo'n vorming aan te bieden voor alle geïnteresseerde jeugd-, sport- en cultuurverenigingen.
3. Stand van zaken vraag zebrapad aan de lokalen van KSA Zonhoven
KSA Zonhoven vraagt een stand van zaken over het zebrapad, dat zij een tijd terug gevraagd hebben aan hun lokalen. In het voorjaar werd deze teruggekoppeld met de deskundige mobiliteit, de vraag zou worden bekeken. Omdat de vraag betrekkelijk eenvoudig is, vraagt de jeugdraad deze als quick win snel te behandelen.
Zie foto's in de bijlage.
Deze vraag wordt verder onderzocht en zal in de loop van januari 2023 geagendeerd worden op het college.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de jeugdraad van 10 december 2022.
Het college van burgemeester en schepenen geeft de principiële goedkeuring voor het organiseren van een vorming voor kleine lokale vzw's.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van het infomoment op 19.11.2022. Zie bijlage.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de opmerkingen van het intern overleg met de diensten patrimonium, facilitair management en afdeling ruimte.
De opmerkingen luiden als volgt:
- Voor de afmetingen van het agilityterrein worden bij voorkeur de officiële afmetingen aangehouden. Het heeft geen zin om de terreinen over te dimensioneren.
- Geen twee, maar 1 parkeerzone te voorzien op eigen terrein, van minstens 40 wagens. Bij voorkeur wordt er een maximale afwikkeling van de parkeerplaatsen op eigen terrein voorzien, zonder belemmering van de speelmogelijkheden.
- Er worden 2 parkings voorzien op het naastliggend perceel van het OCMW, in gebruik door TOP vzw. Vanuit efficiënt ruimtegebruik worden deze 2 parking samengevoegd tot 1 grote parking waarbij een afsluiting zorgt voor een afscheiding tussen de parking en het gebouw. Op deze manier is slechts 1 in- en uitrit nodig.
- Wanneer een overloopparking wordt voorzien op het naastliggend terrein, in eigendom van het OCMW, kan dit een belemmering vormen bij een eventuele verkoop van deze grond en industriehal. Door het afsluiten van een overeenkomst met de huurder (of voorwaarden in de verkoopakte bij een verkoop) kan een zekerheid ingebouwd worden.
- De verharding van het gebouw en parking moeten meer geconcentreerd worden. Nu wordt dit te verspreid ingetekend wat leidt tot te veel verharding.
Nota dienst:
De inspraakronde eindigt op 30.12.2022. Tot op heden werden geen reacties ontvangen. Op 19.11.2022 werd ter plaatse een participatiemoment gehouden. Een 10-tal geïnteresseerden kwamen opdagen, allen leden van de hondenclubs. Alle wettelijke verplichtingen omtrent bekendmaking van de inspraakperiode werden gevolgd.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van het infomoment op 19.11.2022.
Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord met de opmerkingen van de diensten en zal deze meenemen bij de beoordeling van de adviezen en eventuele inspraakreacties.
Het perceel is kadastraal gekend als afdeling 1, sectie B, nummer 818P7/deel.
Het deel van het perceel 818P7, weergegeven als lot 7 op het bijgevoegd plan, heeft een oppervlakte van 17ca.
Het deel van het perceel 818P7, weergegeven als lot 7 op het bijgevoegd plan, wordt gevoegd bij het perceel 849W.
Het geheel grenst alzo aan het openbaar domein en is bebouwbaar.
Het perceel is volgens het gewestplan gelegen in woonuitbreidingsgebied.
Het perceel is gelegen binnen het BPA Halveweg-herziening II, in een zone voor sociale woningbouw.
Het perceel doet momenteel dienst als peststrook bij de ontwikkeling van het binnengebied.
Het college van burgemeester en schepenen wenst volgende opmerkingen mee te geven, bij wijze van inlichting:
Het perceel is kadastraal gekend als afdeling 1, sectie B, nummer 818P7/deel.
Het deel van het perceel 818P7, weergegeven als lot 7 op het bijgevoegd plan, heeft een oppervlakte van 17ca.
Het deel van het perceel 818P7, weergegeven als lot 7 op het bijgevoegd plan, wordt gevoegd bij het perceel 849W.
Het geheel grenst alzo aan het openbaar domein en is bebouwbaar.
Het perceel is volgens het gewestplan gelegen in woonuitbreidingsgebied.
Het perceel is gelegen binnen het BPA Halveweg-herziening II, in een zone voor sociale woningbouw.
Het perceel doet momenteel dienst als peststrook bij de ontwikkeling van het binnengebied.
Beslissing van de Bestendige deputatie van 08 december 2022:
Artikel 1
§1. Aan de heer Joeri Hertogs, Ossendriesstraat 9 te 3520 Zonhoven wordt, onder de voorwaarden bepaald in dit besluit, de omgevingsvergunning verleend voor het slopen van de bestaande bebouwing en het bouwen van een tweewoonst en een bijgebouw (dubbele carport + 2 tuinbergingen), met als voorwerp:
- de volgende stedenbouwkundige handelingen:
- BOUWEN VAN EEN TWEEWOONST: Bouwen of herbouwen, in functie van wonen;
- SLOPEN VAN EEN BESTAANDE WONING: Slopen van niet vrijstaande gebouwen of constructies
met betrekking tot een terrein gelegen te Zonhoven ter plaatse Grote Hemmenweg 23 en 23A, kadastraal gekend: Afdeling 2, Sectie C, perceelnr. 526E2.
§2. De plannen, zoals opgeladen in het loket onder projectinhoud versie V3, maken er een integraal deel van uit.
Artikel 2 De in artikel 1 bedoelde vergunning wordt verleend voor onbepaalde duur.
Artikel 3 De in artikel 1 bedoelde vergunning wordt verleend:
§1. Voor wat betreft de stedenbouwkundige handelingen:
- onder volgende voorwaarden:
° de infiltratievoorziening moet een inhoud van 3 962 liter en een oppervlakte van 6,34m² hebben.
° links (recht deel en afgeschuind deel) en rechts van het terras op de eerste verdieping moet aan de binnenzijde van de terrasmuur over de volledige diepte van het terras een ondoorzichtig terrasscherm met een hoogte van 1m80 geplaatst te worden.
Artikel 4
De beslissing wordt ter beschikking gesteld van:
1) de beroeper, met name de heer Joeri Hertogs, Ossendriesstraat 9 te 3520 Zonhoven
2) het college van burgemeester en schepenen van Zonhoven, Kerkplein 1 te 3520 Zonhoven
3) de adviesinstanties, vermeld in artikel 35 en/of 37 die advies verlenen in eerste aanleg
Artikel 5
De beslissing wordt, overeenkomstig de artikelen 56 t.e.m. 63 van het besluit van 27 november 2015 van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet betreffende de Omgevingsvergunning van 25 april 2014 (OVB), bekendgemaakt door:
1° in voorkomend geval, de aanplakking van een affiche op de plaats waar het voorwerp van de vergunningsaanvraag uitgevoerd zal worden, conform artikel 59;
2° de publicatie op de website van de gemeente waar het voorwerp van de vergunningsaanvraag uitgevoerd zal worden, conform artikel 60;
3° in voorkomend geval, de publicatie in een dag- of weekblad, conform artikel 61;
4° in voorkomend geval, de individuele kennisgeving, conform artikel 62;
5° de analoge of digitale terinzagelegging van de beslissing in het gemeentehuis van de gemeente waar het voorwerp van de vergunningsaanvraag uitgevoerd zal worden, conform artikel 63.
Artikel 6
Tegen deze beslissing is geen georganiseerd administratief beroep mogelijk.
Er kan enkel nog een beroep ingesteld worden bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, Ellips-gebouw, Koning Albert ll-laan 35 bus 81 in 1030 Brussel.
Het beroep kan worden ingesteld door:
1° de vergunningsaanvrager, de vergunningshouder, de exploitant of de persoon die de melding heeft verricht;
2° het betrokken publiek;
3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties, vermeld in artikel 24 of in artikel 42 (van het OVD) of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde, als die instantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;
4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;
5° (...)
6° de leidend ambtenaar van het departement Omgeving, of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde;
7° de leidend ambtenaar van het agentschap Innoveren & Ondernemen of bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde, als het project vergunningsplichtige kleinhandelsactiviteiten omvat;
8° de leidend ambtenaar van het agentschap, bevoegd voor natuur en bos, of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde als het project vergunningsplichtige wijzigingen van de vegetatie omvat.
De persoon aan wie kan worden verweten dat hij een voor hem nadelige vergunningsbeslissing niet heeft bestreden door middel van het daartoe openstaande georganiseerd administratief beroep bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52 (van het OVD) wordt geacht te hebben verzaakt aan zijn recht om zich tot de Raad voor Vergunningsbetwistingen te wenden.
Het beroep moet met een verzoekschrift tot vernietiging, al of niet gepaard gaande met een vordering tot schorsing op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending worden ingesteld binnen een vervaltermijn van 45 dagen, die ingaat:
1° de dag na de datum van de betekening voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;
2° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de beslissing in de overige gevallen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de beslissing van de Bestendige deputatie van 08 december 2022.
Het college van burgemeester en schepenen besluit over te gaan tot de bekendmaking van deze beslissing overeenkomstig de artikelen 56 t.e.m 63 van het besluit van 27 november 2015 van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014.
Het college van burgemeester en schepenen beslist de bezwaarindieners in kennis te stellen van de beslissing van de deputatie.
STEDENBOUWKUNDIG EN MILIEUTECHNISCH advies - verslag GEMEENTELIJKE omgevingsambtenaar
De aanvraag betreft het slopen van een afdak, het uitbreiden en verbouwen van de bestaande woning, het regulariseren van een terras en het regulariseren van de voorgevel en het bestaande tuinhuis.
De aanvraag werd op 07/07/2022 ontvangen.
Op 04/08/2022 werd aanvullende informatie opgevraagd.
Op 22/08/2022 werd de gevraagde aanvullende informatie aangeleverd.
Op 20/09/2022 werd de aanvraag ontvankelijk en volledig verklaard.
De gewone vergunningsprocedure wordt gevolgd.
Er werd een openbaar onderzoek gehouden, lopende van 30/09/2022 tot en met 29/10/2022, gesloten zonder bezwaarschriften.
HISTORIEK VAN HET EIGENDOM WAAROP DE AANVRAAG BETREKKING HEEFT
Stedenbouwkundig
Uit het aanvraagdossier / de gegevens waarover de gemeente beschikt (luchtfoto…) blijkt dat op het perceel van de aanvraag constructies en/ of handelingen werden opgericht/ verricht/ aanwezig zijn, waarvoor geen vergunning verleend werd. Het betreft het wijzigen van de voorgevel, het bouwen van een afdak en het bouwen van een tuinhuis.
Deze wederrechtelijk opgerichte constructies/ uitgevoerde handelingen werden opgenomen in de huidige aanvraag als te regulariseren voor wat betreft het tuinhuis en de voorgevel. De overkapping zal gesloopt worden.
Milieu
Het perceel is niet opgenomen in het Grondeninformatieregister.
OPENBAAR ONDERZOEK
Overeenkomstig artikel 17 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hoofdstuk 3 Toepassingsgebied van de gewone en vereenvoudigde procedure, artikels 11 t.e.m. 14 van het besluit tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning, werd dit dossier volgens de gewone procedure behandeld.
Er werd bijgevolg een openbaar onderzoek gehouden.
Het openbaar onderzoek werd georganiseerd van 30/09/2022 tot en met 29/10/2022.
Het aanvraagdossier bevat een schriftelijk akkoord van de eigenaars van het linker aanpalende perceel voor de aangevraagde werken.
Er werden geen bezwaren ingediend.
ADVIEZEN
Geen advies vereist
MILIEUEFFECTENRAPPORTAGE
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van bijlage I, II en III van het besluit inzake projectmilieueffectrapportage van 10 december 2004 en latere wijzigingen.
STEDENBOUWKUNDIG ADVIES
TOETSING AAN DE REGELGEVING EN VOORSCHRIFTEN
OVEREENSTEMMING MET BESTEMMINGS- EN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
Gewestplan
De aanvraag is volgens het geldende gewestplan Hasselt - Genk, goedgekeurd bij Koninklijk besluit op 3 april 1979, gelegen in woongebied.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van een goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen en latere wijzigingen).
Verkaveling
Het goed is gekend als lot 69 binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde verkaveling, waarvan de vergunning is afgeleverd op 16/03/1979 door het college van burgemeester en schepenen en gekend is onder nummer 7204.V.304. De verkavelingsvergunning is voor dit perceel niet vervallen.
De kavel kreeg als bestemming residentieel gebruik.
De aanvraag voldoet principieel aan de geldende bestemmingsvoorschriften maar niet aan de geldende verkavelingsvoorschriften.
Daarom wordt de aanvraag verder onderzocht op basis van de bepalingen zoals voorgeschreven in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, gewijzigd door het decreet van 8 december 2017 houdende wijziging van diverse bepalingen inzake ruimtelijke ordening, milieu en omgeving (zgn. Codextrein).
De Codextrein voorziet wijzigingen met als doel het verruimen van de mogelijkheden om ruimtelijk rendement te optimaliseren en het versoepelen van procedures.
Artikel 4.3.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening stelt dat de onverenigbaarheid van de aanvraag met de verkavelingsvoorschriften, binnen de omschrijving van een goedgekeurde en niet vervallen verkavelingen, ouder dan 15 jaar, niet langer een weigeringsgrond vormt voor de aanvraag.
Evenwel kan de afwijking niet worden toegestaan voor wat betreft voorschriften betreffende wegenis en openbaar groen.
De aanvraag betreft geen van deze elementen en kan dus niet geweigerd worden op basis van onverenigbaarheid met de voorschriften.
Vrijstelling vergunningsplicht
Volgens art. 2.1.2° van het besluit van de Vlaamse regering van 16 juli 2010 tot bepaling van handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is, is de aanvraag voor het kalleien van de gevels vrijgesteld van vergunning.
Er wordt besloten dat de aanvraag zonder voorwerp is voor het kalleien van de gevels. Hierover wordt dan ook geen uitspraak gedaan.
Stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater
De aanvraag valt onder de toepassing van het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 en latere wijzigingen, houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
De plannen geven aan dat voor de uitbreiding woning met een horizontale dakoppervlakte van 49,23m² een infiltratievoorziening wordt voorzien waarvan de oppervlakte en het volume voldoen aan de verordening. Als extra wordt er ook nog een hemelwaterput voorzien door de aanvrager met een volume van 10 000 liter. Deze hemelwaterput wordt aangesloten op de volledige dakoppervlakte van 187,23m². De overloop gebeurt naar het infiltratiebekken.
De verordening is niet van toepassing voor wat betreft de aanleg van de voorziene verhardingen omdat het hemelwater dat op de verharding valt niet wordt opgevangen en afgevoerd, maar op natuurlijke wijze op eigen terrein in de bodem kan infiltreren.
De aanvraag voldoet aan deze stedenbouwkundige verordening.
Riolering
Het perceel is op het zoneringplan voor riolering, goedgekeurd bij Ministerieel besluit de dato 19 september 2008, gelegen in “centrale gebied”. Een individuele voorbehandelinginstallatie (septische put) moet niet aangelegd worden.
Algemene bepalingen betreffende riolering en waterafvoer:
We raden aan om:
Keuring privéwaterafvoer
Door het in voege treden van het Algemeen Waterverkoopreglement is de keuring van privéwaterafvoer verplicht vanaf 1 juli 2011. Elke rioleringsaansluiting op het openbaar saneringsnet dient een keuring van de privéwaterafvoer te ondergaan conform artikel 12, §1 van het Algemeen Waterverkoopreglement en dit bij de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer. Enkel de door Fluvius erkende keurders komen hiervoor in aanmerking (een lijst kan u terugvinden op de website van Fluvius: www.fluvius.be).
Watertoets
Het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013,verplicht de vergunningverlenende overheid om de watertoets uit te voeren bij elke aanvraag tot omgevingsvergunning. Dit decreet vormt het juridisch kader voor het integraal waterbeleid in Vlaanderen. Het decreet bevat ook de omzetting van de kaderrichtlijn Water en de Overstromingsrichtlijn.
Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Voor het betrokken project werd de watertoets uitgevoerd volgens de richtlijnen van het uitvoeringsbesluit van 20 juli 2006. Dit Watertoetsbesluit werd gewijzigd bij Besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011. Dit besluit is in werking getreden op 1 maart 2012.
Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Zoals hoger aangehaald voldoet het voorliggende ontwerp aan deze verordening. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
De aanvraag doorstaat de watertoets.
Archeologienota
Conform het Onroerenderfgoeddecreet de dato 12 juli 2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag gezien de perceeloppervlakte kleiner is dan 3 000m².
Indien men niet verplicht is tot het opstellen van een archeologienota en tijdens de uitvoering komen er toch archeologische sporen of vondsten aan het licht, dan dient de bouwheer dit te melden binnen de 3 dagen aan het agentschap Onroerend Erfgoed (www.onroerenderfgoed.be).
Overige regelgeving
Decreet rookmelders
Het decreet van 10 maart 2017, houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, wat het verbeteren van de brandveiligheid door het algemeen invoeren van optische rookmelders voor woningen betreft, bepaalt dat alle woningen in Vlaanderen moeten uitgerust worden met correct geïnstalleerde rookmelders of dienen te beschikken over een branddetectiesysteem.
De voorliggende aanvraag voldoet hieraan: er worden rookmelders geplaatst in de inkomhal, de keuken en nachthal.
Indien principieel voldaan maar plaatsing minder aangewezen kan je volgende toevoegen:
Opmerking: de plaatsing van rookmelders in ruimtes waar dampen en rookgassen gebruikelijk kunnen voorkomen (garages, keukens, badkamers en ook wasplaats) kan aanleiding geven tot valse meldingen. Hier is het meer aangewezen een hittemelder te plaatsen.
Het is aangewezen om rookmelders te plaatsen in elke ruimte waar u doorheen moet op weg naar buiten (zoals inkomhal, doorgang, nachthal, traphal…).
Energiedecreet
De aanvraag dient te voldoen aan het energiedecreet van 8 mei 2009 en het energiebesluit van 19 november 2010 en hun latere aanvullingen en wijzigingen.
Slopen
De afbraak dient te gebeuren tot in de grond en de plaats moet hersteld worden in de vorige toestand.
Aan de afbraak is geen milieuvergunningsplicht verbonden, wel dient rekening gehouden te worden met de wettelijke verplichtingen opgenomen in het Vlarem II, omgevingsvergunningsdecreet, het bodemsaneringsdecreet en het materialendecreet. Vooraleer te starten met de afbraakwerken dienen de constructies volledig ontruimd te worden. De afvalstoffen die vrijkomen bij de afbraakwerken dienen selectief ingezameld te worden.
Alle bouw-, sloop- en infrastructuurwerken in open lucht dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II, hoofdstuk 6.12 Beheersing van stofemissies tijdens bouw- , sloop- en infrastructuurwerken”, indien deze uitgevoerd worden door een aannemer.
Het verwijderen van asbest dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II Beheersing van asbest, hoofdstuk 6.4.
Grondverzet
Uit het ingediende dossier blijkt niet dat een grondverzet (met aanvoer/ afvoer) van meer dan 250m³ zal plaatsvinden. De regelgeving omtrent grondverzet is niet van toepassing.
Lichten en zichten
De aanvraag werd getoetst aan art. 675 tot en met 680 bis van het burgerlijk wetboek dat bepalingen bevat inzake zichten en lichten op een naburig erf.
De aanvraag is verenigbaar met de regelgeving.
Toetsing AAN DE goede ruimtelijke ordening
OMSCHRIJVING VAN DE FEITELIJKE AANVRAAG
De aanvraag omvat het slopen van een afdak, het uitbreiden en verbouwen van de bestaande woning, het regulariseren van een terras en het regulariseren van de voorgevel en het bestaande tuinhuis.
BEOORDELING VAN DE GOEDE RUIMTELIJKE ORDENING
Artikel 4.3.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening stelt dat binnen de omschrijving van een goedgekeurde, niet vervallen verkavelingen ouder dan 15 jaar onverenigbaarheid van de aanvraag met de stedenbouwkundige voorschriften niet langer een grond vormt voor weigering van de aanvraag.
De hierboven vermelde goedgekeurde, niet vervallen verkaveling is goedgekeurd dd. 16/03/1979 en dus komt de aanvraag principieel in aanmerking voor deze regeling.
Evenwel kan de afwijking niet worden toegestaan voor wat betreft voorschriften betreffende wegenis en openbaar groen. Het betreft geen van deze elementen en dus kan de aanvraag niet geweigerd worden op basis van onverenigbaarheid met de voorschriften. Tenslotte dient de aanvraag getoetst aan de goede ruimtelijke ordening.
De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen:
1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;
2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in 1°, in rekening brengen;
Omschrijving ligging en omgeving
Het perceel van de aanvraag is gelegen aan de Vlasbergweg, een voldoende uitgeruste gemeenteweg.
De omgeving wordt gekenmerkt door voornamelijk residentiële bebouwing in open en halfopen/ verband.
Omschrijving van de aanvraag
Momenteel is het perceel bebouwd met een eengezinswoning bestaande uit 1 bouwlaag met een hellend dak. Achteraan de woning werd een afdak opgericht zonder het verkrijgen van een vergunning. In de achtertuin werd er ook nog een tuinhuis opgericht zonder vergunning.
De vrijstaande woning is te verbouwen en uit te breiden. Het bestaande gelijkvloerse volume met zadeldak is aan de achterzijde met een gelijkvloers volume met zadeldak uit te breiden. Het aanwezige afdak is hiervoor af te breken. Buiten de uitbreiding zijn nieuwe ramen te plaatsen en is de gevel met een kalei af te werken. Ook zal de tuinberging opgenomen worden binnen deze aanvraag als te regulariseren.
Een regularisatie moet met dezelfde criteria beoordeeld worden als een nieuwe aanvraag. Het kan immers niet zijn dat de regularisatie soepeler zou beoordeeld worden om reden dat de werken reeds uitgevoerd zijn.
Functionele inpasbaarheid in de onmiddellijke en ruime omgeving
De uitbreiding van de bestaande woning en het plaatsen van een hellend dak hierop is functioneel inpasbaar in de onmiddellijke en de ruime omgeving. Alsook het regulariseren van de tuinberging.
Mobiliteitsimpact
De aanvraag voorziet in 2 autostaanplaatsen op de inrit aan de rechterzijde van de woning.
Het aantal autostaanplaatsen stemt overeen met het aantal woongelegenheden à rato van 1,5 per wooneenheid. Er wordt slechts 1 inrit met een max. breedte van 3m ter hoogte van de rooilijn toegelaten. Daarom wordt als vergunningsvoorwaarde opgelegd dat uitgezonderd de inrit met een breedte van 3 meter, het perceel ter hoogte van de rooilijn/ voorste perceelgrens ontoegankelijk moet worden gemaakt voor voertuigen.
De schaal van de voorgenomen werken, het ruimtegebruik en de visueel-vormelijke elementen
Na het afbreken van het bestaande afdak aan de achterzijde van de woning wordt er op deze locatie een uitbreiding voorzien tot op 3m van de rechter perceelgrens. Deze uitbreiding zorgt ervoor dat de maximale bouwdiepte van de woning 17m zal bedragen. De uitbreiding heeft een totale breedte van 7,6m. Binnen deze uitbreiding zullen de keuken en de eethoek geplaatst worden om zo een verbinding te creëren tussen de leefruimtes en de tuinzone.
Op het verdiepingsniveau wordt er een uitbreiding voorzien onder het hellend dak dat geplaatst wordt boven de gelijkvloerse uitbreiding. Hierdoor kan er een toilet, een douchecel en een extra slaapkamer gecreëerd worden.
Dergelijke uitbreiding aan de woning tot een bouwdiepte van 17m bestaande uit 1 bouwlaag met een hellend dak kan ruimtelijk aanvaard worden. Er wordt geen hinder verwacht naar de naastliggende buren. De uitbreiding zorgt ervoor dat de connectie tussen tuin en de woning verbeterd zal worden.
In de achtertuin op 0,20m tot 0,40m van de linker perceelgrens werd er een tuinberging opgericht. De oppervlakte van de tuinberging bedraagt 17,52m². De constructie bestaat uit 1 bouwlaag afgewerkt met een hellend dak waarvan de kroonlijsthoogte 2,10m bedraagt en de nokhoogte 2,30m bedraagt ten opzichte van het maaiveld. De tuinberging werd uitgevoerd in hout. Aangezien het gaat om een tuinberging met een beperkte oppervlakte en hoogte zal er geen overdreven hinder verwacht worden op deze locatie. De tuinberging kan dus met deze dimensies en op deze locatie aanvaard worden. Ook werd er nog een akkoord toegevoegd van de linker buur.
Rechts van de woning wordt een oprit aangelegd met een breedte van 3m in betonklinkers. Vanuit deze inrit loopt er ook nog een beperkt pad voor de woning in dezelfde betonklinkers. De oppervlakte van deze betonklinkers bedraagt 66,49m². In de voortuin worden ook kiezels aangelegd. Deze kiezelverharding heeft een oppervlakte van 77,61m². Bovenstaande verhardingen zorgen ervoor dat de verhardingsgraad van de voortuin ±83% bedraagt. De gemeente Zonhoven streeft naar een maximale verhardingsgraad van 50% in de voortuin. De reeds aangelegde kiezelverharding zal dus verwijderd moeten worden en vervangen worden door een groenaanplant zodat het minimale groenpercentage van 50% behaald wordt in de voortuin.
In de achtertuin worden er verhardingen voorzien rondom de bestaande tuinberging in betonklinkers met een oppervlakte van 4,94m². Verder werd er rechts achteraan een terras opgericht met houten planken. Deze heeft een oppervlakte van 13,81m². Voor dit terras liggen er ook betonklinkers met een oppervlakte van 1,49m². In de achtertuin worden de verhardingen gereduceerd naar 20,24m² hetgeen als positief beoordeeld kan worden.
Het gehele project zorgt voor een verhardingsgraad van ±38%. Er is dus nog steeds voldoende groen aanwezig op het perceel. Om het groenkarakter van Zonhoven te behouden kunnen echter de vele verhardingen in de voortuin niet toegestaan worden en zal in de voorwaarden van deze vergunning opgenomen worden dat deze gereduceerd moeten worden naar maximaal 50% verharding, met de voorkeur om deze nog meer te beperken. Voor het overige voldoet deze aanvraag aan de goede ruimtelijke ordening voor wat betreft de uitbreiding van de woning en het regulariseren van het tuinhuis.
Bodemreliëf
Aangezien er geen wijzigingen van het terreinniveau voorzien zijn in de aanvraag, dient het bestaande terreinniveau behouden te blijven. Alle overtollige grond die vrijkomt bij het graven van de funderingen, dient verwijderd te worden via een erkende grondwerker of naar een erkende grondreinigingsplaats.
De aanvraag voldoet aan de criteria voor de goede ruimtelijke ordening in de onmiddellijke en ruime omgeving op voorwaarde dat de verhardingen in de voortuin gereduceerd worden naar een maximale verhardingsgraad van 50%, met de voorkeur deze nog meer te beperken.
De aanvraag voldoet niet aan de criteria voor de goede ruimtelijke ordening in de onmiddellijke en ruime omgeving voor wat betreft de kiezelverharding in de voortuin.
BESPREKING ADVIEZEN
Er werden geen adviezen opgevraagd.
Uit de bovenstaande motivering blijkt dat de schaal en het uiterlijk van de voorgenomen werken op voldoende wijze ruimtelijk inpassen in de onmiddellijke en ruime omgeving. De aanvraag is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening mits er voldaan wordt aan de voorwaarden gesteld in deze omgevingsvergunning.
De aanvraag is niet verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening voor wat betreft de kiezelverharding in de voortuin.
MILIEUTECHNISCH ADVIES
Niet van toepassing.
GECOÖRDINEERD EINDADVIES
Uit bovenstaande motiveringen blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen inzake milieu en ruimtelijke ordening, en dat het voorgestelde ontwerp deels verenigbaar is met de goede plaatselijke ordening en met zijn onmiddellijke omgeving.
De aanvraag is deels vatbaar voor een omgevingsvergunning mits het opleggen van voorwaarden.
De voorliggende aanvraag is verenigbaar met de wettelijke bepalingen inzake milieu en ruimtelijke ordening en is integreerbaar in zijn omgeving voor wat betreft het slopen van een afdak, het uitbreiden en verbouwen van de bestaande woning, het regulariseren van een terras en het regulariseren van de voorgevel en het bestaande tuinhuis.
De voorliggende aanvraag is niet verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening voor wat betreft het aanleggen van kiezelverharding in de voortuin.
Er wordt geen uitspraak gedaan over het kalleien van de gevels omdat deze werken vallen onder toepassing van het vrijstellingsbesluit zoals hoger omschreven.
Ongunstig voor het aanleggen van de kiezelverharding in de voortuin zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan de aanvraag zijn verbonden.
Bijgevolg adviseert de omgevingsambtenaar het dossier voorwaardelijk gunstig voor het slopen van een afdak, het uitbreiden en verbouwen van de bestaande woning, het regulariseren van een terras en het regulariseren van de voorgevel en het bestaande tuinhuis, zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan de aanvraag zijn verbonden en voor zover rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarden:
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.
Het college van burgemeester en schepenen volgt integraal het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar omtrent het sluiten van het openbaar onderzoek en tot het afleveren van een gedeeltelijke omgevingsvergunning met voorwaarden aan de aanvrager.
Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het afleveren van een gedeeltelijke omgevingsvergunning met voorwaarden aan de aanvrager.
Het college van burgemeester en schepenen weigert de omgevingsaanvraag voor het aanleggen van de kiezelverharding in de voortuin, zoals weergegeven op de ingediende plannen.
Het college van burgemeester en schepenen vergunt onder voorwaarden de omgevingsaanvraag voor het slopen van een afdak, het uitbreiden en verbouwen van de bestaande woning, het regulariseren van een terras en het regulariseren van de voorgevel en het bestaande tuinhuis, zoals weergegeven op de/het ingediende plannen (…)die als bijlage de aanvraag zijn verbonden en voor zover rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarden.
Volgende voorwaarden dienen strikt nageleefd te worden:
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.
STEDENBOUWKUNDIG EN MILIEUTECHNISCH advies - verslag GEMEENTELIJKE omgevingsambtenaar
De aanvraag betreft het regulariseren en verbouwen van een bestaande woning, de functiewijziging naar een vakantiewoning en herinrichting van het terrein.
De aanvraag werd op 06/07/2022 ontvangen.
Op 04/08/2022 werd aanvullende informatie opgevraagd.
Op 25/08/2022 werd de gevraagde aanvullende informatie aangeleverd.
Op 06/09/2022 werd de aanvraag ontvankelijk en volledig verklaard.
De gewone vergunningsprocedure wordt gevolgd.
Er werd een openbaar onderzoek gehouden, lopende van 16/09/2022 tot en met 15/10/2022, gesloten met 0 bezwaarschriften.
HISTORIEK VAN HET EIGENDOM WAAROP DE AANVRAAG BETREKKING HEEFT
Stedenbouwkundig
De aanvraag werd in overleg gebracht met de gemeentelijke administratie tussen november 2021 en maart 2022 (VB_2021_328) voor wat betreft procedure met afwijking van de bestemming binnen het BPA, de vergunningstoestand en de te volgen richtlijnen voor een omgevingsaanvraag en specifieke regelgeving voor logiesverstrekkende inlichtingen. Er werd geen voorontwerp ingediend.
Uit de gegevens waarover de gemeente beschikt, blijkt niet dat voor het voorwerp van de aanvraag een PV is opgesteld noch dat een meerwaarde werd opgelegd of dat op het goed een vonnis of arrest rust.
Uit het aanvraagdossier en de gegevens waarover de gemeente beschikt (luchtfoto…) blijkt dat op het perceel van de aanvraag constructies werden opgericht en handelingen werden uitgevoerd, waarvoor geen vergunning verleend werd.
Het betreft de oprichting van een veranda, een overdekt terras, een bijgebouw, de ruimere uitvoering van een afrit, beperkte interne wijzigingen en gevelwijzigingen en aanleg van verhardingen.
