Artikel 4.2.16§1 en §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening omschrijft:
§ 1. Een kavel uit een vergunde verkaveling of verkavelingsfase kan enkel verkocht worden, verhuurd worden voor méér dan negen jaar, of bezwaard worden met een recht van erfpacht of opstal, nadat de verkavelingsakte door de instrumenterende ambtenaar is verleden.
§ 2. De verkavelingsakte wordt eerst verleden na overlegging van een attest van het college van burgemeester en schepenen, waaruit blijkt dat, voor de volledige verkaveling of voor de betrokken verkavelingsfase, het geheel van de lasten uitgevoerd is of gewaarborgd is door:
1° de storting van een afdoende financiële waarborg;
2° een door een bankinstelling op onherroepelijke wijze verleende afdoende financiële waarborg.
Het attest, vermeld in het eerste lid, kan worden afgeleverd indien de vergunninghouder deels zelf de lasten heeft uitgevoerd, deels de nodige waarborgen heeft gegeven.
Het college van burgemeester en schepenen beslist het attest conform artikel 4.2.16§2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening af te leveren aan notaris Michaël Van der Linden / Lisa Broeders met volgende opmerkingen:
Er werd voldaan aan de volgende voorwaarden:
5) Te voldoen aan de voorwaarden en opmerkingen gesteld door de Dienst Contractmanagement.
- Lot 10 (0a36ca) zoals weergegeven op het verkavelingsplan dd. 02/09/2021 ondertekend door ing. Peter Gijsen, dient gratis te worden overgedragen aan de gemeente Zonhoven om te voegen bij het openbaar domein.
- Hiernaast dient er een plan opgemaakt te worden door een beëdigd landmeter-expert vooraleer dit overgedragen kan worden.
14) Alle bebouwing dient te worden gesloopt vooraleer de verkaveling ten uitvoer kan worden gebracht. Dit houdt in dat zolang aan de opschortende voorwaarde tot sloping, die verbonden is aan de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden zelf en waarvan de naleving rust op de verkavelaar zelf, niet voldaan is, de verkavelaar niet kan overgaan tot verkoop van de loten, noch een omgevingsvergunning voor het bebouwen van een lot kan verkregen worden.
Onder afbraak wordt tevens het verwijderen van de vloerplaten en van al het materiaal / afval van het terrein bedoeld. Alle materialen / afval dienen afgevoerd te worden naar een erkende verwerker. De volledige verkaveling dient vrij en onbelast te zijn van gebouwen, materialen en afval.
15) De afbraak van de constructies dient te gebeuren tot in de grond en de plaats moet hersteld worden in de vorige toestand. Aan de afbraak is geen milieuvergunningsplicht verbonden, wel dient rekening gehouden te worden met de wettelijke verplichtingen opgenomen in het milieuvergunningsdecreet, het bodemsaneringsdecreet en het materialendecreet. Vooraleer te starten met de afbraakwerken dienen de constructies volledig ontruimd te worden. De afvalstoffen die vrijkomen bij de afbraakwerken dienen selectief ingezameld te worden. Alle bouw-, sloop- en infrastructuurwerken in open lucht dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II, hoofdstuk 6.12 Beheersing van stofemissies tijdens bouw-, sloop- en infrastructuurwerken”, indien deze uitgevoerd worden door een aannemer. Het verwijderen van asbest dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II Beheersing van asbest, hoofdstuk 6.4.;
16) De paalstenen aan de rooilijn dienen geplaatst te worden.
17) De akte van de gratis grondafstand aan de gemeente en de definitieve aanvaarding wegtracé dient beschreven te zijn alvorens een lot kan vervreemd worden of een omgevingsvergunning voor het bebouwen van een lot kan verkregen worden.
18) Bij de effectieve gratis grondafstand van lot 10, dient een aangevuld opmetingsplan van de landmeter toegevoegd te worden waarop het af te staan perceelsdeel wordt weergegeven met al zijn afmetingen en zijn oppervlakte (met XY-coördinaten), alsook de benaming van dit lot.
19) Vervreemding van een lot uit de verkaveling kan pas geschieden, nadat het attest conform artikel 4.2.16 §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening werd afgeleverd, waaruit blijkt dat aan alle voorwaarden van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden werd voldaan.
20) Een omgevingsvergunning voor het bebouwen van een lot kan pas verkregen worden, nadat het attest conform artikel 4.2.16 §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening werd afgeleverd, waaruit blijkt dat aan alle voorwaarden van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden werd voldaan.
