VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR
Dossiernummer: 2022/00275
Referentie omgevingsloket: OMV_2022150110
Inrichtingsnummer: 20221110-0033
Ondernemingsnummer exploitant:
De aanvraag, ingediend door Zonhoven gevestigd te Kerkplein 1 te 3520 Zonhoven, werd ontvangen op 17/01/2023 en op 16/02/2023 ontvankelijk en volledig verklaard.
De aanvraag gaat over een terrein, gelegen Dorpsstraat 2, 4, 4A, 6, 8, 10, 12, 18, 20, 22, Genkerbaan 2, Grote Eggestraat 1A, Heuvenstraat 2, 3, 9, 11, 13, Kerkplein 60 en 62, kadastraal gekend als afdeling 1 sectie B nrs. 541G, 547B, afdeling 2 sectie C nrs. 568V, 569C, 569E, afdeling 3 sectie E nrs. 75C, 81A2, 81S, 81B2, sectie F nrs. 2H en 8L.
De aanvraag gaat over het heraanleggen van de verharding en deels ontharden van de N715 en de Genkerbaan, het rooien van bomen en bemalingswerken voor de aanleg van rioleringsstrengen.
De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen en de exploitatie van een of meerdere ingedeelde inrichtingen of activiteiten.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de geldende wettelijke bepalingen, (in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid, het decreet Natuurbehoud en hun uitvoeringsbesluiten).
1. STEDENBOUWKUNDIGE BASISGEGEVENS
De locatie van de aanvraag is volgens het Origineel bij Koninklijk besluit goedgekeurd gewestplan op 3 april 1979 gelegen in woongebied.
De locatie is volgens het bijzonder plan van aanleg B.P.A. GENKERBAAN - GROTE HEMMENWEG goedgekeurd op 5 januari 1988.
De locatie is gelegen binnen het ruimtelijk uitvoeringsplan grup afbakening regionaalstedelijk gebied Hasselt-Genk goedgekeurd op 20 juni 2014.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
Volgende verordeningen zijn van kracht:
• algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake openluchtrecreatieve verblijven goedgekeurd op 8 juli 2005;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten,... goedgekeurd op 23 juni 2006;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.
2. HISTORIEK
Er zijn geen historische dossiers voor deze aanvraag.
3. BESCHRIJVING OMGEVING EN AANVRAAG
Beschrijving van de plaats & omgeving
In kader van het project Vergroening Dorpshart Zonhoven wenst het gemeentebestuur van Zonhoven van de gelegenheid gebruik te maken om de doortocht van de N715 een nieuwe inrichting te geven. Het is belangrijk dat de doortocht wordt geïntegreerd binnen het ruimtelijk karakter dat wordt nagestreefd binnen de visie van het hoofdproject Vergroening Dorpshart, waarvan de omgevingsvergunning werd afgeleverd op 22 december 2022 door de Deputatie (dossiernummer op het omgevingsloket: 2022096492). De N715 is in eigendom van het Agentschap Wegen en Verkeer.
Het projectgebied bevindt zich in het centrum van Zonhoven en bevindt zich langs de N715. Concreet ligt het projectgebied tussen het kruispunt van de N715 met het Kerkplein en het kruispunt van de N715 met de Dijkbeemdenweg. Ook behoort het gedeelte van de Genkerbaan tussen de N715 en de Grote Eggestraat tot het projectgebied.
Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvraag omvat de volgende stedenbouwkundige handelingen:
Verhardingen, infrastructuurwerken of technische werken
Heraanleg van de verharding van de N715 en de Genkerbaan om de verkeerskundige leesbaarheid van de doortocht en de Genkerbaan te verhogen en de kruispunten verkeersveilig in te richten.
Terreinaanlegwerken
Het vellen van hoogstammige bomen die geen deel uitmaken van een bos. De grotere bomen met een stamomtrek van meer dan 1 meter op 1 meter van het maaiveld zijn:
- Quercus cerris, aantal 6, leeftijd 10 jaar, stamomtrek 100 cm
- Fraxinus angustifolia, aantal 3, leeftijd 10 jaar, stamomtrek 105cm
- Acer campestre, aantal 1, leeftijd 10 jaar, stamomtrek 100cm
- Tilia cordata, aantal 1, leeftijd 10 jaar, stamomtrek 100cm
- Alnus japonica, aantal 6, leeftijd 10 jaar, stamomtrek 100cm
Ontharding: De heraanleg van de verharding van de N715 en de Genkerbaan om de verkeerskundige leesbaarheid van de doortocht en de Genkerbaan te verhogen en de kruispunten verkeersveilig in te richten resulteert in een ontharding van 461m².
Rekening houdend met de ruimtelijke en verkeerskundige karakteristieken van de weg kan het projectgebied ingedeeld worden in drie segmenten:
- Segment 1: Dit gedeelte van de N715 strekt zich uit over een lengte van ±85 meter en bevindt zich tussen het Kerkplein en de Genkerbaan. Aan de westelijke zijde van dit segment is een kerk gelegen en aan de oostelijke zijde liggen enkele handelszaken.
T.h.v. huisnummer 22 (Dorpsstraat) zullen het verkeersplateau en de fietssuggestiestroken aanvatten (in zuidelijke richting). De middengeleider wordt niet voorzien waardoor de verbreding van de rijbaan komt te vervallen. De fietssuggestiestroken worden aangebracht in een okergele kleur die over het kruispunt wordt doorgetrokken. Dit verduidelijkt de voorrangsregeling. T.h.v. de zebrapadmarkeringen worden de fietssuggestiestroken wel onderbroken. Er worden t.h.v. het kruispunt van de N715 met het Kerkplein aan weerszijden
zebrapadmarkeringen voorzien. Zowel aan de zijde van de schoenenwinkel ‘Timmers’ als aan de zijde van de kerk.
De rijbaanbreedte bedraagt 5,8 meter exclusief de goten. Tussen de rijbaan en het voetpad worden aan de zijde van het ‘Kruidvat’ groenstroken voorzien. Vanaf het Kerkplein zal het voor gemotoriseerd verkeer enkel mogelijk zijn om rechts af te slaan naar de N715. Hiertoe wordt aanvullend een pijlmarkering aangebracht op het Kerkplein. De nieuwe wegenis zal
zoals hoger aangegeven aanvatten met een verkeersplateau. Dit is ook de plaats waar fietsers meer naar het midden, in vergelijking met de bestaande wegenis, van de weg worden geschoven. Ter hoogte van de overgang worden dwarsstrepen op de rijweg aangebracht als rugdekking.
- Segment 2: Dit gedeelte van de N715 strekt zich uit over een lengte van ±105 meter en bevindt zicht tussen de Dijkbeemdenweg en de Genkerbaan. Aan de westelijke zijde van dit segment is er het centrale kerkplein en aan de oostelijke zijde liggen enkele gebouwen die in het kader van de herontwikkeling van site “De Kwint” zullen worden afgebroken (dit maakt geen onderdeel uit van deze aanvraag). Op dit segment is ook de bushalte “Zonhoven Dorp” gelegen.
