De gemeenteraadsleden beschikken over de mogelijkheid om de goedgekeurde notulen via eBesluit te raadplegen.
Het college van burgemeester en schepenen heeft geen opmerkingen over het verslag. Bijgevolg is het verslag van de zitting van 3 december 2024 goedgekeurd.
Opdrachtdocumenten, offerte Inetum RealDolmen Belgium, verslag van nazicht, gunningsbeslissing en gunningsbrief.
De stad Brugge heeft een raamovereenkomst voor het ter beschikking stellen van software opgemaakt met een looptijd van 2025 tot 2031.
De volgende kandidaten werden geselecteerd en uitgenodigd om een offerte in te dienen:
Er werden 3 initiële offertes ontvangen :
Het voorstel van de stad Brugge was om de opdracht te gunnen aan:
Het college van burgemeester en schepenen van de stad Brugge heeft, in zitting van 18 november 2024, de opdracht gegund aan Inetum RealDolmen Belgium.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de sluiting van de opdracht en keurt de afname van deze raamovereenkomst goed.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de gunning voor perceel 2 (Licenties) van de raamovereenkomst voor het ter beschikking stellen van software (2025-2031) door de stad Brugge aan Inetum RealDolmen Belgium, Vaucampslaan 42, 1654 Huizingen, ondernemingsnummer: BE0429037235, dit voor een looptijd van 3 jaar met 3 maal 1 jaar verlengbaar via stilzwijgende verlenging.
Het college van burgemeester en schepenen keurt de afname van deze raamovereenkomst tegen de eenheidsprijzen van hun offerte goed.
De uitgave van deze opdracht zal betaald worden van het exploitatiebudget van het meerjarenplan 2020-2025 op MJP000340 (Toepassingssoftware beheren en toetsen aan strategisch plan met aandacht voor systeemanalyse).
Op 22 november 2024 vond er een samenkomst van de kermiscommissie plaats. In bijlage is hiervan het verslag terug te vinden.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de kermiscommissie dd. 22 november 2024.
Verslag wekelijkse markt van 15 september 2024
Verslag wekelijkse markt van 22 september 2024
Verslag wekelijkse markt van 27 oktober 2024
Verslag wekelijkse markt van 3 november 2024
Verslag wekelijkse markt van 17 november 2024
Verslag wekelijkse markt van 1 december 2024
Kennisneming officiële waarschuwing per aangetekend schrijven in de zitting van 12 november 2024
Kopie aangetekend schrijven aan Fashion Stories op 21 november 2024
Het college van burgemeester en schepenen keurt de schorsing van Fashion Stories, Dieter Vinken, Dorpsstraat 9, 3990 Peer, omwille van aanhoudelijke onwettige afwezigheden en het niet correct naleven van het gemeentelijk reglement op de ambulante handel goed. Dit ten gevolge van herhaaldelijke onwettige afwezigheden op 1, 8 en 15 september 2024, 27 oktober 2024, 3 en 17 november 2024 en 1 december 2024.
Na ontvangen van aangetekend schrijven merken wij geen verbetering in zijn communicatie omtrent afwezigheden. Op 1 december was hij opnieuw onwettig afwezig. In dit schrijven werd nochtans een schorsing aangekondigd bij herhaling van onwettige afwezigheden. Hieraan werd geen gevolg gegeven.
Wanneer de heer Vinken wel aanwezig is, verstoort hij de goede gang van de markt door onrust te stoken, meer meters in te nemen dan de tijdelijke opstelling van de markt toelaat en geen rekening te houden met de lokale handelaars.
Bijgevolg zullen wij overgaan tot een effectieve schorsing van een maand. Hiervoor zal een schrijven opgesteld worden door de dienst lokale economie.
Het college van burgemeester en schepenen keurt de schorsing van Fashion Stories, Dieter Vinken, Dorpsstraat 9, 3990 Peer, omwille van aanhoudelijke onwettige afwezigheden en het niet correct naleven van het gemeentelijk reglement op de ambulante handel goed. De standhouder zal gedurende een maand geen recht hebben op een standplaats op de wekelijkse markt.
Artikel 2
In geval van herhaling van het niet naleven van het gemeentelijk reglement op de ambulante handel bij terugkeer naar de wekelijkse markt ná deze schorsing, riskeert de standhouder een definitieve schorsing van de wekelijkse markt.
De percelen zijn kadastraal gekend als afdeling 3, sectie E, nummers 269M/deel en 328Z/deel.
De percelen zijn volgens het gewestplan gelegen in een gebied voor dagrecreatie.
Op de percelen gelden geen BPA- of verkavelingsvoorschriften
Het opstalrecht zal gevestigd worden in het voordeel van vzw Basveld Tennisclub Zonhoven en met als doel het bouwen van een opslagruimte (lot 1) en het vestigen van nieuwe padelterreinen (lot 2).
Het college van burgemeester en schepenen heeft geen opmerkingen aangaande de vestiging van een opstalrecht op volgende percelen:
Het opstalrecht zal gevestigd worden in het voordeel van vzw Basveld Tennisclub Zonhoven en met als doel het bouwen van een opslagruimte (lot 1) en het vestigen van nieuwe padelterreinen (lot 2).
VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR
Dossiernummer: 2024/00185
Referentie omgevingsloket: OMV_2024098865
De aanvraag, ingediend door Gregory en Tiene Wienen - Tops wonende te Hommelheide 7 te 3511 Hasselt, werd ontvangen op 30/08/2024 en op 16/10/2024 ontvankelijk en volledig verklaard.
De aanvraag gaat over een terrein, gelegen Daalheideweg 49, kadastraal gekend als afdeling 2 sectie D nr. 132C72.
De aanvraag gaat over het slopen van de woning en het herbouwen van een eengezinswoning met poolhouse/tuinberging en zwembad.
De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de geldende wettelijke bepalingen, (in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid, het decreet Natuurbehoud en hun uitvoeringsbesluiten).
1. STEDENBOUWKUNDIGE BASISGEGEVENS
De locatie van de aanvraag is volgens het Origineel bij Koninklijk besluit goedgekeurd gewestplan op 3 april 1979 gelegen in agrarisch gebied.
De locatie van de aanvraag is niet gelegen binnen een bijzonder plan van aanleg.
De locatie van de aanvraag is niet gelegen binnen een ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
De aanvraag is gezien de ligging in agrarisch gebied principieel in strijd met de bestemmingsvoorschriften.
Zonevreemde constructies
De aanvraag betreft een zonevreemde constructie waarvoor binnen de Vlaamse codex ruimtelijke ordening onder Hoofdstuk IV, Afdeling 2, basisrechten zijn opgenomen.
De aanvraag voldoet aan deze afwijkingsbepalingen zoals hieronder beschreven.
Volgende elementen werden juridisch onderzocht: het hoofdzakelijk vergunde karakter, het niet verkrot zijn en het herbouwen op een gewijzigde plaats van een zonevreemde woning.
Art. 4.4.10. Toepassingsgebied, draagwijdte en algemene bepalingen
§ 1. Deze afdeling is van toepassing op vergunningsaanvragen die betrekking hebben op hoofdzakelijk vergunde en niet verkrotte zonevreemde constructies, met uitzondering van publiciteitsinrichtingen of uithangborden.
Het voldoen aan de voorwaarden, vermeld in het eerste lid, wordt beoordeeld op het ogenblik van de eerste vergunningsaanvraag tot verbouwen, herbouwen of uitbreiden, of, in de gevallen, vermeld in onderafdeling 3 en 4, op de vooravond van de afbraak, de vernietiging of de beschadiging.
§ 2. De basisrechten van deze afdeling zijn van toepassing in gebieden, geordend door een ruimtelijk uitvoeringsplan of een plan van aanleg.
Een ruimtelijk uitvoeringsplan kan de basisrechten van deze afdeling aanvullen en uitbreiden. Dergelijk plan kan evenwel ook strengere voorwaarden bepalen op het vlak van de maximaal toegelaten volumes bij herbouw.
De aanvraag voldoet aan de toepassing van dit artikel:
• Op 24/04/1957 heeft het college van burgemeester en schepenen beslist om de woning te vergunnen.
• Op 12/07/1966 heeft het college van burgemeester en schepenen beslist om de kalverenstal te vergunnen.
• Op 05/05/1972 heeft het college van burgemeester en schepenen beslist om de veranda te vergunnen.
• De niet verkrotte toestand is middels de bijgevoegde foto’s in deze omgevingsaanvraag bewezen.
Artikel 4.4.14. Herbouwen op een gewijzigde plaats (16/08/2021- ...)
§ 1. De vigerende bestemmingsvoorschriften vormen op zichzelf geen weigeringsgrond bij de beoordeling van een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het herbouwen van een bestaande zonevreemde woning op een gewijzigde plaats, op voorwaarde dat voldaan is aan alle hiernavolgende vereisten :
1° het aantal woongelegenheden blijft beperkt tot het bestaande aantal. De creatie van een zorgwoning in de zin van artikel 4.2.4, eerste lid, 1°, is wel toegelaten;
2° voor het herbouwen is ten minste één van volgende oorzaken aanwijsbaar:
a) de woning is getroffen door een rooilijn,
b) de woning bevindt zich in een achteruitbouwzone,
c) de verplaatsing volgt uit redenen van een goede ruimtelijke ordening, en wordt door de aanvrager uitdrukkelijk gemotiveerd vanuit een betere integratie in de omgeving, een betere terreinbezetting of een kwalitatief concept;
3° ten minste één van volgende voorwaarden is vervuld :
a) de herbouwde woning krijgt dezelfde voorbouwlijn als de dichtstbijzijnde constructie,
b) de nieuwe toestand levert een betere plaatselijke aanleg op, en richt zich op de omgevende bebouwing of plaatselijk courante inplantingswijzen.
Als het bestaande bouwvolume meer dan 1 000 m³ bedraagt, is het maximale volume van de herbouwde woning beperkt tot 1 000 m³.
§ 2. De mogelijkheden, vermeld in § 1, gelden niet in :
1° ruimtelijk kwetsbare gebieden, met uitzondering van parkgebieden;
2° recreatiegebieden, zijnde de als dusdanig door een plan van aanleg aangewezen gebieden, en de gebieden, geordend door een ruimtelijk uitvoeringsplan, die onder de categorie van gebiedsaanduiding « recreatie » sorteren.
De aanvraag voldoet aan deze voorwaarden:
• De overlapping (62,15m²) van de nieuwe woning bedraagt minder dan 3/4de van de bestaande woning (94,5m²)=> 65,77%.
• Er wordt geen bijkomende woongelegenheid voorzien. De bestaande woongelegenheid blijft behouden, namelijk 1 woongelegenheid.
• Er wordt gemotiveerd dat de nieuwe inplanting van het volume een betere plaatselijke aanleg ( minder verharding) oplevert en meer aansluit met de naastliggende bebouwing en de straat waardoor er meer vrije tuinzone is en een zachtere groene overgang is met het naastliggende onbebouwde rechter perceel ( weide).
• Het volume van de herbouwde woning bedraagt 996,4m³.
• De aanvraag is niet gelegen in ruimtelijk kwetsbaar gebied, noch in recreatiegebied als dusdanig aangewezen door een BPA of RUP.
Volgende verordeningen zijn van kracht:
• algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake openluchtrecreatieve verblijven goedgekeurd op 8 juli 2005;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, .... goedgekeurd op 10 februari 2023.
2. HISTORIEK
Volgende dossiers zijn relevant:
• Stedenbouwkundige vergunning (1957/00121) voor het bouwen van een woonhuis - goedgekeurd op 25/04/1957.
• Stedenbouwkundige vergunning (1966/00107) voor het bouwen van een kalverenstal - goedgekeurd op 12/07/1966.
• Stedenbouwkundige vergunning (1972/00086) voor het bouwen van een veranda - goedgekeurd op 05/05/1972.
• Milieuvergunning 2VL308/cey voor plaatsen van een bovengrondse propaangastank van 490 liter - GEEN BESLISSING op 19/05/1969.
• Milieuvergunning 2VL309/cey voor plaatsen bovengrondse propaangastank van 210 liter - GEEN BESLISSING op 26/01/1973.
3. BESCHRIJVING OMGEVING EN AANVRAAG
Beschrijving van de plaats & omgeving
Het perceel bevindt zich aan de Daalheideweg 49, een gemeenteweg aan de buitenrand van de deelkern Termolen.
Het perceel van de aanvraag en de nabije omgeving bevinden zich in agrarisch gebied.
De bebouwing in de nabije omgeving bestaat hoofdzakelijk uit vrijstaande eengezinswoningen met één of twee bouwlagen onder voornamelijk hellende daken, en is voornamelijk afgewerkt in een gevelsteen in diverse tinten en texturen. Ook is er een landbouwbedrijf gelegen in de nabije omgeving.
In de ruimere omgeving, ten noorden en ten noordoosten, langsheen de Elstrekenweg en de Vennenstraat, ligt een strook woongebied met landelijk karakter, met grondgebonden eengezinswoningen. Ten zuiden en ten noordwesten, telkens op ongeveer 500m afstand, ligt natuurgebied. Oostelijk van het perceel bevindt zich tenslotte een woonuitbreidingsgebied, alsook een zone voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut, waar de gebouwen van IGL Ter Heide gelegen zijn.
Op het perceel bevinden zich een zonevreemde eengezinswoning, een kalverenstal en een niet vergunde vrijstaande garage. Tussen de woning en de kalverenstal bevindt zich een niet vergunde opslagplaats (zonder dak). Ook het hondenhok, dat rechts van de kalverenstal is aangebouwd, en de aanwezige verhardingen op het perceel, zijn niet vergund.
Het perceel, met een oppervlakte van 2009m², heeft een straatbreedte van 27,36m, en een diepte van 74m.
Op de linker perceelgrens en op de achterste perceelgrens staan draadafsluitingen. Op de rechter perceelgrens staat een haag. Achteraan op het perceel staan 2 sparren en 5 loofbomen (niet gespecifieerd).
Het maaiveld van het perceel ligt ter hoogte van de rooilijn gemiddeld genomen 10cm onder de as van de weg. Vanaf daar loopt de hoogte van het maaiveld op tot 2cm onder de as van de weg op 6m van de rooilijn. Vanaf een 20-tal meter van de rooilijn helt het maaiveld weer licht en gestaag af tot 15cm onder de as van de weg helemaal achteraan het perceel. Het achteraan aanpalend perceel ligt 10cm hoger. De linkerkant van het perceel ligt lager dan de rechterkant. Op ongeveer 15m van de rooilijn ligt de linker perceelsgrens van het perceel ca. 13cm lager dan het peil op dezelfde diepte ter hoogte van de rechter perceelsgrens.
Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvraag gaat over het slopen van de zonevreemde woning en aanhorigheden, en het herbouwen van de eengezinswoning met poolhouse/tuinberging en zwembad.
Alle bestaande gebouwen, met een totale oppervlakte van ongeveer 296m², worden verwijderd. Ook de asfalt- en grindverhardingen, met een oppervlakte van 260m² worden verwijderd.
Op het terrein wordt een nieuwbouw eengezinswoning opgericht met , voor het hoofdvolume, twee bouwlagen onder een hellend dak en, voor de aanbouw, 1 bouwlaag onder een hellend dak. De tweede bouwlaag van de woning bevindt zich deels onder het dak.
De herbouwde woning wordt ingeplant op 6,36m achter de voorste perceelgrens, op minimum 4,31m van de linker perceelgrens, en op minimum 6,97m van de rechter perceelgrens. Aan de rechter zijde wordt de voorgevel doorgetrokken tot op 3m van de rechter perceelsgrens in de vorm van een tuinmuur met een hoogte van ongeveer 2m boven het aanliggend maaiveld.
De gelijkvloerse aanbouw wordt ingeplant links achter het hoofdvolume, waardoor de maximale bouwdiepte 13,55m bedraagt. De breedte van het hoofdvolume bedraagt 15,78m, die van de aanbouw 5m.
De grondoppervlakte van de woning is 158,33m² en het bovengronds volume zal 996,4m³ bedragen.
De nok van de hellende daken van het hoofdvolume ligt hoofdzakelijk evenwijdig met de voorliggende weg. De dakrandhoogte van de hellende daken van het hoofdvolumewordt ter hoogte van de voorgevel maximaal voorzien op 4,2m boven het voorliggend maaiveld, met uitzondering van 2 beperkte dakuitbouwen. De hoogte van de nok ligt maximum op 8,76m boven het aanliggend maaiveld. Ter hoogte van de achtergevel wordt over een beperkte breedte de achtergevel opgetrokken onder een hellend dak waarvan de nok haaks staat op die van het hoofddak, waardoor de kroonlijst plaatselijk hoger is. Deze hoogte staat niet aangegeven op de plannen, maar de nokhoogte blijft onder de maximale. De aanbouw achteraan de woning heeft een dakrandhoogte van maximum 2,59m en een nokhoogte van maximum 5,66m boven het aanliggend maaiveld.
De woning wordt opgericht in een landelijke stijl en krijgt een gevelafwerking in wit gekaleide gevelsteen, met aluminium buitenschrijnwerk in een zwarte kleur. Het dak van het hoofdvolume wordt afgewerkt met bruin/rode tegelpannen. De aanbouw krijgt een rieten dak.
De woning wordt volledig onderkelderd. In de kelder zal een technische ruimte geïnstalleerd worden. Het gelijkvloers wordt voorzien van een inkomhal met vestiaire, toilet en traphal, een bureauruimte, berging, zitkamer, eetkamer en open keuken. Op de 1ste verdieping zijn 3 slaapkamers, een dressing, een toilet, en een badkamer met toilet voorzien. De dakverdieping zal als zolderruimte en eveneens als ruimte voor technieken ingericht worden.
Naast de bebouwing zal het terrein ingericht worden met verhardingen, een open infiltratievoorziening en groenvoorzieningen. In de voortuinstrook wordt aan de linkerzijde een oprit met een breedte van 3m aangelegd tot aan de voorgevellijn. Tussen de oprit en de linker perceelgrens rest een groenstrook van 60cm breed. In de voortuin wordt vanaf de rooilijn ook een toegangspad van minimum 1,1m breed loodrecht naar de inkom voorzien.
In de linker zijtiuinstrook loopt de verharding van de oprit middels een karrespoor door over een lengte van 7,2m in functie van bijkomende parkeerruimte. De ruimte tussen en naast de karresporen wordt groen aangeplant.
Achter deze parkeerplaats wordt tegen de linkergevel van de woning een keldergat geplaatst voor een buitentrap, met een breedte van 1,3m en een lengte van 5,16m. De keldertrap start ongeveer gelijk met de achtergevellijn van de woning. Er wordt geen muur of balustrade geplaatst ter afscheiding geplaatst rond dit keldergat.
Vanaf de keldertrap loopt een toegangspad van, bij benadering, 0,7m breed langs de achtergevel tot aan een buitenterras achter de woning. Dit buitenterras ligt op ongeveer 1,8m rechts van de aanbouw van de woning en op 0,65m achter de achtergevel van het hoofdvolume van de woning, en is 5,4m lang op 3,3m breed. Het terras is bereikbaar vanuit de aanbouw via 2 grote stapstenen.
Alle verhardingen rondom de woning (excl. de keldertrap) zijn waterdoorlatend en hebben een hellingsgraad van minder dan 2%.
In de achtertuin, op 3,95m achter het terras en in het midden van de tuin, wordt een zwembad geplaatst met een lengte van 8,4m op een breedte van 3,9m (oppervlakte 32,76m²).
Aan de linkerkant van het zwembad, op 1,5m van de linkerperceelgrens en op 9,6m van de achtergevel van de aanbouw, wordt een tuinberging/poolhouse met overdekt terras ingeplant. Deze constructie heeft een bouwdiepte van 7,45m en een maximale breedte van 5,75m, met een totale oppervlakte van 39,5m². De gevels van deze constructie bestaan uit wit gekaleide gevelsteen. Het mansardedak, met een hoogte van 3,5m ten opzichte van het maaiveld, wordt afgewerkt met antracietkleurige natuurleien. Het water dat op het dak vbalt, watert plaatselijk af op eigen terrein. Het totaal aan verhardingen in zij- en achtertuin komt neer op 79,51m².
In functie van de hemelwaterverordening wordt in de achtertuin, op minimum 1,4m van de rechter perceelgrens, een open infiltratievoorziening voorzien met een breedte van 1,7m en een lengte van 25m. De voorkant van de wadi loopt gelijk met de achtergevellijn aan de rechterkant van de woning, en ligt op 14,56m van de rooilijn.
De resterende onverharde en onbebouwde ruimte wordt ingericht als gazon en een aantal zones voor beplanting.
De bestaande draadafsluiting (met betonboord) langsheen de linker perceelgrens wordt ongeveer vanaf de achtergevel van de nieuwe woning behouden. De rest van deze afsluiting ter hoogte van de zij- en voortuin wordt verwijderd. De draadafsluiting op de achterste perceelgrens blijft behouden, evenals de haagafsluiting aan de rechterzijde van het perceel. Tegen de draadafsluiting op de linkerperceelgrens zal een nieuwe haag aangeplant worden.
Het maaiveld wordt niet genivelleerd. De vloerpas van het gelijkvloers zal op 10cm boven het maaiveld liggen, en op 8cm boven de as van de voorliggende weg.
4. OPENBAAR ONDERZOEK
Het dossier werd volgens de vereenvoudigde procedure behandeld.
Er werd bijgevolg geen openbaar onderzoek gehouden.
5. ADVIEZEN
Aan volgende adviesverleners werd advies gevraagd:
• dienst patrimonium
• dienst facilitair management
6. EFFECTEN OMGEVING
Project-MER
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van bijlage I, II en III van het besluit inzake projectmilieueffectrapportage van 10 december 2004 en latere wijzigingen.
Stikstofdecreet
Voor een eengezinswoning, kunnen we uitgaan van ongeveer 2920 vervoersbewegingen per jaar (4 personen x 2 vervoersbewegingen/persoon x365 dagen/jaar= 2920 jaarlijkse vervoersbewegingen). Dit is minder dan 70.000 jaarlijkse vervoersbewegingen (VITO tabel 3, licht verkeer, KDW =6 en afstand = 0). Dit betekent dat zelfs indien een huis op het meest kritische habitat gebouwd wordt, de impact van het verkeer nog niet zal zorgen voor een overschrijding van de 1% de minimis. We kunnen bijgevolg met absolute zekerheid besluiten dat de impactscore van de bouw van deze eengezinswoning, voor wat betreft mobiliteit, lager is dan 1%.
7. INHOUDELIJKE BEOORDELING
Decretale beoordelingselementen
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de VCRO kan gesteld worden dat de Daalheideweg een voldoende uitgeruste openbare weg is.
De aanvraag gaat niet over de oprichting van een bedrijfswoning.
De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook.
Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.
Lasten Instrumentendecreet
In toepassing van het Instrumentendecreet (decreet van 26 mei 2023 betreffende het realisatiegerichte instrumentarium) moet de vergunningverlenende overheid volgens artikel 75 van het Omgevingsvergunningsdecreet (decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning) in een aantal gevallen lasten opleggen:
Artikel 75 OVD
§ 1. De bevoegde overheid kan aan een omgevingsvergunning lasten verbinden.
De bevoegde overheid neemt de volgende lasten op bij een omgevingsvergunning:
1° de lasten die de gemeenteraad heeft opgelegd bij de beslissing over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg, vermeld in artikel 31;
2° de lasten met het oog op de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod als voldaan is aan de uitsluitende voorwaarde, vermeld in artikel 5.100 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;
3° de lasten die de gemeenteraad met toepassing van artikel 5.6.11, § 4, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening heeft opgelegd bij de volledige of gedeeltelijke vrijgave van een woonreservegebied;
4° de lasten bij toepassing van de volgende afwijkingsregels van stedenbouwkundige voorschriften van titel 4, hoofdstuk 4, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening:
a) de afwerkingsregel conform artikel 4.4.3 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening;
b) de basisrechten voor zonevreemde constructies conform artikel 4.4.10 tot 4.4.20 van dezelfde codex;
c) de zonevreemde functiewijzigingen conform artikel 4.4.23 van dezelfde codex.
Voorliggende aanvraag valt onder de toepassing van artikel 75 §1 4° b) OVD nl. de basisrechten voor zonevreemde constructies conform artikel 4.4.10 tot 4.4.20 VCRO.
Om aan bovenstaande te voldoen wordt volgende last in natura opgelegd aan de vergunninghouder:
De verplichting tot het uitvoeren van de volgende groenaanplantingen op zijn perceel en volgens onderstaande modaliteiten:
• Er dienen inheemse hagen aangeplant te worden tegen alle perceelgrenzen, inclusief de achterste en voorste perceelgrens (exclusief de oprit), met een breedte van minstens 1m. In de voortuinstrook mogen deze hagen maximaal 1m hoog zijn, ten behoeve van verkeersveiligheid. Dit zal mee opgenomen worden in de voorwaarden.
• De aanplantingen moeten uitgevoerd worden binnen het eerstvolgend plantseizoen, na voltooiing en/of ingebruikname van de stedenbouwkundige handelingen in de aanvraag.
• De vergunninghouder neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplantingen van te laten slagen. Dit houdt een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwalitatief degelijk plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelverankering en zo nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- en/of veevraat.
Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aanplantingen tot volle wasdom te brengen.
• De vergunninghouder neemt de nodige flankerende maatregelen om de aanwezige te behouden bomen maximaal te beschermen tijdens de duur van werken. Zo mogen er geen materialen gestapeld worden binnen de kruinprojectie van de bomen en mogen er geen werken uitgevoerd worden binnen de kruinprojectie van de bomen. Moest dit laatste toch noodzakelijk zijn, dienen deze werken tot een absoluut minimum beperkt te worden en moet eventuele schade aan de boom en/of zijn wortels op een vakkundige manier behandeld worden. Ook is er geen verkeer toegestaan binnen de kruinprojectie van de bomen. Als voor de uitvoer van de werken verkeer binnen de kroonprojectie nodig is, zal de bouwheer flankerende maatregelen treffen om verdichting van de bodem te voorkomen. Dit laatste kan door bv. het leggen van rijplaten.
Het opleggen van lasten wordt geregeld door artikel 75 tot artikel 77 OVD. De gemeente Zonhoven beschikt niet over een verordening die deze lasten regelt. Daardoor wordt een last in natura opgelegd die voldoet aan de voorwaarden in artikel 75 OVD.
Artikel 75 OVD
§ 2. Die lasten vinden hun oorsprong in het voordeel dat de begunstigde van de omgevingsvergunning uit die vergunning haalt en in de bijkomende taken die de overheid door de uitvoering van de vergunning op zich neemt.
De lasten zijn redelijk in verhouding tot het vergunde project. Ze kunnen worden verwezenlijkt door toedoen van de aanvrager.
§ 3. De lasten, vermeld in paragraaf 1, kunnen betrekking hebben op:
1° de verwezenlijking of de renovatie van groene ruimten, ruimten voor openbaar nut, openbare gebouwen, infrastructuur om de mobiliteit, nutsvoorzieningen of woningen op kosten van de vergunninghouder te verbeteren. Vóór er lasten voor nutsvoorzieningen worden opgelegd, vraagt de bevoegde overheid, de ambtenaar die ze gemachtigd heeft of in voorkomend geval de gemeentelijke omgevingsambtenaar advies aan de nutsmaatschappijen die actief zijn in de gemeente waarin het voorwerp van de vergunning ligt. Daarbij wordt gestreefd naar het gelijktijdig aanleggen van nutsvoorzieningen, waardoor de hinder ten gevolge van die aanleg zo veel mogelijk wordt beperkt;
2° …;
3° …;
4° ...
§ 4. De lasten in natura, vermeld in paragraaf 3, 1° tot en met 3°, bevinden zich in of in de nabijheid van projecten die de lasten doen ontstaan. Ze worden in de vergunning bepaald op basis van de aard en de te verwachten gevolgen van het project.
Vergunningen in toepassing van de regelgeving rond zonevreemdheid zijn een uitzondering, een gunst. Van de vergunninghouder wordt dan ook verwacht dat hij via een opgelegde last bijdraagt tot het realiseren van één van volgende doelstellingen:
• het uitbouwen van de landschappelijke en ecologische kwaliteit van de open ruimte
• het uitbouwen van duurzaam waterbeheer
• het verhogen van de biodiversiteit
• het tegengaan van klimaatverandering
Het aanplanten van inheemse hagen maakt deel uit van de verwezenlijking van groene ruimten en verhoogt de landschappelijke kwaliteit en de ecologische kwaliteit van de open ruimte en verhoogt de biodiversiteit.
De last in natura bevindt zich in de nabijheid van voorliggend project (nl. op eigen terrein), is redelijk in verhouding tot het vergunde project (aanplant inheemse hagen ten opzichte van het bouwen van een woning) en kan worden verwezenlijkt door toedoen van de aanvrager.
De uitvoering van de last wordt gedekt door het opleggen van een financiële waarborg volgens artikel 77 OVD.
Art. 77.
§ 1. Voor de lasten in natura, vermeld in artikel 75, § 3, 1° tot en met 3°, verleent de houder van de vergunning die daarop betrekking heeft, een financiële waarborg vóór er met de werken gestart wordt.
De waarborg dekt de volledige geraamde kostprijs van de lasten, vermeld in het eerste lid, behalve als kan worden vastgesteld dat de financiële toestand van de begunstigde van de vergunning dat niet toelaat.
