Het omgevingsdecreet, in bijzonder artikel 31 dat het volgende bepaalt:
“§1. Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.
De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.
§2. Als het college van burgemeester en schepenen niet de bevoegde overheid is die in eerste aanleg over de aanvraag beslist, dan bezorgt de gemeente de beslissing van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg binnen zestig dagen na het verzoek aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15.”
Het omgevingsbesluit, in bijzonder artikel 47 dat het volgende bepaalt:
“Als de vergunningsaanvraag wegenwerken omvat waarvoor de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, neemt de gemeenteraad daarover een besluit. De gemeenteraad neemt daarbij kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek. Uiterlijk tien dagen na de gemeenteraadszitting stelt de gemeente de gemeenteraadsbeslissing ter beschikking hetzij van de bevoegde omgevingsvergunningscommissie als die advies moet verlenen, hetzij van het bevoegde bestuur als geen advies van een omgevingsvergunningscommissie vereist is.”
De toelichting bij bovengenoemd omgevingsdecreet en -besluit:
“Art. 47. Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning herneemt de welbekende regeling van de tussenkomst van de gemeenteraad over de zaak van de wegen. Voor alle duidelijkheid wordt ook hier herhaald:
Op 12 februari 2024 heeft de gemeente Zonhoven een omgevingsvergunningsaanvraag ontvangen die ingediend werd door PB INVEST BV, met maatschappelijke zetel te Guldensporenplein 4/1.01, 3500 Hasselt, als volmachthouder van de betrokken percelen, zoals ingediend door dhr. Peter Boonen als vertegenwoordiger met als correspondentieadres Guldensporenplein 4/1.01, 3500 Hasselt. Dit betreffende de voorliggende omgevingsvergunningsaanvraag tot het verkavelen in 17 loten voor grondgebonden eengezinswoningen, de aanleg van een ontsluitingsweg en een elektriciteitscabine, met als kenmerk OMV_2024011671.
De aanvraag heeft betrekking op een terrein gelegen tussen de Bremstraat – Schutenseweg – Beverzakbroekweg - Rozenstraat, te Schutenseweg 91A, 3620 Zonhoven. Dit terrein bestaat uit de percelen kadastraal gekend als zijnde Zonhoven, 3de Afdeling, Sectie F, nrs. 645G3 en 644Y2. Naast de 17 loten die voorzien worden voor grondgebonden eengezinswoningen, wordt er eveneens een lot 18 gecreëerd voor de aanleg van een nieuwe ontsluitingsweg voor de verkaveling die zal voorzien in een in- en uitrit langs de Bremstraat. Lot 19 zal dienen om een elektriciteitscabine op te huisvesten.
Het terrein wordt niet doorkruist door een buurtweg in de zin van de Wet van 10 april 1841 betreffende de buurtwegen.
De omgevingsvergunningsaanvraag omvat volgende stedenbouwkundige handelingen:
Het projectgebied was reeds deels gevat in een voorgaande vergunde verkaveling met als kenmerk 7204V78/4 die werd goedgekeurd op 19 september 1994. Op 27 november 2023 werd door de voorliggende aanvrager, zijnde de bv PB INVEST, een omgevingsvergunningsaanvraag ingediend tot bijstelling van deze verkaveling met het oog om de loten 1, 2 en 3 te onttrekken zodanig deze mee opgenomen konden worden in de voorliggende omgevingsvergunningsaanvraag (OMV_2023144946). Op 27 februari 2024 werd door het college van burgemeester en schepenen van de gemeente Zonhoven beslist deze bijstelling voorwaardelijk toe te kennen.
Het projectgebied van de omgevingsvergunningsaanvraag is gelegen in de woonkern “Terdonk”. Terdonk is één van de drie woonkernen in Zonhoven, maar vindt als enige ruimtelijk direct aansluiting bij het hoofddorp Zonhoven die deel uitmaakt van het regionaalstedelijk gebied Hasselt-Genk. Terdonk ligt met name net ten westen van Zonhoven, aan de overkant van de N74. Terdonk heeft een uitgesproken residentieel karakter en een behoorlijk voorzieningenniveau (basisschool, supermarkt, bakker, apotheek, sporthal, kerk, jeugdaccommodatie, etc.) voor een woonkern.
De omgevingsvergunningsaanvraag werd ingediend op 12 februari 2024, waarna op 13 maart 2024 beslist werd tot de volledigheid en ontvankelijkheid van de vergunningsaanvraag en op zelfde datum werd beslist het openbaar onderzoek te gelasten. Het openbaar onderzoek heeft gelopen van 23 maart 2024 tot en met 21 april 2024.
Na het openbaar onderzoek werd door de vergunningsaanvrager op 28 mei 2024 een verzoek tot termijnverlenging ingediend, naar aanleiding van artikel 90, §3 van het Stikstofdecreet van 23 februari 2024. De termijnverlenging werd goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen van de gemeente Zonhoven, waarna op 13 juni 2024 door de vergunningsaanvrager een gewijzigde projectinhoud ingediend werd met o.a. het indienen van een stikstofnota en enkele aanpassingen aan de plannen.
