De Grondwet, artikel 170, §4
Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018
De Vlaamse Codex Wonen van 2021
Het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021
Het Onroerend Erfgoeddecreet van 12 juli 2013
Het besluit van de gemeenteraad van 24 juni 2019 tot oprichting van het intergemeentelijk samenwerkingsverband IGSW Wonen aan Mombeek en Wijers samen met de gemeenten Diepenbeek en Kortessem en projectuitvoerder Stebo vzw, en de goedkeuring van het projectplan IGSW Wonen aan Mombeek en Wijers voor de projectperiode 2020-2025.
Het besluit van de gemeenteraad van 27 juni 2022 tot herziening van het projectplan IGSW Wonen aan Mombeek en Wijers, waarin de opstart van de aanvullende activiteit “verwaarloosde gebouwen en woningen opsporen, registreren en aanpakken” voor de projectperiode 2023-2025 werd goedgekeurd.
De Vlaamse regelgeving rond wonen werd gecodificeerd in de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021. Deze regelgeving is de rechtsgrond voor de aanpak van verwaarlozing.
Verwaarlozing van woningen en gebouwen op het grondgebied van de gemeente moet voorkomen en bestreden worden om volgende redenen:
Gemeenten kunnen op basis van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, in het bijzonder artikel 2.15 tot en met 2.20, een register van verwaarloosde woningen en gebouwen bijhouden. Om nadere materiële en procedurele regels voor het verwaarlozingsregister te bepalen kan de gemeente een reglement aannemen. De strijd tegen de verwaarloosde woningen en gebouwen zal maar een effect hebben als de opname in een verwaarlozingsregister ook leidt tot een belasting. De vrijstellingen van belasting die in dit reglement zijn opgenomen, sluiten het best aan bij de noden en het beleid van de gemeente.
Door de goedkeuring van de uitbreiding van het projectplan voor IGSW Wonen aan Mombeek en Wijers voor de periode 2023-2025, engageerde de gemeente zich tot het opsporen, het inventariseren en het aanpakken van verwaarloosde woningen en gebouwen.
Stebo vzw werd opgenomen als projectuitvoerder binnen het intergemeentelijk samenwerkingsverband IGSW Wonen aan Mombeek en Wijers en ondersteunt de gemeente bij de uitvoering van het lokaal woonbeleid, waaronder de aanpak verwaarlozing.
Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van dit reglement wordt begrepen onder:
3° Beroepsinstantie: het college van burgemeester en schepenen.
4° Gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitsluiting van bedrijfsruimten, vermeld in artikel 2, 1° van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, zoals vermeld artikel 1.3, §1, 14° van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
5° Gewestelijke inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen: de inventaris zoals beschreven in artikel 3.19 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
6° Verwaarlozingsregister: het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen zoals vermeld in artikel 4 van dit reglement.
7° Opnamedatum: de datum waarop de woning of het gebouw voor de eerste maal in het verwaarlozingsregister wordt opgenomen.
8° Renovatienota: een gedetailleerde, gedateerde en ondertekende nota die door het college van burgemeester en schepenen wordt goedgekeurd en waarin minstens volgende elementen zijn opgenomen:
9° Verjaardag: het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van twaalf maanden vanaf de opnamedatum, zolang de woning of het gebouw niet uit het verwaarlozingsregister is geschrapt.
10° Woning: elk onroerend goed of deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande, zoals vermeld in artikel 1.3, §1, 66° van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
11° Zakelijk gerechtigde: de houder van één van de volgende zakelijke rechten:
12° Ramp: elke gebeurtenis die uiterlijk waarneembare schade veroorzaakt aan het gebouw of de woning, waardoor het gebruik of de bewoning van het gebouw of de woning geheel of ten dele onmogelijk wordt.
Dit reglement treedt in werking vanaf 24 april 2023.