De bevoegde overheid kan die dekking verminderen tot een niveau dat aanvaardbaar is voor de financiële toestand van de begunstigde van de vergunning, maar de waarborg mag niet kleiner zijn dan de helft van de geraamde kosten van de lasten.
De waarborg kan worden geleverd met een borgstelling via een overschrijving op de Deposito- en Consignatiekas of door een financiële instelling borg te laten staan voor het bedrag van het project.
De waarborg kan worden vrijgemaakt naarmate de als lasten opgelegde handelingen en werken worden uitgevoerd, in verhouding tot de investeringen die in het kader van de lasten al zijn verricht, tegen maximaal 60% van de totale waarde, waarbij het saldo pas wordt vrijgemaakt als de bevoegde overheid of haar gemachtigde die handelingen en werken voorlopig opgeleverd heeft.
§ 2. Als de uitvoering van diverse lasten financieel wordt gewaarborgd, hanteert de bevoegde overheid één waarborg voor de totaliteit van de lasten in kwestie, waarbij aangegeven wordt welk waarborggedeelte betrekking heeft op elke last afzonderlijk.
§ 3. Bij een overdracht van een vergunning blijft de overdragende partij ertoe gehouden borg te staan voor de goede uitvoering van de lasten totdat de nieuwe houder van de vergunning de bevoegde overheid een financiële waarborg heeft geleverd die gelijk is aan de waarborg, vermeld in paragraaf 1.
§ 4. De waarborg is in de volgende gevallen opeisbaar of van rechtswege door de bevoegde overheid verworven ten belope van de waarde van de lasten die nog niet uitgevoerd zijn:
1° bij niet-naleving van de uitvoeringstermijnen voor de lasten, vermeld in de definitief uitvoerbare vergunning, waartegen geen beroep meer mogelijk is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen;
2° als de vergunning waarvoor lasten werden opgelegd, vervalt na gedeeltelijk te zijn uitgevoerd.
§ 5. De waarborg kan zonder uitvoering van de lasten alleen worden vrijgemaakt als de vergunning waarvoor de lasten werden opgelegd, vervallen is en het project niet of zelfs niet gedeeltelijk werd uitgevoerd.
In navolging van artikel 77 OVD wordt voor de opgelegde last in natura de volgende financiële waarborg gevraagd:
• Er dient een financiële waarborg ter waarde van € 1270 gesteld te worden, dewelke slechts kan vrijgegeven worden na realisatie van de opgelegde aanplantingen.
Zonering
Het perceel is volgens het zoneringsplan voor riolering, van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), gelegen in collectief te optimaliseren buitengebied. Er is riolering gepland, of er is riolering aanwezig maar die is nog niet aangesloten op een waterzuivering. Er moet een septische put voorzien worden in afwachting van een aansluiting op de riolering en rioolwaterzuivering.
Waterparagraaf
Het decreet over het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013, legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd worden. Deze watertoets schat de eventuele schadelijke effecten in ten koste van de watersystemen bij de inname van ruimte.
Sedert de inwerkingtreding van omzendbrief OMG/2022/1 d.d. 15/12/2022 dient de vergunningverlenende overheid de watertoets op een gewijzigde manier uit te voeren bij dossiers ingediend vanaf 01/01/2023. De watertoetsprocedure werd geoptimaliseerd, er werden aandachtspunten en richtlijnen geformuleerd en het kaartmateriaal inzake overstromingsgevoelige gebieden werd aangepast.
Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt noch in een pluviaal, noch in een fluviaal overstromingsgebied. Het terrein is logischerwijze evenmin in een gebied voor zeeoverstromingen gesitueerd.
Daarom moet in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel door de toename van de verharde oppervlakte wordt de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit moet gecompenseerd worden overeenkomstig de normen vastgelegd in de geldende gewestelijke hemelwaterverordening:
De plannen geven aan dat voor de nieuw opgerichte woning met een horizontale dakoppervlakte van 159,9m² een hemelwaterput voorzien wordt met een inhoud van 10000 liter en recuperatie van het hemelwater voor toiletten, wasmachine, en buitenkraan. Conform de hemelwaterverordening dient tevens een aanvoerleiding voorzien te worden voor een dienstkraan (voor poetswater). Dit zal mee opgenomen worden in de voorwaarden.
De overloop van de hemelwaterput alsook de overloop van het zwembad en de drain van de keldertrap moeten aangesloten worden op een open infiltratievoorziening waarvan de oppervlakte minimaal 13,538m² en het volume minimaal 5585 liter moet zijn om te voldoen aan de verordening. Uit de plannen blijkt dat een open infiltratievoorziening wordt aangelegd met een inhoud van 4356 liter en een infiltratieoppervlakte van 26,84m². Omdat het volume onvoldoende is in functie van de hemelwaterverordening zal de voorwaarde opgenomen worden dat de infiltratievoorziening een volume dient te hebben van minimum 5585 liter.
De verordening is niet van toepassing op de aanleg van de overige verhardingen. Het hemelwater dat op de verharding valt, wordt namelijk niet opgevangen en afgevoerd, maar kan volgens de aanvraag op natuurlijke wijze op eigen terrein in de bodem infiltreren.
Gezien de aanvraag voldoet aan de hemelwaterverordening, doorstaat deze ook de droogtetoets. Het effect van droogte wordt namelijk gemilderd door het regenwater dat op het terrein terecht komt maximaal vast te houden.
Natuurtoets
Het perceel is niet gelegen binnen of grenzend aan een speciaal beschermingsgebied. Omwille van de ligging, de aard van het project en de afstand tot de waardevolle natuurgebieden wordt gesteld dat er geen impact is van de projectaanvraag op de natuurwaarden.
Erfgoed- & Archeologietoets
Het perceel is niet gelegen binnen een beschermd stads- of dorpsgezicht. Er zijn geen monumenten in de omgeving.
Conform het Onroerenderfgoeddecreet d.d. 12/07/2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag gezien de oppervlakte van het perceel kleiner is dan 3000 m².
Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De bestaande woonfunctie blijft behouden. Deze is niet in overeenstemming met de gewestplanbestemming. De woonfunctie is echter vergund op deze locatie waardoor men kan genieten van de basisrechten voor zonevreemde constructies (zie ook de titel ‘zonevreemde constructies’ eerder in dit verslag).
Mobiliteitsimpact
Er worden 1 parkeerplaats ingericht in de linker zijtuinstrook en op de voorliggende oprit kan nog een voertuig parkeren. Hiermee wordt voldaan aan de parkeernorm van 1,5 parkeerplaatsen/wooneenheid.
Om de verkeersveiligheid te garanderen bij het in- en uitrijden, dienen alle hagen over een lengte van 5m, gemeten vanaf de voorste perceelgrens, gesnoeid te worden tot op maximaal 1m hoogte. Dit zal mee opgenomen worden in de voorwaarden.
Schaal
De omvang van de op te richten woning met een grondoppervlakte van 158,33m² is vrij gebruikelijk. Door de diverse volumes en materiaalkeuze komt het geheel zeker niet te zwaar over. De omvang van de aanvraag is relatief klein in verhouding tot het gehele terrein dat zo’n 2009m² groot is.
Ruimtegebruik en bouwdichtheid
De aanvraag voldoet aan alle voorwaarden opgelegd in VCRO art 4.4.14., betreffende het herbouwen van een zonevreemde woning op een gewijzigde plaats, zie de titel ‘zonevreemde constructies’ eerder in dit verslag. Het herbouwde volume ligt onder de 1000m³. De motivatie voor een gewijzigde inplanting van het volume die bijgevoegd werd in de aanvraag, is aanvaardbaar. De nieuwe inplanting zal een betere terreinbezetting en integratie in de omgeving garanderen.
De voorziene bebouwing met woning en bijgebouw zal 197,83m² innemen. De verhardingen voor paden, keldertrap, het terras en het zwembad beslaan zo’n 106,43m².
Bij zonevreemde woningen is het niet mogelijk nieuwe bijgebouwen of niet-overdekte constructies te vergunnen.
Het vrijstaand bijgebouw heeft een oppervlakte kleiner dan 40m², wordt ingeplant op meer dan 1m van de perceelsgrenzen en de hoogte blijft beperkt tot 3,5m.
De verhardingen in de voortuin worden beschouwd als strikt noodzakelijke toegang en oprit tot en naar de woning.
De niet-verharde constructies in zij- en achtertuin hebben een totale oppervlakte kleiner dan 80m² en bevinden zich op meer dan 1m van de perceelsgrenzen.
Gezien het bijgebouw en de niet overdekte constructies worden opgetrokken binnen een straal van 30m van een betrokken vergunde woning, en gezien ze voldoen aan de vermelde voorwaarden uit het vrijstellingsbesluit, kunnen deze als vrijgesteld van vergunning worden beschouwd. Er van uitgaande dat deze constructies, conform het vrijstellingenbesluit, pas zullen worden opgetrokken wanneer de herbouwde woning voltooid en betrokken is, kunnen deze als vrijgesteld worden beschouwd. In deze worden hier geen verdere uitspraken over gedaan.
Visueel-vormelijke elementen
De vooropgestelde architectuur is landelijk en er wordt gebruik gemaakt van lichte en sobere en duurzame materialen waardoor het geheel zich voldoende zal integreren in de omgeving.
Vanaf de Daalheideweg zal de bebouwing slechts beperkt zichtbaar zijn.
Tegenover de bestaande toestand zal de voorziene invulling een meerwaarde betekenen.
Cultuurhistorische aspecten
Het perceel is niet gelegen in of nabij een beschermd dorpsgezicht. De aanvraag is niet gelegen in een beschermde archeologische site. De aanvraag is, bekeken vanuit de erfgoedaspecten, aanvaardbaar.
Bodemreliëf
Het maaiveld wordt niet gewijzigd in functie van de inplanting van de woning met aanhorigheden.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
Aangezien de op te richten woning zich op voldoende afstand tot de omliggende percelen bevindt en omgeven wordt door diverse groenelementen, valt geen hinder te verwachten.
Om veiligheidsredenen dient het keldertrapgat voorzien te worden van een borstwering in de vorm van een open constructie (geen volle muur) met een hoogte van 1,2m.
Bespreking van de adviezen
Het advies van dienst facilitair management d.d. 26 november 2024 is voorwaardelijk gunstig.
Het advies van de dienst facilitair management d.d. 26/11/2024 moet gevolgd worden.
Daar het de visie van de gemeente is om het groene karakter van onze gemeente te bewaren en zelfs maximaal te versterken, wensen we dit te bereiken door in eerste instantie de bestaande bomen zoveel mogelijk te behouden en te beschermen, en in tweede instantie door het aanplanten van extra bomen bij nieuwe projecten.
Aanplanten van minstens 1 streekeigen en/of klimaat robuuste hoogstam boom in de voortuin van minimaal 2de grootte en in een maat niet kleiner dan 16/18.
Behouden en beschermen van de 2 naaldbomen en de 5 loofbomen in de achtertuin. Dit laatste houdt ook in dat de bouwheer de nodige maatregelen dient te nemen om deze bomen te beschermen tegen alle nadelige invloeden van de werken, zoals vermijden dat de bodem verdicht wordt, werken en vooral graafwerken binnen de kruinprojecties tot het absolute minimum te beperken.
De verplicht aan te planten en de te behouden bomen kunnen enkel nog gerooid worden d.m.v. een gemotiveerde vergunning, vrijstellingsregeling vervalt voor deze bomen.
Voor de verplicht aan te planten bomen geldt een heraanplant verplichting bij afsterven,
De nieuwe bomen worden aangeplant in het eerste plantseizoen volgende op het beëindigen van de bouwwerken.
Het plantseizoen loopt van 15 september tot en met 15 mei
Volgende linken kunnen helpen in de keuze van de bomen:
- https://bomenwijzer.be/zoeken
- https://www.plantvanhier.be/plantengids
Volgende web-sites kunnen extra info geven over hoe bomen te beschermen op werven:
- https://www.deboomdokter.be/bomen-beschermen/
- https://www.vvog.info/publicaties/beschermen-van-bomen
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden.
Het advies van dienst patrimonium d.d. 28 november 2024 is voorwaardelijk gunstig.
Na de werken mag aan de gemeente gevraagd worden om het verkeersbord te verplaatsen.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden.
8. ADVIES GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR
Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen, en dat het gevraagde verenigbaar is met een goede ruimtelijke ordening, mits het opleggen van voorwaarden. Er van uitgaande dat het vrijstaand bijgebouw en de niet-overdekte constructies, conform het vrijstellingenbesluit, pas zullen worden opgetrokken wanneer de herbouwde woning voltooid en betrokken is, kunnen deze als vrijgesteld worden beschouwd. In deze worden hier geen verdere uitspraken over gedaan.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar adviseert volgende voorwaarden op te leggen:
Stedenbouwkundige voorwaarden
• De overloop van de hemelwaterput alsook de overloop van het zwembad en de drain van de keldertrap moeten aangesloten worden op een open infiltratievoorziening waarvan het volume minimaal 5585 liter moet zijn om te voldoen aan de hemelwaterverordening.
• Om veiligheidsredenen dient het keldertrapgat voorzien te worden van een borstwering in de vorm van een open constructie (geen volle muur) met een hoogte van 1,2m.
• Conform de hemelwaterverordening dient voor het herbruik van het hemelwater een aanvoerleiding voorzien te worden voor een dienstkraan (poetswater)
• Het advies van de dienst facilitair management d.d. 26/11/2024 moet gevolgd worden.
• Daar het de visie van de gemeente is om het groene karakter van onze gemeente te bewaren en zelfs maximaal te versterken, wensen we dit te bereiken door in eerste instantie de bestaande bomen zoveel mogelijk te behouden en te beschermen, en in tweede instantie door het aanplanten van extra bomen bij nieuwe projecten.
• Aanplanten van minstens 1 streekeigen en/of klimaat robuuste hoogstam boom in de voortuin van minimaal 2de grootte en in een maat niet kleiner dan 16/18.
• Behouden en beschermen van de 2 naaldbomen en de 5 loofbomen in de achtertuin. Dit laatste houdt ook in dat de bouwheer de nodige maatregelen dient te nemen om deze bomen te beschermen tegen alle nadelige invloeden van de werken, zoals vermijden dat de bodem verdicht wordt, werken en vooral graafwerken binnen de kruinprojecties tot het absolute minimum te beperken.
• De verplicht aan te planten en de te behouden bomen kunnen enkel nog gerooid worden d.m.v. een gemotiveerde vergunning, vrijstellingsregeling vervalt voor deze bomen.
• Voor de verplicht aan te planten bomen geldt een heraanplant verplichting bij afsterven,
• De nieuwe bomen worden aangeplant in het eerste plantseizoen volgende op het beëindigen van de bouwwerken.
• Het plantseizoen loopt van 15 september tot en met 15 mei
• Volgende linken kunnen helpen in de keuze van de bomen:
• - https://bomenwijzer.be/zoeken
• - https://www.plantvanhier.be/plantengids
• Volgende web-sites kunnen extra info geven over hoe bomen te beschermen op werven:
• - https://www.deboomdokter.be/bomen-beschermen/
• - https://www.vvog.info/publicaties/beschermen-van-bomen
• Het advies van de dienst patrimonium d.d. 28/11/2024 moet gevolgd worden. Na de werken mag aan de gemeente gevraagd worden om het verkeersbord te verplaatsen.
Stedenbouwkundige lasten
• De verplichting tot het uitvoeren van de volgende groenaanplantingen op zijn perceel en volgens onderstaande modaliteiten:
• Er dienen inheemse hagen aangeplant te worden tegen alle perceelgrenzen, inclusief de achterste en voorste perceelgrens (exclusief de oprit), met een breedte van minstens 1m. In de voortuinstrook mogen deze hagen maximaal 1m hoog zijn, ten behoeve van verkeersveiligheid.
• De aanplantingen moeten uitgevoerd worden binnen het eerstvolgend plantseizoen, na voltooiing en/of ingebruikname van de stedenbouwkundige handelingen in de aanvraag;
• De vergunninghouder neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplantingen van te laten slagen. Dit houdt een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwalitatief degelijk plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelverankering en zo nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- en/of veevraat.
• Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aanplantingen tot volle wasdom te brengen.
• De vergunninghouder neemt de nodige flankerende maatregelen om de aanwezige te behouden bomen maximaal te beschermen tijdens de duur van werken. Zo mogen er geen materialen gestapeld worden binnen de kruinprojectie van de bomen en mogen er geen werken uitgevoerd worden binnen de kruinprojectie van de bomen. Moest dit laatste toch noodzakelijk zijn, dienen deze werken tot een absoluut minimum beperkt te worden en moet eventuele schade aan de boom en/of zijn wortels op een vakkundige manier behandeld worden. Ook is er geen verkeer toegestaan binnen de kruinprojectie van de bomen. Als voor de uitvoer van de werken verkeer binnen de kroonprojectie nodig is, zal de bouwheer flankerende maatregelen treffen om verdichting van de bodem te voorkomen. Dit laatste kan door bv. het leggen van rijplaten.
• Er dient een financiële waarborg ter waarde van € 1270 gesteld te worden, dewelke slechts kan vrijgegeven worden na realisatie van de opgelegde aanplantingen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar d.d. 25/11/2024 en volgt dit standpunt integraal.
Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het voorwaardelijk afleveren van de omgevingsvergunning aan Gregory en Tiene Wienen - Tops wonende te Hommelheide 7 te 3511 Hasselt voor het slopen van de woning en het herbouwen van een eengezinswoning met poolhouse/tuinberging en zwembad, gelegen te Daalheideweg 49 kadastraal gekend als afdeling 2 sectie D nr. 132C72.
Volgende voorwaarden worden opgelegd:
• De overloop van de hemelwaterput alsook de overloop van het zwembad en de drain van de keldertrap moeten aangesloten worden op een open infiltratievoorziening waarvan het volume minimaal 5585 liter moet zijn om te voldoen aan de hemelwaterverordening.
• Om veiligheidsredenen dient het keldertrapgat voorzien te worden van een borstwering in de vorm van een open constructie (geen volle muur) met een hoogte van 1,2m.
• Conform de hemelwaterverordening dient voor het herbruik van het hemelwater een aanvoerleiding voorzien te worden voor een dienstkraan (poetswater)
• Het advies van de dienst facilitair management d.d. 26/11/2024 moet gevolgd worden.
Daar het de visie van de gemeente is om het groene karakter van onze gemeente te bewaren en zelfs maximaal te versterken, wensen we dit te bereiken door in eerste instantie de bestaande bomen zoveel mogelijk te behouden en te beschermen, en in tweede instantie door het aanplanten van extra bomen bij nieuwe projecten.
Aanplanten van minstens 1 streekeigen en/of klimaat robuuste hoogstam boom in de voortuin van minimaal 2de grootte en in een maat niet kleiner dan 16/18.
Behouden en beschermen van de 2 naaldbomen en de 5 loofbomen in de achtertuin. Dit laatste houdt ook in dat de bouwheer de nodige maatregelen dient te nemen om deze bomen te beschermen tegen alle nadelige invloeden van de werken, zoals vermijden dat de bodem verdicht wordt, werken en vooral graafwerken binnen de kruinprojecties tot het absolute minimum te beperken.
De verplicht aan te planten en de te behouden bomen kunnen enkel nog gerooid worden d.m.v. een gemotiveerde vergunning, vrijstellingsregeling vervalt voor deze bomen.
Voor de verplicht aan te planten bomen geldt een heraanplant verplichting bij afsterven.
De nieuwe bomen worden aangeplant in het eerste plantseizoen volgende op het beëindigen van de bouwwerken.
Het plantseizoen loopt van 15 september tot en met 15 mei.
Volgende linken kunnen helpen in de keuze van de bomen:
- https://bomenwijzer.be/zoeken
- https://www.plantvanhier.be/plantengids
Volgende web-sites kunnen extra info geven over hoe bomen te beschermen op werven:
- https://www.deboomdokter.be/bomen-beschermen
- https://www.vvog.info/publicaties/beschermen-van-bomen
• Het advies van de dienst patrimonium d.d. 28/11/2024 moet gevolgd worden. Na de werken mag aan de gemeente gevraagd worden om het verkeersbord te verplaatsen.
Volgende lasten worden opgelegd:
• De verplichting tot het uitvoeren van de volgende groenaanplantingen op zijn perceel en volgens onderstaande modaliteiten:
o Er dienen inheemse hagen aangeplant te worden tegen alle perceelgrenzen, inclusief de achterste en voorste perceelgrens (exclusief de oprit), met een breedte van minstens 1m. In de voortuinstrook mogen deze hagen maximaal 1m hoog zijn, ten behoeve van verkeersveiligheid.
• De aanplantingen moeten uitgevoerd worden binnen het eerstvolgend plantseizoen, na voltooiing en/of ingebruikname van de stedenbouwkundige handelingen in de aanvraag;
De vergunninghouder neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplantingen van te laten slagen. Dit houdt een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwalitatief degelijk plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelverankering en zo nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- en/of veevraat.
Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aanplantingen tot volle wasdom te brengen.
• De vergunninghouder neemt de nodige flankerende maatregelen om de aanwezige te behouden bomen maximaal te beschermen tijdens de duur van werken. Zo mogen er geen materialen gestapeld worden binnen de kruinprojectie van de bomen en mogen er geen werken uitgevoerd worden binnen de kruinprojectie van de bomen. Moest dit laatste toch noodzakelijk zijn, dienen deze werken tot een absoluut minimum beperkt te worden en moet eventuele schade aan de boom en/of zijn wortels op een vakkundige manier behandeld worden. Ook is er geen verkeer toegestaan binnen de kruinprojectie van de bomen. Als voor de uitvoer van de werken verkeer binnen de kroonprojectie nodig is, zal de bouwheer flankerende maatregelen treffen om verdichting van de bodem te voorkomen. Dit laatste kan door bv. het leggen van rijplaten.
• Er dient een financiële waarborg ter waarde van € 1270 gesteld te worden voor de werken opgestart zijn, dewelke slechts kan vrijgegeven worden na realisatie van de opgelegde aanplantingen. De waarborg kan worden geleverd met een borgstelling via een overschrijving op de Deposito- en Consignatiekas of door een financiële instelling borg te laten staan voor het bedrag van het project.
VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR
Dossiernummer: 2024/00159
Referentie omgevingsloket: OMV_2024102562
De aanvraag, ingediend door dhr. en mevr. Berk en Seren Kozulu - Tunay wonende te Kempenlaan 64 te 3530 Houthalen-Helchteren, werd ontvangen op 23/07/2024 en op 03/10/2024 ontvankelijk en volledig verklaard.
De aanvraag gaat over een terrein, gelegen Berkenenstraat 41D, kadastraal gekend als afdeling 2 sectie C nr. 1307D.
De aanvraag gaat over het bouwen van een eengezinswoning met aangebouwde carport en vrijstaande berging en de aanleg van het terrein.
De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de geldende wettelijke bepalingen, (in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid, het decreet Natuurbehoud en hun uitvoeringsbesluiten).
1. STEDENBOUWKUNDIGE BASISGEGEVENS
De locatie van de aanvraag is volgens het Origineel bij Koninklijk besluit goedgekeurd gewestplan op 3 april 1979 gelegen in woongebied met landelijk karakter.
De locatie van de aanvraag is niet gelegen binnen een bijzonder plan van aanleg.
De locatie van de aanvraag is niet gelegen binnen een ruimtelijk uitvoeringsplan.
Het project maakt deel uit van de goedgekeurde verkaveling 1341.C.874.2 goedgekeurd op 16 augustus 2022, het betreft lot 4.
Men vraagt volgende beperkte afwijkingen volgens art. 4.4.1 van de VCRO:
• In de verkavelingsvoorschriften staat dat de dakvorm van de carport in de zijtuinstrook een plat dak moet zijn. In de aanvraag beschikt de carport over een schuin dak.
• In de verkavelingsvoorschriften staat dat de bouwhoogte van de carport in de zijtuinstrook maximaal 3 m mag bedragen. De nokhoogte van de carport bedraagt 4 m ten opzichte van het maaiveld.
Volgende verordeningen zijn van kracht:
• algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake openluchtrecreatieve verblijven goedgekeurd op 8 juli 2005;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, .... goedgekeurd op 10 februari 2023.
2. HISTORIEK
Volgende dossiers zijn relevant:
• Omgevingsvergunning 1341.C.874.2 voor het verkavelen van gronden in 6 loten in open bebouwing na het slopen van de bestaande stal goedgekeurd op 16/08/2022.
3. BESCHRIJVING OMGEVING EN AANVRAAG
Beschrijving van de plaats & omgeving
Het perceel bevindt zich langs de Berkenenstraat, een gemeenteweg ten noordoosten van het centrum van Zonhoven.
De nabije omgeving wordt gekenmerkt door onbebouwde bouwgronden en residentiële bebouwing die sterk varieert met 1 of 2 bouwlagen onder zowel hellende als platte daken. De gevels zijn voornamelijk afgewerkt met gevelsteen in diverse tinten en structuren. Achter de lintbebouwing bevindt zich ten noorden agrarisch gebied, en ten zuiden woonuitbreidingsgebied. In de ruimere omgeving, ten noordoosten, bevindt zich het sportterrein de Waerde.
Het perceel is momenteel niet bebouwd en is begroeid met gras.
De straatbreedte van het terrein bedraagt 16m. De diepte van het perceel is 43,81m langsheen de linkerperceelgrens, en 45,43m langsheen de rechterperceelgrens. Het perceel heeft een oppervlakte van 714m².
Het bestaande maaiveld is ter hoogte van de rooilijn gelegen op ongeveer 10 cm boven de as van de weg, en helt over een afstand van ca. 6m omhoog tot een niveau van 25 cm boven de as van de weg voor de rest van het perceel.
Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvraag gaat over het bouwen van een eengezinswoning met aangebouwde carport, een vrijstaande berging en de aanleg van het terrein.
Er wordt een nieuwbouw eengezinswoning opgericht. Het hoofdvolume zal bestaan uit twee bouwlagen onder schilddaken. Achteraan de woning wordt een gelijkvloerse aanbouw met plat dak over de hele breedte van de woning opgetrokken.
De woning wordt ingeplant op min. 6m van de voorste perceelsgrens (ter hoogte van de linkerzijde) en op 3m van de zijdelingse perceelsgrenzen. Ter hoogte van de voorgevel springt de woning aan de rechterzijde 60cm naar achteren, over een breedte van 4,02m. De totale breedte van de woning bedraagt 10m.
De bouwdiepte bedraagt 15m op het gelijkvloers en 12m op de verdieping.
De kroonlijsthoogte van het hoofdvolume bedraagt 6m vanaf het aanliggend maaiveld, en die van de aanbouw achteraan de woning bedraagt 3,46m. De nokhoogte van de schilddaken bedraagt max. 10,2m ten opzichte van het maaiveld. De dakhelling is niet gespecifieerd.
Rechts tegen de woning wordt een carport voorzien van 3m breed tot tegen de rechter perceelgrens. De carport wordt ingeplant op 90cm achter de voorgevellijn.
De constructie is voorzien van een hellend dak, aflopend naar drie kanten, met een kroonlijsthoogte van 3m en een nokhoogte van 4m ten opzichte van het voorliggend maaiveld.
De gevels van de woning worden afgewerkt met een wit genuanceerde gevelsteen. De dakbedekking van de woning en de carport zijn voorzien in pannen met zwarte kleur. Het buitenschrijnwerk van de woning bestaat uit zwart aluminium.
De eengezinswoning krijgt een nuttige vloeroppervlakte van 223m² en een volume van 795m³.
Intern worden op het gelijkvloers een inkomhal met trap en toilet voorzien, een hobbyruimte, een technisch lokaal, een badkamer, een aparte leef- en eetruimte en een keuken die zich naar de achtertuin oriënteert. Op de verdieping zijn 3 slaapkamers ingericht waarvan 1 met aansluitende dressing en badkamer, een toilet, een wasplaats, en een aparte badkamer. Op de dakverdieping is nog een zolderruimte aanwezig.
In de achtertuin, op 6m van de achtergevel van de woning, wordt een vrijstaand bijgebouw geplaatst tegen de rechterperceelgrens. Dit bijgebouw is 8m lang en 4,4m breed (ca. 35m²). Het wordt afgewerkt met een wit genuanceerde gevelsteen en een plat dak waarvan de dakrandhoogte op 3,05m van het maaiveld komt te liggen.
Naast de bebouwing zal het terrein ingericht worden met verhardingen, een wadi en groenvoorzieningen. In de voortuinstrook wordt vanaf de rooilijn tegen de rechterperceelgrens een oprit van 3m breed naar de carport aangelegd. Vanaf de rooilijn wordt ook een pad naar de inkom van 1,50m breed aangelegd. De oprit en het toegangspad zijn ter hoogte van de voorgevel met elkaar verbonden middels een strook verharding van ca. 1,5m breed. Vanaf de achterzijde van de carport wordt langs de rechter zijgevel van de woning een pad van ongeveer 1m breed voorzien dat aansluit op het terras aan de achterzijde van de woning, en dat doorloopt tot aan het vrijstaande bijgebouw in de achtertuin. Vooraan het bijgebouw wordt over de volledige breedte een verharding aangelegd met een diepte van ca 1m. Het terras aan de achterkant van de woning is 3m diep over de volledige breedte van de woning. Alle verhardingen bestaan uit waterdoorlatende klinkers met een hellingsgraad van minder dan 2%, en met een totale oppervlakte van 85m² in de zij- en achtertuin. In de achtertuin, tot op minimaal 2m van de achterste perceelgrens en 3m van de zijdelingse perceelgrenzen, wordt een wadi van 11m breed op 4m lang (buitenmaten) aangelegd in functie van de hemelwaterverordening. De onbebouwde en onverharde ruimte wordt aangelegd als gazon. Centraal in de achtertuin wordt ook een boom aangeplant.
