Terug
Gepubliceerd op 24/05/2023

2023_CBS_00540 - Ontwerp beleidsplan ruimte Limburg - Ruimtepact 2040 - advies - Goedkeuring

College van burgemeester en schepenen
di 16/05/2023 - 13:30 schepenzaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Johny De Raeve, burgemeester; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur

Verontschuldigd

Bram De Raeve, 1ste schepen; Johan Schraepen, 5de schepen

Secretaris

Bart Telen, Algemeen directeur
2023_CBS_00540 - Ontwerp beleidsplan ruimte Limburg - Ruimtepact 2040 - advies - Goedkeuring 2023_CBS_00540 - Ontwerp beleidsplan ruimte Limburg - Ruimtepact 2040 - advies - Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het ontwerp Ruimtepact 2040.  Dit is het nieuwe beleidsplan voor een duurzame ruimtelijke ontwikkeling voor onze provincie richting 2040. www.ruimtepact2040.be 

Het plan ligt in openbaar onderzoek van 17.02.2023 tem 17.05.2023.  De gemeente kan tijdens deze periode gebruik maken van de inspraakprocedure. 

Het beleidsplan is opgebouwd uit een strategische visie, bestaande uit 7 strategische doelstellingen, en 3 beleidskaders: wonen, economie en open ruimte.  2 Kernwoorden vormen de rode draad doorheen de visie: kernversterking en open ruimte. 

Enkele belangrijke visies, stellingen of opmerkingen hieruit zijn de volgende:

Strategische visie:

-    ‘Steden en dorpen gericht versterken’

Het centrum van Zonhoven wordt beschouwd als ‘ondersteunende regionaal stedelijke kern’. De wijken Halveweg, Terdonk en Termolen worden aanzien als ‘lokale kernen’. De groei van de kernen gebeurt via de bovenlokale verdeling van het woningobjectief, waarbij 70% van de groei naar de bovenlokale kernen gaat en 30% naar de lokale kernen.  Bijkomende woonbehoefte wordt opgevangen binnen de afgebakende kernen.  

Advies: 

Voor de afbakening van het Zonhovens centrum als bovenlokaal ondersteunende regionaal stedelijke kern wordt de afbakening GRUP Regionaal stedelijk gebied als uitgangspunt genomen. De provincie ziet hierin een verdere verfijning waar verdichting kan.

Voor de lokale kernen is de gemeente aan zet om deze afbakening te bepalen. De provincie heeft hier wel al een voorzet gegeven. 

In het voorontwerp werden het centrum en Terdonk getypeerd als lokale kernen wat een beperkte woondichtheid vooropstelde (15 w/ha). Door het college werd gereageerd tegen deze stelling met resultaat dat een aanpassing is doorgevoerd in het huidige ontwerp.  Dit wordt als positief beschouwd.

-    ‘Openruimtesysteem versterken’

De provincie wenst volop in te zetten op het versterken van de open ruimte en wenst hierrond een planologisch beleid te voeren.  Planologische ruiloperaties tussen natuur, bos, landbouw, recreatie, wonen en bedrijvigheid worden doorgevoerd met het oog op een planologische positieve ruimtebalans tegen 2040 voor de openruimtebestemmingen (landbouw, bos, natuur).  Een restrictief beleid tegen bijkomende bebouwing en verharding in de open ruimte is het uitgangspunt.  Van de gemeente wordt verwacht dat zij deze visie toepast in de eigen projecten en de vergunningen die op het grondgebied van de gemeente worden aangevraagd. 

Advies:

De afdeling volgt dit standpunt gezien inzetten op het versterken van openruimte gelijk staat op inzetten op een aantrekkelijke, kwalitatieve omgeving met oog op de toekomst. 

