VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR
Dossiernummer: 2024/00144
Referentie omgevingsloket: OMV_2024091782
De aanvraag, ingediend door de heer Dennis Schouteden met als contactadres Ekkersputstraat 5 te 3520 Zonhoven en mevrouw Katrien Schreurs met als contactadres Ekkersputstraat 5 te 3520 Zonhoven, werd ontvangen op 27/06/2024 en op 28/08/2024 ontvankelijk en volledig verklaard.
De aanvraag gaat over een terrein, gelegen Ekkersputstraat 5, kadastraal gekend als afdeling 1 sectie B nr. 392G.
De aanvraag gaat over het slopen van bestaande constructies, het verbouwen en uitbreiden van de vrijstaande eengezinswoning, de terreininrichting en het rooien van een boom op openbaar domein.
De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de geldende wettelijke bepalingen, (in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid, het decreet Natuurbehoud en hun uitvoeringsbesluiten).
1. STEDENBOUWKUNDIGE BASISGEGEVENS
De locatie van de aanvraag is volgens het Origineel bij Koninklijk besluit goedgekeurd gewestplan op 3 april 1979 gelegen in woongebied.
De locatie van de aanvraag is niet gelegen binnen een bijzonder plan van aanleg.
De locatie van de aanvraag is niet gelegen binnen een ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
Volgende verordeningen zijn van kracht:
• algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake openluchtrecreatieve verblijven goedgekeurd op 8 juli 2005;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, .... goedgekeurd op 10 februari 2023.
2. HISTORIEK
Volgende dossiers zijn relevant:
• Stedenbouwkundige vergunning (1948/00049) voor bouwen van een woonhuis - goedgekeurd op 31/05/1948.
• Gebouwen en constructie dossier GEB/2020/00012 voor overkapping - opname in register op 16/03/2021.
3. BESCHRIJVING OMGEVING EN AANVRAAG
Beschrijving van de plaats & omgeving
Het perceel bevindt zich aan de Ekkersputstraat, een gemeenteweg ten noordwesten van het centrum van Zonhoven.
De nabije omgeving wordt gekenmerkt door voornamelijk vrijstaande eengezinswoningen, bestaande uit 1 á 2 bouwlagen onder een hellend dak. Er is tevens een detailhandel (voor tuin, dier en bakken) aanwezig nabij het perceel van de aanvraag en in de ruimere omgeving langsheen de Zavelstraat bevinden zich enkele meergezinswoningen en handelspanden.
Het links aanpalende perceel is thans onbebouwd en is bestemd voor het oprichten van een eengezinswoning in halfopen verband.
Aan de achterzijde van het perceel van de aanvraag is een vrij open groen ingevuld gebied aanwezig.
Het perceel van de aanvraag situeert zich ter hoogte van de rotonde die de Ekkersputstraat verbindt met de Zavelstraat. Anno 1948 werd het goed bebouwd met een vrijstaande eengezinswoning met 2 bouwlagen onder een hellend dak, later werden nog een aanbouw en bijgebouw gerealiseerd.
Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvraag gaat over het slopen van bestaande constructies, het verbouwen en uitbreiden van de vrijstaande eengezinswoning, de terreininrichting en het rooien van een boom op openbaar domein.
Het perceel met een oppervlakte van 752m², heeft een straatbreedte van 17,43m. De zijdelingse perceelgrenzen lopen schuin ten opzichte van de voorste perceelgrens. Aan de linkerzijde heeft het terrein een diepte van 52,77m en aan de rechterzijde bedraagt de perceeldiepte 49,70m.
De bestaande woning met aanbouw werd evenwijdig met de rechter perceelgrens opgericht, op een afstand van 3,22m à 4,80m tot deze grens. De afstand tot de linker perceelgrens bedraagt minimaal 3m.
Het hoofdgebouw heeft een gevelbreedte van 6,55m aan de voorzijde en 7,85m aan de achterzijde. De bouwdiepte over 2 bouwlagen bedraagt 8,78m.
Aan de achterzijde is een aanbouw aanwezig tot op een bouwdiepte van 17,05m. Links achteraan de aanbouw staat een vrijstaande garage.
De kleinste afstand van de voorgevel rechts tot de voorste perceelgrens bedraagt 2,07m, aan de linkerzijde bedraagt de afstand ca. 4,80m.
