Het omgevingsdecreet, in bijzonder artikel 31 dat het volgende bepaalt:
Ҥ1. Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.
De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.
§2. Als het college van burgemeester en schepenen niet de bevoegde overheid is die in eerste aanleg over de aanvraag beslist, dan bezorgt de gemeente de beslissing van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg binnen zestig dagen na het verzoek aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15.”
Het omgevingsbesluit, in bijzonder artikel 47 dat het volgende bepaalt:
“Als de vergunningsaanvraag wegenwerken omvat waarvoor de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, neemt de gemeenteraad daarover een besluit. De gemeenteraad neemt daarbij kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek. Uiterlijk tien dagen na de gemeenteraadszitting stelt de gemeente de gemeenteraadsbeslissing ter beschikking hetzij van de bevoegde omgevingsvergunningscommissie als die advies moet verlenen, hetzij van het bevoegde bestuur als geen advies van een omgevingsvergunningscommissie vereist is.”
De toelichting bij bovengenoemd omgevingsdecreet en -besluit:
“Art. 47. Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning herneemt de welbekende regeling van de tussenkomst van de gemeenteraad over de zaak van de wegen. Voor alle duidelijkheid wordt ook hier herhaald:
Op 15 mei 2024 werd door het landmeterskantoor Houben BV met maatschappelijke zetel te 3600 Genk, Bochtlaan 32B en gekend in de Kruispuntbank der Ondernemingen onder het nummer BE 0454.118.168, hierna de aanvrager genoemd, een omgevingsvergunning voor het verkavelen van grond in 12 loten, waarvan 6 loten voor halfopen en 4 loten voor open bebouwing en 2 loten worden uitgesloten voor een middenspanningscabine en voor toevoeging aan het openbaar domein – met als kenmerk OMV_2024070306 – ingediend bij het lokaal bestuur Zonhoven.
Hierbij treedt voornoemd landmeterskantoor Houben BV op als gevolmachtigde van de Naamloze Vennootschap “Marchetta Projectontwikkelingen” met maatschappelijke zetel te 3600 Genk, Marcel Habetslaan 30 en gekend in de Kruispuntbank der Ondernemingen onder het nummer BE 0427. 206.608, hierna de verkavelaar genoemd.
Meer concreet betreft het een verkaveling van de percelen ten kadaster gekend onder de nummers Zonhoven, Afdeling 2, Sectie D, nrs. 132A43, 132B43, 132C43 en 132D43 in 12 percelen voor open bebouwingen, halfopen bebouwingen en de inplanting van een middenspanningscabine waarbij eveneens wordt voorzien in de overdracht van een gedeelte van de te verkavelen percelen naar het openbaar domein.
Voornoemde percelen zijn gelegen in de gemeente Zonhoven en worden ingesloten door langs de ene kant de Elstrekenweg en Molenweg en langs de andere kant de omliggende woningen gelegen op de percelen ten kadaster gekend onder de nummers Afdeling 2, Sectie D, nrs. 132S133; 132E137; 132C137; 132B137 en 132Y74.
Voorliggende aanvraag voorziet in de aanleg van 3 loten voor open bebouwing langs de Elstrekenweg en de aanleg van 1 lot voor open bebouwing op de kruising tussen de Elstrekenweg en de Molenweg. Teneinde de laatste open bebouwing te kunnen verwezenlijken, dienen de woningen gelegen op de Molenweg 208 en 210 te worden gesloopt.
Voorts wordt voorzien in 6 loten voor halfopen bebouwingen waarvan er 2 zijn gelegen langsheen de Elstrekenweg en 4 zijn gelegen langsheen de Molenweg.
Tot slot wordt één lot voorzien voor de aanleg van een middenspanningscabine (lot 11) en wordt een laatste lot voorzien voor de overdracht van een grondstrook naar het openbaar domein (lot 12).
Met voorliggende omgevingsvergunningsaanvraag wordt tevens voorzien in de verbreding van de huidige rooilijn van de aan de te verkavelen percelen aanliggende Elstrekenweg en dit laatste langs de kant van de verkaveling (even nummers). Het gedeelte van de te verkavelen percelen hetwelk binnen de nieuwe rooilijn zou komen te vallen zal middels een gratis grondafstand worden overgedragen aan de gemeente.