Deze wederrechtelijk opgerichte constructies en uitgevoerde handelingen werden opgenomen in de huidige aanvraag als te regulariseren, te verwijderen of aan te passen.
Milieu
Volgende milieumelding werd afgeleverd:
Het perceel is niet opgenomen in het Grondeninformatieregister.
OPENBAAR ONDERZOEK
Overeenkomstig artikel 17 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hoofdstuk 3 Toepassingsgebied van de gewone en vereenvoudigde procedure, artikels 11 t.e.m. 14 van het besluit tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning, werd dit dossier volgens de gewone procedure behandeld.
Er werd bijgevolg een openbaar onderzoek gehouden.
Het openbaar onderzoek werd georganiseerd van 16/09/2022 tot en met 15/10/2022.
Er werden geen bezwaren ingediend.
ADVIEZEN
Brandweer Hulpverleningszone Zuid-West Limburg
Toerisme Vlaanderen
MILIEUEFFECTENRAPPORTAGE
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van bijlage I, II en III van het besluit inzake projectmilieueffectrapportage van 10 december 2004 en latere wijzigingen.
STEDENBOUWKUNDIG ADVIES
TOETSING AAN DE REGELGEVING EN VOORSCHRIFTEN
OVEREENSTEMMING MET BESTEMMINGS- EN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
Gewestplan
Het perceel van de aanvraag is volgens het geldende gewestplan Hasselt - Genk, goedgekeurd bij Koninklijk besluit op 3 april 1979, deels gelegen in woongebied met landelijk karakter en deels gelegen in natuurgebied met wetenschappelijke waarde.
De voorgestelde werken bevinden zich volledig in het woongebied met landelijk karakter.
De woongebieden met landelijk karakter zijn in hoofdzaak bestemd “voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven”. Zowel bewoning als landbouw zijn bijgevolg de hoofdbestemmingen van het gebied, en beide bestemmingen staan er op gelijke voet. Daarnaast kunnen eveneens de andere inrichtingen, voorzieningen en activiteiten, zoals in woongebied worden toegelaten (artikel 6 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan, noch in een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
Bijzonder plan van aanleg
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg Boomsteeg herziening, goedgekeurd op 13 februari 2007.
Het perceel kreeg als bestemming:
De aanvraag voldoet principieel aan de geldende bestemmingsvoorschriften maar niet aan de stedenbouwkundige voorschriften van het bijzonder plan van aanleg.
Daarom wordt de aanvraag verder onderzocht op basis van de bepalingen van artikel 4.4.9/1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, gewijzigd door het decreet van 8 december 2017 houdende wijziging van diverse bepalingen inzake ruimtelijke ordening, milieu en omgeving (zgn. Codextrein).
AFWIJKINGEN VAN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
Handelingen sorterend onder voorschriften van een bijzonder plan van aanleg dat ouder is dan 15 jaar
Art. 4.4.9/1.
Het vergunningverlenende bestuursorgaan mag bij het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van de stedenbouwkundige voorschriften van een bijzonder plan van aanleg, voor zover dit plan ouder is dan vijftien jaar op het ogenblik van de indiening van de aanvraag.
Afwijkingen kunnen niet toegestaan worden voor wat betreft wegenis, openbaar groen en erfgoedwaarden.
De afwijkingsmogelijkheid, vermeld in het eerste lid, kan slechts worden toegepast voor stedenbouwkundige voorschriften van bijzondere plannen van aanleg die een aanvulling vormen op:
1° de volgende gebiedsaanduidingen, vermeld in het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen:
a) woongebieden, met uitzondering van woonparken;
b) industriegebieden in de ruime zin;
c) dienstverleningsgebieden;
d) gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen;
2° de volgende aanvullende voorschriften van het gewestplan:
a) gebieden voor service-residentie;
b) kantoor- en dienstenzones;
c) gebieden voor handelsbeursactiviteiten en grootschalige activiteiten;
d) lokale en regionale bedrijventerreinen;
e) luchthavengebonden bedrijventerreinen;
f) gebieden voor luchthavengerelateerde kantoren en diensten;
g) businessparken;
h) teleport;
i) gebieden voor hoofdkwartierfunctie;
j) gebieden hoofdzakelijk bestemd voor de vestiging van grootwinkelbedrijven;
k) zones voor kleinhandel en kleine en middelgrote ondernemingen;
l) kleinhandelszones;
m) zones van handelsvestigingen;
n) gebieden voor zeehaven- en watergebonden bedrijven;
o) zeehavengebieden;
p) gebieden voor watergebonden bedrijven;
q) transportzones;
r) regionale gemengde zones voor diensten en handel;
s) research-, universiteits- en wetenschapsparken;
t) bedrijfsgebied met stedelijk karakter;
u) gemengde woon- en industriegebieden;
v) gemengde gemeenschapsvoorzienings- en dienstverleningsgebied;
w) stedelijke ontwikkelingsgebieden;
x) gebieden voor duurzame stedelijke ontwikkeling;
y) gebieden voor kernontwikkeling.
De afwijkingsmogelijkheid, vermeld in het eerste lid, kan niet worden toegepast voor bijzondere plannen van aanleg die voorzien in stedenbouwkundige voorschriften voor agrarisch gebied, ruimtelijk kwetsbaar gebied of recreatiegebied in afwijking van het gewestplan of voor gebieden die in uitvoering van artikel 5.6.8 van deze codex aangeduid zijn als watergevoelig openruimtegebied.
Elke aanvraag tot afwijking overeenkomstig het eerste lid, wordt onderworpen aan een openbaar onderzoek.
De aanvraag voldoet aan de afwijkingsbepalingen.
De aanvraag wijkt af van de stedenbouwkundige voorschriften van het BPA Boomsteeg herziening dd. 13/02/2007 voor wat betreft:
De hoofdbestemming is wonen, maximaal 2 wooneenheden, met bijhorende private buitenruimte en een eventueel 1 nevenbestemming voor vrije beroepen per perceel/ pand.
De aanvraag voorziet een functiewijziging van de eengezinswoning naar vakantiewoning.
In geval van een hellend dak varieert de kroonlijsthoogte tussen de 2,50m en 4,50m.
De kroonlijsthoogte van de te regulariseren veranda en afdak bedraagt 2,36m en 2,8m.
Stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater
Er werd aangegeven dat de aanvraag niet onder toepassing van de verordening hemelwater valt.
De plannen geven echter aan dat de horizontale dakoppervlakte van de te regulariseren veranda en overkapping 42m² bedraagt. Te regulariseren constructies vallen onder dezelfde regelgeving als nieuwe constructies.
De aanvraag valt dus onder de toepassing van het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 en latere wijzigingen, houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
Voor berekening van de infiltratievoorziening dient 42m² van de te regulariseren dakoppervlakte opgenomen en minstens eenzelfde oppervlakte van de bestaande, nog niet aangesloten dakoppervlakte van de woning. In totaal dus 84m².
Om te voldoen aan de verordening worden volgende voorwaarden opgelegd:
Het hemelwater dient afgeleid naar de bestaande achterliggende vijver.
Het voorzien van een infiltratieput is in een watergevoelig gebied niet zinvol, enkel oppervlakte-infiltratie is hier nuttig. Aangezien er reeds een ruime vijver aanwezig is aan de achterzijde, dient men deze dan ook te benutten.
Minstens 84m² dakoppervlakte dient af te wateren naar de vijver; bij voorkeur wordt de volledige dakoppervlakte opgenomen.
De verordening is niet van toepassing voor wat betreft de aanleg van de voorziene verhardingen omdat het hemelwater dat op de verharding valt niet wordt opgevangen en afgevoerd, maar op natuurlijke wijze op eigen terrein in de bodem kan infiltreren in de naastliggende groenzones.
De aanvraag voldoet aan deze stedenbouwkundige verordening op voorwaarde dat het hemelwater van minstens 84m² dakoppervlakte afgeleid wordt naar de bestaande achterliggende vijver; bij voorkeur wordt de volledige dakoppervlakte opgenomen.
Riolering
Het perceel is op het zoneringplan voor riolering, goedgekeurd bij Ministerieel besluit de dato 19 september 2008, gelegen in “centrale gebied”.
Met betrekking tot de riolering dienen volgende voorwaarden en opmerkingen gevolgd te worden:
Algemene bepalingen betreffende riolering en waterafvoer:
We raden aan om:
Keuring privéwaterafvoer
Door het in voege treden van het Algemeen Waterverkoopreglement is de keuring van privéwaterafvoer verplicht vanaf 1 juli 2011. Elke rioleringsaansluiting op het openbaar saneringsnet dient een keuring van de privéwaterafvoer te ondergaan conform artikel 12, §1 van het Algemeen Waterverkoopreglement en dit bij de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer. Enkel de door Fluvius erkende keurders komen hiervoor in aanmerking (een lijst kan u terugvinden op de website van Fluvius: www.fluvius.be).
Specifieke bepalingen betreffende riolering en waterafvoer voor dit bouwproject:
Het buffervolume van de infiltratievoorziening dient minimum 25 liter per vierkante meter referentieoppervlakte te bedragen. De grondwaterstand dient nagegaan te worden. Het buffervolume dient zich volledig tussen de gemiddelde grondwaterstand en het peil van de noodoverlaat te bevinden. De oppervlakte van de infiltratievoorziening dient minimaal 4 vierkante meter per begonnen 100 vierkante meter referentieoppervlakte te bedragen.
De eventuele noodoverloop dient voldoende hoog voorzien te worden, en niet dieper dan 30 cm onder het laagste deksel of aangesloten kolk, zodat de noodoverlaat zich boven de hoogste grondwaterstand bevindt. Deze noodoverlaat dient te allen tijde inspecteerbaar en bereikbaar te zijn (bv. onder een deksel). Er wordt enkel een aansluiting met max. diam. 160 mm als overloop van de infiltratievoorziening toegestaan. We raden tevens aan om op de overloop van de infiltratievoorziening een terugslagklep te plaatsen.
Indien een hemelwaterput gebouwd wordt dient de overloop van de hemelwaterput aangesloten te worden op de toevoer naar de infiltratievoorziening.
Watertoets
Het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013,verplicht de vergunningverlenende overheid om de watertoets uit te voeren bij elke aanvraag tot omgevingsvergunning. Dit decreet vormt het juridisch kader voor het integraal waterbeleid in Vlaanderen. Het decreet bevat ook de omzetting van de kaderrichtlijn Water en de Overstromingsrichtlijn.
Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte maar ligt deels in risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is tot de aanvraag zelf. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Voor het betrokken project werd de watertoets uitgevoerd volgens de richtlijnen van het uitvoeringsbesluit van 20 juli 2006. Dit Watertoetsbesluit werd gewijzigd bij Besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011. Dit besluit is in werking getreden op 1 maart 2012.
Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd.
Zoals hoger aangehaald voldoet het voorliggende ontwerp slechts aan deze verordening op voorwaarde dat het hemelwater van minstens 84m² dakoppervlakte afgeleid wordt naar de bestaande achterliggende vijver; bij voorkeur wordt de volledige dakoppervlakte opgenomen.
Onder deze voorwaarden is het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
De aanvraag doorstaat de watertoets op voorwaarde dat voldaan wordt aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater door het hemelwater van minstens 84m² dakoppervlakte afgeleid wordt naar de bestaande achterliggende vijver.
Archeologienota
Conform het Onroerenderfgoeddecreet de dato 12 juli 2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag gezien de perceeloppervlakte kleiner is dan 3 000m².
Indien men niet verplicht is tot het opstellen van een archeologienota en tijdens de uitvoering komen er toch archeologische sporen of vondsten aan het licht, dan dient de bouwheer dit te melden binnen de 3 dagen aan het agentschap Onroerend Erfgoed (www.onroerenderfgoed.be).
Overige regelgeving
Decreet rookmelders
Het decreet van 10 maart 2017, houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, wat het verbeteren van de brandveiligheid door het algemeen invoeren van optische rookmelders voor woningen betreft, bepaalt dat alle woningen in Vlaanderen moeten uitgerust worden met correct geïnstalleerde rookmelders of dienen te beschikken over een branddetectiesysteem.
De voorliggende aanvraag voldoet hier niet aan: er worden geen rookmelders voorzien op de plannen. Zoals tevens aangehaald in het advies van de preventiedienst van de brandweer, dient minstens een autonome rookmelder geplaatst in de gelijkvloerse gang aan de slaapruimtes en de nachthal op de verdieping.
Energiedecreet
De aanvraag dient te voldoen aan het energiedecreet van 8 mei 2009 en het energiebesluit van 19 november 2010 en hun latere aanvullingen en wijzigingen.
Natuurdecreet
De aanvraag ligt binnen een speciale beschermingszone zijnde vogelrichtlijngebied.
De aanvraag heeft geen betrekking op de uitvoering van het natuurdecreet waardoor het ontwerp geen impact heeft op het vogelrichtlijngebied.
Slopen
De afbraak/ verwijdering van overdekte en niet overdekte constructies dient te gebeuren tot in de grond en de vrijgekomen ruimte dient ingericht te worden als groenzone voor zover geen nieuwe constructies voorzien worden.
Aan de afbraak is geen milieuvergunningsplicht verbonden, wel dient rekening gehouden te worden met de wettelijke verplichtingen opgenomen in het Vlarem II, omgevingsvergunningsdecreet, het bodemsaneringsdecreet en het materialendecreet. Vooraleer te starten met de afbraakwerken dienen de constructies volledig ontruimd te worden. De afvalstoffen die vrijkomen bij de afbraakwerken dienen selectief ingezameld te worden.
Alle bouw-, sloop- en infrastructuurwerken in open lucht dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II, hoofdstuk 6.12 Beheersing van stofemissies tijdens bouw- , sloop- en infrastructuurwerken”, indien deze uitgevoerd worden door een aannemer.
Het verwijderen van asbest dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II Beheersing van asbest, hoofdstuk 6.4.
Grondverzet
Uit het ingediende dossier blijkt dat een grondverzet (met aanvoer/ afvoer) van meer dan 250m³ zal plaatsvinden. De regelgeving omtrent grondverzet is niet van toepassing.
Regelgeving met betrekking tot logiesverstrekkende inrichtingen
Indien de aanvraag een logiesverstrekkende inrichting omvat dient tevens voldaan te worden aan de specifieke regelgeving hieromtrent. Er dient in de vergunning een voorwaarde opgenomen te worden met betrekking tot deze regelgeving.
De aanvraag omvat een logiesverstrekkende inrichting waardoor voldaan dient te worden aan de specifieke regelgeving hieromtrent.
De aanvraag dient minstens te voldoen aan het Vlaamse Toeristische Logiesdecreet (het decreet van 10 juli 2008 betreffende het toeristische logies zoals gewijzigd) en de bijhorende uitvoeringsbesluiten (zie overzichtsbrochure
http://www.vlaanderen.be/int/sites/iv.devlh.vlaanderen.be.int/files/documenten/Geco%C3%B6rdineerde%20versie%20van%20het%20Toeristische%20Logiesdecreet%20en%20de%20uitvoeringsbesluiten_5.pdf en verder http://www.toerismevlaanderen.be/regelgeving , https://toerismevlaanderen.be/nl/wetgeving-en-decreten/het-vlaamse-logiesdecreet )
Er dient voldaan te worden aan de geldende regelgeving voor logiesverstrekkende inrichtingen. Indien structurele wijzigingen aan het gebouw en/ of wijzigingen die een impact naar de omgeving toe hebben, noodzakelijk zijn om aan de regelgeving en daarbij horende voorwaarden te voldoen, dient een nieuwe omgevingsvergunning bekomen te worden.
Voor de overeenstemming met de regelgeving betreffende logiesverstrekkende inrichtingen kan men Toerisme Vlaanderen contacteren, vergunningen dienen bekomen bij het departement Internationaal Vlaanderen.
De aanvraag is verenigbaar met de regelgeving onder volgende voorwaarden:
Toetsing AAN DE goede ruimtelijke ordening
OMSCHRIJVING VAN DE FEITELIJKE AANVRAAG
De aanvraag omvat het regulariseren en verbouwen van een bestaande woning, de functiewijziging naar een vakantiewoning en herinrichting van het terrein.
BEOORDELING VAN DE GOEDE RUIMTELIJKE ORDENING
Handelingen sorterend onder voorschriften van een bijzonder plan van aanleg dat ouder is dan 15 jaar ( dus geen RUP! )
Artikel 4.4.9/1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening stelt dat in een vergunning – na een openbaar onderzoek – afwijkingen kunnen worden toegestaan van de stedenbouwkundige voorschriften van een bijzonder plan van aanleg of een wijziging ervan, voor zover dit plan ouder is dan 15 jaar op het ogenblik van de indiening van de aanvraag
Het hierboven genoemde bijzonder plan van aanleg is goedgekeurd dd. 13/02/2007( datum aanvullen ) en dus kan er principieel worden afgeweken van de voorschriften.
Evenwel kan de afwijking niet worden toegestaan voor wat betreft wegenis, openbaar groen en erfgoedwaarden. Het betreft geen van deze elementen.
De aanvraag wijkt af van de stedenbouwkundige voorschriften van het BPA Boomsteeg herziening dd. 13/02/2007 voor wat betreft:
De hoofdbestemming is wonen, maximaal 2 wooneenheden, met bijhorende private buitenruimte en een eventueel 1 nevenbestemming voor vrije beroepen per perceel/ pand.
De aanvraag voorziet een functiewijziging van de eengezinswoning naar vakantiewoning.
In geval van een hellend dak varieert de kroonlijsthoogte tussen de 2,50m en 4,50m.
De kroonlijsthoogte van de te regulariseren veranda en afdak bedraagt 2,36m en 2,8m.
De aanvraag dient getoetst aan de goede ruimtelijke ordening. ( Deze wordt verderop uitgevoerd )
De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen:
1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;
2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in 1°, in rekening brengen;
Omschrijving ligging en omgeving
Het perceel van de aanvraag is gelegen aan de Boomsteeg, een gemeenteweg ten zuidwesten van het centrum van Zonhoven, binnen het vijvergebied Midden-Limburg.
De omgeving wordt gekenmerkt door voornamelijk residentiële bebouwing in open verband langsheen de straatzijden, het natuurgebied met vijvers “de Wijers” aan de achterzijde van het perceel van de aanvraag en een viskwekerij aan de overzijde van de straat.
Omschrijving van de aanvraag
Het goed van de aanvraag werd anno 1978 bebouwd met een vrijstaande eengezinswoning.
Ten opzichte van de vergunde toestand werden diverse werken uitgevoerd die hier niet mee overeen stemmen. Het betreft:
Met de huidige aanvraag wenst men de afwijkende toestand te regulariseren, een gedeelte van de verhardingen te verwijderen en tevens de woning beperkt te verbouwen tot een vakantiewoning.
Een regularisatie moet met dezelfde criteria beoordeeld worden als een nieuwe aanvraag. Het kan immers niet zijn dat de regularisatie soepeler zou beoordeeld worden om reden dat de werken reeds uitgevoerd zijn.
Het bijgebouw beantwoordt aan de bepalingen van het vrijstellingsbesluit, is niet in strijd met de voorschriften van het BPA en is bijgevolg niet vergunningsplichtig.
De licht afwijkende inplanting dateert van bij de opbouw van de woning voor inwerkingtreding van het gewestplan en dient beschouwd te worden als zijnde vergund geacht.
Functionele inpasbaarheid in de onmiddellijke en ruime omgeving
Men wenst de hoofdfunctie wonen te wijzigen naar verblijfsrecreatie.
In de nota wordt aangegeven dat maximaal 12 personen toegelaten zijn.
Een vakantiewoning is in principe niet in strijd met de bestemming van het woongebied en de locatie die grenst aan het natuurgebied leent zich hiertoe.
Evenwel dient men te waken over hinderaspecten die voor de omliggende kavels/ bewoners kunnen ontstaan bij de uitbating van de verblijfsaccommodatie. Het goed bevindt zich in een landelijke en rustige omgeving en dit dient gerespecteerd te worden bij de uitbating.
De eigenaar/ verhuurder draagt hiervoor de verantwoordelijkheid.
Mobiliteitsimpact
Met de aanvraag wordt 1 interne garage en bijhorende oprit gesupprimeerd.
Er resteert nog een ondergrondse garage voor 1 tot 2 wagens en op de oprit en verharding naar de afrit van de ondergrondse garage kunnen nog tot 12 wagens parkeren. Er kunnen minstens 4 parkeerplaatsen op deze verharding voorzien worden die onafhankelijk gebruikt kunnen worden.
Er zijn dus minstens 5 en maximaal 14 autostaanplaatsen aanwezig.
Dit is ruim voldoende in verhouding tot het toegelaten aantal personen (12).
De schaal van de voorgenomen werken, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen
Regularisatie en verbouwingswerken hoofdgebouw
De terrasoverkapping en veranda aan de achterzijde van het gebouw zijn vrij gebruikelijke constructies bij een woongebouw. De beperkte bouwdiepte van 3,20m zorgt voor een totale bouwdiepte van 11,8m, wat aanvaardbaar is. Het betreft een draagconstructie in hout, voorzien van een licht hellend dak in polycarbonaat. Het gedeelte van de veranda bestaat uit 2 gevels in glas en 1 bakstenen gevel met een raamopening. De veranda heeft een breedte van 5,45m en situeert zich aan de rechterzijde, aansluitend aan de leefruimte.
Het overdekte terras heeft een breedte van 10,25m en is volledig open aan de achterzijde. De linker zijgevel bestaat uit dezelfde baksteen als de gevels van de woning en is voorzien van een deuropening. Ter hoogte van de afrit werd een balustrade geplaatst in functie van de veiligheid.
Intern werden in het verleden de keuken en onderliggende kelderruimte groter uitgevoerd, een draagmuur werd hiervoor gewijzigd. De aanpassing heeft geen enkele negatieve invloed op uiterlijk of woonkwaliteit.
Voor de functiewijziging/ verbouwing tot vakantiewoning wenst men de garage gelijkvloers om te vormen tot een slaapkamer en badkamer. Hiervoor wordt 1 tussenmuur geplaatst en wordt de garagepoort in de voorgevel vervangen door een dubbel openslaand raam.
De aangrenzende kamer wordt eveneens voorzien als slaapkamer (voorheen bureauruimte).
Intern zijn geen verdere aanpassingen voorzien.
Uiterlijk zal het gebouw opgefrist worden door de roodbruine gevelsteen te schilderen in een witte kleur.
De reeds uitgevoerde en bijkomende werken hebben slechts een beperkte invloed op het uiterlijk van het woongebouw en zijn inpasbaar in de omgeving. Ze zijn dan ook aanvaardbaar.
Terreininrichting
Door de herinrichting van de garage op het gelijkvloers tot slaapkamer/ badkamer, kan de voorliggende (2de) oprit volledig verwijderd worden.
Het toegangspad naar de inkom en pad rond de woning in platte kasseien (59m²), wenst men te behouden en te regulariseren evenals het klinkerpad (25m²) aan de achterzijde.
De verharde oppervlakte van de oprit, afrit, circulatieruimte en parkeerzone aan de linkerzijde en achteraan bedraagt momenteel 322m², bestaande uit klinkers.
Het meest rechts gelegen deel van de klinkerverharding zal verwijderd worden waardoor de oppervlakte gereduceerd wordt tot 256m².
Hier wordt opgelegd dat een strook van 1m langsheen de achterste perceelgrens eveneens verwijderd dient te worden over de volledige breedte van 12,23m. Dit in functie van infiltratie op eigen terrein.
Er wordt aangegeven dat tussen de oprit en de linker perceelgrens een strook van 1,88m breed en ca. 46m lang, voorzien wordt van boomschors. Hier dient ook beplanting aangebracht te worden, enkel boomschors kan niet als groenzone aanvaard worden.
Binnen het woongebied heeft het terrein een oppervlakte van ca. 1500m².
Met de voorgestelde inrichting, en mits naleving van de voorwaarden, zal ca. 36% van het terrein bebouwd/ verhard zijn, zijnde ca. 545m².
Dit is aanvaardbaar gelet op de terreinoppervlakte en het feit dat de toegang tot de ondergrondse vergunde garage nu eenmaal een zeer groot aandeel hierin heeft.
Bodemreliëf
Behoudens de ruimere afrit naar de ondergrondse garage en het niet uitvoeren van een buitentrap naar de kelder, blijft het terreinniveau ongewijzigd ten opzichte van de vergunde toestand.
Hinderaspecten met betrekking tot gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
De verhuring van de vakantiewoning betreft geen stedenbouwkundig aspect maar een zakelijk aspect. Het ontstaan van enige hinder naar de omwonenden toe zal hier echter grotendeels vanaf hangen, met name geluidsoverlast. De eigenaar/ verhuurder dient er over te waken dat het gebruiksgenot van de omwonenden niet geschaad wordt.
De aanvraag voldoet aan de criteria voor de goede ruimtelijke ordening in de onmiddellijke en ruime omgeving op voorwaarde dat:
BESPREKING ADVIEZEN
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies.
De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden. Er dienen geen structurele aanpassingen aan de plannen doorgevoerd te worden om te voldoen aan de brandveiligheid.
Het advies van de dienst Toerisme Vlaanderen werd niet binnen de wettelijk opgelegde termijn ontvangen. Er wordt bijgevolg aan de adviesvereiste voorbij gegaan.
Uit de bovenstaande motivering blijkt dat de schaal en het uiterlijk van de voorgenomen werken op voldoende wijze ruimtelijk inpassen in de onmiddellijke en ruime omgeving en dat de voorziene verweving van functies de aanwezige of te realiseren bestemmingen in de onmiddellijke omgeving niet in het gedrang brengen noch verstoren.
De aanvraag is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening mits volgende aanpassingen door te voeren:
MILIEUTECHNISCH ADVIES
Niet van toepassing.
EINDADVIES
Uit bovenstaande motiveringen blijkt dat de aanvraag (niet) (deels) in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen inzake milieu en ruimtelijke ordening, en dat het voorgestelde ontwerp (niet) verenigbaar / bestaanbaar is met de goede plaatselijke ordening en met zijn onmiddellijke omgeving.
De aanvraag is (niet)vatbaar voor een omgevingsvergunning voor het regulariseren en verbouwen van een bestaande woning, de functiewijziging naar een vakantiewoning en herinrichting van het terrein
Mits het opleggen van voorwaarden:
Bijgevolg adviseert de omgevingsambtenaar het dossier voorwaardelijk gunstig voor het regulariseren en verbouwen van een bestaande woning, de functiewijziging naar een vakantiewoning en herinrichting van het terrein, zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan de aanvraag zijn verbonden en voor zover rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarden:
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.
Het college van burgemeester en schepenen volgt integraal het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar van 09/12/2022 omtrent het sluiten van het openbaar onderzoek, het afwijken van de stedenbouwkundige voorschriften en tot het afleveren van een omgevingsvergunning met voorwaarden aan de aanvrager.
Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het afleveren van een omgevingsvergunning met voorwaarden aan de aanvrager.
De omgevingsvergunning omvat het regulariseren en verbouwen van een bestaande woning, de functiewijziging naar een vakantiewoning en herinrichting van het terrein, zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan deze omgevingsaanvraag zijn verbonden en voor zover rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarden.
De omgevingsvergunning wordt aldus afgegeven onder volgende voorwaarden:
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.
STEDENBOUWKUNDIG EN MILIEUTECHNISCH advies - verslag GEMEENTELIJKE omgevingsambtenaar
De aanvraag betreft het regulariseren van wijziging van het aantal woonentiteiten van 47 naar 46 (blok C gelijkvloers)en wijzigen van een inpandig terras naar een open dakterras (blok A 4de verdieping).
De aanvraag werd op 06/10/2022 ontvangen.
Op 04/11/2022 werd aanvullende informatie opgevraagd.
Op 05/11/2022 werd de gevraagde aanvullende informatie aangeleverd.
Op 07/11/2022 werd de aanvraag ontvankelijk en volledig verklaard.
De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.
Er werd geen openbaar onderzoek gehouden.
HISTORIEK VAN HET EIGENDOM WAAROP DE AANVRAAG BETREKKING HEEFT
Stedenbouwkundig
Uit de gegevens waarover de gemeente beschikt, blijkt niet dat voor het voorwerp van de aanvraag een PV is opgesteld noch dat een meerwaarde werd opgelegd of dat op het goed een vonnis of arrest rust. Er zijn ook geen geschriften bekend waaruit zou blijken dat er wederrechtelijke werken werden uitgevoerd.
Milieu
De percelen zijn niet opgenomen in het Grondeninformatieregister.
OPENBAAR ONDERZOEK
Overeenkomstig artikel 17 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hoofdstuk 3 Toepassingsgebied van de gewone en vereenvoudigde procedure, artikels 11 t.e.m. 14 van het besluit tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning, werd dit dossier volgens de vereenvoudigde procedure behandeld.
Er werd bijgevolg geen openbaar onderzoek gehouden.
ADVIEZEN
Brandweer Hulpverleningszone Zuid-West Limburg
Inter Vlaanderen
MILIEUEFFECTENRAPPORTAGE
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van bijlage I, II en III van het besluit inzake projectmilieueffectrapportage van 10 december 2004 en latere wijzigingen.
STEDENBOUWKUNDIG ADVIES
TOETSING AAN DE REGELGEVING EN VOORSCHRIFTEN
OVEREENSTEMMING MET BESTEMMINGS- EN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
Gewestplan
De aanvraag is volgens het geldende gewestplan Hasselt - Genk, goedgekeurd bij Koninklijk besluit op 3 april 1979, gelegen in woongebied.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van een goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen en latere wijzigingen).
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.
Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Afbakening regionaal stedelijk gebied Hasselt - Genk” dat op 20 juni 2014 definitief werd vastgesteld door de Vlaamse Regering.
Er is geen bestemmingswijziging ten opzichte van het gewestplan voorzien voor deze percelen
Verkaveling
Het goed is gekend als lot 1 binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde verkaveling, waarvan de vergunning is afgeleverd op 05/05/2020 door het college van burgemeester en schepenen en gekend is onder nummer 1294.B.874.2. De verkavelingsvergunning is voor dit perceel niet vervallen.
De kavel kreeg als bestemming meergezinswoningen met inbegrip van zorgwonen.
De aanvraag voldoet principieel aan de geldende bestemmingsvoorschriften en de verkavelingsvoorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater
Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater is niet van toepassing omdat er geen uitbreiding plaatsvindt van de horizontale dakoppervlakte en de bijkomende oppervlakte van de verharding minder bedraagt dan 40m².
Riolering
Het perceel is op het zoneringplan voor riolering, goedgekeurd bij Ministerieel besluit de dato 19 september 2008, gelegen in “centrale gebied”.
Met betrekking tot de riolering dienen volgende voorwaarden en opmerkingen gevolgd te worden:
Algemene bepalingen betreffende riolering en waterafvoer:
We raden aan om:
Keuring privéwaterafvoer
Door het in voege treden van het Algemeen Waterverkoopreglement is de keuring van privéwaterafvoer verplicht vanaf 1 juli 2011. Elke rioleringsaansluiting op het openbaar saneringsnet dient een keuring van de privéwaterafvoer te ondergaan conform artikel 12, §1 van het Algemeen Waterverkoopreglement en dit bij de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer. Enkel de door Fluvius erkende keurders komen hiervoor in aanmerking (een lijst kan u terugvinden op de website van Fluvius: www.fluvius.be).
Toegankelijkheid
De aanvraag valt onder de toepassing van het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen, houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid. Dit besluit trad in werking op 1 maart 2010.
Volgens het advies van Inter Vlaanderen verleend op 06/12/2022 voldoet de aanvraag aan deze stedenbouwkundige verordening:
“Aftoetsing toegankelijkheid bij de aanvraag van een omgevingsvergunning.
- In toepassing van art. 4.3.7.i, art. 4.3.3.ii en art. 4.3.4.iii van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
- In toepassing van het Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheidiv.
Gunstig
De aanvraag regularisatie heeft géén betrekking op de voorschriften opgenomen in de verordening toegankelijkheid.
