Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het schrijven van de provincie Limburg van 5 november 2024, nl.:
“Hierbij deel ik u mee dat het beroep van de heer Vanderspikken Jelle, ingediend tegen de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van Zonhoven d.d. 2024-09-03, waarbij een vergunning afgegeven werd, aan mevrouw Gorissen Katrien, Zandstraat 96A, 3500 (IIOA – Inrichtingsnummer: 20201226-0009), voor het project ‘verbouwen woning en uitbreiding bronbemaling’, ter plaatse Hortstraat 64, 3520 Zonhoven als administratief volledig en ontvankelijk wordt beschouwd. Het onderzoek van het beroep wordt heden gestart.
Overeenkomstig artikel 66 van het Omgevingsvergunningsdecreet van 25 april 2014 moet de deputatie uitspraak doen over uw beroep binnen een termijn van 60 dagen na datum van de ontvankelijk- en volledigverklaring van het (laatste) beroep. Deze termijn kan éénmalig met 60 dagen worden verlengd in uitzonderlijke omstandigheden (toepassing van de administratieve lus/aanvraag die wegenwerken omvat) of op gemotiveerd verzoek van de vergunningsaanvrager.
Er zal een hoorzitting georganiseerd worden op 10 december 2024. Hiervoor zal u nog een aparte uitnodiging ontvangen.”
Volgende argumentatie werd gevoegd bij het beroepsdossier:
“Beroepschrift ivm Dosiernummer 2024/00101, OMV_2024069914 met betrekking tot het document "besluit van het college van burgemeester en schepenen tot de verlening van een omgevings vergunning", beslissing_omgevingsvergunning_20240827_152330_0.pdf.
Het beroepschrift doet betrekking op de lozingspunten van de voorgestelde bronbemaling en verleende adviezen hieromtrent. Met name en in het bijzonder, volgende paragrafen:
Pagina 2: "Het bemalingswater dient in eerste instantie op de gracht op de perceelsgrens geloosd worden. Indien blijkt dat de gracht niet waterdragend is of dat het lozen van het bemalingswater voor hinder naar de omgeving zorgt, kan hier van afgeweken worden. Het water kan dan op de openbare riolering geloosd worden. Dit dient op voorhand naar de dienst leefmilieu gecommuniceerd te worden waarbij de toelating van Aquafin wordt meegestuurd."
Pagina 7: "De exploitant geeft aan te willen lozen op de gracht aan de linkerzijde en achterzijde van het perceel. Volgens gemeentelijke gegevens mondt deze gracht uiteindelijk uit in het gemengd stelsel op de De Drij Dreven. De gemeente heeft geen zicht of de grachten nog waterdragend zijn. Aan de straatkant ligt een gemengde riolering. Een lozing op de achterliggende gracht verkiest de voorkeur gezien het grondwater maximaal kan infiltreren."
Pagina 7: "Het bemalingswater dient in eerste instantie op de gracht op de perceelsgrens geloosd worden. Indien blijkt dat de gracht niet waterdragend is of dat het lozen van het bemalingswater voor hinder naar de omgeving zorgt, kan hier van afgeweken worden."
Pagina 8: "Het bemalingswater dient in eerste instantie op de gracht op de perceelsgrens geloosd worden. Indien blijkt dat de gracht niet waterdragend is of dat het lozen van het bemalingswater voor hinder naar de omgeving zorgt, kan hier van afgeweken worden."
Beroep:
De achterzijde van perceel Afd 1, A336R loopt licht hellend af richting de achterste perceelgrens, grenzend aan naburig perceel Afd1, A336W (waarvan ik eigenaar ben). Ter hoogte van de achterliggende perceelsgrens van perceel Afd 1, A336R is er geen gracht aanwezig, en is er tevens geen gracht / water loopverbinding aanwezig via perceel Afd1, A336W die voor de afwatering van de bronmaling of eventueel regenwater die via de Voortbeek naar de De Drij Dreven kan in staan. Er is immers nooit een gracht / verbinding via perceel Afd1, A336W richting Voortbeek of De Drij Dreven op het perceel Afd1, A336W aanwezig geweest (dit kan voor minstens 50 jaar bevestigd worden).
De ingediende plannen, waarop de gemeente Zonhoven zijn advies baseert, zijnde:
-BA_D2401_I_B_1_inplanting bestaand-.pdf
-BA_D2401_I_N_2_inplanting nieuw - Gewijzigd-.pdf
-BA_D2401_T_B_1_terreinprofiel bestaand-.pdf
-BA_D2401_T_N_1_terreinprofiel nieuw-.pdf
-BA_D2401_Funderingsplan - Droogzuiging - Gewijzigd-.pdf
geven dan ook de huidige situatie omtrent de grachten, en eventueel mogelijke opties van afwatering van bemalingswater of eventueel regenwater, niet correct weer.