T.h.v. huisnummer 16 (Heuvenstraat) zullen het verkeersplateau en de fietssuggestiestroken aanvatten (in noordelijke richting). Ook hier wordt een rugdekking voorzien in de vorm van dwarsstrepen. Tevens wordt de middengeleider in vergelijking met het initiële voorontwerp, verwijderd. De fietssuggestiestroken worden opnieuw onderbroken t.h.v. de
zebrapadmarkeringen.
Tussen het kruispunt van de N715 met de Dijkbeemdenweg en het kruispunt van
de N715 met de Genkerbaan wordt de as van de weg ook richting site “De Kwint”
geduwd. Op die manier wordt enerzijds ruimtelijk het plein extra vergroot en wordt
anderzijds een extra snelheidsremmend element ingebouwd. Een voetpad van
minimaal 3 meter breed blijft wel behouden.
- Segment 3: Dit gedeelte van de Genkerbaan strekt zich uit over een lengte van ±45 meter en bevindt zich tussen de N715 en de Grote Eggestraat. Aan weerzijden van het segment zijn haakse parkeerplaatsen aanwezig. Ook is de bushalte “Zonhoven Genkerbaan” op dit segment gelegen.
Éénzelfde configuratie van verkeersplateau, fietssuggestiestroken en een rugdekking wordt voorzien t.h.v. de Grote Eggestraat. Ook op de Genkerbaan worden er rijbaanhaltes voorzien die in lengte beperkt worden tot minimaal 10 meter lengte. De rijbaanhalte-weg van de N715 wordt zo dicht mogelijk naar de Grote Eggestraat gelegd, aangezien er rekening dient gehouden te worden met de toegang tot een aanpalend perceel langsheen de Genkerbaan. Net als op het Kerkplein wordt er op de Genkerbaan een rechtsafslagpijl
toegevoegd om aan te duiden dat het voor gemotoriseerd verkeer verboden is om linksaf te slaan naar de N715.
De voetpaden vormen een eenheid met het aanliggende plein. Ze worden voorzien in betonstraatstenen (wildverband). De rijweg in asfaltverharding met een aanduiding (slemlaag) voor de fietssuggestiestroken. De boordstenen langs de weg worden voorzien in IF om een minimaal hoogteverschil te behouden en de toegankelijkheid voor minder mobiele mensen te verbeteren. Ter hoogte van de bushalte wordt een verhoogd perron aangelegd met prefab busbanden met een geleidelijke overgang.
De weg wordt begeleid door plantvakken met lage heesters: 0,5 – 1m hoogte. De soorten worden gekozen op basis van tolerantie rond luchtvervuiling, droogte en strooizouten. De plantvakken schermen de voetgangers af van het verkeer en begeleiden de zwakke weggebruikers naar de oversteekplaatsen. Ter hoogte van het plein worden geen begeleidende plantvakken voorzien om de eenheid en flexibiliteit van het plein als ruimte te versterken.
Beschrijving van de milieuaspecten
De aanvraag gaat over een tijdelijke inrichting zijnde de bemaling voor de realisatie van rioleringsstrengen en bijstellingen van voorwaarden.
De aanvraag houdt in:
Een tijdelijke bemaling voor een totaal jaardebiet van 99.496 m³ voor een diepte van max. 4,1 m-mv.
De bemalingswerken worden uitgevoerd in 5 verschillende deelfases. Geschat wordt dat de bemalingswerken ca. 64 dagen in beslag zullen nemen, waarbij gefaseerd bemaald zal worden. Om rekening te houden met eventuele vertragingen en stilstanden tussen de verschillende fases wordt de vergunning voor de ingedeelde inrichting aangevraagd voor 2 jaar. De bemaling zelf zal beperkt zijn in tijd. Het maximale dagdebiet voor dit project bedraagt 2.355 m³/dag. Dit debiet is echter enkel van toepassing in de initiële fase van de bemaling (ca. eerste vijf dagen bij opstart van een nieuwe bemalingszone). In de stationaire fase zal het debiet dalen tot ca. 1.000 – 1.500 m³/dag. Voor het aangevraagde jaardebiet wordt worstcase rekening gehouden met de totaaldebieten van de werken.
Met volgende aangevraagde rubrieken:
- 3.4.2°: Lozing van bemalingswater dat gevaarlijke stoffen bevat, vermeld in bijlage 2C, in concentraties hoger dan het IC, van meer dan 2 m³ tot en met 100 m³/h zijnde 98 m³/uur - Nieuw
- 3.6.3.2°: Afvalwaterzuiveringsinstallaties voor de behandeling van bedrijfsafvalwater van meer dan 5 m³/h t/m 50 m³/h, zijnde 25 m³/uur - Nieuw
- 53.2.2°b)2°: Grondwaterwinning (bemaling), met een jaardebiet van 99.496 m³/jaar, met een maximum grondwaterverlaging tot 4.1 m-mv - Nieuw
Er worden 2 afwijkingen van de algemene en sectorale voorwaarden gevraagd zijnde:
Artikel 4.2.3.1.3° (Lozing van bedrijfsafvalwater dat één of meer gevaarlijke stoffen bevat)
Met voorgestelde, afwijkende lozingsnormen:
Arseen μg/l - - 10
Alle individuele PFASparameters ng/l - - 100
Cis+trans-1,2- Dichlooretheen μg/l - - Σ= 50
Tetrachlooretheen μg/l - - 10
Trichlooretheen μg/l - - 10
Vinylchloride μg/l - - 5
VOCl som (VOCl 11 +vinylchloride) μg/l - - 100
Artikel 4.2.5.1.1. § 1 (Controle-inrichting en bemonsteringsapparatuur in kader van lozen bedrijfsafvalwater)
De hoeveelheid grondwater dewelke opgepompt en afgevoerd wordt, wordt bepaald d.m.v. een meetmethode conform hoofdstuk 5.53 van Vlarem II. Deze meetmethode is in voorliggende situatie meer geschikt dan de meetmethodes voor lozing van afvalwater voorzien volgens artikel 4.2.5.1.1. Bepaling van de kwaliteit van het geloosde grondwater zal kunnen gebeuren via een aftapkraan.
De uitbating wordt gevraagd voor een bepaalde duur van 2 jaar.
