2024_CBS_00252 - OMV - besluit Vlaamse Regering - Schutenseweg, Donkeindeweg (deel), Schoenmakersweg, Keurstraat, Bremstraat, Beemdstraat, Varenstraat (deel) - 2023/00043 - Kennisneming

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de beslissing van de Vlaamse Regering van 06 maart 2024:

BESLUIT
Artikel 1. Het ontvankelijk bevonden beroep wordt deels gegrond verklaard.

Artikel 2. §1. Aan de Opdraver Fluvius Limburg, Trichterheideweg 8, 3500 Hasselt, wordt de vergunning verleend voor de volgende stedenbouwkundige handelingen voor het aanleggen van een gescheiden riolering, gelegen te 3520 Zonhoven, Schutenseweg, Donkeindeweg, Bremstraat, Donkeindeweg, Doktersstraat, Keurstraat, Beringersteenweg, Beemdstraat, Schoenmakersweg:
Locatie Beverzakbroekweg Noord:

§2. Aan de Opdraver Fluvius Limburg, Trichterheideweg 8, 3500 Hasselt, wordt de vergunning verleend voor de volgende stedenbouwkundige handelingen voor het aanleggen van een gescheiden riolering, gelegen te 3500 Hasselt, Ranonkelstraat, Kempische steenweg en 3520 Zonhoven, Varenstraat, Slangbeekweg:
Locatie Beverzakbroekweg Zuid:

§3. Aan de Opdraver Fluvius Limburg, Trichterheideweg 8, 3500 Hasselt, wordt de vergunning verleend voor de exploitatie van een tijdelijke bemaling met inrichtingsnummer 20221013-0063, gelegen te 3520 Zonhoven, Schutenseweg, Donkeindeweg, Bremstraat, Donkeindeweg, Doktersstraat, Keurstraat, Beringersteenweg, Beemdstraat, Schoenmakersweg, Varenstraat, Slangbeekweg en 3500 Hasselt, Ranonkelstraat, Kempische steenweg, omvattende volgende inrichtingen en activiteiten:

§4. Aan de Opdraver Fluvius Limburg, Trichterheideweg 8, 3500 Hasselt, wordt de vergunning verleend voor de wijziging van vegetatie, gelegen te 3500 Hasselt en 3520 Zonhoven:

Beverzakbroekweg Noord Bekken:

Beverzakbroekweg Zuid Buffergracht:

Artikel 3. De plannen en het aanvraagdossier waarop dit besluit gebaseerd zijn, maken er integraal deel van uit.

Artikel 4. De omgevingsvergunning wordt verleend voor
- onbepaalde duur, die aanvangt op datum van de vergunning, met uitzondering van de tijdelijke bemaling;
- een termijn van 2 jaar, vanaf de start van de werken, voor de tijdelijke bemaling.

Artikel 5. De omgevingsvergunning wordt verleend onder de volgende voorwaarden en/of lasten die moeten nageleefd worden:

§1. Met betrekking tot de stedenbouwkundige handelingen:

1. Bij het vinden van archeologische sporen of vondsten tijdens de uitvoering van de werken, meldt de bouwheer dit binnen de 3 dagen aan het agentschap Onroerend Erfgoed (www.onroerenderfgoed.be).

2. Na de werken worden de werkzones terug in oorspronkelijke staat hersteld.

3. Het advies van 29 maart 2023 van de nv Infrabel wordt strikt nageleefd.

- De vergunning wordt verleend op grond van artikel 90bis, 55, derde lid, van het Bosdecreet en onder de voorwaarden zoals opgenomen in het hierbij gevoegde compensatieformulier met kenmerk: 23- 204727;

- De te ontbossen oppervlakte bedraagt 964 m². Deze oppervlakte valt niet meer onder het toepassingsgebied van het Bosdecreet;

- De resterende bosoppervlakte 1238 m²  moet als bos behouden blijven. Bijkomende kappingen in deze zone kunnen maar uitgevoerd worden mits machtiging door het Agentschap voor Natuur en Bos. Het is evenmin toegelaten in deze zone constructies op te richten of ingrijpende wijzigingen van de bodem, de strooisel-, kruid- of boomlaag uit te voeren;

