Onderzoeksstudie vergunningstoestand
BESTEMMINGS- EN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
Gewestplan
De aanvraag is volgens het geldende gewestplan Hasselt - Genk, goedgekeurd bij Koninklijk besluit op 3 april 1979 (inwerkingtreding 07/06/1979), gelegen in woongebied.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van een goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen en latere wijzigingen).
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg, noch in een ruimtelijk uitvoeringsplan, noch in een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
HISTORIEK VAN HET EIGENDOM WAAROP DE AANVRAAG BETREKKING HEEFT
Volgende aanvragen kregen in het verleden een positieve of negatieve uitspraak:
Uit de gegevens waarover de gemeente beschikt, blijkt niet dat voor het voorwerp van de aanvraag een PV is opgesteld noch dat een meerwaarde werd opgelegd of dat op het goed een vonnis of arrest rust. Er zijn ook geen geschriften bekend waaruit zou blijken dat er wederrechtelijke werken werden uitgevoerd.
Uit de gegevens waarover de gemeente beschikt, blijkt dat de huidige toestand niet overeenkomt met de vergunde toestand, nl.
KADASTRALE GEGEVENS
De woning op perceel 132Y74 werd volgens de gegevens van het kadaster opgericht in 1950.
REGELGEVING
Artikel 4.2.14. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
§ 1. Bestaande constructies waarvan door enig rechtens toegelaten bewijsmiddel wordt aangetoond dat ze gebouwd werden vóór 22 april 1962, worden voor de toepassing van deze codex te allen tijde geacht te zijn vergund.
§ 2. Bestaande constructies waarvan door enig rechtens toegelaten bewijsmiddel wordt aangetoond dat ze gebouwd werden in de periode vanaf 22 april 1962 tot de eerste inwerkingtreding van het gewestplan waarbinnen zij gelegen zijn, worden voor de toepassing van deze codex geacht te zijn vergund, tenzij het vergund karakter wordt tegengesproken middels een proces-verbaal of een niet anoniem bezwaarschrift, telkens opgesteld binnen een termijn van vijf jaar na het optrekken of plaatsen van de constructie.
§ 3. Indien met betrekking tot een vergund geachte constructie handelingen zijn verricht die niet aan de voorwaarden van § 1 en § 2, eerste lid, voldoen, worden deze handelingen niet door de vermoedens, vermeld in dit artikel, gedekt.
DE AANVRAAG
De aanvraag behelst de vraag tot opname in het gemeentelijk vergunningenregister voor wat betreft de woning + aanbouwen.
BEWIJSVOERING
Aan de aanvraag werd een historische kadasterschets van 1969 toegevoegd.
OVERIGE REGELGEVING
Erfdienstbaarheden / gemene muren/ lichten en zichten
Vergunningen hebben een zakelijk karakter. Zij worden verleend onder voorbehoud van de op het onroerend goed betrokken burgerlijke rechten.
Het is niet de taak van de administratieve overheid zich uit te spreken over het bestaan, de interpretatie en de omvang van subjectieve rechten, zoals bijvoorbeeld het bestaan van een erfdienstbaarheid / het overnemen van een gemene muur / de bepalingen inzake zichten en lichten.
BEOORDELING
Uit de bewijsvoering en de huidige toestand blijkt dat slechts een gedeelte van de aanwezige constructies kan beschouwd worden als zijnde hoofdzakelijk vergund.
Op de historische kadasterschets is de woning met aanbouwen gedeeltelijk terug te vinden waardoor enkel dit gedeelte bijgevolg beschouwd kan worden als zijnde vergund.
De veranda, het afdak links van de woning en het vrijstaand bijgebouw dewelke niet terug te vinden zijn op de historische kadasterschets kunnen niet beschouwd worden als zijnde vergund.
Algemeen besluit
De constructies kunnen gedeeltelijk beschouwd worden als zijnde hoofdzakelijk vergund op basis van artikel 4.2.14 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
De woning met aanbouwen kunnen beschouwd worden als zijnde vergund voor dat gedeelte aangeduid op de historische kadasterschets van 1969.
De veranda, het afdak links van de woning en het vrijstaand bijgebouw die niet terug te vinden zijn op de historische kadasterschets kunnen niet beschouwd worden als zijnde vergund.
In het geval er vergunningsplichtige handelingen werden uitgevoerd na 1969, kunnen deze niet worden beschouwd als zijnde vergund op basis van de bepalingen van artikel 4.2.14 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening.
Op voorwaarde dat het vergund karakter niet is tegengesproken middels een proces-verbaal of een niet anoniem bezwaarschrift, telkens opgesteld binnen een termijn van vijf jaar na het optrekken of plaatsen van de constructie.
Het college van burgemeester en schepenen neemt de woning met aanbouwen op in het vergunningenregister als vergund geacht voor dat gedeelte aangeduid op de historische kadasterschets van 1969.
Op voorwaarde dat het vergund karakter niet is tegengesproken middels een proces-verbaal of een niet anoniem bezwaarschrift, telkens opgesteld binnen een termijn van vijf jaar na het optrekken of plaatsen van de constructie.
De veranda, het afdak links van de woning en het vrijstaand bijgebouw die niet terug te vinden zijn op de historische kadasterschets kunnen niet worden beschouwd als zijnde vergund op basis van de bepalingen van artikel 4.2.14 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening.
In het geval er vergunningsplichtige handelingen werden uitgevoerd na 1969, kunnen deze niet worden beschouwd als zijnde vergund op basis van de bepalingen van artikel 4.2.14 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening.
De aanvrager zal van deze beslissing op de hoogte gebracht worden.