Met de huidige aanvraag wenst men de aanbouw en garage te slopen, het hoofdvolume te verbouwen en een nieuwe aanbouw te voorzien aan de achterzijde alsook een beperkte uitbreiding rechts vooraan.
Het hoofdvolume wordt aan de buitenzijde geïsoleerd en voorzien van een nieuwe gevelafwerking waardoor er 25cm bijkomt. De voorgevel krijgt een breedte van 7,05m, aan de achterzijde zal de breedte 8,35m bedragen en de bouwdiepte komt op 9,28m.
Ook de fundering wordt verbreed in functie van de bijkomende breedte/ diepte.
Het dak wordt eveneens vernieuwd en geïsoleerd en voorzien van een dakkapel aan de linkerzijde. De dakkapel wordt 1m terugliggend ten opzichte van de gevellijn voorzien met een breedte van 3m en een hoogte van 1,70m.
De kroonlijsthoogte zal 5,47m bedragen, de nokhoogte komt op 7,98m voor het haakse dakvolume en op 8,88m voor het zadeldak.
In functie van de indeling worden diverse gevelopeningen aangepast.
Intern worden in het hoofdgebouw diverse muren gewijzigd, delen die dichtgemetseld worden en delen die verwijderd worden of breder gemaakt.
Rechts vooraan, op 1,01m achter de voorgevel wordt een uitbreiding voorzien in functie van een nieuwe traphal, dit met een bouwdiepte van ca. 3,45m over 2 bouwlagen (6,22m hoog) en afgewerkt met een plat dak (4,4m²). De afstand van 3,25m tot de rechter perceelgrens blijft aangehouden.
Aan de achterzijde wordt een nieuwe aanbouw met plat dak voorzien met een bouwbreedte van 7,30m en een bouwdiepte van 5,30m. De dakrand heeft een hoogte van 3,32m.
De totale bouwdiepte komt hiermee op 14,58m.
Alle gevels worden afgewerkt met een lichtgrijze gevelsteen en het buitenschrijnwerk is voorzien in aluminium met zwarte kleur. De dakkapel wordt afgewerkt met antracietkleurige Trespa panelen en de dakbedekking wordt uitgevoerd met antracietkleurige dakpannen.
Na de werken zal op het gelijkvloers aanwezig zijn: een inkomhal met toilet en traphal, een bureauruimte, een berg/ wasplaats, een zithoek en in de aanbouw een ruime leefkeuken.
Op de verdieping zijn 3 slaapkamers, een toilet en de badkamer voorzien en een zolderruimte op de dakverdieping.
Naast de bebouwing wordt de terreininrichting ter hoogte van de woning aangepast.
Er wordt zo’n 101m² aan klinkerverharding verwijderd en een nieuwe oprit/ parkeerruimte in kiezelverharding aangelegd met een oppervlakte van 55m². De oprit krijgt in de voortuin een breedte van 3m en waaiert dan uit tot ca. 3,50m in de zijtuinstrook links.
De breedte van de inrit op het openbaar domein bedraagt 5m à 6m.
Vanaf de oprit wordt een pad (6,3m²) naar de inkom aangelegd en ter hoogte van de nieuwe aanbouw achteraan komt een toegang/ pad en terras van 29m².
De zones waar verharding verwijderd wordt, worden groen aangeplant.
In de rechter zijtuinstrook wordt, in functie van de hemelwaterverordening, een wadi aangelegd met een breedte van 1,7m en een lengte van 6,8m.
In de berm, op het openbaar domein rechts van de inrit, bevindt zich een hoogstammige boom. Deze wenst men te rooien omdat de kruin in de zomer tot bijna tegen de voorgevel komt en zo het zicht tot de woning ontneemt en men vreest dat de wortels de aanleg van rioleringsbuizen in de voortuin zullen hinderen.
Het terreinniveau wordt niet gewijzigd. De vloerpas ligt ca. 30cm boven het peil van de wegas en het maaiveld op ca. 15cm à 18cm boven het peil van de wegas. Achteraan het het terrein helt dit licht af tot op gelijke hoogte met de weg.
4. OPENBAAR ONDERZOEK
Het dossier werd volgens de vereenvoudigde procedure behandeld.
Er werd bijgevolg geen openbaar onderzoek gehouden.
5. ADVIEZEN
Aan volgende adviesverleners werd advies gevraagd:
• dienst facilitair management
• Fluvius.
6. EFFECTEN OMGEVING
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van bijlage I, II en III van het besluit inzake projectmilieueffectrapportage van 10 december 2004 en latere wijzigingen.