Concreet betreft het een verbreding van één meter waarbij bovendien de huidige locatie van bushalte “Zonhoven Elstrekenweg” behouden blijft doch de ondergrond van de bushalte binnen de nieuwe rooilijn – en aldus het openbaar domein – wordt gebracht. Ter hoogte van de aanloop naar de kruising tussen de Elstrekenweg en Molenweg wordt bovendien voorzien in de innemingen van een ruimere grondstrook teneinde enkele straatkappen voor gasaansluiting binnen het openbaar domein te brengen.
De doelstelling van de hiervoor beschreven verbreding van de rooilijn van de Elstrekenweg bestaat er voornamelijk in om te voorzien in ruimte voor het plaatsen van ondergrondse nutsleidingen voor de te verwezenlijken open en halfopen bebouwingen en dit laatste zonder afbreuk te doen aan de hedendaagse – verkeersveilige – staat van de Elstrekenweg.
Aldus werd aan de aanvraag een wegenisdossier gevoegd.
Teneinde de verbreding van de huidige rooilijn langsheen de Elstrekenweg ter hoogte van de verkaveling te bekomen werd door de aanvrager het rooilijnplan “Elstrekenweg” opgemaakt en gevoegd bij het omgevingsvergunningsaanvraagdossier.
Concreet voorziet voornoemd rooilijnplan in de verschuiving van één meter van de rooilijn van de Elstrekenweg en dit ter hoogte van de in de verkaveling voorziene loten nummers 1 t.e.m. 6 voor halfopen en open bebouwing. Ter hoogte van bushalte “Zonhoven Elstrekenweg” wordt voorzien in een ruimere verbreding teneinde de ondergrond van deze bushalte binnen de nieuwe rooilijn te brengen. Eveneens wordt er ter hoogte van de kruising van de Elstrekenweg en Molenweg voorzien in een ruimere verbreding dewelke de huidige klinkerverharding en straatkappen voor gas omvat.
Hetgeen de gemeenteraad er aldus toe brengt om zich, in toepassing van artikel 31 Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, hierna het Omgevingsvergunningsdecreet genoemd, in onderhavig dossier uit te spreken over de zaak der wegen.
Argumentatie
Overeenkomstig artikel 12, §2 van het Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, hierna het Gemeentewegendecreet genoemd, kan de aanname of wijziging van een gemeentelijk rooilijnplan en de opheffing van een gemeenteweg met toepassing van artikel 31 van het Omgevingsvergunningsdecreet opgenomen worden in een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen.
Dit op voorwaarde dat een rooilijnplan toegevoegd wordt aan het aanvraagdossier dat voldoet aan de vereisten zoals gesteld voor gemeentelijke rooilijnplannen en de vooropgestelde wijziging aan het gemeentelijk wegennetwerk past in het kader van de realisatie van de bestemming van de gronden.
Overeenkomstig artikel 31 Omgevingsvergunningsdecreet roept het college van burgemeester en schepenen de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg indien de omgevingsvergunningsaanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat.
De gemeenteraad dient zich vervolgens uit te spreken over de ligging, breedte en uitrusting van de gemeenteweg en over de eventuele opname van de betrokken percelen en loten in het openbaar domein.
Hierbij dient er, overeenkomstig artikel 31 Omgevingsvergunningsdecreet, rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het Gemeentewegendecreet, in voorkomend geval, met het gemeentelijk beleids- en afwegingskader zoals vermeld in artikel 6 van het Gemeentewegendecreet.
Artikel 3 van het Gemeentewegendecreet luidt als volgt:
“Dit decreet heeft tot doel om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen.
Om de doelstelling, vermeld in het eerste lid, te realiseren voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op:
1° de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau;
2° de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.”
Artikel 4 van het Gemeentewegendecreet luidt als volgt:
“Bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet wordt minimaal rekening gehouden met de volgende principes:
1° wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;
2° een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;
3° de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen;
4° wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrens-overschrijdend perspectief;
5° bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen.
Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen.”
De aanvrager maakt gebruik van de hierboven uiteengezette geïntegreerde vergunningsprocedure om naast de vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen – te weten de verkaveling van het projectgebied in 12 loten – ook de wijziging van de bestaande rooilijnen in de Elstrekenweg aan te vragen.
