Terug
Gepubliceerd op 16/10/2024

2024_CBS_01007 - OMV - Vergunning - Opheldingsweg 10 - 2024/00130 - Goedkeuring

College van burgemeester en schepenen
di 08/10/2024 - 13:30 schepenzaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur; Kristine Kaminski, waarnemend algemeen directeur

Secretaris

Bart Telen, Algemeen directeur
2024_CBS_01007 - OMV - Vergunning - Opheldingsweg 10 - 2024/00130 - Goedkeuring 2024_CBS_01007 - OMV - Vergunning - Opheldingsweg 10 - 2024/00130 - Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR

Dossiernummer:    2024/00130
Referentie omgevingsloket:    OMV_2024087113

De aanvraag, ingediend door Ruben Verhoeven en Julia Moens wonende te Dijkweidestraat 11 te 3520 Zonhoven, werd ontvangen op 17/06/2024 en op 08/07/2024 ontvankelijk en volledig verklaard.

De aanvraag gaat over een terrein, gelegen Opheldingsweg 10, kadastraal gekend als afdeling 3 sectie F nr. 170M.

De aanvraag gaat over het slopen van constructies, het rooien van bomen en struikgewas, een reliëfwijziging en het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

De gemeentelijke omgevingsambtenaar heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de geldende wettelijke bepalingen, (in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid, het decreet Natuurbehoud en hun uitvoeringsbesluiten).

1.    STEDENBOUWKUNDIGE BASISGEGEVENS

De locatie van de aanvraag is volgens het Origineel bij Koninklijk besluit goedgekeurd gewestplan op 3 april 1979 gelegen in woongebied.
De locatie van de aanvraag is niet gelegen binnen een bijzonder plan van aanleg.
De locatie van de aanvraag is niet gelegen binnen een ruimtelijk uitvoeringsplan.
Het project maakt deel uit van de goedgekeurde verkaveling 7204.V.80/16 goedgekeurd op 16 september 1981, het betreft lot 1.
Het project maakt deel uit van de goedgekeurde verkavelingswijziging 7204.V.80/16\01 goedgekeurd op 20 oktober 2008, het betreft lot 1.
De aanvraag wijkt af van volgende verkavelingsvoorschriften:
TITEL I: ALGEMEENHEDEN
Artikel 1: welstand van gebouwen:
- Dakmaterialen:
De verkavelingsvoorschriften stellen dat de hellende daken belegd moeten worden met panne, natuurleien, kunstleien of esthetisch verantwoorde kleinschalige materialen
Het ontwerp voorziet een plat dak uitgevoerd in EPDM
- Dakvlakken:
De verkavelingsvoorschriften stellen dat de hellende daken minstens twee dakvlakken, afwaarts hellend naar de buiten muren van de constructie, dienen te vertonen
het ontwerp voorziet een plat dak.
Artikel 2: dakvensters:
De verkavelingsvoorschriften stellen dat in het dakvlak rechtstaande vensters met een horizontale platte afdekking ingebouwd mogen worden.
Het ontwerp voorziet in het plat dak een lichtstraat op maat van 2.43m op 0,98m.
TITEL II: BIJZONDERHEDEN
Artikel 9: afmetingen:
- Kroonlijst:
De verkavelingsvoorschriften stellen dat de kroonlijst moet begrepen zijn tussen 3m en 6m ten opzichte van het wegpeil.
Het ontwerp voorziet een dakrandhoogte van 6.55 ten opzichte van het wegpeil.
- Dakhelling:
De verkavelingsvoorschriften stellen een hellend dak met een helling tussen 25° en 45°
Het ontwerp voorziet een plat dak.
Artikel 10: Dak- en gevelmaterialen:
- Dakmaterialen:
De verkavelingsvoorschriften stellen dat het dak dient te bestaan uit zwarte leien.
Het ontwerp voorziet een plat dak uitgevoerd in EPDM
- Gevelmaterialen:
De verkavelingsvoorschriften stellen dat de gevelmaterialen dienen te bestaan uit ruw rode of bruinrode bakstenen als hoofdmateriaal.
Het ontwerp voorziet een grijs/bruine genuanceerde gevelstenen gecombineerd met gevelpanelen bestaande uit bruin/zwart gemoffeld aluminium.