Dit advies bekijkt de wettelijke voorschriften op basis van de op plan afleesbare elementen in de vergunningsfase. Dit advies doet geen uitspraak over de integrale toegankelijkheid van het gebouw na volledige afwerking. Afwerkingselementen die niet op plan staan, bepalen immers in grote mate mee de toegankelijkheid van het geheel. U kan, tijdens het project, bij ons inlichtingen verkrijgen of een begeleidingstraject volgen om de integrale toegankelijkheid van uw project te garanderen.
1 Bijlage B26 verantwoordingsnota omgevingsvergunning:
Toegankelijkheidstoelichting / checklist inzake toegankelijkheidv
Een omgevingsvergunningsaanvraag is volledig als er een toegankelijkheidstoelichting is toegevoegd.
In de toegankelijkheidstoelichting kan een afwijking aangevraagd worden.
2 Toepassingsgebied
Toepassingsgebied van het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.
Deze aftoetsing is van toepassing op het (deel van het) gebouw dat gebouwd, herbouwd, verbouwd of uitgebreid wordt.
De aanvraag betreft:
Indien een aanvraag valt onder de toepassing van de Vlaamse stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid, dan dienen de normbepalingen van hoofdstuk IIIvi te worden nageleefd. De normen, principetekeningen en bijkomende info kan teruggevonden worden op www.toegankelijkgebouw.be.
3 Bijkomende eisen bij verplicht advies volgens art. 4.3.4 VCRO
Artikel 4.3.4. uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, TITEL 4. Vergunningenbeleid:
Voor de toepassing van het eerste lid wordt onder “doelstellingen of zorgplichten” verstaan:
internationaalrechtelijke, Europeesrechtelijke, wetskrachtige, reglementaire of beschikkende bepalingen die de overheid bij de uitvoering of de interpretatie van de regelgeving of het voeren van een beleid verplichten tot de inachtneming van een bepaalde doelstelling of van bepaalde voorzorgen, zonder dat deze op zichzelf beschouwd voldoende juridisch duidelijk zijn om onmiddellijk te kunnen worden uitgevoerd.
4 Bijkomende informatie
Evacuatie bij brand:
De evacuatie van personen met een beperking bij brand dient door de ontwerper besproken met de plaatselijke brandweer en worden voorzien overeenkomstig het wijzigingsbesluit van 12 juli 2012 tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
Aanbevelingen voor het realiseren van een integraal toegankelijk gebouw:
Watertoets
Het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013,verplicht de vergunningverlenende overheid om de watertoets uit te voeren bij elke aanvraag tot omgevingsvergunning. Dit decreet vormt het juridisch kader voor het integraal waterbeleid in Vlaanderen. Het decreet bevat ook de omzetting van de kaderrichtlijn Water en de Overstromingsrichtlijn.
Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
De aanvraag doorstaat de watertoets.
Archeologienota
Conform het Onroerenderfgoeddecreet de dato 12 juli 2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag gezien de perceeloppervlakte kleiner is dan 3 000m².
Indien men niet verplicht is tot het opstellen van een archeologienota en tijdens de uitvoering komen er toch archeologische sporen of vondsten aan het licht, dan dient de bouwheer dit te melden binnen de 3 dagen aan het agentschap Onroerend Erfgoed (www.onroerenderfgoed.be).
Overige regelgeving
Decreet rookmelders
Het decreet van 10 maart 2017, houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, wat het verbeteren van de brandveiligheid door het algemeen invoeren van optische rookmelders voor woningen betreft, bepaalt dat alle woningen in Vlaanderen moeten uitgerust worden met correct geïnstalleerde rookmelders of dienen te beschikken over een branddetectiesysteem.
De voorliggende aanvraag voldoet hieraan: er worden rookmelders geplaatst in elk appartement.
Energiedecreet
De aanvraag dient te voldoen aan het energiedecreet van 8 mei 2009 en het energiebesluit van 19 november 2010 en hun latere aanvullingen en wijzigingen.
De aanvraag is verenigbaar met de regelgeving en de verkavelingsvoorschriften.
Toetsing AAN DE goede ruimtelijke ordening
OMSCHRIJVING VAN DE FEITELIJKE AANVRAAG
De aanvraag omvat het regulariseren van de wijziging van het aantal woonentiteiten van 47 naar 46 (blok C gelijkvloers) en het wijzigen van een inpandig terras naar een open dakterras (blok A 4de verdieping).
Op de 4de verdieping van blok A wordt het overdekte en deels ommuurde dakterras aan de achtergevel volledig open gemaakt. In plaats van de deels gesloten wanden wordt een balustrade voorzien, idem aan de overige balustrades van het gebouw.
De gevel van de zitruimte wordt 1,04m verder naar binnen geplaatst waardoor een overdekte loopruimte/ ruime dakoversteek ontstaat.
Het overdekte terras aan de linker zijgevel wordt voorzien van glazen schuifpanelen in plaats van balustrades zodat men deze ruimte deels tot volledig kan afschermen naargelang de weersomstandigheden.
Op het gelijkvloers van blok C worden 2 appartementen (0.01 van 118,43m² met 3 slaapkamers en 0.02 van 91,61m² met 2 slaapkamers) samengevoegd tot 1 ruimer appartement van 240m² met 2 slaapkamers, waarbij de vergunde terrassen van de beide oorspronkelijke entiteiten verbonden worden tot 1 ruimer terras. Met de gewijzigde indeling kunnen, indien nodig, 2 bijkomende slaapkamers ingericht worden in de thans voorziene hobbyruimte en berging 2.
BEOORDELING VAN DE GOEDE RUIMTELIJKE ORDENING
De aanvraag is gelegen in een gebied dat geordend wordt door een ruimtelijk uitvoeringsplan, een gemeentelijk plan van aanleg of een verkavelingsvergunning waarvan niet afgeweken wordt. Dit plan of die vergunning bevat voorschriften die de aandachtspunten, vermeld in art. 4.3.1 §2 1° van de Vlaamse Codex ruimtelijke ordening, behandelen en regelen. Deze voorschriften worden geacht de criteria van de goede ruimtelijke ordening weer te geven.
De aanvraag integreert zich hierin volledig qua architectuur, materiaalgebruik en volume.
De aanvraag voldoet aan de criteria voor de goede ruimtelijke ordening in de onmiddellijke en ruime omgeving.
BESPREKING ADVIEZEN
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies.
Uit de bovenstaande motivering blijkt dat de schaal en het uiterlijk van de voorgenomen werken op voldoende wijze ruimtelijk inpassen in de onmiddellijke en ruime omgeving. De aanvraag is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.
MILIEUTECHNISCH ADVIES
Niet van toepassing.
EINDADVIES
Uit bovenstaande motiveringen blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen inzake milieu en ruimtelijke ordening, en dat het voorgestelde ontwerp verenigbaar en bestaanbaar is met de goede plaatselijke ordening en met zijn onmiddellijke omgeving.
De aanvraag is vatbaar voor een omgevingsvergunning voor het regulariseren van wijziging van het aantal woonentiteiten van 47 naar 46 (blok C gelijkvloers) en wijzigen van een inpandig terras naar een open dakterras (blok A 4de verdieping).
Bijgevolg adviseert de omgevingsambtenaar het dossier voorwaardelijk gunstig voor het regulariseren van wijziging van het aantal woonentiteiten van 47 naar 46 (blok C gelijkvloers) en wijzigen van een inpandig terras naar een open dakterras (blok A 4de verdieping), zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan de aanvraag zijn verbonden en voor zover rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarden:
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.
Het college van burgemeester en schepenen volgt integraal het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar van 09/12/2022 tot het afleveren van een omgevingsvergunning met voorwaarden aan de aanvrager.
Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het afleveren van een omgevingsvergunning met voorwaarden aan de aanvrager.
De omgevingsvergunning omvat het regulariseren van wijziging van het aantal woonentiteiten van 47 naar 46 (blok C gelijkvloers) en wijzigen van een inpandig terras naar een open dakterras (blok A 4de verdieping), zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan deze omgevingsaanvraag zijn verbonden en voor zover rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarden.
De omgevingsvergunning wordt aldus afgegeven onder volgende voorwaarden:
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.
STEDENBOUWKUNDIG EN MILIEUTECHNISCH advies - verslag GEMEENTELIJKE omgevingsambtenaar
De aanvraag betreft het regulariseren van de sloop van een vrijstaande woning, de bouw van een eengezinswoning met buitenzwembad, poolhouse en tuinaanleg en de sloop van een vrijstaand bijgebouw.
De aanvraag werd op 13/09/2022 ontvangen.
Op 12/10/2022 werd aanvullende informatie opgevraagd.
Op 19/10/2022 werd de gevraagde aanvullende informatie aangeleverd.
Op 26/10/2022 werd de aanvraag ontvankelijk en volledig verklaard.
De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.
Er werd geen openbaar onderzoek gehouden.
De eigenaars van de aanpalende percelen werden verzocht hun standpunt kenbaar te maken in navolging van artikel 83 van het Besluit van de Vlaamse regering tot uitvoering van het omgevingsvergunningsdecreet.
HISTORIEK VAN HET EIGENDOM WAAROP DE AANVRAAG BETREKKING HEEFT
De aanvraag werd in overleg gebracht met de gemeentelijke administratie op 1/03/2022.
De aanvraag houdt deels rekening met de resultaten van het voorafgaandelijk advies.
Tijdens de voorbespreking werden volgende bouwvoorschriften aangehaald:
Uit de gegevens waarover de gemeente beschikt, blijkt niet dat voor het voorwerp van de aanvraag een PV is opgesteld noch dat een meerwaarde werd opgelegd of dat op het goed een vonnis of arrest rust. Er zijn ook geen geschriften bekend waaruit zou blijken dat er wederrechtelijke werken werden uitgevoerd.
Uit het aanvraagdossier / de gegevens waarover de gemeente beschikt (luchtfoto…) blijkt dat op het perceel van de aanvraag constructies werden opgericht en handelingen werden verricht waarvoor geen vergunning verleend werd. Het betreft de sloop van een vrijstaande woning en de bouw van een vrijstaand bijgebouw.
Deze wederrechtelijk opgerichte constructie en uitgevoerde handeling werden opgenomen in de huidige aanvraag als respectievelijk te verwijderen en te regulariseren.
Milieu
Het perceel is niet opgenomen in het Grondeninformatieregister.
OPENBAAR ONDERZOEK
Overeenkomstig artikel 17 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hoofdstuk 3 Toepassingsgebied van de gewone en vereenvoudigde procedure, artikels 11 t.e.m. 14 van het besluit tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning, werd dit dossier volgens de vereenvoudigde procedure behandeld.
Er werd bijgevolg geen openbaar onderzoek gehouden.
Overeenkomstig artikel 83 van het Besluit van de Vlaamse regering tot uitvoering van het omgevingsvergunningsdecreet, werden de betrokken aanpalende eigenaars aangeschreven per beveiligde zending met het verzoek hun standpunt kenbaar te maken binnen de 30 dagen.
Er werd een bezwaar ingediend.
Bezwaar 28112022
“Graag verwijs ik naar de kennisgeving per post van de regulering van een woning sloop en van sloop- en bouwwerken dd. 28 oktober 2022, welke werd ontvangen op 7 november 2022 met de referte in rand vermeld.
In aansluiting op het bezoek van 21 november 2022 aan uw diensten, waarbij het inplantingsplan van de bouwaanvraag op een scherm kon worden bekeken tijdens dit bezoek, ben ik zo vrij navolgend mee te delen en of op te merken:
– Voor wat de inplanting en afstanden betreft van voorziene bouwwerken ten aanzien van de scheiding van het bouwland in rand vermeld, waarvan ik mede-eigenaar ben, durf ik uw diensten te vragen zorg te willen dragen voor de wettelijke afstanden van de voorziene bouwwerken ten aanzien van de perceelgrens die ons aanbelangt, overeenkomstig de ter plaatse geldende bepalingen.
– Voor wat betreft de voorziene afsluiting welke de bouwaanvrager ter hoogte van de perceelgrens met mijn mede-eigendom wenst te plaatsen, stel ik vast dat deze afsluiting zou gaan bestaan uit een draadafsluiting met ingegroeide natuurlijke klimop. Dergelijke afsluiting heeft aan beide zijden van de afsluiting onderhoud nodig, zodat deze afsluiting op een voldoende afstand van de perceelgrens dient te worden opgetrokken, teneinde dit onderhoud aan beide zijden van de draad voor de aanvrager mogelijk te maken, zonder noodzakelijk gebruik van mijn mede-eigendom. Dit blijkt volgens het plan van de aanvrager niet het geval te zijn, zodat ik hiertegen bezwaar wens te maken. Ook bij een eenvoudige draadafsluiting is het wenselijk dat de afsluiting volledig op het perceel van de aanvrager wordt opgetrokken.
In de hoop dat met mijn bemerkingen rekening kan worden gehouden, vraag ik u om mij ontvangst van huidig schrijven te willen bevestigen en te willen informeren aan het gevolg dat hieraan gegeven wordt.”
De gemeentelijke omgevingsambtenaren nemen omtrent dit bezwaarschrift het volgende standpunt in:
ADVIEZEN
Agentschap Wegen en Verkeer
Fluvius
MILIEUEFFECTENRAPPORTAGE
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van bijlage I, II en III van het besluit inzake projectmilieueffectrapportage van 10 december 2004 en latere wijzigingen.
STEDENBOUWKUNDIG ADVIES
TOETSING AAN DE REGELGEVING EN VOORSCHRIFTEN
OVEREENSTEMMING MET BESTEMMINGS- EN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
Gewestplan
De aanvraag is volgens het geldende gewestplan Hasselt - Genk, goedgekeurd bij Koninklijk besluit op 3 april 1979, gelegen in woongebied.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van een goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen en latere wijzigingen).
Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Afbakening regionaal stedelijk gebied Hasselt - Genk” dat op 20 juni 2014 definitief werd vastgesteld door de Vlaamse Regering.
Er is geen bestemmingswijziging ten opzichte van het gewestplan voorzien voor dit perceel.
De aanvraag voldoet principieel aan de geldende bestemmingsvoorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater
De aanvraag valt onder de toepassing van het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 en latere wijzigingen, houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
De plannen geven aan dat voor de nieuw opgerichte woning met een horizontale dakoppervlakte van 155,61m² een hemelwaterput wordt voorzien met een inhoud van 5 000 liter en recuperatie van het hemelwater voor het sanitair gebruik, een buitenkraan en een uitgietbak. De overloop van de hemelwaterput wordt aangesloten op een infiltratievoorziening waarvan de oppervlakte en het volume voldoen aan de verordening.
De verordening is niet van toepassing voor wat betreft de aanleg van de voorziene verhardingen omdat het hemelwater dat op de verharding valt niet wordt opgevangen en afgevoerd, maar op eigen terrein in de bodem kan infiltreren.
De aanvraag voldoet aan deze stedenbouwkundige verordening.
Riolering
Het perceel is op het zoneringplan voor riolering, goedgekeurd bij Ministerieel besluit de dato 19 september 2008, gelegen in “centrale gebied”. Een individuele voorbehandelinginstallatie (septische put) moet niet aangelegd worden.
Standaardbepalingen rioleringsbeheerder Fluvius omgevingsvergunningen
Algemene bepalingen betreffende riolering en waterafvoer:
We raden aan om:
Keuring privéwaterafvoer
Door het in voege treden van het Algemeen Waterverkoopreglement is de keuring van privéwaterafvoer verplicht vanaf 1 juli 2011. Elke rioleringsaansluiting op het openbaar saneringsnet dient een keuring van de privéwaterafvoer te ondergaan conform artikel 12, §1 van het Algemeen Waterverkoopreglement en dit bij de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer. Enkel de door Fluvius erkende keurders komen hiervoor in aanmerking (een lijst kan u terugvinden op de website van Fluvius: www.fluvius.be).
Watertoets
Het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013, verplicht de vergunningverlenende overheid om de watertoets uit te voeren bij elke aanvraag tot omgevingsvergunning. Dit decreet vormt het juridisch kader voor het integraal waterbeleid in Vlaanderen. Het decreet bevat ook de omzetting van de kaderrichtlijn Water en de Overstromingsrichtlijn.
Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Voor het betrokken project werd de watertoets uitgevoerd volgens de richtlijnen van het uitvoeringsbesluit van 20 juli 2006. Dit Watertoetsbesluit werd gewijzigd bij Besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011. Dit besluit is in werking getreden op 1 maart 2012.
Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Zoals hoger aangehaald voldoet het voorliggende ontwerp aan deze verordening. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
De aanvraag doorstaat de watertoets.
Archeologienota
Conform het Onroerenderfgoeddecreet de dato 12 juli 2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag gezien de perceeloppervlakte kleiner is dan 3 000m².
Indien men niet verplicht is tot het opstellen van een archeologienota en tijdens de uitvoering komen er toch archeologische sporen of vondsten aan het licht, dan dient de bouwheer dit te melden binnen de 3 dagen aan het agentschap Onroerend Erfgoed (www.onroerenderfgoed.be).
Overige regelgeving
Decreet rookmelders
Het decreet van 10 maart 2017, houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, wat het verbeteren van de brandveiligheid door het algemeen invoeren van optische rookmelders voor woningen betreft, bepaalt dat alle woningen in Vlaanderen moeten uitgerust worden met correct geïnstalleerde rookmelders of dienen te beschikken over een branddetectiesysteem.
De voorliggende aanvraag voldoet hieraan: er worden rookmelders geplaatst in de inkom, de berging, bovenaan de trap en in de nachthal.
Opmerking: de plaatsing van rookmelders in ruimtes waar dampen en rookgassen gebruikelijk kunnen voorkomen (garages, keukens, badkamers en ook wasplaats) kan aanleiding geven tot valse meldingen. Hier is het meer aangewezen een hittemelder te plaatsen.
Energiedecreet
De aanvraag dient te voldoen aan het energiedecreet van 8 mei 2009 en het energiebesluit van 19 november 2010 en hun latere aanvullingen en wijzigingen.
Slopen
De afbraak/ verwijdering van de bestaande overdekte en niet overdekte constructies dient te gebeuren tot in de grond en de vrijgekomen ruimte dient ingericht te worden als groenzone voor zover geen nieuwe constructies voorzien worden.
Aan de afbraak is geen milieuvergunningsplicht verbonden, wel dient rekening gehouden te worden met de wettelijke verplichtingen opgenomen in het Vlarem II, omgevingsvergunningsdecreet, het bodemsaneringsdecreet en het materialendecreet. Vooraleer te starten met de afbraakwerken dienen de constructies volledig ontruimd te worden. De afvalstoffen die vrijkomen bij de afbraakwerken dienen selectief ingezameld te worden.
Alle bouw-, sloop- en infrastructuurwerken in open lucht dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II, hoofdstuk 6.12 Beheersing van stofemissies tijdens bouw- , sloop- en infrastructuurwerken”, indien deze uitgevoerd worden door een aannemer.
Het verwijderen van asbest dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II Beheersing van asbest, hoofdstuk 6.4.
Grondverzet
Uit het ingediende dossier blijkt niet dat een grondverzet (met aanvoer/ afvoer) van meer dan 250m³ zal plaatsvinden. De regelgeving omtrent grondverzet is niet van toepassing.
Erfdienstbaarheden / gemene muren
Vergunningen hebben een zakelijk karakter. Zij worden verleend onder voorbehoud van de op het onroerend goed betrokken burgerlijke rechten.
Het is niet de taak van de administratieve overheid zich uit te spreken over het bestaan, de interpretatie en de omvang van subjectieve rechten, zoals bijvoorbeeld het bestaan van een erfdienstbaarheid / het overnemen van een gemene muur.
De overeenstemming van de aanvraag met een goede ruimtelijke ordening wordt echter beoordeeld met inachtneming van beginselen als hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en
veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4 van de VCRO.
De aanvrager wordt erop gewezen dat omtrent de erfscheidingen geen afbreuk wordt gedaan aan de burgerlijke rechten van de betrokken aanpalende eigenaars door het afleveren van een omgevingsvergunning en dat het aangewezen is hieromtrent een (schriftelijke) overeenkomst/ akkoordverklaring te bekomen alvorens aan te vatten met de werken.
De aanvraag is verenigbaar met de regelgeving.
Toetsing AAN DE goede ruimtelijke ordening
OMSCHRIJVING VAN DE FEITELIJKE AANVRAAG
De aanvraag omvat de regularisatie van de sloop van een vrijstaande eengezinswoning, de bouw van een eengezinswoning in open verband met een buitenzwembad, poolhouse, de tuinaanleg en de sloop van een vrijstaand bijgebouw.
BEOORDELING VAN DE GOEDE RUIMTELIJKE ORDENING
De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen:
1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;
2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook de volgende aspecten in rekening brengen:
a) beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in punt 1°;
b) de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement voor zover:
1) de rendementsverhoging gebeurt met respect voor de kwaliteit van de woon- en leefomgeving;
2) de rendementsverhoging in de betrokken omgeving verantwoord is.
3° indien het aangevraagde gelegen is in een gebied dat geordend wordt door een ruimtelijk uitvoeringsplan, een gemeentelijk plan van aanleg of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden waarvan niet op geldige wijze afgeweken wordt, en in zoverre dat plan of die vergunning voorschriften bevat die de aandachtspunten, vermeld in 1°, behandelen en regelen, worden deze voorschriften geacht de criteria van een goede ruimtelijke ordening weer te geven. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan gemotiveerd beslissen dat bepaalde voorschriften van verkavelingen ouder dan vijftien jaar, zoals bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 1°, c), of voorschriften van bijzondere plannen van aanleg ouder dan vijftien jaar, waarvan op grond van artikel 4.4.9/1 op rechtsgeldige wijze kan worden afgeweken, nog steeds de criteria van goede ruimtelijke ordening weergeven.
Omschrijving ligging en omgeving
Het perceel van de aanvraag is gelegen aan de Houthalenseweg en aan de Vilhoekstraat, respectievelijk een gewestweg en een gemeenteweg aan de rand van het centrum van Zonhoven.
De directe omgeving wordt gekenmerkt door residentiële bebouwing, bijna uitsluitend bestaande uit 2 bouwlagen onder een zadeldak in vaak gesloten en halfopen en soms in open verband.
In de ruimere omgeving wordt dit karakter soms gecombineerd met kleinschalige handelsfuncties of vrije beroepen.
Omschrijving van de aanvraag
Op het perceel in kwestie is een bouwvallig vrijstaand bijgebouw aanwezig. Dit staat als te slopen aangeduid. Het vergunde hoofdgebouw met haar aangebouwde bijgebouwen werden zonder vergunning gesloopt.
De aanvraag betreft het regulariseren van de sloop van het bestaande hoofdgebouw en haar aangebouwde bijgebouwen met een oppervlakte van 115,58m² die waren ingeplant op een afstand van 16,5 meter van de as van de voorliggende weg.
Een regularisatie moet met dezelfde criteria beoordeeld worden als een nieuwe aanvraag. Het kan immers niet zijn dat de regularisatie soepeler zou beoordeeld worden om reden dat de werken reeds uitgevoerd zijn.
De aanvraag voorziet ook in de sloop van een vrijstaand bijgebouw met een oppervlakte van 11,9m² dat zich in de achtertuin bevindt en dat zich over de rechter perceelsgrens tot op het naastliggend perceel bevindt. I.k.v. artikel 83 van het ‘Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning’ zijn de eigenaars van het desbetreffende perceel om hun standpunt verzocht. Er is inzake de sloop van dit gebouw geen bezwaar ingediend.
Er wordt voorzien in de bouw van een eengezinswoning op 8 meter van de grens met het openbaar domein en met een inrit langs de Houthalenseweg en een parkeerplaats in de voortuin. De zijmuren lopen evenwijdig met de zijdelinse perceelsgrenzen op een afstand van 3 meter van deze grenzen. Ten opzichte van de aanpalende woning aan de linkerzijde wordt het hoofdgebouw 2,5 meter terugliggend ingeplant. De bouwdiepte op het gelijkvloers bedraagt 17 meter en aangezien de verdieping terugliggend wordt ingeplant, bedraagt de bouwdiepte er 10,45 meter.
De woning bestaat uit 2 bouwlagen onder een plat dak. De dakrandhoogte ten opzichte van het maaiveld is 6,5 meter.
Er wordt een niet overdekt buitenzwembad en een poolhouse met overdekt terras geplaatst in de achtertuin. Het badhuis wordt voorzien van een privacywand dat samen met het overdekt terras een oppervlakte van 41,27m² bezit. Dit bijgebouw wordt ingeplant op 1 meter van de linkerperceelsgrens en tenminste 5 meter van de achtergrens.
Het zwembad heeft een oppervlakte van 32m² en wordt op een minimale afstand van 1,4 meter tot de rechterperceelsgrens ingeplant en tot op 5,71 meter van de achterste perceelsgrens.
De waterdoorlatende verhardingen bestaan uit een inrit met een parkeerplaats en een toegang tot de voordeur in de voortuin en een toegang tot een zijdeur in de linkerzijtuin met een oppervlakte van respectievelijk 46,11m² en 7,84m².
De niet-waterdoorlatende verhardingen bestaan uit de rand rond het zwembad en 2 voetpaden uitgevoerd als stapstenen in de achtertuin. Hun gezamelijke oppervlakte bedraagt 18,14m².
De grens van het perceel met het openbaar domein in de voortuin wordt afgesloten door een haag met een hoogte van 0,75 meter. Op de andere perceelsgrenzen wordt een draadafsluiting met klimop geplaatst met een hoogte van 1,7 meter.
Het bestaande terreinprofiel wordt behouden, met uitzondering van een zone ter hoogte van het zwembad. Vanaf een afstand van tenminste 2 meter van de zijdelingse perceelsgrenzen volgt het terreinprofiel dat van de aanpalende percelen.
Functionele inpasbaarheid in de onmiddellijke en ruime omgeving
De eengezinswoning past functioneel in de omgeving gezien de residentiële aard van deze laatste.
Mobiliteitsimpact
De aanvraag voorziet in 1 autostaanplaats in de voortuin en een op de oprit 1 woongelegenheid.
Het aantal autostaanplaatsen stemt overeen met het aantal woongelegenheden à rato van 1,5 per wooneenheid. De inrit wordt voorzien via de Houthalenseweg.
Omwille van de veiligheid is het aangewezen dat er voldoende zichtbaarheid is bij het uitrijden van het perceel. Daarom mogen de zijdelingse afsluitingen tot op een afstand van tenminste 5 meter van de grens met het openbaar domein maximaal een hoogte hebben van 1 meter.
De schaal van de voorgenomen werken, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
Gezien de sloop van alle constructies die op het perceel aanwezig zijn, mogen we stellen dat het ruimtegebruik enkel bepaald wordt door de nieuw in te planten gebouwen en verhardingen.
De verharding in de voortuin maakt er 34% van uit, merkelijk onder de in Zonhoven gehanteerde normen. De totale ‘footprint’ op het perceel is ongeveer 45,68% wat licht afwijkt van het streefcijfer binnen de gemeente, nl. 40%, wat aanvaardbaar is voor dit perceel.
De bouwdiepte van het hoofdgebouw valt voor wat het gelijkvloers betreft binnen de algemeen gehanteerde normen. De bouwdiepte van de verdieping overschrijdt deze licht maar gezien de terugligging ervan blijft het volume beperkt. Omdat er de aan de achterzijde van de zijgevel ook geen ramen voorzien worden en de afstand van 3 meter tot de perceelsgrenzen aangehouden blijven, kan dit aanvaard worden.
De oppervlakte van het bijgebouw bedraagt 41,27 m², aanvaardbaar boven de limiet van het vrijstellingenbesluit. Haar afstand tot de linker perceelsgrens is conform het vrijstellingenbesluit.
De diepte van de tuinzone bedraagt minimaal ongeveer 18,7 meter wat ruim voldoet aan de gehanteerde normen.
Visueel-vormelijke elementen
Het straatbeeld wordt gekenmerkt door voornamelijk gesloten tot halfopen en soms open residentiële bebouwing en diverse stijlen. Toch biedt het een eenvormige uitstraling gezien het bijna uitsluitend om woningen met 2 bouwlagen onder een zadeldak en vaak opgetrokken met rode tot roodbruine bakstenen gaat.
De woning heeft een zeer moderne uitstraling door gebruik te maken van architectonisch beton en een bronskleurige gevelbekleding uitgevoerd in gemoffeld aluminium gecombineerd met vlakke panelen. Het badhuis complementeert en ondersteunt dit aanzicht.
Bodemreliëf
Het bestaande maaiveld blijft voor het merendeel behouden. Enkel ter hoogte van het zwembad wordt een verhoging voorzien waardoor het maaiveld er zich 0,25 meter boven de as van de voorliggende weg bevindt. Dit is een aanvaardbare ophoging.
De aanvraag voldoet aan de criteria voor de goede ruimtelijke ordening in de onmiddellijke en ruime omgeving.
BESPREKING ADVIEZEN
“Het betreft hier de herbouw van een eengezinswoning, hiervoor verwijzen wij graag naar www.fluvius.be/aansluitingen.
Voor riolering dient voldaan te worden aan de gewestelijke en/of provinciale stedenbouwkundige verordeningen inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater die in uw gemeente van kracht zijn.
Fluvius doet geen nazicht van de bepalingen van deze verordening. Dit advies handelt over de aansluitbaarheid op het openbaar saneringsnetwerk.
Voor uw rioleringsaansluiting geven we u volgende advies:
Bij de sloop van een pand dient de bestaande huisaansluiting op het openbaar rioleringsstelsel tijdelijk buiten gebruik gesteld te worden door de aanvrager en wel op zo een manier dat de huisaansluiting water- en gronddicht afgesloten wordt en detecteerbaar blijft op eigen terrein.
Bij de aanleg van een nieuwe privéwaterafvoer dient de bouwheer de bestaande rioleringsaansluiting te detecteren en te hergebruiken. De nieuwe privéwaterafvoer voor vuilwater en eventueel hemelwater dient ter hoogte van de rooilijn tot aan en niet dieper dan de bestaande huisaansluiting gebracht te worden. Ter hoogte van de bestaande huisaansluiting voorziet de bouwheer aan de rooilijn op het privéterrein aparte controleputjes, één voor de vuilwaterafvoer en één voor de hemelwaterafvoer, indien deze nog niet aanwezig zijn. De diameter van de afvoerbuis voor vuilwater (DWA) is 125 mm (max.160 mm), voor regenwater (RWA) is dit 160 mm.
Dit ontslaat de bouwheer niet van het indienen van een aanvraag tot heraansluiting op het openbaar rioleringsstelsel bij Fluvius. De aanvraag is terug te vinden op www.fluvius.be.
Het spoelwater van de filters van het zwembad dient bij chemische filters aangesloten te worden op de vuilwaterafvoer en moet bij zuivere biologische filters (zonder toevoeging chloor of andere chemicaliën) aangesloten worden op de infiltratievoorziening.
De overloop van een buitenzwembad dient aangesloten te worden op de infiltratievoorziening of mag op eigen terrein in de naastliggende groenzones infiltreren. Als het zwembad in 1 keer geledigd gaat worden, dient de infiltratievoorziening hierop berekend te worden. De chloordosering dient 14 dagen voor de lediging uitgeschakeld te worden.
Voor alle andere vragen verwijzen wij graag naar onze website, www.fluvius.be of het algemeen nummer 078 35 35 34.
Bovenstaande informatie geven we mee onder voorbehoud van latere wijzigingen.
Mocht later bijvoorbeeld blijken dat de definitieve vermogens toch buiten de standaardnormen vallen, dan kan ons advies nog wijzigen.”
De gemeentelijke omgevingsambtenaren sluiten zich aan bij dit advies.
De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden.
“Hierbij stuur ik u het advies van mijn afdeling. Gelieve mij een afschrift van de beslissing toe te sturen.
INLICHTINGEN EN BEPERKINGEN
1. Vastlegging ten opzichte van de bestaande as van de gewestweg (N7150001 van 2.7 +46 tot 2.8 -47):
2. Constructie voor rooilijn
De parkings en verhardingen mogen niet worden ingepland vóór de ontworpen rooilijn.
3. Constructie in zone van achteruitbouw
4. Constructie op of over openbaar domein
Er mogen geen materialen worden gestapeld op het openbaar domein. (Cfr BVR 29/03/2002 retributiebesluit)
5. Toegang
6. Mobiliteitsimpact
ONGUNSTIG ADVIES
Om deze redenen adviseert het Agentschap Wegen en Verkeer ONGUNSTIG betreffende voorliggende aanvraag.
