Terug
Gepubliceerd op 21/02/2024

2024_CBS_00146 - OMV - Vergunning - Schavert 18 - 2023/00175 - Gedeeltelijke goedkeuring

College van burgemeester en schepenen
di 06/02/2024 - 13:30 schepenzaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur

Secretaris

Bart Telen, Algemeen directeur
2024_CBS_00146 - OMV - Vergunning - Schavert 18 - 2023/00175 - Gedeeltelijke goedkeuring 2024_CBS_00146 - OMV - Vergunning - Schavert 18 - 2023/00175 - Gedeeltelijke goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR

Dossiernummer:    2023/00175
Referentie omgevingsloket:    OMV_2023111289

De aanvraag, ingediend door de heer Eduard Jacobs wonende te Schavert 18 te 3520 Zonhoven, werd ontvangen op 19/09/2023 en op 06/11/2023 ontvankelijk en volledig verklaard.

De aanvraag gaat over een terrein, gelegen Schavert 18, kadastraal gekend als afdeling 1 sectie B nr. 952H44.

De aanvraag gaat over het regulariseren van een eengezinswoning met nevenbestemming (gevelwijziging, verhardingen, bijgebouw, groenvoorzieningen, oppervlakte nevenbestemming).

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

De gemeentelijke omgevingsambtenaar heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de geldende wettelijke bepalingen, (in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid, het decreet Natuurbehoud en hun uitvoeringsbesluiten).

1.    STEDENBOUWKUNDIGE BASISGEGEVENS

De locatie van de aanvraag is volgens het Origineel bij Koninklijk besluit goedgekeurd gewestplan op 3 april 1979 gelegen in woonuitbreidingsgebied.
De locatie van de aanvraag is gelegen binnen het bijzonder plan van aanleg B.P.A. BOOMSTEEG, goedgekeurd op 13 februari 2007.
De locatie van de aanvraag is niet gelegen binnen een ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
Men vraagt volgende afwijkingen volgens art. 4.4.9/1 van de VCRO:
De aanvraag wijkt af van de stedenbouwkundige voorschriften van het BPA voor wat betreft de oppervlakte van de nevenbestemming.
De oppervlakte van de nevenbestemming bedraagt 114m² in plaats van maximaal 100m².

Volgende verordeningen zijn van kracht:

• algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake openluchtrecreatieve verblijven goedgekeurd op 8 juli 2005;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten,... goedgekeurd op 23 juni 2006;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

2.    HISTORIEK

Volgende dossiers zijn relevant:
• Stedenbouwkundige vergunning (2007/10661) voor het bouwen van een nieuwbouw ééngezinswoning - goedgekeurd op 14/05/2007.
• Stedenbouwkundige vergunning (2007/10802) voor de regularisatie van een in oprichting zijnde nieuwbouw ééngezinswoning - goedgekeurd op 11/02/2008.
• Stedenbouwkundige vergunning (2009/11482) voor een regularisatie van de terreinaanlegwerken - geweigerd op 28/09/2009.

3.    BESCHRIJVING OMGEVING EN AANVRAAG

Beschrijving van de plaats & omgeving

Het perceel bevindt zich aan de Schavert, een gemeenteweg ten westen van het centrum van Zonhoven.
De nabije omgeving bestaat hoofdzakelijk uit vrijstaande en halfopen eengezinswoningen. De bebouwing bestaat uit één à twee bouwlagen onder voornamelijk hellende daken, ook platte daken komen sporadisch voor.
In de ruimere omgeving bevinden zich groen ingevulde onbebouwde terreinen, vijvergebied de Wijers en ter hoogte van de Halveweg is een doe-het-zelf-zaak (Hubo) aanwezig, het treinperron en een hoogspanningscentrale.

Het perceel van de aanvraag is bebouwd met een eengezinswoning met 2 bouwlagen onder een plat dak. Het hoekperceel bevindt zich aan een S-bocht en de woning werd uitgevoerd met een brede gevel en beperkte bouwdiepte, gericht naar de straatzijde. Achter de woning is een ruime tuinzone (grotendeels zijtuinstrook) aanwezig. Langsheen de rechter perceelgrens bevindt zich waterloop de Hauwezauw. Er is tevens een beperkt bijgebouw aanwezig op het terrein en diverse verhardingen en groenvoorzieningen.

Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag gaat over het regulariseren van een eengezinswoning met nevenbestemming (gevelwijziging, verhardingen, bijgebouw, groenvoorzieningen, oppervlakte nevenbestemming).

De aangevraagde werken betreffen een “verbouwing zonder functiewijziging en zonder wijziging van het aantal woongelegenheden”.
De interne indeling van het gebouw werd gewijzigd en een gevelopening werd aangebracht. De oppervlakte van de nevenbestemming werd verruimd.
Er wordt aangegeven dat het bebouwings- en verhardingspercentage van het perceel niet toeneemt en dat voor de uitbreiding van de verhardingen geen infiltratievoorziening dient aangelegd te worden omdat het water op natuurlijke wijze in de groenzones kan infiltreren.

