Terug
Gepubliceerd op 21/02/2024

Notulen  College van burgemeester en schepenen

di 06/02/2024 - 13:30 schepenzaal

Samenstelling

Aanwezig

Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur

Secretaris

Bart Telen, Algemeen directeur

Agendapunten

1.

2024_CBS_00118 - Notulen vorige zitting - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
1.

2024_CBS_00118 - Notulen vorige zitting - Goedkeuring

2024_CBS_00118 - Notulen vorige zitting - Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

De gemeenteraadsleden beschikken over de mogelijkheid om de goedgekeurde notulen via eBesluit te raadplegen.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen heeft geen opmerkingen over het verslag. Bijgevolg is het verslag van de zitting van 30 januari 2024 goedgekeurd.

2.

2024_CBS_00121 - Afvoering van ambtswege - Goedkeuring

Goedgekeurd
2.

2024_CBS_00121 - Afvoering van ambtswege - Goedkeuring

2024_CBS_00121 - Afvoering van ambtswege - Goedkeuring
3.

2024_CBS_00122 - Politiebesluit van de gouverneur in het kader van de verkiezingen van 9 juni - Kennisneming

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
3.

2024_CBS_00122 - Politiebesluit van de gouverneur in het kader van de verkiezingen van 9 juni - Kennisneming

2024_CBS_00122 - Politiebesluit van de gouverneur in het kader van de verkiezingen van 9 juni - Kennisneming

Motivering

Verwijzingsdocumenten
  • De begeleidende brief bij het politiebesluit (pdf)
  • Het politiebesluit van de gouverneur inzake de sperperiode (pdf)
Feiten context en argumentatie

Het college neemt kennis van het schrijven van 31 januari 2024 vanwege gouverneur Jos Lantmeeters betreffende de verkiezingen van het Europees Parlement, de Kamer van Volksvertegenwoordigers en de Gemeenschaps-en Gewestparlementen op zondag 9 juni 2024 en het politiebesluit van de gouverneur.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het politiebesluit van de gouverneur over de sperperiode voorafgaande aan de verkiezingen van 9 juni.

4.

2024_CBS_00123 - Raamovereenkomst "Inhuren van een externe dienst voor preventie en bescherming op het werk (EDPBW) door Proclim - Kennisneming

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
4.

2024_CBS_00123 - Raamovereenkomst "Inhuren van een externe dienst voor preventie en bescherming op het werk (EDPBW) door Proclim - Kennisneming

2024_CBS_00123 - Raamovereenkomst "Inhuren van een externe dienst voor preventie en bescherming op het werk (EDPBW) door Proclim - Kennisneming

Motivering

Verwijzingsdocumenten

Brief van Proclim in verband met interessepeiling.

Antwoordformulier interessepeiling.

Feiten context en argumentatie

ln 2016 werd bovengenoemde raamovereenkomst door Fluvius (lnfrax) afgesloten voor een periode van 5 jaren, met de mogelijkheid tot drie keer verlenging met één jaar.

De raamovereenkomst van Fluvius werd gestart op 1/1/2017, en zal definitief eindigen op 31 december 2024.

Naar aanleiding van het kerntakendebat in 2019 is er besloten dat Fluvius enkele taken niet meer op zich zal nemen. De afbouw van niet-kerntaken bij Fluvius houdt onder andere in dat Fluvius geen samenaankoopdossiers meer zal organiseren.

Er werd besloten dat PROCLIM zich zal engageren naar de lokale, openbare besturen en deze rol van Fluvius op zich zal nemen.

De provinciale aankoopcentrale PROCLIM zal daarom overgaan tot de hernieuwing van de opdracht "lnhuren van een Externe Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk (EDPBW)".

Voor deze opdracht zal een onderhandelingsprocedure gevoerd worden voor het afsluiten van een (raam)overeenkomst met slechts één ondernemer - alle voorwaarden gekend. Dit in tegenstelling tot de raamovereenkomst van Fluvius, indertijd geplaatst volgens de wetgeving voor speciale sectoren, waarbij 6 dienstverleners werden weerhouden en de lokale besturen vrij konden kiezen met welke dienstverlener zij een contract wensten op basis van de voor hun belangrijkste aspecten.

ln december 2020 heeft PROCLIM de lokale besturen reeds bevraagd aangaande hun interesse voor toekomstige deelname aan deze opdracht. Diverse besturen hebben toen positief geantwoord. PROCLIM wenst de besturen maximaal te ontzorgen: de lokale besturen kunnen ervoor kiezen om mee in te stappen in de raamovereenkomst van PROCLIM of om de opdrachtdocumenten (bestek) te ontvangen indien zij een eigen aanbestedingsprocedure wensen te voeren.

Via de brief willen ze peilen naar onze interesse in:

  • Deelname in een aanbestedingsprocedure van de Provincie Limburg volgens wetgeving overheidsopdrachten klassieke sectoren - overeenkomst met één ondernemer; of
  • Het ontvangen van de opdrachtdocumenten (bestek) van de provincie Limburg voor het voeren van een eigen aanbestedingsprocedure.

Wij hebben onze interesse in beide opties doorgegeven, zodat we (indien wenselijk) een eigen procedure kunnen starten om zo de voordeligste tarieven te kunnen verkrijgen.

Dit is nog geen mandaatstelling, enkel een interessepeiling. Een mandaatstelling wordt later in de procedure gevraagd.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de interessepeiling naar de nieuwe raamovereenkomst "lnhuren van een Externe Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk (EDPBW)", georganiseerd door Proclim.

Artikel 2

Via het antwoordformulier werd de interesse in volgende opties kenbaar gemaakt:

  • Deelname in een aanbestedingsprocedure van de Provincie Limburg volgens wetgeving overheidsopdrachten klassieke sectoren - overeenkomst met één ondernemer; 
  • Het ontvangen van de opdrachtdocumenten (bestek) van de provincie Limburg voor het voeren van een eigen aanbestedingsprocedure.
5.

2024_CBS_00124 - Aanstelling en ereloon beëdigde geneesheren bij lijkverbranding - Verzoek tot Ontslag als Aangestelde en Beëdigd Geneesheer - Kennisneming

Goedgekeurd
5.

2024_CBS_00124 - Aanstelling en ereloon beëdigde geneesheren bij lijkverbranding - Verzoek tot Ontslag als Aangestelde en Beëdigd Geneesheer - Kennisneming

2024_CBS_00124 - Aanstelling en ereloon beëdigde geneesheren bij lijkverbranding - Verzoek tot Ontslag als Aangestelde en Beëdigd Geneesheer - Kennisneming
6.

2024_CBS_00125 - Goedkeuring bestelbons - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
6.

2024_CBS_00125 - Goedkeuring bestelbons - Goedkeuring

2024_CBS_00125 - Goedkeuring bestelbons - Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

Het college van burgemeester en schepenen keurt de lijst van de bestelbons goed.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen keurt de lijst van bestelbons goed voor een bedrag van € 64.512,89.


7.

2024_CBS_00150 - Goedkeuring extra bestelbons - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
7.

2024_CBS_00150 - Goedkeuring extra bestelbons - Goedkeuring

2024_CBS_00150 - Goedkeuring extra bestelbons - Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

Het college van burgemeester en schepenen keurt de bijkomende bestelbons 2024000937 en 2024000939 goed. Hierbij werd de wet op overheidsopdrachten gevolgd.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen keurt de bijkomende bestelbon 2024000937 goed voor een bedrag van € 1869,93. Hiervoor wordt het MJP000375 aangewend (beschikbaar krediet: €150.0000).

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen keurt de bijkomende bestelbon 2024000939 goed voor een bedrag van € 845,00. Hiervoor wordt het MJP000186 aangewend (beschikbaar krediet: € 99.400,01).

8.

2024_CBS_00145 - Centraal Kerkbeleidsplan - agenda - Kennisneming

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
8.

2024_CBS_00145 - Centraal Kerkbeleidsplan - agenda - Kennisneming

2024_CBS_00145 - Centraal Kerkbeleidsplan - agenda - Kennisneming

Motivering

Feiten context en argumentatie

In 2017 werd er een kerkenbeleidsplan opgesteld voor de kerken gelegen op grondgebied Zonhoven. Omwille van de vraag voor een herbestemming van de kerken van Terdonk (Sint Eligius) en Termolen (O.L.V. Maagd der Armen) werd een addendum 1 opgemaakt die goedgekeurd werd door de kerkfabrieken in 2020.

Men vraagt vanuit de kerkfabriek een overleg ter bespreking van het centraal Kerkenbeleidsplan. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de agenda op 7 februari 2024 (zie bijlage).

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de agenda van het centraal kerkenbeleidsplan gepland op 07.02.2024.

9.

2024_CBS_00126 - Vraag Heivinkstraat 26 - aankoop aangrenzende grond - Weigering

Goedgekeurd
9.

2024_CBS_00126 - Vraag Heivinkstraat 26 - aankoop aangrenzende grond - Weigering

2024_CBS_00126 - Vraag Heivinkstraat 26 - aankoop aangrenzende grond - Weigering
10.

2024_CBS_00127 - Openbare verkoop onroerend goed gelegen Senator A. Jeurissenlaan 1132 - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
10.

2024_CBS_00127 - Openbare verkoop onroerend goed gelegen Senator A. Jeurissenlaan 1132 - Goedkeuring

2024_CBS_00127 - Openbare verkoop onroerend goed gelegen Senator A. Jeurissenlaan 1132 - Goedkeuring

Motivering

Verwijzingsdocumenten

De brief van 29 januari 2024 van notarissen Bovend'aerde & Manshoven te Zonhoven.

Feiten context en argumentatie

Notarissen Bovend'aerde & Manshoven te Zonhoven zijn gelast met de openbare verkoop van een industriegebouw met grond en aanhorigheden gelegen Senator A. Jeurissenlaan 1132 te Zonhoven. Het gebouw met grond is eigendom van Surinx Geert Arthur Germain ingevolge akte verleden voor notaris Romain Janssen van Zonhoven op 6 maart 1995.

De notarissen vragen het akkoord van de gemeente met deze transactie en ook of het terugkooprecht zal worden uitgeoefend door de gemeente.

Het akkoord van de gemeente zal opgenomen worden in de verkoopsvoorwaarden, die moeten worden aanvaard door alle geïnteresseerde kandidaat-kopers, alvorens te kunnen bieden.

Gezien het een openbare verkoop betreft is de uiteindelijke koper nog niet gekend. Nadien wordt het dossier opnieuw voor goedkeuring voorgebracht.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord met de openbare verkoop van het industriegebouw gelegen Senator A. Jeurissenlaan 1132 te Zonhoven. De gemeente wenst haar recht van terugkoop niet uit te oefenen.

Zodra de uiteindelijke koper gekend is, zal het dossier opnieuw worden voorgebracht.

11.

2024_CBS_00128 - Aktename melding voor droogzuiging - 2024/00005MM - gedeelte van de Donkeindeweg op openbaar domein - Kennisneming

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
11.

2024_CBS_00128 - Aktename melding voor droogzuiging - 2024/00005MM - gedeelte van de Donkeindeweg op openbaar domein - Kennisneming

2024_CBS_00128 - Aktename melding voor droogzuiging - 2024/00005MM - gedeelte van de Donkeindeweg op openbaar domein - Kennisneming

Motivering

Feiten context en argumentatie

Het betreft een droogzuiging voor de aanleg van nutsvoorzieningen zijnde de ondergrondse kabels voor water, elektriciteit en glasvezel voor de Donkeindeweg.
Het traject van de werfzone is 900 meter lang en situeert zich in de Donkeindeweg, vanaf het kruispunt met Mommersbosweg tot quasi het kruispunt met de Schoenmakersweg. 

Een screeningsnota, opgesteld door een extern bureau, werd toegevoegd. 

De invloedstraal bedraagt in het begin van de bemaling 33,2 meter, op het einde van de bemaling 155,5 meter. De invloedstraal interfereert niet met gekende potentiële bodemverontreinigingen, noch met ruimtelijk kwetsbaar gebied.
De screeningsnota doet geen uitspraak over het lozingspunt. Zij verwijzen naar de website van VMM.
De screeningsnota maakt een onderscheid tussen het meest wenselijke lozingspunt (infiltratie of waterloop) in relatie tot de waterkwaliteit. Dit houdt in dat, na analyse van het bemalingswater, pas beslist kan worden over het exacte lozingspunt.
Rekening houdend met het feit dat de screeningsnota een onderzoek heeft gevoerd naar de potentieel verontreinigde gronden, beschikbare informatie op het Geoloket van Ovam en hieruit blijkt dat de invloedsstraal van 155 meter niet gelegen is binnen een potentieel verontreinigd gebied.
Redelijkerwijze mag er vanuit gegaan worden dat de grondwaterkwaliteit voldoende is om te lozen in een waterloop/RWA-leiding.
Bijkomend werd door aanvrager rubriek 3.1 niet aangevraagd, waardoor het niet mogelijk is om bedrijfsafvalwater (in de vorm van verontreinigd bemalingswater) te lozen. 

De aanvraag geeft volgende lozingspunten weer: baangrachten langsheen Donkeindeweg en Schutenseweg.
De dienst kan dit deels volgen. De aanvrager heeft geen rekening gehouden met de gravitaire situatie van de baangracht, noch het feit dat het ingebuisde grachten betreft waarvan het infiltrerend vermogen beperkt is. Bijkomend, houdt het lozen op gemengde riolering, zoals baangrachten waarvan de straat nog niet gescheiden werd aangelegd, in dat dit op voorhand gemeld moet worden aan Aquafin en de heffing van toepassing is.
Vandaar dat voorwaarden worden opgelegd aangaande het lozingspunt.
Voor het bemalingskader thv Donkeindeweg12 tem 58 wordt het bemalingswater geloosd in de RWA-leiding van Mommersbos of in de RWA-leiding van de Schutenseweg (en niet in de baangracht van de Donkeindeweg).
Voor het gedeelte Donkeindeweg 62 tem 104 moet geloosd worden op de RWA van de Schoenmakersweg, indien de bemaling binnen de 200 meter gelegen is van een RWA-lozingspunt van de Schoenmakersweg.
Gelet op bovenstaande is een lozing op een RWA-leiding bijna altijd haalbaar binnen de 200 meter van de bemaling muv 2 strengen op de Donkeindeweg tussen nrs. 62 en 84.
Voor het bemalingskader Donkeindeweg 62 tem 82, mag geloosd worden op het gemengd stelsel van de Donkeindeweg, MITS op voorhand een toestemming bekomen wordt van Aquafin. 

De bemaling wordt per streng uitgevoerd. Dit houdt in dat per 100-meter de streng bemaald wordt om daarna de leidingen te leggen, om vervolgens op te schuiven en de volgende 100 meter te bemalen. Per streng dient er 7 dagen bemaald te worden.
Een sleuf van 1,2 m-mv is noodzakelijk om in het droge de leidingen te kunnen aanleggen. Vermoedelijke totaalduur is 60 dagen, wat betekent dat een maximale grondwaterverlaging van 1,7 m-mv bekomen dient te worden.
Het gevraagde debiet bedraagt 1372 m³/dag, met een totaaldebiet van 79100 m³/jaar

De aanvraag is realistisch en kan gunstig beoordeeld worden gezien het beperkt debiet en de beperkte tijdsduur. 

Gunstig voor een bronbemaling voor een gedeelte van de Donkeindeweg (vanaf het kruispunt met Mommersbos tot het kruispunt met de Schoenmakersweg), voor de aanleg van nutsvoorzieningen zijnde de ondergrondse kabels voor water, elektriciteit en glasvezel, voor een debiet van 1372 m³/dag, 79100 m³/jaar, mits volgende voorwaarden:

* De lozingspunten zijn de volgende:
Voor het bemalingskader thv Donkeindeweg12 tem 58 wordt het bemalingswater geloosd in de RWA-leiding van Mommersbos of in de RWA-leiding van de Schutenseweg (en niet in de baangracht van de Donkeindeweg, niet in de baangracht van de Schutenseweg). 

Voor het gedeelte Donkeindeweg 62 tem 104 moet geloosd worden op de RWA van de Schoenmakersweg, indien de bemaling binnen de 200 meter gelegen is van een RWA-lozingspunt van de Schoenmakersweg.  
Gelet op bovenstaande is een lozing op de RWA-leiding bijna altijd haalbaar binnen de 200 meter van de bemaling muv 2 strengen op de Donkeindeweg tussen nrs. 62 en  84. 

Voor het bemalingskader Donkeindeweg 62 tem 82 mag geloosd worden op het gemengd stelsel van de Donkeindeweg, MITS op voorhand een toestemming bekomen wordt van Aquafin. 

* Een goed functionerende debietsteller moet aanwezig zijn op elke pomp.  
* De start en stopdatum van de bemaling met telkens de stand van de debietsteller wordt gemeld aan de gemeentelijke dienst milieubeleid via leefmilieu@zonhoven.be.
* De sectorale voorwaarden van Vlarem II, hoofdstuk 5.53, moeten nageleefd worden.
* Indien een volume van meer dan 10 m³/uur wordt geloosd op een gemengd rioleringsstelsel, moet de aanvrager op voorhand een toelating bekomen van Aquafin (art. 5.53.6.1.1 van Vlarem II) op www.aquafin.be. Het startvolume van de bronbemaling wordt ook in rekening gebracht bij het bepalen van het uurdebiet.
* De droogzuiging wordt onmiddellijk verwijderd zodra dit bouwtechnisch mogelijk is en wordt beperkt in tijd en debiet tot het absolute, noodzakelijke, minimum.
* De lozing van het grondwater mag geen wateroverlast voor derden veroorzaken.
* Indien de stroomgroep geluidshinder vormt voor de omwonenden, moeten onmiddellijk gepaste maatregelen genomen worden om de hinder tot een absoluut minimum te beperken (eventueel overschakelen op een elektrische pomp).
* De bemaling mag de duur van 60 dagen niet overschrijden.

Besluit:
Artikel 1

De gemeentelijke omgevingsambtenaar heeft op 30/01/2024 akte genomen van de melding ingediend door Radi Zouzaf namens APK infra NV, Haltstraat 50 te 3900 Pelt, voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit, zijnde een tijdelijke bemaling voor de aanleg van ondergrondse nutsleidingen voor een gedeelte van de Donkeindeweg voor een totaaldebiet van 79100 m³, gelegen binnen openbaar domein te Zonhoven, met rubriek: 53.2.2°b)1°. 

53.2.2°b)1°

wordt beperkt tot maximaal vier meter onder het maaiveld

traject van 900 m lang, 9 x rekenmodel; voor een totaaldebiet van 79100 m³ op een bemalingsdiepte van 1,7 m-mv

 

Artikel 2
Volgende voorwaarden moeten worden nageleefd:

    * De lozingspunten zijn de volgende:

    Voor het bemalingskader thv Donkeindeweg12 tem 58 wordt het bemalingswater geloosd in de RWA-leiding van Mommersbos of in de RWA-leiding van de Schutenseweg (en niet in de baangracht van de Donkeindeweg, niet in de baangracht van de Schutenseweg). 

    Voor het gedeelte Donkeindeweg 62 tem 104 moet geloosd worden op de RWA van de Schoenmakersweg, indien de bemaling binnen de 200 meter gelegen is van een RWA-lozingspunt van de Schoenmakersweg.  
    Gelet op bovenstaande is een lozing op de RWA-leiding bijna altijd haalbaar binnen de 200 meter van de bemaling muv 2 strengen op de Donkeindeweg tussen nrs. 62 en  84. 

    Voor het bemalingskader Donkeindeweg 62 tem 82 mag geloosd worden op het gemengd stelsel van de Donkeindeweg, MITS op voorhand een toestemming bekomen wordt van Aquafin. 

    * Een goed functionerende debietsteller moet aanwezig zijn op elke pomp.  
    * De start en stopdatum van de bemaling met telkens de stand van de debietsteller wordt gemeld aan de gemeentelijke dienst milieubeleid via leefmilieu@zonhoven.be.
    * De sectorale voorwaarden van Vlarem II, hoofdstuk 5.53, moeten nageleefd worden.
    * Indien een volume van meer dan 10 m³/uur wordt geloosd op een gemengd rioleringsstelsel, moet de aanvrager op voorhand een toelating bekomen van Aquafin (art. 5.53.6.1.1 van Vlarem II) op www.aquafin.be. Het startvolume van de bronbemaling wordt ook in rekening gebracht bij het bepalen van het uurdebiet.
    * De droogzuiging wordt onmiddellijk verwijderd zodra dit bouwtechnisch mogelijk is en wordt beperkt in tijd en debiet tot het absolute, noodzakelijke, minimum.
    * De lozing van het grondwater mag geen wateroverlast voor derden veroorzaken.
    * Indien de stroomgroep geluidshinder vormt voor de omwonenden, moeten onmiddellijk gepaste maatregelen genomen worden om de hinder tot een absoluut minimum te beperken (eventueel overschakelen op een elektrische pomp).
    * De bemaling mag de duur van 60 dagen niet overschrijden.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het besluit van de gemeentelijk omgevingsambtenaar.

12.

2024_CBS_00129 - Attest conform artikel 4.2.16 - verkaveling 1347.D.874.2 - Elstrekenweg 74 - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
12.

2024_CBS_00129 - Attest conform artikel 4.2.16 - verkaveling 1347.D.874.2 - Elstrekenweg 74 - Goedkeuring

2024_CBS_00129 - Attest conform artikel 4.2.16 - verkaveling 1347.D.874.2 - Elstrekenweg 74 - Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

Artikel 4.2.16. §1 en §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening omschrijft: 

§ 1. Een kavel uit een vergunde verkaveling of verkavelingsfase kan enkel verkocht worden, verhuurd worden voor méér dan negen jaar, of bezwaard worden met een recht van erfpacht of opstal, nadat de verkavelingsakte door de instrumenterende ambtenaar is verleden.
§ 2. De verkavelingsakte wordt eerst verleden na overlegging van een attest van het college van burgemeester en schepenen, waaruit blijkt dat, voor de volledige verkaveling of voor de betrokken verkavelingsfase, het geheel van de lasten uitgevoerd is of gewaarborgd is door:
1° de storting van een afdoende financiële waarborg;
2° een door een bankinstelling op onherroepelijke wijze verleende afdoende financiële waarborg.
Het attest, vermeld in het eerste lid, kan worden afgeleverd indien de vergunninghouder deels zelf de lasten heeft uitgevoerd, deels de nodige waarborgen heeft gegeven.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen beslist het attest conform artikel 4.2.16.§2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening af te leveren aan BV Bovend’aerde & Manshoven – geassocieerde notarissen / Karlijn Maes met volgende opmerkingen:

Er werd voldaan aan de volgende voorwaarden:
1. Te voldoen aan de voorwaarden gesteld door De Watergroep.
4.Te voldoen aan de voorwaarden gesteld door Fluvius System Operator.
7. Gelet op artikel 4.2.17 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening waarin bepaald wordt dat een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden geldt als omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen wat betreft alle handelingen die zijn opgenomen in de vergunning en die de verkaveling bouwrijp maken. Dat rekening houdend met dit artikel een machtiging wordt verleend tot het afbreken van de constructies.
9. Alle bebouwing dient te worden gesloopt vooraleer de verkaveling ten uitvoer kan worden gebracht. Dit houdt in dat zolang aan de opschortende voorwaarde tot sloping, die verbonden is aan de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden zelf en waarvan de naleving rust op de verkavelaar zelf, niet voldaan is, de verkavelaar niet kan overgaan tot verkoop van de loten, noch een omgevingsvergunning voor het bebouwen van een lot kan verkregen worden. Onder afbraak wordt tevens het verwijderen van de vloerplaten en van al het materiaal / afval van het terrein bedoeld. Alle materialen / afval dienen afgevoerd te worden naar een erkende verwerker.
De volledige verkaveling dient vrij en onbelast te zijn van gebouwen, materialen en afval.
10. De afbraak van de constructies dient te gebeuren tot in de grond en de plaats moet hersteld worden in de vorige toestand. Aan de afbraak is geen milieuvergunningsplicht verbonden, wel dient rekening gehouden te worden met de wettelijke verplichtingen opgenomen in het milieuvergunningsdecreet, het bodemsaneringsdecreet en het materialendecreet. Vooraleer te starten met de afbraakwerken dienen de constructies volledig ontruimd te worden. De afvalstoffen die vrijkomen bij de afbraakwerken dienen selectief ingezameld te worden. Alle bouw-, sloop- en infrastructuurwerken in open lucht dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II, hoofdstuk 6.12 Beheersing van stofemissies tijdens bouw-, sloop- en infrastructuurwerken”, indien deze uitgevoerd worden door een aannemer. Het verwijderen van asbest dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II Beheersing van asbest, hoofdstuk 6.4..
11. De paalstenen aan de rooilijn dienen geplaatst te worden.
13. Vervreemding van een lot uit de verkaveling kan pas geschieden, nadat het attest conform artikel 4.2.16 §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening werd afgeleverd, waaruit blijkt dat aan alle voorwaarden van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden werd voldaan.
14. Een omgevingsvergunning voor het bebouwen van een lot kan pas verkregen worden, nadat het attest conform artikel 4.2.16 §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening werd afgeleverd, waaruit blijkt dat aan alle voorwaarden van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden werd voldaan.