-    ‘Competitief en duurzaam ondernemen faciliteren op de juiste plaatsen’

Het streven naar verweving van niet-hinderlijke bedrijven kan met andere activiteiten in stads- en dorpskernen of op specifieke locaties waaronder bedrijventerreinen, innovatieve bedrijfscampussen of recreatiegebieden. De ambitie is te komen tot o.a. een economische groei zonder ruimtelijke netto uitbreiding en met minder ruimtelijke versnippering. 

Onbenutte, soms slecht gelegen of niet geschikte recreatiegebieden krijgen een openruimtebestemming.  De provincie wenst deze dus te herbestemmen om elders op de juiste plaats nieuwe ontwikkelingen te faciliteren. Dit zorgt voor planologische compensatiemogelijkheden voor toeristische bedrijfsontwikkeling op meer gewenste plaatsen. 

Kleinhandel moet zorgen voor kernversterking door te ontwikkelen in kernen. Enkel dan is een groei in winkeloppervlakte wenselijk. 

Beleidskader wonen in stads- en dorpskernen:

-    De woonbehoefte van Zonhoven wordt onderzocht op regionaal niveau. Hiertoe maakt de provincie een opdeling per regionale woningmarkt. Zonhoven behoort bij de woningmarkt Midden-Limburg West (Alken, Diepenbeek, Halen, Hasselt, Herk-de-Stad, Heusden-zolder, Houthalen-Helchteren, Kortessem, Lummen en Zonhoven).  

Binnen deze woningmarkt wordt een woningobjectief (aantal benodigde woningen om de groei op te vangen) vooropgesteld, waarvan 70% naar de bovenlokale kernen gaat en 30 % naar de lokale kernen. Het centrum van Zonhoven wordt beschouwd als bovenlokaal ondersteunende regionaal stedelijke kern op Vlaams niveau. De 3 deelkernen zijn Halveweg, Terdonk en Termolen. 

Gebieden buiten de kernen krijgen geen woningobjectief. De groei wordt hier dus op 0 % gezet om verdere versnippering tegen te gaan. 

Voor de afbakening van ons centrum als bovenlokale kern werd het GRUP ‘regionaal stedelijk gebied’ als basis genomen.  De  afbakening van de lokale kernen dient door de gemeente te gebeuren, binnen de kernselectie en volgens de visie van het ruimtepact. Deze afbakening van de deelkernen wordt door de gemeente verankerd in een gemeentelijk ruimtelijk beleidsplan, ten laatste tegen 2030.  

De provincie verdeelt het woningobjectief per woningmarkt.  Een tabel met het woningobjectief werd toegevoegd. Uit deze tabel blijkt dat door de sturing van het woningobjectief er meer groei gecreëerd wordt dan wanneer er geen sturing zou gebeuren. 

Bovenstaande cijfers hebben toepassing op de regionale woningmarkt, waarbij de woningmarkt Midden-Limburg West bestaat uit 10 gemeenten.

De provincie heeft de visie doorgetrokken voor Zonhoven en komt uit op volgend woningobjectief 2020-2040 voor Zonhoven:

Voor de ondersteunende regionaal stedelijke kern     471 wooneenheden

Voor de lokale kernen                                                  97 wooneenheden

Dit betekent dus tot eind 2040 een groei van 568 wooneenheden.  

Advies:

Het college is op de hoogte van het verdichtingsplan, opgemaakt door de afdeling. Dit plan deelt Zonhoven op in gebieden met hieraan gelinkt een typologie en woondichtheid.  Het plan is een work-in-progressdocument dat nog verder verfijnd moet worden, in de visie van de provincie. Wel is te stellen dat het verdichtingsplan zoals het nu opgemaakt is, op een grotere groei uitkomt dan de provincie vooropstelt.  

Om de woonbehoefte op maat van Zonhoven te kennen, adviseert de afdeling om een woonbehoeftestudie te laten opmaken. Deze studie geeft ons een beter beeld welke onze woonnoden zijn voor de toekomst.  De volgende stap is dan het opmaken van een gemeentelijke beleidsvisie.  Op die manier kunnen we gericht een ruimtelijke visie uitwerken. Timing opstart 2026.  Verdere gesprekken worden aangegaan met het departement omgeving en de provincie om het verdichtingsplan verder te verfijnen en blijvend te gebruiken als werkdocument, tot een beleidsplan opgesteld is.