Tegen de rechterperceelgrens wordt een draadafsluiting voorzien van 1,80m hoog. Volgens het inplantingsplan gaat het om een bestaande, te behouden draadafsluiting. Op de bijgevoegde foto’s is de draadafsluiting echter niet zichtbaar.
De vloerpas van de woning zal 5 cm boven het aanliggend maaiveld komen te liggen, en 30cm boven het peil van de wegas.
4. OPENBAAR ONDERZOEK
Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.
Het openbaar onderzoek werd georganiseerd van 13 oktober 2024 t.e.m. 11 november 2024.
5. ADVIEZEN
Aan volgende adviesverleners werd advies gevraagd:
• dienst patrimonium
• dienst facilitair management
• Dienst Water en Domeinen provincie Limburg.
6. EFFECTEN OMGEVING
MER
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van bijlage I, II en III van het besluit inzake projectmilieueffectrapportage van 10 december 2004 en latere wijzigingen.
Stikstofdecreet
Voor een eengezinswoning, kunnen we uitgaan van ongeveer 2920 vervoersbewegingen per jaar (4 personen x 2 vervoersbewegingen/persoon x365 dagen/jaar= 2920 jaarlijkse vervoersbewegingen). Dit is minder dan 70.000 jaarlijkse vervoersbewegingen (VITO tabel 3, licht verkeer, KDW =6 en afstand = 0). Dit betekent dat zelfs indien een huis op het meest kritische habitat gebouwd wordt, de impact van het verkeer nog niet zal zorgen voor een overschrijding van de 1% de minimis. We kunnen bijgevolg met absolute zekerheid besluiten dat de impactscore van de bouw van deze eengezinswoning, voor wat betreft mobiliteit, lager is dan 1%.
7. INHOUDELIJKE BEOORDELING
Decretale beoordelingselementen
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de VCRO kan gesteld worden dat de Berkenenstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is.
De aanvraag gaat niet over de oprichting van een bedrijfswoning.
De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook.
Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.
Zonering
Het perceel is volgens het zoneringsplan voor riolering, van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), gelegen in centraal gebied. Er is al geruime tijd riolering aanwezig en die is aangesloten op een waterzuivering. Er moet geen septische put voorzien worden.
Waterparagraaf
Het decreet over het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013, legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd worden. Deze watertoets schat de eventuele schadelijke effecten in ten koste van de watersystemen bij de inname van ruimte.
Sedert de inwerkingtreding van omzendbrief OMG/2022/1 d.d. 15/12/2022 dient de vergunningverlenende overheid de watertoets op een gewijzigde manier uit te voeren bij dossiers ingediend vanaf 01/01/2023. De watertoetsprocedure werd geoptimaliseerd, er werden aandachtspunten en richtlijnen geformuleerd en het kaartmateriaal inzake overstromingsgevoelige gebieden werd aangepast.
Het voorliggende project heeft een eerder beperkte oppervlakte, maar ligt wel in een pluviaal overstromingsgebied. Hierdoor werd de aanvraag voor advies overgemaakt aan de Dienst Water en Domeinen provincie Limburg. Zij verleende op 14 november 2024 een voorwaardelijk gunstig advies, namelijk:
• Het vloerpeil moet minstens 10 cm boven het kritisch overstromingspeil gelegen zijn (i.e. 5 cm boven de as van de weg).
• Geen openingen in de constructie (in buitenmuren en bodem) mogen voorzien worden onder het kritisch overstromingspeil plus 10 cm.
• Kelders en ondergrondse garages zijn niet toegestaan.
• Niet-waterdichte doorvoer van nutsleidingen en andere leidingen onder het kritisch overstromingspeil is verboden.
• Inspectieputten op rioleringen, ontluchtingssystemen moeten waterdicht afgeschermd worden of opgesteld worden boven het kritisch overstromingspeil.
• Ondergrondse tanks moeten verankerd worden tegen opwaartse druk, bijvoorbeeld d.m.v. een betonnen voetplaat of dekplaat.
• Elektrische installaties die niet waterdicht afgeschermd zijn, moeten 10 cm boven het kritisch overstromingspeil opgesteld worden.
• Aansluitingen op de riolering moeten afgeschermd worden met een terugslagklep en eventueel met een eigen pompinstallatie.
• Kruipkelders onder het kritisch peil moeten overstroombaar blijven.
• Ophoging van het perceel moet beperkt blijven tot het gebouw zelf met een randzone van 3 m rond het gebouw die in helling aansluit bij het niet-opgehoogde gedeelte. Ophoging van een inrit van maximaal 3 m breed is toegestaan. De ophoging mag er niet toe leiden dat water wordt afgevoerd naar lager gelegen aanpalende percelen.
• Alleen waterdoorlatende verhardingen zijn toegelaten. Er kan hierop enkel uitzondering gemaakt worden indien om technische redenen geen waterdoorlatende verharding mogelijk is
Enkel door de toename van de verharde oppervlakte wordt de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit moet gecompenseerd worden overeenkomstig de normen vastgelegd in de geldende gewestelijke hemelwaterverordening:
De plannen geven aan dat voor de nieuw opgerichte woning, de carport en het bijgebouw, met een horizontale dakoppervlakte van 199,5 m² een hemelwaterput voorzien wordt met een inhoud van 10000 liter voor recuperatie van het hemelwater voor toiletten, de wasmachine en de buitenkraan. Ook de dienstkraan dient mee aangesloten te worden op de hemelwaterput. Dit zal mee opgenomen worden in de voorwaarden. De overloop van de hemelwaterput wordt aangesloten op een infiltratievoorziening waarvan de oppervlakte minimaal 13,56m² moet zijn, en het volume minimaal 5,593m³. De voorziene infiltratievoorziening op de plannen heeft een minimale infiltratieoppervlakte van 35,36m² en een minimaal infiltratievolume van 6,528m³, en komt hiermee dus tegemoet aan de verordening.
De verordening is niet van toepassing op de aanleg van de voorziene verhardingen. Het hemelwater dat op de verharding valt, wordt namelijk niet opgevangen en afgevoerd, maar kan volgens de aanvraag op natuurlijke wijze op eigen terrein in de bodem infiltreren.
De fundering en/of onderfundering van de waterdoorlatende verhardingen moeten ook waterdoorlatend uitgevoerd worden. Dit zal mee opgenomen worden in de voorwaarden.
Gezien de aanvraag voldoet aan de hemelwaterverordening, doorstaat deze ook de droogtetoets. Het effect van droogte wordt namelijk gemilderd door het regenwater dat op het terrein terecht komt maximaal vast te houden.
Natuurtoets
Het perceel is niet gelegen binnen of grenzend aan een speciaal beschermingsgebied. Omwille van de ligging, de aard van het project en de afstand tot de waardevolle natuurgebieden wordt gesteld dat er geen impact is van de projectaanvraag op de natuurwaarden.
Erfgoed- & Archeologietoets
Het perceel is niet gelegen binnen een beschermd stads- of dorpsgezicht. Er zijn geen monumenten in de omgeving.
Conform het Onroerenderfgoeddecreet d.d. 12/07/2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag gezien de oppervlakte van het perceel kleiner is dan 3000 m² en het goed zich niet in een beschermde archeologische site en ook niet in een vastgestelde archeologische zone bevindt.
Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening
De aanvraag voldoet grotendeels aan de voorschriften van de verkaveling. Er worden afwijkingen gevraagd volgens art. 4.4.1 van de VCRO. Gezien de voorschriften de criteria van een goede ruimtelijke ordening weergeven, stemt de aanvraag hiermee overeen, met uitzondering van de gevraagde afwijkingen:
In de verkavelingsvoorschriften staat dat de dakvorm van de carport in de zijtuinstrook een plat dak moet zijn. In de aanvraag beschikt de carport over een hellend dak dat afloopt in drie richtingen. In de verkavelingsvoorschriften staat bovendien dat de bouwhoogte van de carport In de zijtuinstrook maximaal 3 m mag bedragen. De nokhoogte van de carport bedraagt echter 4 m ter hoogte van de zijgevel van de woning ten opzichte van het maaiveld. De dakhelling loopt in drie richtingen af tot een hoogte van 3m. De gevraagde afwijkingen zijn niet van die aard dat de basisvisie van de voorschriften erdoor wordt aangetast, evenmin doet het gevraagde afbreuk aan de rechten en het woongenot van de aanpalende. De gevraagde afwijkingen zullen niet leiden tot onverenigbare situaties in de omgeving.
Er dient minimum 1 hoogstammige boom aangeplant te worden in de voortuin conform de verkavelingsvoorschriften.
De boom dient een inheemse, streekeigen en/of klimaatrobuuste boom van minstens 2de grootte te zijn. Dit zal mee opgenomen worden in de voorwaarden conform het advies van de dienst Facilitair Management.
Resultaten van het openbaar onderzoek
Er werden geen bezwaren ingediend.
Bespreking van de adviezen
• Het advies van Dienst Water en Domeinen provincie Limburg d.d. 14 november 2024 is voorwaardelijk gunstig, zoals aangehaald in de waterparagraaf.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden.
• Het advies van dienst patrimonium d.d. 10 oktober 2024 is voorwaardelijk gunstig.
De berm dient een grasberm te blijven op het openbaar domein.
Enkel de inrit mag in waterdoorlatende of waterpasserende klinkers uitgevoerd worden.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden.
• Het advies van dienst facilitair management d.d. 26 november 2024 is voorwaardelijk gunstig.
Daar het de visie van de gemeente is om het groene karakater van onze gemeente te bewaren en zelfs maximaal te versterken, wensen we dit te bereiken door in eerste instantie de bestaande bomen zoveel mogelijk te behouden en te beschermen, en in tweede instantie door het aanplanten van extra bomen bij nieuwe projecten. Deze aanvraag wordt dan ook gunstig geadviseerd, mits aan volgende wordt voldaan:
- Aanplanten van 2 streekeigen en/of klimaatrobuuste hoogstam bomen, één in de voortuin en één in de achtertuin.
- De aan te planten bomen zijn hoogstam bomen van minstens 2de grootte en worden aangeplant in een maat niet kleiner dan 18/20 (cfr. verkavelingsvoorschriften)
- De nieuw aan te planten bomen worden aangeplant te laatste in het plantseizoen volgend op het beëinidigen van de bouwwerken,
- Voor de nieuw, verplicht, aan te planten bomen geld een heraanplant verplichting. Deze heraanplant dient steeds te gebeuren met streekeigen en/of klilmaatrobuuste hoogstam bomen van dezelfde grootte als de afgestorven en/of verdwenen boom,
- De verplicht aan te planten bomen kunnen in de toekomst enkel gerooid worden d.m.v. een goedgekeurde aanvraag tot rooien van de bomen. Deze aanvraag dient vergezeld te zijn van een nota waarin de noodzaak van het rooien van de bomen terdege wordt gemotiveerd.
Het plantseizoen loopt van 15 september tot en met 15 mei
Volgende linken kunnen helpen in de keuze van de bomen:
- https://bomenwijzer.be/zoeken
- https://www.plantvanhier.be/plantengids
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich gedeeltelijk aan bij dit advies.
Gezien in de aanvraag reeds de aanplant van een boom in de achtertuin voorzien wordt, dient enkel als bijkomende voorwaarde opgelegd dat er in de voortuin nog 1 boom dient aangeplant te worden. De overige voorwaarden van het advies worden gevolgd. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden.
8. ADVIES GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR
Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen, en dat het gevraagde verenigbaar is met een goede ruimtelijke ordening, mits het opleggen van voorwaarden.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar adviseert volgende voorwaarden op te leggen:
Stedenbouwkundige voorwaarden
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar d.d. 28/11/2024 en volgt dit standpunt integraal.
Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het voorwaardelijk afleveren van de omgevingsvergunning aan dhr. en mevr. Berk en Seren Kozulu - Tunay wonende te Kempenlaan 64 te 3530 Houthalen-Helchteren voor het bouwen van een eengezinswoning met aangebouwde carport en vrijstaande berging en de aanleg van het terrein, gelegen te Berkenenstraat 41D kadastraal gekend als afdeling 2 sectie C nr. 1307D.
Volgende voorwaarden worden opgelegd:
Stedenbouwkundige voorwaarden
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de beslissing van de deputatie van 20 november 2024:
BESLUIT
Artikel 1
§1 Aan BVBA IMMO S., Heuvenstraat 63, 3520 Zonhoven wordt, onder de voorwaarden bepaald in dit besluit, de omgevingsvergunning verleend voor het project 'Saenen - Heuvenstraat - Duplicaat van 2022079038' met als voorwerp:
met betrekking tot een terrein gelegen te Zonhoven ter plaatse Heuvenstraat 59-65, kadastraal gekend: afdeling 3, sectie E, perceelnummer 149S en 149W;
met betrekking tot een terrein gelegen te Zonhoven ter plaatse Heuvenstraat 59-65, kadastraal gekend: afdeling 3, sectie E, perceelnummer 149S en 149W;
§2. De plannen zoals opgeladen in het omgevingsloket onder projectinhoudversie V6 maken integraal deel uit van het vergunningsbesluit.
Artikel 2
De in artikel 1 bedoelde vergunning wordt
verleend voor onbepaalde duur.
Artikel 3
De in artikel 1 bedoelde vergunning wordt verleend:
§1 voor wat betreft de stedenbouwkundige handelingen:
- onder volgende voorwaarden:
- De opvang en afvoer van hemelwater afkomstig van het gebouw en de verhardingen moet op eigen terrein uitgevoerd worden.
- Het strikt naleven van de voorwaarden, gesteld in het advies van de Provincie Limburg afdeling Waterbeheer d.d. 24.11.2023 (kenmerk 2023N105120-2023-1589), waaronder specifiek:
° Het buffervolume van het groendak moet minimaal 35 l/m² bedragen. Als dit niet gerealiseerd wordt, mag de dakoppervlakte niet door 2 gedeeld worden bij de berekening van de dimensionering van de infiltratieputten.
° De infiltratievoorzieningen moeten volledig boven de grondwaterstand (vast te stellen) worden aangelegd
De aanpassingen zoals aangegeven op 13/03/2024 (kelderplan, technische fiches, nota) dienen effectief uitgevoerd te worden om aan de gestelde voorwaarden te voldoen.
- Het strikt naleven van het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer – district Zuid- Limburg d.d. 25.09.2024 (kenmerk AV/720/2023/00553/B);
- Het strikt naleven van het advies van de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening (De Watergroep) d.d. 12.10.2023;
- Het strikt naleven van het advies van Wyre d.d. 13.10.2023;
- Het strikt naleven van het advies van Proximus d.d. 25.10.2023;
- Het strikt naleven van het advies d.d. 03.11.2023 van het toegankelijkheidsbureau Inter (kenmerk 20232823);
- Het strikt naleven van het advies van Fluvius d.d. 07.11.2023 (kenmerk 5000049051);
- Het strikt naleven van het advies van Hulpverleningszone Zuidwest- Limburg d.d. 24.11.2023 (kenmerk HA-79-055-007), een brandweervergunning horeca kan pas worden opgesteld nadat alle bovenvermelde opmerkingen zijn nageleefd. (art 4.1);
- Het strikt naleven van de voorwaarden van het advies van de gemeentelijke dienst mobiliteit
° De gebouwbeheerder/syndicus werkt mee aan het opvolgen van de verkeersveiligheid in de Kleine Eggestraat bij het ledigen van de afvalcontainers. Mogelijke maatregelen (bijv. afspraken maken met de afvalintercommunale voor het tijdstip van ledigen -bijv. enkel tijdens daluren) zijn voor rekening van de gebouwbeheerder.
° Voor de inrichting van de fietsenstallingen dienen de aanbevelingen van het vademecum fietsvoorzieningen gevolgd te worden.
° Bovengronds op eigen terrein en ter hoogte van het terras een fietsenstalling voorzien voor de klanten van de handelszaak/werknemers.
° Duurzame woon-werkverplaatsingen stimuleren bij de werknemers.
- De voorwaarden en opmerkingen, gesteld in het advies van de gemeentelijke dienst patrimonium moeten gevolgd worden:
° De helling naar de ondergrondse parking mag pas starten vanaf de rooilijn (niet op het voetpad op openbaar domein).
° Er dient nog een plan te worden toegevoegd met de afbakening van de verschillende grondcodes die worden benoemd in het milieu hygiënisch onderzoek/ technisch verslag. Er dient nl. een deel grond afgevoerd te worden naar een erkend verwerkingscentrum
- De voorwaarden, gesteld in het advies van de gemeentelijke dienst facilitair management moet gevolgd worden:
° De daktuin dient uitgevoerd te worden als een intensieve daktuin, waarbij dus ook hoog opgaande heesters gebruikt worden. Er zullen dus ook enkele heesters moeten voorzien worden die hoger dan 2 meter worden.
° De daktuin dient dusdanig aangelegd te worden dat het regenwater hier maximaal gebruikt wordt voor het bevloeien van de aanplantingen.
- onder volgende lasten:
- Het lot 2, 13ca, (heden eigendom gemeente Zonhoven) dient geruild te worden met lot 1, 1a51ca, (heden eigendom aanvragers), zoals weergegeven op het plan van landmeter-expert Bart Cleuren d.d. 16/06/2023, met oog op inlijving met het openbaar domein wat betreft tot 1. Deze overdracht kan pas plaatsvinden na aanleg van de wegenis op lot 1. Alle kosten, o.a. registratie- en notariskosten, dienen gedragen te worden door de aanvragers.
§2 voor wat betreft de ingedeelde inrichtingen of activiteiten, onder volgende voorwaarden:
a) de algemene en sectorale voorwaarden van Vlarem II
Artikel 4
De beslissing wordt ter beschikking gesteld van:
1) de aanvrager en exploitant, met name BVBA IMMO S
2) de beroeper, met name de heer Henrix Stefaan
3) het college van burgemeester en schepenen van en te 3520 ZONHOVEN
4) het departement Omgeving, Afdeling GOP-Milieuvergunningen-Limburg, Koningin Astridlaan 50/5 te 3500
Hasselt
5) het departement Omgeving, Afdeling GOP - Milieu - Limburg, Koningin Astridlaan 50/5 te 3500 Hasselt
6) de adviesinstanties, vermeld in artikel 35, 37, 38/1 en/of 38/3 die advies verlenen in eerste aanleg
7) de Provinciale Omgevingsvergunningscommissie
Artikel 5
De beslissing wordt, overeenkomstig de artikel 56 t.e.m. 63 van het besluit van 27 november 2015 van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet betreffende de Omgevingsvergunning van 25 april 2014 (OVB), bekendgemaakt door:
1° in voorkomend geval, de aanplakking van een affiche op de plaats waar het voorwerp van de vergunningsaanvraag uitgevoerd zal worden, conform artikel 59;
2° de publicatie op de website van de gemeente waar het voorwerp van de vergunningsaanvraag uitgevoerd zal worden, conform artikel 60;
3° in voorkomend geval, de publicatie in een dag- of weekblad, conform artikel 61;
4° in voorkomend geval, de individuele kennisgeving, conform artikel 62;
5° de analoge of digitale terinzagelegging van de beslissing in het gemeentehuis van de gemeente waar het voorwerp van de vergunningsaanvraag uitgevoerd zal worden, conform artikel 63.
Artikel 6
Tegen deze beslissing is geen georganiseerd administratief beroep mogelijk. Er kan enkel nog een beroep ingesteld worden bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen. Het beroep kan worden ingesteld door:
1° de vergunningsaanvrager, de vergunningshouder, de exploitant of de persoon die de melding heeft verricht;
2° het betrokken publiek;
3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties, vermeld in artikel 24 of in artikel 42 (van het OVD) of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde, als die instantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;
4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;
5° (…)
6° de leidend ambtenaar van het departement Omgeving, of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde 7° de leidend ambtenaar van het agentschap Innoveren & Ondernemen of bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde, als het project vergunningsplichtige kleinhandelsactiviteiten omvat;
8° de leidend ambtenaar van het agentschap, bevoegd voor natuur en bos, of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde als het project vergunningsplichtige wijzigingen van de vegetatie omvat;
De persoon aan wie kan worden verweten dat hij een voor hem nadelige vergunningsbeslissing niet heeft bestreden door middel van het daartoe openstaande georganiseerd administratief beroep bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52 OVD wordt geacht te hebben verzaakt aan zijn recht om zich tot de Raad voor Vergunningsbetwistingen te wenden.
Het beroep moet met een verzoekschrift tot vernietiging en/of schorsing, al dan niet bij uiterste dringende noodzakelijkheid, op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending worden ingesteld binnen een vervaltermijn van 45 dagen, die ingaat:
1° de dag na de datum van de betekening voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;
2° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de beslissing in de overige gevallen.
Het indienen per beveiligde zending kan via:
- een aangetekend schrijven gericht aan de Dienst van de Bestuursrechtscolleges, t.a.v. de Raad voor Vergunningsbetwistingen, Koning Albert II-laan 15 bus 130, 1210 Brussel
- een afgifte tegen ontvangstbewijs tijdens de openingsuren van de griffie van de Raad voor Vergunningsbetwistingen in het Marie-Elisabeth Belpairegebouw, Toren Noord (2de verdieping), Simon Bolivarlaan 17, 1000 Brussel
- een elektronische neerlegging via het digitaal loket bereikbaar via de website https://www.dbrc.be/loket volgens de modaliteiten bepaald in artikel 8/1 Besluit van de Vlaamse Regering houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges.
In geval van een vordering tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid, kan het verzoekschrift aan de Raad voor Vergunningsbetwistingen ook bezorgd worden via het e-mailadres udn.vergunningsbetwistingen@vlaanderen.be. De verzoeker bezorgt dan, op straffe van onontvankelijkheid, het verzoekschrift uiterlijk de eerstvolgende werkdag per beveiligde zending zoals hierboven vermeld.
Het indienen van een verzoekschrift bij de Raad impliceert de betaling van een rolrecht, te storten op de rekening van het Fonds Bestuursrechtscolleges waarbij de naam van de verzoekende partij wordt opgenomen als vrije mededeling. Het verschuldigde rolrecht bedraagt:
- 200 euro per verzoekende partij bij de indiening van een verzoekschrift tot vernietiging
- 100 euro per verzoekende partij bij de indiening van een verzoekschrift tot schorsing.
Gelijktijdig met de indiening van het verzoekschrift moet, op straffe van onontvankelijkheid, het bewijs geleverd worden dat een overschrijvingsopdracht is gegeven of dat een storting is uitgevoerd tot betaling van het vermelde rolrecht.
Gelijktijdig met het indienen van het verzoekschrift bij de Raad moet tevens, ter informatie, een afschrift van dat verzoekschrift bezorgd worden aan de overheid wiens beslissing bestreden wordt en, in voorkomend geval, aan de begunstigde van de bestreden beslissing.
Met betrekking tot de inhoud van het verzoekschrift gelden voorts de modaliteiten bepaald in artikel 13 e.v. evenals artikel 55 e.v. van het besluit van de Vlaamse Regering houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse bestuursrechtcolleges. Een nadere toelichting van deze modaliteiten kan worden verkregen via de website https://www.dbrc.be/vergunningsbetwistingen of via info.vergunningsbetwistingen@vlaanderen.be.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de beslissing van de Bestendige deputatie van 20 november 2024.
Het college van burgemeester en schepenen besluit over te gaan tot de bekendmaking van deze beslissing overeenkomstig de artikelen 56 t.e.m. 63 van het besluit van 27 november 2015 van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet betreffende de Omgevingsvergunning van 25 april 2014.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de beslissing van de deputatie van 28 november 2024:
BESLUIT
Artikel 1
§1 Aan Agentschap voor Natuur en Bos, Hertstraat 24 bus a, 3221 Holsbeek, wordt onder de voorwaarden bepaald in dit besluit, de omgevingsvergunning verleend voor het project 'Het vernieuwen van een bestaande brug over de Roosterbeek in het natuurgebied Wijvenheide en het plaatsen van een nieuw vlonderpad met vogelkijkwand in de Platwijers', ter plaatse:
Locatie 1: Wijvenheide
- aanleg brug - Handeling: Nieuwbouw of aanleggen - (Planaanduiding: brug)
gelegen te Zonhoven, kadastraal gekend: 71443F0815/00_000, 71066B1126/00C000;
Locatie 2: Platwijers
- plaatsen vogelkijkput - Handeling: Nieuwbouw of aanleggen - (Planaanduiding: vogelkijkhut)
- aanleg vlonderpad - Handeling: Nieuwbouw of aanleggen - (Planaanduiding: vlonderpad)
gelegen te Zonhoven, kadastraal gekend: 71443F0757/00S012, 71443F0757/00R012;
§2. De plannen, zoals opgeladen in het omgevingsloket onder projectinhoudversie PIV2, maken integraal deel uit van het vergunningsbesluit.
Artikel 2
De in artikel 1 bedoelde vergunning wordt verleend voor onbepaalde duur.
Artikel 3
De in artikel 1 bedoelde vergunning wordt verleend:
§1. Voor wat betreft de stedenbouwkundige handelingen, onder volgende voorwaarden:
- De voorwaarde uit het advies van de Provincie Limburg - Afdeling Waterbeheer, d.d. 2024-09-19, moeten strikt worden nageleefd.
Artikel 4
§1 Van de in artikel 1 bedoelde vergunning mag gebruik worden gemaakt als de aanvrager niet binnen een termijn van vijfendertig dagen die ingaat na de eerste dag van de aanplakking, op de hoogte is gebracht van de instelling van een schorsend administratief beroep als vermeld in artikel 52 van het OVD.
§2 De aanvrager mag onmiddellijk gebruikmaken van de omgevingsvergunning in de gevallen, vermeld in artikel 55, tweede lid van het OVD.
Artikel 5
De beslissing wordt ter beschikking gesteld van:
1) de aanvrager, met name Agentschap voor Natuur en Bos, Hertstraat 24 bus a, 3221 Holsbeek;
2) het college van burgemeester en schepenen van Zonhoven;
3) de adviesinstanties, vermeld in artikel 35, 37, 38/1 en/of 38/3 die advies verlenen in eerste aanleg;
Artikel 6
De beslissing wordt, overeenkomstig de artikel 56 t.e.m. 63 van het besluit van 27 november 2015 van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet betreffende de Omgevingsvergunning van 25 april 2014 (OVB), bekendgemaakt door:
1° in voorkomend geval, de aanplakking van een affiche op de plaats waar het voorwerp van de vergunningsaanvraag uitgevoerd zal worden, conform artikel 59;
2° de publicatie op de website van de gemeente waar het voorwerp van de vergunningsaanvraag uitgevoerd zal worden, conform artikel 60;
3° in voorkomend geval, de publicatie in een dag- of weekblad, conform artikel 61;
4° in voorkomend geval, de individuele kennisgeving, conform artikel 62;
5° de analoge of digitale terinzagelegging van de beslissing in het gemeentehuis van de gemeente waar het voorwerp van de vergunningsaanvraag uitgevoerd zal worden, conform artikel 63.
Artikel 7
Tegen deze beslissing kan, overeenkomstig artikel 52 en volgende van het decreet betreffende de Omgevingsvergunning van 25 april 2014 (OVD) en artikel 73 en volgende van het besluit van 27 november 2015 van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning (OVB), een beroep worden ingediend bij de Vlaamse Regering, digitaal via het omgevingsloket of analoog p/a Afdeling GOP – Directie Omgevingsprojecten, Koning Albert II-laan 20 bus 8 te 1000 Brussel.
Het beroep moet op straffe van onontvankelijkheid ingesteld worden per beveiligde zending binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:
- de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;
- de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;
- de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de beslissing van de Bestendige deputatie van 28 november 2024.
Het college van burgemeester en schepenen besluit over te gaan tot de bekendmaking van deze beslissing overeenkomstig de artikelen 56 t.e.m. 63 van het besluit van 27 november 2015 van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet betreffende de Omgevingsvergunning van 25 april 2014.
VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR
Dossiernummer: 2024/00223
Referentie omgevingsloket: OMV_2024138389
De aanvraag, ingediend door dhr. en mevr. Johan en Annelies Pluymers - Swerts wonende te Boomsteeg 67 te 3520 Zonhoven, werd ontvangen op 15/10/2024 en op 08/11/2024 ontvankelijk en volledig verklaard.
De aanvraag gaat over een terrein, gelegen Boomsteeg 67, kadastraal gekend als afdeling 1 sectie B nr. 1111H.
De aanvraag gaat over het aanbouwen van een carport met tuinberging tegen de woning.
De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de geldende wettelijke bepalingen, (in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid, het decreet Natuurbehoud en hun uitvoeringsbesluiten).
1. STEDENBOUWKUNDIGE BASISGEGEVENS
De locatie van de aanvraag is volgens het Origineel bij Koninklijk besluit goedgekeurd gewestplan op 3 april 1979 gelegen in woongebied met landelijk karakter en woonuitbreidingsgebied.