De volgende verplichtingen blijven geldig:
2. Te voldoen aan volgende voorwaarden met betrekking tot de watertoets:
a) De toekomstige aanvragen tot omgevingsvergunning dienen te voorzien in maatregelen voor opvang en lozing van hemelwater. De bepalingen van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (Besluit Vlaamse Regering dd. 5 juli 2013) moeten alleszins nageleefd worden.
b) Indien er ondergrondse constructies worden opgericht, de bemaling voldoet aan de voorwaarden zoals opgelegd in Vlarem II.
c) Een permanente drainage, ook al is dit in functie van een aanleg van een ondergrondse constructie, mag niet voorzien worden aangezien permanente drainage een continue verlaging van de grondwaterstand tot gevolg heeft.
3. De initiatiefnemer handelt volgens en voldoet aan de reglementeringen van de nutsmaatschappijen.
5. Kosten voor het voorzien / verleggen of uitbreiden van de nutsleidingen moeten gedragen worden door de verkavelaar;
6. Aanpassingen aan inrichtingen, constructies of beplantingen op het openbaar domein naar aanleiding van de omgevingsaanvraag of de toekomstige omgevingsaanvraag zijn steeds ten laste van de aanvrager. Alle kosten naar aanleiding van een heraanplanting op het openbaar domein, uitgevoerd naar aanleiding van een omgevingsaanvraag voor het verkavelen van gronden of een omgevingsaanvraag van een particulier, blijft ten laste van de aanvrager.
8. Alvorens de berk kan gekapt worden, dient er eerst een omgevingsvergunning voor het oprichten van een woning bekomen te worden. In de aanvraag tot omgevingsvergunning voor de woning dient de vraag tot kappen van de boom worden opgenomen.
12. De verkavelingsvoorschriften in bijlage, opgesteld door het college van burgemeester en schepenen zijn van toepassing op voorliggende aanvraag.
15. Na het afleveren van het attest conform artikel 4.2.16§2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening dient de verkaveling in een officiële akte gegoten de worden. De gemeente dient in kennis te worden gebracht van de akte van neerlegging van de verkaveling.

Het college van burgemeester en schepenen beslist tevens een afschrift van dit attest te versturen naar:

  • Departement Omgeving
  • De Watergroep
  • Fluvius System Operator cvba
13.

2024_CBS_00130 - OMV - Vergunning - Kriekelstraat 61 - 2023/00185 - Weigering

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
13.

2024_CBS_00130 - OMV - Vergunning - Kriekelstraat 61 - 2023/00185 - Weigering

2024_CBS_00130 - OMV - Vergunning - Kriekelstraat 61 - 2023/00185 - Weigering

Motivering

Feiten context en argumentatie

VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR

Dossiernummer:    2023/00185
Referentie omgevingsloket:    OMV_2023126794

De aanvraag, ingediend door APPLI-WARE BVBA gevestigd te Kriekelstraat 61 te 3520 Zonhoven, werd ontvangen op 25/09/2023 en op 24/10/2023 ontvankelijk en volledig verklaard.

De aanvraag gaat over een terrein, gelegen Kriekelstraat 61, kadastraal gekend als afdeling 1 sectie A nrs. 207D en 207E.

De aanvraag gaat over het regulariseren van een stal/voederruimte en de terreininrichting, het uitbreiden van de woning.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

De gemeentelijke omgevingsambtenaar heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de geldende wettelijke bepalingen, (in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid, het decreet Natuurbehoud en hun uitvoeringsbesluiten).

1.    STEDENBOUWKUNDIGE BASISGEGEVENS

De locatie van de aanvraag is volgens het Origineel bij Koninklijk besluit goedgekeurd gewestplan op 3 april 1979 gelegen in woongebied met landelijk karakter en landschappelijk waardevol agrarisch gebied.
De locatie van de aanvraag is niet gelegen binnen een bijzonder plan van aanleg.
De locatie van de aanvraag is niet gelegen binnen een ruimtelijk uitvoeringsplan.
Het project maakt deel uit van de goedgekeurde verkaveling 7204.V.221 goedgekeurd op 13 mei 1968, het betreft lot 12.

De verkaveling is ouder dan 15 jaar. Daarom vormen de verkavelingsvoorschriften niet langer een weigeringsgrond en moet er een toetsing gebeuren van de goede ruimtelijke ordening.

Volgende verordeningen zijn van kracht:
• algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake openluchtrecreatieve verblijven goedgekeurd op 8 juli 2005;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten,... goedgekeurd op 23 juni 2006;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

2.    HISTORIEK

Volgende dossiers zijn relevant:
• Stedenbouwkundige vergunning (2011/12183) voor het bouwen van een eengezinswoning met kantoorruimte - goedgekeurd op 07/11/2011.
• Stedenbouwkundige vergunning (2013/00059) voor het bouwen van een carport en een paardenstal met voederopslag - goedgekeurd op 23/07/2013.
• Verkavelingsvergunning (7204.V.221) voor het verkavelen van een grond - goedgekeurd op 13/05/1968.
• Verkavelingsvergunning (7204.V.221\01) voor het wijzigen van de voorschriften + samenvoegen percelen - goedgekeurd op 07/11/2011.
• Milieuvergunning 752.4-789 voor droogzuiging voor eengezinswoning met kantoorruimte - goedgekeurd op 23/05/2012.

3.    BESCHRIJVING OMGEVING EN AANVRAAG

Beschrijving van de plaats & omgeving

Het eigendom bevindt zich aan de gemeenteweg Kriekelstraat in het noorden van de gemeente Zonhoven. De nabije en ruimere omgeving bestaat hoofdzakelijk uit vrijstaande eengezinswoningen, gelegen in een landelijk woonlint met achterliggend landschappelijk waardevol agrarisch gebied.  De bebouwing bestaat uit één of twee bouwlagen onder voornamelijk hellende daken, en is voornamelijk afgewerkt in een gevelsteen in diverse tinten en texturen. Op het eigendom bevindt zich een eengezinswoning met kantoorruimte, een achterliggend vrijstaand bijgebouw, een carport, een afdak en verhardingen.

Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag betreft een uitbreiding van de bestaande woning, de regularisatie van een stal met voederruimte, een carport en een afdak voor paarden. Bijkomend wordt op het inplantingsplan aangegeven dat er ook verhardingen dienen te worden geregulariseerd. Deze verhardingen werden evenwel niet opgenomen als stedenbouwkundige handeling. 

Uitbreiding van de bestaande woning:

De bestaande woning wordt aan de achterzijde ter hoogte van de keuken/eethoek uitgebreid met een zitruimte en een half-overdekt terras. Het bestaande openschuivend raam aan de keuken/eethoek wordt weggenomen om de verbinding te realiseren met de zithoek. De zithoek heeft een bouwdiepte van 6,40 meter en een bouwbreedte van 5,70 meter. De zithoek bestaat uit één bouwlaag en wordt afgedekt met een plat dak met een kroonlijsthoogte van 3,45 meter, gemeten vanaf het voorliggende maaiveld. De gevels worden uitgevoerd in wit gevelpleisterwerk in combinatie met een gevelpaneel  in een donkere kleur. Het dak van de zithoek wordt over een afstand van 1,5 meter doorgetrokken met dezelfde kroonlijsthoogte zodat het achterliggend terras deels overdekt wordt. Ook de rechterzijgevel van de zithoek wordt doorgetrokken tot aan de achterzijde van het terras waardoor het terras 2 open zijden krijgt. Het terras heeft een oppervlakte van 14m². De afstand van de uitbreiding (zithoek/terras) tot de rechter perceelgrens bedraagt minimum 3 meter. De woning krijgt na uitbreiding een totale bouwdiepte van 25,75 meter.

Regulariseren van verhardingen:

Aansluitend aan de bestaande achtergevel en linker zijgevel van de woning werden verhardingen aangelegd met een oppervlakte van 74,47m². Er werd een terras in hout aangelegd met een oppervlakte van 30,74m², een tegelverharding met een oppervlakte van 10,30m², stapstenen in combinatie met kiezelverharding met een oppervlakte van 9,50m² en een kiezelverharding in de linker zijtuinstrook van 23,93m².

Tenslotte werd beginnend in de rechter zijtuinstrook en doorlopend in de achterliggende tuinzone ter hoogte van de rechter perceelgrens een karrenspoor met een oppervlakte van 61,44m² aangelegd. Het materiaal waaruit het karrenspoor bestaat wordt niet weergegeven op het inplantingsplan. Deze verhardingen werden niet opgenomen als stedenbouwkundige handeling.

Ook dient opgemerkt te worden dat de voortuinzone anders werd ingericht/uitgevoerd (o.a. andere materialen van verharding gebruikt op een gewijzigde locatie) dan werd vergund bij de stedenbouwkundige vergunning d.d. 07 november 2011 voor het bouwen van een eengezinswoning met kantoorfunctie. Deze uitvoering werd evenwel niet opgenomen in voorliggende omgevingsaanvraag als te regulariseren, noch aangegeven op het inplantingsplan als te regulariseren.

Tenslotte wordt opgemerkt dat er ook nog een kiezelverharding werd aangelegd op het openbaar domein, dewelke niet werd weergegeven op het inplantingsplan, noch als stedenbouwkundige handeling werd opgenomen in voorliggende aanvraag. 

Regulariseren van het bijgebouw, de carport en het afdak:

Op 23 juli 2013 werd een stedenbouwkundige vergunning afgeleverd voor het bouwen van een carport en een paardenstal met voederopslag met o.a. volgende voorwaarde: de bestemming van het gebouw in het landschappelijk waardevol agrarisch gebied mag geen andere bestemming krijgen. Indien de bestemming als stal beëindigd wordt zal deze stal dan ook dienen verwijderd te worden. 

De vergunde paardenstal met voederopslag werd anders uitgevoerd dan vergund. Zo werd de kroonlijsthoogte van de constructie beperkt tot 3,10 meter (in plaats van 3,50 meter zoals vergund) en werd er een extra afdak voorzien  aan de voorzijde van de stallen met een breedte van 1,5 meter en een lengte van 8,28 meter, waardoor de oppervlakte van het bijgebouw werd vergroot van 60m² naar 72,59m².

Ook de carport werd anders opgericht dan vergund. Zo werd de carport niet voor de vergunde stal opgericht binnen het woongebied met landelijk karakter, maar aansluitend achter het bijgebouw binnen het landschappelijk waardevol agrarisch gebied. De carport heeft nu een oppervlakte van 25,50m² i.p.v. 20,16m² in de vergunde toestand. De carport werd uitgevoerd in trespa grijs en heeft een kroonlijsthoogte van 3 meter.

Achter de carport werd nog een afdak voorzien voor paarden. Dit afdak heeft een oppervlakte van 9m², werd eveneens uitgevoerd in trespa grijs en heeft een licht hellend dak met een kroonlijsthoogte van 2,54 meter ter hoogte van de achtergevel. Ter hoogte van de scheiding van de carport en het afdak bevindt zicht een draadafsluiting met een hoogte van 1,50 meter

4.    OPENBAAR ONDERZOEK 

Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.
Het openbaar onderzoek werd georganiseerd van 3 november 2023 t.e.m. 2 december 2023.

5.    ADVIEZEN

 Aan volgende adviesverlener werd advies gevraagd:
Departement Landbouw en Visserij (hoofdbestuur).

6.    PROJECT-MER

De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van bijlage I, II en III van het besluit inzake projectmilieueffectrapportage van 10 december 2004 en latere wijzigingen.

7.    INHOUDELIJKE BEOORDELING

 Decretale beoordelingselementen

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de VCRO kan gesteld worden dat de Kriekelstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is.
De aanvraag gaat niet over de oprichting van een bedrijfswoning.
De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook.
Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

Zonering

Het perceel is volgens het zoneringsplan voor riolering, van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), gelegen in collectief te optimaliseren buitengebied. Er is riolering gepland, of er is riolering aanwezig maar die is nog niet aangesloten op een waterzuivering. Er moet een septische put voorzien worden in afwachting van een aansluiting op de riolering en rioolwaterzuivering. Op de plannen horende bij de  stedenbouwkundige vergunning van 7 november 2011 voor het bouwen van een eengezinswoning met kantoorruimte werd een septische put voor 6 personen voorzien.

Waterparagraaf

Het decreet over het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013, legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd worden. Deze watertoets schat de eventuele schadelijke effecten in ten koste van de watersystemen bij de inname van ruimte.

Sedert de inwerkingtreding van omzendbrief OMG/2022/1 d.d. 15/12/2022 dient de vergunningverlenende overheid de watertoets op een gewijzigde manier uit te voeren bij dossiers ingediend vanaf 01/01/2023. De watertoetsprocedure werd geoptimaliseerd, er werden aandachtspunten en richtlijnen geformuleerd en het kaartmateriaal inzake overstromingsgevoelige gebieden werd aangepast.

Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt noch in een pluviaal, noch in een fluviaal overstromingsgebied. Het terrein is logischerwijze evenmin in een gebied voor zeeoverstromingen gesitueerd.

Daarom moet in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel door de toename van de verharde oppervlakte wordt de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit moet gecompenseerd worden overeenkomstig de normen vastgelegd in de geldende gewestelijke hemelwaterverordening:

De aanvraag omvat onder meer het uitbreiden van een woning.  Er dient bijgevolg enkel een infiltratievoorziening aangelegd te worden.

De horizontale dakoppervlakte van de uitbreiding bedraagt 47,3m².

Uit de plannen blijkt dat de regenafvoer van de uitbreiding wordt aangesloten op de bestaande riolering.

De woning werd voorzien van een regenwaterput met een inhoud van 15 000 liter en recuperatie van het hemelwater voor 2 toiletten en een buitenkraan.
De overloop van de regenwaterput werd aangesloten op een infiltratievoorziening van 4 000 liter.

De woning zal na uitbreiding een horizontale dakoppervlakte van 291,3m² hebben. Er mag 60m² afgetrokken worden voor het herbruik van het hemelwater bij een eengezinswoning. Bijgevolg dient voor de woning (na uitbreiding) een minimale infiltratievoorziening aangelegd te worden met een inhoud van 5 782,5 liter en een oppervlakte van 9,25m².

De aanwezige infiltratievoorziening heeft een inhoud van 4 000 liter wat onvoldoende is. Er wordt dus niet voldaan aan de hemelwaterverordening.

Natuurtoets

Het perceel is niet gelegen binnen of grenzend aan een speciaal beschermingsgebied.  Omwille van de ligging, de aard van het project en de afstand tot de waardevolle natuurgebieden wordt gesteld dat er geen impact is van de projectaanvraag op de natuurwaarden.

Erfgoed- & Archeologietoets

Het perceel is niet gelegen binnen een beschermd stads- of dorpsgezicht. Er zijn geen monumenten in de omgeving.
Conform het Onroerenderfgoeddecreet d.d. 12/07/2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag gezien de oppervlakte van het perceel kleiner is dan 3000 m².

Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening

Het eigendom is, voor wat betreft het gedeelte dat zich situeert in woongebied met landelijk karakter, gelegen binnen een goedgekeurde, niet-vervallen verkaveling d.d. 13 mei 1968 en latere wijzigingen. De aanvraag wijkt af van de verkavelingsvoorschriften voor wat betreft de maximale bouwdiepte van 17 meter van de woning. De verkaveling is ouder dan 15 jaar. Daarom vormen de verkavelingsvoorschriften niet langer een weigeringsgrond, en moet er een toetsing gebeuren van de goede ruimtelijke ordening.

In toepassing van artikel 4.4.8/2. kan er in landschappelijk waardevol agrarische gebied, voor zover er geen bestaande stallingsmogelijkheden zijn, een vergunning verleend worden voor het oprichten van één hobbystal. De aanvraag voldoet niet aan deze bepaling gezien: 

Het te regulariseren bijgebouw (paardenstal met voederopslag) is naar verschijningsvorm en aard louter een residentieel bijgebouw. De twee stallen zijn hermetisch gesloten. Er ontbreek bijgevolg inval van natuurlijk licht en ventilatie. Het opgegeven gebruik als permanente stalling is ongeloofwaardig. De foto’s in het dossier alsook de beschikbare luchtfoto’s geven geen enkel aanduiding (o.a. loopsporen van paarden) dat het bijgebouw gebruikt wordt als stalling. Conform de voorwaarde van de stedenbouwkundige vergunning d.d. 23 juli 2013 voor het bouwen van een carport en een paardenstal met voederopslag dient de paardenstal met voederopslag te worden verwijderd.  Enkel het achterste en lagere afdak situeert zich in het afgebakend weiland en doet mogelijks dienst als schuilhok. 

Functionele inpasbaarheid

Het uitbreiden van de bestaande woning met een zitruimte en terras binnen een landelijk woongebied is functioneel inpasbaar in de onmiddellijke en ruime omgeving. 

Het te regulariseren bijgebouw(paardenstal met voederopslag) en carport voldoen niet aan de afwijkingsbepalingen van art. 4.4.8/2 en brengen omwille van het residentieel karakter van het bijgebouw de bestemming van het landschappelijk waardevol agrarisch gebied in het gedrang. Aangezien het bijgebouw en de carport functioneel niet inpasbaar zijn in de onmiddellijke en ruime omgeving en aangezien het te regulariseren bijgebouw, carport en afdak fysiek een geheel vormen, zullen de 3 aangevraagde constructies (te regulariseren bijgebouw, carport en afdak) ongunstig worden beoordeeld en zal de verdere beoordeling van de goede ruimtelijke ordening zich beperken tot het gedeelte gelegen in het woongebied met landelijk karakter.  

Mobiliteitsimpact

Er wordt in voorliggende aanvraag geen extra woongelegenheid gecreëerd. Het aantal aanwezige parkeerplaatsen blijft behouden. De aanvraag heeft geen negatieve impact op de mobiliteit.

Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid en visueel-vormelijke elementen

Door de woning uit te breiden met een zitruimte/terras komt de totale bouwdiepte van de woning op 25,75 meter, hetgeen niet alleen de algemeen gehanteerde maximale bouwdiepte van het gelijkvloers van 17 meter in woongebied met landelijk karakter binnen de gemeente Zonhoven ruimschoots overschrijdt, maar ook in strijd is met de hedendaagse visie van ontharden. Vlaanderen streeft er naar om zo veel mogelijk ruimte te geven aan groen en water en de bebouwingsgraad zo klein mogelijk te houden in functie van het klimaat en duurzaam bouwen.

In de onmiddellijke omgeving komt een dergelijke voorgestelde bouwdiepte ook niet voor (alleszins niet vergund) waardoor de schaal van het gebouw zich niet inpast in de onmiddellijke omgeving. Een maximale bouwdiepte van 17 meter wordt ruim overschreden gezien de gewenste bouwdiepte 25,75m betreft.  Dit strookt niet met de algemeen gehanteerde bouwnorm.

De voorgestelde materialen voor de uitbreiding van de woning (wit gevelpleisterwerk in combinatie met een donker gevelpaneel) sluiten aan bij de reeds gebruikte materialen van de woning en zijn algemeen aanvaardbaar binnen het woongebied met landelijk karakter.  

Opgemerkt dient te worden dat het karrenspoor door het ongunstig advies van het bijgebouw, de carport en het afdak elke functionaliteit mist en niet mag worden aangelegd. Ook de niet vergunde kiezelverharding in de rechter zijtuinstrook en achtertuinzone dient te worden verwijderd.

Ook de kiezelverharding op het openbaar domein kan niet worden aanvaard en dient te worden verwijderd. De gelijkgrondse berm moet als groenzone behouden blijven behoudens de toegestane inrit. De verharding ter hoogte van de inrit moet, in de gelijkgrondse berm, uitgevoerd worden in een vast, kleinschalig materiaal, waterdoorlatend aangelegd (geen gebroken steenslag). 

Cultuurhistorische aspecten

Het perceel is niet gelegen in of nabij een beschermd dorpsgezicht. De aanvraag is niet gelegen in een beschermde archeologische site. De aanvraag is, bekeken vanuit de erfgoedaspecten, aanvaardbaar.

Bodemreliëf

Volgens de aanvraag wordt het bestaande reliëf niet gewijzigd.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
Er wordt geen hinder verwacht door voorliggende aanvraag m.b.t. de gezondheid, het gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen.

Uit de bovenstaande motivering blijkt dat de voorgenomen aanvraag de ruimtelijke draagkracht van het gebied overschrijdt en dat de voorziene verweving van functies de aanwezige of te realiseren bestemmingen in de onmiddellijke omgeving in het gedrang kunnen brengen of verstoren. De aanvraag is niet verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening zoals hoger gemotiveerd.

Resultaten van het openbaar onderzoek

Er werd één bezwaarschrift ingediend dat als volgt kan worden samengevat: De bezwaarindiener wijst er op dat de aanvrager geen toestemming krijgt om de achterliggende gronden te bereiken via de gronden van de bezwaarindiener en dat de eigenaar zijn eigen percelen dient te gebruiken om op deze gronden te geraken. 

De gemeentelijke omgevingsambtenaar neemt over dit bezwaar volgend standpunt in: De achterliggende gronden zijn inderdaad eveneens eigendom van de aanvrager en worden gebruikt als paardenweide. De achterliggende gronden blijven evenwel bereikbaar via de rechterzijde van het eigendom van de aanvrager. De gronden van de bezwaarindiener zullen dus niet moeten aangewend worden om toegang te verschaffen tot de achterliggende percelen. Het ingediende bezwaar is niet gegrond en wordt niet weerhouden.

Bespreking van de adviezen

Het advies van Departement Landbouw en Visserij (hoofdbestuur) d.d. 27 oktober 2023 is voorwaardelijk gunstig.

Het Departement Landbouw en Visserij heeft uw vraag tot advies m.b.t. het regulariseren van een bijgebouw/ stal voor twee paarden ontvangen.

De betreffende percelen zijn met de voorste 50m gelegen binnen woongebied met landelijk karakter en vervolgens binnen landschappelijk waardevol agrarisch gebied. De te regulariseren constructies is gesitueerd binnen het terreingedeelte met agrarische gebiedsbestemming.

Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een perceel dat gelegen is in agrarisch gebied en gaat niet uit van een beroepsmatig landbouwbedrijf. De aanvraag moet bijgevolg afgetoetst worden aan de bepalingen die zijn opgenomen in Art. 4.4.8/2. van de Vlaamse Codex voor Ruimtelijke Ordening:

De vergunningverlenende overheid dient na te gaan of de aanvraag aan de bovenvermelde bepalingen voldoet en kan desnoods voorwaarden opleggen in de vergunningsbeslissing. Het aftoetsen van deze bepalingen vraagt geen landbouwkundige afweging. Het Departement Landbouw en Visserij heeft dan ook niet geëvalueerd of voorliggende aanvraag past binnen de bepalingen van art. 4.4.8/2.