Beleidskader openruimteschakels:

-    De provincie voorziet volgende provinciale groenblauwe aders in onze gemeente:

-    blauwe aders in onze gemeente:  rondom de Laambeek en de Roosterbeek;

-    groene aders: rondom de Laambeek en Roosterbeek;

-    2 lijninfrastructuren die tevens fungeren als ader: fietssnelwegtracé (Kolenspoor) en fietssnelwegtracé van noord naar zuid (richting Hasselt).  

-    De provincie doet de suggestie aan de Vlaamse en federale overheid om volgende groenblauwe aders op te nemen in hun gewestelijke, federale visie gezien de beheersbevoegdheden niet op provinciaal niveau situeren:

-    Verbinding Slangbeek – Bokrijk gezien de situering binnen de landschapseenheid De Wijers en de aanwezigheid van Europees beschermde amfibieën.  

-    Er worden geen openruimtecorridors geselecteerd.

Advies:

In het PRS werd de landbouwzone Kolveren – Ten Eikenen aangeduid als corridor. Dit is dus nu gewijzigd naar groenblauwe ader. Hier kan akkoord mee gegaan worden gezien de provincie de zone rondom de Laambeek als prioritair beschouwt.

Beleidskader economische ruimte:

-    Hieronder zit vervat: bedrijvigheid, landbouwbeleid, toeristisch beleid en kleinhandel. 

-    De gemeenten dienen een visie rond kleinhandel uitwerken, kernwinkelgebieden af te bakenen en winkelarme zones aan te duiden (volgens decreet integraal handelsvestigingsbeleid). 

-    Kleinhandel:  Limburg heeft een overaanbod aan winkelvloeroppervlakte wat zich vertaalt in veel leegstand.  Het is de visie om een kernversterkend beleid en een beleid tegen leegstand te voeren.  Uitgangspunt blijft dat de totale winkelvloeroppervlakte niet mag toenemen. 

Zolang een lokaal bestuur geen kernwinkelgebied heeft afgebakend, worden voor nieuwe winkels volgende principes gehanteerd:

-    Nieuwe winkel >= 600 m² en < 5000 m² winkelvloeroppervlakte : locatie binnen de bovenlokale kernen (uitzonder voor voeding en planten).

-    Nieuwe winkel >= 5000 m²: vestigingslocatie binnen GRUP Regionaal stedelijk gebied. 

-    Ruimteshift voor bedrijventerreinen op 3 sporen:

De provincie wilt inzetten op bestaande ruimte efficiënter benutten, niet-hinderlijke bedrijven verweven binnen de kernen en planologische ruiloperaties (slecht gelegen bedrijventerreinen worden geherlocaliseerd). De ruimtebalans voor bedrijven neemt niet toe (geen netto uitbreiding meer).  De provincie zal door de herbestemmingen een contingent opbouwen voor Limburg om op gewenste locaties groei te faciliteren.

!!! Gemeentes kunnen nog steeds zelf bedrijventerreinen bij creëren door een planologische ruil.  De gemeente kan slecht gelegen bedrijventerreinen (1 op 1) herbestemmen. Indien er geen industrie- of KMO-zone beschikbaar is om te herbestemmen ifv de open ruimte, kan de gemeente ook gebieden met woonbestemming herstemmen (met een factor 1,5). Dit zou dus betekenen dat in ruil van 1,5 hectare woonbestemming er 1 hectare lokaal bedrijventerrein herbestemd kan worden. 