Met volgende aangevraagde rubrieken:
Rubriek | Omschrijving | Hoeveelheid | Klasse |
3.4.2° | Lozing van bemalingswater dat gevaarlijke stoffen bevat, vermeld in bijlage 2C, in concentraties hoger dan het IC. (Nieuw) | 98 m³/uur | 2 |
3.6.3.2° | Afvalwaterzuiveringsinstallaties voor de behandeling van bedrijfsafvalwater van meer dan 5 m³/h t/m 50 m³/h. (Nieuw) | 25 m³/uur | 2 |
53.2.2°b)2° | Grondwaterwinning (bemaling), met een jaardebiet van 99.496 m³/jaar. . Maximum grondwaterverlaging tot 4.1 m-mv. (Nieuw) | 99496 m³/jaar | 2 |
Zodat de ingedeelde inrichting of activiteit voortaan omvat:
Rubriek | Omschrijving | Hoeveelheid | Klasse |
3.4.2° | Lozing van bemalingswater dat gevaarlijke stoffen bevat, vermeld in bijlage 2C, in concentraties hoger dan het IC. (Nieuw) | 98 m³/uur | 2 |
3.6.3.2° | Afvalwaterzuiveringsinstallaties voor de behandeling van bedrijfsafvalwater van meer dan 5 m³/h t/m 50 m³/h. (Nieuw) | 25 m³/uur | 2 |
53.2.2°b)2° | Grondwaterwinning (bemaling), met een jaardebiet van 99.496 m³/jaar. . Maximum grondwaterverlaging tot 4.1 m-mv. (Nieuw) | 99496 m³/jaar | 2 |
4. OPENBAAR ONDERZOEK
Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.
Het openbaar onderzoek werd georganiseerd van 26 februari 2023 t.e.m. 27 maart 2023.
5. ADVIEZEN
Aan volgende adviesverleners werd advies gevraagd:
• dienst facilitair management
• dienst patrimonium
• dienst contractmanagement
• dienst mobiliteit
• Hulpverleningszone Zuid-West Limburg, dienst preventie
• Inter Vlaanderen
• Agentschap Wegen en Verkeer
• Vlaamse Vervoermaatschappij - De Lijn
• Vlaamse Milieumaatschappij
• Provincie Limburg
• Vlaamse Milieumaatschappij.
6. PROJECT-MER
Het project komt voor op bijlage III van het project-m.e.r.-besluit, nl. rubriek 10b – stadsontwikkelingsprojecten. Daarom moet een project-m.e.r. opgemaakt worden, tenzij de initiatiefnemer via een project-m.e.r.-screening kan aantonen dat het project geen aanzienlijke milieueffecten zal veroorzaken.
Er werd een project-m.e.r.-screening bij de aanvraag gevoegd. De effecten op milieu en omgeving werden voldoende omschreven en uit de screening blijkt dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
7. INHOUDELIJKE BEOORDELING
Decretale beoordelingselementen
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de VCRO kan gesteld worden dat de Dorpsstraat, Genkerbaan, Grote Eggestraat, Heuvenstraat en Kerkplein een voldoende uitgeruste openbare weg is.
De aanvraag gaat niet over de oprichting van een bedrijfswoning.
De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook.
Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.
Zonering
Het perceel is volgens het zoneringsplan voor riolering, van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), gelegen in centraal gebied. Er is al geruime tijd riolering aanwezig en die is aangesloten op een waterzuivering.
Binnen het openbaar domein van de gewestweg N715 worden nieuwe RWA-leidingen aangelegd en blijft de bestaande riolering behouden als DWA-riolering.
In de Genkerbaan worden zowel een nieuwe RWA- als een nieuwe DWA-riolering aangelegd en zullen de aangelanden afgekoppeld worden (scheiding hemelwater/vuilwater).
Noot: het gehele hydraulische concept van het Dorpshart (eerste
vergunningsaanvraag én de herinrichting van de N715 en Genkerbaan
(onderdeel van deze vergunningsaanvraag) is opgenomen in de
omgevingsvergunningsaanvraag van het Dorpshart (OVA-projectnummer
2022096492). Daarenboven wordt het geheel rioleringsconcept gesubsidieerd
door de Vlaamse Milieumaatschappij en is het hydraulisch concept door de
Ambtelijke Commissie goedgekeurd.
Toegankelijkheid
Het advies van Inter Vlaanderen d.d. 21 maart 2023 is voorwaardelijk gunstig.
“In toepassing van art. 4.2.19.§1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, adviseren we de voorwaarden opgenomen in dit advies op te leggen.
1.- Toepassingsgebied
De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid is niet van toepassing op de voorliggende werken.
Wel dienen deze werken te voldoen aan de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer en de normen als opgelegd via de Ministeriële omzendbrieven van 3 april 2001 en 25 april 2003 betreffende het voorbehouden van parkeerplaatsen voor personen met een handicap.
De vergunningsaanvraag moet bovendien conform zijn met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Art. 4.3.7. De stedenbouwkundige vergunning voor de handelingen, vermeld in Art. 4.2.1, 1°, 6°, 7° en 8°, wordt niet verleend wanneer niet is voldaan aan de bij of krachtens de wet of het decreet gestelde regelen betreffende toegang van personen met een functiebeperking tot openbare wegen en tot voor het publiek toegankelijke onroerende goederen.
De aanvraag moet bovendien worden geweigerd indien het aangevraagde onverenigbaar is met Art. 4.3.1. Het aangevraagde dient overeen te stemmen met een goede ruimtelijke ordening, die kan worden beoordeeld met inachtneming van onder andere de beginselen gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van Art. 1.1.4.
2.- Voorwaarden
2.1 Looproute: De looproutes tussen de weg en parkeerplaatsen zijn te smal. Deze zijn tevens onveilig. …
2.2 Oversteekplaatsen: Op de oversteekplaatsen moeten de waarschuwingsmarkeringen (steeds breedte van 60 cm), de geleidelijnen en de gidslijnen nog aangepast worden aan de onderstaande normen en ter goedkeuring aan Inter worden voorgelegd. …
2.3 Opvangen niveauverschillen buiten (art. 18-21): De hellingen van de vier perrons moeten voldoen aan de onderstaande normen. …
2.4 Bushaltes: De bushaltes moeten voldoen aan de onderstaande normen. Ook de geleiding naar de tegenoverliggende halte moet bekeken worden. …
2.5 Parkeerplaatsen auto’s: Er moet minimum één aangepaste parkeerplaats voorzien worden.”
Als voorwaarde bij de omgevingsvergunning zal opgelegd worden dat de voorwaarden en normen opgelegd door Inter Vlaanderen dienen te worden nageleefd.
Waterparagraaf
Het decreet over het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013 en het wijzigingsbesluit van 25 november 2022, legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd worden. Deze watertoets schat de eventuele schadelijke effecten in ten koste van de watersystemen bij de inname van ruimte.
Het project wordt uitgevoerd met het oog op een betere waterinfiltratie voor de omgeving. Er wordt dus op gelet dat hemelwater maximaal op natuurlijke wijze infiltreert binnen het projectgebied in combinatie met buffering en vertraagde afvoer via de bestaande buffervijver van het Vlonderpiëke, waar ook het overtollige hemelwater van de N715 en de Genkerbaan in zal gebufferd worden en infiltreren.