Vaststelling van de verwaarlozing
§1. Het college van burgemeester en schepenen stelt de personeelsleden aan voor de opsporing van verwaarloosde woningen en gebouwen. Zowel eigen personeelsleden als medewerkers van het intergemeentelijke samenwerkingsverband kunnen hiertoe aangesteld worden. De onderzoeks-, controle- en vaststellingsbevoegdheden van de aangestelde personeelsleden worden omschreven in het artikel 6 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
§2. De aangestelde personeelsleden stellen de verwaarlozing van een woning of een gebouw vast in een genummerde administratieve akte, aan de hand van het model van technisch verslag dat als bijlage is toegevoegd aan dit reglement. Daarbij geldt een gebrek van categorie I voor één punt, van categorie II voor drie punten, van categorie III voor negen punten en van categorie IV voor achttien punten.
Er is sprake van verwaarlozing als de indicaties in dit verslag een eindscore opleveren van minimaal 15 punten. Aan het verslag wordt minstens één foto van de woning of het gebouw toegevoegd.
Verwaarlozingsregister
§1. De gemeente houdt een verwaarlozingsregister bij.
§2. In dit register worden de volgende gegevens opgenomen:
Registratie van verwaarloosde woningen en gebouwen
§1. Een verwaarloosde woning of gebouw wordt opgenomen in het verwaarlozingsregister aan de hand van een genummerde administratieve akte, waarbij één of meerdere foto’s en een technisch verslag, met vermelding van de indicaties die verwaarlozing staven, gevoegd worden. De datum van de administratieve akte geldt als de datum van de vaststelling van de verwaarlozing en geldt als opnamedatum in het verwaarlozingsregister.
§2. Een woning die of een gebouw dat opgenomen is in het gemeentelijk register van leegstaande gebouwen of woningen, kan eveneens worden opgenomen in het verwaarlozingsregister.
Een woning die opgenomen is in de gewestelijke inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen, kan eveneens worden opgenomen in het verwaarlozingsregister.Kennisgeving van de voorgenomen registratie
Alle zakelijk gerechtigden, zoals bekend bij de FOD Financiën, worden met een beveiligde zending in kennis gesteld van het voornemen om de woning of het gebouw op te nemen in het verwaarlozingsregister.Deze kennisgeving bevat:
Beroep tegen de voorgenomen registratie
§1. Tegen het voornemen om een woning of een gebouw op te nemen in het verwaarlozingsregister, vermeld in artikel 6, kan een zakelijk gerechtigde een beroep indienen bij de beroepsinstantie.
Op straffe van nietigheid moet het beroepschrift:
§2. De vaststelling van de verwaarlozing kan betwist worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, uitgezonderd de eed.
§3. Een laattijdig ingediend beroep tegen een voorgenomen registratie wordt behandeld als een verzoek tot schrapping als vermeld in artikel 8.
Bij betekening per aangetekend schrijven geldt de datum van verzending als datum van de indiening van het beroepschrift.
§4. Als het beroepschrift ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de zakelijk gerechtigde, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair.
§5. Elk inkomend beroepschrift wordt in het verwaarlozingsregister geregistreerd en aan de indiener wordt een ontvangstbevestiging door middel van een brief of een e-mail verstuurd.
§6. Als het beroep onontvankelijk is, deelt de gemeente dit onverwijld mee aan de indiener. Het indienen van een aangepast of nieuw beroep is mogelijk zolang de beroepstermijn van §1 niet verstreken is.
§7. De beroepsinstantie onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke beroepschriften. Het onderzoek gebeurt op stukken als de feiten vatbaar zijn voor een directe, eenvoudige vaststelling.
Als een onderzoek op stukken niet volstaat, wordt een feitenonderzoek uitgevoerd door de met opsporing van verwaarloosde woningen en gebouwen belaste personeelsleden. Het beroep wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot een gebouw of een woning geweigerd of verhinderd wordt voor een feitenonderzoek.
§8. De beroepsinstantie doet uitspraak over het beroep en betekent zijn beslissing met een beveiligde zending aan de indiener ervan, binnen een termijn van orde van negentig dagen, die ingaat de dag na de betekening van het beroepschrift.
