Terug
Gepubliceerd op 18/01/2023

2023_CBS_00007 - OMV - Besluit Deputatie - vergroening Dorpshart - 2022/00213 - Kennisneming

College van burgemeester en schepenen
di 10/01/2023 - 13:30 schepenzaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur

Verontschuldigd

Frank Vandebeek, 4de schepen

Secretaris

Bart Telen, Algemeen directeur
2023_CBS_00007 - OMV - Besluit Deputatie - vergroening Dorpshart - 2022/00213 - Kennisneming 2023_CBS_00007 - OMV - Besluit Deputatie - vergroening Dorpshart - 2022/00213 - Kennisneming

Motivering

Feiten context en argumentatie

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de beslissing van de deputatie van 13 januari 2022:

BESLUIT

Artikel 1

§1 Aan de gemeente Zonhoven wordt, onder de voorwaarden bepaald in dit besluit, de omgevingsvergunning verleend voor het project 'Vergroening Dorpshart’ (met inrichtingsnummer 20220708-0051), met als voorwerp:

de volgende stedenbouwkundige handelingen:

  • Het heraanleggen van de verhardingen van het Kerkplein - Infrastructuur – Planaanduiding: Verharding
  • Het aanleggen van riolering - Infrastructuur - Planaanduiding: Riolering
  • Het bouwen van een brugconstructie over de Roosterbeek - Infrastructuur - Planaanduiding: Constructie
  • Het openleggen van de Roosterbeek en het voorzien van een muurconstructie - Infrastructuur – Planaanduiding: Waterloop
  • Het hermeanderen van de Roosterbeek - Reliëfwijziging - Planaanduiding: Waterloop
  • Het aanleggen van een oever langs de waterloop - Reliëfwijziging - Planaanduiding: Terrein 1
  • Het aanleggen van een speelheuvel als speelzone – Reliëfwijzigingen – Planaanduiding: Terrein 2
  • Het rooien van hoogstammige bomen – Rooien – Planaanduiding: Rooien
  • Het slopen van een bestaande marktkiosk - Slopen – Planaanduiding: Slopen

met betrekking tot een terrein gelegen te Zonhoven, kadastraal gekend: Afdeling 1, Sectie B, perceelnrs. 568N e.a. en openbaar domein;

de volgende ingedeelde inrichting en activiteiten:

de exploitatie van de bemalingswerken voor de aanleg van verschillende rioleringsstrengen (gescheiden riolering) in het centrum van Zonhoven, waarvoor volgende rubrieken uit de indelingslijst van Vlarem II, bijlage I van toepassing zijn:

  • Rubriek 3.4.2'’: lozen van bedrijfsafvalwater, zonder afvalwaterzuiveringsinstallatie met een debiet van meer dan 2 m3/u tot en met 100 m3/u aangevraagd: lozing van bemalingswater dat gevaarlijke stoffen bevat, vermeld in bijlage 2C, in concentraties hoger dan het IC - totaal: 75 m3/uur (klasse 2}
  • Rubriek 53.2.2'b)2’: winning van grondwater: bronbemaling voor bouwkundige werken of openbare nutsvoorzieningen: m.i.v. terugpompingen, in ander gebied dan vermeld in punt I', netto opgepompt debiet >30.000 m3 per jaar en max. verlaging grondwaterpeil bedraagt > 4 m onder maaiveld totaal vergund: grondwaterwinning (bemaling), met een jaardebiet van 86.391m3/jaar. Maximum grondwaterverlaging tot 4,1 m-mv. - totaal: 86.391 m3/jaar (klasse 2)
     met betrekking tot een terrein gelegen ter plaatse Kerkplein 80, 3520 Zonhoven, kadastraal gekend/ 71443F0006/00L000, 71066B0547/00B000, 71443F0008/00L000, 71066B0543/00A000, 71443FO020/OONOOO, 71443FOO02/OOHOOO. 

§2 Deze vergunning wordt ook beschouwd als machtiging voor de uitvoering van werken van wijziging of verbetering aan Roosterbeek, zoals vermeld in het advies d.d. 30 september 2022 van de Dienst Waterlopen en Domeinen van het Provinciebestuur met referentie 2022N097175 - 2022- 1152. 

§3 De plannen zoals opgeladen in het omgevingsloket onder projectinhoudversie V3 en opgenomen in bijgevoegde lijst, maken integraal deel uit van het vergunningsbesluit. 