Uit het inplantingsplan blijkt dat de verhardingen uitgebreid werden en dat vergunde waterdoorlatende verhardingen in beton uitgevoerd werden.
De oprit tot aan de doorrit werd vergund in waterdoorlatende klinkers met een oppervlakte van 45,07m² (5,80m breed en 7,77m diep).
Vanaf deze oprit werd een doorgang van 3m breed en 17m lang vergund tot aan de verharding voor toegang tot de garage aan de rechterzijde van het gebouw (15m breed en 11,70m diep). De totale oppervlakte bedraagt 226,5m² en werd vergund als waterdoorlatende grindkoffer.
Aan de achterzijde van de woning werd een houten terras op grindkoffer van 110m² vergund met een geïntegreerde waterpartij (25m²) en een zandbak (7m²).
De te regulariseren verhardingen werden uitgevoerd als volgt:
• Oprit en doorgang naar garage werden uitgevoerd in grind met een oppervlakte van 163,38m², een toename van 67,31m², aangelegd tot tegen de perceelgrens en met een breedte van ca. 10m ter hoogte van de aansluiting met het openbaar domein;
• De verharding aan de rechterzijde werd uitgevoerd in beton (niet waterdoorlatend) met een breedte van 18m à 19,72m over een diepte van 12,60m (oppervlakte 276,76m²). Dit is een toename van 101,26m². De afstand tot de voorliggende perceelgrens bedraagt ca. 0,50m. De afwateringsrichting werd niet aangegeven;
• Aan de achterzijde van de woning werd links een terras in beton aangelegd van 79,88m². Rechts van de doorrit werd een (tegel)terras aangelegd van 16,5m².

Er wordt tevens vastgesteld, op basis van de plannen, dat in de voortuinstrook (gedeelte links van de woning) een bijgebouw aanwezig is dat tot op/ tegen de perceelgrens geplaatst werd. Het bijgebouw valt niet onder toepassing van het vrijstellingsbesluit, de aangevraagde werken omvatten geen regularisatie van dit bijgebouw, noch werden plannen aan de aanvraag toegevoegd.
Langsheen de perceelgrenzen is haagbeplanting tot 3m hoog aanwezig op 0,75m à 1,50m afstand tot de perceelgrenzen, ook in de voortuinstrook en langsheen de waterloop.

Wat de interne wijzigingen van het gebouw betreft werd in het rechter gedeelte de gelijkvloerse archiefruimte (nevenbestemming kantoor) van 21m² niet uitgevoerd maar werd een bureauruimte ingericht van 35,34m². Voor deze wijziging werd tevens een (schuif-)raamopening in de achtergevel aangebracht over een breedte van 4,60m. Op het gelijkvloers bedraagt de oppervlakte voor de nevenbestemming 49,34m². In de beschrijvende nota wordt aangegeven dat een gedeelte van de garage voor de nevenbestemming gebruikt wordt, dit wordt echter niet aangegeven op de plannen en de oppervlakte is niet gekend.
Op de verdieping werd oorspronkelijk een kantoor/ bibliotheekruimte van 30,92m² vergund voor de nevenbestemming. Op de plannen nieuwe toestand wordt deze ruimte aangegeven als kantoor/ bibliotheek / hobbyruimte. De oppervlakte dient bij de nevenbestemming gerekend te worden.
De totale oppervlakte van de opgegeven nevenbestemming bedraagt 80,26m².
De aanvraag verzoekt een afwijking tot 114m² (33,74m² extra). De garage heeft een resterende oppervlakte van 39,52m².

4.    OPENBAAR ONDERZOEK 

Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.
Het openbaar onderzoek werd georganiseerd van 16 november 2023 t.e.m. 15 december 2023.

5.    ADVIEZEN

Aan volgende adviesverleners werd advies gevraagd:Dienst Water en Domeinen provincie Limburg Watering De Herk.

6.    PROJECT-MER

De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van bijlage I, II en III van het besluit inzake projectmilieueffectrapportage van 10 december 2004 en latere wijzigingen.

7.    INHOUDELIJKE BEOORDELING

 Decretale beoordelingselementen

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de VCRO kan gesteld worden dat de Schavert een voldoende uitgeruste openbare weg is.
De aanvraag gaat niet over de oprichting van een bedrijfswoning.
De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook.
Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

Zonering

Het perceel is volgens het zoneringsplan voor riolering, van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), gelegen in centraal gebied. Er is al geruime tijd riolering aanwezig en die is aangesloten op een waterzuivering. Er moet geen septische put voorzien worden.

Waterparagraaf

Het decreet over het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013, legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd worden. Deze watertoets schat de eventuele schadelijke effecten in ten koste van de watersystemen bij de inname van ruimte.

Sedert de inwerkingtreding van omzendbrief OMG/2022/1 d.d. 15/12/2022 dient de vergunningverlenende overheid de watertoets op een gewijzigde manier uit te voeren bij dossiers ingediend vanaf 01/01/2023. De watertoetsprocedure werd geoptimaliseerd, er werden aandachtspunten en richtlijnen geformuleerd en het kaartmateriaal inzake overstromingsgevoelige gebieden werd aangepast.

Het voorliggende project heeft een eerder beperkte oppervlakte, maar ligt wel in een pluviaal overstromingsgebied.
Met betrekking tot de impact op oppervlaktewater, werd de aanvraag voor advies voorgelegd aan de waterbeheerder(s).
Op 12/12/2023 werd er door de Provincie, dienst Water en Domeinen een voorwaardelijk gunstig advies verleend. Concreet werd het volgende opgelegd in functie van de veiligheid van de woning:
De adviesvraag handelt over de richtlijn gewijzigd overstromingsregime.
Het perceel is deels gelegen in pluviaal overstromingsgebied. (kaart: zie advies)
Er wordt bij zeer extreme neerslag tot 20 cm water boven het bestaand vloerpeil gemodelleerd.

