In uitvoering van het gemeentelijk belastingreglement op de dienstenbelasting (dienstjaren 2019 tot en met 2024), gestemd in de gemeenteraad van 19/09/2022, worden elk dienstjaar 2 kohieren opgemaakt.
Het basisbelastingbedrag werd in 2019 bij reglement vastgesteld op € 59,87. Het gemeentelijke belastingreglement voorziet in een jaarlijkse indexering van het tarief, wat neerkomt voor 2022 op €65,49. Berekening (basistarief 2019 x index jan 2021 / index jan 2019 of € 59,87 x 118,32 / 108,17)
Het eerste kohier betreft alle gezinshoofden en alleenstaanden, die op 1 januari van een dienstjaar ingeschreven zijn in het bevolkingsbestand met uitzondering van de inwoners, die via een OCMW-lijst (collectieve schuldenregeling) of de gemeentelijst (Schuldenregeling via deurwaarder of schuldbemiddelaars) geschrapt zijn. Deze belastingrol op gezinnen kan hier door het college van burgemeester en schepenen uitvoerbaar worden verklaard ten bedrage van €577.818,27. We spreken dan over 8.823 aanslagen aan €65,49 (8.698 aanslagen in 2021)
Het tweede kohier met name de dienstenbelasting voor bedrijven en vennootschappen staat ook hier op de agenda voor uitvoerbaarverklaring ten bedrage van €38.049,69 Het betreft 581 aanslagen aan €65,49. (557 aanslagen in 2021)
Beide kohieren samen voorzien een totaal opbrengst van €615.867,96. In het MJP235 is een opbrengst van €549.000,00 ingeschreven.
Het college van burgemeester en schepenen stelt het kohier van de gemeentelijke dienstenbelasting voor bedrijven / ondernemingen vast ten bedrage van €38.049,69
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen stelt het kohier van de gemeentelijke dienstenbelasting voor gezinnen vast voor een bedrag van €577.818,27
Artikel 3
Het college van burgemeester en schepenen beslist deze belastingrollen uitvoerbaar te verklaren en over te maken aan de financieel directeur.