Verder wensen wij de vergunningverlenende overheid erop te wijzen dat het artikel 4.4.8/2 geen uitzonderingsbepaling omvat voor eventuele aanhorigheden en er bijgevolg geen vergunningsgrond bestaat voor gerelateerde infrastructuur zoals een rijpiste, een stapmolen, verhardingen (al dan niet waterdoorlatend), de opslag van voer of stro of zelfs vergunningsplichtige mestvaalten. Het al dan niet overdekt opslaan van voer, stro of mest zal moeten gebeuren binnen de maximale vloeroppervlakte zoals voorzien in het decreet.

Bovendien moet de stal in de onmiddellijke nabijheid (binnen een straal van 50 m) van een hoofdzakelijk vergunde of vergund geachte woning worden opgericht. De Raad voor Vergunningsbetwistingen oordeelt in arrest RvVb-A-1920-0208 (22 oktober 2019) dat met “een hoofdzakelijk vergunde of vergund geachte woning” de woning van de aanvrager wordt bedoeld. Volgens de Raad moet er dus een band bestaan tussen de aanvrager van de hobbystal en de woning waarbij de hobbystal wordt opgericht en kan een hobbystal in landbouwgebied bijgevolg enkel worden opgericht bij de eigen woning van de aanvrager. De woning dient zich evenwel niet op hetzelfde perceel te bevinden als het perceel waarop de hobbystal wordt ingeplant. De hobbystal moet volgens artikel 4.3.5, § 1 VCRO wel langs een voldoende uitgeruste weg gelegen zijn.

Ondanks de landbouwruimte een agrarische restsnipper agrarisch gebied betreft ingesloten tussen het landelijk woonlint enerzijds en het achterliggend natuurgebied anderzijds, is het Departement Landbouw en Visserij echter van oordeel dat de aangevraagde constructie naar verschijningsvorm en aard louter een residentieel bijgebouw betreft. Aangezien de twee stallen hermetisch gesloten zijn, en bijgevolg inval van aan natuurlijk licht en ventilatie ontbreekt, is het opgegeven gebruik als permanente stalling ongeloofwaardig. Enkel het achterste en lagere afdak situeert zich in het afgebakend weiland en doet mogelijks dienst als schuilhok.

Verder wordt op basis van de beschikbare luchtfoto’s sinds 2014 een stalling waargenomen op het achterliggend weiland (219d) gelegen in natuurgebied. Deze stalling werd stelselmatig uitgebreid in de opeenvolgende jaren. Het lijkt dan ook eerder dat de paarden in deze niet-vergunde constructie worden gehuisvest. Echter deze constructie situeert zich binnen natuurgebied waardoor de niet-vergunde toestand niet kan geregulariseerd worden.

De mogelijkheden inzake het regulariseren van een vrijstaande woningbijgebouwen zijn binnen de agrarisch gebieden beperkt tot de bepalingen van het vrijstellingenbesluit. Indien de aangevraagde constructie niet effectief als hobbystal wordt gebruikt, wat op basis van de bijgevoegde foto’s en aard van het gebouw het geval lijkt, en niet voldoet aan het vrijstellingenbesluit voor vrijstaande woningbijgebouwen, dient het gevraagde te worden geweigerd.

Bovendien blijken de aanwezige ontsluitingsverhardingen tot de carport ook niet beperkt tot een karrespoor in het agrarisch gebied.

Los van de juridische vergunningsgrond ontstaat, gelet op de planologische bestemmingen, wel geen schade aan de externe landbouwstructuren.

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies worden gevolgd en leidt tot een ongunstig advies. De aangevraagde constructie is naar verschijningsvorm en aard louter een residentieel bijgebouw. De twee stallen zijn hermetisch gesloten. Er ontbreek bijgevolg inval van natuurlijk licht en ventilatie. Het opgegeven gebruik als permanente stalling is ongeloofwaardig. De foto’s in het dossier alsook de beschikbare luchtfoto’s geven geen enkel aanduiding (o.a. loopsporen van paarden) dat het bijgebouw gebruikt wordt als stalling. Enkel het achterste en lagere afdak situeert zich in het afgebakend weiland en doet mogelijks dienst als schuilhok. Gelet op bovenstaande zullen de aangevraagde constructies (te regulariseren bijgebouw, carport en afdak) ongunstig worden geadviseerd .

8.    ADVIES GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR

Uit bovenstaande motiveringen blijkt dat de aanvraag niet in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen inzake milieu en ruimtelijke ordening, en dat het voorgestelde ontwerp niet verenigbaar / bestaanbaar is met de goede plaatselijke ordening en met zijn onmiddellijke omgeving. De aanvraag is niet vatbaar voor een omgevingsvergunning voor de uitbreiding van de bestaande woning, de regularisatie van een stal met voederruimte, een carport en een afdak voor paarden alsook voor de verhardingen omwille van volgende redenen:

De aanvraag is deels in strijd met de gewestplanbestemming landschappelijk waardevol agrarisch gebied voor wat betreft de regularisatie van een bijgebouw (paardenstal met voederruimte), een carport en de aanwezige verhardingen binnen het landschappelijk waardevol agrarisch gebied. Het te regulariseren bijgebouw(paardenstal met voederopslag) en carport voldoen niet aan de afwijkingsbepalingen van art. 4.4.8/2.

De aanvraag voldoet niet aan de hemelwaterverordening aangezien de infiltratievoorziening onvoldoende inhoud heeft.

De uitbreiding van de woning op het gelijkvloers tot een bouwdiepte van 25,75 meter overschrijdt ruimschoots de algemeen gehanteerde maximale bouwdiepte van 17 meter en is tevens in strijd met de hedendaagse visie van ontharden. De uitbreiding brengt de goede ruimtelijke ordening in het gedrang.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar d.d. 22/01/2024 en volgt dit standpunt integraal.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het weigeren van de omgevingsvergunning aan APPLI-WARE BVBA gevestigd te Kriekelstraat 61 te 3520 Zonhoven voor het regulariseren van een stal/voederruimte en de terreininrichting, het uitbreiden van de woning, gelegen te Kriekelstraat 61, kadastraal gekend als afdeling 1 sectie A nrs. 207D en 207E.

14.

2024_CBS_00131 - OMV - Vergunning - Dennenweg 11A - 2023/00197 - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
14.

2024_CBS_00131 - OMV - Vergunning - Dennenweg 11A - 2023/00197 - Goedkeuring

2024_CBS_00131 - OMV - Vergunning - Dennenweg 11A - 2023/00197 - Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR

Dossiernummer:    2023/00197
Referentie omgevingsloket: OMV_2023127033
Inrichtingsnummer: 20230925-0095
Ondernemingsnummer exploitant:      

De aanvraag, ingediend door de heer Kobe Lobbinger wonende te Kneuterweg 11 te 3520 Zonhoven, werd ontvangen op 30/09/2023 en op 27/10/2023 ontvankelijk en volledig verklaard.

De aanvraag gaat over een terrein, gelegen Dennenweg 11A, kadastraal gekend als afdeling 2 sectie D nr. 132G140.

De aanvraag gaat over het bouwen van een eengezinswoning, het rooien van bomen en een bronbemaling.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen en de exploitatie van een of meerdere ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

De gemeentelijke omgevingsambtenaar heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de geldende wettelijke bepalingen, (in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid, het decreet Natuurbehoud en hun uitvoeringsbesluiten).

1.    STEDENBOUWKUNDIGE BASISGEGEVENS

De locatie van de aanvraag is volgens het Origineel bij Koninklijk besluit goedgekeurd gewestplan op 3 april 1979 gelegen in woonuitbreidingsgebied.

De locatie van de aanvraag is niet gelegen binnen een bijzonder plan van aanleg.

De locatie van de aanvraag is niet gelegen binnen een ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het project maakt deel uit van de goedgekeurde verkaveling 7204.V.85/8 goedgekeurd op 27 april 1987, het betreft lot 8.

De verkaveling is ouder dan 15 jaar.  Daarom vormen de verkavelingsvoorschriften niet langer een weigeringsgrond en moet er een toetsing gebeuren van de goede ruimtelijke ordening.

Volgende verordeningen zijn van kracht:
• algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake openluchtrecreatieve verblijven goedgekeurd op 8 juli 2005;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten,... goedgekeurd op 23 juni 2006;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

2.    HISTORIEK

Volgende dossiers zijn relevant:
• Verkavelingsvergunning (7204.V.85/8/1) voor het verkavelen van een grond - geweigerd op 24/06/1985.
• Verkavelingsvergunning (7204.V.85/8) voor het verkavelen van een grond - goedgekeurd op 27/04/1987.

3.    BESCHRIJVING OMGEVING EN AANVRAAG

Beschrijving van de plaats & omgeving

Het perceel bevindt zich langs de Dennenweg, een gemeenteweg.
De omgeving bestaat uit zowel vrijstaande als halfopen eengezinswoningen.
De bebouwing in de omgeving varieert qua bouwhoogte, dakprofiel alsook materiaalgebruik.

Het perceel is momenteel onbebouwd.

Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag gaat over het bouwen van een eengezinswoning en het rooien van bomen (deels ontbossen).

De woning wordt ingeplant op 10m achter de rooilijn / voorste perceelgrens, op minimum 3,04m van de linker perceelgrens en op minimum 3,35m van de rechter perceelgrens.
In de linker zijtuinstrook wordt een buitentrap naar de kelder voorzien. Deze wordt ingeplant op minimum 1,54m van de linker perceelgrens.
De op te richten woning betreft een gelijkvloerse eengezinswoning met een bouwdiepte van 17m en een bouwbreedte van maximaal 14,75m (incl. buitentrap).
De woning wordt uitgevoerd met een plat dak. De dakrandhoogte is deels gelegen op 2,85m en deels op 3,70m ten opzichte van de as van de weg.

De gevelafwerking is voorzien in grijs genuanceerde gevelsteen gecombineerd met zwarte aluminium gevelbekleding.

Behoudens de woning worden ook verhardingen voorzien.
In de voortuin wordt een oprit aangelegd met een breedte van 3m ter hoogte van de rooilijn / voorste perceelgrens. De inrit wordt ingeplant op 0,40m van de rechter perceelgrens.
De inritverharding bestaande uit kiezel wordt aangelegd over een lengte van 17,10m. De inrit verleent toegang tot de niet-overdekte parkeerplaats in de rechter zijtuinstrook alsook tot de dubbele parkeerplaats in de voortuin.. De dubbele parkeerplaats wordt evenwijdig met de voorliggende weg ingeplant.
Tevens wordt een toegangspad naar de voordeur van de woning aangelegd.  Dit pad wordt uitgevoerd in klinkers (12m²).

De aanvraag omvat tevens het rooien van bomen / ontbossen van een gedeelte van het perceel.
Er werd hieromtrent het advies gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos. Zij verleenden op 22 december 2023 een voorwaardelijk gunstig advies. Dit advies, aangehaald onder de titel ‘Boscompensatie’ zal integraal gevolgd moeten worden.

Beschrijving van de milieuaspecten

De aanvraag betreft een nieuwe ingedeelde inrichting, namelijk een tijdelijke bemaling voor de aanleg van een onderkelderde eengezinswoning, voor een totaaldebiet van 27.700 m³/jaar, voor een periode van max. 90 dagen.

Met volgende aangevraagde rubrieken:

Rubriek

Omschrijving

Hoeveelheid

Klasse

53.2.2°a)

tijdelijke bronbemaling (Nieuw)

27700 m³/jaar

3

 Zodat de ingedeelde inrichting of activiteit voortaan omvat:

Rubriek

Omschrijving

Hoeveelheid

Klasse

53.2.2°a)

tijdelijke bronbemaling (Nieuw)

27700 m³/jaar

3


4.    OPENBAAR ONDERZOEK 

Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.

Het openbaar onderzoek werd georganiseerd van 6 november 2023 t.e.m. 5 december 2023.

5.    ADVIEZEN

Aan volgende adviesverleners werd advies gevraagd:
• dienst facilitair management
• Agentschap voor Natuur en Bos
• Fluvius.

6.    PROJECT-MER

 De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van bijlage I, II en III van het besluit inzake projectmilieueffectrapportage van 10 december 2004 en latere wijzigingen.

7.    INHOUDELIJKE BEOORDELING

 Decretale beoordelingselementen

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de VCRO kan gesteld worden dat de Dennenweg een voldoende uitgeruste openbare weg is.
De aanvraag gaat niet over de oprichting van een bedrijfswoning.
De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook.
Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

Zonering

Het perceel is volgens het zoneringsplan voor riolering, van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), gelegen in centraal gebied. Er is al geruime tijd riolering aanwezig en die is aangesloten op een waterzuivering. Er moet geen septische put voorzien worden.

Waterparagraaf

Het decreet over het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013, legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd worden. Deze watertoets schat de eventuele schadelijke effecten in ten koste van de watersystemen bij de inname van ruimte.

Sedert de inwerkingtreding van omzendbrief OMG/2022/1 d.d. 15/12/2022 dient de vergunningverlenende overheid de watertoets op een gewijzigde manier uit te voeren bij dossiers ingediend vanaf 01/01/2023.  De watertoetsprocedure werd geoptimaliseerd, er werden aandachtspunten en richtlijnen geformuleerd en het kaartmateriaal inzake overstromingsgevoelige gebieden werd aangepast.

Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt noch in een pluviaal, noch in een fluviaal overstromingsgebied. Het terrein is logischerwijze evenmin in een gebied voor zeeoverstromingen gesitueerd.

Daarom moet in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel door de toename van de verharde oppervlakte wordt de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit moet gecompenseerd worden overeenkomstig de normen vastgelegd in de geldende gewestelijke hemelwaterverordening:

De plannen geven aan dat voor de nieuw opgerichte woning met een horizontale dakoppervlakte van 225,25m² een hemelwaterput voorzien wordt met een inhoud van 10 000 liter en recuperatie van het hemelwater voor de toiletten en een buitenkraan. De overloop van de hemelwaterput wordt aangesloten op een infiltratievoorziening waarvan de oppervlakte (12m²) en het volume (5 0000 liter) voldoen aan de verordening.

De verordening is niet van toepassing op de aanleg van de voorziene verhardingen. Het hemelwater dat op de verharding valt, wordt namelijk niet opgevangen en afgevoerd, maar kan volgens de aanvraag op natuurlijke wijze op eigen terrein in de bodem infiltreren.

Gezien de aanvraag voldoet aan de hemelwaterverordening, doorstaat deze ook de droogtetoets. Het effect van droogte wordt namelijk gemilderd door het regenwater dat op het terrein terecht komt maximaal vast te houden.

Natuurtoets

Het perceel is niet gelegen binnen of grenzend aan een speciaal beschermingsgebied.  Omwille van de ligging, de aard van het project en de afstand tot de waardevolle natuurgebieden wordt gesteld dat er geen impact is van de projectaanvraag op de natuurwaarden.

Boscompensatie

De aanvraag houdt een ontbossing in.  Daarom werd advies ingewonnen bij het Agentschap voor Natuur en Bos. Zij verleenden op 22 december 2023 een voorwaardelijk gunstig advies, nl.:

Ruimtelijke bestemming
woonuitbreidingsgebieden

Beschermingsstatus
Niet in VEN, habitatrichtlijn- of vogelrichtlijngebied gelegen.

Biologische waarderingskaart
sz

Rechtsgrond
Dit advies wordt verstrekt door het Agentschap voor Natuur en Bos op basis van de volgende wetgeving:
Artikel 35. § 4 Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
Artikel 90 bis Bosdecreet van 13 juni 1990 (in het kader van ontbossing).

Bespreking aanvraag
De aanvraag betreft de bouw van een ééngezinswoning.
De ontbossing en de voorgestelde werken zijn verenigbaar met de bestemmingsvoorschriften en kan dus gezien worden i.k.v. de realisatie van de gewestplanbestemming. Gelet op de ruimtelijke bestemming is er buiten het gegeven van goed- of afkeuring van het boscompensatievoorstel en beoordeling van de eigenlijke ontbossing geen verdere adviesvereiste aan ons agentschap.

Bespreking boscompensatievoorstel
Uit het dossier kan afgeleid worden dat de aanvrager een oppervlakte van 450 m² wenst te ontbossen.
Volgens onze gegevens is het perceel bezet met gemengd bos.
Volgens het Agentschap voor Natuur en Bos is er voor het uitvoeren van de geplande werken een ontbossing nodig van 615 m².
384 m² dient als bos behouden te worden.

Na onderzoek van het compensatievoorstel overwoog het Agentschap voor Natuur en Bos een aanpassing aan dit voorstel. Op 21/12/2023 meldde de aanvrager dat hij/zij niet akkoord ging met de voorgestelde wijzigingen. De bemerkingen werden deels weerhouden omdat:
De aanvrager wenst 450 m² te ontbossen en de rest als bos te behouden (549m²).
Volgens onze gegevens dient er 615 m² ontbost te worden(rondom de woning en verhardingen werden randzones van minimum 3 m breedte als ontbost aangerekend) en 384 m² als bos te behouden, 500 m² sociale vrijstelling is van toepassing, bijgevolg dient er nog 115 m² (factor 1,5) gecompenseerd te worden.
115 m² x 1,5 factor x index 4,22% = 727,95 € 

Bijgevolg kan het Agentschap voor Natuur en Bos een definitieve beslissing aangaande dit compensatievoorstel nemen.

Het compensatievoorstel wordt goedgekeurd, maar aangepast. De motivering voor de aanpassing bevindt zich in het laatste deel van het goedgekeurde boscompensatievoorstel, in bijlage bij deze brief. Dit compensatievoorstel moet integraal deel uitmaken van de omgevingsvergunning.

Het dossier is bij het Agentschap voor Natuur en Bos geregistreerd onder het kenmerk 23-217352.

Wanneer u als vergunningverlenende instantie het advies van Agentschap voor Natuur en Bos niet wenst te volgen en de ontbossing voor een andere oppervlakte wenst toe te staan dan vermeld in het goedgekeurde of aangepaste compensatievoorstel, dan moet u voorafgaand aan het verlenen van de vergunning het compensatievoorstel opnieuw aan ons agentschap voorleggen, met de vraag om het aan te passen naar de gewenste bosoppervlakte. Het is belangrijk dat de te compenseren bosoppervlakte overeenstemt met de vergunde te ontbossen oppervlakte. De vergunningverlenende instantie heeft zelf niet de bevoegdheid om het compensatievoorstel aan te passen.

Bemaling
Om het project te kunnen verwezenlijken wordt een bemaling aangevraagd voor een duur van 90 dagen. Op jaarbasis gaat het over een debiet van 27.700,00 m³. Het bemalingswater wordt geloosd in het gemengd rioleringsstelsel.

Binnen de maximale reikwijdte van het verdrogend effect bevinden zich geen aandachtzones voor natuur. In de periferie van de invloedsfeer bevindt zich wel een verdrogingsgevoelig elzenbroekbos in woonuitbreidingsgebied. We verwachten dat, gezien de relatief beperkte bemalingsperiode, eventuele schade tijdelijk en herstelbaar is door een snel herstel van de grondwatertafel na afloop van de werken.

Conclusie
Op basis van bovenstaande uiteenzetting verleent het Agentschap voor Natuur en Bos een gunstig advies mits naleving van de volgende voorwaarde:

-   Het goedgekeurde boscompensatievoorstel met inbegrip van haar voorwaarde(n) dient integraal deel uit te maken van de stedenbouwkundige vergunning.
-   De bomen dienen gekapt te worden buiten de schoontijd (= april tot eind juni).

Volgende voorwaarden moeten letterlijk in de vergunningsvoorwaarden van de omgevingsvergunning worden opgenomen:

-  De vergunning wordt verleend op grond van artikel 90bis, §5, derde lid, van het Bosdecreet en onder de voorwaarden zoals opgenomen in het hierbij gevoegde compensatieformulier met kenmerk: 23217352.
- De te ontbossen oppervlakte bedraagt 615. Deze oppervlakte valt niet meer onder het toepassingsgebied van het Bosdecreet. 500 m² sociale vrijstelling is van toepassing.
- De resterende bosoppervlakte 384 moet ALS BOS behouden blijven. Bijkomende kappingen in deze zone kunnen maar uitgevoerd worden mits machtiging door het Agentschap voor Natuur en Bos. Het is evenmin toegelaten in deze zone constructies op te richten of ingrijpende wijzigingen van de bodem, de strooisel-, kruid- of boomlaag uit te voeren.
- De ontbossing kan enkel worden uitgevoerd conform het plan toegevoegd als bijlage, waarop ook de als bos te behouden zones zijn aangeduid.
-  De bosbehoudsbijdrage van € 727,95  dient binnen de 4 maanden, vanaf de datum waarop gebruik mag gemaakt worden van deze vergunning, gestort te worden. Het overschrijvingsformulier voor het vereffenen van de bosbehoudsbijdrage zal rechtstreeks door ons Agentschap worden overgemaakt aan de aanvrager van zodra de vergunning van kracht wordt.

Om een correcte inning van de bosbehoudsbijdrage en/of controle op de compenserende bebossingen mogelijk te maken, is het verplicht dat de vergunningverlenende instantie zo snel mogelijk een afschrift van haar beslissing bezorgt aan het Agentschap voor Natuur en Bos. De vergunningverlenende instantie dient ons ook op de hoogte te brengen van een eventuele (opschortende) beroepsprocedure tegen de genomen beslissing.

Alle van nature in het wild levende vogelsoorten en vleermuizen zijn beschermd in het Vlaamse Gewest op basis van het Soortenbesluit van 15 mei 2009. De bescherming heeft onder meer betrekking op de nesten van de vogels en de rustplaatsen van de vleermuizen (artikel 14 van het Soortenbesluit). Bij het uitvoeren van werken in de periode van 1 maart tot 1 juli moet men er zich – vóór men overgaat tot de uitvoering van de werken – van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten beschadigd, weggenomen of vernield worden. Bij het werken aan (oude) constructies of het kappen van bomen dient men na te gaan vóór de werken beginnen of er vleermuizen aanwezig zijn. Als nesten of rustplaatsen in het gedrang komen dient de aanvrager contact op te nemen met het Agentschap voor Natuur en Bos via het algemeen e-mailadres van AVES.

Erfgoed- & Archeologietoets

Het perceel is niet gelegen binnen een beschermd stads- of dorpsgezicht. Er zijn (geen) monumenten in de omgeving.
Conform het Onroerenderfgoeddecreet d.d. 12/07/2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag gezien de oppervlakte van het perceel kleiner is dan 3000 m².

Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening

De verkaveling is ouder dan 15 jaar. Daarom vormen de verkavelingsvoorschriften niet langer een weigeringsgrond, en moet er een toetsing gebeuren van de goede ruimtelijke ordening.

Functionele inpasbaarheid
De aanvraag betreft de oprichting van een eengezinswoning.  De woonfunctie is functioneel inpasbaar op deze locatie.

Mobiliteitsimpact
De inritverharding heeft een lengte van 17,10m en verleent toegang tot een niet-overdekte parkeerplaats in de rechter zijtuin alsook tot een dubbele niet-overdekte parkeerplaats in de voortuin. De dubbele parkeerplaats wordt evenwijdig ingeplant met de voorliggende weg.
Het stallen van voertuigen gebeurt geheel op eigen terrein waardoor de last van het autobezit niet wordt afgeschoven naar het openbaar domein.

Schaal
De bouwbreedte alsook de bouwhoogte wijken af van de verkavelingsvoorschriften.
De woning met uitzondering van de buitentrap naar de kelder wordt ingeplant op minimum 3,35m van de linker en de rechter perceelgrens waardoor de zijtuinen een minimale breedte van 3m respecteren.
De woning bestaat uit 1 bouwlaag en wordt uitgevoerd met een plat dak. De dakrandhoogte is gelegen op 3,70m ten opzichte van de as van de weg (= 3,50m ten opzichte van het maaiveld). De voorgestelde hoogte is noodzakelijk om te kunnen voldoen aan de hedendaagse isolatienormen.
De bebouwing in de omgeving varieert sterk qua bouwhoogte, dakprofiel alsook materiaalgebruik.  Rekening houdend met de gevarieerde bebouwing in de directe omgeving zal het voorgestelde niet als storend ervaren worden in het bestaande straatbeeld.