De Elstrekenweg kwalificeert hierbij als een “gemeenteweg” in de zin van het artikel 2, 6° van het Gemeentewegendecreet. De in de verkavelingsaanvraag vooropgestelde verbreding van de huidige rooilijnen impliceert een wijziging van een bestaande gemeenteweg in de zin van artikel 2, 12° van het Gemeentewegendecreet.
Reden waarom de gemeenteraad bevoegd is zich uit te spreken over de wijziging van de bestaande rooilijn in de Elsenstrekenweg zoals deze naar voren komt in de verkavelingsaanvraag, hierbij rekening houdend met de bepalingen uit het Gemeentewegendecreet, meer bepaald de artikels 3, 4 en 16 van voornoemd decreet.
Overeenkomstig artikel 12, §2 Decreet Gemeentewegen dient het aanvraagdossier een rooilijnplan te bevatten dat voldoet aan de vereisten uit het artikel 16, §§ 2 en 3 Decreet Gemeentewegen.
Krachtens voornoemd artikel dient een gemeentelijk rooilijnplan volgende elementen te omvatten:
Het bij de omgevingsvergunningsaanvraag gevoegde rooilijnplan voldoet aan al deze voorwaarden.
Overeenkomstig artikel 3 van het Decreet Gemeentewegen strekt de wijziging van het gemeentelijk wegennet ertoe de structuur, samenhang en toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren door middel van een geïntegreerd beleid op lokaal niveau.
De wegenis dient in dit opzicht te kunnen worden ingepast in een goed uitgebouwd, verantwoord, veilig en duurzaam lokaal wegennet. De doelstellingen uit artikel 3 Decreet Gemeentewegen kunnen in dit opzicht niet los worden gezien van de algemene visie op ruimtelijke ontwikkeling van een gemeente.
Voorliggend project strekt ertoe te voorzien in de aanleg van nutsvoorzieningen voor de te realiseren open en halfopen woongelegenheden langsheen de Elstrekenweg waarbij tegelijkertijd de bestaande fietspaden, de bestaande bushalte evenals de heden ten dage op het perceel staande bomen op maximale wijze wordt behouden.
Aldus kan voorliggend project principieel worden ingepast in een goed uitgebouwd, verantwoord, veilig en duurzaam lokaal wegennet.
Overeenkomstig artikel 4, 1° van het Gemeentewegendecreet dienen de wijzigingen aan het gemeentelijk wegennet steeds ten dienste te staan van het algemeen belang.
Wat de doelstelling van algemeen belang betreft kent voorliggende verschuiving van de rooilijn in de Elstrekenweg een driedubbele doelstelling.
Vooreerst moet er worden opgemerkt dat de vooropgestelde verschuiving van de rooilijn ten dienste staat van de aanvraag tot vergunning voor het verkavelen van grond in 12 loten, waarvan 6 loten voor halfopen en 4 loten voor open bebouwing, in deze zin dat wordt voorzien in de overdracht van een grondstrook naar het openbaar domein zonder welke voornoemde verkaveling niet zou kunnen worden verwezenlijkt.
Ter staving van dit laatste gegeven kan onder meer worden verwezen naar het advies van Fluvius van 27 augustus 2024 waarin wordt gesteld dat de aangevraagde verkaveling enkel mogelijk is mits aanleg van nieuwe nutsleidingen voor elektriciteit en de oprichting van een distributiecabine.
In dit opzicht kan de verschuiving van de rooilijn bijgevolg niet los worden gezien van de creatie van nieuwe en duurzame woongelegenheden nabij het centrum van Termolen, deelgemeente van Zonhoven, hetgeen middels voorliggende verkavelingsaanvraag (mede) wordt bereikt.
Concreet wordt de grondstrook, als lot 12 aangeduid op het verkavelingsplan, gereserveerd voor de aanleg van deze ondergrondse nutsleidingen welke noodzakelijk zijn voor de ontwikkelingen van deze nieuwe halfopen en open bebouwingen, hetgeen aldus de eerste doelstellingen van algemeen belang uitmaakt.
Beroep doende op haar discretionaire bevoegdheid ter zake acht de gemeente het dan ook in het kader van de bredere doelstelling tot creatie van duurzame woongelegenheden in het centrum van Termolen noodzakelijk om middels onderhavige beslissing aangaande de zaak der wegen over te gaan tot de reservering van de betrokken grondstrook van één meter voor de aanleg van toekomstige nutsleidingen.