Er moeten daarom maatregelen genomen worden om de instroom van overstromingswater via de openingen (ramen, deuren, poorten, verluchtingsgaten,…) van de bestaande woning te voorkomen.
Dit kan door het plaatsen van schotten voor ramen en deuren, het afdichten van verluchtingsgaten etc… Voor meer info wordt er verwezen naar de website van de VMM: https://www.vmm.be/nieuws/archief/hoe-je-woning-beschermen-tegen-wateroverlast.

Op 14/12/2023 werd er door Watering de Herk een gedeeltelijk voorwaardelijk gunstig advies verleend. Naast de algemene voorwaarden werden concreet volgende voorwaarden opgelegd in functie van de veiligheid van de woning en het onderhoud van de waterloop:
De adviesvraag handelt over de richtlijn gewijzigd overstromingsregime.
Het perceel is deels gelegen in pluviaal overstromingsgebied. 

Er wordt bij zeer extreme neerslag tot 20 cm water boven het bestaand vloerpeil gemodelleerd. Er moeten daarom maatregelen genomen worden om de instroom van overstromingswater via de openingen (ramen, deuren, poorten, verluchtingsgaten,…) van de bestaande woning te voorkomen. Dit kan door het plaatsen van schotten voor ramen en deuren, het afdichten van verluchtingsgaten etc… Voor meer info wordt er verwezen naar de website van de VMM: https://www.vmm.be/nieuws/archief/hoe-je-woning-beschermen-tegen-wateroverlast 
Het perceel van de aanvraag is gelegen tegen "Hauwezauw 3" een waterloop in beheer van watering de Herk.
De aanvraag voorziet de plaatsing van een omheining die de mogelijkheid tot beheer van deze waterloop onmogelijk maakt.

Watering de Herk kan enkel een voorwaardelijk gunstig advies geven indien de omheining op een reglementaire manier geplaatst zal worden zodat deze geen hinder kan vormen op de onderhoudswerken van de waterloopbeheerder. Afrasteringen of afsluitingen die niet parallel met de oeverlijn van de waterloop opgericht worden binnen de vijfmeterzone mogen nooit de doorgang langs de waterloop en/of de doorgang naar achterliggende percelen hinderen. Deze afrasteringen en afsluitingen moeten op een eenvoudige wijze kunnen verplaatst worden of voorzien worden van een poort van minimaal 5 meter lang. De waterloopbeheerder mag maaisel of slib spreiden in de vijfmeterzone.”

Er kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt is tot de veiligheid van het vergunde project zelf.
Enige invloed op het watersysteem of de veiligheid van overige vergunde of vergund geachte constructies is, gezien de aanleg van ca. 530m² verharding mogelijk.
Door de toename van de verharde oppervlakte wordt de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt.
Dit moet gecompenseerd worden overeenkomstig de normen vastgelegd in de geldende gewestelijke hemelwaterverordening:
De plannen geven aan dat voor de woning reeds een hemelwaterput aanwezig is met een inhoud van 10000 liter en recuperatie van het hemelwater. De overloop van de hemelwaterput wordt aangesloten op een infiltratieput met een inhoud van 5000 liter. De opgegeven vergunde toestand stemt echter niet overeen met de werkelijk vergunde toestand. In de vergunning en op de plannen die op 11/02/2008 vergund werden, staat aangegeven dat er een totale inhoud van 12500 liter aan hemelwaterputten voorzien wordt én noodzakelijk is en een infiltratieput van 5800 liter. De bestaande voorzieningen voldoen dus niet. Er wordt geen berekening aan de aanvraag toegevoegd dat dit wel het geval zou zijn.

Volgens de aangeleverde info is de verordening niet van toepassing op de (her)aanleg van de voorziene verhardingen. Het hemelwater dat op de verharding valt, wordt namelijk niet opgevangen en afgevoerd, maar kan volgens de aanvraag op natuurlijke wijze op eigen terrein in de bodem infiltreren.
Voor het terras in beton van 79,88m² en het tegelterras van 16,5m² aan de achterzijde van de woning, wordt dit standpunt gevolgd. Er is voldoende groenzone op eigen terrein aanwezig langsheen de verharding om op natuurlijke wijze te infiltreren.
Voor de grindverharding van 163,38m² aan de voorzijde en de betonverharding van 276m² aan de rechterzijde van de woning, wordt dit standpunt niet helemaal gevolgd omwille van de ligging in pluviaal overstromingsgebied, de aanleg tot op beperkte afstand van de perceelgrenzen en de concentratie van bebouwing en verharding op die locatie. Bovendien is de omvang groot in verhouding tot de groenzone op eigen terrein en is de afwateringsrichting van de betonverharding niet gekend.
Om wateroverlast naar de omgeving toe te vermijden dienen volgende aanpassingen doorgevoerd te worden:
• De grindverharding van de oprit dient ingeperkt te worden tot de oorspronkelijk vergunde toestand:
   o Het gedeelte voor de doorrit mag slechts 5,80m breed zijn
   o De verharding naar de garage dient teruggebracht te worden tot een breedte van maximaal 3m en er dient een afstand van minstens 1m tot de perceelgrens aangehouden te worden
• De verharding naast de garage dient ingeperkt te worden tot de oorspronkelijk vergunde toestand:
   o De breedte dient teruggebracht tot 15m
   o De diepte dient teruggebracht te worden tot 11,70m, gemeten vanaf en in aansluiting met de oprit op minstens 1m van de perceelgrens.
   o De betonverharding dient vervangen door een waterdoorlatende verharding gezien de ligging in pluviaal overstromingsgebied. Aangezien de afstanden tot de aangrenzende percelen beperkt zijn en geen specifieke afwatering naar een infiltratiezone/ wadi voorzien is om het afstromend hemelwater op eigen terrein op te vangen, is het risico voor wateroverlast voor de omliggende percelen te hoog.