Ruimtegebruik en bouwdichtheid
Het ontwerp voorziet een eengezinswoning wat een minimale woondichtheid betreft op het perceel en aanvaardbaar is op deze locatie.
De bebouwing heeft een oppervlakte van 225,25m² en de verharding 128m².  Rekening houdend met de oppervlakte van het perceel resteert er een tuinzone (bos) van meer dan 64%, wat tegemoet komt aan de visie van de gemeente Zonhoven.

Visueel-vormelijke elementen
De gevelafwerking van de woning is voorzien in grijs genuanceerde gevelsteen gecombineerd met zwarte aluminium gevelbekleding.
De bebouwing in de omgeving varieert qua bouwstijl alsook materiaalgebruik.  Bijgevolg zal het voorgestelde materiaalgebruik niet als storend ervaren worden in het straatbeeld.

Cultuurhistorische aspecten 
Het perceel is niet gelegen in of nabij een beschermd dorpsgezicht. De aanvraag is niet gelegen in een beschermde archeologische site. De aanvraag is, bekeken vanuit de erfgoedaspecten, aanvaardbaar.

Bodemreliëf
Het bestaande maaiveld wordt opgehoogd met 0,26m waardoor het nieuwe maaiveld gelegen is op 0,20m boven de as van de voorliggende weg.
Om hinder op vlak van o.a. de waterhuishouding te voorkomen moet het bestaande terreinniveau behouden blijven of dient het terreinniveau aan te sluiten op het niveau van de buur en dit over een strook van 1m langsheen de perceelsgrenzen 

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
De aanvraag creëert voldoende woonkwaliteit en gebruiksgenot voor de bewoners.  Door de aanvraag ontstaat geen bijkomende hinder.

Milieutechnisch luik
Het project voorziet in de aanvraag een ingedeelde inrichting of activiteit, namelijk een tijdelijke bemaling voor de aanleg van een onderkelderde eengezinswoning. 

Milieu-aspecten
Voor de realisatie van de bouw moet een grondwatertafelverlaging van 3m64 bekomen worden. Er zullen 21 aanzuigpunten geplaatst worden, op een diepte van max. 8 meter.
Het gevraagde opstartdebiet bedraagt 18,26 m³/uur gedurende de eerste 5 dagen. Gedurende de volgende 85 dagen bedraagt het gevraagde debiet 11,29 m³/uur. Dit komt volgens de bemalingsnota neer op een jaardebiet van 25.215 m³. 

Er wordt echter 27.700 m³/jaar aangevraagd in de omgevingsvergunning. Gezien de tegenstrijdige vermelde jaardebieten en het feit dat het opgepompte debiet ten alle tijden zo laag mogelijk dient gehouden te worden, kan slechts akkoord gegaan worden met het debiet van 25.215 m³/jaar.

Ligging t.o.v. de buurt
De inrichting is volgens het gewestplan gelegen in woonuitbreidingsgebied.
In een straal van 100 m zijn een twintigtal woningen gelegen.
Op 3 m van de perceelsgrenzen staat een woning.
Dit maakt dat de inrichting hinder kan creëren voor de buurt.

Geluidshinder
Door de aard van de activiteiten kan het bedrijf geluidshinder veroorzaken die buiten het bedrijf waar te nemen is: geluidshinder door het oppompen van water.
Indien de stroomgroep geluidshinder vormt voor de omwonenden, moeten onmiddellijk gepaste maatregelen genomen worden om de hinder tot een absoluut minimum te beperken.

Grondwaterwinning
De exploitant vraagt een grondwaterwinning aan, voor de toepassing: bemaling voor de realisatie van een onderkelderde eengezinswoning.
Volgende meetinrichting is aanwezig: debietsmeter.

De aanvraag houdt een bronbemaling in met een debiet van max. 18,26 m³/uur. De exploitant geeft aan te willen lozen op het gemengde stelsel van de Dennenweg. Wanneer het bemalingswater geloosd wordt in de openbare riolering met een debiet van meer dan 10m³/uur, is een toelating van Aquafin noodzakelijk. Volgens onze gegevens beschikt de Dennenweg echter over een gescheiden rioleringsstelsel. Het bemalingswater dient bijgevolg geloosd te worden op de RWA-streng van de Dennenweg.

Voorwaarden
Gezien bovenstaande motivering worden volgende voorwaarden voorgesteld:

•    Het maximale toegestane debiet dat bemaald mag worden bedraagt 25.215 m3/jaar.

•    Indien de bemaling in werking is tussen de maanden april tot en met september moet de mogelijkheid tot hergebruik van het grondwater worden aangeboden aan derden. Dit kan door de plaatsing van een open opvangbak met overloop naar de RWA-leiding, op de rooilijn.  Via de toegestuurde affiche maakt de bouwheer dit kenbaar aan derden met eventueel zijn/haar contactgegevens erbij.

•    Een goed functionerende debietsteller moet aanwezig zijn op elke pomp.  

•    Wekelijks dient er een registratie te gebeuren van de opgepompte debieten grondwater. Deze gegevens worden in een logboek bijgehouden dat ter inzage wordt gehouden voor de toezichthoudende overheid. 

•    De sectorale voorwaarden van Vlarem II, hoofdstuk 5.53, moeten nageleefd worden.

•    Het bemalingswater dient geloosd te worden op de RWA-streng van het gescheiden rioleringsstelsel van de Dennenweg. 

•    De droogzuiging wordt onmiddellijk verwijderd zodra dit bouwtechnisch mogelijk is en wordt beperkt in tijd en debiet tot het absolute, noodzakelijke, minimum. 

•    De lozing van het grondwater mag geen wateroverlast voor derden veroorzaken.

•    Indien de stroomgroep geluidshinder vormt voor de omwonenden, moeten onmiddellijk gepaste maatregelen genomen worden om de hinder tot een absoluut minimum te beperken. 

•    De bemaling mag de duur van 90 dagen niet overschrijden.

Vergunningstermijnen
Het omgevingsproject vraagt een omgevingsvergunning van bepaalde duur, namelijk 90 dagen, voor een bronbemaling met een maximaal debiet van 25.215 m³/jaar. Gezien bovenstaande motivering, kan dit gevolgd worden.

Resultaten van het openbaar onderzoek

Er werden geen bezwaren ingediend.

Bespreking van de adviezen

•    Het advies van Fluvius d.d. 7 november 2023 is voorwaardelijk gunstig.

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies.  De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden.

•    Het advies van dienst facilitair management d.d. 23 november 2023 is voorwaardelijk gunstig.

Gunstig voor de werken zoals voorgesteld, mits er voldaan wordt aan volgende voorwaarden:
Nemen van de nodige maatregelen om de te behouden bomen maximaal te beschermen tijdens de werken.
Zo worden er geen materialen gestapeld binnen de kroonprojectie, wordt de grondslag van het terrein binnen de kroonprojectie niet gewijzigd, worden er geen graafwerken binnen de kroonprojectie uitgevoerd en is er geen werfverkeer binnen de kroonprojectie. Indien dit laatste niet te vermijden is, zal de aannemer nodige maatregelen nemen om bodemverdichting te vermijden, zoals bv. het gebruik van rijplaten.
De te behouden bomen kunnen in de toekomst enkel nog verwijderd worden na goedkeuring van een gemotiveerde vergunningsaanvraag.
Volgende linken bevatten nuttige info m.b.t. het beschermen van bomen op een werf:
-  https://www.deboomdokter.be/bomen-beschermen/
-  https://www.vvog.info/publicaties/beschermen-van-bomen

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden.

•    Het advies van Agentschap voor Natuur en Bos d.d. 22 december 2023 is voorwaardelijk gunstig, zoals hoger aangehaald bij de titel ‘Boscompensatie’.

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden.

8.    ADVIES GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR

Stedenbouwkundig Advies
Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen, en dat het gevraagde verenigbaar is met een goede ruimtelijke ordening, mits het opleggen van voorwaarden.

Milieu Advies
Uit bovenstaande motivering blijkt dat de uitbating in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen, mits het opleggen van voorwaarden.
Dit voor volgende rubrieken:  

Inrichting

Rubriek

Omschrijving

Hoeveelheid

Klasse

bronbemaling

53.2.2°a)

tijdelijke bronbemaling

 27700 m³/jaar

3

De vergunningsduur kan verleend worden voor bepaalde duur, namelijk een periode van 90 dagen, voor een bronbemaling met een maximaal debiet van 25.215 m³/jaar.

De gemeentelijke omgevingsambtenaar adviseert volgende voorwaarden op te leggen:

Stedenbouwkundige voorwaarden
• Het advies van Fluvius moet gevolgd worden.
• Er moet integraal voldaan worden aan het advies van het Agentschap voor Natuur en Bos:
“Op basis van bovenstaande uiteenzetting verleent het Agentschap voor Natuur en Bos een gunstig advies mits naleving van de volgende voorwaarde:
- Het goedgekeurde boscompensatievoorstel met inbegrip van haar voorwaarde(n) dient integraal deel uit te maken van de stedenbouwkundige vergunning.
- De bomen dienen gekapt te worden buiten de schoontijd (= april tot eind juni).
Volgende voorwaarden moeten letterlijk in de vergunningsvoorwaarden van de omgevingsvergunning worden opgenomen:
- De vergunning wordt verleend op grond van artikel 90bis, §5, derde lid, van het Bosdecreet en onder de voorwaarden zoals opgenomen in het hierbij gevoegde compensatieformulier met kenmerk: 23217352.
- De te ontbossen oppervlakte bedraagt 615. Deze oppervlakte valt niet meer onder het toepassingsgebied van het Bosdecreet. 500 m² sociale vrijstelling is van toepassing.
- De resterende bosoppervlakte 384 moet ALS BOS behouden blijven. Bijkomende kappingen in deze zone kunnen maar uitgevoerd worden mits machtiging door het Agentschap voor Natuur en Bos. Het is evenmin toegelaten in deze zone constructies op te richten of ingrijpende wijzigingen van de bodem, de strooisel-, kruid- of boomlaag uit te voeren.
- De ontbossing kan enkel worden uitgevoerd conform het plan toegevoegd als bijlage, waarop ook de als bos te behouden zones zijn aangeduid.
- De bosbehoudsbijdrage van € 727,95 dient binnen de 4 maanden, vanaf de datum waarop gebruik mag gemaakt worden van deze vergunning, gestort te worden. Het overschrijvingsformulier voor het vereffenen van de bosbehoudsbijdrage zal rechtstreeks door ons Agentschap worden overgemaakt aan de aanvrager van zodra de vergunning van kracht wordt.”
• Er dient voldaan te worden aan de voorwaarden opgelegd in het advies van de dienst facilitair management.
• Het bestaande terreinniveau dient voor een strook van 1m langsheen de perceelsgrenzen behouden te blijven of mag nooit hoger gebracht worden dan het niveau van de aanpalende percelen.

Bijzondere milieuvoorwaarde
• Indien de bemaling in werking is tussen de maanden april tot en met september moet de mogelijkheid tot hergebruik van het grondwater worden aangeboden aan derden. Dit kan door de plaatsing van een open opvangbak met overloop naar de RWA-leiding, op de rooilijn. Via de toegestuurde affiche maakt de bouwheer dit kenbaar aan derden met eventueel zijn/haar contactgegevens erbij.
• Een goed functionerende debietsteller moet aanwezig zijn op elke pomp.
• Wekelijks dient er een registratie te gebeuren van de opgepompte debieten grondwater. Deze gegevens worden in een logboek bijgehouden dat ter inzage wordt gehouden voor de toezichthoudende overheid.
• De sectorale voorwaarden van Vlarem II, hoofdstuk 5.53, moeten nageleefd worden.
• Het bemalingswater dient geloosd te worden op de RWA-streng van het gescheiden rioleringsstelsel van de Dennenweg.
• De droogzuiging wordt onmiddellijk verwijderd zodra dit bouwtechnisch mogelijk is en wordt beperkt in tijd en debiet tot het absolute, noodzakelijke, minimum.
• De lozing van het grondwater mag geen wateroverlast voor derden veroorzaken.
• Indien de stroomgroep geluidshinder vormt voor de omwonenden, moeten onmiddellijk gepaste maatregelen genomen worden om de hinder tot een absoluut minimum te beperken.
• De bemaling mag de duur van 90 dagen niet overschrijden.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar d.d. 30/01/2024 en volgt dit standpunt integraal.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het voorwaardelijk afleveren van de omgevingsvergunning aan de heer Kobe Lobbinger wonende te Kneuterweg 11 te 3520 Zonhoven voor het bouwen van een eengezinswoning, het rooien van bomen en een bronbemaling, gelegen te Dennenweg 11A, kadastraal gekend als afdeling 2 sectie D nr. 132G140.
De aanvraag voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

Rubriek

Omschrijving

Hoeveelheid

Klasse

53.2.2°a)

tijdelijke bronbemaling (Nieuw)

27700 m³/jaar

3

De vergunningsduur kan verleend worden voor bepaalde duur, namelijk een periode van 90 dagen, voor een bronbemaling met een maximaal debiet van 25.215 m³/jaar.

Artikel 3

Volgende voorwaarden worden opgelegd:
Stedenbouwkundige voorwaarden

  • Het advies van Fluvius moet gevolgd worden.
  • Er moet integraal voldaan worden aan het advies van het Agentschap voor Natuur en Bos:
    “Op basis van bovenstaande uiteenzetting verleent het Agentschap voor Natuur en Bos een gunstig advies mits naleving van de volgende voorwaarde:
    - Het goedgekeurde boscompensatievoorstel met inbegrip van haar voorwaarde(n) dient integraal deel uit te maken van de stedenbouwkundige vergunning.
    - De bomen dienen gekapt te worden buiten de schoontijd (= april tot eind juni).
    Volgende voorwaarden moeten letterlijk in de vergunningsvoorwaarden van de omgevingsvergunning worden opgenomen:
    - De vergunning wordt verleend op grond van artikel 90bis, §5, derde lid, van het Bosdecreet en onder de voorwaarden zoals opgenomen in het hierbij gevoegde compensatieformulier met kenmerk: 23217352.
    - De te ontbossen oppervlakte bedraagt 615. Deze oppervlakte valt niet meer onder het toepassingsgebied van het Bosdecreet. 500 m² sociale vrijstelling is van toepassing.
    - De resterende bosoppervlakte 384 moet ALS BOS behouden blijven. Bijkomende kappingen in deze zone kunnen maar uitgevoerd worden mits machtiging door het Agentschap voor Natuur en Bos. Het is evenmin toegelaten in deze zone constructies op te richten of ingrijpende wijzigingen van de bodem, de strooisel-, kruid- of boomlaag uit te voeren.
    - De ontbossing kan enkel worden uitgevoerd conform het plan toegevoegd als bijlage, waarop ook de als bos te behouden zones zijn aangeduid.
    - De bosbehoudsbijdrage van € 727,95  dient binnen de 4 maanden, vanaf de datum waarop gebruik mag gemaakt worden van deze vergunning, gestort te worden. Het overschrijvingsformulier voor het vereffenen van de bosbehoudsbijdrage zal rechtstreeks door ons Agentschap worden overgemaakt aan de aanvrager van zodra de vergunning van kracht wordt.”
  • Er dient voldaan te worden aan de voorwaarden opgelegd in het advies van de dienst facilitair management.
  • Het bestaande terreinniveau dient voor een strook van 1m langsheen de perceelsgrenzen behouden te blijven of mag nooit hoger gebracht worden dan het niveau van de aanpalende percelen.
    • Bijzondere milieuvoorwaarde

      • Indien de bemaling in werking is tussen de maanden april tot en met september moet de mogelijkheid tot hergebruik van het grondwater worden aangeboden aan derden. Dit kan door de plaatsing van een open opvangbak met overloop naar de RWA-leiding, op de rooilijn. Via de toegestuurde affiche maakt de bouwheer dit kenbaar aan derden met eventueel zijn/haar contactgegevens erbij.
      • Een goed functionerende debietsteller moet aanwezig zijn op elke pomp.  
      • Wekelijks dient er een registratie te gebeuren van de opgepompte debieten grondwater. Deze gegevens worden in een logboek bijgehouden dat ter inzage wordt gehouden voor de toezichthoudende overheid.
      • De sectorale voorwaarden van Vlarem II, hoofdstuk 5.53, moeten nageleefd worden.
      • Het bemalingswater dient geloosd te worden op de RWA-streng van het gescheiden rioleringsstelsel van de Dennenweg.
      • De droogzuiging wordt onmiddellijk verwijderd zodra dit bouwtechnisch mogelijk is en wordt beperkt in tijd en debiet tot het absolute, noodzakelijke, minimum.
      • De lozing van het grondwater mag geen wateroverlast voor derden veroorzaken.
      • Indien de stroomgroep geluidshinder vormt voor de omwonenden, moeten onmiddellijk gepaste maatregelen genomen worden om de hinder tot een absoluut minimum te beperken.
      • De bemaling mag de duur van 90 dagen niet overschrijden.
      15.

      2024_CBS_00132 - OMV - Vergunning - Wijvestraat 53 en 53A - 2023/00234 - Goedkeuring

      Goedgekeurd

      Samenstelling

      Aanwezig
      Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
      Secretaris
      Bart Telen, Algemeen directeur
      15.

      2024_CBS_00132 - OMV - Vergunning - Wijvestraat 53 en 53A - 2023/00234 - Goedkeuring

      2024_CBS_00132 - OMV - Vergunning - Wijvestraat 53 en 53A - 2023/00234 - Goedkeuring

      Motivering

      Feiten context en argumentatie

      VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR

      Dossiernummer:    2023/00234
      Referentie omgevingsloket:    OMV_2023156416

      De aanvraag, ingediend door REVO Projectbouw BV gevestigd te Kermtstraat 126 te 3512 Hasselt, werd ontvangen op 24/11/2023 en op 15/12/2023 ontvankelijk en volledig verklaard.

      De aanvraag gaat over een terrein, gelegen Wijvestraat 53 en 53A, kadastraal gekend als afdeling 1 sectie B nrs. 952C41 en 952D38.

      De aanvraag gaat over het rooien van 5 bomen.

      De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

      De gemeentelijke omgevingsambtenaar heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de geldende wettelijke bepalingen, (in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid, het decreet Natuurbehoud en hun uitvoeringsbesluiten).

      1.    STEDENBOUWKUNDIGE BASISGEGEVENS

      De locatie van de aanvraag is volgens het Origineel bij Koninklijk besluit goedgekeurd gewestplan op 3 april 1979 gelegen in woongebied met landelijk karakter en woonuitbreidingsgebied.
      De locatie van de aanvraag is gelegen binnen het bijzonder plan van aanleg B.P.A. BOOMSTEEG, goedgekeurd op 13 februari 2007.
      De locatie van de aanvraag is niet gelegen binnen een ruimtelijk uitvoeringsplan.
      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

      Volgende verordeningen zijn van kracht:
      • algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997;
      • gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake openluchtrecreatieve verblijven goedgekeurd op 8 juli 2005;
      • gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten,... goedgekeurd op 23 juni 2006;
      • gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

      2.    HISTORIEK

      Volgende dossiers zijn relevant:
      • Omgevingsvergunning 2021/00373 voor het slopen van de bestaande bebouwing en het bouwen van 2 halfopen eengezinswoningen goedgekeurd op 07/06/2022.
      • Stedenbouwkundige vergunning (1966/00104) voor het bouwen van een bergplaats - goedgekeurd op 12/07/1966.
      • Stedenbouwkundige vergunning (1974/00029) voor het plaatsen van een caravan op wielen - geweigerd op 30/01/1974.
      • Stedenbouwkundige vergunning (1974/00063) voor het plaatsen van een caravan op wielen - geweigerd op 27/03/1974.
      • Bouwmisdrijf dossier 1973/0007 voor plaatsen van mobiele woning - pv op 23/11/1973.
      • Bouwmisdrijf dossier 1973/0010 voor plaatsen van een mobiele woning - pv op 23/11/1973 .

      3.    BESCHRIJVING OMGEVING EN AANVRAAG

      Beschrijving van de plaats & omgeving

      De percelen bevinden zich langs de Wijvestraat, een gemeenteweg.
      De omgeving bestaat uit vrijstaande alsook halfopen bebouwing. De omgeving wordt gekenmerkt door zowel een- als meergezinswoningen al dan niet in combinatie met kleinhandelsactiviteiten en handel.
      Het betreft dan ook een zeer gevarieerd straatbeeld, dit zowel op vlak van functie, inplanting, bouwhoogte, dakprofiel alsook materiaalgebruik.

      Op elk perceel bevindt zich een halfopen eengezinswoning.
      De te rooien bomen situeren zich op het rechter perceel, nabij de gemeenschappelijke perceelgrens van de woningen. De te rooien bomen zijn 3 coniferen en 2 sparren.
      De esdoorn op het linker perceel blijft behouden.

      Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

      De aanvraag gaat over het rooien van 5 bomen, nl. 3 coniferen en 2 sparren.
      De bomen situeren zich op het rechter perceel (952C41) nabij de gemeenschappelijke perceelgrens van de woningen.
      De diameter van de stammen is gelegen tussen 0,1212 en 0,40m.

      De esdoorn op het linker perceel blijft behouden.

      4.    OPENBAAR ONDERZOEK 

      Het dossier werd volgens de vereenvoudigde procedure behandeld.
      Er werd bijgevolg geen openbaar onderzoek gehouden.

      5.    ADVIEZEN

      Aan volgende adviesverleners werd advies gevraagd:
      • dienst facilitair management
      • Agentschap voor Natuur en Bos.

      6.    PROJECT-MER

      De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van bijlage I, II en III van het besluit inzake projectmilieueffectrapportage van 10 december 2004 en latere wijzigingen.

      7.    INHOUDELIJKE BEOORDELING

      Decretale beoordelingselementen

      In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de VCRO kan gesteld worden dat de Wijvestraat een voldoende uitgeruste openbare weg is.
      De aanvraag gaat niet over de oprichting van een bedrijfswoning.
      De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook.
      Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

      Zonering

      Het perceel is volgens het zoneringsplan voor riolering, van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), gelegen in centraal gebied. Er is al geruime tijd riolering aanwezig en die is aangesloten op een waterzuivering. Er moet geen septische put voorzien worden.

      Waterparagraaf

      Het decreet over het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013, legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd worden. Deze watertoets schat de eventuele schadelijke effecten in ten koste van de watersystemen bij de inname van ruimte.

      Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid geoordeeld moet worden dat er geen schadelijk effect veroorzaakt wordt. Er moeten dan ook geen voorwaarden of maatregelen opgelegd worden.

      Natuurtoets

      Het perceel is niet gelegen binnen of grenzend aan een speciaal beschermingsgebied.  Door het opleggen van de voorwaarde om een heraanplant te doen is de impact van het project op de natuurwaarden minimaal.

      Erfgoed- & Archeologietoets

      Het perceel is niet gelegen binnen een beschermd stads- of dorpsgezicht. Er zijn (geen) monumenten in de omgeving.

      Conform het Onroerenderfgoeddecreet d.d. 12/07/2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag gezien de oppervlakte van het perceel kleiner is dan 3000 m².

      Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening

      Functionele inpasbaarheid

      Niet van toepassing

      Mobiliteitsimpact

      Niet van toepassing

      Schaal

      Niet van toepassing

      Ruimtegebruik en bouwdichtheid

      De te rooien bomen betreffen coniferen en sparren die hun levensduur hebben bereikt.  Tevens is reeds één van de sparren afgeknakt en nagenoeg afgestorven.

      De bomen bieden dan ook geen meerwaarde voor het perceel.

      De aanvraag werd voor advies overgemaakt aan de dienst Facilitair Management.  Zij verleenden op 30 januari 2024 een voorwaardelijk gunstig advies zoals aangehaald onder de titel ‘bespreking adviezen’.

      Visueel-vormelijke elementen

      Niet van toepassing

      Cultuurhistorische aspecten

      Het perceel is niet gelegen in of nabij een beschermd dorpsgezicht. De aanvraag is niet gelegen in een beschermde archeologische site. De aanvraag is, bekeken vanuit de erfgoedaspecten, aanvaardbaar.