7. INHOUDELIJKE BEOORDELING
Decretale beoordelingselementen
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de VCRO kan gesteld worden dat de Ekkersputstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is.
De aanvraag gaat niet over de oprichting van een bedrijfswoning.
De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook.
Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.
Zonering
Het perceel is volgens het zoneringsplan voor riolering, van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), gelegen in centraal gebied. Er is al geruime tijd riolering aanwezig en die is aangesloten op een waterzuivering. Er moet geen septische put voorzien worden.
Waterparagraaf
Het decreet over het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013, legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd worden. Deze watertoets schat de eventuele schadelijke effecten in ten koste van de watersystemen bij de inname van ruimte.
Sedert de inwerkingtreding van omzendbrief OMG/2022/1 d.d. 15/12/2022 dient de vergunningverlenende overheid de watertoets op een gewijzigde manier uit te voeren bij dossiers ingediend vanaf 01/01/2023. De watertoetsprocedure werd geoptimaliseerd, er werden aandachtspunten en richtlijnen geformuleerd en het kaartmateriaal inzake overstromingsgevoelige gebieden werd aangepast.
Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt noch in een pluviaal, noch in een fluviaal overstromingsgebied. Het terrein is logischerwijze evenmin in een gebied voor zeeoverstromingen gesitueerd.
Daarom moet in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel door de toename van de verharde oppervlakte wordt de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit moet gecompenseerd worden overeenkomstig de normen vastgelegd in de geldende gewestelijke hemelwaterverordening:
De plannen en aanstiplijst geven aan dat voor de te verbouwen en uit te breiden woning met een horizontale dakoppervlakte van 115m² een hemelwaterput voorzien wordt met een inhoud van 10000 liter (minimum 7500 liter vereist) voor de recuperatie van het hemelwater. De recuperatie wordt slechts voorzien voor 2 toiletten en een buitenkraan.
Om te voldoen aan de hemelwaterverordening dient men tevens een aansluiting voor de wasmachine te voorzien alsook een dienstkraan (poetswater). Dit zal dan ook als voorwaarde opgenomen worden.
De overloop van de hemelwaterput wordt aangesloten op een open infiltratievoorziening.
Uit de plannen blijkt dat de bodem van de wadi zich op 70cm onder het maaiveld bevindt.
Er werden geen bewijsstukken toegevoegd dat de gemiddelde hoogste grondwaterstand zich dieper dan 50cm bevindt. Slechts de inhoud en zijdelingse oppervlakte op maximaal 50cm onder het maaiveld kan in aanmerking genomen worden voor de berekening van de inhoud en infiltratieoppervlakte. De opgegeven diepte, volume en infiltratieoppervlakte zijn bijgevolg niet correct. De infiltratievoorziening op de plannen voldoet niet aan de hemelwaterverordening.
Rekening houdende met een afstand van 1m tot het gebouw en 1m tot de perceelgrens rechts, dient een wadi aangelegd met een breedte van 1,25m bovenzijde, 0,30m onderzijde over een lengte van 16m met een diepte van maximaal 0,50m onder het maaiveld.
Met een inloop en overloop op 0,20m onder het maaiveld, resteert een waterniveau van 0,30m.
De wadi bereikt hiermee een opvangcapaciteit van 2880 liter (minimum vereist 2805 liter) en een infiltratieoppervlakte van 19,20m² (minimum vereist 6,8m²).
Dit zal als voorwaarde opgenomen worden.
De verordening is niet van toepassing op de aanleg van de voorziene verhardingen. Het hemelwater dat op de verharding valt, wordt namelijk niet opgevangen en afgevoerd, maar kan volgens de aanvraag op natuurlijke wijze op eigen terrein in de bodem infiltreren door het gebruik van waterdoorlatende verharding en afwatering naar de groenzones.
Gezien de aanvraag voldoet aan de hemelwaterverordening, mits aanpassing van de wadi, doorstaat deze ook de droogtetoets. Het effect van droogte wordt namelijk gemilderd door het regenwater dat op het terrein terecht komt maximaal vast te houden.
Natuurtoets
Het perceel is niet gelegen binnen of grenzend aan een speciaal beschermingsgebied. Omwille van de ligging, de aard van het project en de afstand tot de waardevolle natuurgebieden wordt gesteld dat er geen impact is van de projectaanvraag op de natuurwaarden.