De aanvraag is niet verenigbaar met de gewestelijke hemelwaterverordening. 

Natuurtoets

Het perceel is niet gelegen binnen of grenzend aan een speciaal beschermingsgebied. Omwille van de ligging, de aard van het project en de afstand tot de waardevolle natuurgebieden wordt gesteld dat er geen impact is van de projectaanvraag op de natuurwaarden.

Erfgoed- & Archeologietoets

Het perceel is niet gelegen binnen een beschermd stads- of dorpsgezicht. Er zijn geen monumenten in de omgeving.
Conform het Onroerenderfgoeddecreet d.d. 12/07/2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag gezien de oppervlakte van het perceel kleiner is dan 3000 m².

Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening

De aanvraag voldoet grotendeels aan de voorschriften van het BPA. Er worden afwijkingen gevraagd volgens art. 4.4.9/1 van de VCRO.
De aanvraag wijkt af van de stedenbouwkundige voorschriften van het BPA voor wat betreft de oppervlakte van de nevenbestemming.
De oppervlakte van de nevenbestemming bedraagt 114m² in plaats van maximaal 100m².

Beoordeling van de gevraagde afwijking:
Binnen het BPA werd een duidelijke bestemming vooropgesteld, zijnde wonen.

In voorgaande beslissingen, zijnde een regularisatievergunning  dd. 11/02/2008 en een weigeringsbeslissing dd. 28/09/2009, betreffende regularisaties werd telkens als uitdrukkelijke voorwaarde/ weigeringsgrond gesteld dat de maximale oppervlakte van 100m² niet overschreden mag worden en dat de nevenbestemming slechts kan ressorteren onder de functie “kantoren, diensten en vrije beroepen”. Ook dat de terreininrichting slechts in functie van een tuinzone bij het wonen kan en geenszins als stapelruimte voor materialen en materieel voor het bouwbedrijf van de aanvrager/ eigenaar.

De voorwaarden werden gesteld omwille van ingediende bezwaren inzake het gebruik dat niet conform de bestemming zou zijn.
Omwille van de afwijkende bebouwde oppervlakte werd tevens de oppervlakte aan bijgebouwen ingeperkt tot een houten tuinhuis van maximaal 11m².
Met de huidige aanvraag, opnieuw een regularisatie, geeft men aan dat alsnog de gestelde voorwaarden niet gevolgd werden/ worden.

De residentiële aard dient behouden te blijven, slechts nevenbestemmingen kunnen toegelaten worden zoals bepaalt in de BPA- voorschriften, zijnde met een maximale oppervlakte van 100m². De afwijking is niet aanvaardbaar.
Slechts het gedeelte aan kantoorruimte zoals aangegeven op de plannen, zijnde 80,26m², kan behouden blijven. De garage wordt uitgesloten als “kantoorruimte” en dient zijn functie te behouden.

Functionele inpasbaarheid

De bestaande woonfunctie blijft behouden en is functioneel inpasbaar op deze locatie. De uitbreiding van de nevenbestemming kantoorruimte is niet verenigbaar met de voorschriften, noch inpasbaar in de omgeving. Binnen voorgaande beslissingen werd telkens de uitdrukkelijke voorwaarde tot inperking van de nevenbestemming opgelegd, het toevoegen van een gedeelte van de garage aan de kantoorfunctie is niet aanvaardbaar. De garage zou tevens haar functie verliezen indien nog meer ruimte onttrokken wordt. Aangezien deze ook een functie als (tuin)berging heeft is dit geen optie. 

Ook de uitbreiding van de verharding in functie van parking staat niet in verhouding tot de toegelaten nevenfunctie en het wonen. Ook hier werd reeds eerder uitdrukkelijk gesteld dat opslag van materiaal en materieel niet wenselijk is. 

Mobiliteitsimpact

De oppervlakte van de garage werd verminderd door de ruimere uitvoering van het kantoorgedeelte. Hierdoor is slechts ruimte voor 1 wagen in plaats van 2 wagens. Er is  in de doorrit/ carport wel ruimte om 2 wagens te parkeren en in openlucht kunnen tot wel 13 wagens gestald worden op de oppervlakte van de oorspronkelijk vergunde verhardingen.

Schaal en ruimtegebruik

Het woongebouw met nevenbestemming kantoorruimte wordt niet fysiek uitgebreid.
Uiterlijk wordt slechts 1 bijkomende gevelopening voorzien in de achtergevel. Dit heeft geen negatieve impact op het uiterlijk van het gebouw.

Aan de achterzijde van de woning werden 2 terrassen aangelegd die aansluiten op de leefruimte enerzijds (79,88m²) en op het kantoorgedeelte anderzijds (16,5m²). Er is voldoende groenomranding voor infiltratie en deze verharding kan als gebruikelijk aanzien worden  bij het wonen en de nevenbestemming.