Dwars door het plangebied stroomt de Roosterbeek. Het grootste gedeelte van het plangebied maakt daardoor deel uit van effectief overstromingsgevoelig gebied en van een pluviaal overstromingsgevoelig gebied . De opzet van de aanvraag is echter om deze beek terug open te leggen en ruimte te geven, waardoor het risico op overstromingen ter plekke en op andere plaatsen in het stroomgebied gevoelig kleiner zullen worden. De connectie met de vijverzone ‘Vlonderpiëke’ vergroot het waterbergend vermogen.
Het voorliggende project heeft een eerder beperkte oppervlakte en in het project wordt er onthard met een oppervlakte van 461m². Er kan dus geoordeeld worden dat het project een positieve invloed zal hebben op het watersysteem.
Er dienen geen bijkomende bijzondere maatregelen te worden genomen.
De Provincie Limburg, Dienst Water en Domeinen heeft op 15 maart 2023 een gunstig advies afgeleverd in het kader van de watertoets: “Het plangebied is gelegen in overstromingsgevoelig gebied, maar de handelingen waarvoor de vergunning wordt aangevraagd hebben geen nadelig effect op het overstromingsregime, wel integendeel.”
De aanvraag doorstaat de watertoets.
Natuurtoets
De aanvraag is niet gelegen in (de nabijheid van) een “Ramsar”-gebied of vogelbeschermingsgebied (vastgesteld in toepassing van de EG-richtlijn 79/409/EEG van 02.04.1979).
De aanvraag is niet gelegen in (de nabijheid van) een habitatrichtlijngebied (vastgesteld in toepassing van de EG-richtlijn 92/43/EEG van 21.05.1992).
De aanvraag is niet gelegen in een gebied van het VEN/IVON.
De aangevraagde werken zullen geen betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van een speciale beschermingszone veroorzaken.
De aanvraag doorstaat de natuurtoets.
Erfgoed- & Archeologietoets
Op 17 juli 2022 nam het Agentschap Onroerend Erfgoed akte van de ingediende archeologienota met referentie
https://id.erfgoed.net/archeologie/archeologienotas/23015. Als voorwaarde zal worden opgelegd dat de nodige maatregelen opgenomen in de archeologienota en het bijhorende programma van maatregelen dienen te worden nageleefd.
Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening
De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen:
1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;
2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in 1°, in rekening brengen.
De aanvraag voldoet volledig aan de voorschriften van het BPA Genkerbaan – Grote Hemmenweg, zone voor openbaar domein (art. 20 – Wegenis). Gezien deze voorschriften de criteria van een goede ruimtelijke ordening weergeven, stemt de aanvraag hiermee overeen.
Functionele inpasbaarheid
Het Masterplan voor het ‘Dorpshart Zonhoven’ kiest voor het vergroenen, ontharden en attractiever maken van de ruime omgeving van de kerk met aandacht voor rust- en belevingsplaatsen. Groen en water zijn immers van groot belang om de klimaatverandering op te vangen en de leefkwaliteit in de dorpskern te verhogen. Meer spel, meer ontmoeting, meer ontspanning. Tegelijk zijn verkeersveiligheid en -leefbaarheid van belang. De handelaars, horeca, markt en publieke gebouwen blijven ten allen tijde maximaal bereikbaar. De publieke ruimte moet fungeren als een aangename ontmoetingsplek voor bewoners en bezoekers van het centrum. De publieke ruimte is vlot toegankelijk en richt zich op verschillende doelgroepen (ouderen, jongeren, kinderen enz.). Het bijkomend evenementenprogramma in de publieke ruimte, zoals de wekelijkse zondagsmarkt, evenementen en de jaarlijkse kermis, moet de
beleving en het gebruik van de publieke ruimte versterken. De (her)inrichting van de publieke ruimte is onderhoudsvriendelijk. Bij elke (her)inrichting wordt rekening gehouden met de positie van ondergrondse kabels en leidingen. Voorliggende aanvraag kadert in het masterplan en realiseert mee de vooropgestelde doelstellingen. De aanvraag is functioneel inpasbaar in de ruime en onmiddellijke omgeving.
Mobiliteitsaspect
De herinrichting van de gewestweg pakt de onveilige verkeerssituatie in het centrum van Zonhoven aan. Het ontwerp maakt ruimte voor meer alternatieven voor voetgangers en fietsers.
De fiets krijgt een duidelijke plaats langsheen de N715 en de Genkerbaan. In het gebied worden eveneens verschillende nieuwe fietsenstallingen voorzien. De fietsenstalling ter hoogte van het kerkplein wordt d.m.v. een luifelconstructie van 6 m x 3 m overdekt. De situatie van het openbaar vervoer blijft bij de werken ongewijzigd: ter hoogte van de Heuvenstraat blijven de huidige buslijnen (13, 22, 23, 35, 48, 283) lopen en de huidige bushalten ‘Zonhoven Dorp’ ter hoogte van de Heuvenstraat blijven behouden, met een vernieuwde bushalte aan de kant van het Kerkplein. De bushalte ter hoogte van het kerkplein wordt d.m.v. een luifelconstructie van 3 m x 3 m overdekt.
Te voet krijg men er een extra stuk belevingsvolle wandeling bij met deze verbinding tussen lokale handelaars, horeca en publieke ruimte. Dit verhoogt de kwaliteit voor de zwakke weggebruiker. Deze krijgt ook een meer prominente plaats door meer veilige oversteken te creëren. Multimodaliteit wordt gestimuleerd a.d.h.v. het voorzien van fietsenstallingen en laadpunten en de uitbouw van deelsystemen. Binnen het projectgebied van de N715 en de Genkerbaan blijven de bestaande parkeerplaatsen zoveel mogelijk behouden. De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies van het agentschap Wegen en Verkeer, zullen wel worden gevolgd.
Visueel – vormelijke effecten
Bij de (her)inrichting van de publieke ruimte wordt gestreefd naar een eenheid en uniformiteit van de (plein)ruimte. Door in te zetten op eenvoudige, sobere en heldere ontwerplijnen, wordt de leesbaarheid van de ruimte verhoogd. Binnen de projectzone van de N715 en de Genkerbaan wordt vergroend en onthard. Voor de leesbaarheid van het dorpshart wordt in de publieke ruimte gekozen voor een uniform materiaalgebruik. Om het pleineffect en de éénheid van het centrum te benadrukken wordt voor de voetpaden exact dezelfde materialisatie
gekozen als deze van het marktplein, de nieuwe voetpaden binnen het Dorpshart én de verhardingen van de kortelings vernieuwde site Kwint. Deze materialisatie bestaat uit lichte betonstraatstenen met een subtiele bruine nuancering in een multiformaat. De kleuren van de betonstraatstenen worden afgestemd op de verschillende kleuren die terug te vinden zijn in het kerkgebouw.
Bodemreliëf
Er worden geen significante wijziging in het bodemreliëf doorgevoerd. Enkel ter hoogte van de vernieuwing van de site Kwint zullen de niveaus van de herinrichting van de N715 afgestemd worden (verhoging van maximaal 40 cm t.o.v. de bestaande toestand) op de nieuwe niveaus van de verhardingen van de site Kwint waardoor de toegankelijkheid van de site vergroot wordt.
Cultuurhistorische aspecten
Grenzend aan de projectzone zijn er monumenten en gebouwen opgenomen in vastgestelde inventaris bouwkundig erfgoed aanwezig (Parochiekerk Sint-Quintinus, oud gemeentehuis van Zonhoven, Oorlogsmonument). De voorgestelde werken hebben evenwel geen impact op deze gebouwen. Het oorlogsmonument krijgt een nieuwe gepaste locatie in de serene parkomgeving in de schaduw van de kerktoren.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
Tijdens de werken probeert men de hinder voor bewoners, handelaars en gebruikers zoveel mogelijk te beperken. Dit door de toepassing van een fasering in de werken waardoor handel en horeca zo goed mogelijk bereikbaar blijven. Tijdens de werken wordt ook gezocht naar een alternatieve locatie van de markt, bijvoorbeeld in omliggende straten, zodat deze wekelijks kan blijven plaatsvinden.
Bescherming tegen wateroverlast
De beekvallei van de Roosterbeek loopt dwars door het centrum, maar is sinds de jaren ‘60 overwelfd en dus niet zichtbaar. In het project vergroening Dorpshart (zie vergunningsaanvraag met referentie 2022096492 op het omgevingsloket) blijkt uit de hydraulische berekeningen dat de wateroverlast die Zonhoven Centrum (en dus ook de N715 en Genkerbaan) in het verleden meermaals zwaar getroffen heeft, door de openlegging van de Roosterbeek en de aanwending van het Vlonderpiëke als bijkomende buffer (zie vergunning 2022096492) het risico op overstromingen fors verlaagt.
Bescherming tegen droogte
De voetpaden langsheen de N715 en de Genkerbaan zullen zoveel als mogelijk afwateren naar de nieuwe aanliggende groenzones, met een overloopslokker naar de RWA-riolering.
Het regenwater afkomstig van kerk en gemeentehuis wordt afgekoppeld van het rioleringsstelsel en zal maximaal ter plaatse kunnen infiltreren.
Gezondheid
Het voorzien van meer groen (door ontharding) en water door de afwatering naar groenzones in het dorpscentrum kent vele voordelen zoals verkoeling, luchtzuivering en andere gezondheidseffecten. De herinrichting van de publieke ruimte verhoogt mee de leefbaarheid en de woonkwaliteit van het centrum. Het inzetten op een publieke ruimte moet de overstap naar duurzame mobiliteit stimuleren en vergemakkelijken in het centrum van Zonhoven. Aangename, leesbare en veilige verbindingen met een hoge belevingswaarde vormen hierin
een incentive samen met een goede afstemming op het openbaar vervoer (marktplein) in het Dorpshart en het treinstation in het westen.
Gebruiksgenot:
De hogere belevingswaarde van het centrum zal de plaatselijke horeca en handel versterken en bestaande en toekomstige evenementen in het dorp ondersteunen. De vernieuwde ruimte moet sociale cohesie en interactie tussen diverse gebruikersgroepen verhogen.
Milieutechnisch luik
Afwijking op de milieuvoorwaarden
Het bedrijf vraagt volgende afwijkingen op de algemene en/of sectorale milieuvoorwaarden: Artikels 4.2.3.1.3° en 4.2.5.1.1.
Artikel 4.2.3.1.3° (Lozing van bedrijfsafvalwater dat één of meer gevaarlijke stoffen bevat)
In het kader van de lozing van het bemalingswater op oppervlaktewater worden lozingsnormen aangevraagd. Deze lozingsnormen worden aangevraagd aangezien er gevaarlijke stoffen verwacht worden in het grondwater (en bijgevolg ook in het bemalingswater) met een concentratie boven het indelingscriterium. De lozingsnormen worden opgenomen in bijlage R3B. De onderbouwing van deze lozingsnormen is te vinden in bijlage R3Bbis.
Hiervoor wordt verwezen naar het gunstig advies van VMM dd 29.03.2023, afdeling afvalwater, dewelke de afwijkende lozingsnormen aanvaarden met gevolg dat volgende lozingsnormen van toepassing zijn:
Parameter | Lozingsnorm | Eenheid |
Arseen | 10 | μg/l |
Alle individuele PFAS-parameters | 100 | ng/l |
Cis+trans-1,2-Dichlooretheen | 50 | μg/l |
Vinylchloride | 1 | μg/l |
VOCl som (VOCl 1+vinylchloride) | 100 | μg/l |
Artikel 4.2.5.1.1. § 1 (Controle-inrichting en bemonsteringsapparatuur in kader van lozen bedrijfsafvalwater)
Volgens artikel 4.2.5.1.1. §1 van Vlarem II dient het bedrijfsafvalwater geloosd te worden via debietsmeet- en bemonsteringsapparatuur. In het kader van voorliggende bemaling en lozing van het bemalingswater is het echter niet relevant om bemonsteringsapparatuur voor de lozing van het bemalingswater te voorzien. De hoeveelheid grondwater dewelke opgepompt en afgevoerd wordt, wordt bepaald d.m.v. een meetmethode conform hoofdstuk 5.53 van Vlarem II (zie addendum R53). Deze meetmethode is in voorliggende situatie meer geschikt dan de voorziene meetmethodes voor lozing van afvalwater. Het volume opgepompt grondwater, gemeten conform hoofdstuk 5.53 van Vlarem II, is gelijk aan het volume water dat geloosd zal worden.
Voorstel is om de kwaliteit van het geloosde grondwater te bepalen door staalnames via een aftapkraan.
Hiermee kan akkoord gegaan worden gezien de bemaling in tijd beperkt is.
Bodem
Het bedrijf valt met volgende rubrieknummers uit de Vlaremindelingslijst onder de categorie van risico-inrichting: 3.6.3.2° ; waarbij categorie A van toepassing is:
A - oriënterend bodemonderzoek verplicht bij overdracht, sluiting en faillissement, en om de 20 jaar
Gelet op artikel 21 2° van het Vlarebo wordt een tijdelijke inrichting niet beschouwd als risicogrond wat maakt dat de gronden niet opgenomen moeten worden als risicogrond in Mistral Ovam.
Binnen het projectgebied liggen gekende risicogronden die binnen de invloedsstraal van de bemaling vallen met gevolg dat een significante impact kan ontstaan op de bodem. Voor de locatie te Dorpsstraat 22 (voormalige droogkuis) is via desktoponderzoek gebleken dat een impact verwacht wordt tgv de bemaling op de aanwezige verontreinigingen. Op deze site is reeds een bodemsaneringsproject uitgevoerd, echter nog niet gefinaliseerd. Indien uit monitoring blijkt dat de verontreiniging wordt aangetrokken kan een tegenbemaling geactiveerd worden en aangesloten worden op een waterzuiveringsinstallatie, met een max. debiet van 550 m³/dag.
Gelet op bovenstaand risico worden rubrieken 3.4.2° lozing bedrijfsafvalwater en 3.6.3.2° afvalwaterzuiveringsinstallatie aangevraagd. Uit staalnames moet blijken of de lozingsnormen overschreden worden.
De aanbevelingen (Monitoring) in de bemalingsnota dienen meegenomen te worden tijdens de uitvoering.
“Om de bemaling zoals hierboven beschreven te monitoren, raden wij de volgende zaken aan:
• Het monitoren van de grondwaterstand door middel van 3 peilbuizen en dit zowel voor als tijdens de bemaling.
• Het plaatsen van debietsmeters conform de wetgeving en deze dienen met regelmatigheid gecontroleerd te worden op goede werking.
• Het bijhouden van een logboek met de waargenomen debieten en grondwaterstanden. Dit logboek is te allen tijde aanwezig op de werf.
• Het monitoren van de grondwaterkwaliteit tijdens de bemaling.
Op basis van de huidige bemalingsstudie volstaat deze aanpak. Indien uit de bijkomende studies (GWO, effectenbespreking,…) blijkt dat er bijkomende monitoring noodzakelijk is, dient die bovenop deze minimale monitoring voorzien te worden.”
Geluidshinder
Geluidshinder kan afkomstig zijn van de werfmachines en werfverkeer.
Voor wat de bemaling betreft, kan dit afkomstig zijn van de tijdelijke waterzuiveringsinstallatie en ev. noodstroomgenerator.
De werken zullen plaatsvinden tijdens de dag. De bemaling is beperkt in tijd.
Grondwaterwinning
Een tijdelijke grondwatertafelverlaging voor de aanleg van verschillende rioleringsstrengen in de Dorpsstraat, Kerkplein, Rozenkransweg, Heuvenstraat en Genkerbaan wordt gevraagd. De werken worden opgedeeld in 2 hoofdfasen. De bemaling zal gebeuren via onttrekkingsputten om een maximale grondwatertafelverlaging te bekomen van 4,1 m-mv.
Het effluent van het bemalingswater kan ter hoogte van de aanwezige vijver geïnfiltreerd worden (indien de kwaliteit dit toelaat). Verder wordt het bemalingswater geloosd in de Roosterbeek.
Het bemalingswater dient maximaal geïnfiltreerd en/of geloosd te worden op een oppervlaktewater of in een kunstmatige afvoerweg voor hemelwater.
Het maximale initiële debiet bedraagt ca. 2.355 m³/dag voor fase 2.1. Voor de gehele bemaling wordt een verwacht volume opgepompt van 89.267 m³ voor een totale duur van 64 dagen. Met de bijkomende (tegen)bemaling komt het jaardebiet van 99.496 m³. De bemaling wordt in fases opgestart vandaar dat er een duurtijd van 2 jaar gevraagd wordt.
Advies VMM
Gelet op het gunstig advies van VMM, afdeling afvalwater, dd 29.03.2023, zijnde:
Naast de algemene lozingsvoorwaarden voor het lozen van bedrijfsafvalwater op oppervlaktewater gelden volgende bijzondere lozingsvoorwaarden (emissiegrenswaarden):
Parameter | Lozingsnorm | Eenheid |
Arseen | 10 | μg/l |
Alle individuele PFAS-parameters | 100 | ng/l |
Cis+trans-1,2-Dichlooretheen | 50 | μg/l |
Vinylchloride | 1 | μg/l |
VOCl som (VOCl 11+vinylchloride | 100 | μg/l |
In afwijking op artikel 4.2.5.1.1. § 1 van Vlarem II wordt de hoeveelheid grondwater dewelke opgepompt en afgevoerd wordt, bepaald d.m.v. een meetmethode conform hoofdstuk 5.53 van Vlarem II. Om de kwaliteit van het geloosde grondwater te bepalen, zullen er staalnames gedaan worden via een aftapkraan.
Voorwaarden
Gelet op bovenstaande motivering worden volgende voorwaarden voorgesteld:
Naast de algemene lozingsvoorwaarden voor het lozen van bedrijfsafvalwater op oppervlaktewater gelden volgende bijzondere lozingsvoorwaarden (emissiegrenswaarden):
Parameter | Lozingsnorm | Eenheid |
Arseen | 10 | μg/l |
Alle individuele PFAS-parameters | 100 | ng/l |
Cis+trans-1,2-Dichlooretheen | 50 | μg/l |
Vinylchloride | 1 | μg/l |
VOCl som (VOCl 11+vinylchloride | 100 | μg/l |
In afwijking op artikel 4.2.5.1.1. § 1 van Vlarem II wordt de hoeveelheid grondwater die opgepompt en afgevoerd wordt, bepaald d.m.v. een meetmethode conform hoofdstuk 5.53 van Vlarem II. Om de kwaliteit van het geloosde grondwater te bepalen, zullen er staalnames gedaan worden via een aftapkraan.
- De aanbevelingen (Monitoring) in de bemalingsnota dienen meegenomen te worden tijdens de uitvoering.
- Het bemalingswater dient maximaal geïnfiltreerd en/of geloosd te worden op een oppervlaktewater of in een kunstmatige afvoerweg voor hemelwater.
- Aandachtspunt:
Gelet op artikel 21 2° van het Vlarebo wordt een tijdelijke inrichting niet beschouwd als risicogrond wat maakt dat de gronden niet opgenomen moeten worden als risicogrond in Mistral Ovam.
De rubrieken luiden als volgt:
Vergunningstermijnen
Het omgevingsproject vraagt een omgevingsvergunning van bepaalde duur namelijk termijn 24 maanden.
Resultaten van het openbaar onderzoek
Er werd één bezwaarschrift ingediend, dat luidt als volgt:
“1 . Genkerbaan - aansluiting met de Grote Eqqestraat
Cliënte is eigenaar van het onroerend goed gelegen Grote Eggestraat 1.A.
Ik kan slechts vaststellen dat het ontwerp zoals uitgetekend ter hoogte van de woning van mijn cliënte manifest in strijd zijn met het rechterlijk gewijsde van de op 19.12.2006 (Vred. HOUTHALENHELCHTEREN) en 26.11.2007 (Burg. Rb. HASSELT) tussengekomen vonnissen ; procedure genoegzaam bekend bij cliëntes tegenpartij, zijnde de Gemeente ZONHOVEN.
Het huidige ontwerp, deel uitmakende van de aanvraag omgevingsvergunning, in strijd is met het rechterlijk gewijsde klevend aan voormelde vonnissen.
Het bezwaar van cliënte mag dan wel geen stedenbouwkundig bezwaar uitmaken, ingevolge definitieve rechterlijke uitspraak staat vast dat de Gemeente ZONHOVEN op geen enkele wijze kan beschikken over cliëntes eigendom
Elk eventueel voorbehoud van de zijde van de Gemeente ZONHOVEN is zonder voorwerp. De rechterlijke uitspraken voormeld strekken de Gemeente ZONHOVEN tot wet.
Voor zoveel als nodig verwijst cliënte naar de gevestigde rechtspraak van de Raad van State, arrest d.d. 16.06.1981 (OPSTAELE) :
“Geen enkele wets- of verordeningsbepaling telt uitdrukkelijk dat aanvragen om een stedenbouwkundige vergunning slechts door de eigenaars van de grond of de houders van het bouwrecht kunnen worden ingediend maar een aanvraag om een stedenbouwkundige vergunning heeft slechts zin wanneer zij uitgaat van of gedaan wordt in naam van de eigenaar, de houder van een zakelijk recht of bouwrecht, kortom van een aanvrager die in rechte de mogelijkheid heeft om de vergunning desgevallend ook uit te voeren ; dat in het geval de vergunningsverlenende overheid pertinent weet dat de aanvrager niet over de mogelijkheid beschikt, vermag zij de stedenbouwkundige vergunning te weigeren ” (vette druk en onderlijning toegevoegd door concluante)
Besluit sub 1 :
Gezien het rechterlijk gewijsde van voormelde uitspraken is er onmiskenbaar sprake van een “pertinent weten” in hoofde van de Gemeente ZONHOVEN dat zij geen mogelijkheid heeft om te beschikken over cliëntes eigendom.
Dit onderdeel van het bezwaarschrift dient dan ook ontvankelijk en gegrond te worden verklaard.
2. Aanleg bushalte Genkerbaan ter hoogte van perceel 77L2
Cliënte is eigenaar van de aangrenzende eigendom, waarin een in- en uitrit, c.q. poort voor toegang van voertuigen.
Cliënte geniet deze doorgang sedert meer dan 30 jaar. (bijlage 1 )
De thans geplande uitvoering maakt elke toegang tot het perceel 77L2 onmogelijk
Het bezwaar van cliënte is dubbel.
Enerzijds dient een doorgang voorzien in de geplande beplanting vóór de betreffende poort
Anderzijds dient een aansluiting met de Genkerbaan gerealiseerd te worden zonder dat cliënte geconfronteerd wordt met een niveauverschil van 16 à 18 cm (verhoogde bushalte), zijnde een hoogteverschil dat niet te nemen valt met een voertuig op luchtbanden.
Naar aanleiding van een voorgaande vergunningsaanvraag repliceerde de gemeente ZONHOVEN op cliëntes gelijklopend bezwaar als volgt:
De eigenaar van perceel 77L2 heeft een klein hek hetwelk uitkomt op privaat eigendom van de gemeente. Dit hek geeft, gezien de beperkte ruimte op het eigen perceel, zeker geen toegang voor voertuigen. Bovendien zijn er voor het perceel in kwestie, waar de geplande bushaven wordt ingeplant, momenteel parkeerplaatsen voorzien. Hierdoor was de eigendom al niet toegankelijk in de huidige situatie,
Het perceel blijft bovendien nog steeds bereikbaar via de achterzijde van het perceel, grenzend aan de Grote Eggestraat.
Dat het evenwel niet handelt om een ' klein hek’ met ' beperkte ruimte op het eigenperceel' maar om een poort (met 2 vleugels), voldoende om doorrit te verschaffen aan een personenwagen en/of aanhangwagen, waarbij er op het eigen perceel voldoende ruimte is om deze personenwagen en/of
aanhangwagen te stallen (bijlage 2)
Dat er reeds een parkeerplaats is tussen de poort en de rijbaan, is geen voldoende reden om de doorgang die cliënte kan nemen ongedaan te maken. De betreffende parkeerplaats heeft slechts een tijdelijke verhindering van de doorgang tot gevolg, terwijl de aanleg van de beplanting en/of een bushalte( met een hoogte van hetzij 18 cm, hetzij 16 cm) een definitieve verhindering van de doorgang oplevert.
Voor zoveel als nodig :
Cliënte betwist de bereikbaarheid via de achterzijde van het perceel, nu een gedeelte van haar achterliggende gronden (langsheen de Grote Eggestraat) bij vonnis d.d. 12.08.1975 onteigend werden door de Gemeente ZONHOVEN
Terecht stelde de Deputatie van de Provincie LIMBURG in haar beslissing d.d. 16.12.2006 :
Overwegende dat het hek van mevrouw WILLEMS inderdaad voldoende breed is om voertuigen doorgang te geven ; dat de doorgang echter gebeurt over perceel 75c, privaat eigendom van de gemeente ; dat de voorziene aanleg enkel kan aanvaard worden voor zover aan beroepster en uitgang via de Grote Eggestraat kan gegarandeerd worden ; dat deze garanties ontbreken ; dat het verzoekschrift ook op dit punt dient bijgetreden te worden .
Cliëntes eigendom is, ingevolge voormelde onteigening, niet ontsloten aan de achterzijde.
Besluit sub 2
Het bezwaar dient in die mate gegrond te worden verklaard, dat cliëntes doorgang vanaf de betreffende poort naar de Genkerbaan kan genomen worden met een voertuig( op luchtbanden) zonder belemmering door het aan te leggen groen, en zonder belemmering door enig hoogteverschil.
Dit onderdeel van het bezwaarschrift dient dan ook ontvankelijk en gegrond te worden verklaard.
3. Bushalte Heuvenstraat 5
De huidige inplanting van de infrastructuur van de bushalte (c.q. wachthokje) :
Hypothekeert de commerciêle uitstraling van het pand Heuvenstraat 5
Belemmert de lichten en zichten vanaf het pand Heuvenstraat 5
Een beperkte verplaatsing van het straatmeubilair van de bushalte dient overwogen te worden.”
De gemeentelijke omgevingsambtenaren nemen omtrent dit bezwaarschrift het volgende standpunt in:
Het bezwaar m.b.t. de eigendomssituatie: De werken mogen alleen plaatsvinden op het openbaar domein. Er mogen geen werken worden uitgevoerd op private eigendom. Dit zal worden opgenomen als voorwaarde in de omgevingsvergunning.
Het bezwaar m.b.t. de in-en uitrit Genkerbaan: Tijdens de uitvoering van de werken dient er rekening worden gehouden met de bestaande in- en uitrit. Uit gevoerde besprekingen met de bezwaarindiener blijkt dat bezwaarindiener akkoord kan gaan met een ontsluiting over de bestaande parkeerplaatsen. Hierbij zal het voorziene groen voor de poort niet mogen worden aangelegd en dient de toegang gewaarborgd te blijven. Dit zal worden opgenomen als voorwaarde in de omgevingsvergunning.
Het bezwaar m.b.t. de bushalte Heuvenstraat 5: In samenspraak met de bezwaarindiener zal de bushalte beperkt verplaatst worden, waardoor er tegemoet wordt gekomen aan bovenstaand bezwaar.
Het bezwaar is ontvankelijk en gegrond.
Bespreking van de adviezen
Advies Droogzuiging
Het advies van de Vlaamse Milieumaatschappij d.d. 29/03/2023 is voorwaardelijk gunstig:
VMM adviseert gunstig voor:
- rubriek 3.4.2°: het lozen van 98 m³/uur – 2.355 m³/dag – 99.496 m³/jaar bedrijfsafvalwater, bestaande uit potentieel verontreinigd bemalingswater, in oppervlaktewater (de Roosterbeek) via LP1, dit onrechtstreeks via gracht of RWA-leiding. De vergunningstermijn moet ingeperkt worden tot maximaal 24 maanden vanaf de melding ‘start der werken’.
- rubriek 3.6.3.2°: het lozen van 25 m³/uur – 600 m³/dag – 99.496 m³/jaar bedrijfsafvalwater, bestaande uit potentieel verontreinigd bemalingswater, via een waterzuiveringsinstallatie in oppervlaktewater (de Roosterbeek) via LP2, dit onrechtstreeks via gracht of RWA-leiding. De vergunningstermijn moet ingeperkt worden tot maximaal 24 maanden vanaf de melding ‘start der werken’.
Naast de algemene lozingsvoorwaarden voor het lozen van bedrijfsafvalwater op oppervlaktewater gelden volgende bijzondere lozingsvoorwaarden (emissiegrenswaarden):
Parameter | Lozingsnorm | Eenheid |
Arseen | 10 | μg/l |
Alle individuele PFAS-parameters | 100 | ng/l |
Cis+trans-1,2-Dichlooretheen | 50 | μg/l |
Vinylchloride | 1 | μg/l |
VOCl som (VOCl 11+vinylchloride) | 100 | μg/l |
In afwijking op artikel 4.2.5.1.1. § 1 van Vlarem II wordt de hoeveelheid grondwater die opgepompt en afgevoerd wordt, bepaald d.m.v. een meetmethode conform hoofdstuk 5.53 van Vlarem II. Om de kwaliteit van het geloosde grondwater te bepalen, zullen er staalnames gedaan worden via een aftapkraan.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden.
8. ADVIES GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR
Stedenbouwkundig Advies
Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag deels in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen, en dat het gevraagde verenigbaar is met een goede ruimtelijke ordening, mits het opleggen van voorwaarden.
Milieu Advies
Uit bovenstaande motivering blijkt dat de uitbating in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen, mits het opleggen van voorwaarden.
Dit voor volgende rubrieken:
Rubriek | Omschrijving | Hoeveelheid | Klasse |
3.4.2° | Lozing van bemalingswater dat gevaarlijke stoffen bevat, vermeld in bijlage 2C, in concentraties hoger dan het IC. (Nieuw) | 98 m³/uur 2355 m³/dag 99.496 m³/jaar | 2 |
3.6.3.2° | Afvalwaterzuiveringsinstallaties voor de behandeling van bedrijfsafvalwater van meer dan 5 m³/h t/m 50 m³/h. (Nieuw) | 25 m³/uur 600 m³/dag 99.496 m³/jaar | 2 |
53.2.2°b)2° | Grondwaterwinning (bemaling), met een jaardebiet van 99.496 m³/jaar. . Maximum grondwaterverlaging tot 4.1 m-mv. (Nieuw) | 99496 m³/jaar | 2 |
De vergunningstermijn moet ingeperkt worden tot maximaal 24 maanden vanaf de melding ‘start der werken.
Er wordt akkoord gegaan met gevraagde bijstellingen voor artikel 4.2.3.1.3° en 4.2.5.1.1.§1.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar adviseert volgende voorwaarden op te leggen:
Bijzondere milieuvoorwaarden
• De vergunningstermijn moet ingeperkt worden tot maximaal 24 maanden vanaf de melding ‘start der werken’.
• De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies van de Vlaamse Milieumaatschappij, Afvalwater en lucht, moeten gevolgd worden.
• De aanbevelingen (Monitoring) in de bemalingsnota dienen meegenomen te worden tijdens de uitvoering.
• Het bemalingswater dient maximaal geïnfiltreerd en/of geloosd te worden op een oppervlaktewater of in een kunstmatige afvoerweg voor hemelwater.
• Aandachtspunt: Gelet op artikel 21 2° van het Vlarebo wordt een tijdelijke inrichting niet beschouwd als risicogrond wat maakt dat de gronden niet opgenomen moeten worden als risicogrond in Mistral Ovam.
Stedenbouwkundige voorwaarden
• De 3 insteekparkeerplaatsen die gecreëerd worden op openbaar domein langs de gewestweg (Heuvenstraat) mogen niet uitgevoerd worden. Indien deze noodzakelijk zijn, dienen deze in de langsrichting van de gewestweg te worden uitgevoerd.
• De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies van de dienst facilitair management, moeten gevolgd worden.
• De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer, moeten gevolgd worden.
• De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies van de brandweer, Hulpverleningszone Zuid-West Limburg, moeten gevolgd worden.
• De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies van Inter Vlaanderen, moeten gevolgd worden.
• De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies van de provinciale dienst Water en domeinen, moeten gevolgd worden.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar d.d. 25/04/2023 en volgt dit standpunt integraal.
Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het voorwaardelijk afleveren van de omgevingsvergunning aan Gemeente Zonhoven gevestigd te Kerkplein 1 te 3520 Zonhoven voor het heraanleggen van de verharding en deels ontharden van de n715 en de genkerbaan, het rooien van bomen en neemt akte van de melding voor bemalingswerken voor de aanleg van rioleringsstrengen, gelegen te Dorpsstraat 2, 4, 4A, 6, 8, 10, 12, 18, 20, 22, Genkerbaan 2, Grote Eggestraat 1A, Heuvenstraat 2, 3, 9, 11, 13, Kerkplein 60 en 62 kadastraal gekend als afdeling 1 sectie B nrs. 541G, 547B, afdeling 2 sectie C nrs. 568V, 569C, 569E, afdeling 3 sectie E nrs. 75C, 81A2, 81S, 81B2, sectie F nrs. 2H en 8L.
De aanvraag voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit omvat:
Rubriek | Omschrijving | Hoeveelheid | Klasse |
3.4.2° | Lozing van bemalingswater dat gevaarlijke stoffen bevat, vermeld in bijlage 2C, in concentraties hoger dan het IC. (Nieuw) | 98 m³/uur | 2 |
3.6.3.2° | Afvalwaterzuiveringsinstallaties voor de behandeling van bedrijfsafvalwater van meer dan 5 m³/h t/m 50 m³/h. (Nieuw) | 25 m³/uur | 2 |
53.2.2°b)2° | Grondwaterwinning (bemaling), met een jaardebiet van 99.496 m³/jaar. . Maximum grondwaterverlaging tot 4.1 m-mv. (Nieuw) | 99496 m³/jaar | 2 |
Volgende voorwaarden wordt opgelegd:
Bijzondere milieuvoorwaarden
Stedenbouwkundige voorwaarden