Deontologische code zoals goedgekeurd op de gemeenteraad in zitting op 30/03/2020;
Art. 39 en 74 decreet lokaal bestuur;
Ontwerp-deontologische code.
Als gevolg van een recente wetswijziging zijn steden en gemeenten verplicht om deontologische commissies op te richten, één voor de gemeenteraad en één voor de raad voor maatschappelijk welzijn.
Dit vloeit voort uit het nieuwe artikel 39 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017:
De gemeenteraad neemt een deontologische code aan en richt een deontologische commissie op. De deontologische code regelt ook de samenstelling, werking en bevoegdheid van de deontologische commissie. De deontologische commissie bestaat minstens uit één vertegenwoordiger per fractie in de gemeenteraad.
De taak van deze deontologische commissies is om toe te zien op de verantwoordelijke invulling van de politieke mandaten. In het bijzonder zullen deze commissies moeten samenkomen en beraadslagen wanneer er een vermoeden heerst dat een lokale mandataris de deontologische code heeft overtreden.
Om bovenstaande reden werd een artikel 31bis ingevoerd in de deontologische code dewelke de oprichting, samenstelling, werking en bevoegdheid regelt. Verder werden artikels 34 t.e.m. 36 aangepast zodat het bestaan van deze commissie geïncorporeerd wordt in de behandeling van vermoedens van overtredingen van de deontologische code door lokale mandatarissen.
In het geval de commissie na onderzoek en beraadslaging zou oordelen dat er sprake zou van een schending, brengt de commissie een gemotiveerd verslag uit aan de gemeenteraad omtrent de overtreding en geeft deze eveneens een advies aan de raad omtrent de te nemen beslissing.
De deontologische commissie bestaat in principe uit de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn, aangevuld met minstens één vertegenwoordiger per fractie. Het aantal vertegenwoordigers per fractie wordt verhoudingsgewijs tot de grootte van de fractie in de raad bepaald. De concrete invulling van de commissie op naam zal ter kennis worden gebracht aan de gemeenteraad, wat eveneens het geval zal zijn bij elke wijziging van de samenstelling daarvan.
Omdat de deontologische code op heden gewijzigd wordt, wordt eveneens gebruik gemaakt van deze gelegenheid een artikel uit de algemene bepalingen te verwijderen dewelke in praktijk niet toegepast wordt. Het gaat om het artikel 51 van de code zoals goedgekeurd in de zitting van de gemeenteraad op 30 maart 2020, dewelke bepaalt dat de fractievoorzitters minstens één keer per bestuursperiode de deontologische code evalueren bij het fractievoorzittersoverleg.
De gemeenteraad keurt de aangepaste deontologische code, zoals toegevoegd als bijlage bij dit besluit, integraal goed. Deze deontologische code annuleert en vervangt de versie goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 30 maart 2020, alsook alle vorige versies.