De locatie van de aanvraag is gelegen binnen het bijzonder plan van aanleg B.P.A. BOOMSTEEG, goedgekeurd op 13 februari 2007.
De locatie van de aanvraag is niet gelegen binnen een ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
Volgende verordeningen zijn van kracht:
• algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake openluchtrecreatieve verblijven goedgekeurd op 8 juli 2005;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, .... goedgekeurd op 10 februari 2023.
2. HISTORIEK
Volgende dossiers zijn relevant:
• Stedenbouwkundige vergunning (2017/00021) voor het verwijderen van 2 niet vergunde constructies (caravans), het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning, het kappen van 1 inlandse eik, het plaatsen van draadafsluiting met een hoogte van 1,20m tegen de rechter en de voorste perceelsgrens en het kappen van berkenbomen (voor de inrit) op het openbaar domein (3). - goedgekeurd op 18/04/2017.
3. BESCHRIJVING OMGEVING EN AANVRAAG
Beschrijving van de plaats & omgeving
Het perceel bevindt zich aan de Boomsteeg, een gemeenteweg in Zonhoven.
De nabije en ruimere omgeving bestaat hoofdzakelijk uit eengezinswoningen in open en halfopen verband. De bebouwing bestaat uit 1 of 2 bouwlagen onder zowel hellende als platte daken, voornamelijk afgewerkt in een gevelsteen in diverse tinten en texturen.
Het rechts aanpalend perceel is bebouwd met een vrijstaande eengezinswoning opgericht met 1 bouwlaag onder een hellend dak. Het links aanpalend perceel is eveneens bebouwd met een vrijstaande eengezinswoning opgericht met 2 bouwlagen onder een hellend dak.
Het perceel is gelegen in een woonlint met achterliggend natuurgebied.
Het perceel is bebouwd met een vrijstaande eengezinswoning opgericht in 2017 met een landelijke stijl met 1,5 bouwlaag onder een hellend dak. De woning werd ingeplant op 8m uit de voorste perceelsgrens, op 3m uit de rechter perceelsgrens en op minimaal 11,10m uit de linker perceelsgrens. Tegen de linker perceelsgrens bevindt zich een servitudeweg.
Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvraag gaat over het aanbouwen van een carport met tuinberging tegen de linker zijgevel van de woning.
De carport met tuinberging met een oppervlakte van 39,60m², wordt ingeplant op 9,75m uit de voorste perceelsgrens en op minimaal 4,50m uit de linker perceelsgrens. De bouwbreedte van de carport met tuinberging bedraagt 6,60m, wat de totale bouwbreedte van de woning brengt op 17,60m. De bouwdiepte van de carport met tuinberging zal 6m bedragen.
De carport met tuinberging wordt opgericht met 1 bouwlaag onder een hellend dak. De kroonlijsthoogte bedraagt 2,38m en de nokhoogte 5,38m ten opzichte van het maaiveld.
De afwerking van deze carport met tuinberging is voorzien in houtbekleding en buitenschrijnwerk in hout. De dakbedekking wordt voorzien in grijs/bruin/rode shingles met dakgoten en afvoerbuizen in zink.
De bestaande oprit met een breedte van 3m ter hoogte van de voorste perceelsgrens blijft behouden, daar deze toegang geeft tot deze carport met tuinberging. Bijkomend voorziet men vanuit de oprit, aan de rechterzijde, een bijkomende parkeerplaats aangelegd met een breedte van 4m en een diepte van 5,50m. Deze parkeerplaats wordt aangelegd in kiezelverharding. Het toegangspad naar de voordeur wordt licht gewijzigd door het aanleggen van deze bijkomende parkeerplaats. Het toegangspad wordt voorzien vanuit deze parkeerplaats, eveneens in kiezelverharding.
4. OPENBAAR ONDERZOEK
Het dossier werd volgens de vereenvoudigde procedure behandeld.
Er werd bijgevolg geen openbaar onderzoek gehouden.
5. ADVIEZEN
Er zijn geen adviezen vereist.
6. EFFECTEN OMGEVING
Project-MER
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van bijlage I, II en III van het besluit inzake projectmilieueffectrapportage van 10 december 2004 en latere wijzigingen.
Stikstofdecreet
Er is reeds een eengezinswoning aanwezig op het perceel waardoor de impactscore minimaal is, langer dan1%.
Het aanbouwen van een carport met tuinberging tegen de woning zal deze impactscore niet verhogen. Enkel tijdens de uitvoering van de werken zal er een beperkte toename zijn van vervoersactiviteit. Dit zal zeer beperkt zijn waardoor de impactscore nog steeds minimaal is en lager dan 1%.
7. INHOUDELIJKE BEOORDELING
Decretale beoordelingselementen
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de VCRO kan gesteld worden dat de Boomsteeg een voldoende uitgeruste openbare weg is.
De aanvraag gaat niet over de oprichting van een bedrijfswoning.
De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook.
Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.
Zonering
Het perceel is volgens het zoneringsplan voor riolering, van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), gelegen in centraal gebied. Er is al geruime tijd riolering aanwezig en die is aangesloten op een waterzuivering. Er moet geen septische put voorzien worden.
Waterparagraaf
Het decreet over het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013, legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd worden. Deze watertoets schat de eventuele schadelijke effecten in ten koste van de watersystemen bij de inname van ruimte.
Sedert de inwerkingtreding van omzendbrief OMG/2022/1 d.d. 15/12/2022 dient de vergunningverlenende overheid de watertoets op een gewijzigde manier uit te voeren bij dossiers ingediend vanaf 01/01/2023. De watertoetsprocedure werd geoptimaliseerd, er werden aandachtspunten en richtlijnen geformuleerd en het kaartmateriaal inzake overstromingsgevoelige gebieden werd aangepast.
Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt noch in een pluviaal, noch in een fluviaal overstromingsgebied. Het terrein is logischerwijze evenmin in een gebied voor zeeoverstromingen gesitueerd.
Daarom moet in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel door de toename van de verharde oppervlakte wordt de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit moet gecompenseerd worden overeenkomstig de normen vastgelegd in de geldende gewestelijke hemelwaterverordening.
De verordening is niet van toepassing op het oprichten van de carport en tuinberging met een oppervlakte van 39,60m². Het hemelwater dat op de carport en tuinberging valt, wordt niet opgevangen en afgevoerd, maar kan volgens de aanvraag op natuurlijke wijze op eigen terrein in de bodem infiltreren.
Gezien de aanvraag voldoet aan de hemelwaterverordening, doorstaat deze ook de droogtetoets. Het effect van droogte wordt namelijk gemilderd door het regenwater dat op het terrein terecht komt maximaal vast te houden.
Natuurtoets
Het perceel is gelegen binnen het vogelrichtlijngebied ‘Vijvercomplex van Midden-Limburg’. Omwille van de ligging, de aard van het project en de afstand tot de waardevolle natuurgebieden wordt gesteld dat er geen impact is van de projectaanvraag op de natuurwaarden.
Erfgoed- & Archeologietoets
Het perceel is niet gelegen binnen een beschermd stads- of dorpsgezicht. Er zijn geen monumenten in de omgeving.
Conform het Onroerenderfgoeddecreet d.d. 12/07/2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag gezien de oppervlakte van het perceel kleiner is dan 3000 m².
Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening
De aanvraag voldoet volledig aan de voorschriften van het BPA. Gezien deze voorschriften de criteria van een goede ruimtelijke ordening weergeven, stemt de aanvraag hiermee overeen.
De aanvraag creëert voldoende woonkwaliteit en gebruiksgenot voor de bewoners. De footprint op het perceel voldoet aan de normen die de gemeente Zonhoven nastreeft.
8. ADVIES GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR
Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen, en dat het gevraagde verenigbaar is met een goede ruimtelijke ordening.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar d.d. 3/12/2024 en volgt dit standpunt integraal.
Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan dhr. en mevr. Johan en Annelies Pluymers - Swerts wonende te Boomsteeg 67 te 3520 Zonhoven voor het aanbouwen van een carport met tuinberging tegen de woning, gelegen te Boomsteeg 67 kadastraal gekend als afdeling 1 sectie B nr. 1111H.
VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR
De aanvraag omvat het verkavelen van gronden voor 12 loten, waarvan 6 loten voor halfopen en 4 loten voor open bebouwing en 2 loten worden uitgesloten voor een middenspanningscabine (lot 11) en voor toevoeging aan het openbaar domein (lot 12).
De aanvraag werd op 15 mei 2024 ontvangen.
Op 12 juni 2024 en 12 juli 2024 werd aanvullende informatie opgevraagd.
Op 22 juli 2024 werd de gevraagde aanvullende informatie aangeleverd.
Op 14 augustus 2024 werd de aanvraag ontvankelijk en volledig verklaard.
De gewone vergunningsprocedure wordt gevolgd.
Er werd een openbaar onderzoek gehouden, lopende van 24 augustus 2024 tot en met 22 september 2024. Op 9 september 2024 werd het openbaar onderzoek stopgezet naar aanleiding van een wijzigingsverzoek van de vergunningsaanvrager. Naar aanleiding hiervan werd een nieuw openbaar onderzoek georganiseerd van 19 september 2024 tot en met 18 oktober 2024, gesloten met 1 bezwaarschrift.
HISTORIEK VAN HET EIGENDOM WAAROP DE AANVRAAG BETREKKING HEEFT
Voor het perceel van de aanvraag werden geen eerdere uitspraken gedaan of beslissingen genomen.
De aanvraag werd verschillende malen in overleg gebracht met de gemeentelijke administratie. Op 14 mei 2024 werd volgende mail verstuurd:
“Allereerst dank voor je inspanningen om het plan aan te passen.
Op de korte tijdspanne heb ik het zeer summier teruggekoppeld met collega diensthoofd Ann. Het aangepaste plan komt niet tegemoet aan de opmerkingen die ik hieronder heb meegegeven.
Hoofdzaak blijft het aantal woonentiteiten dat niet in lijn ligt met de visie van de dienst, wat maakt dat dit ontwerp niet door de dienst gedragen is. We hebben dit telefonisch reeds aangehaald, waarbij we mekaars mening kennen.
Verdere details die ik je kan meedelen:
• Loten 1tem 3: gevelbreedte bij OB = 9 meter voor ons;
• Lot 9: laanboom belemmert de toegang tot dit lot (ik vermoed dat jullie hier naar een carport in de zijtuin willen gaan gezien een inpandige carport bij een gevelbreedte van 8 meter vrij krap is) -> opnieuw aanduiden hoe de loten ontsloten worden, ifv de aanwezige bomen en verhoogde bushalte;
• Lot 11 cabine: door het versmallen van de perceelbreedte van lot 5 komt de toegang van dit lot gekneld te liggen tussen de verhoogde bushalte en de cabine. Qua verkeersveiligheid zeker geen ideale situatie. Mogelijks ligt de cabine optimaler in zijtuinstrook van lot 6, gebundeld met lot 12? Ik moet in het midden laten wat de voorkeur van Fluvius is ivm de cabine.
Tot slot, wijs ik op mijn opmerkingen hieronder die nog steeds op tafel liggen.
Gezien de deadline ga ik ervan uit dat jullie gaan indienen. Indien na indiening een overleg wenselijk wordt geacht, dan verwacht ik hiervan bericht van jullie kant.”
Mail 13 mei 2024:
“Bij deze. Ik had mijn ontwerpantwoord quasi klaar, dus ik stuur je dit licht aangepast door.
• Tijdens een overleg van 30.01.2024 hebben we als dienst opnieuw reeds meegedeeld dat wij hier 8 HOB zien, in tegenstelling tot de voorgestelde 12 hetzij 10 HOB. De schepen liet hier nog enige ruimte voelen naar het aantal woonentiteiten, met de vraag om een nieuw ontwerp voor te leggen. Ik begreep dat dit 9 we zouden zijn. Er is nu sprake van 10 woningen, met een woondichtheid van 17 we/ha.
Ik geef bovenstaande even mee om aan te tonen dat het aantal woningen nog niet was afgeklopt.
Verder, wanneer gelegen aan een uitgerust weg, wordt het openbaar domein niet meegeteld (bij een inbreiding met nieuwe wegenis wel). Vandaar dat jullie uitkomen op 10 woonentiteiten (14we/ha), en wij dus op de 8.
Wij zien dit gedeelte van de Molenweg als een zone waar de woondichtheid beperkt hoger ligt dan de Elstrekenweg. De Elstrekenweg is voor ons buitengebied.
Los van het aantal woningen zijn er nog andere bemerkingen die we hebben (zie hieronder). Wanneer je alles in beschouwing neemt, zullen een aantal van de hieronder opgesomde opmerkingen opgelost kunnen worden door het verminderen van het aantal woningen naar 8 (mógelijks 9, mits voldoende kwaliteit).
• Gevelbreedte van 10 meter: Op vraag van de projectontwikkelaar wilden jullie werken met de max. footprint op het verkavelingsplan, zijnde dus de voorgestelde gevelbreedte van 10 meter omdat de architectuur nog te onduidelijk was. Om misverstanden te vermijden, voor ons is een minimale gevelbreedte van 7 meter met een carport in de zijtuin voldoende met 3 meter bouwvrije zijtuin. Wanneer jullie de 10 meter gevelbreedte aanhouden, dan verwachten wij hier een inpandige carport met 3 meter bouwvrije zone. Dit laatste ligt voor de Elstekenweg opnieuw in de lijn met het feit dat dit buitengebied is. Bredere percelen, met een ruimere zijtuin.
De breedte van de loten ligt nu op 13 meter. Dit is op onze vraag. Door de ligging in buitengebied willen we ruimte creëren door de zijtuinen (deels) onbebouwd te laten.
• lot 6 is een weinig kwalitatief lot gezien dit momenteel volledig ingeplant staat over de breedte van de achtertuin van lot 10 -> beeldbepalend in de tuin van lot 10 + mogelijk privacyhinder. Het beperken van de breedte van de woning zou hier al een positieve impact op hebben.
• Op 22.04 deelde je me mee dat een BEA zou uitgevoerd worden. Wat is de uitkomst hiervan en werd hiermee rekening gehouden in jullie ontwerp? Maw: zijn de aangeduide, te kappen bomen op de projectsite het resultaat van de BEA of louter in functie van een gunstige inplanting van de woningen? Quasi alle bomen in de blauwe zone staat op als te kappen. Geeft de BEA dit aan?
Op dit ogenblik hebben we geen zicht op de waardevolle, hoogstammige bomen die aanwezig zijn en als te behouden blijven. Kan je dit verduidelijken, ahv BEA?
• Een ontbossing zal noodzakelijk zijn gezien het perceel grotendeels bebost is.
• De voortuinstroken langs de Elstrekenweg zijn vrij diep (7,5 meter). Ik begreep tijdens ons telefonisch onderhoud van heden dat de diepere voortuin te maken heeft met de voorliggende bomen. Echter, staan quasi alle bomen als te kappen in de voortuinstrook op een 5-tal na. Is dit iets wat voortgekomen is uit de BEA?
• Ik heb Ben reeds gewezen op ons kwaliteitskader, waarvan hij een uitprint heeft mogen ontvangen. Ik durf niet met zekerheid zeggen of deze info tot bij u is doorgekomen. Jullie vinden dit op https://www.zonhoven.be/kwaliteitskader-voor-woonontwikkelingen
• De locatie van vrijstaande bijgebouwen is afhankelijk van de aanwezige / te behouden bomen (BEA). Normaliter moet de exacte locatie van een bijgebouw niet op het verkavelingsplan vermeld staan, maar ik ben voorstander voor duidelijkheid voor de toekomstige koper. Indien uit jullie BEA blijkt dat bestaande bomen in de tuinen behouden moeten blijven, dan heeft dit immers gevolgen voor de locatie van het bijgebouw.
• Ik heb meegedeeld in mijn bericht van 14.03 dat inritten nog niet op het verkavelingsplan moeten staan. Dit werd me gevraagd in het licht van een nog onzekere architectuur. Maar, de verhoogde bushalte baart me zorgen. Jullie zitten met een atypische situatie, waarbij het m.i. wel zeer duidelijk moet zijn hoe, voornamelijk de loten 4 en 5 toegankelijk zullen zijn. Dit komt ofwel rakelings naast de verhoogde bushalte, ofwel een haakse inrit. Graag verduidelijking hoe deze loten ontsloten zullen worden en hoe zich dit verhoudt tov het openbaar domein (-> aanduiding op plan).
Idem voor de loten aan de Molenweg. Waar komt de toegang te liggen? Ik zou willen vermijden dat de bomen op openbaar domein alsnog moeten verwijderd worden ifv de toegangen. Hier zullen we als dienst negatief tegenover staan.
• Voor wat betreft de ligging van de bushalte op privé: een gekke situatie waarbij ik geen andere oplossing zie dan dit toe te voegen naar het openbaar domein. Idem met de deksels. Dan moet m.i. een rooilijnplan toegevoegd aan de aanvraag gezien de procedure ikv gemeentewegendecreet gevoerd moet worden.
• Een bezorgdheid van ons: staan jullie in contact met de uitbater van Mimosa. Hij ziet uiteraard zijn parking verdwijnen, waarbij de parkeerdruk mogelijks richting openbaar domein. Zijn hier gesprekken rond gevoerd?
Onze voorkeur ging uit naar een overleg om bovenstaande door te spreken, tevens met de dienst patrimonium. Het komt niemand ten goede wanneer tijdens de procedure onvoorziene omstandigheden of tegengestelde meningen naar boven komen. Ik begrijp dat jullie woensdag as een aanvraag moeten indienen waarbij dit niet meer mogelijk is. Mogelijks moet na indienen met mekaar teruggekoppeld worden en moet er gewerkt worden met een nieuwe PIV.
Ik voeg onze standaardverkavelingsvoorschriften toe. LET OP: Wanneer wij dit doorsturen, passen wij dit aan ifv het verkavelingsplan, maar dat is hier dus NIET gebeurd. Gelet op bovenstaande, kan ik ook niet met zekerheid zeggen welk ontwerp het gaat worden. Neem deze voorschriften dus als een leidraad, maar zeker geen copy/paste aangezien er nog te veel onduidelijkheden zijn.
Moest er iets niet duidelijk zijn, mag je me bellen. Ik zal trachten terug te bellen wanneer ik een gaatje vind tussen de vergaderingen.”
Mail 19 december 2023
Je vraag betreft percelen 2/D/132D43; 132C43; 132B43 en 131A43 te Molenweg, Elstrekenweg.
Uiteraard is een verkaveling mogelijk, maar niet met de voorgestelde 12 woonentiteiten. Als ik voortga op de door u vermelde oppervlakte (58a49ca) dan zien we hier 8 HOB mogelijk, met een minimale perceelbreedte van telkens 13 meter, gezien de ligging. Er staat geen maatvoering op je schets, maar volgende normen voor een goede ruimtelijke ordening zullen we hanteren voor deze locatie:
1. Inplanting volgens straatbeeld met een minimum van 5m (voortuin)
2. Minimaal 3m afstand tot de zijdelingse perceelgrenzen
3. Maximale bouwdiepte op gelijkvloers 15m
4. Maximale bouwdiepte op verdieping 12m
5. Kroonlijsthoogte tot 6m bij hellend dak en nokhoogte tot 10,50m
6. Dakrandhoogte tot 6m50 bij een plat dak
7. Minimale tuinzone achter de woning van 10m
8. Breedte van de inrit ter hoogte van de rooilijn van maximaal 3 meter.
9. Met uitzondering van de inrit moet het perceel ontoegankelijk gemaakt worden voor het verkeer.
10. Een minimum van 1,5 parkeerplaatsen per woonentiteit (afgerond naar boven). Deze parkeerplaatsen mogen inpandig en/of overdekt zijn.
Volgende aandachtspunten wil ik u ook zeker niet onthouden:
• De bomen op het openbaar domein dienen behouden te blijven. Het ontwerp dient hiermee rekening te houden, o.a. lokalisatie van de inritten.
• Er dient een bomen effecten analyse (BEA) opgesteld te worden. Deze wordt best op voorhand afgestemd met de dienst.
• Tot slot lijkt het ons aangewezen contact op te nemen met de dienst Patrimonium i.f.v. de herinrichting van de Elstrekenweg. Er bevindt zich ter hoogte van het perceel bv. een bushalte wat mogelijks de toegang tot de loten hypothekeert.
Het is steeds mogelijk een gedetailleerd plan met maatvoering over te maken waardoor we onze feedback ook gerichter kunnen overmaken.”
De aanvraag houdt geen rekening met het vooropgestelde aantal woongelegenheden (8 woningen) zoals meegedeeld tijdens de vooroverlegmomenten en voorziet in een verkavelingsvoorstel van 10 woningen.
Uit de gegevens waarover de gemeente beschikt, blijkt niet dat voor het voorwerp van de aanvraag een PV is opgesteld noch dat een meerwaarde werd opgelegd of dat op het goed een vonnis of arrest rust. Er zijn ook geen geschriften bekend waaruit zou blijken dat er wederrechtelijke werken werden uitgevoerd.
OPENBAAR ONDERZOEK
Overeenkomstig artikel 17 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hoofdstuk 3 Toepassingsgebied van de gewone en vereenvoudigde procedure, artikels 11 t.e.m. 14 van het besluit tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning, werd dit dossier volgens de gewone procedure behandeld.
Er werd een openbaar onderzoek gehouden, lopende van 24 augustus 2024 tot en met 22 september 2024. Op 9 september 2024 werd het openbaar onderzoek stopgezet naar aanleiding van een wijzigingsverzoek van de vergunningsaanvrager. Naar aanleiding hiervan werd een nieuw openbaar onderzoek georganiseerd van 19 september 2024 tot en met 18 oktober 2024. Er werd 1 bezwaarschrift ontvangen
Het bezwaarschrift kan als volgt samengevat worden:
• Ontbossen:
Dit bos bevat enkele mooie bomen, waaronder enkele mooie eiken. Een gezonde eik mag toch ook niet zomaar gekapt worden? Het zou jammer zijn dat er alweer een stukje groen zou verdwijnen in Zonhoven. Hoe zit het met de betonstop?
• Privacy:
Het ontbossen zou voor ons ook een grote inpakt hebben op onze privacy. Nu hebben we weinig last van het verkeer op de molenweg doordat de bossen het geluid tegen houden. + het zicht. Wij hebben ook geen inkijk in onze woning door de bossen. Deze privacy vinden wij erg belangrijk
• Wateroverlast:
Door de werken op de steenweg hebben al verschillende woningen last van water in de kelder, ondanks dat ze dit hiervoor nooit gekend hebben. Ook onze kelder had vorige lente een eerste maal last van water, doordat het water niet meer vlot weg kan is er water binnen gekomen langs een rooster + opstijgend grondwater. Het ontbossen en bouwen van meerder woningen zal ook hier een negatieve impact op hebben. Nog meer beton zal er toe lijden dat het water nog moeilijk weg kan, en zal voor nog meer waterschade zorgen. Hiervoor zullen jullie dan verantwoordelijk voor zijn??
De gemeentelijke omgevingsambtenaar neemt volgend standpunt in m.b.t. deze bezwaren:
• Ontbossen:
Op 4 oktober 2024 werd door het Agentschap voor Natuur en Bos een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht: “De ontbossing en de voorgestelde werken zijn verenigbaar met de bestemmingsvoorschriften. Gelet op de ruimtelijke bestemming is er buiten het gegeven van goed- of afkeuring van het boscompensatievoorstel en beoordeling van de eigenlijke ontbossing geen verdere adviesvereiste aan ons agentschap.” Volgende voorwaarden werden opgelegd:
- De vergunning wordt verleend op grond van artikel 90bis, §5, derde lid, van het Bosdecreet en onder de voorwaarden zoals opgenomen in het hierbij gevoegde compensatieformulier met kenmerk: 24-212630.
- De te ontbossen oppervlakte bedraagt 3213 m². Deze oppervlakte valt niet meer onder het toepassingsgebied van het Bosdecreet.
- De ontbossing kan enkel worden uitgevoerd conform het plan toegevoegd als bijlage.
- De bosbehoudsbijdrage van € 26989.20 dient binnen de 4 maanden, vanaf de datum waarop gebruik mag gemaakt worden van deze vergunning, gestort te worden. Het overschrijvingsformulier voor het vereffenen van de bosbehoudsbijdrage zal rechtstreeks door ons Agentschap worden overgemaakt aan de aanvrager van zodra de vergunning van kracht wordt.
Echter tijdens de overlegmomenten bij de dienst Omgeving werd er ook gewezen op het maximaal behoud van de waardevolle bomen. Uit de BEA blijkt dat de bomen 19 en 50 als waardevol omschreven zijn maar binnen het bouwkader van lot 1 en juist achter het bouwkader van lot 1 liggen waardoor deze op het verkavelingsplan aangeduid worden als “bomen op minder dan 6 meter van bouwzone te kappen bij bouwaanvraag”. De kapping van deze twee bomen dient te worden vermeden. Indien de vooropgestelde dichtheid van maximaal 15 we/ha wordt gerespecteerd ontstaat er ook de mogelijkheid om deze 2 bomen te bewaren.
Voor het overige dienen de bomen aangeduid op het verkavelingsplan als maximaal te behouden ook effectief behouden te blijven en zal over het kappen van de bomen op het verkavelingsplan aangeduid als “bomen op minder dan 6 meter van bouwzone te kappen bij bouwaanvraag” en “bij voorkeur te behouden” pas worden geoordeeld bij de definitieve bouwaanvraag voor de woningen.
Tenslotte wordt, ondanks de vraag tot ontbossing, op het verkavelingsplan aangeduid dat de achterste zone maximaal te behouden is als groenzone. Er zal in de verkavelingsvoorschriften opgenomen worden dat dit ook effectief zo behouden dient te blijven, dat enkel de noodzakelijke ‘opruim-‘werken mogen gebeuren. De bomen in deze zone aangeduid als te behouden, dienen effectief allemaal behouden te blijven.
Dit bezwaarpunt wordt deels gevolgd.
• Privacy:
Het creëren van privacy op eigen terrein kan niet afgewenteld worden op aanpalende eigendommen. Indien de bezwaarindiener van oordeel is dat door het kappen van de bomen zijn privacy in het gedrang wordt gebracht, dan kan hij op eigen perceel de nodige maatregelen nemen om zijn privacy alsnog te waarborgen door o.a. het aanplanten van hagen, bomen, … Wat de geluidsoverlast betreft zullen er tussen de Molenweg en het eigendom van de aanvrager nieuwe gebouwen worden opgericht dewelke het geluid van het verkeer van de Molenweg zullen tegenhouden. Dit bezwaarpunt kan niet gevolgd worden.
• Wateroverlast:
De aanvraag betreft louter een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, zonder aanleg van nieuwe verhardingen of wegenis. Het advies van de Provincie Limburg, Dienst water en Domeinen d.d. 1 oktober 2024 is voorwaardelijk gunstig. De toekomstige woningen dienen te voldoen aan de gewestelijke verordening inzake hemelwater. Het principe van hergebruik, infiltratie, bufferen en vertraagd afvoeren zal gerespecteerd worden. Hierdoor zal reeds een groot deel van het afstromend hemelwater opgevangen en gebufferd worden op eigen terrein. Dit bezwaarpunt kan niet gevolgd worden.
ADVIEZEN
Op 14/08/2024 en 09/09/2024 werd advies gevraagd aan Proximus
Op 14/08/2024 en 09/09/2024 werd advies gevraagd aan de Provincie Limburg, Dienst water en Domeinen
Op 14/08/2024 werd advies gevraagd aan Onroerend Erfgoed limburg
Op 14/08/2024 en 09/09/2024 werd advies gevraagd aan De Watergroep
Op 14/08/2024 en 09/09/2024 werd advies gevraagd aan Fluvius System Operator
Op 14/08/2024 en 09/09/2024 werd advies gevraagd aan de Dienst Mobiliteit
Op 14/08/2024 en 09/09/2024 werd advies gevraagd aan de Dienst Patrimonium
Op 14/08/2024 en 09/09/2024 werd advies gevraagd aan de Dienst Facilitair Management
Op 14/08/2024 en 09/09/2024 werd advies gevraagd aan de Dienst Contractmanagement
Op 14/08/2024 en 09/09/2024 werd advies gevraagd aan Agentschap voor Natuur en Bos
Op 14/08/2024 en 09/09/2024 werd advies gevraagd aan Wyre
MILIEUEFFECTENRAPPORTAGE
Het project komt voor op bijlage III van het project-m.e.r.-besluit (10b standsontwikkelingsprojecten) wat maakt dat een project MER opgemaakt moet worden, tenzij de initiatiefnemer via een project-m.e.r.-screening kan aantonen dat het project geen aanzienlijke milieueffecten zal veroorzaken. Er werd een project-m.e.r.-screening bij de aanvraag gevoegd.
De effecten op het vlak van mobiliteit, watersysteem, geluiden en trillingen en biodiversiteit werden voldoende omschreven in de screening. Uit de bijgevoegde stikstofnota blijkt dat de berekende impactscores in gevoelige habitats in de meest nabijgelegen habitatrichtlijngebieden kleiner zijn dan 1%. Er moet dan ook geen passende beoordeling opgesteld worden. Uit de screening en de stikstofnota blijkt dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
STEDENBOUWKUNDIG ADVIES
TOETSING AAN DE REGELGEVING EN VOORSCHRIFTEN
OVEREENSTEMMING MET BESTEMMINGS- EN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
Gewestplan
De aanvraag is volgens het geldende gewestplan Hasselt - Genk, goedgekeurd bij Koninklijk besluit op 3 april 1979, gelegen in woongebied.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van een goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen en latere wijzigingen).