Erfgoed- & Archeologietoets
Het perceel is niet gelegen binnen een beschermd stads- of dorpsgezicht. Er zijn geen monumenten in de omgeving.
Conform het Onroerenderfgoeddecreet d.d. 12/07/2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag gezien de oppervlakte van het perceel kleiner is dan 3000 m².
Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De bestaande woonfunctie blijft behouden en is functioneel inpasbaar binnen deze residentiële omgeving.
Mobiliteitsimpact
De oprit loopt heeft een lengte van ca. 14,50m en biedt de mogelijkheid om 2 à 3 voertuigen te stallen. Hiermee wordt voldaan aan de parkeernorm van 1,5 parkeerplaatsen per wooneenheid.
Om de verkeersveiligheid te garanderen bij het in- en uitrijden, dient de bestaande haag op/ tegen de linker perceelsgrens over een lengte van 5m, gemeten vanaf de voorste perceelgrens, gesnoeid te worden tot op maximaal 1m hoogte.
Behoudens de noodzakelijke verharding voor de oprit (3m breed) en het toegangspad (1m breed), dient de berm (openbaar domein) als grasberm ingericht te worden.
Dit zal opgenomen worden in de voorwaarden.
Schaal
De bouwdiepte en bouwhoogte wijken niet af van de algemeen gehanteerde normen voor eengezinswoningen. Qua inplanting is een afwijking aanwezig voor de uitbreiding rechts vooraan (traphal); deze zal op zo’n 2,07m afstand tot de voorste perceelgrens voorzien worden.
De traphal wordt evenwel 1,01m achter de bestaande voorgevellijn van de woning aangezet. Aangezien de uitbreiding niet verder naar voor komt en op 3,25m afstand tot de rechter perceelgrens voorzien is, zal geen verstoring van het straatbeeld ontstaan.
Ruimtegebruik en bouwdichtheid
De bebouwing heeft een gebruikelijke omvang en ook de verhardingen blijven beperkt tot de functionele parkeerruimte, paden en een terras. Met de voorziene werken zal een totaal van ca. 205,3m² aan bebouwing/verharding aanwezig zijn op het perceel van 752m²; dit is ca. 27% van de terreinoppervlakte.
Dit betekent er zo’n 73% aan groene ruimte resteert wat aanvaardbaar en in overeenstemming met de visie van de gemeente.
De aanvraag voor het rooien van de boom op het openbaar domein is niet aanvaardbaar. Deze maakt deel uit van reeks bomen langsheen de rotonde, zorgt voor een groener straatbeeld en het betreft een gezonde boom.
Visueel-vormelijke elementen
De gevelafwerking van zowel het oudere hoofdgebouw als de uitbreidingen zal uniform uitgevoerd worden in een lichtgrijze gevelsteen. Het geheel krijgt een meer hedendaagse look en zal zich voldoende integreren in het straatbeeld.
Cultuurhistorische aspecten
Het perceel is niet gelegen in of nabij een beschermd dorpsgezicht. De aanvraag is niet gelegen in een beschermde archeologische site. De aanvraag is, bekeken vanuit de erfgoedaspecten, aanvaardbaar.
Bodemreliëf
Het bodemreliëf wordt niet gewijzigd.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
De aanvraag zal geen hinder veroorzaken naar de omgeving toe.
Bespreking van de adviezen
• Het advies van Fluvius d.d. 9 september 2024 is voorwaardelijk gunstig.
“Dit advies handelt over de technische aansluitbaarheid op het openbaar rioleringsnetwerk indien aanwezig. Dit desbetreffende perceel is aansluitbaar via de bestaande huisaansluitingen op de bestaande riolering ter hoogte van de aanpalende straat. De Fluvius-aansluitingsvoorwaarden voor o.a. diepte, diameter en locatie, zijn terug te vinden op www.fluvius.be.
Daarnaast dient u voor wat betreft riolering uiteraard te voldoen aan alle geldende gewestelijke, provinciale en gemeentelijke wettelijke bepalingen dienaangaande. Fluvius doet hierop geen nazicht.
Dit advies doet verder geen uitspraak over of nazicht op de ontworpen riolering op het privé-gedeelte.