De gemeentelijk omgevingsambtenaren sluiten zich gedeeltelijk aan bij dit advies. De gemeentelijke omgevingsambtenaren sluiten zich aan bij bijna alle inlichtingen en beperkingen in het advies, behalve voor wat de toegang tot het perceel betreft en wel om de volgende redenen:
Uit de bovenstaande motivering blijkt dat de schaal en het uiterlijk van de voorgenomen werken op voldoende wijze ruimtelijk inpassen in de onmiddellijke en ruime omgeving. De aanvraag is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.
MILIEUTECHNISCH ADVIES
Niet van toepassing.
GECOÖRDINEERD EINDADVIES
Uit bovenstaande motiveringen blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen inzake milieu en ruimtelijke ordening, en dat het voorgestelde ontwerp verenigbaar is met de goede plaatselijke ordening en met zijn onmiddellijke omgeving.
De aanvraag is vatbaar voor een omgevingsvergunning voor het regulariseren van de sloop van een vrijstaande woning, de bouw van een eengezinswoning met buitenzwembad, poolhouse en tuinaanleg en de sloop van een vrijstaand bijgebouw.
Bijgevolg adviseert de omgevingsambtenaar het dossier voorwaardelijk gunstig voor het regulariseren van de sloop van een vrijstaande woning, de bouw van een eengezinswoning met buitenzwembad, poolhouse en tuinaanleg en de sloop van een vrijstaand bijgebouw zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan de aanvraag zijn verbonden en voor zover rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarden:
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.
De bezwaarindieners worden op de hoogte gebracht van de beslissing van het schepencollege.
Het college van burgemeester en schepenen volgt integraal het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar van 13/12/2022 tot het afleveren van een omgevingsvergunning met voorwaarden aan de aanvrager.
Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het afleveren van een omgevingsvergunning met voorwaarden aan de aanvrager.
De omgevingsvergunning omvat het regulariseren van de sloop van een vrijstaande woning, de bouw van een eengezinswoning met buitenzwembad, poolhouse en tuinaanleg en de sloop van een vrijstaand bijgebouw zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan deze omgevingsaanvraag zijn verbonden en voor zover rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarden.
De omgevingsvergunning wordt aldus afgegeven onder volgende voorwaarden:
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.
De bezwaarindieners worden op de hoogte gebracht van de beslissing van het schepencollege.
STEDENBOUWKUNDIG EN MILIEUTECHNISCH advies - verslag GEMEENTELIJKE omgevingsambtenaar
De aanvraag betreft het verbouwen van een kerkgebouw tot polyvalente ruimte/ turnhal voor een school.
De aanvraag werd op 26/09/2022 ontvangen.
Op 25/10/2022 werd aanvullende informatie opgevraagd.
Op 25/10/2022 werd de gevraagde aanvullende informatie aangeleverd.
Op 04/11/2022 werd de aanvraag ontvankelijk en volledig verklaard.
De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.
Er werd geen openbaar onderzoek gehouden.
Op 25/11/2022 werd een wijzigingsaanvraag ingediend naar aanleiding van een negatief advies van Inter Vlaanderen. Er werden aangepaste plannen aangeleverd.
Op 28/11/2022 werd de wijzigingsaanvraag aanvaard.
De wijziging heeft geen termijnverlenging tot gevolg.
Op 13/12/2022 werd opnieuw een wijzigingsaanvraag ingediend naar aanleiding van een negatief advies van de brandweer. Er werden aangepaste plannen aangeleverd. Aangezien er geen termijn van 30 dagen meer resteert om een bijkomende adviesronde te organiseren, werden de betreffende adviesinstanties gecontacteerd door de dienst om na te gaan of de zeer korte adviestermijn nog haalbaar is. Hierop werd bevestigend geantwoord.
Op 14/12/2022 werd de 2de wijzigingsaanvraag aanvaard.
De wijziging heeft geen termijnverlenging tot gevolg.
HISTORIEK VAN HET EIGENDOM WAAROP DE AANVRAAG BETREKKING HEEFT
Stedenbouwkundig
Uit de gegevens waarover de gemeente beschikt, blijkt niet dat voor het voorwerp van de aanvraag een PV is opgesteld noch dat een meerwaarde werd opgelegd of dat op het goed een vonnis of arrest rust. Er zijn ook geen geschriften bekend waaruit zou blijken dat er wederrechtelijke werken werden uitgevoerd.
Milieu
Volgende ARAB / milieuvergunningen / meldingen werden afgeleverd op volgende percelen:
Het perceel is niet opgenomen in het Grondeninformatieregister.
OPENBAAR ONDERZOEK
Overeenkomstig artikel 17 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hoofdstuk 3 Toepassingsgebied van de gewone en vereenvoudigde procedure, artikels 11 t.e.m. 14 van het besluit tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning, werd dit dossier volgens de vereenvoudigde procedure behandeld.
Er werd bijgevolg geen openbaar onderzoek gehouden.
ADVIEZEN
Brandweer Hulpverleningszone Zuid-West Limburg
Inter
Fluvius
MILIEUEFFECTENRAPPORTAGE
Het project komt voor op bijlage III van het project-mer-besluit wat maakt dat een project MER opgemaakt moet worden, tenzij de initiatiefnemer via een project-m.e.r.-screeningsnota kan aantonen dat het project geen aanzienlijke milieueffecten zal veroorzaken. Er werd een project-m.e.r.-screeningsnota bij de aanvraag gevoegd. De effecten op milieu en omgeving werden voldoende omschreven en uit de nota bleek dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
STEDENBOUWKUNDIG ADVIES
TOETSING AAN DE REGELGEVING EN VOORSCHRIFTEN
OVEREENSTEMMING MET BESTEMMINGS- EN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
Gewestplan
Het perceel van de aanvraag is volgens het geldende gewestplan Hasselt - Genk, goedgekeurd bij Koninklijk besluit op 3 april 1979, deels gelegen in woongebied en deels gelegen in gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut.
De voorgestelde werken bevinden zich volledig in het gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut.
De gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen zijn bestemd voor de voorzieningen die gericht zijn op de bevordering van het algemeen belang en die ten dienste van de gemeenschap worden gesteld. De idee van dienstverlening (verzorgende sector) aan de gemeenschap is derhalve rechtstreeks aanwezig.
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg, noch in een ruimtelijk uitvoeringsplan, noch in een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
De aanvraag voldoet principieel aan de geldende bestemmingsvoorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater
Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater is niet van toepassing omdat er geen uitbreiding plaatsvindt van de horizontale dakoppervlakte of verhardingen.
Riolering
Het perceel is op het zoneringplan voor riolering, goedgekeurd bij Ministerieel besluit de dato 19 september 2008, gelegen in “centrale gebied”.
Met betrekking tot de riolering werd de aanvraag voor advies voorgelegd aan Fluvius.
Het advies van 29/11/2022 van Fluvius is voorwaardelijk gunstig:
“Naar aanleiding van uw adviesvraag van 29-11-2022 over de stedenbouwkundige vergunning voor bovenvermeld project, afdeling 2, sectie D, nummer(s) 124S28, kunnen we een voorwaardelijk gunstig advies geven, op voorwaarde dat voldaan wordt aan de hierna volgende opmerkingen.
In uw stad is Fluvius actief voor volgende disciplines:
Aardgas, Elektriciteit, Openbare verlichting, Kabeldistributie.
De initiatiefnemer dient te voldoen aan alle voorwaarden van Fluvius zoals opgenomen in het desbetreffende aansluitingsreglement welke beschikbaar is op de website van Fluvius (www.fluvius.be).
Algemene voorschriften:
Gasafsluiters, elektriciteits-, kabeldistributie- aardgasdistributienetten (boven- en ondergrondse) moeten steeds en makkelijk bereikbaar zijn en vrij blijven van ieder obstakel.
Voor riolering dient voldaan te worden aan de gewestelijke en/of provinciale stedenbouwkundige verordeningen inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater die in uw gemeente van kracht zijn.
Fluvius doet geen nazicht van de bepalingen van deze verordening. Dit advies handelt over de aansluitbaarheid op het openbaar saneringsnetwerk.
1. Algemene bepalingen voor riolering en waterafvoer
2. Specifieke bepalingen voor riolering en waterafvoer voor dit bouwproject
Dit project zal haar vuilwater (en overloop hemelwater) gescheiden moeten aansluiten op het bestaande privé rioleringsstelsel.
We raden aan om:
3. Keuring privéwaterafvoer
Door het in voege treden van het Algemeen Waterverkoopreglement is de keuring van de privéwaterafvoer verplicht sinds 1 juli 2011. Elke rioleringsaansluiting op het openbaar rioleringsstelsel dient een keuring van de privéwaterafvoer te ondergaan conform artikel 12/1, §1 van het Algemeen Waterverkoopreglement. De keuring dient uitgevoerd te worden vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer.
Enkel de door Fluvius erkende keurders komen voor deze keuring in aanmerking (zie Keuring riolering | Fluvius).
Voor bijkomende informatie kan de bouwheer terecht op de infolijn van Fluvius 078 35 35 34.
Alvast bedankt om bovenstaande voorwaarden mee op te nemen in de stedenbouwkundige vergunning”
Kosten voor het voorzien / verleggen of uitbreiden van de nutsleidingen moeten gedragen worden door de aanvrager;
Aanpassingen aan inrichtingen, constructies of beplantingen op het openbaar domein naar aanleiding van deze of toekomstige omgevingsaanvraag zijn steeds ten laste van de aanvrager. Alle kosten naar aanleiding van een heraanplanting/ herstel op/ aan het openbaar domein, uitgevoerd naar aanleiding van een omgevingsaanvraag van een particulier, blijven ten laste van de aanvrager.
Voor de uitvoering van werken op bermen, stoepen en wegen dient er voor de aanvang der werken een staat van bevinding opgemaakt te worden door de aannemer en dit in samenspraak met een afgevaardigde van het gemeentebestuur.
Toegankelijkheid
De aanvraag valt onder de toepassing van het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen, houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid. Dit besluit trad in werking op 1 maart 2010.
Het eerste advies van Inter Vlaanderen, verleend op 21/11/2022, was ongunstig:
“Advies toegankelijkheid bij de aanvraag van een omgevingsvergunning / melding
In toepassing van art. 4.3.7.i , art. 4.3.3.ii en art. 4.3.4.iii van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
In toepassing van het Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheidiv.
Ongunstig
De knelpunten, vermeld in dit advies, hebben geleid tot de ongunstige evaluatie.
Dit advies bekijkt de wettelijke voorschriften op basis van de op plan afleesbare elementen in de vergunningsfase. Dit advies doet geen uitspraak over de integrale toegankelijkheid van het gebouw na volledige afwerking. Afwerkingselementen die niet op plan staan, bepalen immers in grote mate mee de toegankelijkheid van het geheel. U kan, tijdens het project, bij ons inlichtingen verkrijgen of een begeleidingstraject volgen om de integrale toegankelijkheid van uw project te garanderen.
1 Bijlage B26 verantwoordingsnota omgevingsvergunning:
Toegankelijkheidstoelichting / checklist inzake toegankelijkheidv
2 Verplichting advies
3 Toepassingsgebied
Dit advies is van toepassing op het (deel van het) gebouw dat gebouwd, herbouwd, verbouwd of uitgebreid wordt.
De aanvraag betreft:
1° de gelijkvloerse nieuw te bouwen, te herbouwen, te verbouwen of uit te breiden publiek toegankelijke delen van een constructie;
2° de niet-gelijkvloerse nieuw te bouwen, te herbouwen, te verbouwen of uit te breiden publiek toegankelijke delen van een constructie, tenzij een vertrek op een andere verdieping of buiteninfrastructuur eenzelfde functie vervult en voldoet aan de bepalingen van dit besluit.
Indien een aanvraag valt onder de toepassing van de Vlaamse stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid, dan dienen de normbepalingen van hoofdstuk IIIvi te worden nageleefd. De normen, principetekeningen en bijkomende info kan teruggevonden worden op www.toegankelijkgebouw.be.
4 Normen
4.1 Het gebouw
4.1.1 Toegangen, deuropeningen en deuren (art. 22-26):
De toegangsdeuren tot het gebouw dienen drempelloos te zijn. Het niveauverschil tussen de binnen- en buitenruimte mag max. 2cm bedragen.
Verplichting tot het creëren van een toegankelijke toegang:
Drempel aan inkom:
• Art. 22 §2 (art.1, 26°): De inkomdeur is niet drempelloos. Er mag echter een niveauverschil van max. 2 cm zijn bij de overgang tussen de binnen- en buitenruimte (art. 18). Dit niveauverschil wordt best afgeschuind uitgevoerd. Het niveauverschil is echter 10 cm.
Maatvoering algemeen:
Draaideuren (carrousel/draaikruisdeur):
Aanliggende circulatieruimte:
4.1.2 Opvangen niveauverschillen binnen (art. 18-21):
Niveauverschillen van meer dan 18 cm moeten overbrugd worden met een combinatie trap-lift. De vergaderruimte op de verdieping is echter niet toegankelijk en er is geen vertrek aanwezig op het gelijkvloers die dezelfde functie vervult.
Hellingspercentages mogen maximaal 6,25% bedragen voor niveauverschillen tussen 25 cm en 50 cm. De helling tussen de inkomhal ter hoogte van de kleedkamers en de polyvalente ruimte voldoet hier niet aan.
Algemeen:
Hellingen:
Principetekeningen:
Zie advies.
Trappen:
Liften:
Tekening: zie advies.
4.1.3 Toiletten (art. 29/2-32):
Voor de toiletpot moet een vrije ruimte van minstens 120 cm beschikbaar zijn.
Principetekeningen: ‘aangepast toilet met de deur aan de korte zijde’
Zie advies.
5 Bijkomende informatie
Aanbevelingen voor het realiseren van een integraal toegankelijk gebouw:
Op 28/11/2022 werd een wijzigingsaanvraag ingediend met nieuwe projectinhoudversie naar aanleiding van dit ongunstig advies. De wijzigingen werden mee overgenomen in de definitieve versie die op 13/12/2022 werd ingediend.
Het 2de advies van Inter Vlaanderen, verleend op 15/12/2022 is gunstig:
“Advies toegankelijkheid bij de aanvraag van een omgevingsvergunning / melding.
In toepassing van art. 4.3.7.i , art. 4.3.3.ii en art. 4.3.4.iii van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
In toepassing van het Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheidiv.
Gunstig
Dit advies bekijkt de wettelijke voorschriften op basis van de op plan afleesbare elementen in de
vergunningsfase. Dit advies doet geen uitspraak over de integrale toegankelijkheid van het gebouw na volledige afwerking. Afwerkingselementen die niet op plan staan, bepalen immers in grote mate mee de toegankelijkheid van het geheel. U kan, tijdens het project, bij ons inlichtingen verkrijgen of een begeleidingstraject volgen om de integrale toegankelijkheid van uw project te garanderen
1 Bijlage B26 verantwoordingsnota omgevingsvergunning:
Toegankelijkheidstoelichting / checklist inzake toegankelijkheidv
o De toegankelijkheidstoelichting/checklist is conform de plannen.
2 Verplichting advies
3 Toepassingsgebied
Dit advies is van toepassing op het (deel van het) gebouw dat gebouwd, herbouwd, verbouwd of uitgebreid wordt.
De aanvraag betreft:
1° de gelijkvloerse nieuw te bouwen, te herbouwen, te verbouwen of uit te breiden publiek toegankelijke delen van een constructie;
2° de niet-gelijkvloerse nieuw te bouwen, te herbouwen, te verbouwen of uit te breiden publiek toegankelijke delen van een constructie, tenzij een vertrek op een andere verdieping of buiteninfrastructuur eenzelfde functie vervult en voldoet aan de bepalingen van dit besluit.
Indien een aanvraag valt onder de toepassing van de Vlaamse stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid, dan dienen de normbepalingen van hoofdstuk IIIvi te worden nageleefd. De normen, principetekeningen en bijkomende info kan teruggevonden worden op www.toegankelijkgebouw.be.
4 Bijkomende informatie
Aanbevelingen voor het realiseren van een integraal toegankelijk gebouw:
De aanvraag voldoet aan deze stedenbouwkundige verordening.
Watertoets
Het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013,verplicht de vergunningverlenende overheid om de watertoets uit te voeren bij elke aanvraag tot omgevingsvergunning. Dit decreet vormt het juridisch kader voor het integraal waterbeleid in Vlaanderen. Het decreet bevat ook de omzetting van de kaderrichtlijn Water en de Overstromingsrichtlijn.
Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
De aanvraag doorstaat de watertoets.
Decretale beoordelingselementen
Artikel 4.3.7. Toegang van gehandicapten tot gebouwen/publiek toegankelijk
De omgevingsvergunning voor de handelingen, vermeld in artikel 4.2.1, 1°, 6°, 7° en 8°, wordt niet verleend wanneer niet is voldaan aan de bij of krachtens de wet of het decreet gestelde regelen betreffende toegang van personen met een functiebeperking tot openbare wegen en tot voor het publiek toegankelijke onroerende goederen.
De aanvraag voldoet aan deze bepaling.
Archeologienota
Conform het Onroerenderfgoeddecreet de dato 12 juli 2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag gezien er geen bodemingreep voorzien is.
Indien men niet verplicht is tot het opstellen van een archeologienota en tijdens de uitvoering komen er toch archeologische sporen of vondsten aan het licht, dan dient de bouwheer dit te melden binnen de 3 dagen aan het agentschap Onroerend Erfgoed (www.onroerenderfgoed.be).
Overige regelgeving
Energiedecreet
De aanvraag dient te voldoen aan het energiedecreet van 8 mei 2009 en het energiebesluit van 19 november 2010 en hun latere aanvullingen en wijzigingen.
Erfdienstbaarheden
In de voorgevel, links van het inkomportaal, bevindt zich een geodetisch informatiepunt (QI28) van het Nationaal Geografisch Instituut. Voor het gedeelte van de voorgevel waar het merkteken zich situeert, zijn werken gepland.
Dit merkteken dient alleszins behouden te blijven.
De aanvraag is verenigbaar met de regelgeving.
Toetsing AAN DE goede ruimtelijke ordening
OMSCHRIJVING VAN DE FEITELIJKE AANVRAAG
De aanvraag omvat het verbouwen van een kerkgebouw tot polyvalente ruimte/ turnhal voor een school.
BEOORDELING VAN DE GOEDE RUIMTELIJKE ORDENING
De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen:
1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;
2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in 1°, in rekening brengen;
Omschrijving ligging en omgeving
Het perceel van de aanvraag is gelegen aan de Molenweg, een gemeenteweg ten oosten van het centrum van Zonhoven.
De omgeving wordt gekenmerkt door residentiële bebouwing in open, halfopen en gesloten verband binnen het woongebied langsheen de straatzijden, tevens gecombineerd met kleinschalige handelsfuncties.
Rondom het kerkgebouw bevinden zich schoolgebouwen en aan de voorzijde is een parking aanwezig. In de ruimere omgeving is ook een gemeenschapscentrum aanwezig.
Omschrijving van de aanvraag
Het perceel van de aanvraag werd anno 1959 bebouwd met een kerkgebouw.
Het betreft een zaalkerk onder hoog zadeldak in modern-gotische stijl, een ontwerp van architect Pieter Ceelen.
De aanvraag omvat het verbouwen van een kerkgebouw tot polyvalente ruimte/ turnhal voor een school.
Functionele inpasbaarheid in de onmiddellijke en ruime omgeving
De functiewijziging past binnen het dienstverleningsgebied waarbinnen het goed gelegen is en sluit aan bij de omliggende schoolgebouwen.
Mobiliteitsimpact
De wijziging zal binnen de schooluren geen impact hebben op de mobiliteit. Buiten de schooluren kan er bijkomende verkeersgeneratie voorkomen aangezien er verhuring van de faciliteit mogelijk is. Voor het parkeergebeuren voldoet de voorliggende openbare parking ruimschoots volgens de mer-screeningsnota.
De schaal van de voorgenomen werken, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen
De inplanting en basis van het gebouw blijven ongewijzigd. Het gebouw staat ingeplant op zo’n 50m afstand tot de Molenweg. In de voorliggende zone zijn een toegangsweg en 3 bomenrijen aanwezig en rechts daarvan ligt een openbare parkeerzone.
Het gebouw ondergaat wijzigingen aan dak en gevels, alsook intern dienen de nodige verbouwingen te gebeuren met het oog op de nieuwe functie polyvalente ruimte/ turnhal.
Wijzigingen gevels en dak
De gevelopeningen met spitsboog en glas-in-loodramen worden dichtgemetseld of vervangen door rechthoekige gevelopeningen op 3 ramen na achteraan in de rechter zijgevel.
De voorgevel en rechter zijgevel ondergaan de meest ingrijpende wijzigingen.
De massieve houten deur aan het inkomportaal wordt vervangen door zwart aluminium schrijnwerk. De 3 grote spitsboog glas-in-loodramen boven de inkom worden vervangen door een rechthoekig vlak (materiaal niet gekend) met daarboven een rechthoekig dubbel raam binnen een meer driehoekig vlak dat de oorspronkelijke omtrekvorm volgt.
In de rechter zijgevel worden 15 (5 x3 ramen) kleinere glas-in-loodramen verwijderd en vervangen door 5 grote rechthoekige ramen/ deuren. Er wordt tevens een bijkomende deuropening voorzien in functie van brandveiligheid.
In de achtergevel wordt een nieuwe raamopening voorzien ter hoogte van de verdieping. Er dient opgemerkt dat de gevelplannen nieuwe toestand en gevelplannen voor de brandweer niet geheel overeenstemmen met de gewenste toestand, het dakruitertje werd ingetekend (plannen brandweer) terwijl men dit gaat verwijderen.
Voor het nieuwe buitenschrijnwerk wordt aluminium met een zwarte kleur gebruikt.
Het is betreurenswaardig dat men niet getracht heeft om de waardevolle elementen en karakteristieken van het gebouw te bewaren. Op energetisch vlak bestaan mogelijkheden om aan de binnenzijde te isoleren zonder het verwijderen van de glas-in-loodramen. Wat de nood aan lichtinval betreft zien we een tegenstrijdigheid door het dichtmetselen van de gevelopeningen in de linker zijgevel enerzijds en het openwerken van de gevels in de rechterzijde anderzijds. Er kan aangenomen worden dat er een nood is aan een 2de toegang met voldoende breedte en eventueel meer lichtinval. Dat het karakter van nagenoeg de volledige rechter zijgevel hiervoor dient te verdwijnen is ons inziens niet noodzakelijk.
De bestaande dakbedekking in (asbest-)leien wordt vervangen door vlakke pannen. Het is niet duidelijk of de kleur van de pannen in een leigrijze tint (idem bestaande toestand) of in een rode kleur (idem schoolgebouwen) voorzien wordt. Alleszins kan de wijziging van leien naar pannen reeds een behoorlijke impact betekenen op het uiterlijk.
Met de vernieuwing van het dak wordt ook het dakruitertje in de voorgevel verwijderd.
Achteraan het rechter dakvlak wordt een dakraam geplaatst in functie van brandveiligheid.
Interne verbouwingswerken
Aan weerszijde van de inkomhal is thans een aparte ruimte aanwezig. Het lokaal aan de linkerzijde zal dienstig zijn als bergruimte. De aanwezige trap naar de onderliggende kelderruimte wordt hierbij verwijderd. Ook het lokaal aan de rechterzijde wordt ingericht als bergruimte waarbij tevens een nieuwe trap naar de kelderruimte geplaatst wordt.
Het is uit de plannen niet duidelijk op te maken of er boven de inkomzone en de naastliggende bergruimtes, op de verdieping, een functionele ruimte aanwezig is en zo ja waarvoor deze dienstig is en hoe deze bereikbaar is. Uit de doorsnede C-C blijkt dat een balustrade naar de zaal toe voorzien is, een trap naar deze zone is niet aanwezig.
Achter de inkom bevindt zich de polyvalente zaal (voormalige kerkzaal) die verkleind wordt van 271,93m² naar 210,24m². Op een hoogte van 7,22m vanaf de nieuw te plaatsen sportvloerafwerking, wordt een akoestisch plafond aangebracht.
Achter de polyvalente zaal worden 2 niveaus voorzien met gelijkvloers de inkomzone en hellend vlak naar de zaal, een traphal, toiletten en 2 kleedkamers. Op de verdieping is een vergaderruimte voorzien van ca. 65m².
Cultuurhistorische aspecten
De modern-gotische zaalkerk, gekend als “Maagd der Armenkerk”, verliest haar architecturaal karakter door het dichtmetselen van de gevelopeningen en wijzigingen aan gevelopeningen in de rechter zijgevel en de voorgevel.
De glas-in-loodramen verdwijnen hiermee volledig wat zowel extern als intern een verlies van het karakter betekent. De vormgeving van de nieuwe gevelopeningen in de rechter zijgevel en voorgevel sluit niet aan bij de bestaande architectuur.
Ondanks dat het gebouw niet opgenomen werd als beschermd erfgoed, is de erfgoedwaarde en het karakter voldoende hoog om te behouden/ te respecteren.
In de nota wordt aangegeven dat men met de verbouwing tracht om het karakter van het gebouw en de omgeving te bewaren.
Deze stelling wordt niet gevolgd. Er zijn betere opties om aanpassingen in functie van energie en vooropgesteld gebruik door te voeren zonder dergelijke aantasting van het architecturaal karakter.
De voorgestelde aanpassingen zijn weinig doordacht wat betreft het behoud van het architecturaal karakter en zijn naar onze mening dan ook niet aanvaardbaar.
Bodemreliëf
De aanvraag omvat geen wijzigingen van het terreinniveau.
Het bestaande maaiveld dient behouden te blijven behoudens ter hoogte van de toegangen in functie van de toegankelijkheid van het gebouw.
Hinderaspecten met betrekking tot gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
In de nota wordt aangegeven dat de polyvalente ruimte dienstig is voor de school alsook voor de lokale gemeenschap. Het is niet geheel duidelijk welke doeleinden men hier nastreeft. Het is dan ook moeilijk in te schatten of er hinder naar de omgeving zal ontstaan door het gebruik als polyvalente ruimte. Er kan bijgevolg niet uitgesloten worden of er geluidshinder of andere overlast (door de aard van de activiteiten en/ of de tijdstippen) kan ontstaan.
De aanvraag voldoet niet aan de criteria voor de goede ruimtelijke ordening in de onmiddellijke en ruime omgeving.
BESPREKING ADVIEZEN
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies.
De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden.
In navolging van dit negatief advies werd op 28/11/2022 een wijzigingsaanvraag ingediend met aangepaste plannen. Deze aanpassingen werden overgenomen in de gewijzigde projectinhoudversie van 13/12/2022.
Het 2de advies van 15/12/2022 van Inter Vlaanderen is gunstig.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies.
In navolging van dit negatief advies werd op 13/12/2022 een wijzigingsaanvraag ingediend met aangepaste plannen.
Het 2de advies van 14/12/2022 van de brandweer Hulpverleningszone Zuid-West Limburg , op basis van de op 13/12/2022 ingediende projectinhoudversie, is voorwaardelijk gunstig. De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies, dienen gevolgd te worden.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies.
De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden. Er dienen voor zover gekend geen structurele aanpassingen aan de plannen doorgevoerd te worden om te voldoen aan de brandveiligheid.
Indien vergunningsplichtige werken nodig zijn om aan de gestelde voorwaarden te voldoen, zoals bijvoorbeeld voor de aanleg van de brandweg tot de achtergevel van het gebouw, dient een nieuwe omgevingsaanvraag ingediend te worden.
Uit de bovenstaande motivering blijkt dat het uiterlijk van de voorgenomen werken op onvoldoende wijze visueel-vormelijk inpasbaar is en afbreuk doet aan de cultuur-historische waarde van het goed. Door het ontbreken van voldoende gegevens betreffende het gebruik van de polyvalente ruimte, kan niet besloten worden dat de voorziene verweving van functies de aanwezige bestemmingen in de onmiddellijke omgeving niet in het gedrang brengt noch verstoort. De aanvraag is niet verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening zoals hoger gemotiveerd.
MILIEUTECHNISCH ADVIES
Niet van toepassing.
EINDADVIES
Uit bovenstaande motiveringen blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen inzake milieu en ruimtelijke ordening, en dat het voorgestelde ontwerp niet verenigbaar is met de goede ruimtelijke ordening.
De aanvraag zoals voorgesteld, is niet vatbaar voor een omgevingsvergunning voor het verbouwen van een kerkgebouw tot polyvalente ruimte/ turnhal voor een school.
Bijgevolg adviseert de omgevingsambtenaar het dossier ongunstig voor het verbouwen van een kerkgebouw tot polyvalente ruimte/ turnhal voor een school, zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan de aanvraag zijn verbonden.
Het college van burgemeester en schepenen volgt het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar niet. Het gebouw krijgt een nieuwe functie en daarbij horen de aangevraagde aanpassingen. Het college oordeelt dat het behouden van de inplanting van het gebouw deels tegemoet komt aan de emotionele waarde die het gebouw heeft voor de wijk. Het gebouw is net als de kerken van Terdonk en Halveweg niet opgenomen op de lijst van historisch erfgoed. Het bestuur is zich bewust dat door een herbestemming van een kerkgebouw de sacrale waarden van dat gebouw afnemen. In kader van de nieuwe functie en het behoud van de inplanting is de verschuiving van de architecturale accenten voor het college aanvaardbaar.
Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het verlenen van de omgevingsvergunning voor het verbouwen van een kerkgebouw tot polyvalente ruimte/ turnhal voor een school, zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan de aanvraag zijn verbonden.
De omgevingsvergunning wordt afgegeven onder volgende voorwaarden:
Riolering:
Terrein en gelijkgrondse berm:
Andere voorwaarden:
Op het ogenblik van de beëindiging der werken, en vóór de ingebruikname van het pand, zal de aanvrager de brandweer Hulpverleningszone Zuid-West Limburg hiervan in kennis stellen, ten einde de burgemeester op de hoogte te kunnen brengen van het feit of er al dan niet aan de opgelegde brandvoorzorgsmaatregelen gevolg werd gegeven.
Gezien de veiligheid van het pand in het gedrang kan komen, worden geen omgevingsvergunningen meer afgeleverd alvorens voldaan werd aan de opgelegde brandbeveiligingsmaatregelen.
Indien voor de uitvoering van de voorschriften van de brandweer Hulpverleningszone Zuid-West Limburg een wijziging van de omgevingsvergunning noodzakelijk is, dient deze voor de aanvang van de werken ingediend te worden.
Het verwijderen van asbest dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II Beheersing van asbest, hoofdstuk 6.4.;
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.
De aanvraag betreft het verkavelen van gronden voor 12 loten (lot 1 t.e.m. 9 en lot 16 t.e.m. 18) voor de oprichting van eengezinswoningen en het aanleggen van nieuwe wegenis (lot19).
De aanvraag werd op 15 april 2022 ontvangen.
Op 5 mei 2022 en 15 juni 2022 werd aanvullende informatie opgevraagd.
Op 30 juni 2022 werd de gevraagde aanvullende informatie aangeleverd.
Op 25 juli 2022 werd de aanvraag ontvankelijk en volledig verklaard.
De gewone vergunningsprocedure wordt gevolgd.
Er werd een openbaar onderzoek gehouden, lopende van 4 augustus 2022 tot en met 2 september 2022. Het openbaar onderzoek werd gesloten met 1 bezwaarschrift.
HISTORIEK VAN HET EIGENDOM WAAROP DE AANVRAAG BETREKKING HEEFT
Stedenbouwkundig
Afdeling 1, sectie B, nrs. 268P
Afdeling 1, sectie B, nrs. 279F
De aanvraag werd verschillende keren in overleg gebracht met de gemeentelijke administratie. De aanvraag houdt rekening met de resultaten van het voorafgaandelijk overleg.
Uit de gegevens waarover de gemeente beschikt, blijkt niet dat voor het voorwerp van de aanvraag een PV is opgesteld noch dat een meerwaarde werd opgelegd of dat op het goed een vonnis of arrest rust. Er zijn ook geen geschriften bekend waaruit zou blijken dat er wederrechtelijke werken werden uitgevoerd.