De verkaveling is ouder dan 15 jaar. Daarom vormen de verkavelingsvoorschriften niet langer een weigeringsgrond en moet er een toetsing gebeuren van de goede ruimtelijke ordening.

Volgende verordeningen zijn van kracht:
• algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake openluchtrecreatieve verblijven goedgekeurd op 8 juli 2005;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, .... goedgekeurd op 10 februari 2023.

2.    HISTORIEK

Volgende dossiers zijn relevant:
• Stedenbouwkundige vergunning (2010/11680) voor het kappen van 4 hoogstammige bomen - goedgekeurd op 26/04/2010.
• Verkavelingsvergunning (7204.V.80/16) voor het verkavelen van een grond - goedgekeurd op 16/09/1981.
• Verkavelingsvergunning (7204.V.80/16\01) voor het wijzigen van de perceelsconfiguratie en kappen van eiken - goedgekeurd op 20/10/2008.

3.    BESCHRIJVING OMGEVING EN AANVRAAG

Beschrijving van de plaats & omgeving

Het perceel bevindt zich aan een vrij smal en doodlopend gedeelte van de Opheldingsweg, een gemeenteweg ten zuidwesten van het centrum van Zonhoven. 

De nabije omgeving bestaat voornamelijk uit residentiële bebouwing in open en halfopen verband. De bebouwing is opgericht met één tot twee bouwlagen onder overwegend hellende daken. De gevelafwerking bestaat voornamelijk uit een gevelsteen in diverse tinten en texturen. 

Het rechts aangrenzend perceel is bebouwd met een vrijstaande eengezinswoning bestaande uit 1 bouwlaag onder een hellend dak. Het links aanpalend perceel is eveneens bebouwd met een vrijstaande eengezisnwoning bestaande uit 1,5 bouwlaag onder een hellend dak.  
Aan de overzijde van de straat is een groen ingevulde open ruimte aanwezig.
In de ruimere omgeving bevindt zich tevens de bedrijfssite van Konings NV.

Het perceel is begroeid met struikgewas en bomen. Op het perceel bevinden zich twee kleine constructies.

Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag gaat over het slopen van kleine vrijstaande constructies, het rooien van bomen, het verwijderen van struikgewas, een beperkte reliëfwijziging en het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning. 

Om de woning op te richten worden de kleine vrijstaande constructies gesloopt en wenst men ter hoogte van de bouwzone en dicht tegen deze bouwzone drie bomen te rooien (1 dode zomereik, een grove den en een hazelaar). Bijkomend zal men ook verschillende lage struiken/beplanting ter hoogte van deze zone verwijderen. 

Het perceel kent een ongelijk reliëf. Om het terrein toegankelijk te maken wordt een talud tot 65cm boven het peil van de wegas, ter hoogte van de voorste perceelsgrens, verlaagd met 0,52m (tot 13cm boven het peil van de wegas), dit tot 3,21m achter de voorste perceelsgrens. Daarachter ligt het terrein op dezelfde hoogte als het peil van de wegas, ter hoogte van de achterste perceelgrens ligt dit ca. 0,08m lager.
Ter hoogte van de woning zal het reliëf opgehoogd worden met ongeveer 0,24m en de vloerpas wordt voorzien op 0,30m boven de as van de voorliggende weg. Aan de achterzijde zal men het bestaande terreinniveau behouden.
Omwille van de toegankelijkheid van het perceel wordt een overwelving van de voorliggende gracht voorzien aan de rechterzijde van het perceel ter hoogte van de oprit en het toegangspad, dit over een breedte van 5m.

Het perceel, bestemd voor een vrijstaande eengezinswoning, heeft een straatbreedte van 30m en een diepte van 21,45m aan de rechterzijde en 22,72m aan de linkerzijde.
De woning wordt ingeplant op 5m à 5,03m uit de voorste perceelsgrens, op 3m à 3,02m uit de linker perceelsgrens en op 10,72m à 11,16m uit de rechter perceelsgrens.
De woning met 2 bouwlagen heeft een bouwdiepte van 6,70m, de bouwbreedte bedraagt op het gelijkvloers 15,51m en op de verdieping 13,43m. De woning bestaat uit twee bouwlagen onder platte daken met een dakrandhoogte gelegen tussen 3,40m en 6,31m ten opzichte van het maaiveld. 