De verhardingen werden aanzienlijk uitgebreid en een groot gedeelte werd in niet waterdoorlatende materialen uitgevoerd. Het gebruik betreft inrit, doorgang, parking en toegang tot de garage. Zoals hoger aangehaald was er op de vergunde oppervlakte van de verharding reeds ruimte om tot wel 13 wagens te stallen, een verdere uitbreiding is niet verantwoordbaar. Voor de woning en kantoorgedeelte is reeds voldoende terras voorzien aan de achterzijde (96,38m²). Het verder uitbreiden van de verhardingen aan de voorzijde en rechterzijde doet vragen rijzen over het feitelijke gebruik. Het kantoor is immers gelinkt aan een bouwbedrijf, er werden reeds eerder klachten ingediend betreffende het stapelen/ stallen van materiaal en materieel en dit gebruik werd in voorgaande beslissingen uitdrukkelijk uitgesloten.
De regularisatie van de uitbreidingen van de verhardingen in de voortuinstrook en aan de rechterzijde van het gebouw zijn niet aanvaardbaar.
Gelet op de ligging in pluviaal overstromingsgebied en de beperkte afstand tot de perceelgrenzen kunnen de verharding zoals thans aangelegd wateroverlast naar de omgeving toe bezorgen.

Volgende aanpassingen dienen doorgevoerd te worden:
• De grindverharding van de oprit dient ingeperkt te worden tot de oorspronkelijk vergunde toestand:
  o Het gedeelte voor de doorrit mag slechts 5,80m breed zijn
  o De verharding naar de garage dient teruggebracht te worden tot een breedte van maximaal 3m en er dient een afstand van minstens 1m tot de perceelgrens aangehouden te worden

• De verharding rechts van de garage dient ingeperkt te worden tot de oorspronkelijk vergunde toestand:
  o De breedte dient teruggebracht tot 15m
  o De diepte dient teruggebracht te worden tot 11,70m, gemeten vanaf en in aansluiting met de oprit op minstens 1m van de perceelgrens.
  o De betonverharding dient vervangen door een waterdoorlatende verharding gezien de ligging in pluviaal overstromingsgebied. Aangezien de afstanden tot de aangrenzende percelen beperkt zijn en geen specifieke afwatering naar een infiltratiezone/ wadi voorzien is om het afstromend hemelwater op eigen terrein op te vangen, is het risico voor wateroverlast voor de omliggende percelen te hoog.

Het bijgebouw is niet regulariseerbaar. Enerzijds omwille van de inplanting in de voortuinstrook en tot op/ tegen de perceelgrens en anderzijds omdat geen plannen werden gevoegd bij de aanvraag, noch een regularisatie werd aangevraagd.

Haagaanplantingen zijn op zich niet vergunningsplichtig doch als perceelsafscheiding dienen zij gezien als gesloten afsluiting. Er is geen bezwaar tegen de aanplant van hagen, integendeel, doch de hoogte dient beperkt te blijven tot 2m hoogte indien ze op minder dan 2m afstand tot de perceelgrenzen aangeplant worden. Dit tevens in navolging van de plantafstanden die zijn opgenomen in het burgerlijk wetboek. Aangezien de afstand 0,75m tot 1,50m bedraagt dient de hoogte van de hagen dan ook teruggebracht te worden tot 2m.
Voor de haag en afsluiting langsheen de waterloop, dienen de voorwaarden van de waterbeheerder gevolgd te worden.

Cultuurhistorische aspecten

Het perceel is niet gelegen in of nabij een beschermd dorpsgezicht. De aanvraag is niet gelegen in een beschermde archeologische site. De aanvraag is, bekeken vanuit de erfgoedaspecten, aanvaardbaar.

Bodemreliëf

Volgens de aanvraag wordt het bestaande reliëf niet gewijzigd.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

Hinder door de toename van de nevenactiviteit is realistisch aangezien hierover reeds klachten ontvangen werden. De klachten handelden over het stallen van materieel / materiaal en verminderde verkeersveiligheid door het parkeren van voertuigen, zowel op het terrein als in de berm.
De activiteiten dienen de residentiële aard van de omgeving te respecteren en mogen geenszins het woongenot van de buurt verstoren.

Resultaten van het openbaar onderzoek

Er werden geen bezwaren ingediend.

Bespreking van de adviezen

•    Het advies van Dienst Water en Domeinen provincie Limburg d.d. 12 december 2023 is voorwaardelijk gunstig.

“Ingevolge artikel 1.3.1.1 betreffende de watertoets van het decreet integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, is het nodig een wateradvies te verkrijgen van de waterbeheerder. De waterbeheerder die dit advies officieel moet verstrekken is echter Watering De Herk.
In kader van de watertoets en/of bindende bepalingen treedt de afdeling Waterbeheer van de provincie Limburg voor dit dossier op als ondersteunende advies verlenende instantie. Dit advies werd door de provincie opgeladen in het omgevingsloket.
Aan de watering wordt gevraagd om dit advies tot het hare te maken en het advies van de afdeling Waterbeheer te bekrachtigen in het omgevingsloket.
Hierbij kan ik u meedelen dat het dossier in het kader van de watertoets voorwaardelijk gunstig beoordeeld werd.
Ik verzoek u evenwel de voorwaarden in de omgevingsvergunning op te nemen zoals ze geformuleerd werden in het bijgaand advies.