OPENBAAR ONDERZOEK
Overeenkomstig artikel 17 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hoofdstuk 3 Toepassingsgebied van de gewone en vereenvoudigde procedure, artikels 11 t.e.m. 14 van het besluit tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning, werd dit dossier volgens de gewone procedure behandeld.
Er werd bijgevolg een openbaar onderzoek gehouden. Het openbaar onderzoek werd georganiseerd van 4 augustus 2022 tot en met 2 september 2022. Er werd 1 bezwaarschrift ingediend, dat luidt als volgt:
“1. Het gedeelte Hortstraat langs de spoorweg is geen gemeenteweg maar een private exploitatieweg van de NMBS.
2. Ter hoogte van de spoorlijn wordt het BPA verkeerd geïnterpreteerd en verkeerd ingetekend op het verkavelingsplan ttz art. 23 is een reserveringsstrook van 8m breed voor de NMBS en deze dient genomen te worden uit de as van het voormalig dubbele spoor. Op het verkavelingsplan vertrekken ze vanaf de buitenzijde van het bestaande enkele spoor. Een fout van 2m55 in het nadeel van de NMBS. Indien je de 8m uit de as van het vroegere dubbele spoor neemt, blijkt duidelijk dat de huidige weg binnen het domein van de NMBS ligt. Volgens de eigendomsgrenzen van de NMBS reikt de eigendom zelfs verder nl. van 8m80 tot 9m00 uit de as van het dubbel spoor. (in bijlage de eigendomsgrenzen van de NMBS).
3. Art 20 is voorzien voor de lokale weg, rekening houden met de fout zoals in punt 2 aangehaald, moet deze lokale weg naast de huidige bestaande weg te komen liggen!
4. Omwille van de exploitatieweg van de NMBS werd een eerder aanvraag door de bestendige deputatie op 18/05/2004 geweigerd. kenmerk deputatie 023.02.10/S2004N014425 dossier 874.1/2004N03086 d.d. 18/05/2004.”
De gemeentelijke omgevingsambtenaar neemt volgend gemotiveerd standpunt in m.b.t. het bezwaarschrift:
Het opgeworpen bezwaar betreft een eigendomskwestie. NMBS brengt geen advies uit om volgende redenen: “Wij kunnen aan deze aanvraag geen gevolg geven aangezien de NMBS niet betrokken is bij dit terrein. Infrabel is daarentegen wel betrokken en dient geconsulteerd te worden via 51NW05.adviesaanvragenInfrabelAreaNoordwest@infrabel.be”
Infrabel NV maakt echter geen opmerking over het eigendomsstatuut van de weg noch over de reserveringsstrook, waardoor er vanuit kan gegaan worden dat de ingediende plannen correct werden ingediend. Het bezwaar wordt niet weerhouden.
ADVIEZEN
Op 25/07/2022 werd advies gevraagd aan de Provincie Limburg, Mobiliteit en Routenetwerken
Op 25/07/2022 werd advies gevraagd aan de NMBS
Op 25/07/2022 werd advies gevraagd aan Proximus
Op 25/07/2022 werd advies gevraagd aan de Provincie Limburg, Dienst water en Domeinen
Op 25/07/2022 werd advies gevraagd aan Infrabel, Infrabel oost- & West-Vlaanderen
Op 25/07/2022 werd advies gevraagd aan de Brandweer Hulpverleningszone Zuid-West Limburg
Op 25/07/2022 werd advies gevraagd aan De Watergroep
Op 25/07/2022 werd advies gevraagd aan Fluvius System Operator
Op 25/07/2022 werd advies gevraagd aan de Dienst Mobiliteit
Op 25/07/2022 werd advies gevraagd aan de Dienst Patrimonium
Op 25/07/2022 werd advies gevraagd aan de Dienst Facilitair Management
Op 25/07/2022 werd advies gevraagd aan de Dienst Contractmanagement
MILIEUEFFECTENRAPPORTAGE
Het project komt voor op bijlage III van het project-m.e.r.-besluit wat maakt dat een project MER opgemaakt moet worden, tenzij de initiatiefnemer via een project-m.e.r.-screening kan aantonen dat het project geen aanzienlijke milieueffecten zal veroorzaken. Er werd een project-m.e.r.-screening bij de aanvraag gevoegd. De effecten op milieu en omgeving werden voldoende omschreven en uit de screening bleek dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
STEDENBOUWKUNDIG ADVIES
TOETSING AAN DE REGELGEVING EN VOORSCHRIFTEN
OVEREENSTEMMING MET BESTEMMINGS- EN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
Gewestplan
De aanvraag is volgens het geldende gewestplan Hasselt - Genk, goedgekeurd bij Koninklijk besluit op 3 april 1979, gelegen in woongebied.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van een goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen en latere wijzigingen).
GRUP of verkaveling
De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan, noch in een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
Bijzonder plan van aanleg
Het goed is gelegen binnen het BPA "Halveweg-Beskensstraat herziening 2", goedgekeurd op 15 juni 2006. Het goed kreeg als bestemming: zone voor gesloten patiowoningen (art. 14), zone voor zuidwoningen (art. 15), lokale weg type III (art.20), erfontsluiting (art. 21), fiets- en voetgangersverbinding (art. 22), semi-publieke voortuinstrook (art. 24) en zone voor tuinen en hovingen (art. 26).
De aanvraag voldoet principieel aan de geldende bestemmingsvoorschriften maar niet aan de stedenbouwkundige voorschriften van het bijzonder plan van aanleg.
Er wordt o.a. afgeweken op:
Art. 14.2: De patiowoningen dienen binnen de grafische zone per twee geschakeld te worden en de vrije zijgevel dient op minimum 5m afstand van de perceelgrens. Lot 3 voldoet niet aan deze voorschriften.
Art. 15: De voorgevel van de woningen op lot 4 t.e.m. lot 9 bevinden zich op 5 meter uit de rooilijn i.p.v. op 8 meter.
Art. 24: In de semi-publieke voortuinstrook is geen bebouwing toegelaten. De woningen op lot 4 t.e.m. lot 9 bevinden zich deels binnen deze zone.
Daarom wordt de aanvraag verder onderzocht op basis van de bepalingen van artikel 4.4.9/1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, gewijzigd door het decreet van 8 december 2017 houdende wijziging van diverse bepalingen inzake ruimtelijke ordening, milieu en omgeving (zgn. Codextrein).
AFWIJKINGEN VAN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
Handelingen sorterend onder voorschriften van een bijzonder plan van aanleg dat ouder is dan 15 jaar
Art. 4.4.9/1.
Het vergunningverlenende bestuursorgaan mag bij het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van de stedenbouwkundige voorschriften van een bijzonder plan van aanleg, voor zover dit plan ouder is dan vijftien jaar op het ogenblik van de indiening van de aanvraag.
Afwijkingen kunnen niet toegestaan worden voor wat betreft wegenis, openbaar groen en erfgoedwaarden.
De afwijkingsmogelijkheid, vermeld in het eerste lid, kan slechts worden toegepast voor stedenbouwkundige voorschriften van bijzondere plannen van aanleg die een aanvulling vormen op:
1° de volgende gebiedsaanduidingen, vermeld in het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen:
a) woongebieden, met uitzondering van woonparken;
b) industriegebieden in de ruime zin;
c) dienstverleningsgebieden;
d) gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen;
2° de volgende aanvullende voorschriften van het gewestplan:
a) gebieden voor service-residentie;
b) kantoor- en dienstenzones;
c) gebieden voor handelsbeursactiviteiten en grootschalige activiteiten;
d) lokale en regionale bedrijventerreinen;
e) luchthavengebonden bedrijventerreinen;
f) gebieden voor luchthavengerelateerde kantoren en diensten;
g) businessparken;
h) teleport;
i) gebieden voor hoofdkwartierfunctie;
j) gebieden hoofdzakelijk bestemd voor de vestiging van grootwinkelbedrijven;
k) zones voor kleinhandel en kleine en middelgrote ondernemingen;
l) kleinhandelszones;
m) zones van handelsvestigingen;
n) gebieden voor zeehaven- en watergebonden bedrijven;
o) zeehavengebieden;
p) gebieden voor watergebonden bedrijven;
q) transportzones;
r) regionale gemengde zones voor diensten en handel;
s) research-, universiteits- en wetenschapsparken;
t) bedrijfsgebied met stedelijk karakter;
u) gemengde woon- en industriegebieden;
v) gemengde gemeenschapsvoorzienings- en dienstverleningsgebied;
w) stedelijke ontwikkelingsgebieden;
x) gebieden voor duurzame stedelijke ontwikkeling;
y) gebieden voor kernontwikkeling.
De afwijkingsmogelijkheid, vermeld in het eerste lid, kan niet worden toegepast voor bijzondere plannen van aanleg die voorzien in stedenbouwkundige voorschriften voor agrarisch gebied, ruimtelijk kwetsbaar gebied of recreatiegebied in afwijking van het gewestplan of voor gebieden die in uitvoering van artikel 5.6.8 van deze codex aangeduid zijn als watergevoelig openruimtegebied.
Elke aanvraag tot afwijking overeenkomstig het eerste lid, wordt onderworpen aan een openbaar onderzoek.
De aanvraag voldoet aan de afwijkingsbepalingen.
Watertoets
Het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013, verplicht de vergunningverlenende overheid om de watertoets uit te voeren bij elke aanvraag tot omgevingsvergunning. Dit decreet vormt het juridisch kader voor het integraal waterbeleid in Vlaanderen. Het decreet bevat ook de omzetting van de kaderrichtlijn Water en de Overstromingsrichtlijn.
De watertoets werd uitgevoerd op 25 juli 2022. Hieruit bleek dat geen adviezen dienden aangevraagd te worden.
Algemeen kan wel gesteld worden dat:
Archeologienota
Conform het Onroerenderfgoeddecreet de dato 12 juli 2013 en latere wijzigingen is een bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag. Op 17 april 2022 nam het Agentschap Onroerend Erfgoed akte van de ingediende archeologienota met referentienummer: https://id.erfgoed.net/archeologie/archeologienotas/22083
De maatregelen opgenomen in de archeologienota en het programma van maatregelen zullen als voorwaarden worden opgelegd bij de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden.
VERKAVELINGSVERGUNNINGSPLICHT
Artikel 4.2.15. § 1. Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden een stuk grond verkavelen voor woningbouw of voor het opstellen van vaste of verplaatsbare constructies die voor bewoning kunnen worden gebruikt.
Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden kan worden aangevraagd en verleend voor het verkavelen voor de aanleg en het bebouwen van terreinen voor andere functies.
§ 2. Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden omvat reglementaire voorschriften aangaande de wijze waarop de verkaveling ingericht wordt en de kavels bebouwd kunnen worden.
§ 3. De verkavelaar zorgt ervoor dat de in de verkaveling opgenomen loten kunnen aansluiten op alle voorzieningen van openbaar nut die vereist worden door het vergunningverlenende bestuursorgaan. In voorkomend geval bepaalt de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden op welke wijze in de nodige infrastructuur voor de nutsvoorzieningen wordt voorzien.
Artikel 4.2.16. § 1. Een kavel uit een vergunde verkaveling of verkavelingsfase kan enkel verkocht worden, verhuurd worden voor méér dan negen jaar, of bezwaard worden met een recht van erfpacht of opstal, nadat de verkavelingsakte door de instrumenterende ambtenaar is verleden.
§ 2. De verkavelingsakte wordt eerst verleden na overlegging van een attest van het college van burgemeester en schepenen, waaruit blijkt dat, voor de volledige verkaveling of voor de betrokken verkavelingsfase, het geheel van de lasten uitgevoerd is of gewaarborgd is door :
1° de storting van een afdoende financiële waarborg;
2° een door een bankinstelling op onherroepelijke wijze verleende afdoende financiële waarborg.
Het attest, vermeld in het eerste lid, kan worden afgeleverd indien de vergunninghouder deels zelf de lasten heeft uitgevoerd, deels de nodige waarborgen heeft gegeven.
Artikel 4.2.17. Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden geldt als omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen wat betreft alle handelingen die zijn opgenomen in de vergunning en die de verkaveling bouwrijp maken, zoals in het bijzonder:
1° de aanleg van nieuwe verkeerswegen, of de tracéwijziging, verbreding of opheffing daarvan;
2° de wijziging van het reliëf van de bodem;
3° de ontbossing, met behoud van de toepassing van artikel 90bis van het Bosdecreet van 13 juni 1990;
4° het afbreken van constructies.
Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden geldt tevens als omgevingsvergunning voor het wijzigen van de vegetatie, vermeld in artikel 9bis, § 7, en artikel 13, § 4 en § 5, van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, wat betreft alle handelingen die zijn opgenomen in de vergunning en die de verkaveling bouwrijp maken.
Het eerste en het tweede lid gelden als de vergunningsaanvraag voor het verkavelen van gronden voldoet aan de vereisten inzake ontvankelijkheid en volledigheid die gelden voor de aanvraag voor stedenbouwkundige handelingen of voor het wijzigen van de vegetatie.
De aanvraag voldoet aan deze bepalingen.
1.- Het dossier bevat voldoende gegevens over het aanleggen van nieuwe wegenis (lot19),
Op 12 december 2022 keurde de gemeenteraad de wijziging van de bestaande rooilijn van Vinkenhof en Hortstraat zoals weergegeven op het ingediende plan van het studiebureau Hosbur van 8 april 2022 goed.
Op 12 december 2022 keurde de gemeenteraad het nieuwe en gewijzigde tracé van de gemeenteweg Vinkenhof en Hortstraat, zoals weergegeven op het ingediend ontwerp “grondplan nieuwe toestand” dd. 8 april 2022, voorwaardelijk goed.
Voorwaarden
1.- De voorwaarden opgelegd door de Dienst Patrimonium dienen te worden nageleefd:
2.- De voorwaarden opgelegd door de Dienst Facilitair management dienen te worden nageleefd:
3.- De volgende voorwaarde opgelegd door de Dienst Mobiliteit dient te worden nageleefd:
De omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden kan dus gelden als omgevingsvergunning voor de aanleg van de wegenis en het openbaar domein.
2.- Uit het verkavelingsplan blijkt dat er een constructie dient te worden gesloopt op lot 18. Over de sloop van de loods/berging werden er geen gegevens toegevoegd aan het dossier. Gelet op de beperkte grondoppervlakte van deze constructie valt de sloop van de constructie onder de bepalingen van het vrijstellingsbesluit.
OVERIGE REGELGEVING
Slopen
Alle bebouwing dient afgebroken te worden alvorens er een verkoop van een lot en / of een omgevingsvergunning voor het bebouwen van een lot kan bekomen worden. De volledige verkaveling dient vrij en onbelast te zijn van materialen.
Erfdienstbaarheden
Uit het verkavelingsplan, opgesteld door Hosbur, blijkt dat er geen waterlopen noch erfdienstbaarheden aanwezig zijn op het terrein. Hier dient dan ook geen rekening mee gehouden te worden.
Decreet grond- en pandenbeleid – bescheiden woonaanbod
In deze omgevingsvergunning wordt conform het decreet op grond- en pandenbeleid binnen de verkaveling een bescheiden woonaanbod van 20% gerealiseerd voorzien. Het betreft afgerond 2 wooneenheden. Het bescheiden woonaanbod zal gerealiseerd worden in natura, meer bepaald op lot 1 en lot 2, loten van respectievelijk 395,8 m² en 430,4m² (kleiner dan 5are).
Gratis grondafstand
Lot 19 wordt door de verkavelaar gratis afgestaan aan de gemeente. Dit blijkt uit de akkoordverklaring bijgevoegd in het verkavelingsdossier.
Op 03/08/2022 werd door de dienst Contractmanagement volgend voorwaardelijk gunstig advies verleend: “Gunstig advies onder de voorwaarde dat lot 19 (groot 2.891m²) zoals weergegeven op het verkavelingsplan d.d. 08/04/2022 gratis wordt afgestaan aan de gemeente Zonhoven met het oog op inlijving bij het openbaar domein.”
Bijkomend werd op 29/07/2022 door de dienst Patrimonium als voorwaarde opgelegd dat loten 10 t.e.m. 15 eveneens moeten worden overgedragen naar de gemeente, zodat er later een fietsstraat kan gelegd worden.” Deze voorwaarde kan opgelegd worden als voorwaarde bij de omgevingsvergunning.
De aanvraag is verenigbaar met de regelgeving.
Toetsing AAN DE goede ruimtelijke ordening
OMSCHRIJVING VAN DE FEITELIJKE AANVRAAG
De aanvraag betreft het verkavelen van gronden voor 12 loten (lot 1 t.e.m. 9 en lot 16 t.e.m. 18) voor de oprichting van eengezinswoningen en het aanleggen van nieuwe wegenis (lot19).
BEOORDELING VAN DE GOEDE RUIMTELIJKE ORDENING
De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen:
1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;
2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in 1°, in rekening brengen;
Omschrijving ligging en omgeving
Het eigendom ligt in het westen van de gemeente Zonhoven in het noordelijk deel van de woonkern Halve weg. De woonkern van Halve weg wordt centraal doorsneden door de Halve Weg (N72), een secundaire weg type III. Langs deze weg liggen een groot aantal
belangrijke kernvoorzieningen. Het eigendom ligt belendend langs de Hortstraat, een lokale weg type II, die de N72 verbindt via de Hortweidenweg en de Eikenenweg met het centrum van het hoofddorp Zonhoven. Het eigendom ligt aan de zuidzijde van deze belangrijke lokale verbindingsweg.
Het eigendom ligt op minder dan 650m van de Sint-Jozef kerk, op minder dan 340m van het recreatiegebied FC Halveweg -Zonhoven (in vogelvlucht) en op minder dan 750m van de basisschool ‘De St@rtbaan’ (in vogelvlucht).
De deelkern Halve Weg heeft een uitgesproken residentieel karakter met overwegend grondgebonden ééngezinswoningen. Enkel langs de N72 (Halve Weg) zijn appartementen en diverse functies aanwezig.
Ruimtelijk maakt het eigendom deel uit van een ruimer bouwblok dat omzoomd wordt door de Hortstraat in het noorden, de Verbindingsweg in het oosten en de Beskensstraat in het zuiden en het westen. Het binnengebied van dit bouwblok werd de afgelopen jaren ontwikkeld met verkavelingen. De bestaande bebouwingsstructuur wordt er gekenmerkt door grondgebonden ééngezinswoningen in een open en halfopen bouwvorm.
Verkavelingsvoorwerp
Er worden 12 bouwloten (lot 1 t.e.m. 9 en lot 16 t.e.m. 18) gecreëerd voor de oprichting van ééngezinswoningen. De eengezinswoningen worden voorzien in open en halfopen bebouwing.
In de zone bestemd voor “geschakelde patiowoningen” volgens het BPA worden 3 loten voorzien, waarbij loten 1 en 2 voorzien worden als halfopen bebouwingen met een maximale bouwdiepte op het gelijkvloers van 12 meter, een voortuinstrook van 12 meter, een zijdelingse bouwvrije strook van 5 meter en een achtertuinzone van 6 meter. Lot 3 betreft een vrijstaande eengezinswoning met een maximale bouwdiepte op het gelijkvloers van 15 meter, een voortuinstrook van 5 meter en een achtertuinzone van minimum 12,30 meter. De linker zijtuinstrook bedraagt minimaal 2,85 meter en de rechter zijtuinstrook bedraagt minimum 7 meter.
In de zone bestemd voor “zuidwonen” volgens het BPA worden 9 loten voorzien waarbij de noordgevel op de perceelgrens wordt geplaatst en een tuinzone ten zuiden van de woning wordt voorzien met een minimale breedte van 7,90 meter. De loten 4 t.e.m. 9 ontsluiten via Vinkenhof en hebben een voortuinstrook van 5 meter en een achtertuinzone van minimum 14 meter. De loten 16 t.e.m. 18 ontsluiten via de Hortstraat en hebben een voortuinstrook van 6,5 meter en een achtertuinzone variërend van 6,20 meter tot 16,83 meter. De maximale bouwdiepte op het gelijkvloers van de loten 4 t.e.m. 9 en de loten 16 t.e.m. 18 bedraagt 17 meter.
Lot 19 betreft het openbaar domein. De ontworpen wegenis is ingericht volgens de behoefte naar plaatselijk verkeer, de nieuwe wegenis heeft immers geen verbindingsfunctie. De wegenis is voorzien als een woonerf met publiek karakter. Er zijn geen afzonderlijk verharde voetpaden. Een fiets- en voetgangersverbinding wordt voorzien tussen de westelijke en noordelijke wegenis. Een deel van de wegenis zal ingericht worden als een doodlopende weginfrastructuur. De inplanting van de inritten wordt vastgelegd. Binnen de verkaveling wordt een groenzone voorzien welke verschillende functies zal herbergen: esthetisch, recreatief, maar ook functioneel voor de waterhuishouding.
Langs de spoorweg is in het BPA een fiets- en voetgangersverbinding voorzien van 4 meter breed. Om deze fiets- en voetgangersverbinding later te kunnen realiseren worden de loten 10 t.e.m. 15 uit de verkaveling gesloten. Loten 20 en 21 zijn reststroken en worden eveneens uit de verkaveling gesloten.
Functionele inpasbaarheid in de onmiddellijke en ruime omgeving
Het voorzien van 12 grondgebonden ééngezinswoningen, met een ondergeschikte nevenbestemming (vrije beroepen) op het gelijkvloers of een zorgwoning, in een residentiële woonomgeving is functioneel inpasbaar in de onmiddellijke en ruime omgeving.
Mobiliteitsimpact
De last van het autobezit kan niet volledig op het openbaar domein worden afgeschoven.
Het stallen van voertuigen dient op eigen terrein georganiseerd te worden. De verkavelingsvoorschriften voorzien parkeervoorzieningen in een carport of garage in het hoofdvolume of een garage in de zone voor private afgesloten tuinstrook (art. 25). Sowieso zal als voorwaarde worden opgelegd dat de parkeerbehoefte steeds op het eigen terrein moet worden opgevangen. Mits naleving van deze voorwaarde heeft de aanvraag geen negatieve impact op de mobiliteit.
De schaal van de voorgenomen werken
In de omgeving is een diversiteit van bouwvolumes aanwezig gaande van 1 bouwlaag tot 2 bouwlagen. Voor de “zuidwoningen” wordt een maximale bouwdiepte van 17 meter op het gelijkvloers en 12 meter op de verdieping, een maximale kroonlijsthoogte van 6,5 meter en een lessenaarsdak of plat dak voorzien, hetgeen overeenstemt met de normaal gehanteerde normen voor bebouwing in deze omgeving. Voor de woningen op loten 1 en 2 wordt een bouwdiepte van 12 meter voorzien op het gelijkvloers en op de verdieping en voor de woning op lot 3 wordt een bouwdiepte van 15 meter voorzien op het gelijkvloers en op de verdieping. De woningen op loten 1 t.e.m. 3 worden uitgevoerd met plat dak en hebben een maximale hoogte van 7 meter. Deze woningen stemmen eveneens overeen met de normaal gehanteerde normen voor bebouwing in deze omgeving.
Het ruimtegebruik en de bouwdichtheid en visueel-vormelijke elementen
De inplanting van de woningen wordt voorzien op minimum 5 meter uit de rooilijn van de voorliggende wegen. De “zuidwoningen” worden met één zijde op de perceelgrens geplaats. De andere zijgevel wordt op minimum 7,9 meter uit de perceelgrens opgericht. De
woningen op lot 1 en 2 zijn 2 halfopen woningen waarbij de vrije zijgevel op minimum 5 meter van de zijdelingse perceelgrens is gelegen. De woning op lot 3 betreft een vrijstaande woning waarbij de rechter zijgevel op minimum 7 meter van de perceelgrens is gelegen en de linkerzijgevel op minimum 2,85 meter en maximum 6,85 meter van de linker perceelgrens is gelegen. Deze inplanting sluit aan bij de inplanting van de andere woningen in deze omgeving.
Na het oprichten van de woningen en het aanleggen van de verhardingen kan er nog een kwalitatieve groene tuinzone aangelegd worden.
Door het oprichten van 12 woningen op het terrein wordt een woondichtheid bekomen van ca. 12 woningen per hectare wat aanvaardbaar is in deze omgeving.
Op 20/09/2022 werd door Fluvius System Operator volgend ongunstig advies verleend:
“Conform artikel 4.4 van het Fluvius projectreglement, heeft onze studie uitgewezen dat een distributiecabine noodzakelijk is in deze projectzone.
Voor de oprichting van deze distributiecabine is er een perceel grond nodig met de vereiste afmetingen van 5m x 6m. …. Deze grond zal door de initiatiefnemer aan schattingsprijs worden afgestaan aan Fluvius. De overeenkomst tussen Fluvius en de initiatiefnemer over deze grondafstand en de bijhorende erfdienstbaarheden/recht van doorgang voor de leidingen en de doorgang zal door Fluvius opgemaakt worden vóór aanvang van de werken en zal bij notariële akte worden bekrachtigd.
Verder is het belangrijk dat het lot van de cabine een eigen lotnummer krijgt binnen de vergunde verkaveling. De initiatiefnemer zorgt tevens voor een opmetingsplan met precad referentienummer van dit lot. Verdere kosten verbonden aan de notariële akte vallen ten laste van Fluvius….”.
Door het niet voorzien van een lot voor het oprichten van een distributiecabine in voorliggende verkavelingsaanvraag bestaat er geen zekerheid over het kunnen plaatsen van een distributiecabine. Een distributiecabine is nochtans noodzakelijk om de omgeving van voldoende elektriciteit te kunnen blijven voorzien. Het zou van onbehoorlijk bestuur getuigen om voorliggende verkaveling nu reeds te vergunnen of het oprichten van een distributiecabine op te leggen als voorwaarde zonder de garantie dat de distributiecabine kan worden opgericht.
Cultuurhistorische aspecten
Niet van toepassing.
Bodemreliëf
Het terrein is relatief vlak. Een ophoging van het bodemreliëf is slechts toegelaten tot op gelijke hoogte of tot op maximaal 30cm boven het straat- of trottoirniveau. Een strook van 1m langsheen de perceelsgrenzen mag bij eventuele terreinwijzigingen nooit hoger gebracht worden dan het niveau van de aanpalende percelen. Alle overtollige grond dient verwijderd te worden via een erkende grondwerker of naar een erkende grondreinigingsplaats.
Hinderaspecten met betrekking tot gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
Er wordt geen hinder verwacht door voorliggende aanvraag m.b.t. tot de gezondheid, het gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen.
De aanvraag voldoet niet aan de criteria voor de goede ruimtelijke ordening in de onmiddellijke en ruime omgeving.
BESPREKING VAN DE ADVIEZEN
1.- Op 03/08/2022 werd door de dienst Contractmanagement volgend voorwaardelijk gunstig advies verleend:
“Gunstig advies onder de voorwaarde dat lot 19 (groot 2.891m²) zoals weergegeven op het verkavelingsplan d.d. 08/04/2022 gratis wordt afgestaan aan de gemeente Zonhoven met het oog op inlijving bij het openbaar domein.”
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden.
2.- Op 29/07/2022 werd door de dienst Patrimonium een voorwaardelijk gunstig advies verleend:
“De verharding van de inritten, zowel op openbaar domein als op privé, dienen waterdoorlatend of waterpasserend te zijn.
Het voetpad dient aangelegd te worden in ecologische gebonden halfverharding.
Rond de bomen in de berm langs de weg dient er een wortelgeleiding van 1m diep te worden voorzien ter bescherming van de nieuwe nutsleidingen.
Loten 10 tem. 15 worden overgedragen naar de gemeente, zodat er later een fietsstraat kan gelegd worden.”
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden.
3.- Op 29/07/2022 werd door de dienst Facilitair management een voorwaardelijk gunstig advies verleend:
“- De gracht langsheen de weg, zeker t.h.v. de landschapsbuffer wordt best op een andere locatie in de landschapsbuffer voorzien. Deze wordt best voorzien op een manier dat de landschapsbuffer vanaf de straat toegankelijk is, waardoor deze groene zone ook gemakkelijker te gebruiken is door de omwonenden. In huidige voorstel voor de gracht een te harde grens tussen landschapsbuffer een de aangelanden.”
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden.
4.- Op 29/09/2022 werd door de dienst Mobiliteit een voorwaardelijk gunstig advies verleend:
“Bespreking dienst:
Advies dienst:
De dienst mobiliteit geeft een voorwaardelijk gunstig advies voor de verkaveling aan de Beskensstraat Fase III en dit onder volgende voorwaarden:
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich deels aan bij dit advies. De vuilnisophaling dient op een verkeersveilige manier te gebeuren, maar dit kan ook zonder keerpunt ter hoogte van lot 9 aangezien de afstand van het kruispunt tot de loten 8 en 9 beperkt is. De breedte van de opritten bedraagt 3 meter. De voorwaarde m.b.t. aftoetsing NMBS wordt niet gevolgd, aangezien het BPA op deze locatie een ontsluiting voorziet (art. 20 – lokale weg type III – woonstraat).
5.- Op 02/08/2022 werd door De Watergroep een voorwaardelijk gunstig advies verleend:
“Advies Aftakkingen en Aansluitingen
Geen advies
Advies Ontwerpbureau
Volledig gunstig advies met voorwaarden
Voor de uitrusting van de verkaveling met een drinkwaterleiding op het openbaar domein moet door de initiatiefnemer onderstaande betaald worden:
Wanneer aan alle voorwaarden is voldaan zal De Watergroep de gemeente hiervan op de hoogte brengen, pas dan zal de gemeente cfr. De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening een verkoopbaarheidsattest afleveren.
Bovendien kunnen we u ook melden dat de Watergroep installaties in exploitatie heeft in de zone van de infrastructuurwerken en dat deze installaties te allen tijde bereikbaar moeten zijn.
De Werken dienen zodanig uitgevoerd te worden dat er een continue drinkwaterbevoorrading kan gegarandeerd worden.
In het ontwerp dient men er rekening mee te houden dat in de bermen voldoende ruimte voorzien wordt om de leidingen aan te leggen en de eventuele aanpassingen uit te voeren.
Deze forfaitaire kost en de kost voor eventuele aanpassingen aan de bestaande drinkwaterleiding zijn ten laste van de initiatiefnemer.
Voor grotere projecten met aanleg van nieuwe wegenis moet na het verkrijgen van de vergunning een coördinatievergadering worden opgestart met de zonemanager van De Watergroep om eventuele knelpunten vooraf te bespreken.
Vanaf een leiding van Ø 80mm is een druk- en capaciteitsmeting noodzakelijk. Er wordt slechts effectief gestart met de opmaak van een ontwerp ná uitvoering van de meting door De Watergroep. De kosten hiervoor vallen integraal ten laste van de initiatiefnemer.
Deze meting moet apart worden aangevraagd via het digitale aanvraagformulier op onze website www.dewatergroep.be/capaciteitsmeting.
Iedere wooneenheid dient over een afzonderlijke watermeter te beschikken. De plaats van de watermeter dient te beantwoorden aan de voorschriften van De Watergroep.
De kosten van de nieuwe aftakkingen zijn ten laste van de aanvragers.
Bijkomende informatie kan u vinden op : www.dewatergroep.be.”
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden.
6.- Op 30/08/2022 werd door Hulpverleningszone Zuid-West Limburg volgend voorwaardelijk gunstig advies verleend:
“Conform het KB van 7 juli 1994 en latere wijzigingen tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen, gaat het om een Laag gebouw.
Van toepassing zijnde wetgeving
Het advies werd opgemaakt rekening houdend met het K.B. van 7 juli 1994, gewijzigd door het K.B. van 19 december 1997 en door het K.B. van 4 april 2003 tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen, bijlage 1 terminologie, bijlage 2/1 lage gebouwen, bijlage 5/1 reactie bij brand van materialen en bijlage 7 Gemeenschappelijke bepalingen.
Evenals navolgende regelgeving:
Bovenstaande wetgeving is integraal van toepassing. Steeds moeten de strengste eisen weerhouden worden. Zonder volledig te willen zijn, worden in dit verslag de voornaamste richtlijnen hernomen.