De gevelafwerking is voorzien in grijs/bruin genuanceerde gevelsteen in wildverband gelijmd, gecombineerd met gevelpanelen en buitenschrijnwerk in bruin/zwart gemoffeld aluminium en dorpels in graniet (Zimbabwe black gezoet). De dakranden en regenwaterafvoeren zullen eveneens in bruin/zwart gemoffeld aluminium voorzien worden. 

Intern wordt op het gelijkvloers een inkomhal met trap, een toilet, bureau, een leefruimte met aansluitend een open keukenruimte en een berging met toegang tot de kelderverdieping voorzien.
Op de verdieping voorziet men een berging, toilet, 3 slaapkamers, een dressing en een badkamer.
De woning wordt opgericht met een kelderverdieping over de volledige bouwbreedte en bouwdiepte van de woning. Hierin zullen de technieken voorzien worden, naast kelderberging.

Tot slot wordt het terrein ingericht met groenaanplantingen, een wadi en verhardingen.
Aan de rechterzijde van de woning wordt een oprit aangelegd in de vorm van een karrenspoor tot aan de achtergevel van de woning, met een lengte van 11,71m, voor het stallen van twee voertuigen. Aan de linkerzijde van deze oprit wordt een toegangspad naar de inkomzone aangelegd met een breedte van 1,20m. Dit pad wordt doorgetrokken langsheen de voorgevel tot aan de voordeur, met een breedte van 1m en een lengte van 9,3m. Beide paden worden uitgevoerd in waterdoorlatende kiezelverharding.
Omwille van privacy zal men op ca. 1,20m voor de woning een tuinmuur voorzien met een hoogte van 1,61m tegenover het maaiveld, een breedte van 8,50m en een dikte van 0,60m. Deze wordt ingeplant op 3,21m uit de voorste perceelsgrens, op 3m uit de linker perceelsgrens. De muur komt voor het raam van de zitruimte en de inkomhal.
Aan de linker achterzijde van de woning, aansluitend aan de leefruimte, wordt een terras aangelegd met een oppervlakte van 15m² in tegelverharding op terrasdragers.
Naast de reeds aanwezige en te behouden groenelementen (struiken en diverse kleinere bomen) worden in de voortuin nieuwe beplantingen (struiken) voorzien, aan de rechterzijde wordt een wadi aangelegd en verder wordt de onverharde ruimte ingericht met gazon.

4.    OPENBAAR ONDERZOEK 

Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.
Het openbaar onderzoek werd georganiseerd van 19 juli 2024 t.e.m. 17 augustus 2024.

5.    ADVIEZEN

Aan volgende adviesverleners werd advies gevraagd:
• dienst facilitair management
• dienst patrimonium
• Fluvius.

6.    EFFECTEN OMGEVING

Project-MER

De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van bijlage I, II en III van het besluit inzake projectmilieueffectrapportage van 10 december 2004 en latere wijzigingen.

Stikstofdecreet

Voor een eengezinswoning, kunnen we uitgaan van ongeveer 2920 vervoersbewegingen per jaar (4 personen x 2 vervoersbewegingen/persoon x365 dagen/jaar= 2920 jaarlijkse vervoersbewegingen). Dit is minder dan 70.000 jaarlijkse vervoersbewegingen (VITO tabel 3, licht verkeer, KDW =6 en afstand = 0). Dit betekent dat zelfs indien een huis op het meest kritische habitat gebouwd wordt, de impact van het verkeer nog niet zal zorgen voor een overschrijding van de 1% de minimis. We kunnen bijgevolg met absolute zekerheid besluiten dat de impactscore van de bouw van deze eengezinswoning, voor wat betreft mobiliteit, lager is dan 1%.

7.    INHOUDELIJKE BEOORDELING

Decretale beoordelingselementen

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de VCRO kan gesteld worden dat de Opheldingsweg een voldoende uitgeruste openbare weg is.
De aanvraag gaat niet over de oprichting van een bedrijfswoning.
De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook.
Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

Zonering

Het perceel is volgens het zoneringsplan voor riolering, van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), gelegen in collectief te optimaliseren buitengebied. Er is riolering gepland, of er is riolering aanwezig maar die is nog niet aangesloten op een waterzuivering. Er moet een septische put voorzien worden in afwachting van een aansluiting op de riolering en rioolwaterzuivering.
Het ontwerp voorziet een septische put voor grijs en zwart water met een inhoud van 3.000 liter. Dit is voldoende voor een gezin tot en met 5 inwoners. 