GRUP, Bijzonder plan van aanleg of verkaveling
De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan, noch in een bijzonder plan van aanleg noch in een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
De aanvraag voldoet principieel aan de geldende bestemmingsvoorschriften.
WATERTOETS
Het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013 en het wijzigingsbesluit van 25 november 2022, verplicht de vergunningverlenende overheid om de watertoets uit te voeren bij elke aanvraag tot omgevingsvergunning. Dit decreet vormt het juridisch kader voor het integraal waterbeleid in Vlaanderen. Het decreet bevat ook de omzetting van de kaderrichtlijn Water en de Overstromingsrichtlijn. De watertoets werd uitgevoerd. Hieruit bleek dat er advies diende te worden gevraagd aan de Provincie Limburg, Dienst water en Domeinen. Het advies van de Provincie Limburg, Dienst water en Domeinen d.d. 1 oktober 2024 is voorwaardelijk gunstig en luidt als volgt:
“Hierbij kan ik u meedelen dat het dossier in het kader van de watertoets voorwaardelijk gunstig beoordeeld werd.
Ik verzoek u evenwel de voorwaarden in de omgevingsvergunning op te nemen zoals ze geformuleerd werden in het bijgaand advies.
DEEL 1 INLICHTINGENFICHE
Ligging van het perceel:
• kadaster: gemeente Zonhoven, afdeling 2, sectie D, nr. 132C43, e.a.
• adres: Molenweg 208
• niet gelegen in een overstromingsgevoelig gebied
Waterloop en machtiging
• stroomgebied van de onbevaarbare waterlopen: ZUSTERKLOOSTERBEEK, nummer 208, categorie: 2de
• watering: neen
DEEL 2 WATERADVIES I.V.M. DE WATERTOETS
(art. 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018)
1 Beschrijving van het watersysteem
• Het betreft een activiteit binnen het stroomgebied van een onbevaarbare waterloop van 2de categorie.
• Het perceel is volgens het gewestplan gelegen in woongebied
• Het perceel is daarenboven gelegen in:
o het bekken van de Demer
o het deelbekken Midden-Demer
2 Waterplannen
Het stroomgebiedbeheerplan van de Schelde is van toepassing.
3 Toetsen aan de doelstellingen decreet integraal waterbeheer, gecoördineerd op 15 juni 2018 artikel 1.2.2
De adviesvraag handelt over de richtlijn gewijzigd afstromingsregime.
Vanaf een verharde oppervlakte van meer dan 1 000 m² moet door de vergunningverlenende instantie advies worden gevraagd aan de waterbeheerder met betrekking tot mogelijke schadelijke effecten op de toestand van het oppervlaktewater. In het kader daarvan moet voldaan worden aan de volgende voorwaarden:
Het volume van de aan te leggen infiltratievoorziening is te bepalen op basis van een door de verkavelaar uit te voeren infiltratieproef, waarbij ook de hoogste grondwaterstand moet worden bepaald (alvorens de loten vervreemd kunnen worden). Richtwaarden in dat verband zijn terug te vinden in onderstaande tabel.
infiltratiecap. | Minimale dimensioneringsvoorwaarden |
|
< 5 mm/u | 430 m³/ha verharde oppervlakte (v.o.), inf.opp. van min. 8% vd v.o. |
|
5-100 | 330 m³/ha vo en 8% inf.opp. |
|
>100 | 250 m³/ha vo en 4 % inf.opp. |
|
DEEL 3 CONCLUSIES ONDERZOEK WATERBEHEERDER
Uit de toepassing van de nadere regels voor de toepassing van de watertoets bij besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006, en latere wijzigingen, is gebleken dat het verkavelen van grond in 12 loten, 6 loten voor HOB en 4 voor OB, e.a. een verandering van de toestand van watersystemen (of bestanddelen ervan) tot gevolg heeft. Deze verandering heeft geen betekenisvol schadelijk effect op het watersysteem voor zover de voorwaarden onder Deel 2 worden opgenomen in de verkavelingsvergunning.
Het wateradvies is dan ook voorwaardelijk gunstig.”
Dit advies wordt integraal bijgetreden.
ARCHEOLOGIENOTA
Conform het Onroerenderfgoeddecreet de dato 12 juli 2013 en latere wijzigingen is een bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag. Op 11 juni 2024 nam het Agentschap Onroerend Erfgoed akte van de ingediende archeologienota met referentienummer: 29822
De maatregelen opgenomen in de archeologienota en het programma van maatregelen zullen als voorwaarden worden opgelegd bij de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden.
VERKAVELINGSVERGUNNINGSPLICHT
Artikel 4.2.15. § 1. Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden een stuk grond verkavelen voor woningbouw of voor het opstellen van vaste of verplaatsbare constructies die voor bewoning kunnen worden gebruikt.
Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden kan worden aangevraagd en verleend voor het verkavelen voor de aanleg en het bebouwen van terreinen voor andere functies.
§ 2. Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden omvat reglementaire voorschriften aangaande de wijze waarop de verkaveling ingericht wordt en de kavels bebouwd kunnen worden.
§ 3. De verkavelaar zorgt ervoor dat de in de verkaveling opgenomen loten kunnen aansluiten op alle voorzieningen van openbaar nut die vereist worden door het vergunningverlenende bestuursorgaan. In voorkomend geval bepaalt de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden op welke wijze in de nodige infrastructuur voor de nutsvoorzieningen wordt voorzien.
Artikel 4.2.16. § 1. Een kavel uit een vergunde verkaveling of verkavelingsfase kan enkel verkocht worden, verhuurd worden voor méér dan negen jaar, of bezwaard worden met een recht van erfpacht of opstal, nadat de verkavelingsakte door de instrumenterende ambtenaar is verleden.
§ 2. De verkavelingsakte wordt eerst verleden na overlegging van een attest van het college van burgemeester en schepenen, waaruit blijkt dat, voor de volledige verkaveling of voor de betrokken verkavelingsfase, het geheel van de lasten uitgevoerd is of gewaarborgd is door:
1° de storting van een afdoende financiële waarborg;
2° een door een bankinstelling op onherroepelijke wijze verleende afdoende financiële waarborg.
Het attest, vermeld in het eerste lid, kan worden afgeleverd indien de vergunninghouder deels zelf de lasten heeft uitgevoerd, deels de nodige waarborgen heeft gegeven.
Artikel 4.2.17. Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden geldt als omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen wat betreft alle handelingen die zijn opgenomen in de vergunning en die de verkaveling bouwrijp maken, zoals in het bijzonder:
1° de aanleg van nieuwe verkeerswegen, of de tracéwijziging, verbreding of opheffing daarvan;
2° de wijziging van het reliëf van de bodem;
3° de ontbossing, met behoud van de toepassing van artikel 90bis van het Bosdecreet van 13 juni 1990;
4° het afbreken van constructies.
Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden geldt tevens als omgevingsvergunning voor het wijzigen van de vegetatie, vermeld in artikel 9bis, § 7, en artikel 13, § 4 en § 5, van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, wat betreft alle handelingen die zijn opgenomen in de vergunning en die de verkaveling bouwrijp maken.
Het eerste en het tweede lid gelden als de vergunningsaanvraag voor het verkavelen van gronden voldoet aan de vereisten inzake ontvankelijkheid en volledigheid die gelden voor de aanvraag voor stedenbouwkundige handelingen of voor het wijzigen van de vegetatie.
De aanvraag voldoet aan deze bepalingen.
Het dossier bevat voldoende gegevens over het ontbossen van het terrein. Op 4 oktober 2024 werd door het Agentschap voor Natuur en Bos een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht.
De omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden kan dus gelden als omgevingsvergunning voor het ontbossen van het terrein.
Echter tijdens de overlegmomenten bij de dienst Omgeving werd er ook gewezen op het maximaal behoud van de waardevolle bomen. Uit de BEA blijkt dat de bomen 19 en 50 als waardevol omschreven zijn maar binnen het bouwkader van lot 1 en juist achter het bouwkader van lot 1 liggen waardoor deze op het verkavelingsplan aangeduid worden als “bomen op minder dan 6 meter van bouwzone te kappen bij bouwaanvraag”. De kapping van deze twee bomen dient te worden vermeden. Indien de vooropgestelde dichtheid van maximaal 15 we/ha wordt gerespecteerd ontstaat er ook de mogelijkheid om deze 2 bomen te bewaren.
Voor het overige dienen de bomen aangeduid op het verkavelingsplan als maximaal te behouden ook effectief behouden te blijven en zal over het kappen van de bomen op het verkavelingsplan aangeduid als “bomen op minder dan 6 meter van bouwzone te kappen bij bouwaanvraag” en “bij voorkeur te behouden” pas worden geoordeeld bij de definitieve bouwaanvraag voor de woningen.
Tenslotte wordt, ondanks de vraag tot ontbossing, op het verkavelingsplan aangeduid dat de achterste zone maximaal te behouden is als groenzone. Er zal in de verkavelingsvoorschriften opgenomen worden dat dit ook effectief zo behouden dient te blijven, dat enkel de noodzakelijke ‘opruim-‘werken mogen gebeuren. De bomen in deze zone aangeduid als te behouden, dienen effectief allemaal behouden te blijven.
Uit het verkavelingsplan blijkt dat er constructies dienen te worden gesloopt. Deze constructies vallen evenwel onder het vrijstellingsbesluit en worden daarom ook niet mee opgenomen in voorliggende aanvraag.
OVERIGE REGELGEVING
Slopen
De afbraak dient te gebeuren tot in de grond en de plaats moet hersteld worden in de vorige toestand. Aan de afbraak is geen milieuvergunningsplicht verbonden, wel dient rekening gehouden te worden met de wettelijke verplichtingen opgenomen in het Vlarem II, omgevingsvergunningsdecreet, het bodemsaneringsdecreet en het materialendecreet. Vooraleer te starten met de afbraakwerken dienen de constructies volledig ontruimd te worden. De afvalstoffen die vrijkomen bij de afbraakwerken dienen selectief ingezameld te worden. Alle bouw-, sloop- en infrastructuurwerken in open lucht dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II, hoofdstuk 6.12 Beheersing van stofemissies tijdens bouw- , sloop- en infrastructuurwerken”, indien deze uitgevoerd worden door een aannemer.
Het verwijderen van asbest dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II Beheersing van asbest, hoofdstuk 6.4.
Alle bebouwing dient afgebroken te worden alvorens er een verkoop van een lot en/of een omgevingsvergunning voor het bebouwen van een lot kan bekomen worden. De volledige verkaveling dient vrij en onbelast te zijn van materialen.
Erfdienstbaarheden
Uit het verkavelingsplan, opgesteld door Landmeterskantoor Houben b.v., blijkt dat er geen waterlopen noch erfdienstbaarheden aanwezig zijn op het terrein. Hier dient dan ook geen rekening mee gehouden te worden.
Decreet grond- en pandenbeleid – bescheiden woonaanbod
In deze omgevingsvergunning wordt conform het decreet op grond- en pandenbeleid binnen de verkaveling een bescheiden woonaanbod van 20% voorzien. Het betreft 2 wooneenheden. Het bescheiden woonaanbod zal gerealiseerd worden in natura, meer bepaald op loten 9 en 10, loten kleiner dan 500 m².
Bij het dossier werd een verkoopbelofte of verlening optie tot aankoop grond in kader van uitvoering bescheiden last toegevoegd, opgemaakt d.d. 21 oktober 2024, waarbij de optienemer of de koper een openbaar bestuur is (gemeente Zonhoven), om zo de uitvoering van de last te waarborgen.
Gratis grondafstand
Lot 12 wordt door de verkavelaar gratis afgestaan aan de gemeente. Dit blijkt uit de akkoordverklaring bijgevoegd in het verkavelingsdossier.
Op 21 augustus 2024 werd door de dienst Contractmanagement volgend voorwaardelijk gunstig advies verleend: ” Lot 12 (1a40ca) zoals weergegeven op het verkavelingsontwerp van landmeter-experts Jos Houben en Bart Houben van 3/07/2024 dient gratis overgedragen te worden aan de gemeente Zonhoven, met het oog op inlijving tot het openbaar domein. Alle kosten hieraan verboden, oa. ook kosten als gevolg van het verlijden van een notariële akte, zijn ten laste van de aanvragers.
Op 25 november 2024 heeft de Gemeenteraad “de zaak der wegen, met inbegrip van de ligging en breedte van de in de omgevingsvergunningsaanvraag inbegrepen verbreding van de Elstrekenweg” en “de aanvaarding van het rooilijnplan “Elstrekenweg” goedgekeurd. Tevens werd de kosteloze grondafstand zoals weergegeven en opgenomen in het bijgevoegde rooilijnplan aanvaard.
Volgende voorwaarden dienen te worden nageleefd:
• “De voorwaarden van het advies van de Dienst Contractmanagement dd. 21 augustus 2024, dienen nageleefd te worden.
• De voorwaarden van het advies van de Dienst Mobiliteit dd. 28 augustus 2024, dienen nageleefd te worden.
• De voorwaarden van het advies van Fluvius dd. 27 augustus 2024, dienen nageleefd te worden.
• De voorwaarden van het advies van de Dienst Patrimonium dd. 16 september 2024, dienen nageleefd te worden.
• De voorwaarden van het advies van De watergroep dd. 14 augustus 2024, dienen nageleefd te worden.
• De voorwaarden van het advies van de Provincie Limburg Dienst Water en Domeinen, dd. 1 oktober 2024, dienen nageleefd te worden.”
De aanvraag is verenigbaar met de regelgeving.
TOETSING AAN DE GOEDE RUIMTELIJKE ORDENING
OMSCHRIJVING VAN DE FEITELIJKE AANVRAAG
De aanvraag betreft het verkavelen van gronden voor 12 loten, waarvan 6 loten voor halfopen en 4 loten voor open bebouwing en 2 loten worden uitgesloten voor een middenspanningscabine (lot 11) en voor toevoeging aan het openbaar domein (lot 12).
BEOORDELING VAN DE GOEDE RUIMTELIJKE ORDENING
De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen:
1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;
2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in 1°, in rekening brengen;
Omschrijving ligging en omgeving
De aanvraag heeft betrekking op een terrein gelegen in Termolen op de hoek van de Elstrekenweg en Molenweg, ten oosten van de kern van Zonhoven. Aan de achterzijde grenst het terrein aan de doodlopende straat “Perkstraat”. Het terrein bestaat uit de percelen kadastraal gekend als zijnde Zonhoven, afdeling 2, sectie D, nrs. 132A43, 132B43, 132C43 en 132D43. Het terrein is bebouwd met 2 halfopen woningen en deels bebost.
De onmiddellijke omgeving bestaat uit een residentiële woonomgeving. De omgeving kenmerkt zich door grondgebonden eengezinswoningen in open en halfopen verband. Deze woningen hebben één of twee bouwlagen onder een zadeldak of plat dak.
Verkavelingsvoorwerp
Voorliggende aanvraag voorziet in de aanleg van 3 loten voor open bebouwing langs de Elstrekenweg (loten 3, 4 en 5) en de aanleg van 1 lot voor open bebouwing (lot 6) op de kruising tussen de Elstrekenweg en de Molenweg. Teneinde de laatste open bebouwing te kunnen verwezenlijken, dienen de woningen gelegen op de Molenweg 208 en 210 te worden gesloopt. Voorts wordt voorzien in 6 loten voor halfopen bebouwingen waarvan er 2 zijn gelegen langsheen de Elstrekenweg (loten 1 en 2) en 4 zijn gelegen langsheen de Molenweg (loten 7, 8, 9 en 10).
Lot 1 voorziet in een halfopen eengezinswoning en heeft een oppervlakte van 491m². De bouwstrook heeft een breedte van 8 meter en een bouwdiepte van 15 meter. De bouwstrook wordt op minimum 3 meter van de linker perceelgrens, op 6,5 meter van de nieuwe rooilijn en op de rechter perceelgrens voorzien.
Lot 2 voorziet in een halfopen eengezinswoning en heeft een oppervlakte van 466m². De bouwstrook heeft een breedte van 8 meter en een bouwdiepte van 15 meter. De bouwstrook wordt op minimum 3 meter van de rechter perceelgrens, op 6,5 meter van de nieuwe rooilijn en op de linker perceelgrens voorzien.
Lot 3 voorziet in een open eengezinswoning en heeft een oppervlakte van 692m². De bouwstrook heeft een breedte van 9 meter en een bouwdiepte van 15 meter. De bouwstrook wordt op minimum 3 meter van de zijdelingse perceelgrenzen en op 6,5 meter van de nieuwe rooilijn voorzien.
Lot 4 voorziet in een open eengezinswoning en heeft een oppervlakte van 758m². De bouwstrook heeft een breedte van 9 meter en een bouwdiepte van 15 meter. De bouwstrook wordt op minimum 3 meter van de zijdelingse perceelgrenzen en op 6,5 meter van de nieuwe rooilijn voorzien.
Lot 5 voorziet in een open eengezinswoning en heeft een oppervlakte van 822m². De bouwstrook heeft een breedte van 9 meter en een bouwdiepte van 15 meter. De bouwstrook wordt op minimum 3 meter van de zijdelingse perceelgrenzen en op 6,5 meter van de nieuwe rooilijn voorzien.
Lot 6 voorziet in een open eengezinswoning en heeft een oppervlakte van 713m². De bouwstrook heeft een breedte van 12,45 meter op de voorgevelbouwlijn t.o.v. de Molenweg en een bouwdiepte van 15 meter. De bouwstrook wordt op minimum 3 meter van de rechter perceelgrens, op 5 meter uit de rooilijn en op 5 meter van de nieuwe rooilijn “Elstrekenweg” voorzien.
Lot 7 voorziet in een halfopen eengezinswoning en heeft een oppervlakte van 465m². De bouwstrook heeft een breedte van 8 meter en een bouwdiepte van 15 meter. De bouwstrook wordt op minimum 3 meter van de linker perceelgrens, op 5 meter van de nieuwe rooilijn en op de rechter perceelgrens voorzien.
Lot 8 voorziet in een halfopen eengezinswoning en heeft een oppervlakte van 432m². De bouwstrook heeft een breedte van 8 meter en een bouwdiepte van 15 meter. De bouwstrook wordt op minimum 3 meter van de rechter perceelgrens, op 5 meter van de nieuwe rooilijn en op de linker perceelgrens voorzien.
Lot 9 voorziet in een halfopen eengezinswoning en heeft een oppervlakte van 419m². De bouwstrook heeft een breedte van 8,75 meter en een bouwdiepte van 15 meter. De bouwstrook wordt op minimum 3 meter van de linker perceelgrens, op 5 meter van de nieuwe rooilijn en op de rechter perceelgrens voorzien.
Lot 10 voorziet in een halfopen eengezinswoning en heeft een oppervlakte van 377m². De bouwstrook heeft een breedte van 8,75 meter en een bouwdiepte van 15 meter. De bouwstrook wordt op minimum 3 meter van de rechter perceelgrens, op 5 meter van de nieuwe rooilijn en op de linker perceelgrens voorzien.
Binnen voorliggende aanvraag wordt wonen als hoofdbestemming vooropgesteld in de vorm van grondgebonden eengezinswoningen. Op iedere kavel kan maximaal één grondgebonden woning worden opgericht. Bijkomend wordt op elk kavel een nevenbestemming complementair aan het wonen toegelaten, zoals kantoren, vrije beroepen en diensten. Nevenbestemmingen worden beperkt tot maximaal één nevenbestemming per wooneenheid. Tevens kunnen deze nevenbestemmingen enkel op het gelijkvloers worden opgericht en worden deze in oppervlakte beperkt tot maximaal 30 % van de bebouwde vloeroppervlakte en in totaal niet meer dan 100m². De parkeerbehoefte van deze nevenbestemming dient te worden opgelost op eigen terrein. Indien er op eigen terrein geen mogelijkheid bestaat om het parkeren op te vangen, kan de nevenfunctie niet worden toegelaten voor dit lot.
De bouwdiepte van de eengezinswoningen op het gelijkvloers bedraagt maximaal 15 meter en op de verdieping maximaal 12 meter. Er worden maximaal 2 bouwlagen toegestaan dewelke worden afgedekt met een plat dak of een hellend dak. De kroonlijsthoogte bij een plat dak bedraagt maximaal 6,50 meter en bij een hellend dak maximaal 6 meter gemeten t.o.v. het maaiveld. De nokhoogte bij een hellend dak bedraagt maximum 10,5 meter gemeten t.o.v. het maaiveld.
Alle woningen beschikken over een private tuinruimte met een minimale diepte van 12 meter achter het op het verkavelingsplan gedefinieerde hoofdbouwvolume. Per perceel is de oprichting van één bijgebouw in de vorm van een tuinberging toegelaten. Vrijstaande bijgebouwen worden ingeplant in de achtertuinstrook. De afstand tot de achter- en zijdelingse perceelsgrenzen bedraagt minstens 1 meter. Mits akkoord van de aanpalende eigenaar kan tot op de perceelgrens gebouwd worden, zolang de afwatering op eigen terrein gebeurt. Het bijgebouw bestaat uit maximaal 1 bouwlaag met een kroonlijst van maximum 3 meter en een nokhoogte van max. 4,50 meter. De dakvorm is vrij. Materiaalkeuze in harmonie met het hoofdgebouw. De gekozen materialen dienen op alle vlakken duurzaam te zijn.
Lot 11 voorziet in de aanleg van een middenspanningscabine, grenzend aan de Elstrekenweg. De bouwstrook wordt voorzien op 6,72 meter uit de nieuwe rooilijn.
Tenslotte wordt lot 12 overgedragen naar het openbaar domein in functie van de verbreding van de huidige rooilijn van de aan de te verkavelen percelen aanliggende Elstrekenweg en dit laatste langs de kant van de verkaveling (even nummers). Concreet betreft het een verbreding van één meter waarbij bovendien de huidige locatie van bushalte “Zonhoven Elstrekenweg” behouden blijft doch de ondergrond van de bushalte binnen de nieuwe rooilijn – en aldus het openbaar domein – wordt gebracht. Ter hoogte van de aanloop naar de kruising tussen de Elstrekenweg en Molenweg wordt bovendien voorzien in de innemingen van een ruimere grondstrook teneinde enkele straatkappen voor gasaansluiting binnen het openbaar domein te brengen.
Functionele inpasbaarheid in de onmiddellijke en ruime omgeving
Het voorzien van grondgebonden ééngezinswoningen met een ondergeschikte nevenbestemming (kantoren, vrije beroepen en diensten) op het gelijkvloers of een zorgwoning, in een residentiële woonomgeving, is functioneel inpasbaar in de onmiddellijke en ruime omgeving.
Mobiliteitsimpact
Elk lot is voldoende groot om de parkeerbehoefte op eigen terrein te kunnen opvangen. Elk perceel heeft de mogelijkheid om een interne garage binnen het hoofdbouwvolume te realiseren of een carport te voorzien in de zijtuinstrook. Ook in de verkavelingsvoorschriften wordt opgenomen dat de parkeerbehoefte binnen de individuele loten opgevangen moeten worden. Er zal bijkomende mobiliteit ontstaan door deze verkaveling, maar deze zal geen overmatige impact hebben.
De schaal van de voorgenomen werken
In de omgeving is een diversiteit van bouwvolumes aanwezig gaande van 1 bouwlaag tot 2 bouwlagen met plat - of hellend dak. De verkavelingsvoorschriften bepalen dat er maximaal 2 bouwlagen met een hellend- of plat dak toegelaten zijn. Voor de woningen wordt een maximale bouwdiepte van 15 meter op het gelijkvloers, een maximale bouwdiepte van 12 meter op de verdieping voorzien en een maximale kroonlijsthoogte van 6,5 meter bij platte daken en een maximale kroonlijsthoogte van 6 meter bij hellende daken voorzien. Er wordt een nokhoogte van maximaal 10,5 meter boven het maaiveld voorzien. Dit is volledig conform de bestaande toestand in de omgeving en er zal hierdoor geen overmatige privacy hinder ontstaan.
Een bijgebouw bestaat uit maximaal 1 bouwlaag met een kroonlijst van maximum 3 meter en een nokhoogte van max. 4,50 meter. De dakvorm is vrij. Mits naleving van de opgelegde voorwaarden stemt dit overeen met de normaal gehanteerde normen voor bebouwing in deze omgeving.
Het ruimtegebruik, de bouwdichtheid en visueel-vormelijke elementen
Alle woningen beschikken over een private tuinruimte met een minimale diepte van 12 meter achter het op het verkavelingsplan gedefinieerde hoofdbouwvolume. Per perceel is de oprichting van één bijgebouw in de vorm van een tuinberging toegelaten. Het bijgebouw beslaat max. 20% van de oppervlakte van de zone voor achtertuinen, met een max. van 40m². Vrijstaande bijgebouwen worden ingeplant in de achtertuinstrook. De afstand tot de achter- en zijdelingse perceelsgrenzen bedraagt minstens 1 meter. Mits akkoord van de aanpalende eigenaar kan het bijgebouw ook op de perceelsgrens opgericht worden. De voorgestelde oppervlakte, bouwhoogte en inplanting zijn aanvaardbaar .
De aanvraag beoogt het verkavelen van gronden in 10 loten voor grondgebonden eengezinswoningen. Het projectgebied is 5.824 m² groot. Dat stemt overeen met een woondichtheid van 17 wooneenheden per hectare. Zoals ook al meegegeven tijdens de talrijke overlegmomenten dient de woondichtheid beperkt te worden tot maximaal 15 we/ha conform de visie van de gemeente Zonhoven. Voorliggende eigendom wordt niet aanzien als een plek om te verdichten. Het eigendom is immers niet gelegen binnen het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Afbakening regionaal stedelijk gebied Hasselt - Genk” dat op 20 juni 2014 definitief werd vastgesteld door de Vlaamse Regering, noch in het centrum van het gehucht Termolen.
Tijdens de overlegmomenten bij de dienst Omgeving werd er ook gewezen op het maximaal behoud van de waardevolle bomen. Uit de BEA blijkt dat de bomen 19 en 50 als waardevol omschreven zijn maar binnen het bouwkader van lot 1 en juist achter het bouwkader van lot 1 liggen waardoor deze op het verkavelingsplan aangeduid worden als “bomen op minder dan 6 meter van bouwzone te kappen bij bouwaanvraag”. De kapping van deze twee bomen dient te worden vermeden. Indien de vooropgestelde dichtheid van maximaal 15 we/ha wordt gerespecteerd ontstaat er ook de mogelijkheid om deze 2 bomen te bewaren.
Voor het overige dienen de bomen aangeduid op het verkavelingsplan als maximaal te behouden ook effectief behouden te blijven en zal over het kappen van de bomen op het verkavelingsplan aangeduid als “bomen op minder dan 6 meter van bouwzone te kappen bij bouwaanvraag” en “bij voorkeur te behouden” pas worden geoordeeld bij de definitieve bouwaanvraag voor de woningen.
Tenslotte wordt, ondanks de vraag tot ontbossing, op het verkavelingsplan aangeduid dat de achterste zone maximaal te behouden is als groenzone. Er zal in de verkavelingsvoorschriften opgenomen worden dat dit ook effectief zo behouden dient te blijven, dat enkel de noodzakelijke ‘opruim-‘werken mogen gebeuren. De bomen in deze zone aangeduid als te behouden, dienen effectief allemaal behouden te blijven.
Cultuurhistorische aspecten
Niet van toepassing.
Bodemreliëf
Het gaat om een relatief vlak terrein, waar reliëfwijzigingen zoveel mogelijk beperkt moeten worden. De opvang en afvoer van hemelwater afkomstig van de constructies en verhardingen dient op eigen terrein uitgevoerd te worden
Hinderaspecten met betrekking tot gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
Er wordt geen hinder verwacht door voorliggende aanvraag m.b.t. tot de gezondheid, het gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen. Er kan hierbij ook verwezen worden naar het standpunt ingenomen bij de behandeling van het bezwaarschrift.
De aanvraag voldoet niet aan de criteria voor de goede ruimtelijke ordening in de onmiddellijke en ruime omgeving.
BESPREKING VAN DE ADVIEZEN
1.- Op 21 augustus 2024 werd door de dienst Contractmanagement een voorwaardelijk gunstig advies verleend zoals hierboven reeds weergegeven
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden.
2.- Op 5 september 2024 werd door de dienst facilitair management een voorwaardelijk gunstig advies verleend:
“Gunstig voor de verkaveling zoals voorgesteld, mits volgende voorwaarden in de voorschriften worden opgenomen:
Aanplanten van minstens 1 streekeigen en/of klimaatrobuuste hoogstamboom in de voortuin bij al de loten.
Aanplanten van minstens 1 streekeigen en/of klimaatrobuuste hoogstambomen in de achtertuin van de loten 1, 2 en 7 t.e.m. 10
Aanplanten van minstens 2 streekeigen en/of klimaatrobuuste hoogstambomen in de achtertuin van de loten 3 t.e.m. 6.
De aan te planten bomen zijn bomen van minstens 2de grootte en dienen aangeplant te worden in het plantseizoen volgende op het beëindigen van de werken. Het aanwezige groen en de aanwezige bomen dienen maximaal behouden te blijven.
De te behouden en verplicht aan te planten bomen kunnen enkel nog gerooid worden na goedkeuring van een gemotiveerde vergunningsaanvraag.