Artikel 2

De in artikel 1 bedoelde vergunning wordt verleend:

- voor wat betreft de stedenbouwkundige handelingen: voor onbepaalde duur

- voor wat betreft de ingedeelde inrichtingen of activiteiten: voor een termijn van 1 jaar vanaf de start van de werken. 

Artikel 3

De in artikel 1 bedoelde vergunning wordt verleend:

§1 voor wat betreft de stedenbouwkundige handelingen, onder volgende voorwaarden:

  1. Het voorgestelde programma van maatregelen zoals opgenomen in de archeologienota met referentienummer "ID: 23015' moeten strikt uitgevoerd worden zoals beschreven in de archeologienota, inclusief de opgelegde voorwaarden hieraan en conform het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013.
  2. De adviezen en machtigingen van de afdeling waterbeheer dienen strikt nageleefd te worden.
  3. De richtlijnen en voorwaarden uit het advies van de Hulpverleningzone Zuid west Limburg dienen strikt na geleefd te worden.
  4. De richtlijnen en voorwaarden uit het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer dienen strikt na geleefd te worden.
  5. De richtlijnen en voorwaarden uit het advies van de provinciale afdeling Waterbeheer dienen strikt na geleefd te worden.
  6. De hoogstammige bomen die niet aangegeven zijn op het inplantingplan als te rooien, dienen behouden te blijven.
  7. De afbraak van de constructies dient te gebeuren tot in de grond en de plaats moet hersteld worden in de vorige toestand. Aan de afbraak is geen milieuvergunningsplicht verbonden, wel dient rekening gehouden te worden met de wettelijke verplichtingen opgenomen in het milieuvergunningsdecreet, het bodemsaneringsdecreet en het materialendecreet. Vooraleer te starten met de afbraakwerken dienen de constructies volledig ontruimd te worden. De afvalstoffen die vrijkomen bij de afbraakwerken dienen selectief ingezameld te worden. Alle bouw-, sloop- en infrastructuurwerken in open lucht dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II, hoofdstuk 6.12 Beheersing van stofemissies tijdens bouw-, sloop- en infrastructuurwerken”, indien deze uitgevoerd worden door een aannemer. Het verwijderen van asbest dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem ll Beheersing van asbest, hoofdstuk 6.4.
  8. De maatregelen opgenomen in de sloopinventaris dienen te worden nageleefd.
  9. Na de uitvoering van de werken dient de integrale toegankelijkheid van de projectzone te voldoen aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid. De bouwheer dient de normbepalingen van hoofdstuk III van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid na te leven. 

§2 voor wat betreft de ingedeelde inrichtingen of activiteiten, onder volgende voorwaarden:

  • Naast de algemene lozingsvoorwaarden voor het lozen van bedrijfsafvalwater op oppervlaktewater geldt volgende bijzondere lozingsvoorwaarde (emissiegrenswaarde): As totaal 10 pg/l.
  • In afwijking op artikel 4.2.5.1.1.91 van Vlarem II wordt de hoeveelheid grondwater die opgepompt en afgevoerd wordt, bepaald d.m.v. een meetmethode conform hoofdstuk 5.53 van Vlarem II. Om de kwaliteit van het geloosde grondwater te bepalen, zullen er staalnames gedaan worden via een aftapkraan.
  • De start- en stopdatum van de bemaling dient gecommuniceerd te worden via grondwater.lim.vera@vmm.be.
  • Bij infiltratie/retour van het bemalingswater (via de vijver) geldt de milieukwaliteitsnorm voor grondwater (Bijlage 2.4.1 van VLAREM II), en bij gebrek daaraan de richtwaarde (Bijlage II van VLAREBO) en de rapportagegrens voor PFAS.
  • Ter hoogte van OVAM-dossier 30988 is een verontreiniging met VOCI aanwezig in het grondwater. Gezien de verontreiniging op het terrein saneringsplichtig is en er gedurende vijf jaar een monitoring van de VOC;1-pluimlo pende is dient exploitant contact op te nemen met de erkende bodemsaneringsdeskundige zodat de werken afgestemd kunnen worden op de meest recente analysegegevens. De peilbuizen ter hoogte van de verontreiniging dienen gemonitord te worden zodoende geweten is wat de exacte impact is op de verontreiniging en bij opstart fase 2 geweten is of al dan niet rechtstreeks de waterzuivering dient ingeschakeld te worden. 