Naar aanleiding hiervan werd een nieuw openbaar onderzoek georganiseerd van 27 juni 2024 tot en met 26 juli 2024.
Het aanvraagdossier omvat een wijziging aan het gemeentelijk wegennet, doordat een rooilijnplan aangebracht wordt waarin voorzien wordt in de aanleg van een nieuwe ontsluitingsweg, aantakkend op de Bremstraat. Dit rooilijnplan werd opgesteld door landmeter-expert Peter Gijsen, gedelegeerd bestuurder van GEOTEC bv, op 5 oktober 2023.
Argumentatie
Overeenkomstig artikel 12, §2 van het Decreet Gemeentewegen kan de wijziging aan het gemeentelijk wegennet, zoals het aanleggen van een nieuwe wegenis, met toepassing van artikel 31 van het Omgevingsvergunningsdecreet opgenomen worden in een omgevingsvergunningsaanvraag voor stedenbouwkundige handelingen. Dit op voorwaarde dat een rooilijnplan aan het aanvraagdossier wordt toegevoegd dat voldoet aan de vereisten van artikel 16 van het Decreet Gemeentewegen, en voor zover de wijziging past binnen de realisatie van de bestemming van de gronden.
De aanvrager maakt gebruik van deze mogelijkheid om naast de stedenbouwkundige handelingen en het verkavelen van de gronden, tevens te voorzien in de aanleg van een nieuwe ontsluitingsweg met in- en uitrit langs de Bremstraat, het voorzien van een wandellus voor fietsers en voetgangers, en het voorzien van een mogelijkheid om op een later tijdstip een verbinding te vormen met de Schutenseweg voor traag verkeer.
De nieuwe ontsluitingsweg zal aansluiten op de Bremstraat, zijnde een gemeenteweg in de zin van het Decreet Gemeentewegen. De nieuwe ontsluitingsweg wordt opgevat als een toegangsweg voor de kavels. In de centrale ruimte wordt een wandellus voorzien, deels op de straten en deels als pad exclusief voor fietsers en voetgangers. Daarmee wordt een vlottere toegankelijkheid en grotere doorwaadbaarheid gecreëerd voor de actieve weggebruiker, maar wordt het ook een uitnodigende plek om te spelen en verblijven.
De toegang vanaf de Schutenseweg maakt geen deel uit van deze aanvraag, deze blijft in private eigendom. Niettemin blijft de mogelijkheid bestaan dat deze toegang in de toekomst doorgetrokken wordt naar de nieuwe ontsluitingsweg en de Bremstraat. Indien dit zou voorkomen zal deze toegang enkel ingericht worden voor traag verkeer en niet voor gemotoriseerd verkeer.
In het centrale gedeelte wordt de nieuwe toegangsweg aangelegd in een lusvorm zodanig dat de verkeerssnelheid vermindert en het overzicht voor het gemotoriseerd op de centrale groen/ -speelzone gevrijwaard blijft. Naast de wegenis zal een groenzone gelegen zijn die een dubbele functie zal nastreven. Enerzijds zal zij dienen om de waterbuffering op te nemen, hetgeen van belang is gelet het perceel met nr. 644Y2 gelegen is in pluviaal overstromingsgevoelig gebied. Daarnaast zal deze zone ook een sociale functie vervullen aangezien er speelvoorzieningen ingepland worden die, door de glooiingen van het terrein en de aanwezigheid van de waterbuffering, een avontuurlijke dimensie hieraan toevoegen.
Het aanvraagdossier bevat hiertoe een rooilijnplan dat voldoet aan de vereisten van artikel 16, §2 van het Decreet Gemeentewegen, gelet het rooilijnplan de bestaande en toekomstige rooilijn(en) weergeeft van de betrokken gemeentewegen, en voor wat de nieuwe ontsluitingsweg voldoende duidelijk de toekomstige rooilijn weergeeft. Daarnaast zijn alle vereiste kadastrale vermeldingen en gegevens van de ‘getroffen’ percelen, alsook de omringende kadastrale percelen, opgenomen op het rooilijnplan.
De eigenaarsgegevens worden op het rooilijnplan niet opgenomen, doch blijken deze voldoende duidelijk uit de stukken van het aanvraagdossier aangezien een aankoop- en verkoopbelofte gevoegd werd, alsook een belofte tot kosteloze grondafstand. Gelet voorzien wordt in een kosteloze grondafstand wordt er op het rooilijnplan dan ook geen waardevermindering – of vermeerdering weergegeven.
Tevens past de voorgenomen aanleg van nieuwe wegenis in het kader van de realisatie van de bestemming van de gronden, welke overeenkomstig het gewestplan in woongebied gelegen zijn. Geen van de betrokken wegen werd bestemmingsmatig verankerd in een ruimtelijk uitvoeringsplan.