- De ontbossing kan enkel worden uitgevoerd conform het plan toegevoegd als bijlage, waarop ook de als bos te behouden zones zijn aangeduid;
- De bosbehoudsbijdrage van € 2263.26 dient binnen de 4 maanden, vanaf de datum waarop gebruik mag gemaakt worden van deze vergunning, gestort te worden. Het overschrijvingsformulier voor het vereffenen van de bosbehoudsbijdrage zal rechtstreeks door ANB worden overgemaakt aan de aanvrager van zodra de vergunning van kracht wordt;
- De compenserende bebossing op het perceel/de percelen Hasselt 7 sectie G OD (zie ontbossingsplan in bijlage!) over een oppervlakte van 802 m² dient uitgevoerd te worden binnen 2 jaar vanaf de datum waarop gebruik mag gemaakt worden van deze vergunning. De compenserende bebossing zal uitgevoerd worden door de aanvrager van de vergunning. Deze verbindt er zich toe om minstens binnen 30 dagen voordat de compenserende bebossing wordt uitgevoerd dit aan het Agentschap voor Natuur en Bos te melden. Wanneer de compenserende bebossing volledig is uitgevoerd, kan men hiervan een attest bekomen bij de provinciale afdeling van het Agentschap voor Natuur en bos.
5. De voorwaarden zoals opgenomen in het advies van 6 april 2023 van de afdeling Waterbeheer van de provincie Limburg met betrekking tot de machtiging en de tijdelijke machtiging aan de Slangbeek, een onbevaarbare waterloop van de 2^de categorie, worden strikt nageleefd,
6. Er wordt gebruik gemaakt rijplaten, al dan niet in combinatie met houten schotten om bodemverdichting te voorkomen ter hoogte van de werkzones/werftoegangen.

7. De werfzones (toegang, tijdelijk depot) worden niet ingericht in de omliggende boszones.
8. De met rood aangeduide straten op figuur 2 uit de passende beoordeling  'sr001bem-bemalingsstudie-2022-12-01-inclbijlagen-signed', toegevoegd de aanvraag, worden uitgevoerd met niet poreuze RWA-buizen.

§2. Met betrekking tot de ingedeelde inrichting of activiteit:
a. Algemene en sectorale milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM
De algemene en sectorale milieuvoorwaarden staan in titel II van het VLAREM. Bij  wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van  toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel  II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/,

b. Bijzondere milieuvoorwaarden:
1. De start- en stopdatum wordt gemeld van de bemaling wordt gemeld aan de Vlaamse Milieumaatschappij via grondwater.lim.vergevmm.be.
2. Ter hoogte van de bemalingsfase S3 worden er zettingsmetingen uitgevoerd. De meetlocaties worden voor de uitvoering van de werken bepaald in samenspraak met de bouwheer, aannemer en studiebureau. Er worden zettingsbakens geplaatst bij de meest nabije zettingsgevoelige objecten van derden aan elke zijde van de bemaling. Van zodra de bemaling wordt opgestart, worden de zettingen opgevolgd. De monitoring gebeurt per zettingsbaken minstens met volgende frequentie:
- Voor het opstarten van de bemaling: 1 zettingsmeting (nulmeting);
- Week 1 na opstart van de bemaling en elke eerste week nadat een dieper bemalingspeil is ingesteld: vijfmaal per week een zettingsmeting;
- Vanaf week 2 na opstart van de bemaling en elke tweede week nadat  een dieper bemalingspeil is ingesteld: éénmaal per week een zettingsmeting.

De metingen op de zettingen mogen stopgezet worden van zodra deze niet meer wijzigen. Bij het instellen van een dieper bemalingspeil wordt de zettingsmeting terug opgestart volgens bovenstaande frequentie. Bij een absolute zetting van 15 mm of meer gemeten wordt ter hoogte van een  zettingsgevoelige constructie wordt de bemaling bijgestuurd. Vanaf 20 mm wordt ze stilgelegd. Er wordt technisch een terugvalscenario voorzien dat dit mogelijk maakt.

3. Elke bemalingspomp wordt gestuurd op het grondwaterpeil in een peilbuis in een pompput of op het grondwaterpeil in aparte peilputten. De noodzakelijke verlaging wordt per lijntraject bepaald en de regeling van de peilsturing wordt bijgesteld in functie van de vordering van de werken.
4. Het totaal opgepompte debiet van de volledige bemalingsperiode bedraagt maximaal 462.874 m³.
5. De concentratie aan opgeloste zuurstof bij de lozing van het bemalingswater in de Semmestraatgracht voldoet aan de basismilieukwaliteitsnorm voor opgeloste zuurstof in oppervlaktewateren (6 mg 02/1). Wanneer het gehalte aan opgeloste zuurstof in het bemalingswater lager is dan deze waarde, wordt een beluchter geplaatst of worden andere maatregelen genomen om het gehalte aan opgeloste zuurstof boven deze waarde te krijgen voor dat het water in de Semmestraatgracht geloosd wordt.
6. Het bemalingswater wordt maximaal geloosd in nabij gelegen grachten of oppervlaktewateren.
7. De bemaling van strengen 3 en 5 worden uitgevoerd buiten het vegetatieseizoen (maart-oktober).
8. Er wordt gewerkt met geluidsarme pompen en er worden geen stroomgeneratoren gebruikt. 

De vergunningverlenende overheid wijst op volgende aandachtspunten:

1. Het is aangeraden een oriënterend bodemonderzoek uit te voeren ter hoogte van de Schutenseweg nummer 91a bij de overdracht. 

Arrtikel 6. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in de gevallen en overeenkomstig de voorwaarden vermeld in de artikelen 99 en 101 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014.