Terug
Gepubliceerd op 19/04/2023

2023_VB_00069 - Delegatie aanstellingsbevoegdheid - Goedkeuring

Vast Bureau
di 11/04/2023 - 13:30 schepenzaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, algemeen directeur; Michael Vanderhoydonk, waarnemend algemeen directeur

Verontschuldigd

Johny De Raeve, burgemeester

Secretaris

Bart Telen, algemeen directeur
2023_VB_00069 - Delegatie aanstellingsbevoegdheid - Goedkeuring 2023_VB_00069 - Delegatie aanstellingsbevoegdheid - Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

Artikel 56 van het decreet lokaal bestuur:

§3 Het vast bureau is bevoegd voor:

2° het aanstellen en het ontslaan van het personeel, alsook de sanctie- en tuchtbevoegdheid ten aanzien van het personeel, met behoud van de toepassing van de bevoegdheid van de raad voor maatschappelijk welzijn, vermeld in artikel 41, tweede lid, 6°, van dit decreet en de gevallen waarin die bevoegdheid door of krachtens de wet of het decreet aan de raad voor maatschappelijk werk is opgedragen.

Het vast bureau kan de aanstellingsbevoegdheid, of een deel daarvan, delegeren naar de algemeen directeur.

Met het oog op de goede werking van de verschillende diensten en het snel kunnen schakelen, wordt aangeraden de aanstellingsbevoegdheid voor arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur te delegeren naar de algemeen directeur. Deze aanwervingen geschieden in principe met het oog op het tijdelijk maar snel invullen van kritieke openstaande functies. Elke vertraging is ongewenst, waardoor deze delegatie naar de algemeen directeur meehelpt om vertragingen te verhelpen.

Besluit

Het vast bureau beslist:

Artikel 1

Het vast bureau delegeert de aanstellingsbevoegdheid, voor het aangaan van contracten bepaalde duur, waaronder vervangingscontracten,  aan de algemeen directeur.

Artikel 2

De beslissingen algemeen directeur aangaande deze materie worden ter kennisname voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen en het vast bureau.