Vervolgens bepaalt artikel 31 van het Omgevingsvergunningsdecreet dat de gemeenteraad bevoegd is om te beslissen over de aanleg van de nieuwe wegenis. Hetgeen impliceert dat de gemeenteraad zich uitspreekt over de ligging, breedte en de uitrusting van de gemeenteweg en de eventuele opname in het openbaar domein.
Verwezen wordt hiervoor naar de principes en doelstellingen uit het Decreet Gemeentewegen die gelden voor iedere wijziging van gemeentewegen:
“Art. 3
Dit decreet heeft tot doel om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen.
Om de doelstelling, vermeld in het eerste lid, te realiseren voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op:
1° de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau;
2° de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.”
“Art. 4
Bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet wordt minimaal rekening gehouden met de volgende principes:
1° wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;
2° een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;
3° de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen;
4° wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;
5° bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen.”
Het is in het licht van deze principes en doelstellingen dat de beoogde aanleg van nieuwe wegenis zal worden onderzocht.
Tot slot geldt overeenkomstig artikel 32, §2 Omgevingsvergunningsdecreet dat een vergunning voor aanvragen met aanleg van een nieuwe gemeenteweg, slechts verleend kan worden na de goedkeuring van de aanleg van de nieuwe gemeenteweg door de gemeenteraad.
De nieuwe ontsluitingsweg wordt gesitueerd op de percelen met als nummer 644Y2 en 645G3 en zal tevens dienen als in- en uitrit van de betrokken verkaveling waarop 17 eengezinswoningen (halfopen en open) zullen ontsluiten. Tevens wordt voorzien in een wandellus om de toegang voor fietsers en voetgangers te verbeteren en de doorwaadbaarheid te bevorderen.
Gelet op de bijgevoegde plannen van het aanvraagdossier zal voorzien worden in een wegenisprofiel met 4,50 meter breedte voor de rijbanen, met twee betonnen kantstroken van 15 centimeter langs weerszijden. De rijbaan wordt eveneens hellend aangelegd zodanig het regenwater kan afvloeien naar de naastgelegen groenzone waar het water kan infiltreren.
De wegenis wordt aangelegd in betonstraatstenen, met daaronder een bed van steenslag, drainerend schraalbetonfundering en onderfundering. Ter hoogte van de in- en uitrit wordt voorzien in een rooilijnbreedte van 18,75 meter. Langs westelijke zijde van de in- en uitrit wordt voorzien in een groenzone die hellend aangelegd wordt richting de wegenis, waarna de wegenis hellend aangelegd is in oostelijke richting waar het afgeleid water zal terechtkomen in een waterbuffer. Dit wordt vervolgens verder afgeleid naar zuidelijke richting.
De wandellus wordt aangelegd in een breedte van 1,50 meter in halfverharding, met steenslagfundering. Deze wandellus wordt eveneens hellend aangelegd, dit richting het talud dat in het centraal gelegen gedeelte gelegen zal zijn.
Met de inrichting van de nieuwe ontsluitingsweg, en de aanleg van een wandellus met centrale groen-/ speelzone wordt erop gericht om aan het gebied tevens een sociale functie te verlenen naast de ontsluitende functie voor de kavels. Daartoe wordt de in-en uitrit aangelegd in een lusvorm, zodanig de verkeersnelheid op dwingende wijze verlaagd wordt en wandelaars zoveel als mogelijk beschikken over een aparte wegenis.
Door niet alleen te voorzien in een voldoende brede uitgeruste wegenis voor gemotoriseerd verkeer maar ook in een wandellus, komt de voorliggende inrichting van de wegenis tegemoet aan een van de doelstellingen van het Mobiliteitsplan van de gemeente Zonhoven, zijnde het uitbouwen van een netwerk van trage wegen,
Met voorliggende vergunningsaanvraag wordt voorzien in de realisatie van een verkaveling, met 17 bouwkavels, waarbij aan de vergunningsaanvraag een omschrijving van de mogelijks te verwachten effecten op de mobiliteit omschreven worden. Waaruit reeds voortvloeit dat er mogelijks effecten op het wegennet zullen ontstaan, doch deze uiterst beperkt zijn – aangezien slechts een toename van 2% van de verkeerscapaciteit van de Bremstraat tijdens de spits en iets meer dan 1% buiten de spits zal betekenen.
Aangenomen kan worden dat de voorliggende wegenis en bijhorende aanleg van kavels een toename in verkeer in de Bremstraat zal betekenen, doch blijkt dit uitzonderlijk beperkt te zijn tot ca. 5 pae/u tijdens de spits en 3,50 pae/u buiten de spits. Aangezien de Bremstraat een capaciteit heeft van 300 pae/u, zijn deze mobiliteitseffecten dan ook niet van die orde om de ontsluiting van de Bremstraat in het gedrang te brengen.
Gelet op de doelstellingen die gerealiseerd worden met voorliggende wijziging aan het gemeentelijk wegennet, kan het voorliggend rooilijnplan en de inhoud daarvan worden goedgekeurd, net zoals de voorziene ligging en breedte van de gemeenteweg.