Waterparagraaf

Het decreet over het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013, legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd worden. Deze watertoets schat de eventuele schadelijke effecten in ten koste van de watersystemen bij de inname van ruimte.

Sedert de inwerkingtreding van omzendbrief OMG/2022/1 d.d. 15/12/2022 dient de vergunningverlenende overheid de watertoets op een gewijzigde manier uit te voeren bij dossiers ingediend vanaf 01/01/2023.  De watertoetsprocedure werd geoptimaliseerd, er werden aandachtspunten en richtlijnen geformuleerd en het kaartmateriaal inzake overstromingsgevoelige gebieden werd aangepast.

Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt noch in een pluviaal, noch in een fluviaal overstromingsgebied. Het terrein is logischerwijze evenmin in een gebied voor zeeoverstromingen gesitueerd.

Daarom moet in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel door de toename van de verharde oppervlakte wordt de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit moet gecompenseerd worden overeenkomstig de normen vastgelegd in de geldende gewestelijke hemelwaterverordening:

De plannen geven aan dat voor de nieuw opgerichte woning met een horizontale dakoppervlakte van 103,91m² een hemelwaterput voorzien wordt met een inhoud van 10.000 liter en recuperatie van het hemelwater voor toiletten, buitenkraantjes en wasmachine. De overloop van de hemelwaterput wordt aangesloten op een open infiltratievoorziening met een infiltratieoppervlakte van 11,81m² ( minimaal vereist 5,91m²) en een infiltratievolume van 4.012 liter (minimaal vereist 2.439,03 liter), wat voldoet aan de verordening.

De verordening is niet van toepassing op de aanleg van de voorziene verhardingen. Het hemelwater dat op de verharding valt, wordt namelijk niet opgevangen en afgevoerd, maar kan volgens de aanvraag op natuurlijke wijze op eigen terrein in de bodem infiltreren.

Gezien de aanvraag voldoet aan de hemelwaterverordening, doorstaat deze ook de droogtetoets. Het effect van droogte wordt namelijk gemilderd door het regenwater dat op het terrein terecht komt maximaal vast te houden.

Natuurtoets

Het perceel is niet gelegen binnen of grenzend aan een speciaal beschermingsgebied. Omwille van de ligging, de aard van het project en de afstand tot de waardevolle natuurgebieden wordt gesteld dat er geen impact is van de projectaanvraag op de natuurwaarden. 

Erfgoed- & Archeologietoets

Het perceel is niet gelegen binnen een beschermd stads- of dorpsgezicht. Er zijn geen monumenten in de omgeving.
Conform het Onroerenderfgoeddecreet d.d. 12/07/2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag gezien de oppervlakte van het perceel kleiner is dan 3000 m².

Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening

De verkaveling is ouder dan 15 jaar. Daarom vormen de verkavelingsvoorschriften niet langer een weigeringsgrond, en moet er een toetsing gebeuren van de goede ruimtelijke ordening.

Functionele inpasbaarheid

De woonfunctie is functioneel inpasbaar op deze locatie, een overwegend residentiële omgeving. Het perceel is bestemd voor een vrijstaande eengezinswoning, hetgeen de aanvraag voorziet.

Mobiliteitsimpact

De aanvraag voorziet de aanleg van een inrit in de vorm van een karrenspoor over een lengte van 11,71m, voor het stallen van twee voertuigen. Het aantal autostaanplaatsen stemt overeen met het aantal woongelegenheden à rato van 1,5 per wooneenheid. 

Schaal

De woning wordt opgericht op 5,01m uit de voorste perceelsgrens met een maximale bouwbreedte van 15,51m en een bouwdiepte van 6,70m. De bebouwing in de directe omgeving varieert sterk qua bouwdiepte, bouwhoogte alsook materiaalgebruik. Rekening houdend met de gevarieerde bebouwing in de directe omgeving zal de woning niet als storend ervaren worden in het straatbeeld. De aanvraag wijkt niet af van de algemeen gehanteerde normen voor eengezinswoningen qua bouwdiepte, bouwhoogte en inplanting.
De aanvraag creëert voldoende woonkwaliteit en gebruiksgenot voor de bewoners.