      Bodemreliëf

      Volgens de aanvraag wordt het bestaande reliëf niet gewijzigd.

      Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

      Niet van toepassing

      Bespreking van de adviezen

      •    Agentschap voor Natuur en Bos heeft op 17 januari 2024 aangegeven dat ze geen advies gaan verstrekken.

      De betreffende bomen liggen niet in een Bos - of Speciale Beschermingszone, laat het Agentschap voor Natuur en Bos de beslissing voor het kappen van de bomen volledig over aan de vergunningverlenende overheid.”

      •    Het advies van dienst facilitair management d.d. 30 januari 2024 is voorwaardelijk gunstig.

      Gunstig voor het rooien van de 5 bomen mits voldaan wordt aan volgende voorwaarden:
      Aanplanten van minstens 1 streekeigen en/of klimaat robuste hoogstam boom in de voortuin.
      Aanplanten van minstens 1 streekeigen en/of klimaat robuste hoogstam boom in de achtertuin.
      De aan te planten bomen worden aangeplant in een maat niet kleiner dan 14/16, en zijn bomen van minstens 2de grootte.
      De bomen dienen aangeplant te worden in het plantseizoen volgend op het rooien van de bomen.

      Volgende linken kunnen een hulp zijn bij het vinden van bomen:
      - https://www.plantvanhier.be/plantengids
      - https://www.ecopedia.be/bomenwijzer

      Het plantseizoen loopt van 15 september tot en met 15 mei.”

      De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich deels aan bij dit advies.

      De te rooien bomen situeren zich op het rechter perceel (952D38). De opgelegde aanplant dient tevens te gebeuren op dit perceel.
      Tevens dient bewijs van de heraanplant overgemaakt te worden aan de dienst vergunningen en handhaving binnen 3 maanden volgend op de heraanplant.

      De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden.

      8.    ADVIES GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR

      Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen, en dat het gevraagde verenigbaar is met een goede ruimtelijke ordening, mits het opleggen van voorwaarden.

      De gemeentelijke omgevingsambtenaar adviseert de volgende voorwaarde op te leggen:
      Stedenbouwkundige voorwaarde
      - Het advies van de dienst facilitair management moet gevolgd worden:
      • Aanplanten van minstens 1 streekeigen en/of klimaat robuuste hoogstam boom in de voortuin (952D38).
      • Aanplanten van minstens 1 streekeigen en/of klimaat robuuste hoogstam boom in de achtertuin (952D38).
      • De aan te planten bomen worden aangeplant in een maat niet kleiner dan 14/16, en zijn bomen van minstens 2de grootte.
      • De bomen dienen aangeplant te worden in het plantseizoen volgend op het rooien van de bomen.
      • Er dient bewijs van de heraanplant overgemaakt te worden aan de dienst vergunningen en handhaving binnen 3 maanden volgend op de heraanplant.

      Besluit

      Het college van burgemeester en schepenen beslist:

      Artikel 1

      Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar d.d. 01/02/2024 en volgt dit standpunt integraal.

      Artikel 2

      Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het voorwaardelijk afleveren van de omgevingsvergunning aan REVO Projectbouw BV gevestigd te Kermtstraat 126 te 3512 Hasselt voor het rooien van 5 bomen, gelegen te Wijvestraat 53 en 53A, kadastraal gekend als afdeling 1 sectie B nrs. 952C41 en 952D38.

      Artikel 3

      Volgende voorwaarden worden opgelegd:
      Stedenbouwkundige voorwaarden:
      Het advies van de dienst facilitair management moet gevolgd worden:
       * Aanplanten van minstens 1 streekeigen en/of klimaat robuuste hoogstam boom in de voortuin (952D38).
       * Aanplanten van minstens 1 streekeigen en/of klimaat robuuste hoogstam boom in de achtertuin (952D38).
       * De aan te planten bomen worden aangeplant in een maat niet kleiner dan 14/16, en zijn bomen van minstens 2de grootte.
       * De bomen dienen aangeplant te worden in het plantseizoen volgend op het rooien van de bomen.
       * Er dient bewijs van de heraanplant overgemaakt te worden aan de dienst vergunningen en handhaving binnen 3 maanden volgend op de heraanplant.

      16.

      2024_CBS_00133 - OMV - Vergunning - Keurstraat 3 - 2023/00165 - Goedkeuring

      Goedgekeurd

      Samenstelling

      Aanwezig
      Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
      Secretaris
      Bart Telen, Algemeen directeur
      16.

      2024_CBS_00133 - OMV - Vergunning - Keurstraat 3 - 2023/00165 - Goedkeuring

      2024_CBS_00133 - OMV - Vergunning - Keurstraat 3 - 2023/00165 - Goedkeuring

      Motivering

      Feiten context en argumentatie

      VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR

      Dossiernummer:    2023/00165
      Referentie omgevingsloket:    OMV_2023118531

      De aanvraag, ingediend door de heer Janick Hulsmans wonende te Keurstraat 3 te 3520 Zonhoven, werd ontvangen op 08/09/2023 en op 25/10/2023 ontvankelijk en volledig verklaard.

      De aanvraag gaat over een terrein, gelegen Keurstraat 3, kadastraal gekend als afdeling 3 sectie F nr. 604X.

      De aanvraag gaat over het plaatsen van een terrasoverkapping en de regularisatie van verhardingen, afsluitingen en het tuinhuis.

      De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

      De gemeentelijke omgevingsambtenaar heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de geldende wettelijke bepalingen, (in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid, het decreet Natuurbehoud en hun uitvoeringsbesluiten).

      1.    STEDENBOUWKUNDIGE BASISGEGEVENS

      De locatie van de aanvraag is volgens het Origineel bij Koninklijk besluit goedgekeurd gewestplan op 3 april 1979 gelegen in woongebied.
      De locatie van de aanvraag is niet gelegen binnen een bijzonder plan van aanleg.
      De locatie van de aanvraag is niet gelegen binnen een ruimtelijk uitvoeringsplan.

      Het project maakt deel uit van de goedgekeurde verkaveling 7204.V.331 goedgekeurd op 24 mei 1973, het betreft lot 4.
      De verkaveling is ouder dan 15 jaar. Daarom vormen de verkavelingsvoorschriften niet langer een weigeringsgrond en moet er een toetsing gebeuren van de goede ruimtelijke ordening.
      Men vraagt volgende (beperkte) afwijkingen volgens art. 4.4.1 van de VCRO/ art. 4.4.9/1 van de VCRO:

      •    In de verkavelingsvoorschriften staat dat de minimale afstand van vrijstaande bijgebouwen tot de perceelsgrenzen gelijk moet zijn aan de hoogte van bijgebouw. De afstand van de tuinberging tot de achterste perceelsgrens bedraagt 2,44 meter en ten opzichte van het maaiveld is de nokhoogte, volgens de informatie waarover wij beschikken, groter dan 2,44 meter.
      • Met betrekking tot afsluitingen is volgens de verkavelingsvoorschriften in de achteruitbouwstrook een haagbeplanting of een afsluiting in metselwerk toegestaan met een maximale hoogte van respectievelijk 0,7 meter en 0,35 meter. In de aanvraag wordt een draadafsluiting met haagbeplanting voorzien met een hoogte van 1 meter en een draadafsluiting met een haag waarvan de draadafsluiting een hoogte heeft van 1,8 meter.
      • Met betrekking tot afsluitingen is volgens de verkavelingsvoorschriften tussen de voorgevel- en achtergevellijn een haagbeplanting toegestaan met een maximale hoogte van 0,7 meter. In de aanvraag wordt er een draadafsluiting met haagbeplanting met een hoogte van deels 1 meter en deels 1,8 meter aangevraagd.
      •    Met betrekking tot afsluitingen is volgens de verkavelingsvoorschriften vanaf de achtergevellijn een haagbeplanting toegestaan met een maximale hoogte van 1,5 meter.  In de aanvraag wordt er een draadafsluiting met haagbeplanting met een hoogte van 1,8 meter aangevraagd.

      Volgende verordeningen zijn van kracht:
      • algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997;
      • gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake openluchtrecreatieve verblijven goedgekeurd op 8 juli 2005;
      • gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten,... goedgekeurd op 23 juni 2006;
      • gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

      2.    HISTORIEK

      Volgende dossiers zijn relevant:
      • Stedenbouwkundige vergunning (2003/09348) voor het bouwen van een vrijstaande woning - goedgekeurd op 25/08/2003.
      • Verkavelingsvergunning (7204.V.331) voor het verkavelen van een grond - goedgekeurd op 24/05/1973.
      • Verkavelingsvergunning (7204.V.331\01) voor wijzig - goedgekeurd op 11/06/2002.
      • Verkavelingsvergunning (7204.V.331\02) voor wijzig - goedgekeurd op 18/08/2003.

      3.    BESCHRIJVING OMGEVING EN AANVRAAG

      Beschrijving van de plaats & omgeving

      Het perceel bevindt zich aan de Keurstraat, een gemeenteweg in het gehucht Terdonk, in het zuidwesten van de gemeente Zonhoven.
      De nabije omgeving bestaat hoofdzakelijk uit vrijstaande eengezinswoningen met, wat de woningen aan dezelfde straatzijde betreft, achterliggend woonuitbreidingsgebied.  De bebouwing bestaat uit een tot twee bouwlagen onder voornamelijk hellende dan wel platte daken, en is afgewerkt in een gevelsteen in diverse tinten en texturen.

      Op het perceel bevindt zich een vergunde eengezinswoning met twee bouwlagen onder een zadeldak met een bouwdiepte die zowel op het gelijkvloers als op de verdieping 17m bedraagt. De woning is ingeplant op 10,2m van de as van de voorliggende weg en op 3m van de zijdelingse perceelsgrenzen.  
      Aan de achterzijde van de woning bevindt er zich een, voor het grootste deel, inpandig terras met een oppervlakte van 10,4m² waarvan 2,52m² zonder overdekking achter de achtergevel ligt.
      De diepte van de voortuin bedraagt minimaal 6m en die van de tuinzone ongeveer 27m.
      Er is een vrijstaand bijgebouw geplaatst in de achtertuin.
      Zowel in de voor-, zij- als de achtertuin zijn er zonder vergunning verhardingen aangelegd.
      Volgens onze informatie is het openbaar domein voor het perceel volledig verhard zonder vergunning.

      Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

      De aanvraag gaat over het regulariseren van het aanleggen van verhardingen in de voortuin, het aanleggen van verhardingen in de zij- en achtertuin met een oppervlakte van meer dan 80m², het plaatsen van een vrijstaand bijgebouw en het plaatsen van een aangebouwde terrasoverkapping.

      De voorziene terrasoverkapping wordt ingeplant op een afstand van 4,63 van de linker perceelsgrens, heeft een grondoppervlakte van 23,81m² en de hoogte van de dakrand bedraagt 3,14 meter ten opzichte van het maaiveld.  De overkapping vergroot de bouwdiepte van het gelijkvloers naar 20,08m en overspant een deel van de bestaande verharding in de achtertuin. De terrasoverkapping betreft een vaste maar volledig open constructie uit zwart aluminium die via steunpalen in de grond verankerd wordt.

      In de achtertuin bevindt zich een tuinhuis waarvan de afmetingen en inplanting voldoen aan de voorwaarden van het vrijstellingsbesluit. 

      Er wordt een regularisatie aangevraagd voor de bestaande niet-vergunde verhardingen waarvan een deel voldoet aan de voorwaarden van het Vrijstellingsbesluit.  De verhardingen die tegen de achtergevel zijn geplaatst bestaan uit tegels.  De andere verhardingen bestaan uit kasseien.

      De verhardingsgraad van de voortuin zal ongeveer 52% bedragen en het aandeel aan verhardingen en constructies op het hele perceel ongeveer 37,2%.

      De breedte van de inrit ter hoogte van de rooilijn bedraagt 3,92 meter.  Het is uit de ingediende plannen niet op te maken of de verharding van het openbaar domein zal worden verwijderd of niet.

      Het is ook niet uit de ingediende plannen op te maken of er bij plaatsing van de verhardingen een reliëfwijziging uitgevoerd is.
      De gesloten afsluitingen in de voor-, zij en achtertuin voldoen aan het Vrijstellingsbesluit.

      4.    OPENBAAR ONDERZOEK 

      Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.
      Het openbaar onderzoek werd georganiseerd van 4 november 2023 t.e.m. 3 december 2023.

      5.    ADVIEZEN

      Aan volgende adviesverlener werd advies gevraagd:
      dienst patrimonium.

      6.    PROJECT-MER

      De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van bijlage I, II en III van het besluit inzake projectmilieueffectrapportage van 10 december 2004 en latere wijzigingen.

      7.    INHOUDELIJKE BEOORDELING

      Decretale beoordelingselementen

      In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de VCRO kan gesteld worden dat de Keurstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is.
      De aanvraag gaat niet over de oprichting van een bedrijfswoning.
      De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook.
      Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

      Zonering

      Het perceel is volgens het zoneringsplan voor riolering, van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), gelegen in centraal gebied. Er is al geruime tijd riolering aanwezig en die is aangesloten op een waterzuivering. Er moet tot op heden echter nog steeds een septische put aanwezig zijn.

      Waterparagraaf

      Het decreet over het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013, legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd worden. Deze watertoets schat de eventuele schadelijke effecten in ten koste van de watersystemen bij de inname van ruimte.

      Sedert de inwerkingtreding van omzendbrief OMG/2022/1 d.d. 15/12/2022 dient de vergunningverlenende overheid de watertoets op een gewijzigde manier uit te voeren bij dossiers ingediend vanaf 01/01/2023.  De watertoetsprocedure werd geoptimaliseerd, er werden aandachtspunten en richtlijnen geformuleerd en het kaartmateriaal inzake overstromingsgevoelige gebieden werd aangepast.

      Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt noch in een pluviaal, noch in een fluviaal overstromingsgebied. Het terrein is logischerwijze evenmin in een gebied voor zeeoverstromingen gesitueerd.

      Daarom moet in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel door de toename van de verharde oppervlakte wordt de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit moet gecompenseerd worden overeenkomstig de normen vastgelegd in de geldende gewestelijke hemelwaterverordening:

      De verordening is niet van toepassing, omdat de voorziene overdekte constructies een oppervlakte hebben van minder dan 40m² en het hemelwater dat op de voorziene verhardingen valt ter plaatse infiltreert en niet afwatert naar de riolering.

      Uit de watertoets blijkt dat er verder geen bijkomende bijzondere maatregelen genomen moeten worden.

      Natuurtoets

      Het perceel is niet gelegen binnen of grenzend aan een speciaal beschermingsgebied. Omwille van de ligging, de aard van het project en de afstand tot de waardevolle natuurgebieden wordt gesteld dat er geen impact is van de projectaanvraag op de natuurwaarden.

      Erfgoed- & Archeologietoets

      Het perceel is niet gelegen binnen een beschermd stads- of dorpsgezicht. Er zijn geen monumenten in de omgeving.  

      Conform het Onroerenderfgoeddecreet d.d. 12/07/2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag gezien de oppervlakte van het perceel kleiner is dan 3000 m² en het goed zich niet in een beschermde archeologische site en ook niet in een vastgestelde archeologische zone bevindt.

      Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening

      De verkaveling is ouder dan 15 jaar. Daarom vormen de verkavelingsvoorschriften niet langer een weigeringsgrond, en moet er een toetsing gebeuren van de goede ruimtelijke ordening.

      Functionele inpasbaarheid

      De bestaande woonfunctie blijft behouden en is functioneel inpasbaar op deze locatie, nl. het gehucht Ter Donk.

      Mobiliteitsimpact

      De gemeente Zonhoven hanteert volgende parkeernorm voor een woning: 1,5 autostaanplaatsen/ wooneenheid.

      De aanvraag komt hieraan tegemoet, want de bestaande vergunde garage biedt voldoende ruimte voor de parkeerbehoefte van de bewoners en de verharding in de voortuin biedt ruim voldoende plaats voor eventuele bezoekers.

      Schaal

      De terrasoverkapping vergroot de bouwdiepte van de woning tot 20,08 meter, wat aanzienlijk boven de visie van de gemeente Zonhoven inzake goede ruimtelijke ordening ligt.  Omdat de terrasoverkapping qua afmetingen beneden de voorwaarden van het ‘Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening’ dd. 16 juli 2010 blijft en het totale volume van de woning na uitvoering van de werken beduidend beneden de maximaal toegestane voerterreinindex blijft, is de constructie aanvaardbaar op voorwaarde dat het een lichte en volledig open constructie blijft.

      Het tuinhuis in de achtertuin voldoet aan de voorwaarden van het ‘Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is’ dd. 16 juli 2010 en is dan ook aanvaardbaar.

      Ruimtegebruik en bouwdichtheid

      De woondichtheid op het perceel wijzigt niet en is dan ook aanvaardbaar.

      De regularisatie van de verhardingen verhoogt het aandeel aan constructies en verhardingen op het perceel naar 37,2% wat in lijn is met de visie van de gemeente Zonhoven voor een perceel van deze omvang.

      Het aandeel aan verhardingen in de voortuin bedraagt 52%, wat boven de norm van de gemeente Zonhoven ligt.  Maar aangezien een deel van deze verharding zich binnen de bouwzone bevindt en dat het bebouwen van deze zone de verhardingsgraad van de voortuin zou verlagen tot een waarde die binnen de norm van de gemeente ligt, is deze waarde aanvaardbaar.

      Aangezien de terrasoverkapping tegen de achtergevel niet voor bijkomende verharding zorgt, is deze aanvaardbaar.

      In vergunning met interne referentie 2003/09348 dd. 25 augustus 2003 werd een inrit vergund met een breedte die aan de rooilijn 3 meter bedraagt.  Dit stemt overeen met de visie van de gemeente.  De gevraagde inrit met een breedte van 3,92 meter kan dan ook niet toegestaan worden.

      Visueel-vormelijke elementen

      De terrasoverkapping wordt opgetrokken uit zwarte aluminium profielen.  Zolang het om een lichte en volledig open constructie gaat en aangezien de constructie tegen de achtergevel geplaatst wordt, is de visuele impact van de overkapping minimaal, passend en aanvaardbaar in de omgeving.

      Cultuurhistorische aspecten

      Het perceel is niet gelegen in of nabij een beschermd dorpsgezicht. De aanvraag is niet gelegen in een beschermde archeologische site. De aanvraag is, bekeken vanuit de erfgoedaspecten, aanvaardbaar.

      Bodemreliëf

      De aanvraag verduidelijkt niet of de regularisatie van de verhardingen en het plaatsen van de terrasoverkapping betekent dat er ook een reliëfwijziging is gebeurd ten opzichte van de vergunde toestand. Om hinder op vlak van o.a. de waterhuishouding te voorkomen, moet voldaan blijven aan de voorwaarden en plannen van de vergunning met interne referentie 2003/09348 dd. 25 augustus 2003 en moeten volgende voorwaarden worden opgelegd:
      • Een ophoging van het bodemreliëf wordt slechts toegelaten tot op het vergunde niveau van max. 42 cm boven het straatniveau.
      • Een ophoging van het bodemreliëf moet, beperkt blijven tot de onmiddellijke omgeving van de woning.
      • Een strook van 1 m langsheen de perceelsgrenzen mag bij eventuele terreinwijzigingen nooit hoger worden gebracht dan het niveau van de aanpalende percelen.

      Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

      Het volledige perceel bevindt zich in de tuinzone van Beringersteenweg 31.  Bovendien bedraagt de afstand van de overkapping tot het rechter perceel 8,64 meter waardoor er geen bijkomende hinder is met betrekking tot het gebruiksgenot van de naastliggende percelen.
      Ten gevolge van de vrijgestelde gesloten afsluiting met een hoogte van 1,8 meter in de achtertuin en de afstand tot de zijdelingse perceelsgrenzen, is er ook geen concrete toegevoegde hinder inzake privacy.
      Aangezien de gesloten afsluiting in de voortuin een hoogte heeft die voldoet aan het Vrijstellingsbesluit, kunnen we ervan uitgaan dat de afsluiting geen impact heeft op de verkeersveiligheid.
      Naast de noodzakelijke toegang tot het perceel, is het openbaar domein vóór het goed volledig verhard.  Dit is niet toegestaan aangezien het openbaar domein geen deel uitmaakt van de private eigendom van de aanvrager.

      Resultaten van het openbaar onderzoek

      Er werden geen bezwaren ingediend.

      Bespreking van de adviezen

      •    Het advies van dienst patrimonium d.d. 31 oktober 2023 is voorwaardelijk gunstig.

      De berm op openbaar domein dient echter wel een grasberm te zijn. Enkel ter hoogte van de inrit mag er een waterdoorlatende verharding aangelegd worden.

      De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden.

      8.    ADVIES GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR

      Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen, en dat het gevraagde verenigbaar is met een goede ruimtelijke ordening, mits het opleggen van voorwaarden.  

      Gezien de bestaande vrijstaande tuinberging, de gesloten afsluiting met een hoogte van 1 meter in de voortuin en de gesloten afsluiting met een hoogte van 1,8 meter in de zij- en achtertuin als vrijgesteld beschouwd kunnen worden, worden hier verder geen uitspraken over gedaan.

      De gemeentelijke omgevingsambtenaar adviseert volgende voorwaarden op te leggen:
      Stedenbouwkundige voorwaarden
      • De terrasoverkapping moet een lichte, open constructie blijven en mag niet voorzien worden van permanente wanden. Ook niet wanneer deze wanden geheel of gedeeltelijk uit doorzichtige materialen zouden bestaan.
      • Met uitzondering van de inrit, met een maximale breedte van 3 meter, moet de verharding op het openbaar domein verwijderd worden, deze zone moet groen aangeplant worden.
      • De breedte van de inrit moet ter hoogte van de rooilijn / voorste perceelsgrens beperkt worden tot maximum 3 meter.
      • Zoals aangeduid op de plannen van de stedenbouwkundige vergunning met interne referentie 2003/09348 dd. 25 augustus 2003 wordt een ophoging van het bodemreliëf slechts toegelaten tot op het niveau van max. 42 cm boven het straatniveau.
      • Zoals bepaald in de voorwaarden van de stedenbouwkundige vergunning met interne referentie 2003/09348 dd. 25 augustus 2003 moet een ophoging van het bodemreliëf beperkt blijven tot de onmiddellijke omgeving van de woning.
      • Een strook van 1m langsheen de perceelsgrenzen mag bij eventuele terreinwijzigingen nooit hoger gebracht worden dan het niveau van de aanpalende percelen.
      • De opmerkingen uit het advies van de dienst patrimonium moeten gevolgd worden:
      De berm dient echter wel een grasberm te zijn. Enkel ter hoogte van de inrit mag er een waterdoorlatende verharding aangelegd worden.

      Besluit

      Het college van burgemeester en schepenen beslist:

      Artikel 1

      Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar d.d. 30/01/2024 en volgt dit standpunt integraal.

      Artikel 2

      Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het voorwaardelijk afleveren van de omgevingsvergunning aan de heer Janick Hulsmans wonende te Keurstraat 3 te 3520 Zonhoven voor het plaatsen van een terrasoverkapping en de regularisatie van verhardingen, afsluitingen en het tuinhuis, gelegen te Keurstraat 3, kadastraal gekend als afdeling 3 sectie F nr. 604X.