Bijkomende info m.b.t. het toepassingsgebied en de richtlijnen van de GSVH (Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening Hemelwater) bij verbouwingen, uitbreidingen, etc:
Algemeen toepassingsgebied van de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening Hemelwater (GSV(H))
Tenzij het hemelwater op eigen terrein in een onverharde zone infiltreert zonder dat hiervoor een afvoersysteem moet worden aangelegd (met uitzondering van dakgoten en regenpijpen) en zonder dat het water naar andere percelen of het openbaar domein afvloeit, is de GSV hemelwater van toepassing op volgende handelingen op zowel privaat als openbaar domein:
• Overdekte constructies bouwen of herbouwen, bestaande overdekte constructies verbouwen met werken aan de afwatering, bestaande overdekte constructies uitbreiden;
• Verhardingen aanleggen, heraanleggen of uitbreiden;
• Aanleggen van een afwatering voor de bovenstaande constructies of verhardingen, waarvan het hemelwater voorheen op natuurlijk wijze in de bodem infiltreerde.
Algemene richtlijnen:
De hemelwaterput, de infiltratievoorziening en/of de buffervoorziening moeten uiterlijk in gebruik genomen worden op het moment dat ook het gebouw of de verharding in gebruik genomen wordt.
Het hemelwater moet altijd gescheiden blijven van het afvalwater.
Het hemelwater moet altijd gescheiden blijven van het drinkwater. Rechtstreekse verbindingen via mengkranen, gesloten afsluitkranen, keerkleppen of wegneembare aansluitstukken zijn niet toegelaten. Zulke wanverbindingen vormen niet alleen een risico voor de waterkwaliteit in huis, maar kunnen ook het openbare drinkwaternet vervuilen.
Regularisaties worden steeds getoetst aan de regelgeving die geldt op het moment van indiening van de regularisatieaanvraag. Indien het niet mogelijk is zich in orde te stellen aan de geldende GSV hemelwater dient de vergunningsaanvrager een gemotiveerde uitzondering aan te vragen.
Het verbouwen van een constructie:
Volgens de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) betekent het verbouwen van een constructie : het uitvoeren van aanpassingswerken binnen het bestaande bouwvolume van een constructie waarvan de buitenmuren voor ten minste 60% behouden worden.
Voor verbouwingen geldt dat de GSV hemelwater enkel van toepassing is wanneer er werken aan de afwatering gebeuren. Dit is het geval als zowel het hemelwaterafvoersysteem als het afvoersysteem van afvalwater beide ingrijpend worden gewijzigd. Niet-ingrijpende werken kunnen onder andere zijn: vervanging van regenpijpen, dakgoten of hemelwaterafvoer, enkel werken aan sanitaire installaties, plaatselijke ingrepen aan het afvoersysteem van hemelwater en/of afvalwater.
Het plaatsen van een hemelwaterput en een infiltratievoorziening is daarentegen ook bij niet-ingrijpende werken zeker aan te bevelen en sommige lokale besturen moedigen het daarom aan met een subsidie.
Een verticale uitbreiding of optopping (m.a.w. het aanbrengen van een extra verdieping) valt ook onder verbouwingen.
Voor de GSV hemelwater is een uitbreiding van een gebouw een nieuw gebouwdeel dat aan of tegen een bestaande constructie wordt gebouwd.
Uitbreidingen vallen steeds onder het toepassingsgebied van de verordening, ongeacht de grootte, en ongeacht of er al dan niet werken aan de afwatering gebeuren.
Het kan zowel gaan om een uitbreiding na een gedeeltelijke afbraak als een nieuwe uitbreiding. Wanneer een gedeelte van een gebouw wordt afgebroken en herbouwd, is de verordening dus van toepassing voor uitbreidingen, zelfs als de oppervlakte na uitbreiding niet groter is dan de oppervlakte vóór de uitbreiding. Als meer dan 40% van de buitenmuren worden afgebroken en herbouwd is er wél sprake van een volledige afbraak en herbouw.
Het aanbrengen van isolatie aan de buitenzijde van een woning tot een maximum van 26 cm wordt beschouwd als aanpassingswerken binnen het bestaande bouwvolume, en valt dus niet onder het toepassingsgebied van uitbreidingen, maar onder dat van verbouwingen. Enkel als er werken aan de afwatering gebeuren vallen deze werken onder het toepassingsgebied van de GSV hemelwater.
Een verticale uitbreiding of optopping (m.a.w. het aanbrengen van een extra verdieping) valt niet onder het toepassingsgebied van de uitbreidingen, maar onder dat van de verbouwingen.