Ruimtegebruik en bouwdichtheid

De aanvraag voorziet een vrijstaande eengezinswoning, aanvaardbaar op deze locatie.
Het ontwerp voorziet 109,01m² bebouwde oppervlakte en de verhardingen blijven beperkt tot een oppervlakte 40,80m². Rekening houdend met de oppervlakte van het perceel van 647m², bedraagt de footprint (bebouwing/verharding) zo’n 23%, dit is aanvaardbaar en in overeenstemming met de visie van de gemeente. Er resteert ruim 77% van het terrein dat ingericht zal worden als groene ruimte.

Visueel-vormelijke elementen

De gevelafwerking is voorzien in grijs/bruin genuanceerde gevelsteen in wildverband gelijmd, gecombineerd met gevelpanelen en ramen in bruin/zwart gemoffeld aluminium en dorpels in graniet. De dakranden en regenwaterafvoeren zullen eveneens in bruin/zwart gemoffeld aluminium voorzien worden. 

De architectuur is vrij strak en hedendaags en de gebruikte materialen zijn esthetisch verantwoord en duurzaam. 

De bebouwing in de omgeving varieert sterk qua bouwstijl alsook materiaalgebruik. Bijgevolg zal het voorgestelde materiaalgebruik inpasbaar zijn in het straatbeeld.

Cultuurhistorische aspecten

Het perceel is niet gelegen in of nabij een beschermd dorpsgezicht. De aanvraag is niet gelegen in een beschermde archeologische site. De aanvraag is, bekeken vanuit de erfgoedaspecten, aanvaardbaar.

Bodemreliëf

We kunnen stellen dat deze reliëfwijziging aanvaardbaar is gezien deze in functie is van het oprichten van de woning en het toegankelijk maken van het perceel.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

Door de aanvraag ontstaat geen bijkomende hinder. 

Resultaten van het openbaar onderzoek

Er werden geen bezwaren ingediend.

Bespreking van de adviezen

•    Het advies van Fluvius d.d. 16 juli 2024 is voorwaardelijk gunstig.