DEEL 1 INLICHTINGENFICHE
Ligging van het perceel:
o kadaster: gemeente Zonhoven, afdeling 1, sectie B, nr. 952H44
o adres: Schavert 18
o gelegen in een pluviaal overstromingsgebied

DEEL 2 WATERADVIES I.V.M. DE WATERTOETS
(art. 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018)
1 Beschrijving van het watersysteem
o    Het betreft een activiteit binnen het stroomgebied van een onbevaarbare waterloop van categorie.
o Het perceel is volgens het gewestplan gelegen in woongebied
o Het perceel is daarenboven gelegen in:
 het bekken van de Demer
    het deelbekken Midden-Demer

2 Waterplannen
Het stroomgebiedbeheerplan van de Schelde is van toepassing.
3 Toetsen aan de doelstellingen decreet integraal waterbeheer, gecoördineerd op 15 juni 2018 – artikel 1.2.2
De adviesvraag handelt over de richtlijn gewijzigd overstromingsregime.
Het perceel is deels gelegen in pluviaal overstromingsgebied. (kaart: zie advies)
Er wordt bij zeer extreme neerslag tot 20 cm water boven het bestaand vloerpeil gemodelleerd.

Er moeten daarom maatregelen genomen worden om de instroom van overstromingswater via de openingen (ramen, deuren, poorten, verluchtingsgaten,…) van de bestaande woning te voorkomen.
Dit kan door het plaatsen van schotten voor ramen en deuren, het afdichten van verluchtingsgaten etc… Voor meer info wordt er verwezen naar de website van de VMM: https://www.vmm.be/nieuws/archief/hoe-je-woning-beschermen-tegen-wateroverlast

DEEL 3 CONCLUSIES ONDERZOEK WATERBEHEERDER
Uit de toepassing van de nadere regels voor de toepassing van de watertoets bij besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006, en latere wijzigingen, is gebleken dat de regularisatie van een woning een verandering van de toestand van watersystemen (of bestanddelen ervan) tot gevolg heeft. Deze verandering heeft geen betekenisvol schadelijk effect op het watersysteem voor zover de voorwaarden onder Deel 2 worden opgenomen in de vergunning.
Het wateradvies is dan ook voorwaardelijk gunstig.”

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden. 

•    Het advies van Watering De Herk d.d. 14 december 2023 is gedeeltelijk voorwaardelijk gunstig.

Aspect bindende bepalingen (voorwaardelijk gunstig):
Het perceel van de aanvraag is gelegen tegen "Hauwezauw 3" een waterloop in beheer van watering de Herk.
De aanvraag voorziet de plaatsing van een omheining die de mogelijkheid tot beheer van deze waterloop onmogelijk maakt.
Watering de Herk kan enkel een voorwaardelijk gunstig advies geven indien de omheining op een reglementaire manier geplaatst zal worden zodat deze geen hinder kan vormen op de onderhoudswerken van de waterloopbeheerder. Afrasteringen of afsluitingen die niet parallel met de oeverlijn van de waterloop opgericht worden binnen de vijfmeterzone mogen nooit de doorgang langs de waterloop en/of de doorgang naar achterliggende percelen hinderen. Deze afrasteringen en afsluitingen moeten op een eenvoudige wijze kunnen verplaatst worden of voorzien worden van een poort van minimaal 5 meter lang. De waterloopbeheerder mag maaisel of slib spreiden in de vijfmeterzone.

De vergunninghouder moet volgende ALGEMENE VOORWAARDEN naleven:
Afstand tot de waterloop
o De minimumafstand voor het oprichten van gebouwen, vaste constructies en vaste beplantingen tot de taludinsteek van de waterloop moet vijf meter bedragen, zowel op de linker- als de rechteroever, zodat het recht van doorgang, het afzetten van ruimingsproducten en het onderhoud van de waterloop gewaarborgd blijft.
o Leidingen of verhardingen binnen de vijfmeterzone moeten overrijdbaar zijn voor voertuigen met aslast 15 ton en totaalgewicht tot 30 ton.
o Geen grondbewerkingen zijn toegelaten op minder dan 1 m langs de waterloop volgens het decreet integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gecoördineerd op 15 juni 2018.
o Binnen een afstand van 6 m langs de waterloop mogen geen naaldbomen geplant of herplant worden.
o Nieuwe bomen en struiken worden alleen aangeplant binnen een afstand van vijf meter landinwaarts van de bovenste rand van het talud indien:
  - een minimale tussenafstand van 12 m voor opgaande bomen gerespecteerd wordt
  - de houtkant regelmatig teruggezet wordt en indien nodig voor de toegankelijkheid van de waterloop periodiek teruggezet wordt op vraag van de waterbeheerder
  - Naaldbomen op minder dan zes meter van de waterloop zijn verboden; Naaldbomen tasten de stabiliteit van de oever aan.
  - voor een andere plantwijze geopteerd wordt nadat de waterbeheerder daarvoor een schriftelijke toestemming gaf.
o Ophoging van de oever binnen de vijf meter vanaf taludinsteek van de waterloop is vergunningsplichtig en moet beoordeeld worden in kader van de watertoets. 

Afrasteringen en afsluitingen 
o Om het talud te beschermen kan de waterbeheerder aangelanden verplichten om gronden die aan een waterloop of publieke gracht palen en die begraasd worden, af te rasteren.
o Bij afrastering bevindt het deel van de afsluiting aan de kant van de grond die aan de waterloop paalt, zich op een afstand van 0,75 meter tot 1 meter, landinwaarts gemeten vanaf het einde van het talud van de waterloop.
o De afsluiting mag niet hoger dan 1,50 meter boven de begane grond zijn.
o De afsluiting is zo opgesteld dat ze geen belemmering vormt bij het onderhoud van de waterlopen, of ze kan weggenomen worden.