Opmerkingen
Besluit
De hulpverleningszone Zuid-West Limburg geeft een GUNSTIG brandweeradvies mits naleving van hogervermelde voorwaarden en opmerkingen.
Op het ogenblik van de beëindiging van de werken, dient de aanvrager de preventieafgevaardigde van de betreffende brandweerpost hiervan in te lichten, ten einde de burgemeester op de hoogte te kunnen brengen van het feit of er al dan niet aan de opgelegde brandvoorkomingsmaatregelen gevolg werd gegeven.
Gelieve bij elke correspondentie de nummering onder “ons kenmerk” te vermelden.”
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden.
7.- Op 03/08/2022 werd door Proximus volgend voorwaardelijk gunstig advies verleend:
“Op basis van de informatie waarover wij momenteel beschikken, geven wij graag een gunstig advies indien u volgende voorwaarden opneemt in uw vergunning :
- Een finale netwerkanalyse zal gebeuren na ontvangst van het vergunde plan.
- Uitbreiding van de telecominfrastructuur van Proximus is ten laste van de aanvrager.
- Van zodra vergund en minimaal 6 maanden voor oplevering dient de aanvrager zijn project kenbaar te maken bij Proximus door het formulier als bijlage ingevuld te versturen naar werf.a2@proximus.com.
- De Proximus infrastructuur dient proactief voorzien te worden in het project. De technische documentatie hiervoor wordt ter beschikking gesteld na ontvangst van het vergunde plan.
- Proximus wenst betrokken te worden bij alle coördinatievergaderingen via netwerkstudie.a22@proximus.com
Na de werken kunnen de bewoners eenvoudig aansluiten op de nutsvoorzieningen voor telefonie-, internet- en televisiediensten. Hiervoor kan de aanvrager terecht bij onze klantendienst op het gratis nummer 0800 22 800. Meer informatie op www.proximus.be/bouwen. “
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden.
8.- Op 20/09/2022 werd door Fluvius System Operator volgend ongunstig advies verleend:
“Conform artikel 4.4 van het Fluvius projectreglement, heeft onze studie uitgewezen dat een distributiecabine noodzakelijk is in deze projectzone.
Voor de oprichting van deze distributiecabine is er een perceel grond nodig met de vereiste afmetingen van 5m x 6m. In bijlage kan u ons voorstel van locatie terugvinden. Deze grond zal door de initiatiefnemer aan schattingsprijs worden afgestaan aan Fluvius. De overeenkomst tussen Fluvius en de initiatiefnemer over deze grondafstand en de bijhorende erfdienstbaarheden/recht van doorgang voor de leidingen en de doorgang zal door Fluvius opgemaakt worden vóór aanvang van de werken en zal bij notariële akte worden bekrachtigd.
Verder is het belangrijk dat het lot van de cabine een eigen lotnummer krijgt binnen de vergunde verkaveling. De initiatiefnemer zorgt tevens voor een opmetingsplan met precad referentienummer van dit lot. Verdere kosten verbonden aan de notariële akte vallen ten laste van Fluvius.
Vooraleer wij het ontwerpdossier van uw project kunnen opstarten hebben wij onderstaande gegevens nog van u nodig:
Gelieve een opmetingsplan van het cabineperceel met precad referentienummer (+ de documentatie van het kadaster betreffende deze referentienummer) aan te leveren voordat het dossier wordt verzonden naar de notaris. Fluvius zorgt voor de verzending naar de notaris na de interne goedkeuring door onze Raad van Bestuur.
Indien u hierover nog bijkomende inlichtingen wenst, kan u ons contacteren via het mailadres bovenaan deze brief. Wij helpen u graag verder.
Bijlage(n): Voorbeeld inplanting prefab cabine”
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit ongunstig advies. Het verkavelingsplan dient te worden aangepast aan bovenstaande opmerkingen. De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden.
9.- Op 31/08/2022 werd door Provincie Limburg, Dienst water en Domeinen volgend voorwaardelijk gunstig advies verleend:
“Hierbij kan ik u meedelen dat het dossier in het kader van de watertoets voorwaardelijk gunstig beoordeeld werd. Ik verzoek u evenwel de voorwaarden in de omgevingsvergunning op te nemen zoals ze geformuleerd werden in het bijgaand advies.
DEEL 1 INLICHTINGENFICHE
Ligging van het perceel:
Waterloop en machtiging
DEEL 2 WATERADVIES I.V.M. DE WATERTOETS
(art. 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018)
1 Beschrijving van het watersysteem
2 Waterplannen
Het stroomgebiedbeheerplan van de Schelde is van toepassing.
3 Toetsen aan de doelstellingen decreet integraal waterbeheer, gecoördineerd op 15 juni 2018 – artikel 1.2.2
De adviesvraag handelt over de richtlijn gewijzigd afstromingsregime.
Vanaf een verharde oppervlakte van meer dan 1 000 m² moet door de vergunningverlenende instantie advies worden gevraagd aan de waterbeheerder met betrekking tot mogelijke schadelijke effecten op de toestand van het oppervlaktewater. In het kader daarvan moet voldaan worden aan de volgende voorwaarden:
infiltratiecap. | minimale dimensioneringsvoorwaarden | of
|
20-50 mm/h (fijn zand) | 400 m³/ha verharde oppervlakte (v.o.), inf.opp. van min. 4 % vd v.o.
| 250 m³/ha vo en 20 % inf.opp.
|
50-100 | 350 m³/ha vo en 4 % inf.opp | 250 m³/ha vo en 10 % inf.opp.
|
>100 | 250 m³/ha vo en 4 % inf.opp.
|
|
Aan deze voorwaarde is voldaan.
DEEL 3 CONCLUSIES ONDERZOEK WATERBEHEERDER
Uit de toepassing van de nadere regels voor de toepassing van de watertoets bij besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006, en latere wijzigingen, is gebleken dat het verkavelen in 12 bouwloten (lot 1 t.e.m. 9 en lot 16 t.e.m. 18) gecreëerd voor de oprichting van ééngezinswoningen(verkaveling Beskensstraat) een verandering van de toestand van watersystemen (of bestanddelen ervan) tot gevolg heeft. Deze verandering heeft geen betekenisvol schadelijk effect op het milieu voor zover de voorwaarden onder Deel 2 worden opgenomen in de vergunning.
Het wateradvies is dan ook voorwaardelijk gunstig.”
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden.
10.- Op 26/07/2022 werd door Provincie Limburg, Mobiliteit en Routenetwerken volgend voorwaardelijk gunstig advies verleend:
“We hebben uw aanvraag voor advies over de omgevingsvergunning (het realiseren van de derde fase van de verkaveling in de Beskensstraat te Zonhoven) onderzocht. Het projectgebied van deze omgevingsvergunning heeft namelijk een raakvlak met fietssnelweg F74 (Hasselt- Eindhoven via Pelt).
Provincie Limburg investeert in de uitbouw van een kwalitatief fietssnelwegennetwerk. De fietssnelweg F74 zorgt in dit netwerk voor een fietsverbinding tussen Hasselt en Noord-Limburg. De Hortstraat in Zonhoven maakt deel uit van het (toekomstige) tracé van deze fietssnelweg. De toekomstige verkaveling in de Beskensstraat grenst aan de achterzijde aan de Hortstraat.
Het tracé van fietssnelweg F74 op grondgebied Zonhoven en Hasselt (inclusief Hortstraat) werd vastgelegd in de startnota ‘Fietssnelweg Spoorlijn 18: Hasselt-Zonhoven’. Dit document kreeg haar goedkeuring op de Regionale Mobiliteitscommissie van 27 juni 2017.
De Hortstraat is momenteel een doodlopende straat met beperkt gemotoriseerd verkeer. Voor de toekomstige ontwikkeling van het fietssnelwegtracé kan de Hortstraat ingericht worden als fietsstraat (gemengd verkeer) en verlengd worden tot aan de Beskensstraat. Hierbij blijft de voorwaarde van een knip voor doorgaand gemotoriseerd verkeer.
De huidige wegbreedte is echter te smal voor het concept van een fietsstraat op een fietssnelwegtracé. De wegbreedte van de Hortstraat zou verbreed moeten worden tot minstens 4 meter en bij voorkeur 4,5 meter met aan beide zijdes een meter schuwzone zonder obstakels.
In het ontwerp van de verkaveling wordt er rekening gehouden met de huidige wegbreedte van de Hortstraat. In functie van de ontwikkeling van de fietssnelweg adviseren we rekening te houden met een toekomstige wegbreedte van 4,5 meter met een meter schuwzone aan beide zijdes.
De afdeling Mobiliteit geeft met betrekking tot het fietssnelwegennetwerk een gunstig advies onder voorwaarden. Het project dient namelijk rekening te houden met de toekomstige wegbreedte in functie van de inrichting van de Hortstraat als fietsstraat voor de verdere ontwikkeling tot fietssnelweg.”
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden.
11.- Op 27/09/2022 werd door Infrabel volgend ongunstig advies verleend:
“NV Infrabel geeft een negatief advies voor de omgevingsvergunning van IDYLIA voor de verkavelingsaanvraag voor 12 bouwloten in de Hortstraat 3, 3520 ZONHOVEN.
Infrabel heeft de visie om op lange termijn te streven naar een overwegvrij spoorwegnet. Hiervoor zijn per gemeente streefbeelden opgemaakt met daarin infrastructuur om eventueel de spoorweg ongelijkgronds te kruisen. Het doel is de benodigde ruimte te vrijwaren voor toekomstige projecten. Voor de overweg in de Hortstraat was een fietstunnel voorzien in de as van de weg. Overwegen staan vandaag reeds onder druk. Een bijkomende ontsluiting naar de overweg van loten 16-17-18 is bijgevolg niet wenselijk, dat zou een fietstunnel hypothekeren. Een ontsluiting van loten 16-17-18 naar Vinkenhof kan perfect binnen de verkaveling. Dat zou ook minder gemengd verkeer op de fietssnelweg betekenen.”
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich niet aan bij dit advies. Het BPA voorziet immers op deze locatie een ontsluiting (art. 20 – lokale weg type III – woonstraat) en geeft hieromtrent rechtszekerheid aan de grondeigenaars.
12.- Op 09/08/2022 liet de NMBS weten geen advies uit te brengen: “Wij kunnen aan deze aanvraag geen gevolg geven aangezien de NMBS niet betrokken is bij dit terrein.
Infrabel is daarentegen wel betrokken en dient geconsulteerd te worden via 51NW05.adviesaanvragenInfrabelAreaNoordwest@infrabel.be.”
De gemeentelijke omgevingsambtenaar neemt hier akte van.
Uit de bovenstaande motivering blijkt dat de voorgenomen aanvraag de ruimtelijke draagkracht van het gebied overschrijdt en dat de voorziene verweving van functies de aanwezige of te realiseren bestemmingen in de onmiddellijke omgeving in het gedrang kunnen brengen of verstoren. De aanvraag is niet verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening zoals hoger gemotiveerd.
EINDADVIES
Uit bovenstaande motiveringen blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen inzake milieu en ruimtelijke ordening, maar dat het voorgestelde ontwerp niet verenigbaar is met de goede plaatselijke ordening en met zijn onmiddellijke omgeving.
De aanvraag is niet vatbaar voor een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden voor 12 loten (lot 1 t.e.m. 9 en lot 16 t.e.m. 18) voor de oprichting van eengezinswoningen en het aanleggen van nieuwe wegenis (lot19), gelet op het ontbreken van een lot in de verkaveling voor het plaatsen van een distributiecabine.
Door het niet voorzien van een lot voor het oprichten van een distributiecabine in voorliggende verkavelingsaanvraag bestaat er geen zekerheid over het kunnen plaatsen van een distributiecabine. Een distributiecabine is nochtans noodzakelijk om de omgeving van voldoende elektriciteit te kunnen blijven voorzien. Het zou van onbehoorlijk bestuur getuigen om voorliggende verkaveling nu reeds te vergunnen of het oprichten van een distributiecabine op te leggen als voorwaarde zonder de garantie dat de distributiecabine kan worden opgericht.
Bijgevolg adviseert de omgevingsambtenaar het dossier ongunstig voor het verkavelen van gronden voor 12 loten (lot 1 t.e.m. 9 en lot 16 t.e.m. 18) voor de oprichting van eengezinswoningen en het aanleggen van nieuwe wegenis (lot19), zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan de aanvraag zijn verbonden.
Het college van burgemeester en schepenen volgt het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar niet. Een bijkomende distributiecabine is inderdaad essentieel. Echter, het college beschikt over voldoende informatie om aan te nemen dat er een bijkomende cabine geplaatst wordt op openbaar domein binnen deze verkaveling. Uit gesprekken tussen aanvrager, Fluvius en de gemeente blijkt dat er consensus is over de toekomstige inplanting van een nieuwe cabine. Aldus vervalt hiermee de belangrijkste weigeringsvoorwaarde voor deze verkaveling.
Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het verlenen van een omgevingsvergunning mits voorwaarden voor het verkavelen van gronden voor 12 loten (lot 1 t.e.m. 9 en lot 16 t.e.m. 18) voor de oprichting van eengezinswoningen en het aanleggen van nieuwe wegenis (lot19), zoals weergegeven op de ingediende plannen.
Volgende voorwaarden worden opgelegd:
Art. 14 zone voor geschakelde patiowoningen
Art. 14.2. Inplanting en volume van het hoofdgebouw
De patiowoningen dienen binnen de grafische zone per twee geschakeld worden uitgezonderd de woning op lot 3 dewelke als een vrijstaande woning mag opgericht worden binnen de grafisch aangeduide zone van het verkavelingsplan.
Art. 15 Zone voor Zuidwoningen
Art. 15.2. Inplanting en volume van het hoofdgebouw
De inplanting van de zuidwoningen moet gebeuren binnen de grafisch aangeduide zone op het verkavelingsplan. De voorgevel van de woningen op lot 4 t.e.m. lot 9 moeten op 5 meter uit de rooilijn worden opgericht i.p.v. op 8 meter.
Art. 24 Semi-publieke voortuinstrook
In deze zone is geen bebouwing toegelaten. De semi-publieke voortuinstrook voor de loten 4 t.e.m. 9 heeft conform het verkavelingsplan een breedte van 5 meter i.p.v. 8 meter zoals voorzien op het BPA.
Onder afbraak wordt tevens het verwijderen van de vloerplaten en van al het materiaal / afval van het terrein bedoeld. Alle materialen / afval dienen afgevoerd te worden naar een erkende verwerker.
De volledige verkaveling dient vrij en onbelast te zijn van gebouwen, materialen en afval.
Deze overeenkomst dient gefinaliseerd alvorens de werken aan de gemeenteweg mogen aangevat worden.
Het afleveren van het attest conform artikel 4.2.16§2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening is pas mogelijk indien er aan deze voorwaarde voldaan is.
Het as-builtplan moet minstens volgende gegevens bevatten:
De aanvraag betreft de bijstelling van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden door het voorzien van zones voor tuinbergingen op de loten 1 t.e.m. 20 en 28 t.e.m. 30.
De aanvraag werd op 24/08/2022 ontvangen en op 12/09/2022 ontvankelijk en volledig verklaard.
De gewone vergunningsprocedure wordt gevolgd.
Er werd een openbaar onderzoek gehouden, lopende van 22/09/2022 tot en met 21/10/2022, gesloten met 0 bezwaarschriften.
HISTORIEK VAN HET EIGENDOM WAAROP DE AANVRAAG BETREKKING HEEFT
Uit de gegevens waarover de gemeente beschikt, blijkt niet dat voor het voorwerp van de aanvraag een PV is opgesteld noch dat een meerwaarde werd opgelegd of dat op het goed een vonnis of arrest rust. Er zijn ook geen geschriften bekend waaruit zou blijken dat er wederrechtelijke werken werden uitgevoerd.
OPENBAAR ONDERZOEK
Overeenkomstig artikel 17 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hoofdstuk 3 Toepassingsgebied van de gewone en vereenvoudigde procedure, artikels 11 t.e.m. 14 van het besluit tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning, werd dit dossier volgens de gewone procedure behandeld.
Er werd bijgevolg een openbaar onderzoek gehouden.
Het openbaar onderzoek werd georganiseerd van 22/09/2022 tot en met 21/10/2022.
Er werden geen bezwaarschriften ingediend.
ADVIEZEN
Er zijn geen adviezen vereist.
MILIEUEFFECTENRAPPORTAGE
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van bijlage I, II en III van het besluit inzake projectmilieueffectrapportage van 10 december 2004 en latere wijzigingen.
STEDENBOUWKUNDIG ADVIES
TOETSING AAN DE REGELGEVING EN VOORSCHRIFTEN
OVEREENSTEMMING MET BESTEMMINGS- EN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
Gewestplan
De aanvraag is volgens het geldende gewestplan Hasselt - Genk, goedgekeurd bij Koninklijk besluit op 3 april 1979, deels gelegen in woongebied en deels gelegen in woonuitbreidingsgebied.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van een goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen en latere wijzigingen).
De woonuitbreidingsgebieden zijn uitsluitend bestemd voor groepswoningbouw zolang de bevoegde overheid over de ordening van het gebied niet heeft beslist, en zolang, volgens het geval, ofwel de overheid geen besluit tot vaststelling van de uitgaven voor de voorziening heeft genomen, ofwel omtrent deze voorzieningen geen met waarborgen omklede verbintenis is aangegaan door de promotor.
Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Afbakening regionaal stedelijk gebied Hasselt - Genk” dat op 20 juni 2014 definitief werd vastgesteld door de Vlaamse Regering. Er is geen bestemmingswijziging ten opzichte van het gewestplan voorzien voor dit perceel.
Bijzonder plan van aanleg of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg, noch in een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Verkaveling
De loten 1 t.e.m. 20 en 28 t.e.m. 30 zijn gelegen binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde verkaveling, waarvan de vergunning is afgeleverd op 30 juli 2019 door het college van burgemeester en schepenen en gekend is onder nummer 1280.C.874.2 met latere wijzigingen op 09/02/2021 door het toevoegen van lot 6 en op 28/09/2021 door het toevoegen van 3 loten (lot 28, lot 29 en lot 30). De verkavelingsvergunning is voor dit perceel niet vervallen. De kavels kregen als bestemming eengezinswoning.
Omdat de aanvraag een bijstelling van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden omvat, dient de aanvraag getoetst te worden aan de bestemmingsvoorschriften van het gewestplan. Het voorzien van een zone voor een extra tuinberging op de loten 1 t.e.m. 20 en 28 t.e.m. 30 voldoet principieel aan de bestemmingsvoorschriften van het gewestplan.
Watertoets
Het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013, verplicht de vergunningverlenende overheid om de watertoets uit te voeren bij elke aanvraag tot omgevingsvergunning. Dit decreet vormt het juridisch kader voor het integraal waterbeleid in Vlaanderen. Het decreet bevat ook de omzetting van de kaderrichtlijn Water en de Overstromingsrichtlijn.
De watertoets werd uitgevoerd op 12 september 2022. Hieruit bleek dat geen adviezen dienden aangevraagd te worden.
Algemeen kan wel gesteld worden dat:
Decretale beoordelingselementen
Art. 4.3.5. § 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie “wonen”, “verblijfsrecreatie”, “dagrecreatie”, met inbegrip van sport, “detailhandel”, “dancing”, “restaurant en café”, “kantoorfunctie”, “dienstverlening”, “vrije beroepen”, “industrie”, “bedrijvigheid”, “gemeenschapsvoorzieningen” of “openbare nutsvoorzieningen”, kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.
§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken.
§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend.
Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.
De aanvraag voldoet aan deze bepalingen.
Archeologienota
Conform het Onroerenderfgoeddecreet de dato 12 juli 2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor deze aanvraag.
Er werd een aktename gedaan door het Agentschap Onroerend Erfgoed van de ingediende archeologienota ID 10125 verstuurd op 13/02/2019 met referentie https://id.erfgoed.net/archeologie/archeologienotas/10215.
OVERIGE REGELGEVING
Erfdienstbaarheden
Vergunningen hebben een zakelijk karakter. Zij worden verleend onder voorbehoud van de op het onroerend goed betrokken burgerlijke rechten. Het is niet de taak van de administratieve overheid zich uit te spreken over het bestaan, de interpretatie en de omvang van subjectieve rechten, zoals bijvoorbeeld het bestaan van een erfdienstbaarheid.
De aanvraag is verenigbaar met de regelgeving.
Toetsing AAN DE goede ruimtelijke ordening
OMSCHRIJVING VAN DE FEITELIJKE AANVRAAG
De aanvraag betreft de bijstelling van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden door het voorzien van zones voor tuinbergingen op de loten 1 t.e.m. 20 en 28 t.e.m. 30.
Op de loten 1 t.e.m. 20 en 28 t.e.m. 30 wordt in de private achtertuin een zone van 9m² voorzien in functie van de mogelijkheid tot het oprichten van een tuinberging. Het bouwkader wordt vastgesteld op 1 meter van de zijdelingse perceelsgrens en op 1 meter van de achterste perceelgrens. Hierbinnen kan een houten tuinberging met een maximale oppervlakte van 9m² worden opgericht met een dakrand van maximaal 3,20 meter en uitgevoerd met plat dak.
Ter hoogte van deze zone voor tuinberging, als binnen een zone van 1 meter ten opzichte van deze zone, worden tevens beperkte reliëfwijzigingen gevraagd waarbij er wel rekening wordt gehouden met de wortels van bestaande bomen.
Tenslotte wordt in de zone voor private achtertuinen gevraagd of er een bijkomende verharding kan worden aangelegd naar de zone voor tuinberging. Deze verharding zal worden uitgevoerd in waterdoorlatende materialen met een maximale breedte van 1,00 meter.
BEOORDELING VAN DE GOEDE RUIMTELIJKE ORDENING
De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen:
1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;
2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in 1°, in rekening brengen;
Het voorzien van een zone voor tuinberging op de loten 1 t.e.m. 20 en 28 t.e.m. 30. zoals aangegeven op het bijgevoegd verkavelingsplan, is ruimtelijk aanvaardbaar. Het betreft immers een beperkte extra bergruimte van 9 m² dewelke de woonkwaliteit verhoogt.
Door de tuinberging te voorzien op minimum 1 meter van de perceelgrenzen en door de beperkte oppervlakte en bouwhoogte van de tuinberging zal er quasi geen visuele impact zijn naar de aanpalende percelen en zal er ook geen negatieve schaduwwerking zijn naar deze aanpalende eigendommen.
Een bijkomende verharding als toegangspad naar de tuinberging uitgevoerd in waterdoorlatende materialen met een maximale breedte van 1,00 meter is eveneens aanvaardbaar. Er blijft immers na het oprichten van een tuinberging en de aanleg van het toegangspad nog voldoende onbebouwde/onverharde ruimte over de percelen om aan te leggen als een kwalitatieve tuinzone.
Binnen de zone voor private achtertuinen zijn beperkte reliëfwijzigingen toegelaten binnen de zone voor tuinberging en een zone van 1 meter t.o.v. deze ‘zone voor tuinberging’ en dit i.f.v. de toegang tot deze tuinberging en inpassing in het hellend terrein. Er dient hierbij rekening te worden gehouden met de wortels van bestaande bomen (deze mogen niet worden beschadigd) en de aansluiting naar de aanpalende eigendommen. Een strook van 1m langsheen de perceelsgrenzen mag bij eventuele terreinwijzigingen nooit hoger gebracht worden dan het niveau van de aanpalende percelen.
De aanvraag voldoet aan de criteria voor de goede ruimtelijke ordening in de onmiddellijke en ruime omgeving mits voldaan wordt aan de opgelegde voorwaarden. De door de gemeente in rood aangepaste verkavelingsvoorschriften van de ontwerper kunnen bijgetreden worden.
BESPREKING VAN DE ADVIEZEN
Er werden geen adviezen opgevraagd.
Uit de bovenstaande motivering blijkt dat de schaal en het uiterlijk van de voorgenomen werken op voldoende wijze ruimtelijk inpassen in de onmiddellijke en ruime omgeving, dat de ruimtelijke draagkracht van het gebied niet wordt overschreden en dat de voorziene verweving van functies de aanwezige of te realiseren bestemmingen in de onmiddellijke omgeving niet in het gedrang brengen noch verstoren. De aanvraag is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening mits de opgelegde voorwaarden worden nageleefd.
EINDADVIES
Uit bovenstaande motiveringen blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen inzake milieu en ruimtelijke ordening, en dat het voorgestelde ontwerp verenigbaar is met de goede plaatselijke ordening en met zijn onmiddellijke omgeving.
De aanvraag is vatbaar voor de bijstelling van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden door het voorzien van zones voor tuinbergingen op de loten 1 t.e.m. 20 en 28 t.e.m. 30, mits het opleggen van voorwaarden.
Bijgevolg adviseert de omgevingsambtenaar het dossier voorwaardelijk gunstig voor de bijstelling van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden door het voorzien van zones voor tuinbergingen op de loten 1 t.e.m. 20 en 28 t.e.m. 30 voor zover rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarden:
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.
Het college van burgemeester en schepenen volgt integraal het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar omtrent het sluiten van het openbaar onderzoek en tot het afleveren van een omgevingsvergunning met voorwaarden aan de aanvrager.
Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het afleveren van een omgevingsvergunning met voorwaarden aan de aanvrager.
De omgevingsvergunning omvat de bijstelling van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden door het voorzien van zones voor tuinbergingen op de loten 1 t.e.m. 20 en 28 t.e.m. 30, zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan deze omgevingsaanvraag zijn verbonden en voor zover rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarden.
De omgevingsvergunning wordt aldus afgegeven onder volgende voorwaarden:
STEDENBOUWKUNDIG EN MILIEUTECHNISCH advies - verslag GEMEENTELIJKE omgevingsambtenaar
De aanvraag betreft het uitbreiden van het bedrijf met een productiehal, het bouwen van een conciërgewoning, het regulariseren van reclamebanners en het heraanleggen van het terrein.
De aanvraag werd op 28/06/2022 ontvangen.
Op 28/07/2022 werd aanvullende informatie opgevraagd.
Op 11/08/2022 werd de gevraagde aanvullende informatie aangeleverd.
Op 01/09/2022 werd voor een tweede keer aanvullende informatie opgevraagd.
Op 05/09/2022 werd de tweede gevraagde aanvullende informatie aangeleverd.
Op 15/09/2022 werd de aanvraag ontvankelijk en volledig verklaard.
De gewone vergunningsprocedure wordt gevolgd.
Er werd een openbaar onderzoek gehouden, lopende van 25/09/2022 tot en met 24/10/2022, gesloten met 1 bezwaarschrift.
HISTORIEK VAN HET EIGENDOM WAAROP DE AANVRAAG BETREKKING HEEFT
Stedenbouwkundig
Uit het aanvraagdossier / de gegevens waarover de gemeente beschikt (luchtfoto…) blijkt dat op het perceel van de aanvraag constructies en/ of handelingen werden opgericht/ verricht/ aanwezig zijn, waarvoor geen vergunning verleend werd. Het betreft verhardingen.
Deze wederrechtelijk opgerichte constructies/ uitgevoerde handelingen werden opgenomen in de huidige aanvraag als te regulariseren en te verwijderen.
Milieu
Het perceel is niet opgenomen in het Grondeninformatieregister.
OPENBAAR ONDERZOEK
Overeenkomstig artikel 17 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hoofdstuk 3 Toepassingsgebied van de gewone en vereenvoudigde procedure, artikels 11 t.e.m. 14 van het besluit tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning, werd dit dossier volgens de gewone procedure behandeld.
Er werd bijgevolg een openbaar onderzoek gehouden.
Het openbaar onderzoek werd georganiseerd van 25/09/2022 tot en met 24/10/2022.
Er werd 1 bezwaar ingediend en dit omvat het volgende:
“Wij hebben bezwaar voor deze uitbreiding om volgende redenen.
-Het gebouw gaat buiten haar hoogte bepalingen en dit op een zeer uitgesproken wijze. Hierdoor valt er geen of minder zon en licht op de leefwereld en zonnepanelen van het gebouw dat reeds er naast staat. Ook stellen we vragen bij de brandveiligheid van deze constructie.
-als tweede bezwaar gaat dit nieuw te bouwen gebouw ook zeer ver naar achter en staat dit zeer kort op de perceelsgrens aan de achterzijde. Hier merken we dus op dat de brandveiligheid niet kan gegarandeerd worden. Ook hier wordt door zo ver naar achter te bouwen alle licht en zonsinval weg aan de buur-zijde.”
Het bezwaarschrift werd onderzocht en kan als volgt worden beoordeeld:
De aanvrager heeft tijdens de voorstudie van de uitbreiding een zonnestudie uitgevoerd. Deze werd toegevoegd in de aanvraag en vertelt het volgende in juli (zomermaand):
De studie toont aan dat men ernaar heeft gestreefd om de schaduwhinder zoveel mogelijk te beperken en dit door de conciërgewoning op 3,60m van de perceelgrens in te planten. De verkavelingsvoorschriften staan een conciërgewoning toe, om deze te implementeren in het geheel is een uitbreiding op de verdieping moeilijk te voorkomen. Wel zal de tuinberging die nog dieper ligt dan de woning geweigerd worden. Deze vormt een vreemd gegeven op het dak en zal voor extra schaduwhinder zorgen. Ook zal de greenwall moeten vervangen worden door een lichtdoorlatend, ondoorzichtig scherm om bijkomende lichthinder zoveel als mogelijk te beperken. Dit zal in de vergunningsvoorwaarden worden opgenomen.
Het perceel wordt optimaal benut in functie van de bestaande bedrijfsvoering, dit verantwoordt de gelijkvloerse bouwdiepte. Deze bouwdiepte zal slechts een beperkte hinder betekenen voor de aanpalende tuinzone, die zeer ruim is voor de voorziene bestemming volgens gewestplan en verkaveling.
De brandweer heeft tijdens de vergunningsprocedure bijkomende info gevraagd en een brandbelastingstudie opgelegd. Deze werden tijdens de procedure aangeleverd. De brandweer heeft hiervoor uiteindelijk een voorwaardelijk gunstig advies afgeleverd. Dit advies wordt als bijlage gevoegd bij deze omgevingsvergunning en er zal opgenomen worden in de vergunningsvoorwaarden dat er voldaan dient te worden aan deze voorwaarden.
De gemeentelijke omgevingsambtenaren nemen omtrent dit bezwaarschrift het volgende standpunt in:
Het ingediende bezwaar is deels gegrond en wordt deels weerhouden.
Volgende restricties zullen worden opgelegd binnen deze omgevingsvergunning:
ADVIEZEN
Brandweer Hulpverleningszone Zuid-West Limburg
Inter
Fluvius
POM Limburg
Dienst Patrimonium
Dienst Mobiliteit
Dienst Facilitair Management
MILIEUEFFECTENRAPPORTAGE
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van bijlage I, II en III van het besluit inzake projectmilieueffectrapportage van 10 december 2004 en latere wijzigingen.
STEDENBOUWKUNDIG ADVIES
TOETSING AAN DE REGELGEVING EN VOORSCHRIFTEN
OVEREENSTEMMING MET BESTEMMINGS- EN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
Gewestplan
De aanvraag is volgens het geldende gewestplan Hasselt - Genk, goedgekeurd bij Koninklijk besluit op 3 april 1979, gelegen in een zone voor ambachtelijke bedrijven en KMO’s.
De industriegebieden zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven.
Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten.
De gebieden voor ambachtelijke bedrijven en de gebieden voor kleine en middelgrote ondernemingen zijn mede bestemd voor kleine opslagplaatsen van goederen, gebruikte voertuigen en schroot, met uitzondering van afvalproducten van schadelijke aard.
Verkaveling
Het goed is gekend als lot 23 binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde verkaveling, waarvan de vergunning is afgeleverd op 22/12/2005 door het college van burgemeester en schepenen en gekend is onder nummer 1018.D.874.2. De verkavelingsvergunning is voor dit perceel niet vervallen.
De kavel kreeg als bestemming ambachtelijke nijverheid.
De aanvraag voldoet principieel aan de geldende bestemmingsvoorschriften, maar niet aan de verkavelingsvoorschriften.
Daarom wordt de aanvraag verder onderzocht op basis van de bepalingen zoals voorgeschreven in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, gewijzigd door het decreet van 8 december 2017 houdende wijziging van diverse bepalingen inzake ruimtelijke ordening, milieu en omgeving (zgn. Codextrein).