Hetgeen overigens in overeenstemming is met de rechtspraak van de Raad van State hieromtrent in dewelke wordt gesteld dat het “niet onredelijk is om ter verantwoording van de rooilijnbreedte te verwijzen naar de noodzaak om nutsvoorzieningen aan te leggen. Om die reden kan de rooilijnbreedte ruimer zijn dan het eigenlijke wegdek (RvS 5 mei 2015, nr. 231.127) ”.
Ten tweede wordt middels de verschuiving van de rooilijn ook voorzien in de inlijving van een voor het publiek toegankelijke bushalte en de heden ten dage bestaande klinkerverharding met straatkappen voor gasaansluitingen ter hoogte van het kruispunt Elstrekenweg – Molenlaan in het openbaar domein.
Ten derde moet er worden gezegd dat de verschuiving van de rooilijn noodzakelijk is teneinde de vooropgestelde verkaveling te realiseren zonder afbreuk te doen aan de veiligheid van de trage weggebruikers dewelke zich langsheen de Elstrekenweg begeven.
Opgemerkt dient immers dat de Elstrekenweg in zijn huidige staat de volledige breedte van de hedendaagse rooilijnen benut daar wordt voorzien in een fietspad waarvan de uitersten grenzen aan deze hedendaagse rooilijn.
Zonder de in het rooilijnplan vooropgestelde extra innemingen langsheen de Elstrekenweg zouden eventuele toekomstige nutsleidingen bijgevolg moeten worden aangelegd onder het bestaande fietspad waardoor een situatie van conflict zou kunnen ontstaan tussen eventuele bovengrondse elementen en het trage wegverkeer.
Reden waarom voorliggend ontwerp dan ook als het enige verkeersveilige alternatief voorkomt en de gemeente er aldus toe is genoodzaakt om over te gaan tot de reservering van een grondstrook van één meter naast het bestaande fietspad in de Elstrekenweg.
Artikel 4, 2° van het Gemeentewegendecreet stelt dat de wijziging, aanleg of afschaffing van een bestaande gemeenteweg een uitzonderingsmaatregel uitmaakt die afdoende dient te worden gemotiveerd.
Zo stellen de parlementaire stukken bij het Gemeentewegendecreet:
“Het kan geenszins de bedoeling zijn om alle bestaande gemeentewegen die op dit moment afgesloten of ontoegankelijk zijn, zo maar op te heffen. De verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg moet worden beschouwd als een uitzonderingsmaatregel.
Het behoud en de herwaardering van bestaande verbindingen staan immers voorop (Voorstel van decreet van 1 februari 2019 houdende de gemeentewegen, Parl. St. Vl. P. 2018 – 19, nr. 1847/1, 17).”
Welnu dient er in het kader van artikel 4, 2° Gemeentewegendecreet op gewezen dat voorliggend project net uitgaat van het behoud van de hedendaagse gemeenteweg (Elstrekenweg) in deze zin dat middels voorliggende inlijving van de grondstrook met een diepte van één meter wordt voorzien dat de aangevraagde verkaveling kan worden verwezenlijkt met behoud van de Elstrekenweg in zijn hedendaagse –verkeersveilige– staat.
Artikel 4, 3° van het Gemeentewegendecreet vereist dat de wijzigingen aan het gemeentelijk wegennet steeds de verkeersveiligheid in acht nemen, waarbij potentieel gevaarlijke elementen steeds vermeden dienen te worden.
Krachtens artikel 4, 5° Gemeentewegendecreet dienen wijzigingen aan het lokale wegennet de verschillende ruimtelijke behoeften en de verschillende maatschappelijke functies tegen elkaar af te wegen. De wijziging dient rekening te houden met de actuele functie van de gemeenteweg evenals de behoeften van toekomstige generaties.
Zoals hierboven reeds werd aangehaald wordt de verkeersveiligheid – meer bepaald de veilige doorgang van het trage wegverkeer langsheen de Elstrekenweg – op verregaande wijze mee betrokken in voorliggend rooilijnplan. Middels de verschuiving van de rooilijn naar het binnengebied wordt immers bekomen dat toekomstige ondergrondse nutsvoorzieningen kunnen worden aangebracht naast het hedendaagse fietspad, hetgeen een conflict tussen het fietsverkeer en eventuele bovengrondse elementen zal vermijden.