§9. Indien het beroep wordt ingewilligd, dan wordt de woning of het gebouw niet opgenomen in het verwaarlozingsregister.
§10. Als de beslissing tot opname in het verwaarlozingsregister niet tijdig betwist wordt, of het beroep van de zakelijk gerechtelijke onontvankelijk of ongegrond verklaard wordt, blijft de woning of het gebouw opgenomen in het verwaarlozingsregister.Schrapping uit het verwaarlozingsregister
§1. De gemeente schrapt een woning of een gebouw uit het verwaarlozingsregister wanneer de zakelijk gerechtigde bewijst dat de woning of het gebouw geen indicaties van verwaarlozing meer vertoont die bij quotering in het model van technisch verslag, vermeld in artikel 3, 15 punten of meer zouden opleveren. In geval van sloop moet alle puin geruimd zijn. De zakelijk gerechtigde richt hiertoe een schriftelijk verzoek aan de gemeente.
Op straffe van nietigheid moet dit verzoek:
Bij betekening per aangetekend schrijven geldt de datum van verzending als datum van de indiening van het verzoek tot schrapping uit het verwaarlozingsregister.
§2. De beëindiging van de staat van verwaarlozing kan aangetoond worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, uitgezonderd de eed.
§3. Als het verzoek tot schrapping ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de zakelijk gerechtigde, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair.
§4. De gemeente onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke verzoeken tot schrapping. Het onderzoek gebeurt op stukken als de feiten vatbaar zijn voor een directe, eenvoudige vaststelling. Als een onderzoek op stukken niet volstaat, wordt een feitenonderzoek uitgevoerd door de met opsporing van verwaarloosde woningen en gebouwen belaste personeelsleden.
§5. De gemeente doet uitspraak over het verzoek tot schrapping en betekent zijn beslissing met een beveiligde zending aan de indiener ervan, binnen een termijn van negentig dagen die ingaat de dag na de betekening van verzoek.
Als de kennisgeving vermeld in het eerste lid niet is gebeurd binnen de voorziene termijn, wordt het verzoek tot schrapping geacht te zijn ingewilligd.
§6. Wordt het verzoek ingewilligd, dan wordt de woning of het gebouw geschrapt uit het verwaarlozingsregister. De datum van betekening van het verzoek tot schrapping geldt als datum van schrapping uit het verwaarlozingsregister.Beroep tegen weigering tot schrapping
§1. Tegen de beslissing tot weigering van de schrapping van een woning of gebouw uit het verwaarlozingsregister kan de zakelijk gerechtigde beroep aantekenen bij de beroepsinstantie. Op straffe van nietigheid moet dit beroep:
§2. De beëindiging van de staat van verwaarlozing kan aangetoond worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, uitgezonderd de eed.
§3. Als het beroep ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de zakelijk gerechtigde, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair.
§4. De beroepsinstantie onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke beroepen. Het onderzoek gebeurt op stukken als de feiten vatbaar zijn voor een directe, eenvoudige vaststelling.
Als een onderzoek op stukken niet volstaat, wordt een feitenonderzoek uitgevoerd door de met opsporing van verwaarloosde woningen en gebouwen belaste personeelsleden.
§5. De beroepsinstantie doet uitspraak over het beroep en betekent zijn beslissing met een beveiligde zending aan de indiener ervan binnen een termijn van negentig dagen die ingaat de dag na de betekening van het beroep.
Als de kennisgeving vermeld in het eerste lid niet is gebeurd binnen de voorziene termijn, wordt het beroep geacht te zijn ingewilligd.
§6. Wordt het beroep ingewilligd, dan wordt de woning of het gebouw geschrapt uit het verwaarlozingsregister.Belasting op verwaarloosde woningen en gebouwen
De belasting op verwaarloosde woningen en gebouwen wordt geregeld met het belastingreglement op verwaarloosde woningen en gebouwen dat goedgekeurd werd op de gemeenteraad van dd. 24 april 2023.