      Artikel 3

      Volgende voorwaarden worden opgelegd:
      Stedenbouwkundige voorwaarden:

      • De terrasoverkapping moet een lichte, open constructie blijven en mag niet voorzien worden van permanente wanden.  Ook niet wanneer deze wanden geheel of gedeeltelijk uit doorzichtige materialen zouden bestaan.
      • Met uitzondering van de inrit, met een maximale breedte van 3 meter, moet de verharding op het openbaar domein verwijderd worden, deze zone moet groen aangeplant worden.
      • De breedte van de inrit moet ter hoogte van de rooilijn / voorste perceelsgrens beperkt worden tot maximum 3 meter.
      • Zoals aangeduid op de plannen van de stedenbouwkundige vergunning met interne referentie 2003/09348 dd. 25 augustus 2003 wordt een ophoging van het bodemreliëf slechts toegelaten tot op het niveau van max. 42 cm boven het straatniveau.
      • Zoals bepaald in de voorwaarden van de stedenbouwkundige vergunning met interne referentie 2003/09348 dd. 25 augustus 2003 moet een ophoging van het bodemreliëf beperkt blijven tot de onmiddellijke omgeving van de woning.
      • Een strook van 1m langsheen de perceelsgrenzen mag bij eventuele terreinwijzigingen nooit hoger gebracht worden dan het niveau van de aanpalende percelen.
      • De opmerkingen uit het advies van de dienst patrimonium moeten gevolgd worden: De berm dient echter wel een grasberm te zijn. Enkel ter hoogte van de inrit mag er een waterdoorlatende verharding aangelegd worden.
      17.

      2024_CBS_00134 - Adviesraad voor leefmilieu - verslag vergadering 13 december 2023 - Kennisneming

      Goedgekeurd

      Samenstelling

      Aanwezig
      Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
      Secretaris
      Bart Telen, Algemeen directeur
      17.

      2024_CBS_00134 - Adviesraad voor leefmilieu - verslag vergadering 13 december 2023 - Kennisneming

      2024_CBS_00134 - Adviesraad voor leefmilieu - verslag vergadering 13 december 2023 - Kennisneming

      Motivering

      Feiten context en argumentatie

      Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de milieuraad van 13 december 2023. Zie bijlage.

      Besluit

      Het college van burgemeester en schepenen beslist:

      Artikel 1

      Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de milieuraad van 13 december 2023.

      18.

      2024_CBS_00136 - Beheer van everzwijnen in bewoonde gebieden - Goedkeuring

      Goedgekeurd

      Samenstelling

      Aanwezig
      Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
      Secretaris
      Bart Telen, Algemeen directeur
      18.

      2024_CBS_00136 - Beheer van everzwijnen in bewoonde gebieden - Goedkeuring

      2024_CBS_00136 - Beheer van everzwijnen in bewoonde gebieden - Goedkeuring

      Motivering

      Feiten context en argumentatie

      Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de vraag van het Agentschap voor Natuur en Bos om beheer van everzwijnen in bewoonde gebieden te mogen uitvoeren in de gemeente Zonhoven.

      Gezien de opmars van de everzwijnenpopulatie de laatste jaren en de groeiende problematiek die hiermee gepaard gaat, werd door het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) in samenwerking met verschillende gemeenten een project uitgewerkt rond het beheer van everzwijnen in bewoond gebied. Waarnemingen of schade van everzwijnen in de nabijheid van bebouwing worden gemeld via het platform www.wildinzicht.be. Het team van gemachtigde faunabeheerders van ANB verzamelt en analyseert elke week de meldingen waarna een prioriteitenlijst wordt opgesteld. Nadien gaat ANB op het terrein om de situatie in te schatten en de mogelijkheden te bespreken met de bewoners. Vervolgens wordt een plan van aanpak opgesteld.

      In de eerste plaats wordt ingezet op sensibilisatie en preventieve maatregelen. Indien er op bepaalde plaatsen echt sprake is van overlast, kan ANB beslissen om actief in te grijpen. Dat kan gaan van het schieten of vangen van everzwijnen, tot het zoeken van nieuwe manieren om dieren te stimuleren uit de bewoonde gebiedenweg te blijven.

      Wanneer melding gemaakt wordt van acuut gevaar ten gevolge van de aanwezigheid van everzwijnen, kan ook sneller ingegrepen worden door de gemachtigde faunabeheerders. In bijlage zijn twee flowcharts opgenomen die het stappenplan van de gewone melding en urgente melding weergeven.

      Na uitvoering volgt een evaluatie door het team waarna het Agentschap en de gemeente op regelmatige basis feedback krijgen van de uitgevoerde interventies.

      Deze aanpak werd vorig jaar als proefproject in Genk uitgevoerd met positieve resultaten. Sindsdien werd de aanpak ook uitgebreid naar enkele buurgemeenten. Vraag is of Zonhoven mee wilt instappen in dit project en het wilt openstellen voor inwoners van Zonhoven. ANB neemt de projectleiding en financiering voor zich. Vanuit de gemeente wordt logistieke steun verwacht zoals:

      • het ter beschikking stellen van communicatiekanalen van en naar de burger
      • Het ter beschikking stellen van infrastructuur (vergaderlokaal, ...)
      • het ondersteunen van beheeracties
      • het voorzien van een aanspreekpunt binnen de gemeente dat structureel aanwezig kan zijn tijdens het overleg
      • Het voorzien van een aanspreekpunt binnen de gemeente om operationele administratieve ondersteuning te geven
      • de bereidheid tot experimentele aanpak

      Daarnaast vraagt ANB toestemming aan de gemeente Zonhoven voor het uitvoeren van beheeracties op terreinen van de gemeente. In bijlage kan een voorbeeld van toestemming teruggevonden worden. Door algemene toestemming te verlenen voor de eigendommen van de gemeente Zonhoven, kunnen de gemachtigde faunabeheerders snel en efficiënt optreden zonder voor elke interventie opnieuw toelating te vragen.

      Nota dienst:

      De dienst staat positief tegenover dit voorstel gezien er momenteel geen alternatief is bij een "probleemeverzwijn" nabij woningen.  De interventieploeg van de politie en brandweer zijn in mindere mate de geschikte actoren om dit probleem te verhelpen. 

      Acties in natuurgebieden rond de everzwijnen staan geheel los van bovenstaande. 

      Besluit

      Het college van burgemeester en schepenen beslist:

      Artikel 1

      Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord met de vraag het Agentschap voor Natuur en Bos om beheer uit te voeren van everzwijnen in bewoonde gebieden in de gemeente Zonhoven en biedt hierbij logistieke ondersteuning.

      Artikel 2

      Het college van burgemeester en schepenen geeft formele toestemming aan het Agentschap voor Natuur en Bos om everzwijnbeheer uit te voeren op eigendommen van de gemeente Zonhoven, en zal het toestemmingsformulier ondertekenen.

      19.

      2024_CBS_00147 - OMV - Vergunning - Elsbergweg 28 - 2023/00181 - Goedkeuring

      Goedgekeurd

      Samenstelling

      Aanwezig
      Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
      Secretaris
      Bart Telen, Algemeen directeur
      19.

      2024_CBS_00147 - OMV - Vergunning - Elsbergweg 28 - 2023/00181 - Goedkeuring

      2024_CBS_00147 - OMV - Vergunning - Elsbergweg 28 - 2023/00181 - Goedkeuring

      Motivering

      Feiten context en argumentatie

      VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR

      Dossiernummer:    2023/00181
      Referentie omgevingsloket:    OMV_2023087512

      De aanvraag, ingediend door Herman en Daisy Wyrem - Vanaken wonende te Elsbergweg 28 te 3520 Zonhoven, werd ontvangen op 22/09/2023 en op 31/10/2023 ontvankelijk en volledig verklaard.

      De aanvraag gaat over een terrein, gelegen Elsbergweg 28, kadastraal gekend als afdeling 2 sectie D nr. 132S109.

      De aanvraag gaat over het uitbreiden van een eengezinswoning en de herinrichting van het terrein.

      De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

      De gemeentelijke omgevingsambtenaar heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de geldende wettelijke bepalingen, (in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid, het decreet Natuurbehoud en hun uitvoeringsbesluiten).

      1.    STEDENBOUWKUNDIGE BASISGEGEVENS

      De locatie van de aanvraag is volgens het Origineel bij Koninklijk besluit goedgekeurd gewestplan op 3 april 1979 gelegen in woongebied met landelijk karakter.
      De locatie van de aanvraag is niet gelegen binnen een bijzonder plan van aanleg.
      De locatie van de aanvraag is niet gelegen binnen een ruimtelijk uitvoeringsplan.
      Het project maakt deel uit van de goedgekeurde verkaveling 7204.V.44 goedgekeurd op 23 juni 1964, het betreft lot 51.

      De verkaveling is ouder dan 15 jaar.  Daarom vormen de verkavelingsvoorschriften niet langer een weigeringsgrond en moet er een toetsing gebeuren van de goede ruimtelijke ordening.

      Volgende verordeningen zijn van kracht:
      • algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997;
      • gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake openluchtrecreatieve verblijven goedgekeurd op 8 juli 2005;
      • gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten,... goedgekeurd op 23 juni 2006;
      • gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

      2.    HISTORIEK

      Volgende dossiers zijn relevant:
      • Stedenbouwkundige vergunning (1971/00103) voor het slopen van een woonhuis - goedgekeurd op 22/10/1971.
      • Stedenbouwkundige vergunning (2007/10780) voor bouwen van een woning en het rooien van 5 dennenbomen - goedgekeurd op 03/09/2007.
      • Verkavelingsvergunning (7204.V.44) voor het verkavelen van een grond in 90 loten - goedgekeurd op 23/06/1964.

      3.    BESCHRIJVING OMGEVING EN AANVRAAG

      Beschrijving van de plaats & omgeving

      Het perceel bevindt zich langs de Elsbergweg, een gemeenteweg.
      De omgeving bestaat hoofdzakelijk uit vrijstaande eengezinswoningen.
      De bebouwing in de directe omgeving varieert qua bouwhoogte, dakprofiel alsook materiaalgebruik.

      Op het perceel bevindt zich een vrijstaande eengezinswoning.
      De woning bestaat uit 1 bouwlaag met een zadeldak.  De gevels werden opgetrokken in een licht gele gevelsteen en de dakbedekking in donker grijze pannen.

      In de achtertuin bevindt zich een bijgebouw dat fungeert als tuinhuis.
      Het bijgebouw is ingeplant op minimum 3,50m van de rechter alsook de achterste perceelgrenzen.
      Het houten tuinhuis heeft een oppervlakte van 15m².
      De nokhoogte is gelegen op 2,50m.
      Het bijgebouw werd dan ook opgericht conform de verkavelingsvoorschriften en het vrijstellingsbesluit.
      Het bijgebouw is dan ook vrijgesteld van vergunning en maakt geen deel uit van de aanvraag.

      Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

      De aanvraag gaat over het uitbreiden van een eengezinswoning en de herinrichting van het terrein.

      De aanvrager wenst de woning aan de linkerzijde uit te breiden met een slaapkamer.
      De uitbreiding wordt ingeplant op 1m achter de voorgevellijn en op 3m van de linker perceelgrens.
      De uitbreiding heeft een bouwbreedte van 3m en een bouwdiepte van 5,50m (= 16,50m²). Hierdoor wordt de totale bouwbreedte van de woning gebracht op 14m.
      De uitbreiding wordt uitgevoerd met een plat dak. De dakrandhoogte is gelegen op 3,10m ten opzichte van het maaiveld.
      De gevelafwerking is voorzien in pleisterwerk met een licht bruine kleur.

      Tot slot omvat de aanvraag het herinrichten van het terrein.
      Momenteel is bijna de volledige voortuin verhard. Er werd een inritverharding aangelegd die toegang verleent tot de interne garage en naar de voordeur van de woning. Deze inrit heeft een breedte van 6m. Deze wenst de aanvrager te behouden.
      Aan de linkerzijde van deze inrit werd de voortuin volledig aangelegd met kiezelverharding.
      Uit de ingediende plannen blijkt dat de kiezelverharding verwijderd zal worden en voorzien zal worden van beplanting met schors.
      Het bestaande terras aan de achterzijde van de woning zal behouden blijven.

      4.    OPENBAAR ONDERZOEK 

      Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.
      Het openbaar onderzoek werd georganiseerd van 10 november 2023 t.e.m. 9 december 2023.

      5.    ADVIEZEN

      Er zijn geen adviezen vereist.

      6.    PROJECT-MER

      De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van bijlage I, II en III van het besluit inzake projectmilieueffectrapportage van 10 december 2004 en latere wijzigingen.

      7.    INHOUDELIJKE BEOORDELING

      Decretale beoordelingselementen

      In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de VCRO kan gesteld worden dat de Elsbergweg een voldoende uitgeruste openbare weg is.
      De aanvraag gaat niet over de oprichting van een bedrijfswoning.
      De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook.
      Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

      Zonering

      Het perceel is volgens het zoneringsplan voor riolering, van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), gelegen in centraal gebied. Er is al geruime tijd riolering aanwezig en die is aangesloten op een waterzuivering. Er moet geen septische put voorzien worden.

      Waterparagraaf

      Het decreet over het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013, legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd worden. Deze watertoets schat de eventuele schadelijke effecten in ten koste van de watersystemen bij de inname van ruimte.
      Sedert de inwerkingtreding van omzendbrief OMG/2022/1 d.d. 15/12/2022 dient de vergunningverlenende overheid de watertoets op een gewijzigde manier uit te voeren bij dossiers ingediend vanaf 01/01/2023. De watertoetsprocedure werd geoptimaliseerd, er werden aandachtspunten en richtlijnen geformuleerd en het kaartmateriaal inzake overstromingsgevoelige gebieden werd aangepast.

      Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt noch in een pluviaal, noch in een fluviaal overstromingsgebied. Het terrein is logischerwijze evenmin in een gebied voor zeeoverstromingen gesitueerd.
      Daarom moet in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel door de toename van de verharde oppervlakte wordt de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit moet gecompenseerd worden overeenkomstig de normen vastgelegd in de geldende gewestelijke hemelwaterverordening:
      De verordening is niet van toepassing, omdat de uitbreiding een horizontale dakoppervlakte heeft van minder dan 40m².

      Uit de watertoets blijkt dat er verder geen bijkomende bijzondere maatregelen genomen moeten worden.

      Natuurtoets

      Het perceel is niet gelegen binnen of grenzend aan een speciaal beschermingsgebied. Omwille van de ligging, de aard van het project en de afstand tot de waardevolle natuurgebieden wordt gesteld dat er geen impact is van de projectaanvraag op de natuurwaarden.

      Erfgoed- & Archeologietoets

      Het perceel is niet gelegen binnen een beschermd stads- of dorpsgezicht. Er zijn (geen) monumenten in de omgeving.
      Conform het Onroerenderfgoeddecreet d.d. 12/07/2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag gezien de oppervlakte van het perceel kleiner is dan 3000 m².

      Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening

      De verkaveling is ouder dan 15 jaar. Daarom vormen de verkavelingsvoorschriften niet langer een weigeringsgrond, en moet er een toetsing gebeuren van de goede ruimtelijke ordening.

      Functionele inpasbaarheid

      De bestaande woonfunctie blijft behouden en is functioneel inpasbaar op deze locatie.

      Mobiliteitsimpact

      De inrit die toegang verleent tot de interne garage en tot de voordeur van de woning heeft een breedte van 6m.
      Om de verkeersveiligheid te garanderen bij het in- en uitrijden dient de inritverharding ter hoogte van de rooilijn / voorste perceelgrens beperkt te worden tot 3m ter hoogte van de rooilijn. Deze voorwaarde werd tevens opgenomen in de vergunning (d.d. 03/09/2007) voor het bouwen van de woning maar werd echter niet aan voldaan.
      De voorwaarde wordt opgenomen in de huidige aanvraag.

      Uit de ingediende foto’s en de gegevens waar de gemeente over beschikt is de zone rechters van de inrit tevens verhard met kiezel. Deze verharding dient, net zoals aan de linkerzijde verwijderd te worden en ingericht te worden met groenaanplanting.

      Schaal

      De uitbreiding van de woning wordt ingeplant op 1m achter de voorgevellijn en op 3m van de linker perceelgrens. heeft een bouwbreedte van 3m en een bouwdiepte van 5,50m.
      Door de woning uit te breiden wordt de bouwbreedte van de woning gebracht op 14m. Deze bouwbreedte is aanvaardbaar gezien de bouwvrije stroken van 3m aan de linker- alsook de rechterzijde gerespecteerd blijven.

      De bestaande bouwdiepte van de woning (10m) blijft behouden.

      De bebouwing in de directe omgeving varieert sterk qua bouwdiepte, bouwhoogte alsook materiaalgebruik. Rekening houdend met de gevarieerde bebouwing in de directe omgeving zal het voorgestelde niet als storend ervaren worden in het bestaande straatbeeld.

      Er resteert nog een ruime groenzone die ingericht kan worden als tuin.

      Ruimtegebruik en bouwdichtheid

      Gezien de functie als eengezinswoning ongewijzigd blijft en de woondichtheid bijgevolg behouden blijft is deze aanvaardbaar op deze locatie.
      De bebouwing heeft een oppervlakte van 134,40m² en de verharding 88,10m².  Rekening houdend met de oppervlakte van het perceel resteert er een tuinzone van ca. 74%.

      Visueel-vormelijke elementen

      De gevelafwerking van de uitbreiding is voorzien in pleisterwerk met een licht bruine kleur wat aansluit bij de bestaande woning die opgetrokken werd in licht gele baksteen.
      De bebouwing in de omgeving varieert qua bouwstijl alsook materiaalgebruik. Bijgevolg zal het voorgestelde materiaalgebruik niet als storend ervaren worden in het straatbeeld.

      Cultuurhistorische aspecten

      Het perceel is niet gelegen in of nabij een beschermd dorpsgezicht. De aanvraag is niet gelegen in een beschermde archeologische site. De aanvraag is, bekeken vanuit de erfgoedaspecten, aanvaardbaar.

      Bodemreliëf

      Volgens de aanvraag wordt het bestaande reliëf niet gewijzigd.

      Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

      De aanvraag creëert voldoende woonkwaliteit en gebruiksgenot voor de bewoners. Door de aanvraag ontstaat geen bijkomende hinder.

      Resultaten van het openbaar onderzoek

      Er werden geen bezwaren ingediend.

      8.    ADVIES GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR

      Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen en dat het gevraagde verenigbaar is met een goede ruimtelijke ordening, mits het opleggen van voorwaarden.

      De gemeentelijke omgevingsambtenaar adviseert volgende voorwaarden op te leggen:

      Stedenbouwkundige voorwaarden
      • De breedte van de inrit moet ter hoogte van de rooilijn / voorste perceelsgrens beperkt worden tot maximum 3 meter.
      • De verharding aan de rechterzijde van de inrit dient verwijderd te worden in ingericht te worden met groenaanplanting.

      Besluit

      Het college van burgemeester en schepenen beslist:

      Artikel 1

      Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar d.d. 02/02/2024 en volgt dit standpunt integraal.

      Artikel 2

      Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het voorwaardelijk afleveren van de omgevingsvergunning aan Herman en Daisy Wyrem - Vanaken wonende te Elsbergweg 28 te 3520 Zonhoven voor het uitbreiden van een eengezinswoning en de herinrichting van het terrein, gelegen te Elsbergweg 28 kadastraal gekend als afdeling 2 sectie D nr. 132S109.

      Artikel 3

      Volgende voorwaarden worden opgelegd:
      Stedenbouwkundige voorwaarden:

      • De breedte van de inrit moet ter hoogte van de rooilijn / voorste perceelsgrens beperkt worden tot maximum 3 meter.
      • De verharding aan de rechterzijde van de inrit dient verwijderd te worden in ingericht te worden met groenaanplanting.
      20.

      2024_CBS_00146 - OMV - Vergunning - Schavert 18 - 2023/00175 - Gedeeltelijke goedkeuring

      Goedgekeurd

      Samenstelling

      Aanwezig
      Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
      Secretaris
      Bart Telen, Algemeen directeur
      20.

      2024_CBS_00146 - OMV - Vergunning - Schavert 18 - 2023/00175 - Gedeeltelijke goedkeuring

      2024_CBS_00146 - OMV - Vergunning - Schavert 18 - 2023/00175 - Gedeeltelijke goedkeuring

      Motivering

      Feiten context en argumentatie

      VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR

      Dossiernummer:    2023/00175
      Referentie omgevingsloket:    OMV_2023111289

      De aanvraag, ingediend door de heer Eduard Jacobs wonende te Schavert 18 te 3520 Zonhoven, werd ontvangen op 19/09/2023 en op 06/11/2023 ontvankelijk en volledig verklaard.

      De aanvraag gaat over een terrein, gelegen Schavert 18, kadastraal gekend als afdeling 1 sectie B nr. 952H44.

      De aanvraag gaat over het regulariseren van een eengezinswoning met nevenbestemming (gevelwijziging, verhardingen, bijgebouw, groenvoorzieningen, oppervlakte nevenbestemming).

      De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

      De gemeentelijke omgevingsambtenaar heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de geldende wettelijke bepalingen, (in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid, het decreet Natuurbehoud en hun uitvoeringsbesluiten).

      1.    STEDENBOUWKUNDIGE BASISGEGEVENS

      De locatie van de aanvraag is volgens het Origineel bij Koninklijk besluit goedgekeurd gewestplan op 3 april 1979 gelegen in woonuitbreidingsgebied.
      De locatie van de aanvraag is gelegen binnen het bijzonder plan van aanleg B.P.A. BOOMSTEEG, goedgekeurd op 13 februari 2007.
      De locatie van de aanvraag is niet gelegen binnen een ruimtelijk uitvoeringsplan.
      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
      Men vraagt volgende afwijkingen volgens art. 4.4.9/1 van de VCRO:
      De aanvraag wijkt af van de stedenbouwkundige voorschriften van het BPA voor wat betreft de oppervlakte van de nevenbestemming.
      De oppervlakte van de nevenbestemming bedraagt 114m² in plaats van maximaal 100m².

      Volgende verordeningen zijn van kracht:

      • algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997;
      • gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake openluchtrecreatieve verblijven goedgekeurd op 8 juli 2005;
      • gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten,... goedgekeurd op 23 juni 2006;
      • gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

      2.    HISTORIEK

      Volgende dossiers zijn relevant:
      • Stedenbouwkundige vergunning (2007/10661) voor het bouwen van een nieuwbouw ééngezinswoning - goedgekeurd op 14/05/2007.
      • Stedenbouwkundige vergunning (2007/10802) voor de regularisatie van een in oprichting zijnde nieuwbouw ééngezinswoning - goedgekeurd op 11/02/2008.
      • Stedenbouwkundige vergunning (2009/11482) voor een regularisatie van de terreinaanlegwerken - geweigerd op 28/09/2009.

      3.    BESCHRIJVING OMGEVING EN AANVRAAG

      Beschrijving van de plaats & omgeving

      Het perceel bevindt zich aan de Schavert, een gemeenteweg ten westen van het centrum van Zonhoven.
      De nabije omgeving bestaat hoofdzakelijk uit vrijstaande en halfopen eengezinswoningen. De bebouwing bestaat uit één à twee bouwlagen onder voornamelijk hellende daken, ook platte daken komen sporadisch voor.
      In de ruimere omgeving bevinden zich groen ingevulde onbebouwde terreinen, vijvergebied de Wijers en ter hoogte van de Halveweg is een doe-het-zelf-zaak (Hubo) aanwezig, het treinperron en een hoogspanningscentrale.

      Het perceel van de aanvraag is bebouwd met een eengezinswoning met 2 bouwlagen onder een plat dak. Het hoekperceel bevindt zich aan een S-bocht en de woning werd uitgevoerd met een brede gevel en beperkte bouwdiepte, gericht naar de straatzijde. Achter de woning is een ruime tuinzone (grotendeels zijtuinstrook) aanwezig. Langsheen de rechter perceelgrens bevindt zich waterloop de Hauwezauw. Er is tevens een beperkt bijgebouw aanwezig op het terrein en diverse verhardingen en groenvoorzieningen.

      Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

      De aanvraag gaat over het regulariseren van een eengezinswoning met nevenbestemming (gevelwijziging, verhardingen, bijgebouw, groenvoorzieningen, oppervlakte nevenbestemming).

      De aangevraagde werken betreffen een “verbouwing zonder functiewijziging en zonder wijziging van het aantal woongelegenheden”.
      De interne indeling van het gebouw werd gewijzigd en een gevelopening werd aangebracht. De oppervlakte van de nevenbestemming werd verruimd.
      Er wordt aangegeven dat het bebouwings- en verhardingspercentage van het perceel niet toeneemt en dat voor de uitbreiding van de verhardingen geen infiltratievoorziening dient aangelegd te worden omdat het water op natuurlijke wijze in de groenzones kan infiltreren.