Voor de verplicht aan te planten bomen geldt er een verplichting tot heraanplant bij afsterven van de bomen.
De bouwheer dient ook de nodige maatregelen te treffen om de te behouden bomen en het te behouden groen te beschermen tegen de nadelige invloeden van werken, zoals vermijden van bodemverdichting binnen de kruinprojectie en verbod op het stapelen van goederen binnen de kruinprojectie. Ook dienen werken, en zeker grondwerken, binnen de kruinprojectie vermeden te worden.
Volgende linken kunnen een hulp zijn in de keuze van de juiste boomsoorten:
- https://www.plantvanhier.be/plantengids
- https://www.ecopedia.be/bomenwijzer.”
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden. Tenzij het vereiste aantal bomen op het lot reeds behaald wordt door het behouden van de bestaande bomen. Dan dienen er geen nieuwe bomen aangeplant te worden. De verplichte boom in de voortuin dient steeds aangeplant te worden, tenzij aangetoond wordt dat dit niet mogelijk is of wanneer hier een bestaande en te behouden boom aanwezig is.
3.- Op 28 augustus 2024 werd door de dienst Mobiliteit een voorwaardelijk gunstig advies verleend
“Bespreking:
Voorliggende verkaveling met 10 eengezinswoningen genereert dagelijks circa 30 autoverplaatsingen, 11 fietsverplaatsingen, en 5 verplaatsingen te voet (cfr. mobiliteitstoets voor eengezinswoningen in regionaal stedelijk gebied randgemeenten). Tijdens de ochtend en avondspits op weekdagen betekent dit in de Elstrekenweg/Molenweg circa 9 extra autoverplaatsingen; tijdens het weekend is dit circa 7 bijkomende autoverplaatsingen. Dit is aanvaardbaar.
Voor de inritten van de woningen dient het oprijzicht vanop het eigen terrein gerealiseerd te worden. Zie hiervoor de richtlijnen in fiche B9 van het vademecum fietsvoorzieningen.
Ter hoogte van het kruispunt Elstrekenweg/Molenweg dient het oprijzicht voor bestuurders komende uit de Elstrekenweg gegarandeerd te zijn. Er mogen geen zichtbelemmerende elementen aanwezig zijn binnen de uitzichtdriehoek. Zie de specifieke richtlijnen hiervoor in fiche B9 van het vademecum fietsvoorzieningen.
Motivatie/Voorwaarden:
Voor de inritten van de woningen en ter hoogte van het kruispunt Elstrekenweg/Molenweg dient het oprijzicht gegarandeerd te zijn. De richtlijnen voor het opstellen van de uitzichtdriehoek zijn te raadplegen in fiche B9 van het vademecum fietsvoorzieningen.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden.
4.- Op 14 augustus 2024 liet Onroerend Erfgoed Limburg weten geen advies uit te brengen.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar neemt hiervan akte.
5.- Op 16 september 2024 werd door de dienst Patrimonium een voorwaardelijk gunstig advies verleend
“Bermen op openbaar domein zijn een grasberm;
Inritten op openbaar domein worden aangelegd in waterdoorlatende klinkers conform de andere inritten op de Elstrekenweg.
De elektriciteitscabine dient te worden ingegroend d.m.v. een haag of lage beplanting.”
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden.
6.- Op 1 oktober 2024 werd door de dienst Waterbeheer van de provincie Limburg een voorwaardelijk gunstig advies verleend zoals hierboven reeds weergegeven.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden.
7.- Op 10 september 2024 werd door Fluvius System Operator een voorwaardelijk gunstig advies verleend.
“Naar aanleiding van uw vraag hebben wij een studie opgemaakt voor de aanleg en/of aanpassingen van de nutsleidingen voor het bovenvermeld project en dit op basis van de gegevens waarover wij vandaag beschikken.
Voor uw project zijn volgende werken van toepassing en noodzakelijk:
- Aanleg van nieuwe nutsleidingen voor elektriciteit
- Oprichting van een distributiecabine
Deze voorwaarden worden gelijktijdig overgemaakt aan u en aan het betrokken college van burgemeester en schepenen van de gemeente Zonhoven, die de voorwaarden mee zal opnemen in de omgevingsvergunning.
Bij een eventuele wijziging, zeker indien het gaat om een wijziging van de gevraagde vermogens, of herverkaveling, moet u een nieuwe aanvraag indienen. Op basis van de gewijzigde gegevens zullen wij een studie uitvoeren om te bepalen of een netuitbreiding en/of het plaatsen van een nieuwe distributiecabine vereist is om het project te kunnen aansluiten. De bouwheer dient in dat geval een grond of lokaal op het gelijkvloers ter beschikking te stellen voor deze distributiecabine.
De aansluitingskosten van de individuele woningen, appartementen of panden zijn niet inbegrepen in deze voorwaarden, zij worden later met de offerte voor aansluiting afgerekend. Bijkomende kosten die moeten worden gemaakt naar aanleiding van het verplaatsen van bestaande leidingen of installaties, kunnen afzonderlijk worden aangerekend na de vaststelling van de noodzaak tot verplaatsing.
Indien u deze werken wenst te laten uitvoeren, verzoeken wij u dit document voor akkoord te ondertekenen en terug te sturen via het digitaal omgevingsloket via ('Acties' > 'Versturen bericht') of via bovenstaand e-mailadres.
De volledige reglementering kunt u raadplegen op www.fluvius.be. U dient deze na te leven.
Het detail van de voorwaarden en de daaraan verbonden financiële tussenkomsten zijn opgenomen in onderstaande tabel.
De voorwaarden blijven 6 maanden geldig.
Op basis van de gegevens waarover wij beschikken valt uw project onder de definitie van grote verkaveling/groot appartementsgebouw cfr. het Energiedecreet van 8/5/2009 en het Energiebesluit van 19/11/2010. Als distributienetbeheerder mogen wij dan ook geen aansluitingen gas realiseren in dit project. Bijgevolg zullen wij ook geen gasdistributienet aanleggen binnen dit project. Indien u meent dat dit project toch niet onder deze definitie zou vallen of als u beroep wenst te doen op de wettelijke uitzondering, dan dient u ons hiervan zo snel als mogelijk in te lichten. Uw offerte zal in dat geval immers herzien moeten worden.
Riolering:
Voor de activiteit riolering, kunnen deze loten/woningen aangesloten worden op de riolering in de aanpalende straat.
De toekomstige eigenaars van de respectievelijke loten/woningen dienen voor hun rioolaansluiting een aanvraag in te dienen bij Fluvius, telefonisch via 078 35 35 34 of online via www.fluvius.be/aansluitingen. Wij raden de klanten ten zeerste aan om zo vroeg mogelijk een aansluitingsaanvraag riolering in te dienen bij Fluvius vooraleer de grondwerken op privé aan te vatten. De mogelijke diepte van aansluiting is pas gekend na plaatsing van de huisaansluitputjes door Fluvius. De klant dient de privé-riolering op deze diepte af te stemmen.
De eigenaars dienen een vergoeding voor de 1ste ingebruikname te betalen.
Indien de huisaansluitputjes reeds voorafgaandelijk geplaatst werden op het perceel, ontslaat dit de klant niet van het indienen van een aansluitingsaanvraag bij Fluvius. De klant mag, na het doorlopen van de aanvraagprocedure, dan zelf aansluiten op de huisaansluitputjes. Fluvius zal dan niet meer ter plaatse komen, om de verbinding van de aansluitputjes naar de privé-riolering te maken.
Indien de huisaansluitputjes nog niet geplaatst zouden zijn op het perceel en de privé-riolering werd wel reeds uitgevoerd tot op de grens openbaar/privé, zal Fluvius op het moment van de plaatsing van de huisaansluitputjes (na aanvraag procedure), deze putjes met de privé-riolering (indien technisch mogelijk) verbinden.
De klant dient zelf in te staan voor het plaatsen van de privé-riolering voor zijn nieuwe woning en is verplicht deze uit te voeren volgens de wettelijke bepalingen ter zake. Voor meer info kan u terecht op www.fluvius.be/aansluitingen.
Indien de privé-riolering niet correct en volledig volgens deze wettelijke bepalingen werd uitgevoerd, zelfs indien dit niet expliciet door de omgevingsvergunning opgelegd is, behoudt Fluvius het recht om de woning niet aan te sluiten op het rioleringsnet. Dit gescheiden stelsel op privaat terrein dient doorgetrokken te worden met afzonderlijke leidingen vuilwater en indien van toepassing regenwater tot aan de huisaansluitputjes.
Fluvius voorziet per aansluiting 1 vuilwaterhuisaansluitputje met aansluitdiameter 125 mm en indien van toepassing 1 regenwaterhuisaansluitputje met aansluitdiameter 160mm op privé-grond (net achter de rooilijn) en zal instaan voor de aansluiting van deze privé-riolering op het rioleringsnet op openbaar domein.
Door de invoering van het Algemeen Waterverkoopreglement is de keuring van privé-riolering verplicht vanaf 1 juli 2011. De lijst van Fluvius erkende keurders kan u vinden op: www.fluvius.be/nl/thema/aansluitingen/keuring-riolering.
Patrimonium en overdracht:
De oprichting van een distributiecabine voor elektriciteit is noodzakelijk. Voor meer informatie over grondafstand, zie bijlage: 'Gronden, lokalen en/of erfdienstbaarheden'.
Verdere verloop van de procedure:
Als u akkoord gaat met de voorwaarden van deze offerte, starten wij met de voorbereiding van het dossier, nemen wij de uitvoering ervan op in onze planning en versturen wij u de bijhorende facturen.
Na uw akkoord, moet u rekening houden met een termijn van minimum 120 werkdagen voor de start van de infrastructuurwerken.
U moet ook rekening houden met de levertermijn van materialen en eventuele vergunningen. Ten vroegste 8 weken nadat uw facturen zijn betaald, kunnen de werken worden aangevat.
Na ontvangst van uw akkoord wordt de factuur opgemaakt om deze binnen de 30 dagen te betalen.
Er moet een nieuwe aanvraag worden ingediend bij wijziging of herverdeling. De overeenkomst vervalt als de omgevingsvergunning wordt geweigerd.
De gemeente wordt in kennis gesteld als u aan alle voorwaarden heeft voldaan. De gemeente zal dan volgens de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening een verkoopbaarheidsattest afleveren. De omgevingsvergunning die reeds is afgeleverd mag in uitvoering gebracht worden.
Wij hopen u met deze informatie van dienst te zijn. Indien u hieromtrent nog vragen hebt, kunt u ons altijd contacteren.”
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden.
8.- Op 20 augustus 2024 werd door Proximus volgend gunstig advies verleend:
“Met aandacht hebben wij uw adviesvraag onderzocht. Proximus voorziet geen uitbreidingen voor de aansluiting van dit project.
Aanvragen tot aansluiting op het Proximus netwerk kunnen door de aanvrager gericht worden naar onze klantendienst via het nummer 0800 22 800. In functie van de beschikbare capaciteit van onze infrastructuur op dat moment, bekijken we de mogelijkheden om een aansluiting te voorzien.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies.
9.- Op 9 september 2024 werd door Wyre volgend voorwaardelijk gunstig advies verleend:
“Wij zijn nagegaan welke aanpassing van de infrastructuur van Wyre nodig is om de loten uit deze verkavelings- of bouwaanvraag te kunnen aansluiten. Wij vragen om onderstaande voorwaarden op te nemen in de vergunning:
• Onze studiedienst stelde vast dat er een netuitbreiding nodig is om alle loten van dit project aansluitbaar te maken.
• Er werd een offerte opgesteld en ter goedkeuring doorgestuurd naar de aanvrager. In deze offerte houden we rekening met het aanleggen van nutsleidingen in overleg met andere nutsmaatschappijen. Dit is kostenbesparend en beperkt de hinder. We stemmen de uitvoeringstermijnen dan ook af op de planning van de andere werken.
Deze vaststelling omvat niet de aftak- en aansluitkosten van de abonnee. Deze worden met de latere abonnee verrekend.
Wij blijven steeds tot uw dienst voor verdere informatie.
https://www.wyre.be/nl/netaanleg
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden.
10.- Op 4 oktober 2024 werd door het Agentschap voor Natuur en Bos volgend voorwaardelijk gunstig advies verleend:
“Bespreking aanvraag
Het betreft een aanvraag voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor het ontbossen van een terrein in functie van het realiseren van een verkaveling.
De ontbossing en de voorgestelde werken zijn verenigbaar met de bestemmingsvoorschriften. Gelet op de ruimtelijke bestemming is er buiten het gegeven van goed- of afkeuring van het boscompensatievoorstel en beoordeling van de eigenlijke ontbossing geen verdere adviesvereiste aan ons agentschap.
Bespreking boscompensatievoorstel
Uit het dossier kan afgeleid worden dat de aanvrager een oppervlakte van 3213 m² wenst te ontbossen.
Volgens onze gegevens is het perceel bezet met gemengd bos.
Volgens het Agentschap voor Natuur en Bos is er voor het uitvoeren van de geplande werken een ontbossing nodig van 3213 m² .
Het dossier is bij het Agentschap voor Natuur en Bos geregistreerd onder het kenmerk 24-212630.
Wanneer u als vergunningverlenende instantie het advies van Agentschap voor Natuur en Bos niet wenst te volgen en de ontbossing voor een andere oppervlakte wenst toe te staan dan vermeld in het goedgekeurde of aangepaste compensatievoorstel, dan moet u voorafgaand aan het verlenen van de vergunning het compensatievoorstel opnieuw aan ons agentschap voorleggen, met de vraag om het aan te passen naar de gewenste bosoppervlakte. Het is belangrijk dat de te compenseren bosoppervlakte overeenstemt met de vergunde te ontbossen oppervlakte. De vergunningverlenende instantie heeft zelf niet de bevoegdheid om het compensatievoorstel aan te passen.
Het overschrijvingsformulier voor het vereffenen van de bosbehoudsbijdrage zal rechtstreeks door ons Agentschap worden overgemaakt aan de aanvrager van zodra de vergunning van kracht wordt.
Conclusie
Op basis van bovenstaande uiteenzetting verleent het Agentschap voor Natuur en Bos een gunstig advies onder de volgende voorwaarden:
- Het goedgekeurde boscompensatievoorstel met inbegrip van haar voorwaarde(n) op het gebied van compenserende maatregelen dient integraal deel uit te maken van de omgevingsvergunning.
- De bomen dienen gekapt te worden buiten de schoontijd (= april tot eind juni).
De vergunningverlenende overheid kan de vergunning slechts toekennen mits naleving van deze voorwaarden. Onderstaande direct werkende normen zijn hierbij van toepassing:
• Artikel 90 bis Decreet Bosdecreet van 13.06.1990
• Artikel 2 Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels inzake compensatie van ontbossing en ontheffing van het verbod op ontbossing van 16.02.2001
Volgende voorwaarden moeten letterlijk in de vergunningsvoorwaarden van de omgevingsvergunning worden opgenomen:
• De vergunning wordt verleend op grond van artikel 90bis, §5, derde lid, van het Bosdecreet en onder de voorwaarden zoals opgenomen in het hierbij gevoegde compensatieformulier met kenmerk: 24-212630.
• De te ontbossen oppervlakte bedraagt 3213 m². Deze oppervlakte valt niet meer onder het toepassingsgebied van het Bosdecreet.
• De ontbossing kan enkel worden uitgevoerd conform het plan toegevoegd als bijlage.
• De bosbehoudsbijdrage van € 26989.20 dient binnen de 4 maanden, vanaf de datum waarop gebruik mag gemaakt worden van deze vergunning, gestort te worden. Het overschrijvingsformulier voor het vereffenen van de bosbehoudsbijdrage zal rechtstreeks door ons Agentschap worden overgemaakt aan de aanvrager van zodra de vergunning van kracht wordt.
Om een correcte inning van de bosbehoudsbijdrage en/of controle op de compenserende bebossingen mogelijk te maken, is het verplicht dat de vergunningverlenende instantie zo snel mogelijk een afschrift van haar beslissing bezorgt aan het Agentschap voor Natuur en Bos. De vergunningverlenende instantie dient ons ook op de hoogte te brengen van een eventuele (opschortende) beroepsprocedure tegen de genomen beslissing.
Alle van nature in het wild levende vogelsoorten en vleermuizen zijn beschermd in het Vlaamse Gewest op basis van het Soortenbesluit van 15 mei 2009. De bescherming heeft onder meer betrekking op de nesten van de vogels en de rustplaatsen van de vleermuizen (artikel 14 van het Soortenbesluit). Bij het uitvoeren van werken in de periode van 1 maart tot 1 juli moet men er zich – vóór men overgaat tot de uitvoering van de werken – van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten beschadigd, weggenomen of vernield worden. Bij het werken aan (oude) constructies of het kappen van bomen dient men na te gaan vóór de werken beginnen of er vleermuizen aanwezig zijn. Als nesten of rustplaatsen in het gedrang komen dient de aanvrager contact op te nemen met het Agentschap voor Natuur en Bos via het algemeen e-mailadres van AVES.”
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden, met uitzondering van het maximale behoud van de aangeduide groenbuffer en het behoud van de op plan als te behouden bomen.
11.- Op 10 september 2024 werd door De Watergroep een gunstig advies verleend in navolging van advies van de Watergroep dd. 14 augustus 2024 alwaar navolgende voorwaarden werden opgelegd (gunstig onder voorwaarden):
“Voor de uitrusting van de verkaveling met een drinkwaterleiding op het openbaar domein moet door de initiatiefnemer onderstaand betaald worden:
• een forfaitaire kost per bebouwbare kavel
• een studiekost per project
Wanneer aan alle voorwaarden is voldaan zal De Watergroep de gemeente hiervan op de hoogte brengen. Vervolgens zal de gemeente, cfr. De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, een verkoopbaarheidsattest afleveren.
Iedere wooneenheid dient over een afzonderlijke watermeter te beschikken.
De plaats van de watermeter dient te beantwoorden aan de voorschriften van De Watergroep.
De kosten van de nieuwe aftakkingen zijn ten laste van de individuele aanvragers.
Bijkomende informatie kan je vinden op: www.dewatergroep.be”
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden.
Uit de bovenstaande motivering blijkt dat de voorgenomen werken zich onvoldoende ruimtelijk inpassen in de omgeving. De aanvraag is niet verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening zoals hoger gemotiveerd.
EINDADVIES
Uit bovenstaande motiveringen blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen inzake milieu en ruimtelijke ordening, maar dat het voorgestelde ontwerp niet verenigbaar is met de goede plaatselijke ordening en met zijn onmiddellijke omgeving.
De aanvraag is niet vatbaar voor een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden voor 12 loten, waarvan 6 loten voor halfopen en 4 loten voor open bebouwing en 2 loten worden uitgesloten voor een middenspanningscabine (lot 11) en voor toevoeging aan het openbaar domein (lot 12).
De aanvraag voldoet niet aan de criteria voor de goede ruimtelijke ordening in de onmiddellijke en ruime omgeving, gelet op de voorgestelde woondichtheid van 17 we/ha.
Conform de visie van de gemeente Zonhoven dient de woondichtheid beperkt te worden tot maximaal 15 we/ha. Voorliggende eigendom wordt niet aanzien als een plek om te verdichten. Het eigendom is immers niet gelegen binnen het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Afbakening regionaal stedelijk gebied Hasselt - Genk”, noch in het centrum van het gehucht Termolen.
Tijdens de overlegmomenten bij de dienst Omgeving werd er ook gewezen op het maximaal behoud van de waardevolle bomen. Uit de BEA blijkt dat de bomen 19 en 50 als waardevol omschreven zijn maar binnen het bouwkader van lot 1 en juist achter het bouwkader van lot 1 liggen waardoor deze op het verkavelingsplan aangeduid worden als “bomen op minder dan 6 meter van bouwzone te kappen bij bouwaanvraag”. De kapping van deze twee bomen dient te worden vermeden. Indien de vooropgestelde dichtheid van maximaal 15 we/ha wordt gerespecteerd ontstaat er ook de mogelijkheid om deze 2 bomen te bewaren.
Bijgevolg adviseert de omgevingsambtenaar het dossier ongunstig voor het verkavelen van gronden voor 12 loten, waarvan 6 loten voor halfopen en 4 loten voor open bebouwing en 2 loten worden uitgesloten voor een middenspanningscabine (lot 11) en voor toevoeging aan het openbaar domein (lot 12) zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan de aanvraag zijn verbonden.
Het college van burgemeester en schepenen volgt integraal het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar van 05/12/2024 omtrent het sluiten van het openbaar onderzoek en tot het afleveren van een weigering van de omgevingsaanvraag voor het verkavelen van gronden voor 12 loten, waarvan 6 loten voor halfopen en 4 loten voor open bebouwing en 2 loten worden uitgesloten voor een middenspanningscabine (lot 11) en voor toevoeging aan het openbaar domein (lot 12) aan de aanvrager.
De aanvraag voldoet niet aan de criteria voor de goede ruimtelijke ordening in de onmiddellijke en ruime omgeving, gelet op de voorgestelde woondichtheid van 17 we/ha.
Conform de visie van de gemeente Zonhoven dient de woondichtheid beperkt te worden tot maximaal 15 we/ha. Voorliggende eigendom wordt niet aanzien als een plek om te verdichten. Het eigendom is immers niet gelegen binnen het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Afbakening regionaal stedelijk gebied Hasselt - Genk”, noch in het centrum van het gehucht Termolen.
Tijdens de overlegmomenten bij de dienst Omgeving werd er ook gewezen op het maximaal behoud van de waardevolle bomen. Uit de BEA blijkt dat de bomen 19 en 50 als waardevol omschreven zijn maar binnen het bouwkader van lot 1 en juist achter het bouwkader van lot 1 liggen waardoor deze op het verkavelingsplan aangeduid worden als “bomen op minder dan 6 meter van bouwzone te kappen bij bouwaanvraag”. De kapping van deze twee bomen dient te worden vermeden. Indien de vooropgestelde dichtheid van maximaal 15 we/ha wordt gerespecteerd ontstaat er ook de mogelijkheid om deze 2 bomen te bewaren.
Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het weigeren van de omgevingsaanvraag voor het verkavelen van gronden voor 12 loten, waarvan 6 loten voor halfopen en 4 loten voor open bebouwing en 2 loten worden uitgesloten voor een middenspanningscabine (lot 11) en voor toevoeging aan het openbaar domein (lot 12), zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan de aanvraag zijn verbonden.
Het college van burgemeester en schepenen beslist de bezwaarindiener in kennis te stellen van de beslissing.
VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR
Dossiernummer: 2024/00201
Referentie omgevingsloket: OMV_2024112058
De aanvraag, ingediend door Immo Oogartsenpraktijk Zonhoven BV gevestigd te Eikenenpad 40 te 3520 Zonhoven, werd ontvangen op 25/09/2024 en op 24/10/2024 ontvankelijk en volledig verklaard.
De aanvraag gaat over een terrein, gelegen Eikenenpad 40, kadastraal gekend als afdeling 1 sectie B nr. 433R en over een terrein kadastraal gekend als afdeling 1 sectie B nr. 111K.
De aanvraag gaat over het wijzigen van de functie van oogartsenpraktijk met bovenliggend appartement naar enkel oogartsenpraktijk, het uitbreiden van de bebouwing met een lift en het aanleggen van een parking.
De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de geldende wettelijke bepalingen, (in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid, het decreet Natuurbehoud en hun uitvoeringsbesluiten).
1. STEDENBOUWKUNDIGE BASISGEGEVENS
De locatie van de aanvraag is volgens het Origineel bij Koninklijk besluit goedgekeurd gewestplan op 3 april 1979 gelegen in woongebied.
De locatie van de aanvraag is niet gelegen binnen een bijzonder plan van aanleg.
De locatie van de aanvraag is gelegen binnen het ruimtelijk uitvoeringsplan grup afbakening regionaalstedelijk gebied Hasselt-Genk, goedgekeurd op 20 juni 2014.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
Volgende verordeningen zijn van kracht:
• algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake openluchtrecreatieve verblijven goedgekeurd op 8 juli 2005;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, .... goedgekeurd op 10 februari 2023.
2. HISTORIEK
Volgende dossiers zijn relevant:
• Omgevingsvergunning 2021/00150 voor het plaatsen van een tijdelijke mobiele unit bij de bestaande oogartsen praktijk goedgekeurd op 20/07/2021.
• Stedenbouwkundige vergunning (1997/07617) voor bouwen van een drukkerij met appartement - goedgekeurd op 16/06/1997.
• Stedenbouwkundige vergunning (2014/00078) voor het regulariseren van de inplanting van het gebouw, het verbouwen van een drukkerij met appartement tot een oogartsenpraktijk met een appartement - goedgekeurd op 19/08/2014.
3. BESCHRIJVING OMGEVING EN AANVRAAG
Beschrijving van de plaats & omgeving
Het perceel 433R betreft een hoekperceel gelegen langs het Eikenenpad en de Stenenkruisweg, beide gemeentewegen in de noordelijke buitenrand van het centrum van Zonhoven.
Het perceel 111K bevindt aan de overzijde, gelegen langs de Stenenkruisweg.
De omgeving bestaat uit zowel vrijstaande als halfopen eengezinswonigen alsook meergezinswoningen. De bebouwing bestaat uit 1 of 2 bouwlagen onder zowel hellende als platte daken, en is afgewerkt in een gevelsteen in diverse tinten en texturen.
Op het hoekperceel (433R) bevindt zich een oogartsenpraktijk met bovenliggend een woongelegenheid.
De bebouwing bevindt zich aan de rechterzijde op het perceel, niet ter hoogte van de hoek. Links van het gebouw bevindt zich een parking waar 12 voertuigen gestald kunnen worden.
Ter hoogte van de rechter perceelgrens (Eikenenpad) kunnen 2 voertuigen gestald worden i.f.v. de bovenliggende woongelegenheid.
Het overige gedeelte is ingericht als groen- / tuinzone.
Het perceel 111K ter hoogte van de Stenenkruisweg is momenteel onbebouwd en begroeid met gras, struiken en bomen.
Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvraag gaat over het wijzigen van de functie van oogartsenpraktijk met bovenliggend appartement naar enkel oogartsenpraktijk, het verbouwen en uitbreiden van de bebouwing en het aanleggen van een parking.
Het gebouw is ingeplant op 11,45m uit de as van de weg, op minimum 3m van de achterste perceelgrens en op minimum 3m van de rechter perceelgrens (i.f.v. het Eikenenpad).
Het bovenliggende appartement wordt omgevormd tot bijkomende praktijkruimte, wat interne verbouwingen met zich meebrengt.
Op het gelijkvloers bevinden zich momenteel 3 kabinetten, een onderzoekskamer, de wachtruimte, een technische en een serviceruimte. Eén van de kabinetten wordt omgevormd tot personeelsruimte.
Op de verdieping zullen na de interne verbouwingen volgende ruimtes voorzien worden: een balie, 3 kabinetten, een wachtruimte, 2 onderzoeksruimtes (YAG en gezichtsveld), een archief/stockage, een toilet en een berging.
Om de praktijk op de verdieping toegankelijk te maken wordt ter hoogte van de huidige toegang van het appartement (rechter voorzijde) een uitbreiding voorzien voor het plaatsen van een lift.
De uitbreiding met een oppervlakte van ca. 5m² (1,77m x 2,32m) wordt voorzien aan de voorzijde van het gebouw waardoor het gebouw ingeplant zal worden op 10,22m uit de as van de weg.
Tevens omvat de aanvraag het aanleggen van een parking op het perceel 111K.
De parking uitgevoerd in grasdallen voorziet de mogelijkheid om 8 voertuigen te stallen. De toegang tot de parking ter hoogte van de rooilijn heeft een breedte van 4m.
De manoeuvreerruimte heeft een breedte van 6m en een lengte van 12m. Aan beide zijden van de manoeuvreerruimte worden 4 parkeerplaatsen voorzien met een breedte van 2,50m en een lengte van 5m.
Langs de zijdelingse perceelgrenzen wordt een dense groenbuffer voorzien met een breedte van 3,97m en 3,98m. Deze groenbuffer wordt tevens gedeeltelijk voorzien aan de achterzijde van het parkeerterrein, met een beperktere breedte (ca. 1,5m).
4. OPENBAAR ONDERZOEK
Het dossier werd volgens de vereenvoudigde procedure behandeld.
Er werd bijgevolg geen openbaar onderzoek gehouden.
5. ADVIEZEN
Aan volgende adviesverleners werd advies gevraagd:
• dienst facilitair management
• Agentschap Wegen en Verkeer
• Hulpverleningszone Zuid-West Limburg, dienst preventie
• Inter
• De Watergroep
• Fluvius.
6. EFFECTEN OMGEVING
Project-MER
Het project komt voor op bijlage III van het project-m.e.r.-besluit, nl. rubriek 10b – stadsontwikkelingsprojecten.
Er werd een project-m.e.r.-screeningsnota bij de aanvraag gevoegd. De effecten op milieu en omgeving werden voldoende omschreven en uit de nota blijkt dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
Stikstofdecreet
Voor een oogartsenpraktijk kunnen we uitgaan van ongeveer:
• 4 800 verkeersbewegingen/jaar voor de dokters en het personeel;
• 122 400 verkeersbewegingen/jaar voor de dokters en het personeel;
• Vervoer tijdens de werken:
- 1080 verkeersbewegingen voor tijdens de werken
- 144 verkeersbewegingen voor de aanlevering van materiaal
Er kan geconcludeerd worden dat de impactscore van het project lager is dan 1% en een verdere passende beoordeling voor de effecten van stikstofdepositie via lucht niet nodig zijn.