“Adviesverlening RIOLERING voor uw project te ZONHOVEN, Lange Schouwenstraat naast nr 23
Naar aanleiding van uw aanvraag over de stedenbouwkundige vergunning voor bovenvermeld project geven we volgend advies voor riolering.
Dit advies handelt over de technische aansluitbaarheid op het openbaar rioleringsnetwerk indien aanwezig. Dit desbetreffende perceel is momenteel aansluitbaar op de bestaande gemengde baangracht ter hoogte van de Opheldingsweg, mits plaatsing van een septische put.
Septische put
Volgens het definitief zoneringsplan ligt de woning in collectief te optimaliseren buitengebied. In deze zone wordt op termijn wel een collectieve zuivering van het afvalwater (via riolering) voorzien. De timing voor deze werken moet nog worden vastgelegd.
In afwachting van deze collectieve afvalwaterzuivering moet het afvalwater gezuiverd worden, dit kan door alle afvalwater, zowel zwart afvalwater (toiletten) en grijs afvalwater (gootsteen, vaatwas, douche, bad, …) aan te sluiten op een septische put. Het minimale putvolume voor een gezin tot vijf personen is 3.000 liter, met 600 liter per bijkomende inwoner vanaf meer dan 5 inwoners en 450 liter per bijkomende voor elke inwoner meer dan 10.
Septische putten (tot 50 IE) moeten in België voorzien zijn van een CE‐markering. Daarnaast kunnen deze ook voorzien zijn van het vrijwillige BENOR‐merk.
Bij de inbuizing van de baangracht dient rekening gehouden te worden met art. 23 van het besluit van de Vlaamse Regering, gepubliceerd 28/06/2021, betreffende de naleving van de wet op onbevaarbare waterlopen. De overwelving dient een minimale binnendiameter van 400mm te hebben. De overwelving moet vergezeld gaan van compenserende maatregelen die de infiltratie van hemelwater mogelijk maken (greppel, waterdoorlatende verharding, …). Er mag slechts 1 overwelving per kadastraal perceel zijn.
De grachtinbuizing dient grond‐ en waterdicht uitgevoerd te worden in staalvezelbetonbuizen, Benor‐gekeurd sterkteklasse 135, volgens het typedetail in bijlage.
De buizen dienen in een rechte lijn aangelegd te worden op een fundering in zandcement van minstens 20 cm dik en omhuld met zandcement. De moffen van de buizen moeten stroomopwaarts gericht zijn.
De buizen moeten geplaatst worden in een volledig ontruimde grachtbodem.
Aan de uiteinden dient een kopmuur of minstens een stut in schraalbeton geplaatst te worden.
Eventuele aansluitingen op bestaande grachtinbuizingen dienen eveneens grond‐ en waterdicht te gebeuren.
De aanvrager is verplicht de grachtinbuizing of overwelving te onderhouden, te ruimen en vrij te houden van alle obstakels die een goede afwatering verhinderen. Hij mag nooit de goede afwatering van derden in het gedrang brengen of wijzigen. Hij is eveneens verplicht de eventuele verharding, goot, kopmuren of wegberm boven de grachtinbuizing of overwervelving in goede staat te onderhouden zodat steeds een goede afwatering van openbare weg gegarandeerd blijft. Bij schade of breuk aan de grachtinbuizing zorgt de klant voor het herstel van de grachtinbuizing.
Het aanleggen van de grachtinbuizing zelf kan door Fluvius, als rioolbeheerder, gebeuren. Hiervoor dient voorafgaand aan de werken een aanvraag ingediend te worden via https://www.fluvius.be/nl/aansluitingen/gracht-laten-inbuizen
Indien uw perceel op dit ogenblik niet bereikbaar is. Dit wil zeggen dat de te plaatsen grachtinbuizing een nieuwe en enige grachtinbuizing op uw perceel is, kan dit tot een lengte van 5 meter gratis via Fluvius.
Indien uw perceel wel reeds bereikbaar is, kan dit ook via Fluvius maar zijn alle kosten ten laste van de aanvrager
Het plaatsen van een kopmuur, greppel/goot en afvoer blijft ten laste van de aanvrager.
Het nu of in de toekomst verlengen en herstellen van de inbuizing zijn ten laste van de aanvrager.
Indien uw perceel zich langs een Gewestweg bevindt, wordt de baangracht beheerd door het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV). AWV dient een machtiging te verlenen voor het overwelven van de baangracht. Awv kan strengere voorwaarden opleggen. De AWV‐richtlijnen zijn omwille van de ligging aan een gewestweg prioritair en dienen te worden nageleefd.
De Fluvius-aansluitingsvoorwaarden voor o.a. diepte, diameter en locatie, zijn terug te vinden op www.fluvius.be.
Daarnaast dient u voor wat betreft riolering uiteraard te voldoen aan alle geldende gewestelijke, provinciale en gemeentelijke wettelijke bepalingen dienaangaande. Fluvius doet hierop geen nazicht. Dit advies doet geen uitspraak over of nazicht op de ontworpen riolering op het privé-gedeelte.
Via https://www.vmm.be/data/zonering-en-uitvoeringsplan kan u eenvoudig nakijken in welke cluster het perceel zich bevindt en de daaraan gekoppelde verplichtingen inzake septische putten.
Als voor uw bouwproject een (her-)aansluiting op het openbaar rioleringsstelsel noodzakelijk is, dient u zo snel als mogelijk na het bekomen van de bouwvergunning een aanvraag tot aansluiting op het openbaar rioleringsnetwerk aan te vragen.
Dit kan online via www.fluvius.be. Dit is belangrijk om verloren kosten te vermijden daar wij de locatie en diepte van de aansluiting pas kunnen garanderen na realisatie van de aansluiting op openbaar domein.
Alleen Fluvius of een door ons aangestelde uitvoerder zorgt voor de realisatie van het gedeelte van de aansluiting op het openbaar domein.
Keuring privéwaterafvoer
Elke rioleringsaansluiting op het openbaar rioleringsstelsel dient een keuring van de privéwaterafvoer te ondergaan conform de wettelijke bepalingen (oa Algemeen Waterverkoopreglement en ministerieel besluit voor de keuring).
Enkel de door Fluvius erkende keurders komen voor deze keuring in aanmerking (zie website: Keuring riolering | Fluvius).
Als de privériolering niet correct en volledig volgens de wettelijke bepalingen werd uitgevoerd, zelfs als dit niet expliciet door de stedenbouwkundige vergunning werd opgelegd, behoudt Fluvius zich het recht voor om de aansluiting op het openbaar rioleringsstelsel van dit perceel te schorsen.
Alvast bedankt om zo spoedig mogelijk uw aansluitingsaanvraag in te dienen.”