      Uit het inplantingsplan blijkt dat de verhardingen uitgebreid werden en dat vergunde waterdoorlatende verhardingen in beton uitgevoerd werden.
      De oprit tot aan de doorrit werd vergund in waterdoorlatende klinkers met een oppervlakte van 45,07m² (5,80m breed en 7,77m diep).
      Vanaf deze oprit werd een doorgang van 3m breed en 17m lang vergund tot aan de verharding voor toegang tot de garage aan de rechterzijde van het gebouw (15m breed en 11,70m diep). De totale oppervlakte bedraagt 226,5m² en werd vergund als waterdoorlatende grindkoffer.
      Aan de achterzijde van de woning werd een houten terras op grindkoffer van 110m² vergund met een geïntegreerde waterpartij (25m²) en een zandbak (7m²).
      De te regulariseren verhardingen werden uitgevoerd als volgt:
      • Oprit en doorgang naar garage werden uitgevoerd in grind met een oppervlakte van 163,38m², een toename van 67,31m², aangelegd tot tegen de perceelgrens en met een breedte van ca. 10m ter hoogte van de aansluiting met het openbaar domein;
      • De verharding aan de rechterzijde werd uitgevoerd in beton (niet waterdoorlatend) met een breedte van 18m à 19,72m over een diepte van 12,60m (oppervlakte 276,76m²). Dit is een toename van 101,26m². De afstand tot de voorliggende perceelgrens bedraagt ca. 0,50m. De afwateringsrichting werd niet aangegeven;
      • Aan de achterzijde van de woning werd links een terras in beton aangelegd van 79,88m². Rechts van de doorrit werd een (tegel)terras aangelegd van 16,5m².

      Er wordt tevens vastgesteld, op basis van de plannen, dat in de voortuinstrook (gedeelte links van de woning) een bijgebouw aanwezig is dat tot op/ tegen de perceelgrens geplaatst werd. Het bijgebouw valt niet onder toepassing van het vrijstellingsbesluit, de aangevraagde werken omvatten geen regularisatie van dit bijgebouw, noch werden plannen aan de aanvraag toegevoegd.
      Langsheen de perceelgrenzen is haagbeplanting tot 3m hoog aanwezig op 0,75m à 1,50m afstand tot de perceelgrenzen, ook in de voortuinstrook en langsheen de waterloop.

      Wat de interne wijzigingen van het gebouw betreft werd in het rechter gedeelte de gelijkvloerse archiefruimte (nevenbestemming kantoor) van 21m² niet uitgevoerd maar werd een bureauruimte ingericht van 35,34m². Voor deze wijziging werd tevens een (schuif-)raamopening in de achtergevel aangebracht over een breedte van 4,60m. Op het gelijkvloers bedraagt de oppervlakte voor de nevenbestemming 49,34m². In de beschrijvende nota wordt aangegeven dat een gedeelte van de garage voor de nevenbestemming gebruikt wordt, dit wordt echter niet aangegeven op de plannen en de oppervlakte is niet gekend.
      Op de verdieping werd oorspronkelijk een kantoor/ bibliotheekruimte van 30,92m² vergund voor de nevenbestemming. Op de plannen nieuwe toestand wordt deze ruimte aangegeven als kantoor/ bibliotheek / hobbyruimte. De oppervlakte dient bij de nevenbestemming gerekend te worden.
      De totale oppervlakte van de opgegeven nevenbestemming bedraagt 80,26m².
      De aanvraag verzoekt een afwijking tot 114m² (33,74m² extra). De garage heeft een resterende oppervlakte van 39,52m².

      4.    OPENBAAR ONDERZOEK 

      Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.
      Het openbaar onderzoek werd georganiseerd van 16 november 2023 t.e.m. 15 december 2023.

      5.    ADVIEZEN

      Aan volgende adviesverleners werd advies gevraagd:Dienst Water en Domeinen provincie Limburg Watering De Herk.

      6.    PROJECT-MER

      De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van bijlage I, II en III van het besluit inzake projectmilieueffectrapportage van 10 december 2004 en latere wijzigingen.

      7.    INHOUDELIJKE BEOORDELING

       Decretale beoordelingselementen

      In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de VCRO kan gesteld worden dat de Schavert een voldoende uitgeruste openbare weg is.
      De aanvraag gaat niet over de oprichting van een bedrijfswoning.
      De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook.
      Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

      Zonering

      Het perceel is volgens het zoneringsplan voor riolering, van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), gelegen in centraal gebied. Er is al geruime tijd riolering aanwezig en die is aangesloten op een waterzuivering. Er moet geen septische put voorzien worden.

      Waterparagraaf

      Het decreet over het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013, legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd worden. Deze watertoets schat de eventuele schadelijke effecten in ten koste van de watersystemen bij de inname van ruimte.

      Sedert de inwerkingtreding van omzendbrief OMG/2022/1 d.d. 15/12/2022 dient de vergunningverlenende overheid de watertoets op een gewijzigde manier uit te voeren bij dossiers ingediend vanaf 01/01/2023. De watertoetsprocedure werd geoptimaliseerd, er werden aandachtspunten en richtlijnen geformuleerd en het kaartmateriaal inzake overstromingsgevoelige gebieden werd aangepast.

      Het voorliggende project heeft een eerder beperkte oppervlakte, maar ligt wel in een pluviaal overstromingsgebied.
      Met betrekking tot de impact op oppervlaktewater, werd de aanvraag voor advies voorgelegd aan de waterbeheerder(s).
      Op 12/12/2023 werd er door de Provincie, dienst Water en Domeinen een voorwaardelijk gunstig advies verleend. Concreet werd het volgende opgelegd in functie van de veiligheid van de woning:
      De adviesvraag handelt over de richtlijn gewijzigd overstromingsregime.
      Het perceel is deels gelegen in pluviaal overstromingsgebied. (kaart: zie advies)
      Er wordt bij zeer extreme neerslag tot 20 cm water boven het bestaand vloerpeil gemodelleerd.

      Er moeten daarom maatregelen genomen worden om de instroom van overstromingswater via de openingen (ramen, deuren, poorten, verluchtingsgaten,…) van de bestaande woning te voorkomen.
      Dit kan door het plaatsen van schotten voor ramen en deuren, het afdichten van verluchtingsgaten etc… Voor meer info wordt er verwezen naar de website van de VMM: https://www.vmm.be/nieuws/archief/hoe-je-woning-beschermen-tegen-wateroverlast.

      Op 14/12/2023 werd er door Watering de Herk een gedeeltelijk voorwaardelijk gunstig advies verleend. Naast de algemene voorwaarden werden concreet volgende voorwaarden opgelegd in functie van de veiligheid van de woning en het onderhoud van de waterloop:
      De adviesvraag handelt over de richtlijn gewijzigd overstromingsregime.
      Het perceel is deels gelegen in pluviaal overstromingsgebied. 

      Er wordt bij zeer extreme neerslag tot 20 cm water boven het bestaand vloerpeil gemodelleerd. Er moeten daarom maatregelen genomen worden om de instroom van overstromingswater via de openingen (ramen, deuren, poorten, verluchtingsgaten,…) van de bestaande woning te voorkomen. Dit kan door het plaatsen van schotten voor ramen en deuren, het afdichten van verluchtingsgaten etc… Voor meer info wordt er verwezen naar de website van de VMM: https://www.vmm.be/nieuws/archief/hoe-je-woning-beschermen-tegen-wateroverlast 
      Het perceel van de aanvraag is gelegen tegen "Hauwezauw 3" een waterloop in beheer van watering de Herk.
      De aanvraag voorziet de plaatsing van een omheining die de mogelijkheid tot beheer van deze waterloop onmogelijk maakt.

      Watering de Herk kan enkel een voorwaardelijk gunstig advies geven indien de omheining op een reglementaire manier geplaatst zal worden zodat deze geen hinder kan vormen op de onderhoudswerken van de waterloopbeheerder. Afrasteringen of afsluitingen die niet parallel met de oeverlijn van de waterloop opgericht worden binnen de vijfmeterzone mogen nooit de doorgang langs de waterloop en/of de doorgang naar achterliggende percelen hinderen. Deze afrasteringen en afsluitingen moeten op een eenvoudige wijze kunnen verplaatst worden of voorzien worden van een poort van minimaal 5 meter lang. De waterloopbeheerder mag maaisel of slib spreiden in de vijfmeterzone.”

      Er kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt is tot de veiligheid van het vergunde project zelf.
      Enige invloed op het watersysteem of de veiligheid van overige vergunde of vergund geachte constructies is, gezien de aanleg van ca. 530m² verharding mogelijk.
      Door de toename van de verharde oppervlakte wordt de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt.
      Dit moet gecompenseerd worden overeenkomstig de normen vastgelegd in de geldende gewestelijke hemelwaterverordening:
      De plannen geven aan dat voor de woning reeds een hemelwaterput aanwezig is met een inhoud van 10000 liter en recuperatie van het hemelwater. De overloop van de hemelwaterput wordt aangesloten op een infiltratieput met een inhoud van 5000 liter. De opgegeven vergunde toestand stemt echter niet overeen met de werkelijk vergunde toestand. In de vergunning en op de plannen die op 11/02/2008 vergund werden, staat aangegeven dat er een totale inhoud van 12500 liter aan hemelwaterputten voorzien wordt én noodzakelijk is en een infiltratieput van 5800 liter. De bestaande voorzieningen voldoen dus niet. Er wordt geen berekening aan de aanvraag toegevoegd dat dit wel het geval zou zijn.

      Volgens de aangeleverde info is de verordening niet van toepassing op de (her)aanleg van de voorziene verhardingen. Het hemelwater dat op de verharding valt, wordt namelijk niet opgevangen en afgevoerd, maar kan volgens de aanvraag op natuurlijke wijze op eigen terrein in de bodem infiltreren.
      Voor het terras in beton van 79,88m² en het tegelterras van 16,5m² aan de achterzijde van de woning, wordt dit standpunt gevolgd. Er is voldoende groenzone op eigen terrein aanwezig langsheen de verharding om op natuurlijke wijze te infiltreren.
      Voor de grindverharding van 163,38m² aan de voorzijde en de betonverharding van 276m² aan de rechterzijde van de woning, wordt dit standpunt niet helemaal gevolgd omwille van de ligging in pluviaal overstromingsgebied, de aanleg tot op beperkte afstand van de perceelgrenzen en de concentratie van bebouwing en verharding op die locatie. Bovendien is de omvang groot in verhouding tot de groenzone op eigen terrein en is de afwateringsrichting van de betonverharding niet gekend.
      Om wateroverlast naar de omgeving toe te vermijden dienen volgende aanpassingen doorgevoerd te worden:
      • De grindverharding van de oprit dient ingeperkt te worden tot de oorspronkelijk vergunde toestand:
         o Het gedeelte voor de doorrit mag slechts 5,80m breed zijn
         o De verharding naar de garage dient teruggebracht te worden tot een breedte van maximaal 3m en er dient een afstand van minstens 1m tot de perceelgrens aangehouden te worden
      • De verharding naast de garage dient ingeperkt te worden tot de oorspronkelijk vergunde toestand:
         o De breedte dient teruggebracht tot 15m
         o De diepte dient teruggebracht te worden tot 11,70m, gemeten vanaf en in aansluiting met de oprit op minstens 1m van de perceelgrens.
         o De betonverharding dient vervangen door een waterdoorlatende verharding gezien de ligging in pluviaal overstromingsgebied. Aangezien de afstanden tot de aangrenzende percelen beperkt zijn en geen specifieke afwatering naar een infiltratiezone/ wadi voorzien is om het afstromend hemelwater op eigen terrein op te vangen, is het risico voor wateroverlast voor de omliggende percelen te hoog.

      De aanvraag is niet verenigbaar met de gewestelijke hemelwaterverordening. 

      Natuurtoets

      Het perceel is niet gelegen binnen of grenzend aan een speciaal beschermingsgebied. Omwille van de ligging, de aard van het project en de afstand tot de waardevolle natuurgebieden wordt gesteld dat er geen impact is van de projectaanvraag op de natuurwaarden.

      Erfgoed- & Archeologietoets

      Het perceel is niet gelegen binnen een beschermd stads- of dorpsgezicht. Er zijn geen monumenten in de omgeving.
      Conform het Onroerenderfgoeddecreet d.d. 12/07/2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag gezien de oppervlakte van het perceel kleiner is dan 3000 m².

      Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening

      De aanvraag voldoet grotendeels aan de voorschriften van het BPA. Er worden afwijkingen gevraagd volgens art. 4.4.9/1 van de VCRO.
      De aanvraag wijkt af van de stedenbouwkundige voorschriften van het BPA voor wat betreft de oppervlakte van de nevenbestemming.
      De oppervlakte van de nevenbestemming bedraagt 114m² in plaats van maximaal 100m².

      Beoordeling van de gevraagde afwijking:
      Binnen het BPA werd een duidelijke bestemming vooropgesteld, zijnde wonen.

      In voorgaande beslissingen, zijnde een regularisatievergunning  dd. 11/02/2008 en een weigeringsbeslissing dd. 28/09/2009, betreffende regularisaties werd telkens als uitdrukkelijke voorwaarde/ weigeringsgrond gesteld dat de maximale oppervlakte van 100m² niet overschreden mag worden en dat de nevenbestemming slechts kan ressorteren onder de functie “kantoren, diensten en vrije beroepen”. Ook dat de terreininrichting slechts in functie van een tuinzone bij het wonen kan en geenszins als stapelruimte voor materialen en materieel voor het bouwbedrijf van de aanvrager/ eigenaar.

      De voorwaarden werden gesteld omwille van ingediende bezwaren inzake het gebruik dat niet conform de bestemming zou zijn.
      Omwille van de afwijkende bebouwde oppervlakte werd tevens de oppervlakte aan bijgebouwen ingeperkt tot een houten tuinhuis van maximaal 11m².
      Met de huidige aanvraag, opnieuw een regularisatie, geeft men aan dat alsnog de gestelde voorwaarden niet gevolgd werden/ worden.

      De residentiële aard dient behouden te blijven, slechts nevenbestemmingen kunnen toegelaten worden zoals bepaalt in de BPA- voorschriften, zijnde met een maximale oppervlakte van 100m². De afwijking is niet aanvaardbaar.
      Slechts het gedeelte aan kantoorruimte zoals aangegeven op de plannen, zijnde 80,26m², kan behouden blijven. De garage wordt uitgesloten als “kantoorruimte” en dient zijn functie te behouden.

      Functionele inpasbaarheid

      De bestaande woonfunctie blijft behouden en is functioneel inpasbaar op deze locatie. De uitbreiding van de nevenbestemming kantoorruimte is niet verenigbaar met de voorschriften, noch inpasbaar in de omgeving. Binnen voorgaande beslissingen werd telkens de uitdrukkelijke voorwaarde tot inperking van de nevenbestemming opgelegd, het toevoegen van een gedeelte van de garage aan de kantoorfunctie is niet aanvaardbaar. De garage zou tevens haar functie verliezen indien nog meer ruimte onttrokken wordt. Aangezien deze ook een functie als (tuin)berging heeft is dit geen optie. 

      Ook de uitbreiding van de verharding in functie van parking staat niet in verhouding tot de toegelaten nevenfunctie en het wonen. Ook hier werd reeds eerder uitdrukkelijk gesteld dat opslag van materiaal en materieel niet wenselijk is. 

      Mobiliteitsimpact

      De oppervlakte van de garage werd verminderd door de ruimere uitvoering van het kantoorgedeelte. Hierdoor is slechts ruimte voor 1 wagen in plaats van 2 wagens. Er is  in de doorrit/ carport wel ruimte om 2 wagens te parkeren en in openlucht kunnen tot wel 13 wagens gestald worden op de oppervlakte van de oorspronkelijk vergunde verhardingen.

      Schaal en ruimtegebruik

      Het woongebouw met nevenbestemming kantoorruimte wordt niet fysiek uitgebreid.
      Uiterlijk wordt slechts 1 bijkomende gevelopening voorzien in de achtergevel. Dit heeft geen negatieve impact op het uiterlijk van het gebouw.

      Aan de achterzijde van de woning werden 2 terrassen aangelegd die aansluiten op de leefruimte enerzijds (79,88m²) en op het kantoorgedeelte anderzijds (16,5m²). Er is voldoende groenomranding voor infiltratie en deze verharding kan als gebruikelijk aanzien worden  bij het wonen en de nevenbestemming.

      De verhardingen werden aanzienlijk uitgebreid en een groot gedeelte werd in niet waterdoorlatende materialen uitgevoerd. Het gebruik betreft inrit, doorgang, parking en toegang tot de garage. Zoals hoger aangehaald was er op de vergunde oppervlakte van de verharding reeds ruimte om tot wel 13 wagens te stallen, een verdere uitbreiding is niet verantwoordbaar. Voor de woning en kantoorgedeelte is reeds voldoende terras voorzien aan de achterzijde (96,38m²). Het verder uitbreiden van de verhardingen aan de voorzijde en rechterzijde doet vragen rijzen over het feitelijke gebruik. Het kantoor is immers gelinkt aan een bouwbedrijf, er werden reeds eerder klachten ingediend betreffende het stapelen/ stallen van materiaal en materieel en dit gebruik werd in voorgaande beslissingen uitdrukkelijk uitgesloten.
      De regularisatie van de uitbreidingen van de verhardingen in de voortuinstrook en aan de rechterzijde van het gebouw zijn niet aanvaardbaar.
      Gelet op de ligging in pluviaal overstromingsgebied en de beperkte afstand tot de perceelgrenzen kunnen de verharding zoals thans aangelegd wateroverlast naar de omgeving toe bezorgen.

      Volgende aanpassingen dienen doorgevoerd te worden:
      • De grindverharding van de oprit dient ingeperkt te worden tot de oorspronkelijk vergunde toestand:
        o Het gedeelte voor de doorrit mag slechts 5,80m breed zijn
        o De verharding naar de garage dient teruggebracht te worden tot een breedte van maximaal 3m en er dient een afstand van minstens 1m tot de perceelgrens aangehouden te worden

      • De verharding rechts van de garage dient ingeperkt te worden tot de oorspronkelijk vergunde toestand:
        o De breedte dient teruggebracht tot 15m
        o De diepte dient teruggebracht te worden tot 11,70m, gemeten vanaf en in aansluiting met de oprit op minstens 1m van de perceelgrens.
        o De betonverharding dient vervangen door een waterdoorlatende verharding gezien de ligging in pluviaal overstromingsgebied. Aangezien de afstanden tot de aangrenzende percelen beperkt zijn en geen specifieke afwatering naar een infiltratiezone/ wadi voorzien is om het afstromend hemelwater op eigen terrein op te vangen, is het risico voor wateroverlast voor de omliggende percelen te hoog.

      Het bijgebouw is niet regulariseerbaar. Enerzijds omwille van de inplanting in de voortuinstrook en tot op/ tegen de perceelgrens en anderzijds omdat geen plannen werden gevoegd bij de aanvraag, noch een regularisatie werd aangevraagd.

      Haagaanplantingen zijn op zich niet vergunningsplichtig doch als perceelsafscheiding dienen zij gezien als gesloten afsluiting. Er is geen bezwaar tegen de aanplant van hagen, integendeel, doch de hoogte dient beperkt te blijven tot 2m hoogte indien ze op minder dan 2m afstand tot de perceelgrenzen aangeplant worden. Dit tevens in navolging van de plantafstanden die zijn opgenomen in het burgerlijk wetboek. Aangezien de afstand 0,75m tot 1,50m bedraagt dient de hoogte van de hagen dan ook teruggebracht te worden tot 2m.
      Voor de haag en afsluiting langsheen de waterloop, dienen de voorwaarden van de waterbeheerder gevolgd te worden.

      Cultuurhistorische aspecten

      Het perceel is niet gelegen in of nabij een beschermd dorpsgezicht. De aanvraag is niet gelegen in een beschermde archeologische site. De aanvraag is, bekeken vanuit de erfgoedaspecten, aanvaardbaar.

      Bodemreliëf

      Volgens de aanvraag wordt het bestaande reliëf niet gewijzigd.

      Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

      Hinder door de toename van de nevenactiviteit is realistisch aangezien hierover reeds klachten ontvangen werden. De klachten handelden over het stallen van materieel / materiaal en verminderde verkeersveiligheid door het parkeren van voertuigen, zowel op het terrein als in de berm.
      De activiteiten dienen de residentiële aard van de omgeving te respecteren en mogen geenszins het woongenot van de buurt verstoren.

      Resultaten van het openbaar onderzoek

      Er werden geen bezwaren ingediend.

      Bespreking van de adviezen

      •    Het advies van Dienst Water en Domeinen provincie Limburg d.d. 12 december 2023 is voorwaardelijk gunstig.

      “Ingevolge artikel 1.3.1.1 betreffende de watertoets van het decreet integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, is het nodig een wateradvies te verkrijgen van de waterbeheerder. De waterbeheerder die dit advies officieel moet verstrekken is echter Watering De Herk.
      In kader van de watertoets en/of bindende bepalingen treedt de afdeling Waterbeheer van de provincie Limburg voor dit dossier op als ondersteunende advies verlenende instantie. Dit advies werd door de provincie opgeladen in het omgevingsloket.
      Aan de watering wordt gevraagd om dit advies tot het hare te maken en het advies van de afdeling Waterbeheer te bekrachtigen in het omgevingsloket.
      Hierbij kan ik u meedelen dat het dossier in het kader van de watertoets voorwaardelijk gunstig beoordeeld werd.
      Ik verzoek u evenwel de voorwaarden in de omgevingsvergunning op te nemen zoals ze geformuleerd werden in het bijgaand advies.

      DEEL 1 INLICHTINGENFICHE
      Ligging van het perceel:
      o kadaster: gemeente Zonhoven, afdeling 1, sectie B, nr. 952H44
      o adres: Schavert 18
      o gelegen in een pluviaal overstromingsgebied

      DEEL 2 WATERADVIES I.V.M. DE WATERTOETS
      (art. 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018)
      1 Beschrijving van het watersysteem
      o    Het betreft een activiteit binnen het stroomgebied van een onbevaarbare waterloop van categorie.
      o Het perceel is volgens het gewestplan gelegen in woongebied
      o Het perceel is daarenboven gelegen in:
       het bekken van de Demer
          het deelbekken Midden-Demer

      2 Waterplannen
      Het stroomgebiedbeheerplan van de Schelde is van toepassing.
      3 Toetsen aan de doelstellingen decreet integraal waterbeheer, gecoördineerd op 15 juni 2018 – artikel 1.2.2
      De adviesvraag handelt over de richtlijn gewijzigd overstromingsregime.
      Het perceel is deels gelegen in pluviaal overstromingsgebied. (kaart: zie advies)
      Er wordt bij zeer extreme neerslag tot 20 cm water boven het bestaand vloerpeil gemodelleerd.

      Er moeten daarom maatregelen genomen worden om de instroom van overstromingswater via de openingen (ramen, deuren, poorten, verluchtingsgaten,…) van de bestaande woning te voorkomen.
      Dit kan door het plaatsen van schotten voor ramen en deuren, het afdichten van verluchtingsgaten etc… Voor meer info wordt er verwezen naar de website van de VMM: https://www.vmm.be/nieuws/archief/hoe-je-woning-beschermen-tegen-wateroverlast

      DEEL 3 CONCLUSIES ONDERZOEK WATERBEHEERDER
      Uit de toepassing van de nadere regels voor de toepassing van de watertoets bij besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006, en latere wijzigingen, is gebleken dat de regularisatie van een woning een verandering van de toestand van watersystemen (of bestanddelen ervan) tot gevolg heeft. Deze verandering heeft geen betekenisvol schadelijk effect op het watersysteem voor zover de voorwaarden onder Deel 2 worden opgenomen in de vergunning.
      Het wateradvies is dan ook voorwaardelijk gunstig.”

      De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden. 

      •    Het advies van Watering De Herk d.d. 14 december 2023 is gedeeltelijk voorwaardelijk gunstig.