7. INHOUDELIJKE BEOORDELING
Decretale beoordelingselementen
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de VCRO kan gesteld worden dat het Eikenenpad en de Stenenkruisweg voldoende uitgeruste openbare wegen zijn.
De aanvraag gaat niet over de oprichting van een bedrijfswoning.
Wat betreft de toegang van personen met een functiebeperking tot voor het publiek toegankelijke onroerende goederen werd d.d. 15/11/2024 een voorwaardelijk gunstig advies verleend door Inter Vlaanderen.
De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook.
Zonering
Het perceel is volgens het zoneringsplan voor riolering, van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), gelegen in centraal gebied. Er is al geruime tijd riolering aanwezig en die is aangesloten op een waterzuivering. Er moet geen septische put voorzien worden.
Toegankelijkheid
De aanvraag valt onder de toepassing van het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen, tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid. Dit besluit trad in werking op 1 maart 2010.
Om die reden werd advies gevraagd aan Inter Vlaanderen. Op 15/11/2024 werd er door Inter Vlaanderen een voorwaardelijk gunstig advies verleend, nl.:
“Gunstig volledig – met voorwaarden
In toepassing van art. 4.2.19. .§1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordeningv, adviseren we de voorwaarden opgenomen in deze aftoetsing op te leggen.
Aftoetsing toegankelijkheidsregelgeving
De aftoetsing van de regelgeving voor toegankelijkheid bekijkt of de plannen voldoen aan de voorschriften van de regelgeving voor of tijdens de vergunningaanvraag.
Afwerking na ruwbouw ook belangrijk voor toegankelijkheid
Deze aftoetsing bekijkt het plan van de ruwbouw. Na de afwerking weet je pas hoe volledig toegankelijk een gebouw is. Dat komt omdat de afwerking voor een groot deel de toegankelijkheid van het resultaat mee bepaalt.
Die zaken staan niet op het plan van de ruwbouw.
Begeleiding voor integrale toegankelijkheid
Wil je de integrale toegankelijkheid van je project ook garanderen? Vraag dan zeker meer info over een volledige begeleiding. Meer informatie kan je hier vinden: Werken aan toegankelijke gebouwen | Vlaanderen.be
Andere voorwaarden voor erkenningen en subsidies
Moet je dossier voldoen aan bepaalde criteria voor een erkenning of een subsidie, bijvoorbeeld van Sport Vlaanderen, Toerisme Vlaanderen, het departement Cultuur of departement Zorg (afdeling VIPA/afdeling woonzorg) van de Vlaamse overheid? Dan volstaat deze aftoetsing niet.
Alle voorwaarden vind je dan in de documenten van je aanvraag. Of neem contact op met Inter.
1 Bijlage B26 verantwoordingsnota omgevingsvergunning:
Toegankelijkheidstoelichting / checklist voor toegankelijkheidvi
Een omgevingsvergunningsaanvraag is volledig als er een toegankelijkheidstoelichting is toegevoegd.
In de toegankelijkheidstoelichting kan een afwijking aangevraagd worden.
• Er is een toegankelijkheidstoelichting aanwezig.
• Er worden geen afwijkingen aangevraagd.
2 Toepassingsgebied
Deze aftoetsing is van toepassing op het (deel van het) gebouw dat gebouwd, herbouwd, verbouwd of uitgebreid wordt.
De aanvraag betreft:
• Art. 3: Gebouw(en) waarbij de totale publiek toegankelijke oppervlakte toegankelijke oppervlakte groter is dan 150 m² en kleiner of gelijk is aan 400 m².
o Het besluit is van toepassing op:
1° de gelijkvloerse nieuw te bouwen, te herbouwen, te verbouwen of uit te breiden publiek toegankelijke delen van een constructie;
2° de niet-gelijkvloerse nieuw te bouwen, te herbouwen, te verbouwen of uit te breiden publiek toegankelijke delen van een constructie, tenzij een vertrek op een andere verdieping of buiteninfrastructuur eenzelfde functie vervult en voldoet aan de bepalingen van dit besluit.
Indien een aanvraag valt onder de toepassing van de Vlaamse stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid, dan dienen de normbepalingen van hoofdstuk IIIvii te worden nageleefd. De normen, principetekeningen en bijkomende info kunnen teruggevonden worden op www.toegankelijkgebouw.be.
3 Knelpunten in de toepassing van de normen (normen zie bijlage)
Onderstaande knelpunten moeten weggewerkt worden om te voldoen aan de Vlaamse toegankelijkheidsverordening.
Als er aandachtspunten vermeld worden, dan zijn dit essentiële punten voor een goede toegankelijkheid, maar die zijn niet opgenomen in de Vlaamse toegankelijkheidsverordening.
3.1 Algemeen
3.1.1 Algemene bepalingen (art. 11-13)
3.2 Het gebouw
3.2.1 Opvangen niveauverschillen binnen (art. 18-21)
- De lift moet minstens voldoen aan het type 2 omschreven in de EN 81-70. De kooi moet 110 x 140 cm zijn.
Foto – zie bijlage
4 Bijkomende informatie
Evacuatie bij brand:
De evacuatie van personen met een beperking bij brand dient door de ontwerper besproken met de plaatselijke brandweer en worden voorzien overeenkomstig het wijzigingsbesluit van 12 juli 2012 tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
Ruimtes voor personeel:
Volgens de bepalingen art. 1 punt 15° en art. 2 §1 vallen de ruimtes die “alleen toegankelijk zijn voor werknemers” niet onder in de hierboven vermelde stedenbouwkundige verordening.
Doch volgens de bepalingen van de codex over het welzijn op het werk (Hoofdstuk 1, art. III. 1-3) is het noodzakelijk om nieuwe arbeidsplaatsen in te richten rekening houdend met de eventuele tewerkstelling van werknemers met een handicap.
5 Bijlage normen
5.1 Algemene bepalingen (art. 11-13)
• In alle delen van de constructie waarop dit besluit van toepassing is, moet voor een vrije en vlakke draairuimte worden gezorgd.
• Het traject naar publiek toegankelijke delen moet aangeduid worden door middel van natuurlijke gidslijnen of geleidelijnen.
• De obstakelvrije hoogte moet minstens 230 cm bedragen 5.2 Opvangen niveauverschillen binnen (art. 18-21)
Algemeen:
• Niveauverschillen tot en met 18 cm moeten minstens met een helling overbrugd worden
• Niveauverschillen van meer dan 18 cm moeten overbrugd worden met een combinatie traphelling, trap-lift of helling-lift.
Liften:
• Enkel kokerliften of verticale plateauliften zijn toegestaan.
• Een kokerlift moet minstens voldoen aan het type 2 omschreven in de EN 81-70. Concreet hebben deze liften een binnenruimte van minstens 140 cm x 110 cm en een vrije doorgangsbreedte aan de deuren van minstens 90 cm. Voor een lifttoegang moet een vrije en vlakke vrije en vlakke draairuimte van minstens 150 cm kunnen omschreven worden.
• Kokerliften mogen uitsluitend automatische deuren hebben.
• Plateauliften moeten minstens 100 cm breed zijn (netto 90 cm) en 140 cm diep.
• Over de volledige lengte van de plateaulift, alsook ter hoogte van de doorgangen van de deuren, moet een vrije en vlakke doorgangsbreedte van minstens 90 cm gegarandeerd worden.
Foto – zie bijlage”
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden.
Waterparagraaf
Het decreet over het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013, legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd worden. Deze watertoets schat de eventuele schadelijke effecten in ten koste van de watersystemen bij de inname van ruimte.
Sedert de inwerkingtreding van omzendbrief OMG/2022/1 d.d. 15/12/2022 dient de vergunningverlenende overheid de watertoets op een gewijzigde manier uit te voeren bij dossiers ingediend vanaf 01/01/2023. De watertoetsprocedure werd geoptimaliseerd, er werden aandachtspunten en richtlijnen geformuleerd en het kaartmateriaal inzake overstromingsgevoelige gebieden werd aangepast.
Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt noch in een pluviaal, noch in een fluviaal overstromingsgebied. Het terrein is logischerwijze evenmin in een gebied voor zeeoverstromingen gesitueerd.
Daarom moet in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel door de toename van de verharde oppervlakte wordt de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit moet gecompenseerd worden overeenkomstig de normen vastgelegd in de geldende gewestelijke hemelwaterverordening:
De plannen geven aan dat de bestaande bebouwing wordt uitgebreid (lift) met een horizontale dakoppervlakte van 4,6m². Gezien de horizontale dakoppervlakte minder dan 30m² bedraagt, die in mindering gebracht mag worden bedraagt de in rekening te brengen oppervlakte 0 (of een negatief getal). Hierdoor dient geen hemelwaterput of infiltratievoorziening aangelegd te worden.
De verordening is niet van toepassing op de aanleg van de voorziene verhardingen. Het hemelwater dat op de verharding valt, wordt namelijk niet opgevangen en afgevoerd, maar kan volgens de aanvraag op natuurlijke wijze op eigen terrein in de bodem infiltreren.
Gezien de aanvraag voldoet aan de hemelwaterverordening, doorstaat deze ook de droogtetoets. Het effect van droogte wordt namelijk gemilderd door het regenwater dat op het terrein terecht komt maximaal vast te houden.
Natuurtoets
Het perceel is niet gelegen binnen of grenzend aan een speciaal beschermingsgebied. Omwille van de ligging, de aard van het project en de afstand tot de waardevolle natuurgebieden wordt gesteld dat er geen impact is van de projectaanvraag op de natuurwaarden.
Erfgoed- & Archeologietoets
Het perceel is niet gelegen binnen een beschermd stads- of dorpsgezicht. Er zijn geen monumenten in de omgeving.
Conform het Onroerenderfgoeddecreet d.d. 12/07/2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag gezien de oppervlakte van het perceel kleiner is dan 3000 m².
Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Een (oogartsen)praktijk is een specifieke functie die noodzakelijkerwijze en eng verbonden is met de woonfunctie. Het gaat om een uitbreiding van een bestaande functie. Deze dienstenfunctie is functioneel inpasbaar op deze locatie.
Mobiliteitsimpact
Op het terrein Eikenenpad 40, waar de praktijk gevestigd is, zijn momenteel reeds 14 parkeerplaatsen aanwezig waarvan 1 voor mindervaliden.
Na de verbouwingswerken zullen in het gebouw 5 kabinetten gevestigd zijn. Per kabinet dienen minimum 3 parkeerplaatsen (arts, patiënt en een patiënt in de wachtruimte) voorzien te worden, wat neer komt op minimum 15 parkeerplaatsen. Tevens dienen er voldoende parkeerplaatsen voorzien te worden voor het overige personeel zoals bv. een secretaresse.
Gezien het terrein ter hoogte van het Eikenenpad 40 reeds zijn maximale foodprint bereikt heeft, kunnen hier geen bijkomende parkeerplaatsen meer voorzien worden.
Hierdoor werd er geopteerd een perceel (111K), aan de overzijde van de weg (Stenenkruisweg) in te richten als parkeerterrein.
De parking, uitgevoerd in grasdallen, voorziet de mogelijkheid om 8 voertuigen te stallen.
Er worden in totaal voor de praktijk dus 22 parkeerplaatsen voorzien waardoor het stallen van voertuigen geheel opgevangen kan worden op eigen terrein en niet afgeschoven wordt naar het openbaar domein.
Gezien het parkeren onlosmakelijk verbonden is met de praktijk en deze geëvalueerd en bijgestuurd moet worden, wordt er geopteerd voor een tijdelijke vergunning van 15 jaar voor de parkeerplaatsen op het perceel 111K.
Uit de gegevens waar de gemeente over beschikt blijkt dat het openbaar domein ter hoogte van het Eikenenpad werd verhard. De gelijkgrondse berm dient als groenzone hersteld te worden. Er zal als voorwaarde worden opgenomen in de vergunning dat de verharding op het openbaar domein verwijderd dient te worden en ingericht te worden als groenzone.
Schaal
De uitbreiding van de praktijk omvat enkel een lift. Deze wordt voorzien ter hoogte van de huidige ingang naar het bovenliggende appartement. De uitbreiding heeft een beperkte oppervlakte (4,6m²). De inplanting van het gebouw wordt hierdoor beperkt gewijzigd tot 4,68m achter de rooilijn/voorste perceelgrens.
De bouwbreedte en dus ook de afstanden tot de zijdelingse en achterste perceelgrenzen blijven ongewijzigd.
De uitbreiding wordt uitgevoerd met een plat dak, wat aansluit op het bestaande platte dak van de inkom. De dakrandhoogte is gelegen op 6,14m.
Rekening houdend met de gevarieerde bebouwing in de directe omgeving zal het voorgestelde ontwerp niet als storend ervaren worden in het straatbeeld.
De nieuwe parkeerplaatsen op perceel 111K worden uitgevoerd in grasdallen.
De parking voorziet de mogelijkheid om 8 voertuigen te stallen. De toegang tot de parking ter hoogte van de rooilijn heeft een breedte van 4m.
De manoeuvreerruimte heeft een breedte van 6m en een lengte van 12m. Aan beide zijde van de manoeuvreerruimte worden 4 parkeerplaatsen voorzien met een breedte van 2,50m en een lengte van 5m.
Langs de zijdelingse perceelgrenzen wordt een dense groenbuffer voorzien met een breedte van 3,97m en 3,98m. Door de aanplant van een deze groenbuffer wordt zowel de mogelijke inkijk bij de aangrenzenden als de geluidshinder beperkt.
Deze groenbuffer wordt tevens gedeeltelijk voorzien aan de achterzijde van het parkeerterrein, met een beperktere breedte (ca. 1,5m).
Aan de voorzijde wordt een haagbeplanting aangebracht. Deze dient beperkt te worden tot 1m hoogte.
Ruimtegebruik en bouwdichtheid
De footprint op het perceel gelegen langs het Eikenenpad 40 (praktijk) blijft ongewijzigd en is dus in overeenstemming met de visie van de gemeente Zonhoven.
Op het perceel 111K (parking) bedraagt de verharde oppervlakte 178m² wat nog geen 10% van het perceel omvat en dus in overeenstemming is met de visie van de gemeente.
De bomen aanwezig op het terrein blijven behouden.
Visueel-vormelijke elementen
De uitbreiding van het gebouw met de lift zal uitgevoerd worden met een plat dak, wat aansluit op de bestaande bebouwing. De gevelafwerking wordt voorzien in witte gevelbepleistering wat aansluit bij het bestaande.
Cultuurhistorische aspecten
Het perceel is niet gelegen in of nabij een beschermd dorpsgezicht. De aanvraag is niet gelegen in een beschermde archeologische site. De aanvraag is, bekeken vanuit de erfgoedaspecten, aanvaardbaar.
Bodemreliëf
Volgens de aanvraag wordt het bestaande reliëf niet gewijzigd.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
Door de aanbreng van een groenbuffer rondom de parkeerplaatsen (perceel 111K) wordt zowel de inkijk naar de aangrenzende percelen alsook eventuele geluidshinder beperkt.
Bespreking van de adviezen
• De Watergroep heeft op 25 oktober 2024 aangegeven dat ze geen advies gaan verstrekken.
• Het advies van Hulpverleningszone Zuid-West Limburg, dienst preventie d.d. 28 oktober 2024 is voorwaardelijk gunstig.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden.
• Het advies van Fluvius d.d. 5 november 2024 is voorwaardelijk gunstig.
“Naar aanleiding van uw stedenbouwkundige aanvraag voor bovenvermeld project geven we volgend advies voor wat betreft riolering.
Dit advies handelt over de technische aansluitbaarheid op het openbaar rioleringsnetwerk indien aanwezig. Dit desbetreffende perceel blijft aansluitbaar via de bestaande aansluitingen op de bestaande riolering ter hoogte van Eikenenpad. De Fluvius-aansluitingsvoorwaarden voor o.a. diepte, diameter en locatie, zijn terug te vinden op www.fluvius.be.
Groendak(en)
Het groendak dient een bergingscapaciteit van 5 cm (50 liter/m²) te hebben om de helft in mindering te kunnen brengen bij het afwaterende oppervlak.
De dakafvoer van het groendak dient al dan niet via de hemelwaterput naar de infiltratie- of buffervoorziening afgevoerd te worden. Er kan immers nog afvoer zijn bij zware of langdurige neerslag. De aansluiting van een groendak op de hemelwaterput is niet verplicht.
Daarnaast dient u voor wat betreft riolering uiteraard te voldoen aan alle geldende gewestelijke, provinciale en gemeentelijke wettelijke bepalingen dienaangaande. Fluvius doet hierop geen nazicht.
Via https://www.vmm.be/data/zonering-en-uitvoeringsplan kan u eenvoudig nakijken in welke cluster het perceel zich bevindt en de daaraan gekoppelde verplichtingen inzake septische putten.
Dit advies doet verder geen uitspraak over of nazicht op de ontworpen riolering op het privé-gedeelte.
Bijkomende info m.b.t. het toepassingsgebied en de richtlijnen van de GSVH (Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening Hemelwater) bij verbouwingen, uitbreidingen, etc :
-Algemeen toepassingsgebied van de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening Hemelwater (GSV(H))
Tenzij het hemelwater op eigen terrein in een onverharde zone infiltreert zonder dat hiervoor een afvoersysteem moet worden aangelegd (met uitzondering van dakgoten en regenpijpen) en zonder dat het water naar andere percelen of het openbaar domein afvloeit, is de GSV hemelwater van toepassing op volgende handelingen op zowel privaat als openbaar domein:
- Overdekte constructies bouwen of herbouwen, bestaande overdekte constructies verbouwen met werken aan de afwatering, bestaande overdekte constructies uitbreiden;
- Verhardingen aanleggen, heraanleggen of uitbreiden;
- Aanleggen van een afwatering voor de bovenstaande constructies of verhardingen, waarvan het hemelwater voorheen op natuurlijk wijze in de bodem infiltreerde.
-Algemene richtlijnen:
De hemelwaterput, de infiltratievoorziening en/of de buffervoorziening moeten uiterlijk in gebruik genomen worden op het moment dat ook het gebouw of de verharding in gebruik genomen wordt.
Het hemelwater moet altijd gescheiden blijven van het afvalwater.
Het hemelwater moet altijd gescheiden blijven van het drinkwater. Rechtstreekse verbindingen via mengkranen, gesloten afsluitkranen, keerkleppen of wegneembare aansluitstukken zijn niet toegelaten. Zulke wanverbindingen vormen niet alleen een risico voor de waterkwaliteit in huis, maar kunnen ook het openbare drinkwaternet vervuilen.
Regularisaties worden steeds getoetst aan de regelgeving die geldt op het moment van indiening van de regularisatieaanvraag. Indien het niet mogelijk is zich in orde te stellen aan de geldende GSV hemelwater dient de vergunningsaanvrager een gemotiveerde uitzondering aan te vragen.
-Het verbouwen van een constructie:
Volgens de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) betekent het verbouwen van een constructie: het uitvoeren van aanpassingswerken binnen het bestaande bouwvolume van een constructie waarvan de buitenmuren voor ten minste 60% behouden worden.
Voor verbouwingen geldt dat de GSV hemelwater enkel van toepassing is wanneer er werken aan de afwatering gebeuren. Dit is het geval als zowel het hemelwaterafvoersysteem als het afvoersysteem van afvalwater beide ingrijpend worden gewijzigd. Niet-ingrijpende werken kunnen onder andere zijn: vervanging van regenpijpen, dakgoten of hemelwaterafvoer, enkel werken aan sanitaire installaties, plaatselijke ingrepen aan het afvoersysteem van hemelwater en/of afvalwater.
Het plaatsen van een hemelwaterput en een infiltratievoorziening is daarentegen ook bij niet-ingrijpende werken zeker aan te bevelen en sommige lokale besturen moedigen het daarom aan met een subsidie.
Een verticale uitbreiding of optopping (m.a.w. het aanbrengen van een extra verdieping) valt ook onder verbouwingen.
-Voor de GSV hemelwater is een uitbreiding van een gebouw een nieuw gebouwdeel dat aan of tegen een bestaande constructie wordt gebouwd.
Uitbreidingen vallen steeds onder het toepassingsgebied van de verordening, ongeacht de grootte, en ongeacht of er al dan niet werken aan de afwatering gebeuren.
Het kan zowel gaan om een uitbreiding na een gedeeltelijke afbraak als een nieuwe uitbreiding. Wanneer een gedeelte van een gebouw wordt afgebroken en herbouwd, is de verordening dus van toepassing voor uitbreidingen, zelfs als de oppervlakte na uitbreiding niet groter is dan de oppervlakte vóór de uitbreiding. Als meer dan 40% van de buitenmuren worden afgebroken en herbouwd is er wél sprake van een volledige afbraak en herbouw.
Het aanbrengen van isolatie aan de buitenzijde van een woning tot een maximum van 26 cm wordt beschouwd als aanpassingswerken binnen het bestaande bouwvolume, en valt dus niet onder het toepassingsgebied van uitbreidingen, maar onder dat van verbouwingen. Enkel als er werken aan de afwatering gebeuren vallen deze werken onder het toepassingsgebied van de GSV hemelwater.
Een verticale uitbreiding of optopping (m.a.w. het aanbrengen van een extra verdieping) valt niet onder het toepassingsgebied van de uitbreidingen, maar onder dat van de verbouwingen.
-Verhardingen vallen onder het toepassingsgebied van de verordening, ongeacht hun grootte.
Waterdoorlatende verhardingen met een hellingsgraad kleiner dan 2% vallen eveneens onder het toepassingsgebied van de GSV hemelwater, maar worden niet opgenomen in de afwaterende
oppervlakte. Niet-waterdoorlatende verhardingen of waterdoorlatende verhardingen met een hellingsgraad groter dan of gelijk aan 2% die afwateren op het omliggende terrein vallen niet onder het toepassingsgebied van de verordening.
Het gaat zowel om nieuwe verhardingen, heraanleg van verhardingen als uitbreidingen van bestaande verhardingen.
Er wordt gesproken over een heraanleg van verharding als zowel de afwerkingslaag als de funderingslaag uitgebroken en heraangelegd worden. Wanneer een funderingslaag aanwezig is en behouden blijft, wordt niet gesproken over het heraanleggen van de verharding. In dat laatste geval is de verordening niet van toepassing, tenzij er een afwatering wordt aangelegd die er voorheen niet was. Maar het is natuurlijk steeds wenselijk om het water maximaal te laten infiltreren.
-Zowel voor verhardingen als voor overdekte constructies geldt dat de verordening van toepassing is als een nieuw afvoersysteem wordt aangelegd waar er voorheen geen aanwezig was.
Het gaat dan bijvoorbeeld om een rieten dak waarvan het water natuurlijk afliep dat vervangen wordt door een dak met dakpannen, dakgoten en regenpijpen die aangesloten worden op een afvoersysteem.”
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden.
• Het advies van Agentschap Wegen en Verkeer d.d. 13 november 2024 is voorwaardelijk gunstig.
“Hierbij stuur ik u het advies van mijn afdeling. Gelieve mij een afschrift van de beslissing toe te sturen.
Dit advies handelt over de projectinhoudversie die van kracht is op het moment waarop het advies aan AWV is gevraagd.
INLICHTINGEN EN BEPERKINGEN
1. Vastlegging ten opzichte van de bestaande as van de gewestweg (N0740001 van 7.7 -48 tot 7.7 -16):
• de grens van het openbaar domein is geschat op ca 23 meter.
• de rooilijn valt samen met grens openbaar domein .
• de zone van achteruitbouw bedraagt 8 meter.
• de minimaal te respecteren bouwlijn ligt op 31 meter.
2. Constructie voor rooilijn
De parkings op privégrond dienen ingepland te worden achter de voorgeschreven rooilijn.
3. Toegang
• Conform de bepalingen dient het perceel aan de perceelgrens onoverrijdbaar te worden afgesloten behoudens vergunde inrit.
• De gemeentewegen hebben een toegang verlenende functie waardoor toegangen inherent zijn aan dit type weg conform de inrichtingsprincipes van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. Er mag daarom geen rechtstreekse toegang genomen worden tot de gewestweg. De toegang tot het perceel dient uitsluitend te worden genomen langs de Stenenkruisweg (gemeenteweg). De inplanting dient zover als mogelijk te worden voorzien ten opzichte van het kruispunt.
4. Publiciteit
Zie punt 17 van de algemene voorwaarden.
BESLUIT
Het Agentschap Wegen en Verkeer adviseert GUNSTIG betreffende de voorliggende aanvraag gezien de aanvraag in overeenstemming is met hoger vermelde inlichtingen en beperkingen.
AWV geeft een gunstig advies voor de parkeerplaatsen (dit perceel grenst aan de gewestweg N74). Het pand zelf is gelegen aan Eikenenpad - Stenenkruisweg = gemeentewegen. Advies voor verbouwing dient dus aangevraagd te worden bij de gemeente Zonhoven.
Bij de uitvoering van de vergunning dient de aanvrager rekening te houden met de hierna omschreven aandachtspunten.”
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden.
• Het advies van Inter d.d. 15 november 2024 is voorwaardelijk gunstig, zoals aangehaald onder het punt ‘toegankelijkheid’.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden.
• Het advies van dienst facilitair management d.d. 26 november 2024 is voorwaardelijk gunstig.
“Daar het de visie van de gemeente is om het groene karakater van onze gemeente te bewaren en zelfs maximaal te versterken, wensen we dit te bereiken door in eerste instantie de bestaande bomen zoveel mogelijk te behouden en te beschermen, en in tweede instantie door het aanplanten van extra bomen bij nieuwe projecten. Dez aanvraag wordt dan ook gusntig geadviseerd, mits aan volgende voorwaarden wordt voldaan:
Aanplanten van minstens 2 streekeigen en/of klilmaatrobuuste hoogstam bomen van minstens 2de grootte, in een maat niet kleiner dan 14-16, minstens één in elk van de twee groenbuffers.
Bij het aanplanten van de bomen dient de wettelijke afstand tot de perceelsgrens van minstens 2 meter steeds gerespecteerd te worden,
De groenbuffers bestaan uit streekeigen planten en dienen op termijn minstens 2 meter hoog te worden,
De bestaande bomen, zowel deze op perceel langs de Stenenkruisweg als deze op perceel langs Eikenenpad, dienen behouden te blijven.
De te behouden bomen en verplicht aan te planten bomen kunnen in de toekomst enkel gerooid worden d.m.v. een goedgekeurde aanvraag tot rooien van de bomen. Deze aanvraag dient vergezeld te zijn van een nota, opgemaakt door een erkend boomverzorger, waarin de noodzaak van het rooien van de bomen terdege wordt gemotiveerd,
De nieuw aan te planten bomen worden aangeplant te laatste in het plantseizoen volgend op het beëinidigen van de bouwwerken,
Voor de nieuw, verplicht, aan te planten bomen geld een heraanplant verplichting. Deze heraanplant dient steeds te gebeuren met streekeigen en/of klilmaatrobuuste hoogstam bomen van dezelfde grootte als de afgestorven en/of verdwenen boom,
De reeds aanwezige bomen dienen, d.m.v. het nemen van de juiste en voldoende maatregelen, beschermd te worden tegen mogelijke schade ten gevolge van bouwwerken.
We merken op dat op de vergunde hobunit die staat op het perceel langs het Eikenenpad op geen enkel van de aangeleverde plannen voorkomt.
Plantseizoen loopt van 15 september tot en met 15 mei
Volgende linken kunnen helpen in de keuze van de bomen:
https://bomenwijzer.be/zoeken
https://www.plantvanhier.be/plantengids
Volgende web-sites kunnen extra info geven over hoe bomen te beschermen op werven:
https://www.deboomdokter.be/bomen-beschermen/
https://www.vvog.info/publicaties/beschermen-van-bomen”
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich deels aan bij dit advies.
Voor de hobunit op het perceel gelegen langs het Eikenenpad 40 werd een tijdelijke vergunning afgeleverd voor 60 maanden op 20/07/2021. De vergunning is dus nog geldig tot 20/07/2026.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich niet aan bij volgende voorwaarde:
De groenbuffers bestaan uit streekeigen planten en dienen op termijn minstens 2 meter hoog te worden.
De groenbuffer dient te bestaan uit streekeigen planten. De hoogte van de beplanting dient de eerste 5m vanaf de rooilijn/voorste perceelgrens beperkt te worden tot 1m, nadien dient de buffer een hoogte te hebben van 2m.
De overige punten in het advies worden gevolgd.
De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden.
8. ADVIES GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR
Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen, en dat het gevraagde verenigbaar is met een goede ruimtelijke ordening, mits het opleggen van voorwaarden.
Voor de aanleg van de parking (perceel 111K) wordt akkoord gegaan voor een termijn van maximum 15 jaar.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar adviseert volgende voorwaarden op te leggen:
Stedenbouwkundige voorwaarden
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar d.d. 28/11/2024 en volgt dit standpunt integraal.
Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het voorwaardelijk afleveren van de omgevingsvergunning aan Immo Oogartsenpraktijk Zonhoven BV gevestigd te Eikenenpad 40 te 3520 Zonhoven voor het wijzigen van de functie van oogartsenpraktijk met bovenliggend appartement naar enkel oogartsenpraktijk, het uitbreiden van de bebouwing met een lift en het aanleggen van een parking, gelegen te Eikenenpad 40 kadastraal gekend als afdeling 1 sectie B nrs. 111K en 433R.
Volgende voorwaarden worden opgelegd:
Stedenbouwkundige voorwaarden
Op het Lokaal Woonoverleg (LWO) van 14 november 2024 werd een lokale woontoets aangevraagd voor het project "Zonhoven, Hortweidenweg", voor de bouw van 6 grondgebonden eengezinswoningen voor verhuur vanwege Wonen in Limburg.
De conceptuele uitgangspunten zijn de volgende:
Het aantal sociale huurwoningen voor dit project, wordt vastgesteld op 6 stuks. Er komen 3 x 2 woningen. Het gaat over 4 woningen van het type 3/4 en 2 woningen van het type 2/3.
Er wordt unaniem beslist om de lokale woontoets voor het project Hortweidenweg goed te keuren.
Binnen de 30 dagen na het woonoverleg dient het college van burgemeester en schepenen een woontoets over dit project te geven. Het college heeft de laatste beslissingsbevoegdheid.
De woontoets moet worden aangevuld in het projectportaal.
De woontoets wordt als bijlage bij dit besluit gevoegd.
Het college van burgemeester en schepenen beoordeelt de lokale woontoets voor het project "Zonhoven, Hortweideweg" gunstig.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van het halfjaarlijks overleg met het Agentschap voor Natuur en Bos, dd 14.11.2024. Zie bijlage.
Tijdens deze vergadering is tevens de problematiek van de voormalige camping Berkenhof, Teutseweg 33 en 33A, besproken. Meer bepaald over het achterliggende perceel 2/F/979V5, grootte 34a 30ca, in eigendom van de gemeente Zonhoven, gelegen in ruimtelijk kwetsbaar gebied (natuurgebied, habitatrichtlijngebied en VEN).
Het college besliste eerder al om dit perceel in beheer te geven aan ANB, echter staan hier nog diverse grote constructies en verhardingen op. ANB wenst dat deze constructies en verhardingen verwijderd worden. Idealiter wil ANB dat deze constructies verwijderd zijn voordat zij het perceel in beheer nemen. Worst case scenario kán ANB dit meenemen in hun afbraakbestek.
Nota dienst:
Het gemeenteperceel werd decennialang in gebruik genomen door camping Berkenhof. Na de sluiting van de camping is het onrechtmatige gebruik van dit perceel blijven voortduren in de vorm van bewoning. Er zijn diverse vrij grote constructies aanwezig met bijhorende verharding.
Gedurende bovenstaande vergadering werden de opties aangehaald om het perceel te ontruimen.
1. opruimen door gemeentelijke diensten:
Deze piste werd geopperd, doch is het momenteel niet mogelijk om een inschatting van de grootte van het werk te maken. Zijn de gemeentelijke diensten in de mogelijkheid om dit werk op zich te nemen en hoe hoog schatten zij de kosten in? Is dit een piste voor het bestuur?
2. opruimen door ANB:
Voorkeurscenario voor ANB is dat de gebruikers dit perceel ontdoen van constructies. Ze geeft tevens aan om via de natuurinspectie dit dossier te willen laten lopen indien blijkt dat de gebruikers dit perceel niet hebben ontdaan van de constructies. Waarbij ANB aangeeft dat de gemeente best de gebruikers aanmaant dit perceel op te ruimen zodoende dit meegenomen kan worden in het pv. (schepen trekt in twijfel dat hier een bouwinbreuk zou zijn).
Door de boswachter wordt als worstcase opgeworpen dat de opruim meegenomen kán worden in hun afbraakbestek. De kosten zijn dan voor ANB.
3. opruimen door de gebruikers:
De dienst stelt voor om de gebruikers aan te manen om het perceel te ontdoen van alle constructies en verhardingen. Ze hebben decennialang van het gebruik van dit perceel mogen genieten, zonder een financiële vergoeding hiervoor te betalen. Het betreft hier dan de familie Nijsten.
Gunstig advies om diegene die de inbreuk heeft veroorzaakt, te laten doen ophouden.
Er werden constructies aangebracht op percelen privaat gemeente-eigendom, zonder enig recht of goedkeuring. Niet alleen is dit een inbreuk op de regelgeving omgevingsvergunningen maar dit tast ook het absoluut eigendomsrecht van de gemeente aan. In eerste instantie dienen diegene die de inbreuk hebben veroorzaakt, aangemaand te worden dit recht te zetten. In tweede orde kan dit bekomen worden middels gerechtelijke procedures, waarbij eventueel te maken kosten op de schadeverwekkers verhaald kunnen worden.
Het college van burgemeester en schepenen heeft kennis genomen van het verslag dd 14.11.2024.
Wat betreft de opruiming van perceel 979V5 zal het college de gebruikers, familie Nijsten, aanmanen om het perceel te ontdoen van constructies en verhardingen, binnen een termijn van 3 maanden.
Het betreft een droogzuiging voor de bouw van een onderkelderde woning en aanleg van een hemelwaterput, te Trambergstraat 15, 1ste afdeling, sectie B, nrs. 748G2 & 749H3.
Voor de realisatie van de bouw moet een grondwatertafelverlaging van 3,52 meter bekomen worden. Er zullen 12 aanzuigpunten geplaatst worden, op een diepte van max. 7,5 meter.
Het gevraagde debiet bedraagt 20,5 m³/uur gedurende de eerste 5 dagen, nadien bedraagt het gevraagde debiet 55 m³/uur gedurende 55 dagen. Dit komt neer op een jaardebiet van 18.536 m³.
Indien er meer dan 10 m³/uur geloosd wordt op een gemengd stelsel, dient op voorhand een toelating bij Aquafin aangevraagd te worden.
Het lozingspunt bevindt zich op de Trambergstraat, dit is een gemengd stelsel.
In de onmiddellijk omgeving zijn er geen mogelijkheden om het grondwater af te voeren naar een gescheiden stelsel of in een oppervlakte water.
De aanvraag is realistisch en kan gunstig beoordeeld worden gezien het beperkt debiet en de beperkte tijdsduur.
Gunstig voor een bronbemaling te Trambergstraat 15, voor de realisatie van een onderkelderde woning en de aanleg van een hemelwaterput, voor een debiet van 491 m³/dag, 18.538 m³/jaar, mits volgende voorwaarden:
Besluit:
Artikel 1
De gemeentelijke omgevingsambtenaar heeft op 02/12/2024 akte genomen van de melding ingediend door Withofs Sara, Donkweg 31 bus 2 te 3520 Zonhoven, voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit, zijnde een tijdelijke bemaling voor de bouw van een onderkelderde woning en aanleg van een hemelwaterput, voor een max. debiet van 18.536 m³/jaar, gelegen Trambergstraat 15 te 3520 Zonhoven, 1ste afdeling, sectie B, perceelnr. 748G2, met rubriek: 53.2.2°a).
53.2.2°a) | maximaal 30.000 m3 per jaar | bronbemaling voor de bouw van een onderkelderde woning en aanleg van een hemelwaterput met een max. totaal debiet van 18.536 m³ gedurende een max. periode van 60 dagen |
Artikel 2
Volgende voorwaarden moeten worden nageleefd:
Deze aktename stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het besluit van de gemeentelijk omgevingsambtenaar.
Het betreft een droogzuiging voor de aanleg van een hemelwater-, septische- en infiltratieput, te Sint Kwintens-heideweg 27, 2de afdeling, sectie D, nr. 132Z131.
Voor de realisatie van de bouw moet een grondwatertafelverlaging van 3 meter bekomen worden. Er zullen enkele aanzuigpunten geplaatst worden, op een diepte van max. 5 meter.
Het gevraagde debiet bedraagt 8,3 m³/uur, gedurende 10 dagen. Dit komt neer op een jaardebiet van 1647 m³.
Het lozingspunt bevindt zich op de Sint Kwintens-heideweg, dit is een gescheiden stelsel.
De dienst wijst op het feit dat de aanleg van een septische put niet verplicht is, zoals ook vermeld werd in de afgeleverde omgevingsvergunning uit 2023: “Het perceel is volgens het zoneringsplan voor riolering, van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), gelegen in centraal gebied. Er is al geruime tijd riolering aanwezig en die is aangesloten op een waterzuivering. Er moet geen septische put voorzien worden.”
De aanvraag is realistisch en kan gunstig beoordeeld worden gezien het beperkt debiet en de beperkte tijdsduur.
Gunstig voor een bronbemaling te Sint Kwintens-heideweg 27, voor de aanleg van een hemelwater-, septische- en infiltratieput, voor een debiet van 200 m³/dag, 1647 m³/jaar, mits volgende voorwaarden:
Besluit:
Artikel 1
De gemeentelijke omgevingsambtenaar heeft op 03/12/2024 akte genomen van de melding ingediend door Leyssens Sven, Paalsteenstraat 19 te 3500 Hasselt, voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit, zijnde een tijdelijke bemaling voor de aanleg van een regenwater-, septische- en infiltratieput voor een totaaldebiet van 1647 m³, gelegen Sint Kwintens-heideweg 27 te 3520 Zonhoven, 2de afdeling, sectie D, perceelnummer 132Z131, met rubriek: 53.2.2°a).
53.2.2°a) | maximaal 30.000 m3 per jaar | een tijdelijke bemaling voor de aanleg van een regenwater-, septische- en infiltratieput voor een totaaldebiet van 1647 m³, voor een periode van 10 dagen |
Artikel 2
Volgende voorwaarden moeten worden nageleefd:
Deze aktename stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het besluit van de gemeentelijk omgevingsambtenaar.
Op 20 november 2024 stelt Fluvius ons de vraag om het addendum voor 2025 tussen Fluvius en de gemeente in te vullen, met als doel om premiegegevens te delen.
Op 17 februari 2020 keurde de gemeenteraad de samenwerkingsovereenkomst goed. Naar jaarlijkse gewoonte dient het addendum met de subsidiegegevens en contactgegevens aangepast te worden. Het nieuwe addendum is in bijlage van dit besluit toegevoegd.
De bevoegdheid voor de goedkeuring van het addendum is het college van burgemeester en schepenen.
Het college van burgemeester en schepenen keurt het addendum goed.
Het nieuwe addendum wordt overgemaakt aan Fluvius System Operator.
Overwegende dat het in het belang van de openbare orde, rust en veiligheid noodzakelijk is dat er voor de inrichting van bovengenoemde manifestaties bijzondere verkeersmaatregelen worden getroffen;
Het college van burgemeester en schepenen besluit om een tijdelijke politieverordening op het wegverkeer inzake wereldbeker veldrijden op zondag 22 december 2024 uit te vaardigen als volgt:
Van vrijdag 20 december om 08.00 uur tot zondag 22 december 2024 einde manifestatie (+/- 18u30) is het verboden stil te staan en te parkeren op de KMO-zone Molenheide, uitgezonderd deelnemers aan de manifestatie en vergunninghouders (excl. houders van een parkeerkaart KMO zone Molenheide).
Dit verbod wordt ter kennis gebracht aan de weggebruikers door de verkeerstekens E3 met gepast onderbord.
Van zaterdag 21 december 2024 om 08.00 uur tot zondag 22 december 2024 einde manifestatie (+/- 18u30) is het verboden te parkeren, uitgezonderd deelnemers aan de manifestatie en vergunninghouders, op de hierna vermelde wegen en weggedeelten:
Dit verbod wordt ter kennis gebracht aan de weggebruikers door de verkeerstekens ZE1 en ZE1/.
Van zaterdag 21 december 2024 om 8.00 uur tot zondag 22 december 2024 einde manifestatie (+/- 18u30) is het verboden stil te staan en te parkeren, uitgezonderd deelnemers aan de manifestatie en vergunningshouders op de hierna vermelde parkings:
Dit verbod wordt ter kennis gebracht aan de weggebruikers door de verkeerstekens E3 met gepast onderbord.
Op zondag 22 december 2024 vanaf 06.00 uur tot einde manifestatie (+/- 18u30) is het verboden te parkeren, uitgezonderd deelnemers aan de manifestatie en vergunninghouders, op de hierna vermelde wegen en weggedeelten:
Dit verbod wordt ter kennis gebracht aan de weggebruikers door de verkeerstekens ZE1 en ZE1/.
Op zondag 22 december 2024 vanaf 06.00 uur tot einde manifestatie (+/- 18u30) is het verboden stil te staan en te parkeren op de hierna vermelde wegen en weggedeelten:
Dit verbod wordt ter kennis gebracht aan de weggebruikers door de verkeerstekens E3 met gepast onderbord.
Op zondag 22 december 2024 vanaf 07.00 uur tot einde manifestatie (+/-18u30) is het verkeer van voertuigen, uitgezonderd deelnemers aan de manifestatie en vergunninghouders verboden in de volgende wegen en weggedeelten:
Elstrekenweg (tussen Daalheideweg en Molenweg);
Vogelhutstraat;
Hoogtestraat;
Daalheideweg;
Vennenstraat;
Schrijnbroekweg;
Jacob Lenaertsstraat;
Kruisstraat;
Schooverikstraat;
Nikkerstraat;
Wiekstraat.
Dit verbod wordt ter kennis gebracht aan de weggebruikers door de verkeerstekens C3 voorzien met een onderbord 'uitgezonderd vergunningshouders', geplaatst op een nadarafsluiting welke de volledige rijbaan inneemt.
Op zondag 22 december 2024 vanaf 07.00 uur tot einde manifestatie (+/-18u30) is het verkeer van voertuigen, uitgezonderd plaatselijk verkeer, verboden in de volgende wegen en weggedeelten:
Dit verbod wordt ter kennis gebracht aan de weggebruikers door de verkeerstekens C3 met het nodige onderbord en F45 geplaatst op een nadarafsluiting over de helft van de rijbaan.
Voor het doorgaand verkeer wordt de omleiding voorzien via:
Deze wegomleggingen worden ter kennis gebracht van de weggebruikers door de verkeerstekens F41.
Op zondag 22 december 2024 van 8.00 uur tot het einde van de manifestatie (+/- 18u30) is het verkeer van voertuigen in de Industrieweg, georganiseerd in éénrichting, van de Teutseweg richting de Waardstraat.
Dit verbod wordt ter kennis gebracht aan de weggebruikers door de verkeerstekens C1 en F19, geplaatst op een nadarafsluiting welke de volledige rijbaan inneemt.
Door dit reglement worden de bestaande aanvullende gemeentelijke verkeersreglementen opgeschort voor zover zij betrekking hebben op de straten bedoeld in de artikelen 2, 4, 6, 8, 10, 12, 14, 16, en 18 en dit voor zover deze strijdig zijn met huidig reglement.
Inbreuken op de beschikkingen van onderhavige verordening kunnen vastgesteld worden door de leden van de federale en lokale politie.
Het gebied, gebruikt voor de manifestatie, wordt voor de duur van de manifestatie onttrokken aan het openbaar domein.
Inbreuken op de beschikkingen van onderhavige verordening worden bestraft met politiestraffen, voor zover door wetten die op dit stuk zouden bestaan, geen andere straffen zijn voorzien.
De politie kan bijkomende maatregelen nemen om de openbare orde, rust en veiligheid te handhaven en zowel inrichters als de deelnemers moeten deze naleven.
De aanvrager is aansprakelijk voor de schade aan het openbaar domein zo deze rechtstreeks of onrechtstreeks het gevolg is van het bestaan van de manifestatie.
Het college van burgemeester en schepenen beveelt dat onderhavige verordening zal bekendgemaakt worden overeenkomstig het decreet.
Het positief advies vanwege De Lijn Limburg van 31/10/2024;
Het positief advies vanwege het Agentschap Wegen verkeer van14/11/2024;
Overwegende dat het in het belang van de openbare orde, rust en veiligheid noodzakelijk is dat er voor de inrichting van bovengenoemde manifestaties, bijzondere verkeersmaatregelen worden getroffen;
Het college van burgemeester en schepenen besluit om een tijdelijke politieverordening op het wegverkeer inzake kerstparade uit te vaardigen als volgt:
Op vrijdag 20 december 2024 van 18u00 tot en met 19u30 is stilstaan en parkeren verboden in:
Dit verbod wordt ter kennis gebracht aan de weggebruikers door de verkeerstekens E3 met het nodige onderbord.
Op vrijdag 20 december 2024 tussen 18.30 uur en 19u30 is het verkeer van voertuigen verboden in:
Dit verbod wordt ter kennis gebracht aan de weggebruikers door het verkeersteken C3, geplaatst op een nadarafsluiting welke de volledige rijbaan inneemt.
Op vrijdag 20 december 2024 tussen 18.30 uur en 19.30 is het verkeer van voertuigen, uitgezonderd plaatselijk verkeer, verboden in:
Dit verbod wordt ter kennis gebracht aan de weggebruikers door de verkeerstekens C3, aangevuld met verkeersbord F45a en verkeersbord type IV (uitgezonderd plaatselijk verkeer), geplaatst op een nadarafsluiting welke de volledige rijbaan inneemt.
Voor het doorgaand verkeer wordt een omleiding voorzien via Herestraat - Kludweg - Boddenveldweg-Vaartstraat - Kleine Hemmenweg - Dorpsstraat en omgekeerd.
Deze omleiding wordt ter kennis gebracht aan de weggebruikers door de verkeersteken F41.
Door dit reglement worden de bestaande aanvullende gemeentelijke verkeersreglementen opgeschort voor zover zij betrekking hebben op de straten bedoeld in artikel 2, 4, en 6 en dit voor zover deze strijdig zijn met het huidig reglement.
Inbreuken op de beschikkingen van onderhavige verordening kunnen vastgesteld worden door de leden van de federale en lokale politie.
Inbreuken op de beschikkingen van onderhavige verordening worden bestraft met politiestraffen, voor zover door wetten die op dit stuk zouden bestaan, geen andere straffen zijn voorzien.
De politie kan bijkomende maatregelen nemen om de openbare orde, rust en veiligheid te handhaven en zowel inrichters als de deelnemers moeten deze naleven.
De aanvrager is aansprakelijk voor de schade aan het openbaar domein zo deze rechtstreeks of onrechtstreeks het gevolg is van het bestaan van de manifestatie.
Het college van burgemeester en schepenen beveelt dat onderhavige verordening zal bekendgemaakt worden overeenkomstig het decreet.
Het college van burgemeester en schepenen keurt de lijst van de bestelbons goed.
Het college van burgemeester en schepenen keurt de lijst van bestelbons goed voor een bedrag van €32.161,71.
Alle kennisgevingen of verzendingen tussen de kerkfabriek en de toezichthoudende overheid, evenals tussen het centraal kerkbestuur en de toezichthoudende overheid, gebeuren op de wijze bepaald door de Vlaamse Regering.
Het college van burgemeester en schepenen kan, bij een gemotiveerd besluit, de uitvoering schorsen van een besluit van de kerkraad of het centraal kerkbestuur als dit besluit het gemeentelijke belang, en in het bijzonder de financiële belangen van de gemeente, schaadt. Het schorsingsbesluit moet binnen dertig dagen na ontvangst van de notulen bij de gemeenteoverheid aan de kerkfabriek en het centraal kerkbestuur worden verstuurd.
Van de schorsing wordt melding gemaakt in de notulen van het betreffende besluit. Het college van burgemeester en schepenen geeft het schorsingsbesluit onmiddellijk door aan de provinciegouverneur, het erkend representatief orgaan en de Vlaamse Regering. Een regelmatig geschorst besluit kan worden ingetrokken.
De kerkraad of het centraal kerkbestuur kan het geschorste besluit gemotiveerd handhaven binnen honderd dagen na verzending van het schorsingsbesluit. Het handhavingsbesluit moet uiterlijk op de laatste dag van deze termijn naar de Vlaamse Regering worden gestuurd, met een afschrift aan het college van burgemeester en schepenen, de provinciegouverneur en het erkend representatief orgaan, op straffe van nietigheid van het geschorste besluit.
De termijn waarin de overheden, vermeld in artikel 58 en 59, een besluit van de kerkraad of het centraal kerkbestuur kunnen schorsen of vernietigen, wordt gestuit als de toezichthoudende overheid het dossier over dat besluit opvraagt of aanvullende inlichtingen vraagt. Ook een klacht stuit de termijn, mits deze klacht op de door de Vlaamse Regering bepaalde wijze wordt verstuurd. De dag na ontvangst van het dossier of de aanvullende inlichtingen door de toezichthoudende overheid begint een nieuwe termijn van dertig dagen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de notulen van de kerkraad St-Quintinus en St-Jozef.
De houtberging van scouts Juventa brandde een tijd geleden af. De scouts hebben inmiddels een omgevingsvergunning bekomen om bouwwerken aan te kunnen vatten voor de heropbouw.
Het bleek dat de scouts geen zakelijke rechten hadden op de gronden waar de berging stond en terug opgebouwd zal worden, hoewel dit wel met toestemming van de gemeente gebouwd werd. Om dit recht te trekken, wordt voorgesteld dat de scouts een recht van opstal toebedeeld krijgen.
Er wordt voorgesteld dat landmeter-expert Guy Gillissen aangesteld wordt een opmetingsplan op te maken, o.b.v. de verkregen vergunning d.d. 19 november 2024, alsook de jaarlijkse cijns te schatten.
Financieel kader:
Actie | AC001066 - Het patrimonium met maatschappelijk doel van de gemeente wordt zo optimaal mogelijk beheerd (in kaart brengen, toekomstperspectief, beheer,...) |
Meerjarenplannummer | MJP001027 - Het patrimonium met maatschappelijk doel van de gemeente wordt zo optimaal mogelijk beheerd (in kaart brengen, toekomstperspectief, beheer,...) - landmeterkosten |
Jaar | 2024 |
Transactiekrediet | € 66.000,00 |
Beschikbaar krediet na vastlegging jaar | € 3.351,43 |
Te voorzien budget i.f.v. uitvoering besluit | € 1.028,50 |
Beschikbaar krediet na vastlegging i.f.v. uitvoering besluit | € 2.322,93 |
Het college van burgemeester en schepenen stelt landmeter-expert Guy Gillissen aan om de gronden op te meten, te prekadastreren en de jaarlijkse cijns te bepalen voor wat betreft de gronden dewelke vzw Scouts en Gidsen Juventa in gebruik nemen voor het bouwen van een houtberging, op basis van de contouren zoals weergegeven in de omgevingsvergunning d.d. 19 november 2024.
Bij de hevige regenbuien op 1 augustus 2024 is er ernstige waterschade ontstaan in de toiletten van GC Tentakel. De afvoeren konden de grote hoeveelheid regenwater onvoldoende snel verwerken waardoor het via een verluchtingsbuis naar binnen gestroomd is.
Voor het 1.400 m2 grote dak zijn er zes dakafvoeren. Het regenwater van 80% van de dakoppervlakte stroomt echter af naar slechts twee afvoeren, helemaal vooraan het gebouw ter hoogte van de burelen en de toiletten.
De helft van het hoogste dak (boven de grote zaal) kan door het herleggen van de uitstroombuis afgeleid worden naar twee dakafvoeren aan de achterzijde van het gebouw. Ook het dak boven de foyer kan op dezelfde manier naar een andere afvoer geleid worden. De enige afvoer van het 225 m2 grote dak boven de vergaderlokalen kan rechtstreeks via de gevel naar beneden gebracht worden. Op die manier wordt de hoeveelheid water dat naar de twee afvoeren vooraan komt tot minder dan de helft herleid.
Bijkomend is het aangeraden per dakdeel een of meerdere noodspuwers te plaatsen die in geval van een verstopte afvoer het overtollige water buiten het gebouw lozen.
Via een ESCO-project van Fluvius werd in 2016 het dak grondig gerenoveerd en extra geïsoleerd. Beets Dakwerken nv, de aannemer die destijds de werken heeft uitgevoerd heeft de verluchtingsbuis waarlangs het water is binnengekomen reeds vervangen en verhoogd. Hij wijst ons er op dat indien we deze werken door een andere aannemer laten uitvoeren zijn 10-jarige aansprakelijkheid komt te vervallen.
Voor het verplaatsen en verlengen van de afvoeren en het leveren en plaatsen van zeven spuwers stelde Beets Dakwerken nv een offerte op voor een bedrag van €7.172,55 exclusief btw of €8.678,79 inclusief btw.
Er werden eveneens offertes aangevraagd bij andere aannemers. Enkel Multi-Renovatie bv reageerde hierop en diende een offerte in voor een bedrag van €9.322,85 exclusief btw. er dient wel opgemerkt te worden dat de hoeveelheden vermeld op hun offerte hoger liggen dan die van Beets Dakwerken nv. Om een vergelijking mogelijk te maken weren deze teruggerekend en komt het bedrag van de offerte op €7.078,85 exclusief btw.
Gezien het minimale prijsverschil en de nog lopende 10-jarige aansprakelijkheid stelt de dienst voor de opdracht te gunnen aan Beets Dakwerken nv aan het bedrag van €7.172,55 exclusief btw of €8.678,79 inclusief btw.
Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanpassingswerken aan de daken van GC Tentakel te laten uitvoeren door Dakwerken Beets nv voor een bedrag van €7.172,55 exclusief btw of €8.678,79 inclusief btw.
De opdracht "Ereloonovereenkomst voor het opstellen van een ontwerp en de opvolging van de werken voor de vervanging van het buitenschrijnwerk en het isoleren en afwerken van de buitengevels van het gemeentehuis" werd in de zitting van 12 september 2017 gegund aan SFAR Architectenbureau bvba. In het bestek werd opgenomen dat de opmaak van een startverklaring en het indienen van de EPB-aangifte inbegrepen was in deze opdracht. SFAR Architectenbureau bvba stelde voor deze deelopdracht Buro Conform bvba aan.
Tijdens de voorbereiding van vernoemd project stelde Fluvius in de vorm van een ESCO-project een voorstel op voor enerzijds een dakrenovatie en anderzijds een vernieuwing van de HVAC-installatie. In de zitting van 27 mei 2019 gaf het college van burgemeester en schepenen machtiging aan Fluvius voor het voeren van de detailstudie en aanbestedingsprocedure voor de vervanging van de HVAC en het dak.
Vermits door deze bijkomende werken de omschrijving in de EPB-regelgeving wijzigde van een "Renovatie" naar een "Ingrijpende Energetische Renovatie" bood Buro Conform bvba voor de uitbreiding van hun opdracht een offerte aan voor een bedrag van €4.300 exclusief btw. In de zitting van 9 september 2020 werd deze offerte goedgekeurd in de vorm van een bestelbon 2020004819.
Op 28 oktober 2020 stelde Buro Conform de EPB-voorafberekening op en diende deze in bij het Vlaams Energie en Klimaatagentschap (VEA).
Voor de indiening van de EPB-eindaangifte moest er gewacht worden tot na de uitvoering van de aansluitende projecten (vervanging van de HVAC-installatie en de dakrenovatie).
Voor de vernieuwing van de HVAC-installatie werd de overeenkomst met Fluvius stopgezet. In de zitting van 11 mei 2021 werd een nieuwe ontwerper aangesteld, Studiebureau Multis.
In de zitting van 13 december 2022 werd bovendien een interieurontwerper aangesteld voor de "herinrichting gemeentehuis Zonhoven naar publiekshuis Zonhoven", met name Studio Dott.
Vermits de definitieve plannen van deze herinrichting in geen enkel opzicht meer overeenkomen met de bestaande toestand, waarop de EPB-verslaggever zijn rapport heeft gebaseerd, dienen zij een herberekening te doen. Ingenieurs & adviesbureau 2B|SAFE (de nieuwe naam van Buro Conform bvba) schat hier 16 uren voor nodig te hebben die zij in regie aanbieden aan €85 per uur of een totaal van €1.360 exclusief btw.
Het college van burgemeester en schepenen keurt de offerte goed voor de herberekening van het EPB verslag van Ingenieurs & adviesbureau 2B|SAFE voor een bedrag van €1.360,00 exclusief of €1.645,60 inclusief btw.
In de Sparrenweg (dossier 18/6412) werd de nieuwe verkaveling door aannemer Hoogmartens Allgrounders en Infra aangelegd.
Op 22 november 2024 werd er een proces verbaal opgesteld van definitieve oplevering door de volgende aanwezigen:
Er waren geen opmerkingen tijdens de schouwing. De definitieve oplevering wordt toegestaan.
Het college van burgemeester en schepenen keurt het proces verbaal van definitieve oplevering van de verkaveling aan de Sparrenweg goed.
Mail van schepen Vandeput dd. 12 november 2024 aan diensthoofd Patrimonium, Petra Kiepkowski:
Op de trage verbinding tussen de Rozenstraat en de Bremstraat is geen verlichting. Het is een functionele verbinding met veel gebruikspotentieel.
Gezien er een onveiligheidsgevoel heerst in de tuinwijk ben ik voorstander om deze passage te verlichten.
Gelijkaardige verbindingen op het wijkje in Termolen hebben de juiste verlichting. Volgens mij heeft het verdere traject richting Mommersbos ook verlichting.
Na de eventuele goedkeuring van het collega van burgemeester en schepenen, neemt de dienst Patrimonium dit verder op met Fluvius voor uitvoering.
Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord met de plaatsing van bijkomende openbare verlichting op de trage verbinding in de Tuinwijk. Dit wordt afgehouden van de dividenten OV Fluvius.