De Codextrein voorziet wijzigingen met als doel het verruimen van de mogelijkheden om ruimtelijk rendement te optimaliseren en het versoepelen van procedures.
Artikel 4.3.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening stelt dat de onverenigbaarheid van de aanvraag met de verkavelingsvoorschriften, binnen de omschrijving van een goedgekeurde en niet vervallen verkavelingen, ouder dan 15 jaar, niet langer een weigeringsgrond vormt voor de aanvraag.
Evenwel kan de afwijking niet worden toegestaan voor wat betreft voorschriften betreffende wegenis en openbaar groen.
De aanvraag betreft geen van deze elementen en kan dus niet geweigerd worden op basis van onverenigbaarheid met de voorschriften.
Tenslotte dient de aanvraag getoetst aan de goede ruimtelijke ordening(zie “Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening”).
Stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater
De aanvraag valt onder de toepassing van het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 en latere wijzigingen, houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
De plannen geven aan dat voor de nieuw op te richten hal met conciërgewoning, met een horizontale dakoppervlakte van 100m², een hemelwaterput wordt voorzien met een inhoud van
5 000 liter en recuperatie van het hemelwater voor het sanitair gebruik en een buitenkraan. De overloop van de hemelwaterput wordt aangesloten op een infiltratievoorziening waarvan de oppervlakte en het volume voldoen aan de verordening.
De verordening is niet van toepassing voor wat betreft de aanleg van de voorziene verhardingen omdat het hemelwater dat op de verharding valt niet wordt opgevangen en afgevoerd, maar op natuurlijke wijze op eigen terrein in de bodem kan infiltreren.
De aanvraag voldoet aan deze stedenbouwkundige verordening.
Het perceel is op het zoneringplan voor riolering, goedgekeurd bij Ministerieel besluit de dato 19 september 2008, gelegen in “centrale gebied”. Een individuele voorbehandelingsinstallatie (septische put) moet niet aangelegd worden.
Het advies van 11/10/2022 van Fluvius is voorwaardelijk gunstig:
“Zie advies Fluvius bij rubriek “bespreking adviezen”
Toegankelijkheid
De aanvraag valt onder de toepassing van het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen, houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid. Dit besluit trad in werking op 1 maart 2010.
Volgens het advies van Inter Vlaanderen verleend op 17/10/2022 voldoet de aanvraag aan deze stedenbouwkundige verordening.
Watertoets
Het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013,verplicht de vergunningverlenende overheid om de watertoets uit te voeren bij elke aanvraag tot omgevingsvergunning. Dit decreet vormt het juridisch kader voor het integraal waterbeleid in Vlaanderen. Het decreet bevat ook de omzetting van de kaderrichtlijn Water en de Overstromingsrichtlijn.
Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Voor het betrokken project werd de watertoets uitgevoerd volgens de richtlijnen van het uitvoeringsbesluit van 20 juli 2006. Dit Watertoetsbesluit werd gewijzigd bij Besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011. Dit besluit is in werking getreden op 1 maart 2012.
Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Zoals hoger aangehaald voldoet het voorliggende ontwerp aan deze verordening. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
De aanvraag doorstaat de watertoets.
Decretale beoordelingselementen
Artikel 4.3.6. Bouwen/uitbreiden bedrijfswoning
Voor het bouwen of uitbreiden van een bedrijfswoning bij een bedrijf in een daartoe geschikt bestemmingsgebied, kan een omgevingsvergunning worden verleend voor een volume van ten hoogste 1 000m³, of 1 250m³ in geval van bewoning door meer dan één met het bedrijf verbonden gezin.
Een vergunning wordt geweigerd als de aanvraag betrekking heeft op het oprichten van een tweede of een bijkomende, vrijstaande bedrijfswoning bij eenzelfde bedrijf.
De aanvraag voldoet aan deze bepaling: het volume van de bedrijfswoning bedraagt 505,81 m³.
Artikel 4.3.7. Toegang van gehandicapten tot gebouwen/publiek toegankelijk
De omgevingsvergunning voor de handelingen, vermeld in artikel 4.2.1, 1°, 6°, 7° en 8°, wordt niet verleend wanneer niet is voldaan aan de bij of krachtens de wet of het decreet gestelde regelen betreffende toegang van personen met een functiebeperking tot openbare wegen en tot voor het publiek toegankelijke onroerende goederen.
De aanvraag voldoet aan deze bepaling.
Archeologienota
Conform het Onroerenderfgoeddecreet de dato 12 juli 2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag gezien de perceeloppervlakte kleiner is dan 3 000m².
Indien men niet verplicht is tot het opstellen van een archeologienota en tijdens de uitvoering komen er toch archeologische sporen of vondsten aan het licht, dan dient de bouwheer dit te melden binnen de 3 dagen aan het agentschap Onroerend Erfgoed (www.onroerenderfgoed.be).
Overige regelgeving
Decreet rookmelders
Het decreet van 10 maart 2017, houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, wat het verbeteren van de brandveiligheid door het algemeen invoeren van optische rookmelders voor woningen betreft, bepaalt dat alle woningen in Vlaanderen moeten uitgerust worden met correct geïnstalleerde rookmelders of dienen te beschikken over een branddetectiesysteem.
De voorliggende aanvraag voldoet hieraan: er worden rookmelders geplaatst in de hal en de leefruimte.
Opmerking: de plaatsing van rookmelders in ruimtes waar dampen en rookgassen gebruikelijk kunnen voorkomen (garages, keukens, badkamers en ook wasplaats) kan aanleiding geven tot valse meldingen. Hier is het meer aangewezen een hittemelder te plaatsen.
Het is aangewezen om rookmelders te plaatsen in elke ruimte waar u doorheen moet op weg naar buiten (zoals inkomhal, doorgang, nachthal, traphal…).
Energiedecreet
De aanvraag dient te voldoen aan het energiedecreet van 8 mei 2009 en het energiebesluit van 19 november 2010 en hun latere aanvullingen en wijzigingen.
Slopen
De afbraak dient te gebeuren tot in de grond en de plaats moet hersteld worden in de vorige toestand.
Aan de afbraak is geen milieuvergunningsplicht verbonden, wel dient rekening gehouden te worden met de wettelijke verplichtingen opgenomen in het Vlarem II, omgevingsvergunningsdecreet, het bodemsaneringsdecreet en het materialendecreet. Vooraleer te starten met de afbraakwerken dienen de constructies volledig ontruimd te worden. De afvalstoffen die vrijkomen bij de afbraakwerken dienen selectief ingezameld te worden.
Alle bouw-, sloop- en infrastructuurwerken in open lucht dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II, hoofdstuk 6.12 Beheersing van stofemissies tijdens bouw- , sloop- en infrastructuurwerken”, indien deze uitgevoerd worden door een aannemer.
Het verwijderen van asbest dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II Beheersing van asbest, hoofdstuk 6.4.
Grondverzet
Uit het ingediende dossier blijkt dat een grondverzet (met aanvoer/ afvoer) van meer dan 250m³ zal plaatsvinden. De regelgeving omtrent grondverzet is van toepassing.
Erfdienstbaarheden / gemene muren
Vergunningen hebben een zakelijk karakter. Zij worden verleend onder voorbehoud van de op het onroerend goed betrokken burgerlijke rechten.
Het is niet de taak van de administratieve overheid zich uit te spreken over het bestaan, de interpretatie en de omvang van subjectieve rechten, zoals bijvoorbeeld het bestaan van een erfdienstbaarheid / het overnemen van een gemene muur.
De overeenstemming van de aanvraag met een goede ruimtelijke ordening wordt echter beoordeeld met inachtneming van beginselen als hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4 van de VCRO.
De aanvrager wordt erop gewezen dat omtrent de gemene muren/ de mandeligheid van muren / bestaande erfdienstbaarheden / erfscheidingen … geen afbreuk wordt gedaan aan de burgerlijke rechten van de betrokken aanpalende eigenaars door het afleveren van een omgevingsvergunning.
Dat het aangewezen is hieromtrent een (schriftelijke) overeenkomst/ akkoordverklaring te bekomen alvorens aan te vatten met de werken.
Lichten en zichten
De aanvraag werd getoetst aan art. 675 tot en met 680 bis van het burgerlijk wetboek dat bepalingen bevat inzake zichten en lichten op een naburig erf.
Stedenbouwkundige voorschriften voor bedrijventerrein Molenheide
Met betrekking tot de bijzondere voorwaarden werd de aanvraag tevens voor advies voorgelegd aan POM Limburg.
Volgend advies werd afgeleverd door POM Limburg op 21/09/2022:
“POM Limburg doet geen inhoudelijke uitspraak over de adviesvraag, zonder dat deze afwezigheid van advies mag worden aanzien als of vermoed een gunstig advies te zijn.
POM Limburg wijst u, voor de beoordeling van de adviesvraag, op de bijzondere voorwaarden die mogelijk zijn voorzien in de titel van aankoop voor het betrokken perceel/de betrokken percelen. De verplichtingen en beperkingen opgenomen in deze bijzondere voorwaarden hebben mogelijk een impact op de vergunbaarheid van dit dossier. “
KLEINHANDELSACTIVITEIT
De uitbreiding bedraagt minder dan 300m² netto verkoopoppervlakte en minder dan 20% van de reeds vergunde netto handelsoppervlakte. De categorieën van kleinhandelsactiviteiten worden niet gewijzigd. De aanvraag bevat bijgevolg geen wijziging van de bestaande kleinhandelsactiviteit.
De aanvraag is verenigbaar met de regelgeving.
Toetsing AAN DE goede ruimtelijke ordening
OMSCHRIJVING VAN DE FEITELIJKE AANVRAAG
De aanvraag omvat het uitbreiden van het bedrijf met een productiehal, het bouwen van een conciërgewoning, het regulariseren van reclamebanners en het heraanleggen van het terrein.
BEOORDELING VAN DE GOEDE RUIMTELIJKE ORDENING
Artikel 4.3.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening stelt dat binnen de omschrijving van een goedgekeurde, niet vervallen verkavelingen ouder dan 15 jaar onverenigbaarheid van de aanvraag met de stedenbouwkundige voorschriften niet langer een grond vormt voor weigering van de aanvraag.
De hierboven vermelde goedgekeurde, niet vervallen verkaveling is goedgekeurd dd. 22/12/2005 en dus komt de aanvraag principieel in aanmerking voor deze regeling.
Evenwel kan de afwijking niet worden toegestaan voor wat betreft voorschriften betreffende wegenis en openbaar groen. Het betreft geen van deze elementen en dus kan de aanvraag niet geweigerd worden op basis van onverenigbaarheid met de voorschriften. Tenslotte dient de aanvraag getoetst aan de goede ruimtelijke ordening.
De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen:
1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;
2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in 1°, in rekening brengen;
Omschrijving ligging en omgeving
Het perceel van de aanvraag is gelegen aan de KMO-Zone Molenheide 4121, een voldoende uitgeruste gemeenteweg.
De omgeving wordt gekenmerkt door voornamelijk industriële gebouwen.
Omschrijving van de aanvraag
Momenteel is het perceel bebouwd met een industriegebouw bestaande uit een productiehal, een kantoorruimte en een showroom.
In het verlengde van de bestaande productiehal wordt een nieuwe productiehal voorzien met een conciërgewoning en vergaderlokalen op de verdieping hierboven. Voor het overige wordt ook de buitenaanleg aangepakt en wordt er een regularisatie voor de reclamebanners aangevraagd.
Een regularisatie moet met dezelfde criteria beoordeeld worden als een nieuwe aanvraag. Het kan immers niet zijn dat de regularisatie soepeler zou beoordeeld worden om reden dat de werken reeds uitgevoerd zijn.
Functionele inpasbaarheid in de onmiddellijke en ruime omgeving
Het voorzien van een industrieel gebouw met de productiehal, de vergaderzalen, de kantoorruimtes en de conciërgewoning is zowel in de ruime als de onmiddellijke omgeving functioneel inpasbaar.
Mobiliteitsimpact
Momenteel kunnen er 6 wagens geparkeerd worden op de parkeerplaatsen voor de ingang van het gebouw. Dit aantal is zeker te weinig voor een gebouw met dergelijke dimensies en functie.
De aanvraag voorziet in 5 extra autostaanplaatsen voor deze productiehal met kantoorruimtes en conciërgewoning. Deze extra parkeerplaatsen zijn bereikbaar via een 2e inrit die gecreëerd wordt aan de zijde op de hoek van het perceel ter hoogte van de voorzijde van het gebouw. Via deze strook kunnen er ook leveringen plaatsvinden en ontstaat er ook meteen een brandweg zodat de brandweer aan de achterzijde van het gebouw kan geraken. Langs deze zijde is er ook een strook in grasdallen voorzien voor een eventuele uitbreiding van parkeerplaatsen indien er meer werknemers in het bedrijven zullen werken. Het advies van de dienst Mobiliteit werd hiervoor gunstig bevonden. De tweede inrit en het aantal parkeerplaatsen kunnen dus aanvaard worden zoals deze voorgesteld zijn op de aangeleverde plannen.
De schaal van de voorgenomen werken, het ruimtegebruik, de bouwdichtheid en de visueel-vormelijke elementen
De aanvraag omvat het uitbreiden van het bedrijf met een productiehal, het bouwen van een conciërgewoning en het heraanleggen van het terrein.
Het bestaande industriegebouw wordt uitgebreid met een productiehal van 587,71m². De hal heeft dezelfde breedte als de reeds gebouwde hal waaraan deze wordt gekoppeld en zorgt voor een extra bouwdiepte van 30m waardoor de maximale bouwdiepte van het bedrijfsgebouw 68m bedraagt. Rechts van deze nieuw te bouwen productiehal zal er ook een groot magazijn en een waterzuivering geplaatst worden. Ook komt hier de trappenhal te liggen. Deze uitbreiding heeft een oppervlakte van 115m². Tussen deze uitbreiding en de bestaande bergruimte wordt er een nog een afdak geplaatst met een oppervlakte van 64,50m². De nieuwe productiehal wordt afgewerkt met een plat dak waarvan de maximale kroonlijsthoogte 7m bedraagt. De uitvoering van de hal gebeurt in betonpanelen en zwart aluminium plaatwerk. Ter hoogte waar conciërgewoning en de vergaderruimte voorzien wordt zal de maximale dakrandhoogte 11m bedragen.
Boven deze uitbreiding wordt er een conciërgewoning, toiletten, een overdekt terras een tuinberging, een vergaderruimte en een kantoorruimte voorzien. Het dak wordt verder voorzien van een gedeeltelijk groendak dat fungeert als tuinzone voor de conciërgewoning. Het volume van deze woning bedraagt 505,81m³. De conciërgewoning wordt ingeplant op 3,60m van de linker perceelgrens. Er wordt in de tuinzone een greenwall geplaatst. Beide voorzorgsmaatregelen werden genomen om de privacy van de buren minimaal te schaden. Achteraan de tuinzone wordt een tuinberging voorzien met een oppervlakte van ±13m². Dergelijke afmetingen van een conciërgewoning kunnen aanvaard worden. De afstand tot de buren zorgt voor meer privacy. De greenwall dient vervangen te worden door een lichtdoorlatend, ondoorzichtig scherm, met een hoogte van 1,80m t.o.v. de vloerpas van het terras. Dit om lichthinder t.o.v. het aanpalend perceel zoveel als mogelijk te voorkomen en er tevens voor te zorgen dat de privacy ten allen tijde kan gegarandeerd worden. De tuinberging achteraan de tuinzone kan niet aanvaard worden aangezien deze storend is voor het gevelzicht en zorgt voor extra lichthinder ten opzichte van de buren. Deze zaken worden opgenomen in de vergunningsvoorwaarden.
Aan de voorzijde van het bedrijfsgebouw werden ook 3 reclamebanners gehangen met elk een oppervlakte van 2,80m² (0,70m X 4m). Deze banners zorgen niet voor extra hinder ten opzichte van naastliggende bedrijven en zijn slechts beperkt aanwezig. Dergelijke reclamebanners kunnen aanvaard worden bij een commercieel bedrijf.
Voor het perceel, ter hoogte van de voorgevel, wordt er een tweede inrit aangelegd waardoor de doorgang voor leveringen in de zijdelingse ingangen kan gebeuren. Hierdoor kunnen er ook meer parkeerplaatsen voorzien worden voor de medewerkers en de bezoekers op het eigen terrein. Deze inrit zorgt ook voor een brandweg zodat de brandweer achteraan het gebouw kan geraken bij een noodgeval. De bestaande inrit blijft behouden en zorgt voor toegang tot de eerste hal en tot de voorliggende parkeerplaatsen. De parkeerplaatsen werden opgericht in waterdoorlatende klinkers en de overige, bij de tweede inrit, worden aangelegd met grasdallen. Beide inritten worden aangelegd in betonverharding om zo de hemelwaterputten en infiltratieputten te beschermen.
Rechts achteraan de hal wordt er nog een afvalcontainer voorzien. Deze wordt geplaatst op waterdoorlatende klinkers. Deze klinkers worden ook doorgetrokken achter het bedrijfsgebouw en hebben een totale oppervlakte van 101,37m². Deze verharding is overdreven aangezien er hier geen doorgang kan gebeuren doordat de afvalcontainer de doorgang blokkeert. Enkel de verharding ter hoogte van de afvalcontainer kan aanvaard worden. De overige zone achter het gebouw dient groen aangeplant te worden.
Achteraan en langsheen de rechter perceelgrens wordt er een groenbuffer aangeplant. Aan de rechter perceelgrens bedraagt deze minstens 2,50m en achteraan zal deze 5m bedragen. Deze wordt aangelegd met inheems groen. De versmalling van de bufferstrook tot 2,50m is aanvaardbaar aangezien deze naar een weg gericht is niet naar een woonzone. De buffer achteraan het perceel zou reeds aangeplant moeten zijn conform de eerdere vergunning. Deze dient aangeplant te worden in het eerste plantseizoen na het verkrijgen van de omgevingsvergunning, dit wordt opgenomen in de vergunningsvoorwaarden.
Bodemreliëf
Aan de rooilijn ter hoogte van de rechter perceelgrens werden reeds keerwanden geplaatst om zo het verschil in hoogte op te vangen langsheen de rechter perceelgrens. Ook beide straten die grenzen aan het perceel hebben een andere hoogte. Voor het overige gebeuren er slechts lichte wijzigingen ter hoogte van de nieuw op te richten productiehal.
Aangezien er geen benoemingswaardige wijzigingen van het terreinniveau voorzien zijn in de aanvraag, dient het bestaande terreinniveau zo veel mogelijk behouden te blijven. Alle overtollige grond die vrijkomt bij het graven van de funderingen, dient verwijderd te worden via een erkende grondwerker of naar een erkende grondreinigingsplaats.
De aanvraag voldoet aan de criteria voor de goede ruimtelijke ordening in de onmiddellijke en ruime omgeving op voorwaarde dat de greenwall vervangen wordt door een lichtdoorlatend, ondoorzichtig scherm, dat de klinkerverharding achteraan het bedrijfsgebouw enkel ter hoogte van de afvalcontainer aangelegd wordt, dat de tuinberging niet geplaatst wordt en dat de groenbuffer achteraan het perceel zo snel als mogelijk wordt aangeplant.
BESPREKING ADVIEZEN
“Gunstig voor de werken zoals voorgesteld mits er aan volgende voorwaarden wordt voldaan:
- Groenbuffer aan de achterzijde van het perceel dient opgeplant te worden met streekeigen groen.
- aan de achterzijde van de hal wordt er een groenaanleg voorzien tussen de hal en de groenbuffer. Deze groenaanleg mag uitgevoerd worden in laag groen geen gazon. Deze zone mag zeker niet verhard worden, ook niet met waterdoorlatende verharding.
- Enkel de zone t.h.v. de afvalcontainer mag uitgevoerd worden in waterdoorlatende klinkers.
Via volgende link kan men wat extra info bekomen over streekeigen plantgoed:
https://www.plantvanhier.be/plantengids”
De gemeentelijke omgevingsambtenaren sluiten zich aan bij dit advies.
De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden.
De gemeentelijke omgevingsambtenaren sluiten zich aan bij dit advies.
“Naar aanleiding van uw adviesvraag van 16-09-2022 over de stedenbouwkundige vergunning voor bovenvermeld project, afdeling 2, sectie D, nummer(s) 130T38, kunnen we een
voorwaardelijk gunstig advies geven, op voorwaarde dat voldaan wordt aan de hierna volgende opmerkingen:
Het dossier mag voorwaardelijk gunstig geadviseerd worden mits volgende opmerkingen:
In uw stad is Fluvius actief voor volgende disciplines: Aardgas, Elektriciteit, Openbare verlichting, Kabeldistributie, Riolering.
De initiatiefnemer dient te voldoen aan alle voorwaarden van Fluvius zoals opgenomen in het "Reglement voor verkavelingen en bouwprojecten", meer bepaald inzake capaciteitsbeslag en mogelijke netuitbreidingen en/of netaanpassingen om de nieuwe percelen aansluitbaar te maken. Dit reglement is terug te vinden op onze website www.fluvius.be.
Afhankelijk van de grootte van het project zal in overleg met de projectontwikkelaar bepaald worden welke nutsvoorzieningen dienen aangelegd te worden op het terrein.
Afhankelijk van het gevraagd vermogen is het mogelijk dat voor dit project een klantcabine vereist is. Dit zal bij de definitieve elektriciteitsaanvraag worden bepaald (zie Technisch reglement VREG art. 2.2.2).
Het is ook mogelijk dat de bouwheer een of meerdere ruimte(s) voor een elektriciteitscabine distributie ter beschikking moet stellen. Deze ruimte moet rechtstreeks bereikbaar zijn vanop het openbaar domein. Wij dienen van de initiatiefnemer de schriftelijke toelating te ontvangen in verband met de voorgestelde inplanting en de kosteloze overdracht van de nodige grond voor zover deze niet in het openbaar domein wordt voorzien.
Een gedetailleerde studie zal dit uitwijzen. Hiertoe dient de initiatiefnemer tijdig, en dit vóór het uitvoeren van zijn verkavelings- of stedenbouwkundige vergunning, een offerte te vragen aan Fluvius aan de hand van het aanvraagformulier "Studie- en offerteaanvraag voor verkavelingen & bouwprojecten" welke beschikbaar is op de website van Fluvius (www.fluvius.be).
Indien bij de definitieve aanvraag blijkt dat de gevraagde vermogens buiten de standaardnormen vallen kan onze visie nog wijzigen in functie van de gevraagde vermogens. De kosten voor de eventueel te verplaatsen bestaande leidingen vallen integraal ten laste van de aanvrager.
Algemene voorschriften:
Riolering:
Voor riolering dient voldaan te worden aan de gewestelijke en/of provinciale stedenbouwkundige verordeningen inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater die in uw gemeente van kracht zijn.
Fluvius doet geen nazicht van de bepalingen van deze verordening. Dit advies handelt over de aansluitbaarheid op het openbaar saneringsnetwerk.
1. Algemene bepalingen voor riolering en waterafvoer
De aanvrager dient het Algemeen Waterverkoopreglement, de aanvullende voorwaarden en de aanvullende technische voorschriften van Fluvius na te leven. De aanvrager dient ook de voorwaarden zoals bepaald in afdeling 6.2.2. van Vlarem II voor de afvoer van hemel- en afvalwater na te leven.
De aanvrager staat in voor de plaatsing van de privériolering voor het bouwproject en is verplicht deze uit te voeren volgens de wettelijke bepalingen ter zake. Zo dient hij onder meer te voldoen aan de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (GSV ‘hemelwater’) van 5/07/2013.
Als voor het bouwproject een aansluiting op het openbaar rioleringsstelsel noodzakelijk is, dient de aanvrager zo snel mogelijk na het bekomen van de bouwvergunning een aanvraag tot aansluiting op het openbaar rioleringsstelsel aan te vragen. Dit kan online via www.fluvius.be. Van zodra de aansluitputjes (1 DWA- & 1 RWA-putje) geplaatst zijn, is de effectieve plaats en diepte van de aansluiting gekend. De privéwaterafvoer dient hierop afgestemd te worden. Alle maatregelen die de aanvrager dient te nemen tot het aanpassen van de privéwaterafvoer om te kunnen aansluiten, als niet aan deze voorwaarden voldaan wordt, zijn ten laste van de aanvrager.
Alleen Fluvius of een door ons aangestelde uitvoerder zorgt voor de realisatie van het gedeelte van de aansluiting op het openbaar domein tot aan de perceelsgrens van het privédomein.
Als de privériolering niet correct en volledig volgens deze wettelijke bepalingen werd uitgevoerd, zelfs als dit niet expliciet door de stedenbouwkundige vergunning werd opgelegd, behoudt Fluvius zich het recht voor om dit perceel niet aan te sluiten op het openbaar rioleringsstelsel.
Als de bouwplannen en meer specifiek het rioleringsplan niet in overeenstemming zijn met deze voorschriften, hebben deze voorschriften voorrang.
2. Specifieke bepalingen voor riolering en waterafvoer voor dit bouwproject
Infiltratievoorziening
Volgens de GSV “hemelwater”, dient voor de verharding en dakoppervlakte een infiltratievoorziening toegepast te worden.
Het buffervolume van de infiltratievoorziening dient minimum 25 liter per vierkante meter referentieoppervlakte te bedragen. De grondwaterstand dient nagegaan te worden. Het buffervolume dient zich volledig tussen de gemiddelde grondwaterstand en het peil van de noodoverlaat te bevinden. De oppervlakte van de infiltratievoorziening dient minimaal 4 vierkante meter per begonnen 100 vierkante meter referentieoppervlakte te bedragen.
De eventuele noodoverloop dient voldoende hoog voorzien te worden, en niet dieper dan 30 cm onder het laagste deksel of aangesloten kolk, en zodanig dat de noodoverlaat zich boven de hoogste grondwaterstand bevindt. Deze noodoverlaat dient te allen tijde inspecteerbaar en bereikbaar te zijn (bv. onder een deksel). Er wordt enkel een aansluiting met max. diam. 160 mm als overloop van de infiltratievoorziening toegestaan. Op de overloop van de infiltratievoorziening moet een terugslagklep staan, zodat geen water vanuit de openbare riolering kan terugstromen in de infiltratievoorziening.
Indien een hemelwaterput gebouwd wordt dient de overloop van de hemelwaterput aangesloten te worden op de toevoer naar de infiltratievoorziening.
In het loket werd voor de verordening hemelwater aangegeven dat er een infiltratievoorziening is van 62m³ en 50m² voor het infiltreren van de overloop van de hemelwaterputten, deze zijn niet zichtbaar op het plan, in een aangepast plan op 29/09/2022 (per mail aan fluvius) werd dit aangepast.
Tekening: zie advies.
Aansluiten op de huisaansluitputjes
Het aansluitputjes voor vuilwaterafvoer (=DWA) werd reeds geplaatst.
Hierop kan het private afvoerstelsel met vuilwater (op DWA-putje) pas lozen na het indienen van een aansluitingsaanvraag bij Fluvius.
Er is geen hemelwaterriolering in de straat, er mag geen hemelwater rechtstreeks aangesloten worden op het rioleringsstelsel.
We raden aan om:
3. Keuring privéwaterafvoer
Door het in voege treden van het Algemeen Waterverkoopreglement is de keuring van de privéwaterafvoer verplicht sinds 1 juli 2011. Elke rioleringsaansluiting op het openbaar rioleringsstelsel dient een keuring van de privéwaterafvoer te ondergaan conform artikel 12/1, §1 van het Algemeen Waterverkoopreglement. De keuring dient uitgevoerd te worden vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer.
Enkel de door Fluvius erkende keurders komen voor deze keuring in aanmerking (zie Keuring riolering | Fluvius).
Voor bijkomende informatie kan de bouwheer terecht op de infolijn van Fluvius 078 35 35 34.
Gelieve ons advies op te nemen in uw stedenbouwkundig dossier”
De gemeentelijke omgevingsambtenaren sluiten zich aan bij dit advies.
De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden.
“Advies toegankelijkheid bij de aanvraag van een omgevingsvergunning / melding.
In toepassing van art. 4.3.7.i , art. 4.3.3.ii en art. 4.3.4.iii van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
in toepassing van het Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheidiv.
Gunstig advies.
Dit advies bekijkt de wettelijke voorschriften op basis van de op plan afleesbare elementen in de vergunningsfase. Dit advies doet geen uitspraak over de integrale toegankelijkheid van het gebouw na volledige afwerking. Afwerkingselementen die niet op plan staan, bepalen immers in grote mate mee de toegankelijkheid van het geheel. U kan, tijdens het project, bij ons inlichtingen verkrijgen of een begeleidingstraject volgen om de integrale toegankelijkheid van uw project te garanderen.
1 Bijlage B26 verantwoordingsnota omgevingsvergunning:
Toegankelijkheidstoelichting / checklist inzake toegankelijkheidv
2 Verplichting advies
3 Toepassingsgebied
Dit advies is van toepassing op het (deel van het) gebouw dat gebouwd, herbouwd, verbouwd of uitgebreid wordt.
De aanvraag betreft:
Indien een aanvraag valt onder de toepassing van de Vlaamse stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid, dan dienen de normbepalingen van hoofdstuk IIIvi te worden nageleefd. De normen, principetekeningen en bijkomende info kan teruggevonden worden op www.toegankelijkgebouw.be.
4 Bijkomende informatie
Evacuatie bij brand:
De evacuatie van personen met een beperking bij brand dient door de ontwerper besproken met de plaatselijke brandweer en worden voorzien overeenkomstig het wijzigingsbesluit van 12 juli 2012 tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
Ruimtes voor personeel:
Volgens de bepalingen art. 1 punt 15° en art. 2 §1 vallen de ruimtes die “alleen toegankelijk zijn voor werknemers” niet onder in de hierboven vermelde stedenbouwkundige verordening.
Doch volgens de bepalingen van de codex over het welzijn op het werk (Hoofdstuk 1, art. III. 1-3) is het noodzakelijk van nieuwe arbeidsplaatsen in te richten rekening houdend de eventuele tewerkstelling van werknemers met een handicap.
Aanbevelingen voor het realiseren van een integraal toegankelijk gebouw:
De gemeentelijke omgevingsambtenaren sluiten zich aan bij dit advies.
“POM Limburg doet geen inhoudelijke uitspraak over de adviesvraag, zonder dat deze afwezigheid van advies mag worden aanzien als of vermoed een gunstig advies te zijn.
POM Limburg wijst u, voor de beoordeling van de adviesvraag, op de bijzondere voorwaarden die mogelijk zijn voorzien in de titel van aankoop voor het betrokken perceel/de betrokken percelen. De verplichtingen en beperkingen opgenomen in deze bijzondere voorwaarden hebben mogelijk een impact op de vergunbaarheid van dit dossier. “
De gemeentelijke omgevingsambtenaren sluiten zich aan bij dit advies.
De gemeentelijke omgevingsambtenaren sluiten zich aan bij dit advies.
De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden.
Uit de bovenstaande motivering blijkt dat de schaal en het uiterlijk van de voorgenomen werken op voldoende wijze ruimtelijk inpassen in de onmiddellijke en ruime omgeving. De aanvraag is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening op voorwaarde dat de greenwall vervangen wordt door een lichtdoorlatend, ondoorzichtig scherm, dat de klinkerverharding achteraan het bedrijfsgebouw enkel ter hoogte van de afvalcontainer aangelegd wordt, dat de tuinberging niet geplaatst wordt en dat de groenbuffer achteraan het perceel zo snel als mogelijk wordt aangeplant.
MILIEUTECHNISCH ADVIES
Aan de hand van voorliggend omgevingsdossier wenst Stone Solutions bv de omgevingsvergunning te verkrijgen inzake de uitbreiding en wijziging van de geldende milieuvergunning. Deze milieuvergunning werd afgeleverd bij besluit van het college van burgemeester en schepenen d.d. 24 november 2008 voor een termijn van 20 jaar.
Stone Solutions verwerkt, met de modernste technieken en met een ruime kennis reeds sinds 1995,
natuurlijke gesteenten tot keukenbladen, venstertabletten, badkamerelementen, trappen, gevelbekleding, enz.