Gelet op het belang voor de gemeente en de weggebruikers is het dan ook aangeraden om de wegbedding waarop deze nieuwe wegenis gelegen zal zijn, op te nemen in het openbaar domein. Om dit te realiseren werd in de vergunningsaanvraag een belofte tot kosteloze grondafstand gevoegd door de betrokken volmachthouder.
Overeenkomstig art. 4, 1° Decreet Gemeentewegen dienen wijzigingen van het gemeentelijk wegennet steeds ten dienste te staan van het algemeen belang.
Voorliggend rooilijnplan strekt ten eerste tot het voorzien in een veilige en voetgangers/fietsersvriendelijke ontsluitingsweg, waarbij voorzien wordt in een voldoende breedte van de wegenis zodanig het gemotoriseerde verkeer op een veilige wijze elkaar kan kruisen.
Daarnaast wordt ook voorzien in een centrale groenzone waar naast waterbuffering (talud) tevens voorzien zal worden in een speelzone, zodanig een sociale functie verleend wordt aan de centrale groenzone die ten goede zal komen van de ruimere omgeving. Zo wordt de toegankelijkheid voor het trage wegverkeer bevorderd doordat voorzien wordt in een gescheiden wandellus, alsook wordt de waterbuffering afdoende in acht genomen.
Tot slot staat de verkeersveiligheid centraal, aangezien de inrit voldoende breed voorzien wordt, de zichtbaarheid op de Bremstraat gegarandeerd wordt en de wegenis – vanwege zijn inrichting – zal leiden tot trage snelheden. Het voorzien van een verkeersveilige ontsluitingsweg staat uiteraard ten dienste van het algemeen belang.
Tot slot bestaat de mogelijkheid dat op een later ogenblik de toegang aan de Schutenseweg doorgetrokken wordt naar de nieuwe ontsluitingsweg, en de Bremstraat, waardoor het voorzien in een kwalitatieve ontsluitingsweg in voorliggende aanvraag ook belangrijk is voor de veiligheid van deze toekomstige verbinding. Deze zal, indien deze gerealiseerd wordt, dienen voor het trage verkeer – waardoor de aanwezige wandellus de verkeersveilige doorgang zal versterken voor het trage verkeer.
Gelet op deze vaststellingen, strekt de inhoud van het rooilijnplan het algemeen belang, en komt de voorliggende aanleg van de nieuwe ontsluitingsweg ten goede van de gemeente Zonhoven en haar inwoners waardoor er een ruimtelijk doordacht wegennet ontstaat.
Overeenkomstig art. 4, 2° Decreet Gemeentewegen is elke wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg een uitzondering, die gemotiveerd moet worden.
Blijkens de memorie van toelichting bij het Decreet Gemeentewegen werd deze motiveringsverplichting in het leven geroepen, met het oog op de bescherming van de trage wegen, d.w.z. de wegen niet hoofdzakelijk bestemd voor gemotoriseerd verkeer, in het bijzonder de oude voetwegen opgenomen in de atlas der buurtwegen.
Hierbij wenste de decreetgever de ondoordachte opheffing van zulke trage wegen tegen te gaan, gezien hun belangrijke maatschappelijke en mobiliteitsfunctie. Waarbij de voorbereidende werkzaamheden bij het Decreet Gemeentewegen aangeven dat het principe van de Ladder van Lansink gerespecteerd moet worden wanneer mogelijk: behoud, verplaatsing, opheffing.
In voorliggend geval is deze motiveringsplicht niet van toepassing, aangezien geen wijziging, verplaatsing of opheffing van een trage weg beoogd wordt. Wel wordt met voorliggende aanvraag voorzien in een wandellus binnen de brede voorziene rooilijn, waardoor er – gedeeltelijk – voorzien wordt in een trage verbinding voor voetgangers en fietsers.
Met de voorliggende inrichting van de wegenis wordt aldus voorzien in een uitbreiding van de aanwezige trage verbindingen, waardoor alleszins tegemoetgekomen wordt aan de doelstelling van zowel het Decreet Gemeentewegen als het Mobiliteitsplan van de gemeente Zonhoven om op doordachte wijze om te gaan met trage verbindingen.
Overeenkomstig artikel 4, 3° van het Gemeentewegendecreet dient bij de beslissingen omtrent de wijzigingen aan het gemeentelijk wegennet, steeds de verkeersveiligheid in aanmerking te worden genomen.
Wat de mobiliteitsimpact betreft moet opgemerkt worden dat de voorliggende wegenis en bijhorende aanleg van kavels zal voorzien in een toename van 5 pae/u in de spits en 3,5 pae/u buiten de spits, hetgeen een beperkt effect is op de capaciteit van de Bremstraat die 300 pae/u bedraagt. Aanzienlijke mobiliteitseffecten worden aldus niet verwacht.
Bovendien zal er geen risico bestaan op problemen inzake parkeren aangezien elke kavel voldoende ruimte heeft om parkeerplaatsen op eigen terrein te voorzien.