Bijvoorbeeld: wenst de gemeente de Jacob-Lenaertssite te ontwikkelingen, buiten het provinciale contigent, dan moet een gebied met woonbestemming omgevormd worden tot openruimtegebied (vb. een nabijgelegen woonuitbreidingsgebied). Dit met een factor 1,5.  Vermits onze gemeente niet beschikt over slecht gelegen bedrijventerreinen, zijn we steeds gebonden aan een planologische ruil met een woonbestemming. Of vallen we terug op het provinciale contingent. Voor een gebied van 3 hectare moet 4,5 hectare woongebied omgevormd worden. 

-    Herschikking van recreatiegebieden:

De uitbreiding van het Heidestrand wordt niet meer beschouwd als een provinciale bevoegdheid, wel een gemeentelijke. 

Uitbreiding van een recreatiegebied kan door het herschikken van onbenutte of slecht gelegen recreatiezones naar open ruimte. Ook hier bouwt de provincie een contigent op.

Dit zou voor het Heidestrand inhouden dat op een andere locatie recreatiegebied moet omgevormd worden naar openruimte zodat de camping kan uitbreiden. 

Volgens gegevens van de provincie beschikt Zonhoven niet over mogelijk te herbestemmen recreatiegebieden.  Dit wordt tegengesproken. Tussen de Schutenseweg, Donkeindeweg en de spoorlijn ligt een recreatiegebied zonder een toekomstige recreatieve visie. 

Bijkomende bemerking van de afdeling: Toekomstige gemeentelijke recreatieprojecten die een uitbreiding naar recreatiegebied omvatten, zullen louter gerealiseerd kunnen worden door terug te vallen op het provinciale contingent indien de gemeente ervoor zou kiezen om haar enige slecht gelegen recreatiegebied om te ruilen met het Heidestrand. 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het ontwerp Beleidsplan Ruimtepact 2040.  Ze gaat akkoord met bovenstaand advies van de afdeling en geeft volgend advies:

De typering van het centrum van Zonhoven als bovenlokaal ondersteunende regionaal stedelijke kern op Vlaams niveau wordt gevolgd door het college en staat hier positief tegenover.  Doch stelt het college zich vragen over het toegekende woningobjectief. De toegekende typering van het centrum als regionaal stedelijke kern op Vlaams niveau strookt niet met een woningobjectief van slechts 471 wooneenheden.  Verder toont de evolutie van de afgelopen 10 jaar dat het Zonhovens bevolkingscijfer blijft groeien. Sterker dan de het vooropgestelde woningobjectief zou toelaten. Dat betekent dat wij belemmerd zullen worden in onze groeikansen.  Hier wordt niet mee akkoord gegaan. Het college zal zelf een woonbehoeftestudie laten uitvoeren op maat van onze gemeente om te beschikken over meer gerichte cijfers en hierop haar beleidsvisie baseren.

De gemeente beschikt niet over slecht gelegen bedrijventerreinen. Dit betekent dat de gemeente in het verleden een juiste koers heeft gevaren betreffende de ligging en grootte van de ontwikkeling van de aanwezige bedrijventerreinen. Hiervoor worden we volgens het ruimtepact ‘afgestraft’ door het feit dat nieuwe bedrijventerreinen, buiten de provinciale contingent, enkel gerealiseerd kunnen worden door een planologische ruil met woonbestemmingen, én dan nog met factor 1,5.  Dit is voor ons geen correct uitgangspunt, waarbij we vragen om de factor van 1,5 terug te herleiden tot 1. 

Er zijn bedenkingen over de (financiële) haalbaarheid van dergelijke visies waarbij de gemeente wordt beknot in hun (economische) groei.  Dit is momenteel onvoldoende uitgeklaard door de hogere overheden. Het is noodzakelijk om hier duidelijkheid over te bekomen. 

Het college vraagt aan het provinciebestuur om rekening te houden met de specifieke situatie van de voormalige militaire site te Jacob Lenaertsstraat.  Het is de uitdrukkelijke vraag van het college om een ontwikkeling van deze site los te zien van een planologische ruil om op die manier de ontwikkelingsmogelijkheden niet te belemmeren.