1-meterzone 
o Geen grondbewerkingen zoals ploegen of eggen
o Pesticiden
- Voor land- en tuinbouwers geldt dat pesticiden verboden zijn op de taluds én op de eerste meter vanaf de taludinsteek. Afhankelijk van het product gelden er strengere regels (1 tot 20m). Controleer de voorschriften op de verpakking!
- Voor particulieren bedraagt de minimale afstand 6 meter!
o  Intensief begraasde weilanden, grenzend aan waterlopen, moet je afsluiten om trappelschade aan de oevers te vermijden. De afsluiting, met een maximale hoogte van 1,50 meter, plaats je tussen 0,75 tot 1 meter (of meer) van de taludinsteek. 

5-meterzone
o Geen bemesting. Bij een steile helling (meer dan 8 %) naar de waterloop en in een VEN-gebied moet je zelfs 10 meter van de waterloop blijven (VEN gebieden op kaart).
o Aan beide zijden van de waterloop is er steeds vrije doorgang noodzakelijk voor onderhoudswerken.
- Geen hindernissen zoals gebouwen, tuinhuisjes, terrassen, composthopen of beplantingen. Voorzie in afsluitingen een doorgang voor een kraan of vrachtwagen.
- Verhardingen (bv. inritten) en leidingen binnen deze zone moeten overrijdbaar zijn met een kraan of vrachtwagen tot 30 ton.
- Geen ophogingen of opslag (tijdelijk of permanent), incl. tuinafval of composthopen.
o Wél afsluitingen, hagen of bomenrijen evenwijdig met de loop van de beek.
o Afsluitingen en hagen op min. 0,75 en max. 1 m van de taludinsteek, met een maximale hoogte van 1,50 m. Indien ze hoger zijn, moet je ze op vijf meter van de taludinsteek plaatsen. Bomenrij op min. 0,75 en max. 1 m van de taludinsteek, met een tussenafstand van minstens 12 m (naaldbomen op minstens 6m van de talud)
o De waterloopbeheerder mag maaisel of slib spreiden in de vijfmeterzone.

6-meterzone 
o Naaldbomen op minder dan zes meter van de waterloop zijn verboden; Naaldbomen tasten de stabiliteit van de oever aan.
o Op terreinen die gebruikt worden voor een openbare dienst of een commerciële activiteit (uitgezonderd land- en tuinbouw) zijn pesticiden verboden op minder dan 6 meter van de waterloop. 

10-meterzone 
o Mestopslag op minstens 10m van perceelsgrens én waterloop
o Geen bemesting binnen VEN-gebieden of bij een steile helling (meer dan 8 %)

Aspect watertoets (voorwaardelijk gunstig):
De adviesvraag handelt over de richtlijn gewijzigd overstromingsregime.
Het perceel is deels gelegen in pluviaal overstromingsgebied.
Er wordt bij zeer extreme neerslag tot 20 cm water boven het bestaand vloerpeil gemodelleerd. Er moeten daarom maatregelen genomen worden om de instroom van overstromingswater via de openingen (ramen, deuren, poorten, verluchtingsgaten,…) van de bestaande woning te voorkomen. Dit kan door het plaatsen van schotten voor ramen en deuren, het afdichten van verluchtingsgaten etc… Voor meer info wordt er verwezen naar de website van de VMM: https://www.vmm.be/nieuws/archief/hoe-je-woning-beschermen-tegen-wateroverlast 

CONCLUSIES ONDERZOEK WATERBEHEERDER
Uit de toepassing van de nadere regels voor de toepassing van de watertoets bij besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006, en latere wijzigingen, is gebleken dat de regularisatie van een woning een verandering van de toestand van watersystemen (of bestanddelen ervan) tot gevolg heeft. Deze verandering heeft geen betekenisvol schadelijk effect op het watersysteem voor zover de voorwaarden bovenaan dit advies worden opgenomen in de vergunning.
” 

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden.  De afsluiting en beplanting langsheen de waterloop dient aangepast en/ of verplaatst te worden conform de gestelde voorwaarden. Het bewijs van de aanpassingen dient overgemaakt te worden aan de dienst vergunningen en handhaving binnen een termijn van 6 maanden na uitvoerbaarheid van de vergunning.

8.    ADVIES GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag deels in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen, en dat het gevraagde deels verenigbaar is met een goede ruimtelijke ordening, mits het opleggen van voorwaarden.