De wegenis wordt ingericht in een breedte van 4,50 meter hetgeen voldoende breed is om gemotoriseerd verkeer veilig te laten kruisen. Bovendien wordt de zichtbaarheid aan de aansluiting op de Bremstraat, en binnen de verkaveling zelf, voldoende gevrijwaard – waardoor er op dit punt geen risico’s ingeschat worden.
Daarnaast wordt de wegenis ingericht in een lusvorm, zodanig de verkeerssnelheid beperkt wordt op dwingende wijze vanwege de inrichting. Deze inrichting heeft een effect op de verkeerssnelheid en aldus ook op de verkeersveiligheid.
De wandellus wordt gedeeltelijk voorzien om samen te lopen met de in- en uitrit en anderzijds wordt zij afzonderlijk ingericht met een breedte van 1,50 meter. Conform het Vademecum voor fietsvoorzieningen is in voorliggende aanvraag geen probleem met het voorzien van gemengd verkeer. De verkeerssnelheid zal immers onder 30 km/u liggen en de verkeersintensiteit is dermate laag dat er geen verkeersveiligheidsrisico’s zullen optreden. Bovendien is de ontsluitingsweg doodlopend, waardoor bijkomend gemotoriseerd verkeer niet genereerd door de verkavelingsaanvraag eerder beperkt zal zijn.
Daarnaast wordt conform de verantwoordingsnota, de hydraulische nota, de infiltratieonderzoeken en de mogelijke effecten op de omgeving (MER-screeningsnota) voldoende toelichting gegeven aangaande waterbuffering en waterinfiltratie. Waaruit blijkt dat er voldoende ruimte voorzien wordt waardoor, gelet op de hellingsgraad waarin de wegenis aangelegd wordt, de waterhuishouding adequaat in rekening is gebracht.
De gevraagde wijziging komt zodoende de verkeersveiligheid ten goede.
Overeenkomstig artikel 4, 4° van het Gemeentewegendecreet dienen bij de beslissingen omtrent de wijzigingen aan het gemeentelijk wegennet steeds de ontsluiting van de aangelande percelen in aanmerking te worden genomen.
De voorliggende aanleg van de ontsluitingsweg zal de ontsluitingsmogelijkheden van de aangrenzende percelen enkel maar bevorderen, aangezien deze op heden niet aanwezig is – net als de wandellus die voorzien zal worden.
Als zodanig komt voorliggende verplaatsing de ontsluiting van de aangrenzende percelen ten goede.
Overeenkomstig artikel 4, 4° van het Gemeentewegendecreet dient zo nodig de wijziging aan het gemeentelijk wegennet te worden beoordeeld in grensoverschrijdend perspectief.
De nieuwe ontsluitingsweg zal aansluiten op de Bremstraat (lokale weg type III), die op haar beurt in verbinding staat met de Schutenseweg (lokale weg type III), Beverzakbroekweg (lokale weg type III) en de Rozenstraat (lokale weg type III). Alle (mogelijks) betrokken gemeentewegen zijn een erftoegangsweg waardoor er geen verbinding gerealiseerd wordt met aangrenzende gemeenten.
Gelet op de concrete ligging van de betrokken gemeentewegen, wordt er geen impact op het gemeentelijk wegennet gerealiseerd die een mogelijks gemeentegrensoverschrijdend effect kan teweeg brengen.
Overeenkomstig artikel 4, 5° van het Gemeentewegendecreet dient rekening te worden gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder hierbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij dienen tevens de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen te worden.
Op heden dient de Bremstraat als een erftoegangsweg voor de ontsluiting van de aldaar gelegen percelen, hetgeen eveneens geldt voor de Rozenstraat, Schutenseweg en de Beverzakbroekweg. Op heden is op het betrokken terrein geen wegenis gelegen waardoor hier geen actuele functie aanwezig is.
Met de aanleg van de nieuwe ontsluitingsweg op een verkeersveilige en duurzame wijze, zal gezorgd worden voor een duurzame ontsluitingsmogelijkheid (mogelijks verbindingsmogelijkheid bij doortrekking van de verbinding van de Schutenseweg) die voor toekomstige generaties een zekerheid zal zijn.
Bovendien komt de actuele functie van de aangrenzende gemeentewegen niet in het gedrang aangezien de voorliggende nieuwe ontsluitingsweg doodlopend aangelegd wordt, waardoor geen verbindende functie voor gemotoriseerd verkeer gerealiseerd wordt. Ook is dit niet het geval voor traag verkeer. Wel wordt voorzien in een sociale plaats van samenkomst door de aanleg van speelvoorzieningen, doch zal dit er eveneens niet toe leiden dat de bestaande functies van de gemeentewegen in het gedrang komt.
Openbaar onderzoek
Binnen het kader van de behandeling van de omgevingsvergunningsaanvraag met kenmerk OMV_2024011671 werd door het College van Burgemeester en Schepenen van de gemeente Zonhoven voorzien in de organisatie van twee openbare onderzoeken, dit naar aanleiding van de gewijzigde projectinhoudversie die door de vergunningsaanvrager ingediend werd op 13 juni 2024.