Er werd gedeeltelijk voldaan aan de volgende voorwaarden, andere onderdelen zijn pas uit te voeren bij ontwikkeling waardoor de voorwaarde geldig blijft:
1) Te voldoen aan de voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies van Fluvius. (vloerpeilen)
3) Te voldoen aan de voorwaarden en opmerkingen gesteld door de Watergroep.(aftakkingen, watermeter)
Wel dient opgemerkt te worden dat de volgende verplichtingen geldig blijven:
2) Te voldoen aan de voorwaarden en opmerkingen gesteld door het agentschap Wegen en Verkeer.
4) Te voldoen aan de voorwaarden en opmerkingen gesteld door de Dienst Mobiliteit.
- De loten 1 t.e.m. 6 worden voorzien van een carport in de zijtuinstrook van 3,00 meter. Het is dan ook aangewezen om de inritten van 3,00 meter te voorzien aan deze zijde van de loten. De inritten van 3,00 meter voor de loten 1 t.e.m. 6 moeten worden voorzien in het verlengde van de zone voor zijtuinen.
- De verplichte inpandige garage voor lot 7, alsook de inrit van 3,00 meter, dient te worden voorzien helemaal links van het lot. Zo wordt garantie gegeven over het behouden van de bomen aan de rechter perceelgrens.
6) Te voldoen aan de voorwaarden en opmerkingen gesteld door de Dienst Facilitair management.
De bomenrij tussen lot 7 en loten 8 en 9 moet behouden blijven. De bomen moeten tijdens de bouwwerken maximaal beschermd worden en vakkundig gesnoeid worden. Dit laatste houdt in dat er nooit meer dan 1/3 van het kroonvolume mag verdwijnen, en dat snoeiwonden groter dan 10 cm in diameter niet toegelaten zijn.
7) Te voldoen aan volgende voorwaarden met betrekking tot de watertoets:
a) De toekomstige aanvragen tot omgevingsvergunning dienen te voorzien in maatregelen voor opvang en lozing van hemelwater. De bepalingen van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (Besluit Vlaamse Regering dd. 5 juli 2013) moeten alleszins nageleefd worden.
b) Indien er ondergrondse constructies worden opgericht, de bemaling voldoet aan de voorwaarden zoals opgelegd in Vlarem II.
c) Een permanente drainage, ook al is dit in functie van een aanleg van een ondergrondse constructie, mag niet voorzien worden aangezien permanente drainage een continue verlaging van de grondwaterstand tot gevolg heeft.
8) De initiatiefnemer handelt volgens en voldoet aan de reglementeringen van de nutsmaatschappijen.
9) Kosten voor het voorzien / verleggen of uitbreiden van de nutsleidingen moeten gedragen worden door de verkavelaar;
10) Aanpassingen aan inrichtingen, constructies of beplantingen op het openbaar domein naar aanleiding van de omgevingsaanvraag of de toekomstige omgevingsaanvraag zijn steeds ten laste van de aanvrager. Alle kosten naar aanleiding van een heraanplanting op het openbaar domein, uitgevoerd naar aanleiding van een omgevingsaanvraag voor het verkavelen van gronden of een omgevingsaanvraag van een particulier, blijft ten laste van de aanvrager.
11) De stedenbouwkundige voorschriften, door de ontwerper gevoegd bij de aanvraag, zijn niet van toepassing. De verkavelingsvoorschriften in bijlage, opgemaakt door de gemeente, dienen te worden nageleefd.
12) Gelet op artikel 4.2.17 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening waarin bepaald wordt dat een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden geldt als omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen wat betreft alle handelingen die zijn opgenomen in de vergunning en die de verkaveling bouwrijp maken. Dat rekening houdend met dit artikel een machtiging wordt verleend tot het slopen van de aanwezige constructies op het perceel. Er wordt géén machtiging verleend voor het kappen van de hoogstammige bomen.
13) De aanwezige bomen in de voortuinstroken moeten maximaal behouden blijven. Indien er toch een boom zou moeten verdwijnen moet deze worden gecompenseerd op eigen terrein in de voortuinzone.
21) Na het afleveren van het attest conform artikel 4.2.16§2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening dient de verkaveling in een officiële akte gegoten de worden. De gemeente dient in kennis te worden gebracht van de akte van neerlegging van de verkaveling.
Het college van burgemeester en schepenen beslist tevens een afschrift van dit attest te versturen naar: