Terug
Gepubliceerd op 10/05/2023

2023_CBS_00493 - OMV - Gunstig advies - 2023/00043 - Schutenseweg, Donkeindeweg (deel), Schoenmakersweg, Keurstraat, Bremstraat, Beemdstraat, Varenstraat (deel) - Goedkeuring

College van burgemeester en schepenen
di 02/05/2023 - 13:30 schepenzaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur

Secretaris

Bart Telen, Algemeen directeur
2023_CBS_00493 - OMV - Gunstig advies - 2023/00043 - Schutenseweg, Donkeindeweg (deel), Schoenmakersweg, Keurstraat, Bremstraat, Beemdstraat, Varenstraat (deel) - Goedkeuring 2023_CBS_00493 - OMV - Gunstig advies - 2023/00043 - Schutenseweg, Donkeindeweg (deel), Schoenmakersweg, Keurstraat, Bremstraat, Beemdstraat, Varenstraat (deel) - Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR

De aanvraag omvat wegenis- en rioleringswerken in de Schutenseweg, Donkeindeweg (deel), Schoenmakersweg, Keurstraat, Bremstraat, Beemdstraat, Varenstraat, Ranonkelstraat, Slangbeekweg (deel). Hierbij wordt het reliëf van de bodem gewijzigd omwille van de uitbreiding van het bufferbekken, worden er bomen gerooid en wordt er ontbost. Tenslotte zal er ook een bemaling plaatsvinden. 

De aanvraag werd op 15 december 2022 ontvangen.

Op 15 maart 2023 werd de aanvraag ontvankelijk en volledig verklaard.

De gewone vergunningsprocedure wordt gevolgd. 

Er werd een openbaar onderzoek gehouden, lopende van 25 maart 2023 tot en met 23 april 2023, gesloten met 15 bezwaarschriften

GEGEVENS VAN HET BEDRIJF 

De aangevraagde activiteiten zijn een verlaging van de grondwatertafel om de rioleringswerken te kunnen uitvoeren. Huidige aanvraag behelst een nieuwe aanvraag.  

HISTORIEK VAN HET EIGENDOM WAAROP DE AANVRAAG BETREKKING HEEFT

Voor het perceel van de aanvraag werden geen eerdere uitspraken gedaan of beslissingen genomen. 

Uit de gegevens waarover de gemeente beschikt, blijkt niet dat voor het voorwerp van de aanvraag een PV is opgesteld noch dat een meerwaarde werd opgelegd of dat op het goed een vonnis of arrest rust. Er zijn ook geen geschriften bekend waaruit zou blijken dat er wederrechtelijke werken werden uitgevoerd. 

OPENBAAR ONDERZOEK

Overeenkomstig artikel 17 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hoofdstuk 3 Toepassingsgebied van de gewone en vereenvoudigde procedure, artikels 11 t.e.m. 14 van het besluit tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning, werd dit dossier volgens de gewone procedure behandeld. Er werd bijgevolg een openbaar onderzoek gehouden. 

Het openbaar onderzoek werd georganiseerd van 25 maart 2023 tot en met 23 april 2023. 

Er werden 15 bezwaren ingediend. 

Gelet op de vereisten die de Raad voor Vergunningsbetwistingen ter zake oplegt aan de vergunningsverlener: 

Om te voldoen aan de opgelegde motiveringsverplichting volstaat het dat de vergunningverlener in haar beslissing de redenen vermeldt waarop deze is gesteund. 

Zij is er niet toe gehouden alle in de loop van de procedure aangevoerde bezwaren één voor één te beantwoorden (RvVb/A/1516/0884 van 31 maart 2016, in dezelfde zin: RvVb nr. A/2015/0261 van 21 april 2015 en RvVb/A/1516/0239 van 24 november 2015).

De bezwaarschriften werden onderzocht en kunnen als volgt worden samengevat en beoordeeld: 

Bezwaar 1 heeft betrekking op Keurstraat 21:

  • De 2 bomen op de perceelgrens door jullie worden geveld en verwijderd op jullie kosten.
  • De berm wordt heraangelegd zoals heden, m.a.w. geen gras.
  • Splitsing van afval- en regenwater op jullie kosten. 

Bezwaar 2 + 3 hebben betrekking op de Keurstraat:

  • Graag alle bomen in de Keurstraat verwijderen en nieuwe aanplanten. Mooier en oude bomen deels verrot met gevaar van omvallen, overhangende takken en veel last van bladeren.
  • De berm heraanleggen in kiezel i.p.v. gras (gras wordt kapotgereden, moet gemaaid worden,…) 

Bezwaar 4 heeft betrekking op Keurstraat 19:

  • in de plaats van gras aan weerszijden van de inrit, graag kiezel (split) met worteldoek. Deze plaatsen worden nl. gebruikt als parkeerplaatsen voor onze kinderen en bezoekers. 

Bezwaar 5 heeft betrekking op grondgebied Hasselt (perceel sectie G nummer 31/F/2 - Kempische steenweg 584):

Wij zijn niet tegen de start van de werken maar wel tegen de start van de werken op ons grondgebied, zolang er geen akkoord is gevonden over de onteigening van onze grond

van (1a62ca). 

Bezwaar 6 + 7 (identiek door zelfde eigenaar) en bezwaar 11 hebben betrekking op Donkeindeweg (perceel 642K5):

  • Wij hebben de plannen voor de riolering bekeken bij de publicatie op 25 maart 2023 en hebben vastgesteld dat er buizen (90cm) doormeter kort langs de grens aan mijn perceel zijn gepland. Welke beperkingen brengen deze mee m.b.t. bouwmogelijkheden op mijn perceel langs de ganse diepte van mijn perceel zo ongeveer 90 meter.
  • Blijkbaar bestaat er ook een ander plan waar de buizen op mijn perceel liggen, hetgeen de bouwmogelijkheden op dat perceel gigantisch beperkt, hetgeen niet aanvaardbaar is. Het eigendom dient in de staat waar het zich nu bevindt blijven. 
  • De bestaande bomen op mijn eigendom dienen behouden te blijven en mogen niet beschadigd worden door de werken en de droogzuiging.

Ik ga niet akkoord met de inleg van de buizen: niet naast mijn grond en onder geen voorwaarden niet op mijn grond. 

Bezwaar 8 + 9 hebben betrekking op gronden gelegen tussen de Schoenmakersweg en Donkeindeweg (perceel 640Z16 en 640C22):

  • De buizen die nu voorzien zijn over onze percelen zijn overbodig indien men een verbinding over de weg maakt van de Schoenmakersweg richting de Donkeindeweg of een aansluiting maakt met de Slangenbeek.
  • We maken ons zorgen over de keuze van poreuze buizen. Er is momenteel reeds wateroverlast, door het leggen van poreuze buizen bestaat de mogelijkheid dat dit toeneemt waardoor de grond moerassig wordt.
  • De werkzone die voorzien is kan bij een latere verkaveling van de percelen voor een mogelijk bezwaar zorgen indien hier bouwzone op voorzien zou worden.
  • Ter hoogte van perceel 640Z16 (Schutenseweg 46) is aan de straatzijde geen verbinding van de regenwaterriolering voorzien. Hierdoor kan deze woning niet op het regenwater worden aangesloten
  • We maken ons ook zorgen over de uitvoering van bronbemaling dicht tegen de bestaande woning op perceel 640Z16 (Schutenseweg 46) 

Bezwaar 10 heeft betrekking op grondgebied Hasselt (Ranonkelstraat):

1) Wij dienen hierbij een bezwaar in tegen het onteigeningsplan 7402 dat bijgevoegd is in het hierboven vernoemd OMV dossier 2022135137: waarvan ons huis deel uit maakt. Ons huis is gelegen te  Ranonkelstraat 12, sectie 5,Nr 38/02/E op uw plan. 

2)Dit bezwaar dienen wij in conform het Vlaams onteigeningsdecreet van 24/02/2017 en op basis van volgende punten:

- Artikel 3 punt 5: Art 16 van de grondwet zegt dat de onteigening slechts mogelijk is tegen een billijke en voorafgaandelijke schadeloosstelling: is niet in orde.

- Tot heden hebben wij geen schriftelijk bod ontvangen van de bevoegde instantie om ons goed minnelijk te kunnen verwerven.

- Ook werd ons nooit medegedeeld wat de vooropgestelde minnelijke onderhandelingstermijn is, zoals omschreven staat in art 10 punt 6 van dit onteigeningsdecreet.  

3)Ook dienen we een bezwaar in tegen de onteigeningsnoodzaak: naar onze mening is er ruimte genoeg om de nutsvoorzieningen te voorzien op de huidige openbare weg en/of stadsgrond. 

Ons bezwaar is dus voornamelijk gefundeerd tegen de onteigening van onze grond. 

Wij staan alsnog wel open om een billijke en voorafgaandelijk schriftelijk voorstel tot schadeloosstelling te ontvangen zoals voorzien in het onteigeningsdecreet.  

Bezwaar 12 heeft betrekking op Donkeindeweg 67: 

Bezwaar tegen het kappen/verwijderen van groen en struiken. Ze staan er al zo lang, ze geven veel rust en er moet een andere oplossing gevonden worden. 

Bezwaar 13 heeft betrekking op de Schutenseweg:

ik wil graag de opmerking maken dat deze werken de kans bieden om de verkeersveiligheid van de omgeving te verhogen alsook sluikstorten tegen te gaan. Door het ontmoedigen van verkeer dat een kortere weg neemt vanuit bijvoorbeeld Halveweg richting Hasselt via de Schutenseweg, Beverzakbroekweg en Varenstraat, verlaagt het risico voor aanrijding van de vele (schoolgaande) fietsers. Bovendien zal het aantal in de berm geworpen lege drankblikjes etc hierdoor afnemen. 

Bezwaar 14 heeft betrekking op de Donkeindeweg 77 (perceel 640Y20):

  • Op 02/08/2022 werd er op mijn perceel een omgevingsvergunning afgeleverd.

Op het voorliggende plan wordt er op mijn perceel een buis met diameter 90cm voorzien in de zijtuinstrook. Op het vergunde plan van mijn woning is in deze zone een infiltratieput voorzien. De voorziene buizen zijn in conflict met de infiltratieput die hier geplaatst zal worden.

  • De ingetekende werfzone is in conflict met de locatie van de te bouwen woning. Bijgevolg kan de werkzone op deze locatie onmogelijk voorzien worden.
  • Ik maak mij ook zorgen over de keuze van een poreuze buis. Het perceel is momenteel reeds zeer drassig. Door al het regenwater van de Schutenseweg via mijn perceel d.m.v. een poreuze buis af te leiden zal dit er zeker niet op verbeteren, integendeel.
  • Bijkomend maak ik mij zorgen indien er op zo een extreem korte afstand (minder dan 1,5 m) van mijn woning een bronbemaling en graafwerken tot minstens 2 m diep uitgevoerd zouden worden. Dewelke voor schade/verzakking kan zorgen aan onze kelder/woning.

Door al deze punten kan ik er bijgevolg niet mee akkoord gaan dat er op mijn perceel een regenwaterbuis geplaatst zal worden. 

Bezwaar 15 heeft betrekking op Donkeindeweg (perceel 642F5):

Het is bij het aanleggen van de riolering tijd om de electriciteitspaal die een onderaannemer van Fluvius op mijn perceel en achter de rooilijn heeft geplaatst,  weer op openbaar domein te verplaatsen.  Fluvius, noch de onderaannemer hadden daar mijn toelating voor. 

Mijn buurman heeft zijn tuin heraangelegd en aangevraagd en verkregen dat de paal,  die voor zijn inrit stond, verplaatst werd. Ik had daar toen geen probleem mee. Wist ik niet op voorhand dat ze die paal achter de rooilijn gingen zetten.  De korte groene paal is de "paalsteen". Bij het leggen van een inrit of afsluiting, als hier gebouwd word, staat die in de weg.

Ik heb al eerder aangetekend Fluvius hiervan verwittigd, maar ze waren niet zo attent om mij hierop een antwoord te geven. 

Verder zou ik het ten zeerste op prijs stellen als er geen bomen zouden gekapt worden bij het uitvoeren van de rioleringswerken.   Iedereen heeft de mond vol over de natuur en dat we best zo veel mogelijk vergroenen. Laten we het groen dat er al voorhanden is, dan ook koesteren en behouden.” 

De gemeentelijke omgevingsambtenaren nemen omtrent deze bezwaarschriften alvast het volgende standpunt in: 

Het bezwaar m.b.t. het terug aanleggen van de berm in de oorspronkelijke staat, m.n. kiezel i.p.v. gras.

De gemeente voorziet bij de herinrichting van wegen buiten het centrum van Zonhoven in een groene inrichting van de bermen om het landelijk karakter van de gemeente Zonhoven te vrijwaren. De gemeente volgt hierbij ook de ruimtelijke strategie van Vlaanderen waarbij wordt ingezet op ontharden. Tenslotte veroorzaakt te veel verharding bijkomende hittestress, droogte en wateroverlast. Daarom kunnen in de bermen enkel de noodzakelijke toegang(en) tot het perceel worden verhard en kunnen de verhardingen, dewelke reeds eerder werden vergund, behouden blijven in de bermen. Voor het overige wenst de gemeente de bermen in te zaaien met gras al dan niet voorzien van de aanplant van bomen. Het parkeren dient te gebeuren op eigen perceel of op straat waar toegelaten. Het bezwaar wordt niet weerhouden. 

Het bezwaar m.b.t. het verwijderen van alle bomen in de Keurstraat (oude bomen deels verrot met gevaar van omvallen, overhangende takken en veel last van bladeren) en het aanplanten van nieuwe bomen.  Voorliggende aanvraag werd in samenspraak met de gemeente opgemaakt en er werd geoordeeld dat de te behouden bomen nog in goede gezondheid verkeren. Het behoud van gezonde bomen in het straatbeeld zorgt er voor dat het landelijk karakter van de gemeente Zonhoven gevrijwaard blijft. Het bezwaar wordt niet weerhouden.

 Het bezwaar dat deze werken de kans bieden om de verkeersveiligheid van de omgeving te verhogen

Voorliggende aanvraag bestendigt louter de bestaande weginfrastructuur en de bestaande verkeerssituatie. Er is geen weet van verkeersonveilige situaties in de omgeving. Het bezwaar wordt niet weerhouden. 

Het bezwaar m.b.t. de aan te leggen RWA buis op de gronden gelegen tussen de Schoenmakersweg/Schutenseweg en Donkeindeweg (percelen 640Z16, 640C22 en 640Y20) die de RWA-riolen binnen deze straten met elkaar verbindt.

In de omgevingsvergunning (OMV_2022058730) afgeleverd op 2 augustus 2022 voor het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning op het eigendom gelegen Donkeindeweg 77 (afdeling 3 sectie F nr. 640Y20) werd o.a. het volgende opgenomen: 

“De aanvraag voldoet aan deze stedenbouwkundige verordening. 

De aanvraag voldoet echter niet aan de adviezen van Fluvius en de dienst Patrimonium (zie verder). 

Er dient bijgevolg voldaan te worden aan de voorwaarden gesteld in het advies van resp. Fluvius en de dienst Patrimonium (zie verder).

Het advies van 30/06/2022 van de dienst Patrimonium is voorwaardelijk gunstig:

“Naar aanleiding van het toekomstig riolerings- en wegenisproject 'Schutenseweg' wordt de gracht in de Donkeindeweg vooraan gedempt. Voor het regenwater dient er een poreuse betonbuis diam. 900 aangelegd te worden van Donkeindeweg naar Schutenseweg ter hoogte van de bestaande gracht. De overloop van de infiltratieput dient via een aparte leiding naar de Donkeindeweg te gaan en via een RWA aansluitputje naar de riolering te gaan.

De huidige gracht mag momenteel niet ingebuisd worden met een diameter 250, daar deze diameter te klein is voor het huidige regenwater dat in deze gracht terecht komt.”

De gemeentelijke omgevingsambtenaren sluiten zich aan bij dit advies 

EINDADVIES

Uit bovenstaande motiveringen blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen inzake milieu en ruimtelijke ordening, en dat het voorgestelde ontwerp deels verenigbaar is met de goede plaatselijke ordening en met zijn onmiddellijke omgeving. 

De aanvraag is niet vatbaar voor een omgevingsvergunning voor de inbuizing van de gracht langs de linker perceelsgrens en het kappen van de rechtse eikenboom.

Riolering:

5) Er dient voldaan te worden aan de voorwaarden en aanbevelingen opgelegd in het advies van de dienst Patrimonium;

6) Er dient voldaan te worden aan de voorwaarden en aanbevelingen opgelegd in het advies van Fluvius;” 

Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het afleveren van een gedeeltelijke omgevingsvergunning met voorwaarden aan de aanvrager.

Het college van burgemeester en schepenen weigert de omgevingsaanvraag voor de inbuizing van de gracht langs de linker perceelsgrens en voor het kappen van de rechtse eikenboom zoals weergegeven op de/het ingediende plannen.

Het college van burgemeester en schepenen vergunt onder voorwaarden de omgevingsaanvraag voor het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning en het kappen van de (kleinere) linkse eikenboom, zoals weergegeven op de/het ingediende plannen die als bijlage de aanvraag zijn verbonden en voor zover rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarden. 

1.- Er dient voldaan te worden aan de voorwaarden en aanbevelingen opgelegd in het advies van de dienst Patrimonium;

2. Er dient voldaan te worden aan de voorwaarden en aanbevelingen opgelegd in het advies van Fluvius;” 

De eigenaar van voorliggende eigendom Donkeindeweg 77  diende voor het regenwater een poreuse betonbuis diam. 900 aan te leggen  van Donkeindeweg naar Schutenseweg ter hoogte van de bestaande gracht. Tegen deze voorwaarde werd niet in beroep gegaan bij de Deputatie waardoor er kan van uitgegaan worden dat de aanvrager akkoord was met de geformuleerde voorwaarden. Voorliggende aanvraag voorziet in de aanleg van deze poreuse betonbuis met een diam. 900 conform de opgelegde voorwaarden. Het bezwaar wordt niet weerhouden voor wat betreft het eigendom Donkeindeweg 77 (afdeling 3 sectie F nr. 640Y20). 

Voor het aanleggen van de RWA-buis op de eigendommen 640Z16 en 640C22 dient er eerst een overeenkomst gesloten te worden met de desbetreffende eigenaars. Dit betreft evenwel een burgerlijke aangelegenheid. Het bezwaar wordt derhalve niet weerhouden in voorliggende procedure. 

Het bezwaar m.b.t. het verplaatsen van een elektriciteitspaal 

Dit betreft geen stedenbouwkundige aangelegenheid en wordt in voorliggende procedure niet weerhouden.

Het bezwaar m.b.t. de bronbemaling

De werken dienen in het droge te worden uitgevoerd wat maakt dat een bemaling noodzakelijk is. De bronbemaling wordt gefaseerd uitgevoerd waarbij elke streng slechts één maand in werking zal zijn. De grondwaterverlaging ten gevolge van de bemaling is slechts tijdelijk.  Een peilgestuurde bemaling wordt toegepast om de hoeveelheid op te pompen grondwater te beperken. Gezien de beperkte duur van de bemaling wordt het bezwaar niet weerhouden. 

ADVIEZEN

Departement Landbouw en Visserij

Departement Omgeving

Provinciale dienst Water & Domeinen

Infrabel  

MILIEUEFFECTENRAPPORTAGE

Het project komt voor op bijlage III van het project-mer-besluit wat maakt dat een project MER opgemaakt moet worden, tenzij de initiatiefnemer via een project-m.e.r.-screening kan aantonen dat het project geen aanzienlijke milieueffecten zal veroorzaken.  Er werd een project-m.e.r.-screening bij de aanvraag gevoegd. De effecten op milieu en omgeving werden voldoende omschreven en uit de screening bleek dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. De POA stelt op 14 maart 2023  het volgende: “Op basis van de verstrekte gegevens in het aanvraagdossier, werd geoordeeld dat er geen milieueffectrapport over het project moet worden opgesteld.” 

STEDENBOUWKUNDIG ADVIES 

TOETSING AAN DE REGELGEVING EN VOORSCHRIFTEN

OVEREENSTEMMING MET BESTEMMINGS- EN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Gewestplan

De aanvraag is volgens het geldende gewestplan Hasselt - Genk, goedgekeurd bij Koninklijk besluit op 3 april 1979, deels gelegen in woongebied, deels gelegen in woongebied met landelijk karakter en deels gelegen in agrarisch gebied. 

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van een goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen en latere wijzigingen). 

De woongebieden met landelijk karakter zijn in hoofdzaak bestemd “voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven”. Zowel bewoning als landbouw zijn bijgevolg de hoofdbestemmingen van het gebied, en beide bestemmingen staan er op gelijke voet. Daarnaast kunnen eveneens de andere inrichtingen, voorzieningen en activiteiten, zoals in woongebied worden toegelaten (artikel 6 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen). 

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven.

Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300m van een woongebied of op ten minste 100m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden (artikel 11 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen). 

De aanvraag is niet gelegen in een Ruimtelijk Uitvoeringsplan, noch binnen een Bijzonder Plan van Aanleg. 

De aanvraag voldoet principieel aan de geldende bestemmingsvoorschriften voor de werken uitgevoerd binnen het woongebied en het woongebied met landelijk karakter. 

De werken binnen het agrarisch gebied blijven beperkt tot de uitbreiding van het bestaand bufferbekken, gelegen tegen de spoorweg, en de aanleg van een RWA-leiding hier naar toe. De uitbreiding van het bestaande bufferbekken met RWA-leiding voldoet principieel niet aan de geldende bestemmingsvoorschriften aangezien de werken niet in functie van de landbouw worden uitgevoerd. 

AFWIJKINGEN VAN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Handelingen van algemeen belang

Art. 4.4.7.§2. In een vergunning voor handelingen van algemeen belang die een ruimtelijk beperkte impact hebben, mag worden afgeweken van stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften. Handelingen van algemeen belang kunnen een ruimtelijk beperkte impact hebben vanwege hun aard of omvang, of omdat ze slechts een wijziging of uitbreiding van bestaande of geplande infrastructuren of voorzieningen tot gevolg hebben.

De Vlaamse Regering bepaalt welke handelingen van algemeen belang onder het toepassingsgebied van het eerste lid vallen. Ze kan ook de regels bepalen op basis waarvan kan worden beslist dat niet door haar opgesomde handelingen toch onder het toepassingsgebied van het eerste lid vallen. 

BESLUIT VAN DE VLAAMSE REGERING TOT AANWIJZING VAN DE HANDELINGEN IN DE ZIN VAN ARTIKEL 4.1.1, 5°, ARTIKEL 4.4.7, §2, EN ARTIKEL 4.7.1, §2, TWEEDE LID, VAN DE VLAAMSE CODEX RUIMTELIJKE ORDENING  

HOOFDSTUK II DE HANDELINGEN VAN ALGEMEEN BELANG.

Art. 2. Als handelingen van algemeen belang, zoals bedoeld in artikel 4.1.1,5° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, worden de handelingen beschouwd die betrekking hebben op:

3° de openbare waterwegen en waterlopen, alsook de bouw van de dokken en de sluizen in de havens, de aanleg van openbare bufferbekkens en overstromingsgebieden, de hermeandering van waterlopen en de uitvoering van andere waterbeheersingswerken, met inbegrip van de bijbehorende infrastructuur, zoals dienstgebouwen en andere; 

HOOFDSTUK III DE HANDELINGEN VAN ALGEMEEN BELANG DIE EEN RUIMTELIJK BEPERKTE IMPACT HEBBEN OF ALS DERGELIJKE HANDELINGEN BESCHOUWD KUNNEN WORDEN.

Art. 3.

§ 1. De volgende handelingen zijn handelingen van algemeen belang die een ruimtelijk beperkte impact hebben als vermeld in artikel 4.4.7, § 2, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. De handelingen hebben betrekking op :

9° de aanleg, wijziging of uitbreiding van ondergrondse leidingen die voor het openbaar net bedoeld zijn, en voorzieningen voor het verzamelen en afvoeren van hemel-, oppervlakte- en afvalwater en de bijbehorende kleinschalige infrastructuur, zoals controlepunten, pomp- en overslagstations;

§2. Naast de handelingen, vermeld in paragraaf 1, kunnen de volgende handelingen van algemeen belang beschouwd worden als handelingen van algemeen belang die een ruimtelijk beperkte impact hebben als vermeld in artikel 4.4.7, § 2, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. De handelingen hebben betrekking op : 

4° handelingen met betrekking tot bestaande of geplande openbare waterwegen of waterlopen, met inbegrip van de bijbehorende infrastructuur, zoals :

f) de handelingen met betrekking tot de berging of buffering voor rioleringsstelsels en regenwaterleidingen; 

Het gemotiveerd verzoek van de aanvrager conform art. 4.4.7§2 VCRO stelt:

“Het bufferbekken, dat wordt gerealiseerd in functie van de buffering van het aangevoerde hemelwater, wordt uitgegraven aansluitend bij het bestaande bufferbekken. De uitbreiding gebeurt op een vlak terrein dat is ingenomen door ruige grassen.

De uitbreiding wordt geïntegreerd in een ingesloten, kleinschalig agrarisch gebied aansluitend bij de spoorweg. Het agrarisch gebruik in de omgeving wordt bepaald door kleinschalige (paarden) weides die begrensd zijn door bomenrijen en kleine bosjes en een enkele kleinschalige akker. Het grootste gedeelte van het gebied wordt echter ingenomen door uitlopers van de landelijke woonkavels langs de Donkeindeweg. Het gebied maakt geen deel uit van de bedrijfsvoering van landbouwbedrijven.

De te behouden landbouwpercelen worden in de bestaande toestand ontsloten via private doorsteken en via de onverharde toegangsweg naar het bekken. Deze ontsluiting blijft ook na de aanleg van het bekken behouden.

De inrichting van het bekken wordt afgestemd op de vormgeving en inrichting van het bestaande bekken. Het wordt aangelegd met grazige bodem en zachte grazige taluds die aansluiten bij het maaiveld van de vlakke rand die de overgang vormt naar de omliggende percelen. 

Er worden geen harde constructies voorzien, met uitzondering op de uitstroom van de RWA toevoerleiding. De toevoerleiding wordt schuin met het talud afgewerkt. Op de uitstroom worden de bodem en het talud versterkt met schanskorven die worden afgedekt met een laag teelaarde. Op die manier wordt de uitstroom in het bekken geïntegreerd en is het visueel zeer beperkt waar te nemen. 

De zoom van zwarte els aan de noordzijde van het bestaande bufferbekken wordt verwijderd om de uitbreiding van het bekken te kunnen realiseren. Na de realisatie van de uitbreiding, wordt op de taluds van de uitbreiding een nieuwe zoom zwarte els aangeplant die aansluit bij de te behouden boord. (zie ook beschrijving in het luik Vegetatiewijziging). Het bekken wordt op die manier geïntegreerd in de landelijke omgeving. 

De vlakke randen rond het bekken staan in voor het onderhoud van het bekken zelf maar houden ook voldoende afstand tot het spoor zodat ook hier onderhoud mogelijk blijft. 

De toegang naar de ingesloten zone verloopt via de onverharde weg die aansluit op de Donkeindeweg. 

Conclusie:

De werken zijn bijgevolg vergunbaar op basis van de afwijkingsmogelijkheden van de VCRO Art 4.4.7§2.” 

Als gemeentelijk omgevingsambtenaar sluit ik mij aan bij bovenstaande motivatie. De aanvraag voldoet aan bovenstaande afwijkingsbepalingen. 

Stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater

De werken omvatten de volledige opbraak en heraanleg van verharding binnen het openbaar domein. Bijkomend wordt een gescheiden rioolstelsel aangelegd dat is ontworpen conform de Code van de Goede praktijken. Op het grondgebied van Zonhoven nemen de RWA leidingen de taak over van het te dempen, gefragmenteerde grachtenstelsel. Gezien de verhardingen worden aangelegd binnen het openbaar domein is de verordening niet van toepassing. 

Voetgangersverkeer

Gezien het projectgebied niet gelegen is binnen de bebouwde kom is het Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van een algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer niet van kracht. Het ontwerp omvat enkel de heraanleg van de rijwegen op het rioleringstracé, er worden geen voetpaden aangelegd. 

Watertoets

Het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013 en het wijzigingsbesluit van 25 november 2022 ,verplicht de vergunningverlenende overheid om de watertoets uit te voeren bij elke aanvraag tot omgevingsvergunning. Dit decreet vormt het juridisch kader voor het integraal waterbeleid in Vlaanderen. Het decreet bevat ook de omzetting van de kaderrichtlijn Water en de Overstromingsrichtlijn. Op 17 april 2023 liet de Provincie Limburg, Dienst Water en Domeinen weten dat voor de watertoets geen advies vereist is. De RWA leidingen   nemen de taak over van het te dempen, gefragmenteerde grachtenstelsel. Het bestaande bufferbekken wordt uitgebreid. 

Het voorliggende project heeft geen negatieve invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid. 

De aanvraag doorstaat de watertoets. 

Archeologienota

Conform het Onroerenderfgoeddecreet de dato 12 juli 2013 en latere wijzigingen is een bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag. Voor het gebied waar het bufferbekken wordt aangelegd werd op 16 juni 2021 door het Agentschap Onroerend Erfgoed het besluit genomen dat er in het gebied geen archeologie te verwachten valt. Voor het overige gebied werd een bureauonderzoek uitgevoerd. Er wordt op basis van het bureauonderzoek geen verder onderzoek geadviseerd. De kosten voor verder onderzoek wegen niet op tegen de kenniswinst die verwacht wordt. 

Indien tijdens de uitvoering er toch archeologische sporen of vondsten aan het licht komen, dan dient de bouwheer dit te melden binnen de 3 dagen aan het agentschap Onroerend Erfgoed (www.onroerenderfgoed.be). 

Overige regelgeving

Beslissing gemeenteraad inzake gemeentewegen

De gemeente Zonhoven wenst het openbaar domein in de Schutenseweg plaatselijk te verbreden. Hiervoor werd een rooilijnplan opgemaakt.  

Verder worden in de straten waar de rioleringswerken worden uitgevoerd rooilijnen vastgelegd die het openbaar domein begrenzen. Het betreft overal een bestendiging van de bestaande grenzen die binnen de voorliggende vergunningsaanvraag juridisch worden vastgelegd. 

Het artikel 31 van het decreet omgevingsvergunning voorziet dat als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, de gemeenteraad hierover moet beslissen.

De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt. 

De gemeenteraad neemt hierover een beslissing in zitting van 22 mei 2023. 

Natuurdecreet

Het verwijderen van beplanting kan enkel gebeuren buiten het broedseizoen. Het rooien is verboden van 15 maart tot 30 juni. 

Boscompensatie

Volgens het Besluit van de Vlaamse Regering van 16 februari 2001 en zijn latere wijzigingen is de aanvrager gehouden te voldoen aan de compensatieregel van ontbossing. Er werd een ondertekende boscompensatie toegevoegd aan het dossier. De ontbossing vindt plaats op het grondgebied Hasselt. 

Slopen

De verwijdering van de niet overdekte constructies dient te gebeuren tot in de grond en de vrijgekomen ruimte dient ingericht te worden als groenzone voor zover geen nieuwe constructies voorzien worden. Aan de afbraak is geen milieuvergunningsplicht verbonden, wel dient rekening gehouden te worden met de wettelijke verplichtingen opgenomen in het Vlarem II, omgevingsvergunningsdecreet, het bodemsaneringsdecreet en het materialendecreet. De afvalstoffen die vrijkomen bij de afbraakwerken dienen selectief ingezameld te worden.

Alle bouw-, sloop- en infrastructuurwerken in open lucht dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II, hoofdstuk 6.12 Beheersing van stofemissies tijdens bouw- , sloop- en infrastructuurwerken”, indien deze uitgevoerd worden door een aannemer.

Het verwijderen van asbest dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II Beheersing van asbest, hoofdstuk 6.4.

De maatregelen opgenomen in de sloopinventaris dienen te worden nageleefd. 

Grondverzet

Uit het ingediende dossier blijkt dat een grondverzet   (met aanvoer/ afvoer) van meer dan 250m³ zal plaatsvinden. Het project omvat zowel uitgraving als aanvulling. De aanvulling gebeurt overal waar de grachten gedempt worden. De aanvulling wordt geraamd op 900m³ voor de Beverzakbroekweg N en Z samen. De uitgraving gebeurt voornamelijk in het kader van de rioleringssleuven en het koffer van de rijwegverharding. Verder is er in het Beverzakbroekweg N uitgraving voor de uitbreiding van het RWA bufferbekken. Het grondverzet wordt geraamd op 37.000m³ voor de riolering, 8000m³ voor de wegkoffer, en 5000m³ voor het bekken.

De regelgeving omtrent grondverzet is van toepassing. 

Erfdienstbaarheden / gemene muren

Vergunningen hebben een zakelijk karakter. Zij worden verleend onder voorbehoud van de op het onroerend goed betrokken burgerlijke rechten. Het is niet de taak van de administratieve overheid zich uit te spreken over het bestaan, de interpretatie en de omvang van subjectieve rechten, zoals bijvoorbeeld het bestaan van een erfdienstbaarheid. De aanvrager wordt erop gewezen dat omtrent bestaande erfdienstbaarheden geen afbreuk wordt gedaan aan de burgerlijke rechten van de betrokken aanpalende eigenaars   door het afleveren van een omgevingsvergunning. Dat het aangewezen is hieromtrent een (schriftelijke) overeenkomst/ akkoordverklaring te bekomen alvorens aan te vatten met de werken. 

De aanvraag is verenigbaar met de regelgeving. 

Toetsing AAN DE goede ruimtelijke ordening 

OMSCHRIJVING VAN DE FEITELIJKE AANVRAAG

De aanvraag omvat wegenis- en rioleringswerken in de Schutenseweg, Donkeindeweg (deel), Schoenmakersweg, Keurstraat, Bremstraat, Beemdstraat, Varenstraat, Ranonkelstraat, Slangbeekweg (deel). Hierbij wordt het reliëf van de bodem gewijzigd omwille van de uitbreiding van het bufferbekken, worden er bomen gerooid en wordt er ontbost. Tenslotte zal er nog een bemaling plaatsvinden. 

BEOORDELING VAN DE GOEDE RUIMTELIJKE ORDENING 

De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen:

1°         het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;

2°         het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in 1°, in rekening brengen; 

Omschrijving ligging en omgeving

Het projectgebied bevindt zich in de zuidwestelijke rand van de gemeente Zonhoven. Het wordt gevangen tussen de spoorweg en de vijvers van de Platwijers aan de westzijde, de vallei van de 2de cat. Slangbeek in het zuiden, de N74 in het oosten en de N72 die vanuit de N74 in noordwestelijke richting gaat. 

Het projectgebied maakt deel uit van de landelijke woonwijk die gekenmerkt wordt door een grid van straten. De Keurstraat en de parallel lopende Bremstraat en Beverzakbroekweg zorgen voor de aansluiting op de N72 Beringerstraat en functioneren als hoofdontsluiting van de wijk. 

De straten binnen het projectgebied worden begeleid door landelijke woonkavels met voornamelijk woningen in open bouworde. Een groot deel van de kavels is reeds bebouwd. Waar de woonzone nog niet is ingericht, zijn de vrijliggende kavels nog in gebruik als weide of ingenomen door kleinschalige bosjes. 

Het openbaar domein bestaat uit een asfaltrijweg die wordt begeleid door brede bermen. Waar nog geen bebouwing aanwezig is, bepalen de grazige bermen met grazige grachten, met sporadisch restanten van houtkanten en bomenrijen van hoofdzakelijk inlandse eik het landelijk karakter. 

In de bebouwde delen zijn de grachten dikwijls ingebuisd en is de grazige berm meestal vervangen door kiezelbermen. De bermen worden op deze plaatsen gebruikt als parkeerstrook in functie van de aanpalende woonfunctie. 

De rijwegen zijn allemaal uitgevoerd in asfalt en hebben breedtes die variëren tussen 3.4m en 4.3m. 

In het driehoekig, ingesloten gebied tussen de spoorweg en de Donkeindeweg lopen de huiskavels uit in moestuinen, grote graspartijen en in weides die zijn afgeboord met houtkanten en bomenrijen. Aansluitend bij het spoor ligt een regenwaterbufferbekken dat instaat voor de buffering van het hemelwater van de omliggende straten. Het bufferbekken is aan de west, oost en noordzijde afgeboord door een zoom van zwarte els en aanwezigheid van wilg. Aan de noordzijde van het bekken ligt nog een vlak terrein dat begroeid is met ruige grassen. De ingesloten zone is bereikbaar via een onverharde weg die aansluit op de Donkeindeweg. 

De Varenstraat is een woonstraat met aan weerszijden landelijke woonkavels. Ongeveer de helft van de woonkavels is bebouwd met ruime woningen in open bouworde. De nog braakliggende kavels zijn ingenomen door kleine bosjes, ruige weides of ingericht als tuin bij de aanpalende woningen. De asfalt rijweg wordt begeleid door brede bermen met platanen laanbomen. 

Waar geen bebouwing aanwezig is, bevinden zich nog open grachten. Ter hoogte van de bebouwde kavels zijn de grachten ingebuisd. De bermen zijn ingericht in een afwisseling van grasstroken en kiezelverharding. 

In het noordelijk wegsegment kruist de 2de cat. Slangbeek de Varenstraat. De waterloop heeft ter hoogte van de kruising een ondiepe ligging. Afwaarts waar de waterloop de tuinen doorkruist, is een gedeelte van de Slangbeek oneigenlijk ingebuisd. Dit maakt dat het afstromend water in de waterloop wordt opgestuwd in het opwaartse segment van de waterloop en in de weggrachten langs de Varenstraat. Dit geeft wateroverlast vooral in de woonkavels aan de oostzijde van de Varenstraat. 

Omschrijving van de aanvraag

In de bestaande toestand wordt zowel het hemelwater als het afvalwater van de woningen langs de boven genoemde straten opgevangen in een gemengd stelsel van grachten en inbuizingen die zijn ingeplant in de begeleidende wegbermen. Dit gemengd systeem watert af naar de oppervlaktewateren in de omgeving. 

Met voorliggende vergunningaanvraag wenst Fluvius een gescheiden rioolstelsel aan te leggen dat bestaat uit riolen die de rijwegen van deze straten volgen. Het vuil water wordt van de oppervlaktewateren afgekoppeld en opgevangen in de DWA riolen die worden verbonden met de afwaartse DWA leidingen die op hun beurt de verbinding maken met het RWZI van Zonhoven. 

De RWA leidingen zorgen voor de opvang van het afstromend hemelwater dat nagenoeg overal via poreuze buizen naar de ondergrond kan doorsijpelen. Bij natte periodes wordt het overtollige water afgevoerd naar buffervoorzieningen in de omgeving. 

In de Beverzakbroekweg N wordt het gescheiden rioolstelsel onder de betreffende rijwegen aangelegd. De DWA riolen sluiten op drie locaties aan op het reeds eerder aangelegd afwaartse stelsel. Deze aansluitpunten bevinden zich in de Schutenseweg, de Donkeindeweg en de Schoenmakersweg die allemaal in zuidelijke richting afwateren naar de Beverzakbroekweg.

De RWA leidingen volgen de natuurlijke afwateringsrichting en sluiten aan op afwaartse RWA riolen of op het RWA bufferbekken aan de westzijde van de Donkerheideweg. De aansluitpunten bevinden zich aan de Schutenseweg, de Schoenmakersweg en de Donkeindeweg. De RWA riolen in de Schoenmakersweg en de Donkerheideweg sluiten aan op het stelsel dat eveneens in verbinding staat met het RWA bekken aan de westzijde van de Donkeindeweg. Het bestaande bekken wordt in noordelijke richting uitgebreid. Ook hier worden de wegen op het rioleringstracé opgebroken om de riolen te kunnen aanleggen. Vervolgens worden de rijwegen heraangelegd met een gewijzigde breedte. Door de herinrichting van de rijweg worden de bestaande weggrachten overal gedempt. Het RWA riool neemt de functie van de grachten over. Het rooien van bomen beperkt zich tot de zones waar de RWA riolen afwijken van de rijweg. 

Voor de Beverzakbroekweg Z worden de DWA riolen in de Varenstraat en Ranonkelstraat verbonden met een DWA riool in de Varenstraat dat op zijn beurt afwatert in noordelijke richting en aansluit op het bestaande DWA riool in de Beverzakbroekweg. De parallel lopende RWA riolen in de Varenstraat wateren af in twee richtingen. Een klein gedeelte van de Varenstraat watert af in noordelijke richting waar het riool aansluit op de bestaande RWA in de Beverzakbroekweg. Het overige gedeelte van de leidingen watert af in zuidelijke richting en wordt verbonden met de weggracht aan de Slangbeekstraat. Deze weggracht wordt gemodelleerd naar een amorf vormige waterbuffer die in de bosrand wordt geïntegreerd. De wegen op het rioleringstracé worden opgebroken om de riolen te kunnen aanleggen. Vervolgens worden de rijwegen heraangelegd met een gewijzigde inplanting en gewijzigde breedte. Door de herinrichting van de rijweg worden de bestaande weggrachten langs de Varenstraat gedempt. Het RWA riool neemt de functie van de grachten over. Ook de bomen en de houtkanten langs deze grachten wordt gerooid. 

De wegenis- en rioleringswerken hebben geen negatieve impact op de omgeving en zijn vanuit ruimtelijk oogpunt aanvaardbaar. Zowel in de Beverzakbroekweg N als in de Beverzakbroekweg Z worden de bestaande gemengde lozingen, die via een gefragmenteerd grachtenstelsel en inbuizingen in de oppervlakte wateren terecht komen, vervangen door een gescheiden rioolstelsel. De riolen worden overal onder de rijweg aangelegd en zijn enkel via de putdeksels waar te nemen. Uitzondering hierop is het RWA riool dat het nog te ontwikkelen woongebied tussen de Schutenseweg en de Donkeindeweg doorkruist. Deze leiding wordt zo ingeplant dat de bestaande houtkant met beeldbepalende hoogstambomen behouden blijft. De inplanting van de leiding hypothekeert de toekomstige woonontwikkeling niet. Omdat het DWA van de oppervlakte wateren wordt afgekoppeld, geeft dit een meerwaarde aan de woonplek door het verdwijnen van riekende grachten, maar komt dit vooral ook de kwaliteit van de oppervlakte wateren ten goede. 

Op het grondgebied van Zonhoven worden (bijna) alle grachten vervangen door poreuze RWA buizen. Dit maakt dat de plaatselijke grondwatertafel via deze weg nog steeds wordt aangevuld. Deze maatregel zorgt er ook voor dat de bermen vrij komen voor de aanleg van de nutsleidingen. 

Overal worden de wegen heraangelegd met eenzelfde breedte, wordt de rijweg centraal binnen het openbaar domein aangelegd en wordt de overtollige verharding op de kruispunten weggewerkt. De zones die onthard worden, worden bij de aanpalende grazige bermen opgenomen. Waar voldoende ruimte vrij komt, zoals op de aansluiting Bremstraat/Schutenseweg, worden nieuwe straatbomen aangeplant. 

De uitbreiding van het bestaande bufferbeken gebeurt conform het bestaande bekken, met een grazige bodem en licht hellende taluds. De zoom van zwarte els die het huidige bekken afboordt, wordt vervangen door een nieuwe aanplant van zwarte els die de volledige rand van het nieuwe bekken volgt. Het bekken wordt op die manier in het ingesloten, kleinschalige landbouwgebied geïntegreerd en sluit aan bij de KLE’s in de omliggende weides. Het kan functioneren als stapsteen naar het waardevolle vijvergebied aan de westzijde van het spoor. De afstand naar de aanpalende spoorweg blijft conform de afstand van het bestaande bekken. Op die manier is onderhoud van de taluds van het bekken en de spoorweg gegarandeerd. Het bekken zelf wordt door zijn schaal van in het bekken onderhouden. De toegang voor onderhoudsvoertuigen gaat via de taluds. 

De aanvraag voldoet aan de criteria voor de goede ruimtelijke ordening in de onmiddellijke en ruime omgeving. 

BESPREKING ADVIEZEN

1.- Het advies van 17/04/2023 van de provinciale dienst Water en Domeinen is voorwaardelijk gunstig

“Advies in verband met bindende bepalingen en machtigingen rond onbevaarbare waterlopen van tweede of derde categorie over

  • de afstand van gebouwen, vaste constructies en beplantingen naast de waterloop
  • het plaatsen van afsluitingen naast de waterloop
  • machtigingen 

DOSSIER: de aanleg van riolering Zonhoven/Hasselt

DEEL 1 INLICHTINGENFICHE 

Aanvrager:

  • naam en adres: Fluvius Limburg (Ginestra Jozua), Trichterheideweg 8 te 3500 Hasselt
  • e-mailadres: david.billen@fluvius.be

Ligging van het perceel:

  • kadaster: gemeente Zonhoven, afdeling 3, sectie F, nr. 640K18, e.a.
  • adres: Beemdstraat 11 - e.a.
  • gedeeltelijk gelegen in een overstromingsgevoelig gebied

Waterloop en machtiging

  • stroomgebied van de onbevaarbare waterlopen: SLANGBEEK, nummer 211, categorie: 2de
  • watering: gelegen in de Watering De Herk
  • machtiging nodig: ja
  • reden machtiging: tijdelijke machtiging
  • voldoende uitgewerkt om machtigingsadvies af te leveren: ja 

DEEL 2 AFSTAND TOT DE WATERLOOP: VIJFMETERZONE VRIJHOUDEN – ZONE NON AEDIFICANDI

De vergunninghouder moet volgende voorwaarden naleven:

2.1 Afstand tot de waterloop

De minimumafstand voor het oprichten van gebouwen, vaste constructies en vaste beplantingen tot de taludinsteek van de waterloop moet vijf meter bedragen zowel op de linker- als de rechteroever zodat het recht van doorgang, het afzetten van ruimingsproducten en het onderhoud van de waterloop gewaarborgd blijft. Leidingen of verhardingen binnen de vijfmeterzone moeten overrijdbaar zijn voor voertuigen met aslast 15 ton en totaal gewicht tot 30 ton. 

Geen grondbewerkingen zijn toegelaten op minder dan 1 m langs de waterloop volgens het decreet integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gecoördineerd op 15 juni 2018. 

Binnen een afstand van 6 m langs de waterloop mogen geen naaldbomen geplant of herplant worden.

Nieuwe bomen en struiken worden alleen aangeplant binnen een afstand van vijf meter landinwaarts van de bovenste rand van het talud indien: 

  • een minimale tussenafstand van 12 m voor opgaande bomen gerespecteerd wordt
  • de houtkant regelmatig teruggezet wordt en indien nodig voor de toegankelijkheid van de waterloop periodiek teruggezet wordt op vraag van de waterbeheerder
  • voor een andere plantwijze geopteerd wordt nadat de waterbeheerder daarvoor een schriftelijke toestemming gaf. 

Ophoging van de oever binnen de vijf meter vanaf de rand van de overwelving/taludinsteek van de waterloop is vergunningsplichtig en moet beoordeeld worden in kader van de watertoets.

De vijfmeterzone is niet aangeduid op het plan.

De afstand is gerespecteerd. 

2.2. Afrasteringen en afsluitingen

Om het talud te beschermen kan de waterbeheerder aangelanden verplichten om gronden die aan een waterloop of publieke gracht palen en die begraasd worden, af te rasteren. 

Bij afrastering bevindt het deel van de afsluiting aan de kant van de grond die aan de waterloop paalt, zich op een afstand van 0,75 meter tot 1 meter, landinwaarts gemeten vanaf het einde van het talud van de waterloop. De afsluiting mag niet hoger dan 1,50 meter boven de begane grond zijn. 

De afsluiting is zo opgesteld dat ze geen belemmering vormt bij het onderhoud van de waterlopen, of ze kan weggenomen worden. 

DEEL 3 MACHTIGINGEN

Inrichtingswerken of andere werken aan, over of onder de waterloop: machtiging van de waterbeheerder is vereist voor:

  • ophoging van de oever binnen vijf meter vanaf de rand van de overwelving/taludinsteek van de waterloop:

er is geen ophoging op het plan aangeduid

  • aanbrengen van oeververdediging, overwelving, herprofilering, verlegging of andere werken aan de waterloop: er is een werk aan de waterloop op het plan aangeduid.
  • lozingen en lozingsconstructies (ook van regenwater ) in de waterloop (ook voor tijdelijke lozingen): er is een lozing op het plan aangeduid 

De vergunninghouder moet volgende voorwaarden naleven:

  • De werken moeten worden uitgevoerd volgens de plannen gevoegd bij de vergunning.
  • De machtiging is onderworpen aan de stipte naleving van volgende administratieve en technische voorwaarden. 

Tijdelijke machtiging lozing van een bronbemaling in de waterloop Slangbeek 2de cat

3.1. Administratieve voorwaarden

3.1.1 Uitvoering der werken

Bij gemis aan een proces-verbaal van plaatsbeschrijving wordt vermoed dat de waterlopen en aanhorigheden zich in goede staat van onderhoud bevinden. Dergelijk proces-verbaal dient opgemaakt te worden in aanwezigheid van een afgevaardigde van de afdeling Waterbeheer die ten minste acht dagen op voorhand moet worden verwittigd en het proces-verbaal mee zal ondertekenen. 

De afdeling Waterbeheer, alsook eventueel het bestuur van de desbetreffende watering, zal uiterlijk 5 dagen op voorhand verwittigd worden van de datum waarop de werken uitgevoerd zullen worden. 

De uitvoering van de werken mag de normale en regelmatige afvoer van het water niet hinderen.

Uiterlijk tien dagen na de voltooiing van de werken zal de afdeling Waterbeheer schriftelijk verwittigd worden. Aan de personeelsleden van de afdeling Waterbeheer zal steeds toegang verleend worden voor nazicht. 

De werken moeten worden uitgevoerd volgens de regels van de goede bouwkunst en voorschriften zoals vermeld in onderhavige machtiging. Indien terzake gebreken worden vastgesteld, mag de afgevaardigde van de afdeling Waterbeheer de aannemer ter plaatse hierop wijzen, doch tevens zal hij de aanvrager inlichten van de vastgestelde gebreken. 

Indien geen rekening wordt gehouden met onderhavige, algemene en specifieke voorwaarden of indien de werken niet volgens de regels der kunst worden uitgevoerd, kan de waterbeheerder, na bovenvermelde aanvrager in gebreke te hebben gesteld, alle maatregelen nemen of laten nemen die hij nodig acht. Deze maatregelen kunnen gaan van het aanpassen van de uitgevoerde werken tot het opbreken van deze werken. De hieruit voortvloeiende kosten zullen worden verhaald op de aanvrager overeenkomstig de gewone rechtsmiddelen. 

3.1.2 Aansprakelijkheid en opheffing

De aanvrager blijft verantwoordelijk gedurende een periode van tien jaar voor alle noodzakelijke herstellingswerken van de aangepaste waterloop, die het gevolg zijn van onzichtbare gebreken bij de oplevering. Deze termijn begint te lopen vanaf de datum van de voorlopige oplevering. Herstellingen van oever- en bodemverstevigingen blijven voor altijd ten laste van de aanvrager. 

De machtiging kan ingetrokken worden of onderworpen worden aan bijkomende voorwaarden of verplichtingen wanneer redenen van algemeen belang dit vereisen. Indien de waterbeheerder werken moet uitvoeren aan de waterloop, moet de machtigingshouder de nutsleidingen op zijn kosten verplaatsen, verdiepen of verwijderen indien dit nodig is voor de uitvoering van de werken.

De voorschriften van de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen, gewijzigd bij de wet van 23 februari 1977, alsmede het koninklijk besluit van 5 augustus 1970 houdende algemeen politiereglement van de onbevaarbare waterlopen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 9 februari 1970, 18 juni 1971, 21 februari 1972, 12 november 1973, 8 november 1974 en 22 juli 1975, zijn van toepassing. 

Het provinciaal reglement van 8 oktober 1984 op de politie der onbevaarbare waterlopen cfr. het K.B. van 3 maart 1955 is van toepassing. Het gedeelte van de waterloop waarop de werken uitgevoerd worden blijft onderworpen aan de wet op de onbevaarbare waterlopen. Bij de overwelving van een waterloop zal de toegang steeds zonder hindernis moeten mogelijk blijven.

Schade aan derden ingevolge de werken blijft volledig ten laste van de aanvrager.

Indien de verkrijger nalaat dit te doen moet dit na het eerste verzoek van de bevoegde overheid gebeuren. In geval van niet-opvolging van een bevel tot ruiming, zal de bevoegde overheid deze werken ambtshalve en op kosten van de verkrijger laten uitvoeren of de hinderende constructies opbreken. 

Alle hierbij opgelegde voorwaarden verbinden de rechtverkrijgenden van de vergunninghouder. 

3.2 Technische voorwaarden

De werken moeten uitgevoerd worden onder de volgende voorwaarden:

  1. Deze vergunning is geldig voor een termijn van maximum 36 maanden te starten vanaf het verkrijgen van de bouwvergunning.
  2. Na het verstrijken van deze periode moet de lozing worden verwijderd en de waterloop in zijn oorspronkelijke staat worden hersteld. Eventuele herstellingen opgelegd door de industrieel ingenieur van de afdeling Waterbeheer, dienen onverwijld te worden uitgevoerd volgens de richtlijnen die hij terzake verstrekt.
  3. Het maximum geloosde debiet is 1045 m³/dag. 

Na opruiming en herstel wordt ondergetekende verwittigd om het resultaat te keuren. 

DEEL 4 CONCLUSIE

Het dossier wordt in het kader van de bindende bepalingen rond onbevaarbare waterlopen voorwaardelijk gunstig beoordeeld. 

De voorwaarden onder Deel 2 en 3 moeten worden opgenomen in de vergunning.” 

“Ingevolge artikel 1.3.1.1 betreffende de watertoets van het decreet integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, is het nodig een wateradvies te verkrijgen van de waterbeheerder. De waterbeheerder die dit advies officieel moet verstrekken is echter Watering De Herk. 

In kader van de watertoets en/of bindende bepalingen treedt de afdeling Waterbeheer van de provincie Limburg voor dit dossier op als ondersteunende adviesverlenende instantie. Dit advies werd door de provincie opgeladen in het omgevingsloket. 

Aan de watering wordt gevraagd om dit advies tot het hare te maken en het advies van de afdeling Waterbeheer te bekrachtigen in het omgevingsloket. 

Hierbij kan ik u meedelen dat het dossier voor wat betreft de bindende bepalingen ivm de waterloop (afstandsregels en machtigingen) voorwaardelijk gunstig beoordeeld werd 

Ik verzoek u evenwel de voorwaarden in de omgevingsvergunning op te nemen zoals ze geformuleerd werden in het bijgaand advies. 

Als de omgevingsvergunning verleend wordt en de voorwaarden zoals opgenomen in bijgaand advies worden overgenomen, wordt deze ook beschouwd als machtiging voor de uitvoering van inrichtingswerken of andere werken aan, over of onder de SLANGBEEK.“ 

De gemeentelijke omgevingsambtenaren sluiten zich aan bij dit advies. De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden. 

2.- Het advies van 29/03/2023 van Infrabel is voorwaardelijk gunstig:

“NV Infrabel geeft een positief advies mits de voorwaarden in de bundel 63 en WIT 1003 voor de uitvoering van de werken aan de opvangbekken worden toegepast.” 

De gemeentelijke omgevingsambtenaren sluiten zich aan bij dit advies. De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden. 

3.- Het advies van 17/03/2023 van het Departement Landbouw en Visserij is gunstig

“Het Departement Landbouw en Visserij heeft uw in het onderwerp vermelde adviesaanvraag vanuit landbouwkundig standpunt onderzocht en formuleert er om de volgende redenen een gunstig advies bij. 

Voorliggende aanvraag omvat het uitvoeren van wegen- en rioleringswerken. Het betreffen grensoverschrijdende werken die zijn gesitueerd op grondgebied van de gemeente Zonhoven enerzijds en Stad Hasselt anderzijds.  

De aangevraagde werken zijn hoofdzakelijk gelegen binnen de woongebieden en beperkt binnen agrarisch gebied. Binnen het agrarisch gebied blijven de werken beperkt tot de uitbreiding van het bestaand bufferbekken, gelegen tegen de spoorweg.  

Het bufferbekken wordt met 2.500m³ vergroot in noordelijke richting. Het gaat om een braakliggend terrein dat actueel geen professioneel landbouwgebruik kent. De locatie is gelegen in een kleinschalig agrarisch gebied, dat wordt ingesloten door de spoorweg (W), twee landelijke woonlinten (Z & O) en een recreatiegebied (N) en bijgevolg geen betekenisvolle meerwaarde heeft voor de ruime landbouwstructuren. 

Op basis van voorliggende plannen is er geen inname van actief uitgebaat agrarisch gebied. Bijgevolg is de bijkomende grondinname binnen agrarisch gebied, mede met het oog op het algemeen belang, vanuit landbouwkundig oogpunt verantwoordbaar.  

Gelet op ruimtelijke ligging en de afwezigheid van professioneel landbouwgebruik kan er vanuit het Departement Landbouw en Visserij een gunstig advies worden verleend voor deze aanvraag. Er ontstaat geen bijkomend nadeel voor de lokale landbouwstructuur.” 

De gemeentelijke omgevingsambtenaren sluiten zich aan bij dit advies. 

Uit de bovenstaande motivering blijkt dat de schaal en het uiterlijk van de voorgenomen werken op voldoende wijze ruimtelijk inpassen in de onmiddellijke en ruime omgeving, dat de ruimtelijke draagkracht van het gebied niet wordt overschreden en dat de voorziene verweving van functies de aanwezige of te realiseren bestemmingen in de onmiddellijke omgeving niet in het gedrang brengen noch verstoren. De aanvraag is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening. 

MILIEUTECHNISCH ADVIES 

De aanvraag betreft een tijdelijke inrichting, zijnde een bemaling voor de verlaging van het grondwatertafel voor de aanleg van een nieuw rioleringsstelsel.  Het project omvat wegenis- en rioleringswerken in de Schutenseweg, Donkeindeweg (deel), Schoenmakersweg, Keurstraat, Bremstraat, Beemdstraat, Varenstraat, Ranonkelstraat, Slangbeekweg (deel).

De aanvraag houdt in dat het tracé opgedeeld wordt in 22 afzonderlijke secties van ongeveer 200 meter. Een peil gestuurde filterbemaling zal toegepast worden met filterdieptes tot 7 m-mv.  Er zal 462.874 m³ grondwater onttrokken worden in een periode van 2 jaar of per jaar een gemiddelde van 231.437 m³.  

Met volgende aangevraagde rubriek:

  • 53.2.2°b)2°: Grondwaterverlaging dmv pompen met een maximaal dagdebiet van 1123m³ per dag en 462.874m³ in totaal, gespreid over 2 jaar - Nieuw  

Het gesimuleerde maximum stationaire dagdebiet bedraagt 963 m³/dag, het opstartdebiet wordt geraamd op 1123 m³/dag.  

De invloedstraal varieert tussen 200 en 375 m.  Dit betekent dat de invloedstraal van 5 rioleringsstrengen reikt tot in SBZ-zone.  Om de impact te beperken werd in het voorkeurscenario reeds voorzien om de bemaling uit te rusten met een peilsturing zodat niet meer grondwater dan nodig weggepompt wordt. Het uitvoeren van een retourbemaling voorkomt dat er impact is op het gebied maar het is zeer ingrijpend en daardoor niet realistisch om de inname van de private percelen te organiseren waardoor deze variant niet weerhouden wordt. Als milderende maatregel wordt wel opgelegd om het bemalingswater te lozen in de Semmestraatgracht waardoor, ten gevolge van oppervlakkige infiltratie, de invloed van de bemaling niet tot voorbij deze gracht reikt. Bovendien zal gestreefd worden naar maximale oppervlakkige infiltratie door het bemalingswater te lozen in het aan te leggen bufferbekken. De bemaling reikt tot in de speciale beschermingszone maar door de te nemen maatregel is deze impact te verwaarlozen. Er worden geen onacceptabele zettingen verwacht ter hoogte van de woningen. Er zullen ter controle wel zettingsmetingen uitgevoerd worden tijdens uitvoering van de bemaling. 

Bodem:

Perceel 3de afd, sectie F, nr. 645G3, Schutenseweg nr. 91A is een illegale uitbating zonder te beschikken over de nodige vergunningen.  Het betreft de verkoop van bouwmaterialen met o.a. een verdeelpomp zonder een vloeistofdichte vloer. Het perceel staat niet ingeschreven als risicogrond. Bij een overdracht van dit perceel is het aan te raden dat hier een oriënterend bodemonderzoek zal plaatsvinden. Dit werd reeds meegedeeld aan de makelaar eind april 2023.  

GELUIDSHINDER

De pompen van de bemaling kunnen geluidshinder en trillingen geven.  

De pompen worden per streng opgesteld en dit wordt geschat op een tijdsduur van ca. 1 maand per streng.

Er dient gewerkt te worden met geluidsarme pompen en geen stroomgeneratoren om de geluidshinder te beperken.  

AANGEVRAAGDE RUBRIEKEN

Volgende onderdelen uit het bedrijf dienen nog voorzien van een omgevingsvergunning :

  • 53.2.2°b)2°: Grondwaterverlaging dmv pompen met een maximaal dagdebiet van 1123m³ per dag en 462.874m³ in totaal, gespreid over 2 jaar - Nieuw  

vergunningstermijnen

Het omgevingsproject vraagt een omgevingsvergunning van bepaalde duur zijnde een termijn van 2 jaar.  

ADVIES –VOORWAARDEN – DUUR:

Advies – voorwaarden:

Gunstig mits volgende voorwaarden worden opgelegd: 

Er dient gewerkt te worden met geluidsarme pompen en geen stroomgeneratoren om de geluidshinder te beperken. 

Het bemalingswater dient maximaal geloosd te worden in nabij gelegen grachten of oppervlaktewateren.  

Duur:

De vergunningsduur dient beperkt te worden tot 2 jaar.  

GECOÖRDINEERD EINDADVIES 

Uit bovenstaande motiveringen blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen inzake milieu en ruimtelijke ordening, en dat het voorgestelde ontwerp verenigbaar / bestaanbaar is met de goede plaatselijke ordening en met zijn onmiddellijke omgeving.  

De aanvraag is vatbaar voor een omgevingsvergunning voor :

  1. Wegenis- en rioleringswerken in de Schutenseweg, Donkeindeweg (deel), Schoenmakersweg, Keurstraat, Bremstraat, Beemdstraat, Varenstraat
  2. Het reliëf van de bodem wijzigen (uitbreiding bufferbekken).
  3. Rooien van bomen 
  4. Ontbossen.
  5. Bronbemaling 
  6. Vegetatiewijzigingen (Rooien van houtige vegetatie en reliëfwijziging)

mits het opleggen van voorwaarden. 

Bijgevolg adviseert de omgevingsambtenaar het dossier voorwaardelijk gunstig voor 

  1. Wegenis- en rioleringswerken in de Schutenseweg, Donkeindeweg (deel), Schoenmakersweg, Keurstraat, Bremstraat, Beemdstraat, Varenstraat
  2. Het reliëf van de bodem wijzigen (uitbreiding bufferbekken).
  3. Rooien van bomen 
  4. Ontbossen.
  5. Bronbemaling 
  6. Vegetatiewijzigingen (Rooien van houtige vegetatie en reliëfwijziging

Voor volgende rubriek:

  • 53.2.2°b)2°: Grondwaterverlaging dmv pompen met een maximaal dagdebiet van 1123m³ per dag en 462.874m³ in totaal, gespreid over 2 jaar - Nieuw 

De bronmaling dient beperkt te worden tot 2 jaar.  

zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan de aanvraag zijn verbonden en voor zover rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarden

  • Er dient een positief advies te worden bekomen van de gemeenteraad m.b.t. de zaak der wegen.
  • Er dient een gunstig advies te worden bekomen van het Agentschap voor Natuur en Bos voor de voorgestelde vegetatiewijziging, de voorgestelde boscompensatie en de bronbemaling
  • Er dient voldaan te worden aan de voorwaarden en opmerkingen, gesteld in het advies van de Provincie Limburg, Dienst Water en Domeinen
  • Er dient voldaan te worden aan de voorwaarden en opmerkingen, gesteld in het advies van Infrabel.
  • De afbraak van de constructies dient te gebeuren tot in de grond en de plaats moet hersteld worden in de vorige toestand. Aan de afbraak is geen milieuvergunningsplicht verbonden, wel dient rekening gehouden te worden met de wettelijke verplichtingen opgenomen in het milieuvergunningsdecreet, het bodemsaneringsdecreet en het materialendecreet. De afvalstoffen die vrijkomen bij de afbraakwerken dienen selectief ingezameld te worden. Alle bouw-, sloop- en infrastructuurwerken in open lucht dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II, hoofdstuk 6.12 Beheersing van stofemissies tijdens bouw-, sloop- en infrastructuurwerken”, indien deze uitgevoerd worden door een aannemer. Het verwijderen van asbest dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II Beheersing van asbest, hoofdstuk 6.4.; 
  • Er dient voorzien te worden in een sloopinventaris afvalstoffen conform de bepalingen van art. 4.3.3. § 1 van VLAREMA;
  • Er dient gewerkt te worden met geluidsarme pompen en geen stroomgeneratoren om de geluidshinder te beperken. 
  • Het bemalingswater dient maximaal geloosd te worden in nabij gelegen grachten of oppervlaktewateren. 
  • Aandachtspunt: Voor perceel 3de afd, sectie F, nr. 645G3, Schutenseweg nr. 91A is aan te raden om een oriënterend bodemonderzoek uit te voeren bij overdracht gezien de illegale situatie. 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen. 

De bezwaarindieners worden in kennis gesteld na de beslissing van de deputatie.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen volgt integraal het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar omtrent het sluiten van het openbaar onderzoek en tot het afleveren van een voorwaardelijk gunstig advies.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen adviseert het dossier voorwaardelijk gunstig mits het opleggen van voorwaarden.

Voor volgende stedenbouwkundige handelingen:

  1. Wegenis- en rioleringswerken in de Schutenseweg, Donkeindeweg (deel), Schoenmakersweg, Keurstraat, Bremstraat, Beemdstraat, Varenstraat
  2. Het reliëf van de bodem wijzigen (uitbreiding bufferbekken).
  3. Rooien van bomen 
  4. Ontbossen.
  5. Bronbemaling 
  6. Vegetatiewijzigingen (Rooien van houtige vegetatie en reliëfwijziging

Voor volgende rubriek:

  • 53.2.2°b)2°: Grondwaterverlaging d.m.v. pompen met een maximaal dagdebiet van 1123m³ per dag en 462.874m³ in totaal, gespreid over 2 jaar - Nieuw 

De bronmaling dient beperkt te worden tot 2 jaar. 

zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan de aanvraag zijn verbonden en voor zover rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarden:

  • Er dient een positief advies te worden bekomen van de gemeenteraad m.b.t. de zaak der wegen.
  • Er dient een gunstig advies te worden bekomen van het Agentschap voor Natuur en Bos voor de voorgestelde vegetatiewijziging, de voorgestelde boscompensatie en de bronbemaling
  • Er dient voldaan te worden aan de voorwaarden en opmerkingen, gesteld in het advies van de Provincie Limburg, Dienst Water en Domeinen
  • Er dient voldaan te worden aan de voorwaarden en opmerkingen, gesteld in het advies van Infrabel.
  • De afbraak van de constructies dient te gebeuren tot in de grond en de plaats moet hersteld worden in de vorige toestand. Aan de afbraak is geen milieuvergunningsplicht verbonden, wel dient rekening gehouden te worden met de wettelijke verplichtingen opgenomen in het milieuvergunningsdecreet, het bodemsaneringsdecreet en het materialendecreet. De afvalstoffen die vrijkomen bij de afbraakwerken dienen selectief ingezameld te worden. Alle bouw-, sloop- en infrastructuurwerken in open lucht dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II, hoofdstuk 6.12 Beheersing van stofemissies tijdens bouw-, sloop- en infrastructuurwerken”, indien deze uitgevoerd worden door een aannemer. Het verwijderen van asbest dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II Beheersing van asbest, hoofdstuk 6.4.; 
  • Er dient voorzien te worden in een sloopinventaris afvalstoffen conform de bepalingen van art. 4.3.3. § 1 van VLAREMA;
  • Er dient gewerkt te worden met geluidsarme pompen en geen stroomgeneratoren om de geluidshinder te beperken. 
  • Het bemalingswater dient maximaal geloosd te worden in nabij gelegen grachten of oppervlaktewateren. 
  • Aandachtspunt: Voor perceel 3de afd, sectie F, nr. 645G3, Schutenseweg nr. 91A is aan te raden om een oriënterend bodemonderzoek uit te voeren bij overdracht gezien de illegale situatie. 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen. 

De bezwaarindieners worden in kennis gesteld na de beslissing van de deputatie.