Een eerste openbaar onderzoek werd georganiseerd van 23 maart 2024 tot en met 22 april 2024. Binnen deze periode werden 11 bezwaarschriften ingediend.
Een tweede openbaar onderzoek werd georganiseerd van 27 juni 2024 tot en met 26 juli 2024. Tijdens deze periode werd 1 bezwaarschrift ingediend.
Overwegende dat de (inhoudelijke) aanpassingen aan de vergunningsplannen eerder beperkt zijn, worden alle ingediende bezwaren behandeld in zoverre de daarin geuite bezwaren nog relevant zijn.
Overeenkomstig artikel 47 van het Omgevingsvergunningsbesluit is de gemeenteraad gehouden om zich uit te spreken over de bezwaren die betrekking hebben op de ‘zaak van de wegen’. Het is de gemeenteraad niet toegelaten om uitspraak te doen over de elementen die raken aan de ruimtelijke ordening of aan een beoordeling over de vergunningsaanvraag.
De gemeenteraad van de gemeente Zonhoven wenst daarbij op te merken dat er van de in totaal 12 ingediende bezwaarschriften, volgende bezwaren betrekking hebben op de ‘zaak van de wegen’:
Behandeling:
Uit de stukken van het aanvraagdossier blijkt dat er adequaat onderzoek verricht werd naar de mogelijke verkeerstoename ten gevolge van de voorliggende omgevingsvergunningsaanvraag. Waarbij vastgesteld werd dat er een bijkomende belasting zou ontstaan voor de Bremstraat van 5 pae/u op spitsmomenten en 3,5 pae/u buiten de spitsmomenten.
Aangezien de Bremstraat een lokale weg van het type III uitmaakt, en van het type erftoegangsweg, is de aanwezige capaciteit 300 pae/u. Als zodanig wordt een bijkomende belasting van 2% verwacht tijdens de spitsmomenten en iets meer dan 1% buiten de spitsmomenten.
De Bremstraat is op heden niet oververzadigd noch wordt er in de bezwaarschriften enige andere informatie aangeleverd waaruit zou blijken dat deze zeer beperkte toename van verkeer zou leiden tot een te hoge verkeersintensiteit in de Bremstraat.
Het bijkomende verkeer is beperkt en de nieuwe ontsluitingsweg wordt aangelegd met een voldoende breedte en een voldoende zichtbaarheid op de weggebruikers, waardoor niet ingezien kan worden in welke zin een verkeersrisico zou ontstaan.
Wat tot slot het verkeerspunt met de Beringersteenweg betreft moet opgemerkt worden dat de zeer beperkte verkeerstoename van de voorliggende aanvraag niet van die aard lijkt te zijn om te leiden tot een toename van de aanwezige veiligheidsrisico’s. Bovendien wordt niks aangebracht waaruit het tegendeel zou blijken.
Een alternatievenonderzoek is in deze niet nodig, noch is dit vereist conform het Decreet Gemeentewegen, aangezien uit de verwachte mobiliteitsimpact en uit de concrete wegenisinrichting blijkt dat er geen risico bestaat voor enige oververzadiging van de Bremstraat, noch tot een ontstaan van verkeersveiligheidsrisico’s.
Dit bezwaarpunt kan niet gevolgd worden door de gemeenteraad.
De gemeenteraad van de gemeente Zonhoven wenst erop te wijzen dat de wegenis reeds voorzien wordt op meer dan vier meter van de westelijke perceelsgrenzen en ca. 10 meter van de oostelijke perceelsgrenzen in het noorden van de verkaveling, en ongeveer 4,50 van de perceelsgrenzen in zuid-westelijke richting.
Bijgevolg valt niet in te zien, te meer de wegenis gelegen is in het centrale gedeelte van de verkaveling, in welke zin er een risico zou bestaan voor de privacy. Bovendien worden ook bomen aangeplant langsheen de wegenis die reeds de zichtbaarheid zullen beperken en de privacy zullen bewaren.
De geluidsoverlast genereerd door de wegenis en het gebruik ervan zal uiterst beperkt tot zelfs verwaarloosbaar zijn, aangezien de toename in verkeer immers uiterst beperkt is vanwege het doodlopend karakter van de wegenis. Bovendien is de wegenis gelegen op een voldoende ruime afstand van de perceelsgrenzen waardoor voorzien wordt in een voldoende buffering.
Tot slot wordt de waterhuishouding adequaat opgelost, aangezien uit de verantwoordingsnota, de hydraulische nota en de infiltratieproeven blijkt dat de voorziene hoeveel infiltratie en buffering volstaat om de waterhuishouding te compenseren. Waarbij eveneens tegemoetgekomen wordt aan de hemelwaterverordening, waarbij tevens voorzien wordt in een terugslagklep tussen het overstromingsgebied (bewust zo aangelegd) en het talud om ook bij gewone buien geen overstromingsgevaar te genereren.