Ter staving van de verdere verenigbaarheid van voorliggend rooilijnplan met het artikel 4, 5° Decreet Gemeentewegen dient gewezen op het gegeven dat de ontwerpen voorzien in het behoud van de beeldbepalende laanbomen langsheen de Molenweg evenals het behoud van de Zomereiken en Valse Acacia’s ter hoogte van de rooilijn van de Elstrekenweg.
Bijgevolg houdt voorliggend rooilijnplan rekening met de verschillende maatschappelijke functies van de hedendaagse Elstrekenweg waarbij eveneens de verkeersveiligheid langsheen deze gemeenteweg op maximale wijze wordt gewaarborgd.
Openbaar onderzoek
Het bij de omgevingsvergunningsaanvraag gevoegde rooilijnplan diende in toepassing van het artikel 17, §2 Gemeentewegendecreet aan een openbaar onderzoek te worden onderworpen.
Een eerste openbaar onderzoek vond plaats van 24 augustus 2024 tot en met 22 september 2024.
Gedurende dit eerste openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.
In navolging van een wijzigingsverzoek uitgaande van de aanvrager werd evenwel een tweede openbaar onderzoek georganiseerd over het voorliggende project. Dit tweede openbaar onderzoek vond plaats van 19 september 2024 tot en met 18 oktober 2024.
Tijdens dit tweede openbaar onderzoek werd er één bezwaarschrift ontvangen, waarvan kennis wordt genomen. Gezien de inhoud daarvan betrekking heeft op de verkaveling en woningbouw zelf (ontbossen, privacy, wateroverlast), dient dit door de vergunningverlenende overheid te worden behandeld.
Adviezen
Binnen het kader van de behandeling van de omgevingsvergunningsaanvraag met kenmerk OMV_2024070306 werden volgende adviezen ingewonnen:
Lot 12 (1a40ca) zoals weergegeven op het verkavelingsontwerp van landmeter-experts Jos Houben en Bart Houben van 3/07/2024 dient gratis overgedragen te worden aan de gemeente Zonhoven, met het oog op inlijving tot het openbaar domein. Alle kosten hieraan verboden, oa. ook kosten als gevolg van het verlijden van een notariële akte, zijn ten laste van de aanvragers.
Gunstig voor de verkaveling zoals voorgesteld, mits volgende voorwaarden in de voorschriften worden opgenomen:
Aanplanten van minstens 1 streekeigen en/of klimaatrobuuste hoogstamboom in de voortuin bij al de loten.
Aanplanten van minstens 1 streekeigen en/of klimaatrobuuste hoogstambomen in de achtertuin van de loten 1, 2 en 7 t.e.m. 10
Aanplanten van minstens 2 streekeigen en/of klimaatrobuuste hoogstambomen in de achtertuin van de loten 3 t.e.m. 6.
De aan te planten bomen zijn bomen van minstens 2de grootte en dienen aangeplant te worden in het plantseizoen volgende op het beëindigen van de werken. Het aanwezige groen en de aanwezige bomen dienen maximaal behouden te blijven.
De te behouden en verplicht aan te planten bomen kunnen enkel nog gerooid worden na goedkeuring van een gemotiveerde vergunningsaanvraag.
Voor de verplicht aan te planten bomen geldt er een verplichting tot heraanplant bij afsterven van de bomen.
De bouwheer dient ook de nodige maatregelen te treffen om de te behouden bomen en het te behouden groen te beschermen tegen de nadelige invloeden van werken, zoals vermijden van bodemverdichting binnen de kruinprojectie en verbod op het stapelen van goederen binnen de kruinprojectie. Ook dienen werken, en zeker grondwerken, binnen de kruinprojectie vermeden te worden.
Volgende linken kunnen een hulp zijn in de keuze van de juiste boomsoorten:
- https://www.plantvanhier.be/plantengids
- https://www.ecopedia.be/bomenwijzer
Bermen op openbaar domein zijn een grasberm;
Inritten op openbaar domein worden aangelegd in waterdoorlatende klinkers conform de andere inritten op de Elstrekenweg.
De elektriciteitscabine dient te worden ingegroend d.m.v. een haag of lage beplanting.
Naar aanleiding van uw vraag hebben wij een studie opgemaakt voor de aanleg en/of aanpassingen van de nutsleidingen voor het bovenvermeld project en dit op basis van de gegevens waarover wij vandaag beschikken.