De gemeentelijke omgevingsambtenaar adviseert volgende voorwaarden op te leggen:
Stedenbouwkundige voorwaarden
• Het advies van de Provincie Limburg, Dienst water en domeinen, moet gevolgd worden.
• Het advies van de waterbeheerder, Watering de Herk, moet gevolgd worden.
De afsluiting en beplanting langsheen de waterloop dient aangepast en/ of verplaatst te worden conform de gestelde voorwaarden. Het bewijs van de aanpassingen dient overgemaakt te worden aan de dienst vergunningen en handhaving binnen een termijn van 6 maanden na uitvoerbaarheid van de vergunning.
• De grindverharding van de oprit dient ingeperkt te worden tot de oorspronkelijk vergunde toestand:
> Het gedeelte voor de doorrit mag slechts 5,80m breed zijn.
> De verharding naar de garage dient teruggebracht te worden tot een breedte van maximaal 3m en er dient een afstand van minstens 1m tot de perceelgrens aangehouden te worden.
Het bewijs van de aanpassingswerken dient aangeleverd te worden bij de dienst vergunningen en handhaving binnen een termijn van 6 maanden na uitvoerbaarheid van de vergunning.
• De verharding rechts van de garage dient ingeperkt te worden tot de oorspronkelijk vergunde toestand:
> De breedte dient teruggebracht tot 15m
> De diepte dient teruggebracht te worden tot 11,70m, gemeten vanaf en in aansluiting met de oprit op minstens 1m van de perceelgrens.
> De betonverharding dient vervangen door een waterdoorlatende verharding gezien de ligging in pluviaal overstromingsgebied. Aangezien de afstanden tot de aangrenzende percelen beperkt zijn en geen specifieke afwatering naar een infiltratiezone/ wadi voorzien is om het afstromend hemelwater op eigen terrein op te vangen, is het risico voor wateroverlast voor de omliggende percelen te hoog.
Het bewijs van de aanpassingswerken dient aangeleverd te worden bij de dienst vergunningen en handhaving binnen een termijn van 6 maanden na uitvoerbaarheid van de vergunning.
• Er dient voldaan te worden aan de verordening hemelwater zoals oorspronkelijk vergund op 11/02/2008. De totale inhoud van de hemelwaterputten dient 12500 liter te bedragen, de inhoud van de infiltratievoorziening dient verhoogd te worden tot 5800 liter.
• De hoogte van de gesloten afsluitingen (hagen) dient teruggebracht te worden tot maximaal 2m. Voor de afsluiting en haag langsheen de waterloop, dienen de aanpassing conform het advies van de waterbeheerder uitgevoerd te worden.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar d.d. 01/02/2024 en volgt dit standpunt integraal.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het gedeeltelijk voorwaardelijk afleveren van de omgevingsvergunning aan de heer Eduard Jacobs wonende te Schavert 18 te 3520 Zonhoven voor het regulariseren van een eengezinswoning met nevenbestemming (gevelwijziging, interne aanpassingen, gesloten afsluitingen en wijziging van een gedeelte van de verhardingen) tegenover de vergunde toestand dd. 11/02/2008 – ref. 2007/10802.

Het college van burgemeester en schepenen weigert het regulariseren van uitbreiding van de verhardingen van de oprit, doorrit en rechts van de garage alsook de uitbreiding van de nevenbestemming tot 114m².

Over het bijgebouw wordt geen uitspraak gedaan aangezien hierover onvoldoende informatie gekend is en niet werd opgenomen in de aanvraag, gelegen te Schavert 18 kadastraal gekend als afdeling 1 sectie B nr. 952H44.

Artikel 3

Volgende voorwaarden worden opgelegd:
Stedenbouwkundige voorwaarden

• Het advies van de Provincie Limburg, Dienst water en domeinen, moet gevolgd worden.
• Het advies van de waterbeheerder, Watering de Herk, moet gevolgd worden.
De afsluiting en beplanting langsheen de waterloop dient aangepast en/ of verplaatst te worden conform de gestelde voorwaarden. Het bewijs van de aanpassingen dient overgemaakt te worden aan de dienst vergunningen en handhaving binnen een termijn van 6 maanden na uitvoerbaarheid van de vergunning.
• De grindverharding van de oprit dient ingeperkt te worden tot de oorspronkelijk vergunde toestand:
   o Het gedeelte voor de doorrit mag slechts 5,80m breed zijn.
   o De verharding naar de garage dient teruggebracht te worden tot een breedte van maximaal 3m en er dient een afstand van minstens 1m tot de perceelgrens aangehouden te worden.
Het bewijs van de aanpassingswerken dient aangeleverd te worden bij de dienst vergunningen en handhaving binnen een termijn van 6 maanden na uitvoerbaarheid van de vergunning.
• De verharding rechts van de garage dient ingeperkt te worden tot de oorspronkelijk vergunde toestand:
   o De breedte dient teruggebracht tot 15m.
   o De diepte dient teruggebracht te worden tot 11,70m, gemeten vanaf en in aansluiting met de oprit op minstens 1m van de perceelgrens.
   o De betonverharding dient vervangen door een waterdoorlatende verharding gezien de ligging in pluviaal overstromingsgebied. Aangezien de afstanden tot de aangrenzende percelen beperkt zijn en geen specifieke afwatering naar een infiltratiezone/ wadi voorzien is om het afstromend hemelwater op eigen terrein op te vangen, is het risico voor wateroverlast voor de omliggende percelen te hoog.
Het bewijs van de aanpassingswerken dient aangeleverd te worden bij de dienst vergunningen en handhaving binnen een termijn van 6 maanden na uitvoerbaarheid van de vergunning.
• Er dient voldaan te worden aan de verordening hemelwater zoals oorspronkelijk vergund op 11/02/2008. De totale inhoud van de hemelwaterputten dient 12500 liter te bedragen, de inhoud van de infiltratievoorziening dient verhoogd te worden tot 5800 liter.
• De hoogte van de gesloten afsluitingen (hagen) dient teruggebracht te worden tot maximaal 2m. Voor de afsluiting en haag langsheen de waterloop, dienen de aanpassing conform het advies van de waterbeheerder uitgevoerd te worden.