Een alternatievenonderzoek is in deze niet nodig, noch is dit vereist conform het Decreet Gemeentewegen, aangezien uit de verwachte mobiliteitsimpact en uit de concrete wegenisinrichting blijkt dat er geen risico bestaat voor enige oververzadiging van de Bremstraat, noch tot een ontstaan van verkeersveiligheidsrisico’s.
Dit bezwaarpunt kan niet gevolgd worden door de gemeenteraad.
Adviezen
Binnen het kader van de behandeling van de omgevingsvergunningsaanvraag met kenmerk OMV_2024011671 werden volgende adviezen ingewonnen:
“Wij zijn nagegaan welke aanpassing van de infrastructuur van Wyre nodig is om de loten uit deze verkavelings- of bouwaanvraag te kunnen aansluiten. Wij vragen om onderstaande voorwaarden op te nemen in de vergunning:
Deze vaststelling omvat niet de aftak- en aansluitkosten van de abonnee. Deze worden met de latere abonnee verrekend.
Wij blijven steeds tot uw dienst voor verdere informatie.”
“Volledig gunstig advies met voorwaarden
Voor de uitrusting van de verkaveling met een drinkwaterleiding op het openbaar domein moet door de initiatiefnemer onderstaand betaald worden:
Wanneer aan alle voorwaarden is voldaan zal De Watergroep de gemeente hiervan op de hoogte brengen. Vervolgens zal de gemeente, cfr. De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, een verkoopbaarheidsattest afleveren.
Bovendien kunnen we je ook melden dat De Watergroep installaties in exploitatie heeft in de zone van de infrastructuurwerken en dat deze installaties te allen tijde bereikbaar moeten zijn.
De werken dienen zodanig uitgevoerd te worden dat er een continue drinkwaterbevoorrading kan gegarandeerd worden.
In het ontwerp dien je er rekening mee te houden dat in de bermen voldoende ruimte voorzien wordt om de leidingen aan te leggen en de eventuele aanpassingen uit te voeren.
Deze forfaitaire kost en de kost voor eventuele aanpassingen aan de bestaande drinkwaterleiding zijn ten laste van de initiatiefnemer.
Vanaf een leiding van Ø 80mm is een druk- en capaciteitsmeting noodzakelijk. Er wordt slechts effectief gestart met de opmaak van een ontwerp ná uitvoering van de meting door De Watergroep. De kosten hiervoor vallen integraal ten laste van de initiatiefnemer. Vraag je capaciteitsmeting hier aan: www.dewatergroep.be/capaciteitsmeting.
De Watergroep plaatst geen hoofdleidingen op privaat domein. Voor de aansluiting van meerdere woningen op privaat domein kan wel een verdeelleiding aangelegd worden. Voor de aanleg, het onderhoud, de herstelling en vernieuwing van deze verdeelleiding zal steeds een kosteloze erfdienstbaarheid gevestigd moeten worden, samen met een kosteloze erfdienstbaarheid van overgang (permanent en onbelemmerd) voor personeel en/of aannemers, voertuigen en materiaal van De Watergroep. Deze te vestigen erfdienstbaarheden dienen eeuwigdurend te zijn en vastgelegd in een notariële akte. Het verkrijgen van de effectief verleden notariële akte door De Watergroep is een absolute voorwaarde voor de start van de aanleg van de drinkwaterleidingen. De Watergroep plaatst géén hydranten, spoelpunten of vakafsluiters op private eigendommen.
Voor de afbraak van het bestaande gebouw dient de eigenaar via de website van De Watergroep de uitbraak van de bestaande aftakking aan te vragen: Aanvraagformulier definitief afsluiten op de openbare weg.
Voor grotere projecten met aanleg van nieuwe wegenis moet er na het verkrijgen van de vergunning een coördinatievergadering worden opgestart met de zonemanager van De Watergroep om eventuele knelpunten vooraf te bespreken.
Iedere wooneenheid dient over een afzonderlijke watermeter te beschikken. De plaats van de watermeter dient te beantwoorden aan de voorschriften van De Watergroep.
De kosten van de nieuwe aftakkingen zijn ten laste van de aanvragers.
Bijkomende informatie kan je vinden op: www.dewatergroep.be”
“Op basis van de informatie waarover wij momenteel beschikken, geven wij graag een gunstig advies indien u volgende voorwaarden opneemt in uw vergunning:
Na de werken kunnen de bewoners eenvoudig aansluiten op de nutsvoorzieningen voor telefonie-, internet- en televisiediensten. Hiervoor kan de aanvrager terecht bij onze klantendienst op het gratis nummer 0800 22 800. Meer informatie op www.proximus.be/bouwen.”
“Uit de toepassing van de nadere regels voor de toepassing van de watertoets bij besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006, en latere wijzigingen, is gebleken dat het verkavelen van grond in 21 loten, e.a. een verandering van de toestand van watersystemen (of bestanddelen ervan) tot gevolg heeft. Deze verandering heeft geen betekenisvol schadelijk effect op het watersysteem voor zover de volgende voorwaarden worden opgenomen in de vergunning:
Het wateradvies is dan ook voorwaardelijk gunstig.”