Bijgevolg is het niet aanvaardbaar om het bemalingswater of evt regenwater te lozen via één van de aangrenzende (eventueel lager liggende) percelen, daar dit zware water overlast en hinder zal veroorzaken, met zelfs eventuele vervuiling van de percelen/gronden tot het gevolg (vermits niemand weet wat de zuiverheid is van de grondbemaling, en in het bijzonder ijzer gehalte,PFAS gehalte, etc). De zijloop van de Voortbeek dewelke doorheen perceel Afd1, A336W loopt, heeft zelfs nu reeds moeite om het water af te voeren en bevindt zich circa 94m verder dan de achterperceel grens van Afd 1, A336R. Zie bijlage 2 en 3, inzake overstromingsgevoelige gebieden. Wateroverlast van extra bemalingswater of eventueel regenwater via geen enkele gracht of waterverbinding zal wateroverlast in de buurt en in het bijzonder op mijn perceel gelegen te Afd1, A336W (Hortstraat 56) veroorzaken.
Daarom stel ik voor om :
1) Een plaats bezoek door een gemachtigde ambtenaar te laten uitvoeren om de huidige toestand van zowel perceel Afd1, A336R als het achterliggend perceel Afd1, A336W vast te stellen, met in bijzonder aandacht voor de grachten en mogelijke opties voor de afwatering van bemalingswater of eventueel regenwater. Indien geen plaats bezoek mogelijk is, stel ik voor om zich te baseren op de foto's genomen ter hoogte van het achterliggend perceel Afd1, A336W dewelke in bijlage te raadplegen zijn en de huidige toestand weergeven. Zie dossierstukken bijlage 1, 2 en 3.
2) Op basis van punt 1, hierboven omschreven, het advies omtrent het lozen van het bemalingswater te wijzigen naar: bemalingswater dient geloosd te worden via de openbare riolering zodoende geen wateroverlast, schade toe te brengen tijdens het lozen van bemalingswater aan de omliggende percelen en in het bijzonder het achterliggend perceel Afd1, A336W.
3) Op basis van punt 1, hierboven omschreven, het besluit genomen kan worden dat in Omgevingsvergunning OMV2024069914 zowel in de huidige toestand geen gracht op het perceel Afd1, A336R bevat , als in de nieuwe toestand geen gracht op het perceel Afd1, A336R zal bevatten.
Advies dienst:
De gemeentelijk omgevingsambtenaar (GOA) blijft bij het voorgaand standpunt en wenst hiervoor te verwijzen naar het verslag GOA d.d. 26 augustus 2024, zoals weergegeven in het gunstig advies van het CBS d.d. 3 september 2024.
De gemeente volgt het stappenplan van de bemalingsleidraad van de VMM waarbij het lozen van bemalingswater op de gemengde riolering slechts als laatste optie gezien moet worden. Indien er andere mogelijkheden zijn zoals infiltratie ter plaatse of lozing op een waterloop dienen deze opties eerst bekeken te worden. Wanneer zou blijken dat deze opties niet mogelijk zijn zonder overlast naar omwonenden te zorgen, kan hier weliswaar van afgeweken worden. Dit werd zo ook in het verslag GOA d.d. 26 augustus 2024 gemotiveerd.
In het beroepsschrift wordt aangehaald dat er geen grachten aanwezig zijn waarop het bemalingswater geloosd kan worden ter hoogte van de percelen 336W en 336R, zoals door de eigenaar van perceel 336R werd aangevraagd.
De gemeente Zonhoven beschikt over een kaartlaag waarop de verschillende grachtenstelsels in de gemeente geïnventariseerd werden. Op deze kaart staat ook een gracht aangeduid die vanaf perceel 336R langs perceel 336W richting de Voortbeek loopt. Aangezien deze kaart niet recent geüpdatet werd, kan het zijn dat de huidige situatie niet meer overeenkomt met de situatie zoals weergegeven op deze kaart.
Aangezien de situatie op het terrein steeds kan wijzigen, werd ook in de motivering aangehaald dat lozing op de grachten enkel mogelijk is wanneer er geen overlast veroorzaakt zou worden naar omwonenden toe. Indien blijkt dat lozen op de gracht niet mogelijk is zonder overlast naar omwonenden te veroorzaken, kan geloosd worden op het gemengde rioleringsstelsel.
Het college van burgemeester en schepenen beslist het ingediende beroep negatief te beoordelen en behoudt het standpunt van 3 september 2024.