 De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden. 

•    Het advies van dienst facilitair management d.d. 25 juli 2024 is voorwaardelijk gunstig.

“Gunstig voor de werken zoals voorgesteld, mits er voldaan wordt aan volgende voorwaarden:
o Aanplanten van minstens 1 streekeigen en/of klimaat robuuste hoogstam boom in de voortuin.
o De bomen die verplicht aan te planten zijn in de voortuin zijn bomen van minstens 2de grootte en worden aangeplant in een maat niet kleiner dan 14-16.
o Aanplanten van minstens 1 streekeigen en/of klimaat robuuste hoogstam boom in de achtertuin.
o De bomen die verplicht aan te planten zijn in de achtertuin zijn bomen van minstens 1ste grootte en worden aangeplant in een maat niet kleiner dan 14-16.
o De bomen dienen aangeplant te worden in het plantseizoen volgend op het beëindigen van de bouwwerken.
o Bestaande te behouden bomen dienen maximaal beschermd te worden tijdens de werken. De bouwheer zal dan ook de nodige maatregelen treffen om deze bomen te beschermen tegen de nadelige invloeden van de werken. Zo is verkeer, werken en/of stapelen van (bouw)materialen binnen de kruinprojectie verboden. Indien verkeer toch noodzakelijk is, zal de bouwheer het nodige doen om verdichten van de ondergrond te voorkomen.
o Voor de verplicht aan te planten bomen is er een heraanplant verplichting. Deze bomen zullen dus bij eventueel afsterven steeds vervangen moeten worden.
o De te behouden en de verplicht aan te planten bomen kunnen enkel nog gerooid worden na het bekomen van de nodige vergunningen. Eventuele vrijstellingen die voor deze bomen zouden kunnen gelden komen te vervallen.

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden.

•    Het advies van dienst patrimonium d.d. 16 juli 2024 is voorwaardelijk gunstig.

“De inrit op openbaar domein dient in waterdoorlatende klinkers uitgevoerd te worden. Op openbaar domein (berm) mag geen kiezel gelegd worden. De berm dient een grasberm te zijn, uitgezonderd van de inritten.”

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden.

8.    ADVIES GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen, en dat het gevraagde verenigbaar is met een goede ruimtelijke ordening, mits het opleggen van voorwaarden.  

De gemeentelijke omgevingsambtenaar adviseert volgende voorwaarden op te leggen:
Stedenbouwkundige voorwaarden
• Het advies van Fluvius moet gevolgd worden.
• Het advies van de dienst patrimonium moet gevolgd worden.
• Het advies van de dienst facilitair management moet gevolgd worden.
• De bomen moeten aangeplant worden ten laatste in het plantseizoen na de ingebruikname van de woning. Bewijs hiervan (foto’s, factuur) moet aangeleverd worden aan de dienst vergunningen en handhaving, uiterlijk 3 maanden na aanplant van de boom.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar d.d. 03/10/2024 en volgt dit standpunt integraal.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het voorwaardelijk afleveren van de omgevingsvergunning aan Ruben Verhoeven en Julia Moens wonende te Dijkweidestraat 11 te 3520 Zonhoven voor het slopen van constructies, het rooien van bomen en struikgewas, een reliëfwijziging en het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning, gelegen te Opheldingsweg 10 kadastraal gekend als afdeling 3 sectie F nr. 170M.

Artikel 3

Volgende voorwaarden worden opgelegd:
Stedenbouwkundige voorwaarden

• Het advies van Fluvius moet gevolgd worden.
• Het advies van de dienst patrimonium moet gevolgd worden.
• Het advies van de dienst facilitair management moet gevolgd worden.
• De bomen moeten aangeplant worden ten laatste in het plantseizoen na de ingebruikname van de woning. Bewijs hiervan (foto’s, factuur) moet aangeleverd worden aan de dienst vergunningen en handhaving, uiterlijk 3 maanden na aanplant van de boom.