“Geen advies vereist. De archeologieregelgeving blijft van kracht.”
“Projectwijziging heeft geen invloed op het advies van de brandweer. Het voorgaande advies "2024-0123-001 ADVIES" blijft behouden.”
“De loten mogen pas worden verkocht wanneer de offerte met alle daarin beschreven verplichtingen door B.V. Invest werd ondertekend voor akkoord en vervolgens de facturen m.b.t. deze offerte vereffend zijn. U wordt hiervan in kennis gesteld van zodra de voorwaarden voldaan zijn. Het volledige projectreglement kunt u raadplegen op www.fluvius.be of op eenvoudig verzoek aanvragen.”
“inritten op openbaar domein in waterdoorlatende klinkers;
Wegenis in asfalt ipv. klinkers omwille van de verschillende bochten en snijverlies”
“Bij de bemalingsaanvraag voor de wegaanleg dient rekening gehouden te worden met de nabijgelegen verontreiniging te Bremstraat 38 (F595D). Begin 2024 vond een calamiteit plaats met een lekkende mazouttank; het saneringsproject wordt behandeld door Promaz. Meer informatie kan gekregen worden via Promaz of OVAM.”
“Gunstig voor de verkaveling zoals voorgesteld, mits voldaan wordt aan volgende voorwaarden:
- In de verkavelingsvoorschriften dienen volgende voorwaarden te worden opgenomen:
Volgende linken kunnen een hulp zijn in de keuze van bomen:
https://www.ecopedia.be/bomenwijzer
https://www.ecopedia.be/bomenwijzer”
“Gratis grondafstand na voorlopige oplevering van de wegenis en voorafgaande goedkeuring door de gemeenteraad van de gemeente Zonhoven van lot 18 (40a44ca) zoals weergegeven op het (verkavelings)plan van landmeter Peter Gijsen d.d. 5/10/2023, met het oog op inlijving bij het openbaar domein van de gemeente Zonhoven. Alle kosten zijn voor de aanvragers.”
Evaluatie van de ingediende adviezen:
De gemeenteraad wenst er alvast op te wijzen dat haar beoordeling verricht dient te worden vanuit het oogpunt van de doelstellingen en principes van de artikelen 3 en 4 van het Decreet Gemeentewegen, waarbij de bevoegdheid van de raad slechts reikt tot de elementen die behoren tot de ‘zaak van de wegen’. Aspecten die toebehoren aan een beoordeling binnen de vergunningsaanvraag en die betrekking hebben op de ruimtelijke ordening, worden als zodanig niet besproken door de raad.
Zodoende oordeelt de raad dat de adviezen van De Watergroep (voor wat betreft de continue bevoorrading van drinkwater en het voorzien van voldoende ruimte in de bermen om leidingen aan te leggen en eventuele aanpassingen te verrichten), de Provincie Limburg, Dienst Water en Domeinen, de Hulpverleningszone Zuid-West Limburg, de Dienst Patrimonium en de Dienst Contactmanagement bijgetreden worden.
Zij zijn in overeenstemming zijn de doelstellingen en principes van de artikelen 3 en 4 van het Decreet Gemeentewegen en stelt dan ook om de daarin opgenomen voorwaarden op te nemen in de vergunning.
Tot slot neemt de gemeenteraad nog kennis van de overige uitgebrachte adviezen.
Juridisch kader
Het Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, in het bijzonder artikel 12, §2 dat voorziet dat de wijziging van een gemeenteweg met toepassing van artikel 31 van het Omgevingsvergunningsdecreet opgenomen kan worden in een vergunningaanvraag voor stedenbouwkundige handelingen.
Het Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, in het bijzonder artikel 31, §1 dat voorziet dat de gemeenteraad beslist over de wijziging van een gemeenteweg en zich uitspreekt over de ligging, breedte en de uitrusting van de gemeenteweg en de eventuele opname in het openbaar domein.
De gemeenteraad keurt het tracé, de ligging en de uitrusting van de nieuwe ontsluitingsweg, zoals weergegeven op het rooilijnplan zoals opgesteld door landmeter-expert Peter Gijsen d.d. 5/10/2023, en het technisch dossier van de wegenis, opgenomen in het aanvraagdossier, voorwaardelijk goed.
Het rooilijnplan wordt als integrerend geheel gehecht aan dit besluit.
De gemeenteraad aanvaardt de kosteloze grondafstand zoals weergegeven en opgenomen in het gevoegde rooilijnplan.
De gemeenteraad beslist tot de goedkeuring van de wegenis en het vaststellen van de rooilijn met het aanvaarden van de gratis grondafstand, mits het naleven van volgende voorwaarden :
Dit besluit treedt in werking op voorwaarde van het bekomen van de omgevingsvergunning binnen de aanvraag met dossiernummer OMV_2024011671. (intern nummer 1372.F.874.2).
Tegen dit besluit van de gemeenteraad kan binnen de 30 dagen in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering.
De procedure van dit beroep verloopt volgens art. 31/1 van het Omgevingsdecreet.