Verhardingen vallen onder het toepassingsgebied van de verordening, ongeacht hun grootte.
Waterdoorlatende verhardingen met een hellingsgraad kleiner dan 2% vallen eveneens onder het toepassingsgebied van de GSV hemelwater, maar worden niet opgenomen in de afwaterende oppervlakte. Niet-waterdoorlatende verhardingen of waterdoorlatende verhardingen met een hellingsgraad groter dan of gelijk aan 2% die afwateren op het omliggende terrein vallen niet onder het toepassingsgebied van de verordening.
Het gaat zowel om nieuwe verhardingen, heraanleg van verhardingen als uitbreidingen van bestaande verhardingen.
Zowel voor verhardingen als voor overdekte constructies geldt dat de verordening van toepassing is als een nieuw afvoersysteem wordt aangelegd waar er voorheen geen aanwezig was.
Het gaat dan bijvoorbeeld om een rieten dak waarvan het water natuurlijk afliep dat vervangen wordt door een dak met dakpannen, dakgoten en regenpijpen die aangesloten worden op een afvoersysteem.”
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden.
• Het advies van dienst facilitair management d.d. 5 september 2024 is ongunstig voor het rooien van de boom op openbaar domein.
“De boom op openbaar domein mag niet gerooid worden.
De bouwheer dient ook de nodige maatregelen te treffen om de te behouden boom (op openbaar domein) te beschermen tegen de nadelige invloeden van werken, zoals vermijden van bodemverdichting binnen de kruinprojectie en verbod op het stapelen van goederen binnen de kruinprojectie. Ook dienen werken, en zeker grondwerken, binnen de kruinprojectie vermeden te worden.”
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden.
8. ADVIES GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR
Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag voor het slopen van bestaande constructies, het verbouwen en uitbreiden en van de vrijstaande eengezinswoning, en de terreininrichting in overeenstemming gebracht kan worden met de wettelijke bepalingen, en dat het gevraagde verenigbaar is met een goede ruimtelijke ordening, mits het opleggen van voorwaarden.
De aanvraag voor het rooien van de boom op openbaar domein wordt ongunstig beoordeeld.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar adviseert volgende voorwaarden op te leggen:
Stedenbouwkundige voorwaarden
• Om de verkeersveiligheid te garanderen bij het in- en uitrijden, dient de bestaande haag op/ tegen de linker perceelsgrens over een lengte van 5m, gemeten vanaf de voorste perceelgrens, gesnoeid te worden tot op maximaal 1m hoogte.
• Er dient voldaan te worden aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater:
o Naast de recuperatie voor 2 toiletten en een buitenkraan dient men tevens een aansluiting voor de wasmachine te voorzien alsook een dienstkraan (poetswater).
o Er dient een wadi aangelegd met een breedte van 1,25m bovenzijde, 0,30m onderzijde over een lengte van 16m met een diepte van maximaal 0,50m onder het maaiveld. Met een inloop en overloop op 0,20m onder het maaiveld, resteert een waterniveau van 0,30m. De wadi bereikt hiermee een opvangcapaciteit van 2880 liter (minimum vereist 2805 liter) en een infiltratieoppervlakte van 19,20m² (minimum vereist 6,8m²). De wadi dient op 1m afstand tot de rechter perceelgrens aangelegd te worden.
• Behoudens de noodzakelijke verharding voor de oprit (3m breed) en het toegangspad (1m breed), dient de berm (openbaar domein) als grasberm ingericht te worden.
• Het advies van de dienst facilitair management moet gevolgd worden. De boom op openbaar domein dient behouden te blijven.
• Het advies van Fluvius moet gevolgd worden.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar d.d. 09/10/2024 en volgt dit standpunt integraal.
Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het gedeeltelijk voorwaardelijk afleveren van de omgevingsvergunning aan de heer Dennis Schouteden met als contactadres Ekkersputstraat 5 te 3520 Zonhoven en mevrouw Katrien Schreurs met als contactadres Ekkersputstraat 5 te 3520 Zonhoven voor het slopen van bestaande constructies, het verbouwen en uitbreiden van de vrijstaande eengezinswoning, en de terreininrichting.
Het college van burgemeester en schepenen weigert het rooien van de boom op openbaar domein, gelegen te Ekkersputstraat 5 kadastraal gekend als afdeling 1 sectie B nr. 392G.
Volgende voorwaarden worden opgelegd:
Stedenbouwkundige voorwaarden