De beschouwde inrichting werd destijds vergund als een klasse 2 bedrijf omwille van de aanwezige
geïnstalleerde drijfkracht van de toestellen inzake de bewerking van gesteenten. Door een deklassering van de van toepassing zijnde rubriek betreft de inrichting nu enkel nog een klasse 3-inrichting.
De uitbreiding en wijziging heeft betrekking op het schrappen van de lozing van huishoudelijk afvalwater aangezien dit niet meer ingedeeld is. Het jaarlijks debiet bedraagt minder dan 600 m³ per jaar. Verder wordt er een uitbreiding van het machinepark voorzien waardoor het totaal geïnstalleerde vermogen zal toenemen.
Tevens wordt het vergunde vermogen van de compressor geactualiseerd en worden de aanwezige airco’s opgenomen. Deze toestellen maken gebruik van R410a als koelmiddel. Tenslotte wordt rubriek 17.4 opgenomen voor de beperkte opslag van diverse producten in kleine verpakkingen.
De normale uitbatings- / werkingsuren zijn van 7u tot 22u.
De volgende rubrieken worden aangevraagd :
Rubriek | Omschrijving | Klasse |
16.3.2 | Inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen (samenpersen – ontspannen): koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen, met uitzondering van inrichtingen die ingedeeld zijn in rubriek 16.9, c), met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; Uitbreiding compressor met een geïnstalleerde drijfkracht van 11 kW en 2 airco's met een totale drijfkracht van 3,5 kW elk - totaal geïnstalleerde drijfkracht 18 kW | 3 |
17.4 | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van de opslagplaatsen, vermeld in rubriek 48, en producten, gekenmerkt door gevarenpictogram GHS01, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kilogram, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 l en 5000 kg of 5000 l ; De opslag van max. 500 liter diverse gevaarlijke producten in kleine verpakkingen | 3 |
30.7.1.a | inrichtingen voor het bewerken van marmer, natuur- of kunststeen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, als de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied ; diverse toestellen voor het bewerken van marmer, natuur- of kunststeen met een totaal geïnstalleerde drijfkracht van 173,5 kW | 3 |
MILIEU-ASPECTEN
De inrichting is gesitueerd binnen industriegebied op korte afstand van een woongebied en omgeven door een natuurgebied. In de onmiddellijke nabijheid van de inrichting is een Speciale BeschermingsZone aanwezig, zijnde het Habitatrichtlijngebied "Valleien van de Laambeek, Zonderikbeek, Slangebeek en Roosterbeek met vijvergebieden en heiden". Tevens geldt dit gebied ook als VEN-gebied, zijnde het gebied "De Teut-Tenhaagdoornheide".
Afvalwater
Het verbruik van water zal toenemen in functie van de uitbreiding van de activiteiten. Het is op dit moment niet mogelijk om hiervan een exacte inschatting te maken. In ieder geval zal het aangewende water steeds hemelwater betreffen.
De exploitant voorziet een nieuwe waterzuiveringsinstallatie i.f.v. de zuivering en het hergebruik van het productiewater. Het productiewater wordt opgevangen in een vuilwatertank waarna dit water via een leiding en, indien nodig na toevoeging van flocculanten – dit is optioneel voorzien, omhoog gepompt wordt om via een lamellenfilter te passeren. Het zuiver water wordt via een aparte leiding afgevoerd naar opvangbekkens voor hergebruikt. Het residu dat zal ontstaan na zuivering zal via een filterpers worden ontwaterd en worden afgevoerd via hiertoe geregistreerde ophalers. Het water afkomstig van de filterpers wordt opgevangen in een tussentank voor hergebruik.
Door de inrichting zal enkel huishoudelijk afvalwater en regenwater worden geloosd in de openbare riolering. De lozing inzake het hemelwater betreft de overloop van de aanwezige opvang- en infiltratieput. In principe wordt er maximaal gebruik gemaakt van het opgevangen hemelwater in de productie. Tevens wordt hemelwater aangewend voor sanitaire doeleinden. Voor het hergebruik van hemelwater is voorzien in 6 hemelwaterputten met elk een inhoud van 10.000 liter. Deze putten lopen in voorkomend geval over in een bezinkput waar het overtollige hemelwater kan infiltreren. Met betrekking tot het afvalwater dat ontstaat door de normale bedrijfsactiviteiten geldt dat dit volledig opgevangen en hergebruikt kan worden. De exploitant beschikt over een nullozersstatuut. Het afvalwater wordt opgevangen via hiertoe voorziene opvanggoten en afgeleid naar 5 bezinkputten die in serie staan. Bijkomend wordt voorzien in een extra waterzuivering, zodat de kwaliteit van het te hergebruiken water steeds optimaal is.
Met betrekking tot de bijkomende verhardingen is een onderscheid te maken in het type verharding en het doel hiervan. De bijkomende dakoppervlakten worden aangesloten op de reeds voorziene hemelwaterputten. Tevens wordt deels voorzien in een groendak. Met betrekking tot de wegenis en parking wordt maximaal voorzien in waterdoorlatende materialen, zijnde klinkers en grasdallen. Enkel voor de verharde strook aan de rechterzijde van het gebouw wordt geopteerd voor een betonverharding i.f.v. de aanwezige putten. Het hemelwater dat op deze verharding terechtkomt zal kunnen afstromen naar de zone met de grasdallen en hier dan ook infiltreren op het eigen terrein.
Bodem
Er zijn geen effecten te verwachten naar de bodem gelet op de zeer beperkte opslagcapaciteit van gevaarlijke producten die voorzien is. Deze zullen binnen een hiertoe voorziene opslagzone geplaatst worden opdat in geval van calamiteit er geen risico's ontstaan naar de bodem of de omgeving.
Lucht
Binnen de inrichting zijn er geen relevante emissies naar de lucht te verwachten. Er is voorzien in stofafzuiging waardoor er geen uitstoot van dit stof ontstaat naar de buurt enerzijds en anderzijds dat de arbeiders in een zo stofvrij mogelijke zone kunnen werken.
Geluid
Er kan mogelijks een geluidsimpact zijn op het aangrenzend woongebied en VEN-gebied.
De activiteiten inzake het be- en verwerken van materialen zullen steeds binnen het bedrijfsgebouw zullen plaatsvinden. Er wordt tevens maximaal gewerkt met gesloten poorten. Ook de waterzuiveringsinstallatie wordt binnen geplaatst. De aan- en afvoer van materialen zal plaatsvinden tijdens de normale openingsuren, zijnde tussen 8u en 18u.
vergunningstermijnen
Het omgevingsproject vraagt een omgevingsvergunning van onbepaalde duur. Gelet op bovenstaande, kan dit gevolgd worden.
ADVIES –VOORWAARDEN – DUUR:
Advies – voorwaarden:
Gelet op het onderzoek dat ingesteld werd door de gemeentelijke omgevingsambtenaar, gebaseerd op de gegevens die beschikbaar werden gesteld door de bedrijfsleiding binnen het omgevingsproject wordt volgende geadviseerd:
Gunstig advies voor de aktename van de volgende rubrieken voor onbepaalde duur :
Rubriek | Omschrijving | Klasse |
16.3.2 | Inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen (samenpersen – ontspannen): koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen, met uitzondering van inrichtingen die ingedeeld zijn in rubriek 16.9, c), met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; Uitbreiding compressor met een geïnstalleerde drijfkracht van 11 kW en 2 airco's met een totale drijfkracht van 3,5 kW elk - totaal geïnstalleerde drijfkracht 18 kW | 3 |
17.4 | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van de opslagplaatsen, vermeld in rubriek 48, en producten, gekenmerkt door gevarenpictogram GHS01, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kilogram, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 l en 5000 kg of 5000 l ; De opslag van max. 500 liter diverse gevaarlijke producten in kleine verpakkingen | 3 |
30.7.1.a | inrichtingen voor het bewerken van marmer, natuur- of kunststeen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, als de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied ; diverse toestellen voor het bewerken van marmer, natuur- of kunststeen met een totaal geïnstalleerde drijfkracht van 173,5 kW | 3 |
Mits naleving van de algemene en sectorale ( hoofdstuk 5.16, hoofdstuk 5.30 ) voorwaarden van Vlarem II .
GECOÖRDINEERD EINDADVIES
Uit bovenstaande motiveringen blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen inzake milieu en ruimtelijke ordening, en dat het voorgestelde ontwerp deels verenigbaar is met de goede plaatselijke ordening en met zijn onmiddellijke omgeving.
De aanvraag is deels vatbaar voor een omgevingsvergunning mits het opleggen van voorwaarden.
Bijgevolg adviseert de omgevingsambtenaar het dossier
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.
De bezwaarindieners worden op de hoogte gebracht van de beslissing van het schepencollege.
Het college van burgemeester en schepenen volgt integraal het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar omtrent het sluiten van het openbaar onderzoek en tot het afleveren van een gedeeltelijke omgevingsvergunning met voorwaarden aan de aanvrager.
Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het afleveren van een gedeeltelijke omgevingsvergunning met voorwaarden aan de aanvrager.
Het college van burgemeester en schepenen weigert de omgevingsaanvraag voor het bouwen van de tuinberging bovenaan de productiehal, zoals weergegeven op de ingediende plannen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt akte van de volgende milieurubrieken voor onbepaalde duur:
Het college van burgemeester en schepenen vergunt onder voorwaarden de omgevingsaanvraag voor het uitbreiden van het bedrijf met een productiehal, het bouwen van een conciërgewoning, het regulariseren van reclamebanners en het heraanleggen van het terrein, zoals weergegeven op de ingediende plannen die als bijlage de aanvraag zijn verbonden en voor zover rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarden.
Volgende voorwaarden dienen strikt nageleefd te worden:
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.
De bezwaarindieners worden op de hoogte gebracht van de beslissing van het schepencollege.
De brief van Fluvius cvba.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het schrijven van Fluvius cvba. In dit schrijven vragen ze ons om voor verschillende gemeentelijke gebouwen het toegangsvermogen door te geven.
Vanaf 1 januari 2023 wordt de netkost namelijk op volgende manier bepaald:
- 50% op basis van uw toegangsvermogen
- 50% op basis van uw werkelijke maandpiek
Het toegangsvermogen is het maandelijks maximum verbruik. Dit verschilt per gebouw.
Wanneer we overschatten, betalen we voor te veel capaciteit. Wanneer we onderschatten, zal een overschrijdingstarief aangerekend worden. Het overschrijdingstarief zal dan voor 12 maanden aangerekend worden. Bij onderschatting gaan we steeds meer betalen dan bij een beperkte overschatting.
We kunnen steeds het toegangsvermogen naar onder aanpassen. Eens vastgesteld kan het niet meer naar omhoog.
Nota dienst
Samen met de dienst patrimonium werd voor de verschillende gebouwen het toegangsvermogen bepaald. Zie hieronder het overzichtslijstje. Jaarlijks zal deze lijst gecontroleerd worden en de nodige aanpassingen doorgevoerd worden. Belangrijk is dus ook hier dat we gaan besparen op elektriciteit en waar mogelijk zo veel mogelijk zonnepanelen plaatsen om zo de maandelijkse afname van elektriciteit te doen dalen. Hierdoor zal ook onze netkost dalen.
| Toegangsvermogen | |
| Gemeentehuis | 6000 kWh |
| Bibliotheek | 2500 kWh |
| Centraal gebouw Basvelden | 2900 kWh |
| Evenementenhal Den Dijk | 15800 kWh |
| GC Tentakel | 7200 kWh |
| Werkplaatsen | 11200 kWh |
| Jeugdlokalen | 1400 kWh |
| Sporthal Ter Donk | 3700 kWh |
| OCMW/politie | 8600kWh |
| Uitpunt | 1500 kWh |
Het college van burgemeester en schepenen keurt het voorgestelde toegangsvermogen goed en maakt dit over aan Fluvius cvba.
Overwegende dat het in het belang van de openbare orde, rust en veiligheid noodzakelijk is dat er voor de inrichting van bovengenoemde manifestaties, bijzondere verkeersmaatregelen worden getroffen;
Het college van burgemeester en schepenen besluit om een tijdelijk aanvullend verkeersreglement inzake nieuwjaarsdrink 'den Hazendans' op zondag 8 januari 2023 en zondag 15 januari 2023 uit te vaardigen.
Op zondag 8 januari 2023 en zondag 15 januari 2023 tussen 09.00 en 18.00 uur wordt het verkeer van voertuigen, uitgezonderd deze van hulp- en veiligheidsdiensten, verboden in de Hazendansweg (doodlopend gedeelte vanaf kruispunt Nieuwe Hazendansweg).
Het verbod wordt aan de weggebruikers ter kennis gebracht door middel van het verkeersbord C3, met gepast onderbord, geplaatst op een nadarafsluiting.
De signalisatie moet worden verlicht tussen het vallen van de avond en het aanbreken van de dag en als de zichtbaarheid minder is dan 200 meter.
Door dit reglement worden de bestaande aanvullende gemeentelijke verkeersreglementen opgeschort voor zover zij betrekking hebben op de straten bedoeld in artikel 2 en dit voor zover deze strijdig zijn met huidig reglement.
Inbreuken op de beschikkingen van onderhavige verordening kunnen vastgesteld worden door de leden van de federale en lokale politie.
De politie kan bijkomende maatregelen nemen om de openbare orde, rust en veiligheid te handhaven en zowel inrichters als de deelnemer moeten deze naleven.
De aanvrager is aansprakelijk voor de schade aan het openbaar domein zo deze rechtstreeks of onrechtstreeks het gevolg is van het bestaan van de manifestatie.
Het college van burgemeester en schepenen beveelt dat onderhavige verordening zal bekendgemaakt worden overeenkomstig het decreet.
Overwegende dat het in het belang van de openbare orde, rust en veiligheid noodzakelijk is dat er voor de inrichting van bovengenoemde manifestaties, bijzondere verkeersmaatregelen worden getroffen;
Het college van burgemeester en schepenen besluit om een tijdelijk aanvullend verkeersreglement inzake de nieuwjaarsdrink Putsmolen op zaterdag 14 januari 2023 uit te vaardigen als volgt:
Van zaterdag 14 januari 2023 te 09.00 uur tot zondag 15 januari 2023 te 12.00 uur is het verkeer van voertuigen, uitgezonderd bewoners en hulp- en veiligheidsdiensten, verboden in de Korenmolenweg (tussen Blikveldweg en Grote Hemmenweg) en de Putsveldweg.
Dit verbod wordt ter kennis gebracht aan de weggebruikers door de verkeerstekens C3, geplaatst op een nadarafsluiting. De signalisatie moet worden verlicht tussen het vallen van de avond en het aanbreken van de dag en als de zichtbaarheid minder is dan 200 meter.
Voor het doorgaand verkeer verloopt de wegomlegging via de Blikveldweg.
Deze wegomlegging wordt ter kennis gebracht van de weggebruikers door de verkeerstekens F41.
Door dit reglement worden de bestaande aanvullende gemeentelijke verkeersreglementen opgeschort voor zover zij betrekking hebben op de straten bedoeld in artikel 2 en 4 en dit voor zover deze strijdig zijn met huidig reglement.
Inbreuken op de beschikkingen van onderhavige verordening kunnen vastgesteld worden door de leden van de federale en lokale politie.
Inbreuken op de beschikkingen van onderhavige verordening worden bestraft met politiestraffen, voor zover door wetten die op dit stuk zouden bestaan, geen andere straffen zijn voorzien.
De politie kan bijkomende maatregelen nemen om de openbare orde, rust en veiligheid te handhaven en zowel inrichters als de deelnemer moeten deze naleven.
De aanvrager zorgt ervoor dat ten allen tijden een obstakelvrije doorgang wordt voorzien van minimum 3,00 meter voor de hulp- en veiligheidsdiensten.
De aanvrager is aansprakelijk voor de schade aan het openbaar domein zo deze rechtstreeks of onrechtstreeks het gevolg is van het bestaan van de manifestatie.
Het college van burgemeester en schepenen beveelt dat onderhavige verordening zal bekendgemaakt worden overeenkomstig het decreet.
Overwegende dat het in het belang van de openbare orde, rust en veiligheid noodzakelijk is dat er voor de inrichting van bovengenoemde manifestaties, bijzondere verkeersmaatregelen worden getroffen;
Het college van burgemeester en schepenen besluit om een tijdelijk aanvullend verkeersreglement inzake de nieuwjaarsreceptie op zaterdag 14 januari 2023 uit te vaardigen als volgt:
Van zaterdag 14 januari 2023 om 11.00 uur tot zondag 15 januari 2023 om 9.30 uur is het verkeer van voertuigen, uitgezonderd bewoners en hulp- en veiligheidsdiensten, verboden in de Viartenstraat.
Dit verbod wordt ter kennis gebracht aan de weggebruikers door de verkeerstekens C3, geplaatst op een nadarafsluiting. De signalisatie moet worden verlicht tussen het vallen van de avond en het aanbreken van de dag en als de zichtbaarheid minder is dan 200 meter.
Voor het doorgaand verkeer zal de volgende wegomlegging ingelegd worden: Hennepveldweg - Korenmolenweg- Holsteenweg en omgekeerd.
Deze wegomleggingen worden ter kennis gebracht van de weggebruikers door de verkeerstekens F41.
Door dit reglement worden de bestaande aanvullende gemeentelijke verkeersreglementen opgeschort voor zover zij betrekking hebben op de straten bedoeld in artikel 2 en 4 en dit voor zover deze strijdig zijn met huidig reglement.
Inbreuken op de beschikkingen van onderhavige verordening kunnen vastgesteld worden door de leden van de federale en lokale politie.
Inbreuken op de beschikkingen van onderhavige verordening worden bestraft met politiestraffen, voor zover door wetten die op dit stuk zouden bestaan, geen andere straffen zijn voorzien.
De politie kan bijkomende maatregelen nemen om de openbare orde, rust en veiligheid te handhaven en zowel inrichters als de deelnemer moeten deze naleven.
De aanvrager zorgt ervoor dat ten allen tijden een obstakelvrije doorgang wordt voorzien van minimum 3,00 meter voor de hulp- en veiligheidsdiensten.
De aanvrager is aansprakelijk voor de schade aan het openbaar domein zo deze rechtstreeks of onrechtstreeks het gevolg is van het bestaan van de manifestatie.
Het college van burgemeester en schepenen beveelt dat onderhavige verordening zal bekendgemaakt worden overeenkomstig het decreet.
Overwegende dat het in het belang van de openbare orde, rust en veiligheid noodzakelijk is dat er voor de inrichting van bovengenoemde manifestaties, bijzondere verkeersmaatregelen worden getroffen;
Het college van burgemeester en schepenen besluit om een tijdelijk aanvullend verkeersreglement inzake de receptie van prins carnaval op zondag 19 februari 2023 uit te vaardigen.
Op zondag 19 februari 2023 tussen 10.00 en 13.30 uur wordt het verkeer van voertuigen, uitgezonderd deze van hulp- en veiligheidsdiensten, verboden in de Ossendriesstraat.
Het verbod wordt aan de weggebruikers ter kennis gebracht door middel van het verkeersbord C3, met gepast onderbord, geplaatst op een nadarafsluiting.
De signalisatie moet worden verlicht tussen het vallen van de avond en het aanbreken van de dag en als de zichtbaarheid minder is dan 200 meter.
Voor het doorgaand verkeer zal de volgende wegomlegging ingelegd worden: Kleine Hemmenweg - Steentweg - Houthalenseweg - Berkenenstraat en omgekeerd.
Deze wegomleggingen worden ter kennis gebracht van de weggebruikers door de verkeerstekens F41.
Door dit reglement worden de bestaande aanvullende gemeentelijke verkeersreglementen opgeschort voor zover zij betrekking hebben op de straten bedoeld in artikel 2 en 4 en dit voor zover deze strijdig zijn met huidig reglement.
Inbreuken op de beschikkingen van onderhavige verordening kunnen vastgesteld worden door de leden van de federale en lokale politie.
Inbreuken op de beschikkingen van onderhavige verordening worden bestraft met politiestraffen, voor zover door wetten die op dit stuk zouden bestaan, geen andere straffen voorzien.
De politie kan bijkomende maatregelen nemen om de openbare orde, rust en veiligheid te handhaven en zowel inrichters als de deelnemer moeten deze naleven.
De aanvrager zorgt ervoor dat ten allen tijden een obstakelvrije doorgang wordt voorzien van minimum 3,00 meter voor de hulp- en veiligheidsdiensten.
De aanvrager is aansprakelijk voor de schade aan het openbaar domein zo deze rechtstreeks of onrechtstreeks het gevolg is van het bestaan van de manifestatie.
Het college van burgemeester en schepenen beveelt dat onderhavige verordening zal bekendgemaakt worden overeenkomstig het decreet.
Overwegende dat het in het belang van de openbare orde, rust en veiligheid noodzakelijk is dat er voor de inrichting van bovengenoemde manifestaties, bijzondere verkeersmaatregelen worden getroffen
Het college van burgemeester en schepenen besluit om een tijdelijk aanvullend verkeersreglement inzake buurtfeest Holsteenweg op zaterdag 26 augustus 2023 uit te vaardigen.
Van zaterdag 26 augustus 2023 van 08.00 uur tot zondag 27 augustus 2023 om 12.00 uur is het verkeer van voertuigen, uitgezonderd deze van hulp- en veiligheidsdiensten, verboden in de Holsteenweg tussen de Hengelhoefseweg en de Koningsbergweg (Holsteenweg tussen huisnummers 21 en 29B).
Dit verbod wordt ter kennis gebracht aan de weggebruikers door de verkeerstekens C3 geplaatst op een nadarafsluiting over de volledige breedte van de rijbaan. De signalisatie moet worden verlicht tussen het vallen van de avond en het aanbreken van de dag en als de zichtbaarheid minder is dan 200 meter.
Voor het doorgaand verkeer zal de volgende wegomlegging ingelegd worden: Kapelbergweg – Holsteenweg – Koningsbergweg – Holsteenweg en omgekeerd.
Deze wegomleggingen worden ter kennis gebracht van de weggebruikers door de verkeerstekens F41.
Door dit reglement worden de bestaande aanvullende gemeentelijke verkeersreglementen opgeschort voor zover zij betrekking hebben op de straten bedoeld in de artikelen 2 en 4 en dit voor zover deze strijdig zijn met huidig reglement.
Inbreuken op de beschikkingen van onderhavige verordening kunnen vastgesteld worden door de leden van de federale en lokale politie.
Inbreuken op de beschikkingen van onderhavige verordening worden bestraft met politiestraffen, voor zover door wetten die op dit stuk zouden bestaan, geen andere straffen zijn voorzien.
De politie kan bijkomende maatregelen nemen om de openbare orde, rust en veiligheid te handhaven en zowel inrichters als de deelnemer moeten deze naleven.
De aanvrager zorgt ervoor dat ten allen tijden een obstakelvrije doorgang wordt voorzien van minimum 3,00 meter voor de hulp- en veiligheidsdiensten.
De aanvrager is aansprakelijk voor de schade aan het openbaar domein zo deze rechtstreeks of onrechtstreeks het gevolg is van het bestaan van de manifestatie.
Het college van burgemeester en schepenen beveelt dat onderhavige verordening zal bekendgemaakt worden overeenkomstig het decreet.
Subsidiereglement straat-, wijk- en buurtfeesten dd. 24 februari 2014.
Subsidie Straatfeesten 2022
Evaluatie 2022/0064 Maexhofweg
Evaluatie is tijdig en volledig
Gemaakte en goedgekeurde kosten van 505 euro .
Het college beslist om een subsidie van 250 euro te betalen.
Evaluatie 2022/0092 Bookmolenweg
Evaluatie is tijdig en volledig
Gemaakte en goedgekeurde kosten van 315 euro .
Het college beslist om een subsidie van 250 euro te betalen.
Evaluatie 2022/00124 Mezenstraat
Evaluatie is tijdig en volledig
Gemaakte en goedgekeurde kosten van 256 euro .
Het college beslist om een subsidie van 250 euro te betalen.
Evaluatie 2022/0086 Kortestraat
Evaluatie is tijdig en volledig
Gemaakte en goedgekeurde kosten van 400 euro .
Het college beslist om een subsidie van 250 euro te betalen.
Evaluatie 2022/0089 Pallenhof
Evaluatie is tijdig en volledig
Gemaakte en goedgekeurde kosten van 232,25 euro .
Het college beslist om een subsidie van 232,25 euro te betalen.
Evaluatie 2022/0064 Maexhofweg
Evaluatie is tijdig en volledig
Gemaakte en goedgekeurde kosten van 505 euro .
Het college beslist om een subsidie van 250 euro te betalen.
Evaluatie 2022/0092 Bookmolenweg
Evaluatie is tijdig en volledig
Gemaakte en goedgekeurde kosten van 315 euro .
Het college beslist om een subsidie van 250 euro te betalen.
Evaluatie 2022/00124 Mezenstraat
Evaluatie is tijdig en volledig
Gemaakte en goedgekeurde kosten van 256 euro .
Het college beslist om een subsidie van 250 euro te betalen.
Evaluatie 2022/0086 Kortestraat
Evaluatie is tijdig en volledig
Gemaakte en goedgekeurde kosten van 400 euro .
Het college beslist om een subsidie van 250 euro te betalen.
Evaluatie 2022/0089 Pallenhof
Evaluatie is tijdig en volledig
Gemaakte en goedgekeurde kosten van 232,25 euro .
Het college beslist om een subsidie van 232,25 euro te betalen.
Op AV van 6/12/22 werd de begroting voor ELZ Herkenrode voor het jaar 2023 voorgesteld en goedgekeurd door de aanwezige leden.
ELZ Herkenrode ontvangt 196108 euro subsidies. Hiervan gaat 75% naar personeelskost (dit moet tussen 60 en 80% bedragen). De algemene werkingskost bedraagt 20%, de administratieve werkingskost bedraagt 2% en de huisvesting 3%.
In bijlage vindt u de gedetailleerde begroting.
Ook het actieplan voor 2023 is geüpdatet. Hierbij worden vooral de actieplannen die door corona en het opnemen van de taken in het vaccinatiecentrum zijn blijven liggen, terug hernomen.
Zo zijn er 5 strategische doelstellingen, dewelke telkens opgedeeld zijn in verschillende operationele doelen.
Voor gemeente Zonhoven is er bijvoorbeeld de uitrol van de Gele Dozen, inzetten op geestelijke gezondheid, aanpak van huisartsentekort, inzetten op netwerking van de eerstelijnspartners en uitbreiden van kennis, buurtgerichte zorg…
In bijlage vindt u het gedetailleerd actieplan.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het actieplan en de begroting voor het jaar 2023 van ELZ Herkenrode.
Op maandag 5 december 2022 heeft een extra LOK plaatsgevonden met de betrokken diensten en kinderopvanginitiatieven van Zonhoven.
We zochten een oplossing voor de getroffen gezinnen die zonder kinderopvang zaten en we hebben een oplossing aan de ouders kunnen aanbieden.
Het verslag van het extra LOK is ter kennisneming te raadplegen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag.
Besluit gemeentelijk subsidiereglement kinderopvang 2016 (zie bijlage).
In kader van het meerjarenplan 2020-2025 van de gemeente Zonhoven kan een gemeentelijke subsidie toegekend worden aan organisaties, initiatieven en personen die in Zonhoven activiteiten ontwikkelen op vlak van kinderopvang. Deze subsidie wordt toegekend onder de vermelde voorwaarde in het 'Besluit subsidiereglement kinderopvang', goedgekeurd op de gemeenteraad van 27 juni 2016 (in bijlage).
Toelichting subsidie aanvragen
Alle subsidieaanvragen voor het werkingsjaar 2022 (van 1 september 2021 t.e.m. 31 augustus 2022) werden tijdig en volledig met de gevraagde bijlagen ingediend.
Overzicht uitbetaling kinderopvang 2022
| ORGANISATIE | BEDRAG |
| Kinderdagverblijf Kleine Maatjes | € 2 526,86 |
| De Klodsberg | € 2 370,94 |
| De Pagadder | € 1 620,94 |
| t Alvermanneke | € 11 292,76 |
| Ferm Kinderopvang | € 6 260,96 |
| Opvang Toverfluit - Kosmos | € 4 077,30 |
| De Kleurdoos | € 1 250,00 |
| De Lettermolen | € 1 250,00 |
| De Zonnewijzer | € 1 250,00 |
| De Horizon | € 1 250,00 |
| De St@rtbaan | € 1 250,00 |
| TOTAAL: | € 34 399,76 |
In bijlage is de volledige berekeningswijze en puntentoekenning terug te vinden.
Het college van burgemeester en schepenen keurt de uitbetaling van de subsidies kinderopvang 2022 aan de kinderopvanginitiatieven en kleuter- en basisscholen goed.
Het wijzigen van de kentekenplaten houdt een wijziging van de vergunning in.
Het voertuig Porsche Panamera met kentekenplaat TXAJ214 wordt aan de vergunning toegevoegd.
Deze wijzigingen worden ook in de Centaurusdatabank doorgevoerd.
Vervangen/nieuwe kentekenplaten
Fiat Talento - T XAJ 210
Nieuw voertuig
Porsche Panamera - T XAJ 214
De offerte dd. 12 december 2022 van Fluvius voor de aanleg ondergronds net in de Hazendansweg
De offerte dd. 12 december 2022 van Fluvius voor de aanleg ondergronds net in de Grote Hemmenweg
Fluvius heeft twee offertes overgemaakt voor de aanleg van het ondergronds net in de Hazendansweg en de Grote Hemmenweg, namelijk:
- Zonhoven (500004033) - De raming bedraagt € 54.777,61
Het ondergronds brengen van de bovengrondse leidingen (openbare verlichting, laagspanning) in de Grote Hemmenweg, inclusief aansluiten en overkoppelen van de woningen. De kosten voor het verplaatsen van de palen werd omwille van verkeerstechnische redenen niet in rekening gebracht.
- Zonhoven (5000004036) - De raming bedraagt €34.922,15
Het ondergronds brengen van de bovengrondse leidingen (openbare verlichting, laagspanning) in de Hazendansweg, inclusief aansluiten en overkoppelen van de woningen
Het college van burgemeester en schepen beslist de offertes van Fluvius voor de werken "Aanleg ondergronds net Grote Hemmenweg en Hazendansweg" te aanvaarden en Fluvius te verzoeken als opdrachtgevend bestuur al het nodige te doen voor de uitvoering van de opdrachten mits naleving van de wetgeving inzake overheidsopdrachten.
De kostprijs van de opdrachten worden geraamd op € 34.922,15 (Hazendansweg) en € 54.777,61 (Grote Hemmenweg) en zullen worden gefinancierd via MJP 395, "De Blikveldweg, Putsveldweg, Korenmolenweg, Hennepveldweg, Viartenstraat en Grote Hemmenweg (deel) worden heraangelegd".
De offerte dd. 13 december 2022 van Fluvius voor de aanleg ondergronds net in de Ballewijerweg.
Fluvius heeft een offerte overgemaakt voor de aanleg van het ondergronds net in de Ballewijerweg, namelijk:
- Zonhoven (60000002785) - De raming bedraagt €21.794,91
Het ondergronds brengen van de bovengrondse leidingen (openbare verlichting, laagspanning) in de Ballewijerweg, inclusief aansluiten en overkoppelen van de woningen.
De kosten voor het verplaatsen van de palen werd omwille van verkeerstechnische redenen niet in rekening gebracht. Deze kosten bedragen € 84.086,34 en worden gedragen door Fluvius.
De kosten voor het plaatsen van nieuwe palen en armaturen in de Ballewijerweg en aanpalende straten binnen het project bedraagt€ 59.594,34 en zullen verrekend worden bij de uitkering van de dividenden.
Het college van burgemeester en schepen beslist de offertes van Fluvius voor de werken "Aanleg ondergronds net Ballewijerweg fase 2a" te aanvaarden en Fluvius te verzoeken als opdrachtgevend bestuur al het nodige te doen voor de uitvoering van de opdrachten mits naleving van de wetgeving inzake overheidsopdrachten.
De kostprijs van de opdrachten worden geraamd op € 21.794,91 en zullen worden gefinancierd via MJP 397, "De Maexhofweg, Ballewijerweg en Ballebroekweg worden heraangelegd".