Artikel 4

§1 Van de in artikel 1 bedoelde vergunning mag gebruik worden gemaakt als de aanvrager niet binnen een termijn van vijfendertig dagen die ingaat na de eerste dag van de aanplakking, op de hoogte is gebracht van de instelling van een schorsend administratief beroep als vermeld in artikel 52 van het OVD.

§2 De aanvrager mag onmiddellijk gebruikmaken van de omgevingsvergunning in de gevallen, vermeld in artikel 55, tweede lid van het OVD. 

Artikel 5

De beslissing wordt ter beschikking gesteld van:

  1. de vergunningsaanvrager, met name gemeente Zonhoven
  2. het college van burgemeester en schepenen van Zonhoven
  3. het departement Omgeving, Afdeling GC)P - RO - Limburg, Koningin Astridlaan 50/1 te 3500 Hasselt
  4. het departement Omgeving, Afdeling GC)P - Milieuvergunningen - Limburg, Koningin Astridlaan 50/5 te 3500 HASSELT
  5. de adviesinstanties, vermeld in artikel 35 en/of 37 die advies verlenen in eerste aanleg
  6. de Provinciale Omgevingsvergunningscommissie
  7. de NV AQUAFIN, Dijkstraat 8 te 2630 AARTSELAAR
  8. het Agentschap Onroerend Erfgoed, Koningin Astridlaan 50/1 te 3500 Hasselt
  9. het departement Omgeving, Vlaamse Landmaatschappij, Koningin Astridlaan 50 te 3500 HASSELT
  10. het departement Omgeving, Afdeling Handhaving Limburg, Koningin Astridlaan 50/5 te 3500 HASSELT 

Artikel 6

De beslissing wordt, overeenkomstig de artikelen 56 t.e.m. 63 van het besluit van 27 november 2015 van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet betreffende de Omgevingsvergunning van 25 april 2014 (OVB), bekendgemaakt door:

  1. in voorkomend geval, de aanplakking van een affiche op de plaats waar het voorwerp van de vergunningsaanvraag uitgevoerd zal worden, conform artikel 59;
  2. de publicatie op de website van de gemeente waar het voorwerp van de vergunningsaanvraag uitgevoerd zal worden, conform artikel 60;
  3. in voorkomend geval, de publicatie in een dag- of weekblad, conform artikel 61;
  4. in voorkomend geval, de individuele kennisgeving, conform artikel 62;
  5. de analoge of digitale terinzagelegging van de beslissing in het gemeentehuis van de gemeente waar het voorwerp van de vergunningsaanvraag uitgevoerd zal worden, conform artikel 63; 

Artikel 7

Tegen deze beslissing kan, overeenkomstig artikel 52 en volgende van het decreet betreffende de Omgevingsvergunning van 25 april 2014 (OVD) en artikel 73 en volgende van het besluit van 27 november 2015 van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning (OVB), een beroep worden ingediend bij de Vlaamse Regering, digitaal via het omgevingsloket of analoog p/a Afdeling GOP - Directie Omgevingsprojecten, Koning Albert II-laan 20 bus 8 te 1000 Brussel.

Het beroep moet op straffe van onontvankelijkheid ingesteld worden per beveiligde zending binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:

- de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

- de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

- de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen;

De beroeper bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:

1 de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt

2 de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen

3 het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.

Het beroepschrift moet op straffe van onontvankelijkheid de gegevens en bewijsstukken bevatten zoals vermeld in artikel 74 van het OVB. Bij het indienen van een beroep tegen een beslissing in eerste aanleg over een aanvraag voor een omgevingsvergunning is een dossiertaks verschuldigd overeenkomstig de bepalingen van artikel 12 van het OVD.

Als met toepassing van artikel 31/1 van het OVD bij de Vlaamse regering een georganiseerd administratief beroep werd ingesteld tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg, bevat het beroep op straffe van onontvankelijkheid een afschrift van het beroepschrift bij de Vlaamse regering.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de beslissing van de Bestendige deputatie van 22 december 2022.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen besluit over te gaan tot de bekendmaking van deze beslissing overeenkomstig de artikelen 56 t.e.m. 63 van het besluit van 27 november 2015 van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet betreffende de Omgevingsvergunning van 25 april 2014.