Voor uw project zijn volgende werken van toepassing en noodzakelijk:
- Aanleg van nieuwe nutsleidingen voor elektriciteit
- Oprichting van een distributiecabine
Deze voorwaarden worden gelijktijdig overgemaakt aan u en aan het betrokken college van burgemeester en schepenen van de gemeente Zonhoven, die de voorwaarden mee zal opnemen in de omgevingsvergunning.
Dienst onroerend erfgoed dd. 14 augustus 2024: geen advies.
Met aandacht hebben wij uw adviesvraag onderzocht. Proximus voorziet geen uitbreidingen voor de aansluiting van dit project.
Aanvragen tot aansluiting op het Proximus netwerk kunnen door de aanvrager gericht worden naar onze klantendienst via het nummer 0800 22 800. In functie van de beschikbare capaciteit van onze infrastructuur op dat moment, bekijken we de mogelijkheden om een aansluiting te voorzien.
Wij zijn nagegaan welke aanpassing van de infrastructuur van Wyre nodig is om de loten uit deze verkavelings- of bouwaanvraag te kunnen aansluiten. Wij vragen om onderstaande voorwaarden op te nemen in de vergunning:
Deze vaststelling omvat niet de aftak- en aansluitkosten van de abonnee. Deze worden met de latere abonnee verrekend.
Wij blijven steeds tot uw dienst voor verdere informatie.
https://www.wyre.be/nl/netaanleg
Bespreking:
Voorliggende verkaveling met 10 eengezinswoningen genereert dagelijks circa 30 autoverplaatsingen, 11 fietsverplaatsingen, en 5 verplaatsingen te voet (cfr. mobiliteitstoets voor eengezinswoningen in regionaal stedelijk gebied randgemeenten). Tijdens de ochtend en avondspits op weekdagen betekent dit in de Elstrekenweg/Molenweg circa 9 extra autoverplaatsingen; tijdens het weekend is dit circa 7 bijkomende autoverplaatsingen. Dit is aanvaardbaar.
Voor de inritten van de woningen dient het oprijzicht vanop het eigen terrein gerealiseerd te worden. Zie hiervoor de richtlijnen in fiche B9 van het vademecum fietsvoorzieningen.
Ter hoogte van het kruispunt Elstrekenweg/Molenweg dient het oprijzicht voor bestuurders komende uit de Elstrekenweg gegarandeerd te zijn. Er mogen geen zichtbelemmerende elementen aanwezig zijn binnen de uitzichtdriehoek. Zie de specifieke richtlijnen hiervoor in fiche B9 van het vademecum fietsvoorzieningen.
Motivatie/Voorwaarden:
Voor de inritten van de woningen en ter hoogte van het kruispunt Elstrekenweg/Molenweg dient het oprijzicht gegarandeerd te zijn. De richtlijnen voor het opstellen van de uitzichtdriehoek zijn te raadplegen in fiche B9 van het vademecum fietsvoorzieningen.
Bespreking aanvraag
Het betreft een aanvraag voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor het ontbossen van een terrein in functie van het realiseren van een verkaveling.
De ontbossing en de voorgestelde werken zijn verenigbaar met de bestemmingsvoorschriften. Gelet op de ruimtelijke bestemming is er buiten het gegeven van goed- of afkeuring van het boscompensatievoorstel en beoordeling van de eigenlijke ontbossing geen verdere adviesvereiste aan ons agentschap.
Bespreking boscompensatievoorstel
Uit het dossier kan afgeleid worden dat de aanvrager een oppervlakte van 3213 m² wenst te ontbossen.
Volgens onze gegevens is het perceel bezet met gemengd bos .
Volgens het Agentschap voor Natuur en Bos is er voor het uitvoeren van de geplande werken een ontbossing nodig van 3213 m² .
Het dossier is bij het Agentschap voor Natuur en Bos geregistreerd onder het kenmerk 24-212630.
Wanneer u als vergunningverlenende instantie het advies van Agentschap voor Natuur en Bos niet wenst te volgen en de ontbossing voor een andere oppervlakte wenst toe te staan dan vermeld in het goedgekeurde of aangepaste compensatievoorstel, dan moet u voorafgaand aan het verlenen van de vergunning het compensatievoorstel opnieuw aan ons agentschap voorleggen, met de vraag om het aan te passen naar de gewenste bosoppervlakte. Het is belangrijk dat de te compenseren bosoppervlakte overeenstemt met de vergunde te ontbossen oppervlakte. De vergunningverlenende instantie heeft zelf niet de bevoegdheid om het compensatievoorstel aan te passen.
Het overschrijvingsformulier voor het vereffenen van de bosbehoudsbijdrage zal rechtstreeks door ons Agentschap worden overgemaakt aan de aanvrager van zodra de vergunning van kracht wordt.
Conclusie
Op basis van bovenstaande uiteenzetting verleent het Agentschap voor Natuur en Bos een gunstig advies onder de volgende voorwaarden:
De vergunningverlenende overheid kan de vergunning slechts toekennen mits naleving van deze voorwaarden. Onderstaande direct werkende normen zijn hierbij van toepassing:
Volgende voorwaarden moeten letterlijk in de vergunningsvoorwaarden van de omgevingsvergunning worden opgenomen:
Om een correcte inning van de bosbehoudsbijdrage en/of controle op de compenserende bebossingen mogelijk te maken, is het verplicht dat de vergunningverlenende instantie zo snel mogelijk een afschrift van haar beslissing bezorgt aan het Agentschap voor Natuur en Bos. De vergunningverlenende instantie dient ons ook op de hoogte te brengen van een eventuele (opschortende) beroepsprocedure tegen de genomen beslissing.
Alle van nature in het wild levende vogelsoorten en vleermuizen zijn beschermd in het Vlaamse Gewest op basis van het Soortenbesluit van 15 mei 2009. De bescherming heeft onder meer betrekking op de nesten van de vogels en de rustplaatsen van de vleermuizen (artikel 14 van het Soortenbesluit). Bij het uitvoeren van werken in de periode van 1 maart tot 1 juli moet men er zich – vóór men overgaat tot de uitvoering van de werken – van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten beschadigd, weggenomen of vernield worden. Bij het werken aan (oude) constructies of het kappen van bomen dient men na te gaan vóór de werken beginnen of er vleermuizen aanwezig zijn. Als nesten of rustplaatsen in het gedrang komen dient de aanvrager contact op te nemen met het Agentschap voor Natuur en Bos via het algemeen e-mailadres van AVES.
Hierbij kan ik u meedelen dat het dossier in het kader van de watertoets voorwaardelijk gunstig beoordeeld werd.
Ik verzoek u evenwel de voorwaarden in de omgevingsvergunning op te nemen zoals ze geformuleerd werden in het bijgaand advies.
DEEL 1 INLICHTINGENFICHE
Ligging van het perceel:
Waterloop en machtiging
DEEL 2 WATERADVIES I.V.M. DE WATERTOETS
(art. 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018)
1 Beschrijving van het watersysteem
o het bekken van de Demer
o het deelbekken Midden-Demer
2 Waterplannen
Het stroomgebiedbeheerplan van de Schelde is van toepassing.
3 Toetsen aan de doelstellingen decreet integraal waterbeheer, gecoördineerd op 15 juni 2018 artikel 1.2.2
De adviesvraag handelt over de richtlijn gewijzigd afstromingsregime.
Vanaf een verharde oppervlakte van meer dan 1 000 m² moet door de vergunningverlenende instantie advies worden gevraagd aan de waterbeheerder met betrekking tot mogelijke schadelijke effecten op de toestand van het oppervlaktewater. In het kader daarvan moet voldaan worden aan de volgende voorwaarden:
Het volume van de aan te leggen infiltratievoorziening is te bepalen op basis van een door de verkavelaar uit te voeren infiltratieproef, waarbij ook de hoogste grondwaterstand moet worden bepaald (alvorens de loten vervreemd kunnen worden). Richtwaarden in dat verband zijn terug te vinden in onderstaande tabel.
infiltratiecap. | Minimale dimensioneringsvoorwaarden |
|
< 5 mm/u | 430 m³/ha verharde oppervlakte (v.o.), inf.opp. van min. 8% vd v.o. |
|
5-100 | 330 m³/ha vo en 8% inf.opp. |
|
>100 | 250 m³/ha vo en 4 % inf.opp.
|
|
DEEL 3 CONCLUSIES ONDERZOEK WATERBEHEERDER
Uit de toepassing van de nadere regels voor de toepassing van de watertoets bij besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006, en latere wijzigingen, is gebleken dat het verkavelen van grond in 12 loten, 6 loten voor HOB en 4 voor OB, e.a. een verandering van de toestand van watersystemen (of bestanddelen ervan) tot gevolg heeft. Deze verandering heeft geen betekenisvol schadelijk effect op het watersysteem voor zover de voorwaarden onder Deel 2 worden opgenomen in de verkavelingsvergunning.
Het wateradvies is dan ook voorwaardelijk gunstig.
Voor de uitrusting van de verkaveling met een drinkwaterleiding op het openbaar domein moet door de initiatiefnemer onderstaand betaald worden:
• een forfaitaire kost per bebouwbare kavel
• een studiekost per project
Wanneer aan alle voorwaarden is voldaan zal De Watergroep de gemeente hiervan op de hoogte brengen. Vervolgens zal de gemeente, cfr. De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, een verkoopbaarheidsattest afleveren.
Iedere wooneenheid dient over een afzonderlijke watermeter te beschikken.
De plaats van de watermeter dient te beantwoorden aan de voorschriften van De Watergroep.
De kosten van de nieuwe aftakkingen zijn ten laste van de individuele aanvragers.
Bijkomende informatie kan je vinden op: www.dewatergroep.be”
Evaluatie van de ingediende adviezen:
De gemeenteraad wenst er alvast op te wijzen dat haar beoordeling verricht dient te worden vanuit het oogpunt van de doelstellingen en principes van de artikelen 3 en 4 van het Decreet Gemeentewegen, waarbij de bevoegdheid van de raad slechts reikt tot de elementen die behoren tot de ‘zaak van de wegen’. Aspecten die toebehoren aan een beoordeling binnen de vergunningsaanvraag en die betrekking hebben op de ruimtelijke ordening, worden als zodanig niet besproken door de raad.
Zodoende oordeelt de raad dat de adviezen van De Watergroep, de Provincie Limburg Dienst Water en Domeinen, Fluvius, de Dienst Patrimonium, de Dienst Contactmanagement en de dienst Mobiliteit bijgetreden worden.
Zij zijn in overeenstemming met de doelstellingen en principes van de artikelen 3 en 4 van het Decreet Gemeentewegen en stelt dan ook om de daarin opgenomen voorwaarden op te nemen in de vergunning.
Tot slot neemt de gemeenteraad nog kennis van de overige uitgebrachte adviezen.
Juridisch kader
Het Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, in het bijzonder artikel 12, §2 dat voorziet dat de wijziging van een gemeenteweg met toepassing van artikel 31 van het Omgevingsvergunningsdecreet opgenomen kan worden in een vergunningaanvraag voor stedenbouwkundige handelingen.
Het Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, in het bijzonder artikel 31, §1 dat voorziet dat de gemeenteraad beslist over de wijziging van een gemeenteweg en zich uitspreekt over de ligging, breedte en de uitrusting van de gemeenteweg en de eventuele opname in het openbaar domein.
De gemeenteraad keurt de zaak der wegen, met inbegrip van de ligging en breedte van de in de omgevingsvergunningsaanvraag inbegrepen verbreding van de Elstrekenweg, goed.
De gemeenteraad keurt het bij de verkavelingsaanvraag gevoegde rooilijnplan “Elstrekenweg” zoals opgemaakt door landmeterskantoor Houben BV – Bert Houben, Jos Houben – en zoals gevoegd aan de vergunningsaanvraag met als kenmerk OMV_2024070306 (202411), voorwaardelijk goed.
De gemeenteraad aanvaardt de kosteloze grondafstand zoals weergegeven en opgenomen in het bijgevoegde rooilijnplan.
De gemeenteraad beslist tot de goedkeuring van de wegenis en het vaststellen van de rooilijn met het aanvaarden van de gratis grondafstand, mits het naleven van volgende voorwaarden :
Dit besluit treedt in werking op voorwaarde van het bekomen van de omgevingsvergunning binnen de aanvraag met dossiernummer OMV_2024070306. (intern nummer 1377.D.874.2).
Tegen dit besluit van de gemeenteraad kan binnen de 30 dagen in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering.
De procedure van dit beroep verloopt volgens art. 31/1 van het Omgevingsdecreet.