      Aspect bindende bepalingen (voorwaardelijk gunstig):
      Het perceel van de aanvraag is gelegen tegen "Hauwezauw 3" een waterloop in beheer van watering de Herk.
      De aanvraag voorziet de plaatsing van een omheining die de mogelijkheid tot beheer van deze waterloop onmogelijk maakt.
      Watering de Herk kan enkel een voorwaardelijk gunstig advies geven indien de omheining op een reglementaire manier geplaatst zal worden zodat deze geen hinder kan vormen op de onderhoudswerken van de waterloopbeheerder. Afrasteringen of afsluitingen die niet parallel met de oeverlijn van de waterloop opgericht worden binnen de vijfmeterzone mogen nooit de doorgang langs de waterloop en/of de doorgang naar achterliggende percelen hinderen. Deze afrasteringen en afsluitingen moeten op een eenvoudige wijze kunnen verplaatst worden of voorzien worden van een poort van minimaal 5 meter lang. De waterloopbeheerder mag maaisel of slib spreiden in de vijfmeterzone.

      De vergunninghouder moet volgende ALGEMENE VOORWAARDEN naleven:
      Afstand tot de waterloop
      o De minimumafstand voor het oprichten van gebouwen, vaste constructies en vaste beplantingen tot de taludinsteek van de waterloop moet vijf meter bedragen, zowel op de linker- als de rechteroever, zodat het recht van doorgang, het afzetten van ruimingsproducten en het onderhoud van de waterloop gewaarborgd blijft.
      o Leidingen of verhardingen binnen de vijfmeterzone moeten overrijdbaar zijn voor voertuigen met aslast 15 ton en totaalgewicht tot 30 ton.
      o Geen grondbewerkingen zijn toegelaten op minder dan 1 m langs de waterloop volgens het decreet integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gecoördineerd op 15 juni 2018.
      o Binnen een afstand van 6 m langs de waterloop mogen geen naaldbomen geplant of herplant worden.
      o Nieuwe bomen en struiken worden alleen aangeplant binnen een afstand van vijf meter landinwaarts van de bovenste rand van het talud indien:
        - een minimale tussenafstand van 12 m voor opgaande bomen gerespecteerd wordt
        - de houtkant regelmatig teruggezet wordt en indien nodig voor de toegankelijkheid van de waterloop periodiek teruggezet wordt op vraag van de waterbeheerder
        - Naaldbomen op minder dan zes meter van de waterloop zijn verboden; Naaldbomen tasten de stabiliteit van de oever aan.
        - voor een andere plantwijze geopteerd wordt nadat de waterbeheerder daarvoor een schriftelijke toestemming gaf.
      o Ophoging van de oever binnen de vijf meter vanaf taludinsteek van de waterloop is vergunningsplichtig en moet beoordeeld worden in kader van de watertoets. 

      Afrasteringen en afsluitingen 
      o Om het talud te beschermen kan de waterbeheerder aangelanden verplichten om gronden die aan een waterloop of publieke gracht palen en die begraasd worden, af te rasteren.
      o Bij afrastering bevindt het deel van de afsluiting aan de kant van de grond die aan de waterloop paalt, zich op een afstand van 0,75 meter tot 1 meter, landinwaarts gemeten vanaf het einde van het talud van de waterloop.
      o De afsluiting mag niet hoger dan 1,50 meter boven de begane grond zijn.
      o De afsluiting is zo opgesteld dat ze geen belemmering vormt bij het onderhoud van de waterlopen, of ze kan weggenomen worden.

      1-meterzone 
      o Geen grondbewerkingen zoals ploegen of eggen
      o Pesticiden
      - Voor land- en tuinbouwers geldt dat pesticiden verboden zijn op de taluds én op de eerste meter vanaf de taludinsteek. Afhankelijk van het product gelden er strengere regels (1 tot 20m). Controleer de voorschriften op de verpakking!
      - Voor particulieren bedraagt de minimale afstand 6 meter!
      o  Intensief begraasde weilanden, grenzend aan waterlopen, moet je afsluiten om trappelschade aan de oevers te vermijden. De afsluiting, met een maximale hoogte van 1,50 meter, plaats je tussen 0,75 tot 1 meter (of meer) van de taludinsteek. 

      5-meterzone
      o Geen bemesting. Bij een steile helling (meer dan 8 %) naar de waterloop en in een VEN-gebied moet je zelfs 10 meter van de waterloop blijven (VEN gebieden op kaart).
      o Aan beide zijden van de waterloop is er steeds vrije doorgang noodzakelijk voor onderhoudswerken.
      - Geen hindernissen zoals gebouwen, tuinhuisjes, terrassen, composthopen of beplantingen. Voorzie in afsluitingen een doorgang voor een kraan of vrachtwagen.
      - Verhardingen (bv. inritten) en leidingen binnen deze zone moeten overrijdbaar zijn met een kraan of vrachtwagen tot 30 ton.
      - Geen ophogingen of opslag (tijdelijk of permanent), incl. tuinafval of composthopen.
      o Wél afsluitingen, hagen of bomenrijen evenwijdig met de loop van de beek.
      o Afsluitingen en hagen op min. 0,75 en max. 1 m van de taludinsteek, met een maximale hoogte van 1,50 m. Indien ze hoger zijn, moet je ze op vijf meter van de taludinsteek plaatsen. Bomenrij op min. 0,75 en max. 1 m van de taludinsteek, met een tussenafstand van minstens 12 m (naaldbomen op minstens 6m van de talud)
      o De waterloopbeheerder mag maaisel of slib spreiden in de vijfmeterzone.

      6-meterzone 
      o Naaldbomen op minder dan zes meter van de waterloop zijn verboden; Naaldbomen tasten de stabiliteit van de oever aan.
      o Op terreinen die gebruikt worden voor een openbare dienst of een commerciële activiteit (uitgezonderd land- en tuinbouw) zijn pesticiden verboden op minder dan 6 meter van de waterloop. 

      10-meterzone 
      o Mestopslag op minstens 10m van perceelsgrens én waterloop
      o Geen bemesting binnen VEN-gebieden of bij een steile helling (meer dan 8 %)

      Aspect watertoets (voorwaardelijk gunstig):
      De adviesvraag handelt over de richtlijn gewijzigd overstromingsregime.
      Het perceel is deels gelegen in pluviaal overstromingsgebied.
      Er wordt bij zeer extreme neerslag tot 20 cm water boven het bestaand vloerpeil gemodelleerd. Er moeten daarom maatregelen genomen worden om de instroom van overstromingswater via de openingen (ramen, deuren, poorten, verluchtingsgaten,…) van de bestaande woning te voorkomen. Dit kan door het plaatsen van schotten voor ramen en deuren, het afdichten van verluchtingsgaten etc… Voor meer info wordt er verwezen naar de website van de VMM: https://www.vmm.be/nieuws/archief/hoe-je-woning-beschermen-tegen-wateroverlast 

      CONCLUSIES ONDERZOEK WATERBEHEERDER
      Uit de toepassing van de nadere regels voor de toepassing van de watertoets bij besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006, en latere wijzigingen, is gebleken dat de regularisatie van een woning een verandering van de toestand van watersystemen (of bestanddelen ervan) tot gevolg heeft. Deze verandering heeft geen betekenisvol schadelijk effect op het watersysteem voor zover de voorwaarden bovenaan dit advies worden opgenomen in de vergunning.
      ” 

      De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden.  De afsluiting en beplanting langsheen de waterloop dient aangepast en/ of verplaatst te worden conform de gestelde voorwaarden. Het bewijs van de aanpassingen dient overgemaakt te worden aan de dienst vergunningen en handhaving binnen een termijn van 6 maanden na uitvoerbaarheid van de vergunning.

      8.    ADVIES GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR

      Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag deels in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen, en dat het gevraagde deels verenigbaar is met een goede ruimtelijke ordening, mits het opleggen van voorwaarden.

      De gemeentelijke omgevingsambtenaar adviseert volgende voorwaarden op te leggen:
      Stedenbouwkundige voorwaarden
      • Het advies van de Provincie Limburg, Dienst water en domeinen, moet gevolgd worden.
      • Het advies van de waterbeheerder, Watering de Herk, moet gevolgd worden.
      De afsluiting en beplanting langsheen de waterloop dient aangepast en/ of verplaatst te worden conform de gestelde voorwaarden. Het bewijs van de aanpassingen dient overgemaakt te worden aan de dienst vergunningen en handhaving binnen een termijn van 6 maanden na uitvoerbaarheid van de vergunning.
      • De grindverharding van de oprit dient ingeperkt te worden tot de oorspronkelijk vergunde toestand:
      > Het gedeelte voor de doorrit mag slechts 5,80m breed zijn.
      > De verharding naar de garage dient teruggebracht te worden tot een breedte van maximaal 3m en er dient een afstand van minstens 1m tot de perceelgrens aangehouden te worden.
      Het bewijs van de aanpassingswerken dient aangeleverd te worden bij de dienst vergunningen en handhaving binnen een termijn van 6 maanden na uitvoerbaarheid van de vergunning.
      • De verharding rechts van de garage dient ingeperkt te worden tot de oorspronkelijk vergunde toestand:
      > De breedte dient teruggebracht tot 15m
      > De diepte dient teruggebracht te worden tot 11,70m, gemeten vanaf en in aansluiting met de oprit op minstens 1m van de perceelgrens.
      > De betonverharding dient vervangen door een waterdoorlatende verharding gezien de ligging in pluviaal overstromingsgebied. Aangezien de afstanden tot de aangrenzende percelen beperkt zijn en geen specifieke afwatering naar een infiltratiezone/ wadi voorzien is om het afstromend hemelwater op eigen terrein op te vangen, is het risico voor wateroverlast voor de omliggende percelen te hoog.
      Het bewijs van de aanpassingswerken dient aangeleverd te worden bij de dienst vergunningen en handhaving binnen een termijn van 6 maanden na uitvoerbaarheid van de vergunning.
      • Er dient voldaan te worden aan de verordening hemelwater zoals oorspronkelijk vergund op 11/02/2008. De totale inhoud van de hemelwaterputten dient 12500 liter te bedragen, de inhoud van de infiltratievoorziening dient verhoogd te worden tot 5800 liter.
      • De hoogte van de gesloten afsluitingen (hagen) dient teruggebracht te worden tot maximaal 2m. Voor de afsluiting en haag langsheen de waterloop, dienen de aanpassing conform het advies van de waterbeheerder uitgevoerd te worden.

      Besluit

      Het college van burgemeester en schepenen beslist:

      Artikel 1

      Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar d.d. 01/02/2024 en volgt dit standpunt integraal.

      Artikel 2

      Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het gedeeltelijk voorwaardelijk afleveren van de omgevingsvergunning aan de heer Eduard Jacobs wonende te Schavert 18 te 3520 Zonhoven voor het regulariseren van een eengezinswoning met nevenbestemming (gevelwijziging, interne aanpassingen, gesloten afsluitingen en wijziging van een gedeelte van de verhardingen) tegenover de vergunde toestand dd. 11/02/2008 – ref. 2007/10802.

      Het college van burgemeester en schepenen weigert het regulariseren van uitbreiding van de verhardingen van de oprit, doorrit en rechts van de garage alsook de uitbreiding van de nevenbestemming tot 114m².

      Over het bijgebouw wordt geen uitspraak gedaan aangezien hierover onvoldoende informatie gekend is en niet werd opgenomen in de aanvraag, gelegen te Schavert 18 kadastraal gekend als afdeling 1 sectie B nr. 952H44.

      Artikel 3

      Volgende voorwaarden worden opgelegd:
      Stedenbouwkundige voorwaarden

      • Het advies van de Provincie Limburg, Dienst water en domeinen, moet gevolgd worden.
      • Het advies van de waterbeheerder, Watering de Herk, moet gevolgd worden.
      De afsluiting en beplanting langsheen de waterloop dient aangepast en/ of verplaatst te worden conform de gestelde voorwaarden. Het bewijs van de aanpassingen dient overgemaakt te worden aan de dienst vergunningen en handhaving binnen een termijn van 6 maanden na uitvoerbaarheid van de vergunning.
      • De grindverharding van de oprit dient ingeperkt te worden tot de oorspronkelijk vergunde toestand:
         o Het gedeelte voor de doorrit mag slechts 5,80m breed zijn.
         o De verharding naar de garage dient teruggebracht te worden tot een breedte van maximaal 3m en er dient een afstand van minstens 1m tot de perceelgrens aangehouden te worden.
      Het bewijs van de aanpassingswerken dient aangeleverd te worden bij de dienst vergunningen en handhaving binnen een termijn van 6 maanden na uitvoerbaarheid van de vergunning.
      • De verharding rechts van de garage dient ingeperkt te worden tot de oorspronkelijk vergunde toestand:
         o De breedte dient teruggebracht tot 15m.
         o De diepte dient teruggebracht te worden tot 11,70m, gemeten vanaf en in aansluiting met de oprit op minstens 1m van de perceelgrens.
         o De betonverharding dient vervangen door een waterdoorlatende verharding gezien de ligging in pluviaal overstromingsgebied. Aangezien de afstanden tot de aangrenzende percelen beperkt zijn en geen specifieke afwatering naar een infiltratiezone/ wadi voorzien is om het afstromend hemelwater op eigen terrein op te vangen, is het risico voor wateroverlast voor de omliggende percelen te hoog.
      Het bewijs van de aanpassingswerken dient aangeleverd te worden bij de dienst vergunningen en handhaving binnen een termijn van 6 maanden na uitvoerbaarheid van de vergunning.
      • Er dient voldaan te worden aan de verordening hemelwater zoals oorspronkelijk vergund op 11/02/2008. De totale inhoud van de hemelwaterputten dient 12500 liter te bedragen, de inhoud van de infiltratievoorziening dient verhoogd te worden tot 5800 liter.
      • De hoogte van de gesloten afsluitingen (hagen) dient teruggebracht te worden tot maximaal 2m. Voor de afsluiting en haag langsheen de waterloop, dienen de aanpassing conform het advies van de waterbeheerder uitgevoerd te worden.

      21.

      2024_CBS_00138 - Aanvraag subsidie jubilerende vereniging - Goedkeuring

      Goedgekeurd

      Samenstelling

      Aanwezig
      Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
      Secretaris
      Bart Telen, Algemeen directeur
      21.

      2024_CBS_00138 - Aanvraag subsidie jubilerende vereniging - Goedkeuring

      2024_CBS_00138 - Aanvraag subsidie jubilerende vereniging - Goedkeuring

      Motivering

      Feiten context en argumentatie

      Aanvraag 2024/001 - Davoz99 Damesvolleybal

      Het college neemt kennis van de aanvraag van Davoz99 Damesvolleybal voor een subsidie van 250 euro voor hun 25-jarig bestaan in het kader van het reglement voor jubilerende verenigingen.

      De aanvraag is tijdig en volledig.

      Het advies van de dienst is positief.

      Besluit

      Het college van burgemeester en schepenen beslist:

      Artikel 1

      Het college van burgemeester en schepenen beslist een subsidie van 250 euro te betalen aan Davoz99 Damesvolleybal.

      22.

      2024_CBS_00139 - Rendierjagerspad - Uitvoering ontwerpplan - Gunning bijkomend gedeelte - Goedkeuring

      Goedgekeurd

      Samenstelling

      Aanwezig
      Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
      Secretaris
      Bart Telen, Algemeen directeur
      22.

      2024_CBS_00139 - Rendierjagerspad - Uitvoering ontwerpplan - Gunning bijkomend gedeelte - Goedkeuring

      2024_CBS_00139 - Rendierjagerspad - Uitvoering ontwerpplan - Gunning bijkomend gedeelte - Goedkeuring

      Motivering

      Feiten context en argumentatie

      In het kader van de opdracht “Ontwerpplan Rendierjagerspad – Voorwaardelijk gedeelte: Uitvoering ontwerpplan” werd een bestek opgesteld.

      De uitgave voor deze opdracht werd geraamd op € 35.000,00 incl. btw voor het vast gedeelte en  € 110.000,00 incl. btw voor het voorwaardelijk gedeelte.

      De gemeenteraad verleende in zitting van 14 september 2020 goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de plaatsingsprocedure van deze opdracht, met name de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.

      Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 22 september 2020 om de plaatsingsprocedure op te starten en de kandidaten uit te nodigen een offerte in te dienen.

      Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 1 december 2020 het vast gedeelte van de opdracht te gunnen aan de economisch meest voordelige regelmatige bieder zijnde Fugzia bv, tegen het nagerekende offertebedrag van € 34.999,00 incl. btw.

      Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 21 december 2021 het voorwaardelijk gedeelte van de opdracht te gunnen aan de economisch meest voordelige regelmatige bieder zijnde Fugzia bv aan een ereloonpercentage van 10%.

      Er wordt nu voorgesteld om een aanvullende dienst te gunnen aan Fugzia BV, namelijk de digitale ontsluiting. Deze aanvullend dienst heeft een kost van € 56.060,00 exclusief btw, oftewel € 67.832,60 inclusief btw.

      De (aanvullende) offerte is toegevoegd in bijlage. Voor de inhoud van deze bijkomende opdracht wordt integraal verwezen hiernaar.

      Concreet gaat het om volgende inhoudelijke elementen:

      • Het creëren van 3D visualisaties (3 stuks) van hoe het rendierjagerskamp en de omgeving er zou uitgezien hebben. Deze worden getoond in drie 3D kijkers die de bezoekers op het terrein zullen tegen komen;
      • Het uitwerken/schrijven van een scenario voor het luisterverhaal;
      • De opname van de luisterverhaal;
      • De ontwikkeling van de web-app.

      Op 30 januari 2024 werd dit intern besproken door de dienst vrije tijd, de dienst ICT en de dienst communicatie. 

      Aangezien het archeologisch onderzoek in een razend tempo ontwikkelt, is het bijzonder belangrijk dat de website na realisatie in eigen beheer up-to-date gehouden kan worden. Uit de doorlichting met de dienst ICT en de dienst communicatie blijkt dat er voldoende kennis van het aangeboden platform is binnen de eigen diensten om deze zelf te kunnen opvolgen.

      De hoge kost van de mobiele website is te verantwoorden omdat de website ook toegankelijk zal zijn voor slechtzienden, blinden, kleurenblinden, ouderen en wie een auditieve of motorische handicap heeft. Dit omvat het technisch voorbereiden van de website voor een validatie door AnySurfer. Het effectief aankopen van het AnySurf Label is niet inbegrepen. Wel zal de site steeds compliant zijn met de regels van WCAG 2.1 AA. Een bijkomend argument zit in de opbouw van de website. De layout zal zich aanpassen naar de grootte van het scherm op desktop, tablet en smartphone en dit op alle platformen. Ook vertalingen en taalredactie zit in deze prijs inbegrepen. En dit alles natuurlijk passend binnen de grafische stijl van het Rendierjagerspad. Het gaat dus niet alleen puur om de ontwikkeling, maar ook vertalingen/taalredactie/tekenwerk/grafiek/inhoudelijk werk.

       

      Actie

      AC001422 - Het rendierjagerspad wordt ontworpen en uitgewerkt

      Meerjarenplannummer

      MJP001119

      Jaar

      2024

      Transactiekrediet

      € 1.232.426,00

      Beschikbaar krediet na vastlegging jaar

      € 1.232.426,00

      Te voorzien budget i.f.v. uitvoering besluit

      € 67.832,60

      Beschikbaar krediet na vastlegging i.f.v. uitvoering besluit

      € 1.169.593,40

       

      Besluit

      Het college van burgemeester en schepenen beslist:

      Artikel 1

      Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvullende dienst aan de opdracht “Ontwerpplan Rendierjagerspad – Voorwaardelijk gedeelte: Uitvoering ontwerpplan”, voor een bedrag van 67.832,60 euro (incl. btw), op grond van art. 38/1 KB Uitvoering van 14 januari 2013, toe te kennen aan firma Fugzia bv, Karel Van Lotharingenstraat 4/301 te 3000 Leuven.

      Artikel 2

      De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek.

      Artikel 3

      De betaling zal gebeuren met het krediet voorzien in het investeringsbudget van het meerjarenplan 2020-2025 op MJP001119 (Het rendierjagerspad wordt ontworpen en uitgewerkt).

      23.

      2024_CBS_00140 - Verkoop menslievend doel - aanvraag van Gaia vzw - Goedkeuring

      Goedgekeurd

      Samenstelling

      Aanwezig
      Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
      Secretaris
      Bart Telen, Algemeen directeur
      23.

      2024_CBS_00140 - Verkoop menslievend doel - aanvraag van Gaia vzw - Goedkeuring

      2024_CBS_00140 - Verkoop menslievend doel - aanvraag van Gaia vzw - Goedkeuring

      Motivering

      Feiten context en argumentatie

      De verkoop van 18 februari 2024 kan worden toegestaan in het kader van verkoop menslievend doel op voorwaarde dat er binnen de 30 kalenderdagen een bewijs geleverd  wordt dat de opbrengst overgemaakt werd aan het opgegeven doel.

      Besluit

      Het college van burgemeester en schepenen beslist:

      Artikel 1

      Het college van burgemeester en schepenen besluit goedkeuring te verlenen aan Gaia vzw, p.a. Joris Boone, Hopstraat 43, 1000 Brussel om een standplaats in te nemen op de wekelijkse markt van 18 februari 2024 in het kader van de sensibiliseringsactie zwerfkatten. 

      24.

      2024_CBS_00151 - Ambulante handel buiten de markt - Carnaval - Goedkeuring

      Goedgekeurd

      Samenstelling

      Aanwezig
      Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
      Secretaris
      Bart Telen, Algemeen directeur
      24.

      2024_CBS_00151 - Ambulante handel buiten de markt - Carnaval - Goedkeuring

      2024_CBS_00151 - Ambulante handel buiten de markt - Carnaval - Goedkeuring

      Motivering

      Feiten context en argumentatie

      Nota van de dienst

      Het college van burgemeester en schepenen kan een vergunning ‘ambulante handel buiten de markt’ toestaan mits het voorleggen van volgende attesten:

      • Kopie machtiging ambulante handel
      • Attest verzekering burgerlijke aansprakelijkheid
      • Attest keuring gas en elektriciteit

      Besluit

      Het college van burgemeester en schepenen beslist:

      Artikel 1

      Het college van burgemeester en schepenen besluit goedkeuring te verlenen aan 'de Zonneridders', p.a. Dirk Vliegen, Klodsbergweg 11 te Zonhoven voor het innemen van diverse standplaatsen tijdens het carnavalweekend van 9 februari tot en met woensdag 14 februari 2024 mits het voorleggen van volgende attesten:

      • Kopie machtiging ambulante handel
      • Attest verzekering burgerlijke aansprakelijkheid
      • Attest keuring gas en elektriciteit

      Volgende handelaars nemen een standplaats in:

      Caprice, Dorpsstraat 46 - verlenging handelszaak

      Quint, Heuvenstraat 9 - verlenging handelszaak

      De avondwinkel, Heuvenstraat 30 - verlenging handelszaak

      Martenshuys, Heuvenstraat 8 - verlenging handelszaak

      Frituur Joanna Vanherck -  ambulante handel

      Bak-bar - ambulante handel

      Bon Aparte, Heuvenstraat 116  - verlenging handelszaak

      Carabar - verlenging handelszaak

      Dansschool Move it up - verlenging handelszaak

      Zonhoven United - ambulante handel



      25.

      2024_CBS_00141 - Site De Kwint - Mogelijk belangenconflict Sweco en VK architects & engineers - Goedkeuring

      Goedgekeurd

      Samenstelling

      Aanwezig
      Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
      Secretaris
      Bart Telen, Algemeen directeur
      25.

      2024_CBS_00141 - Site De Kwint - Mogelijk belangenconflict Sweco en VK architects & engineers - Goedkeuring

      2024_CBS_00141 - Site De Kwint - Mogelijk belangenconflict Sweco en VK architects & engineers - Goedkeuring

      Motivering

      Verwijzingsdocumenten

      Brief van Sweco van 26 januari 2024 betreffende de melding van een mogelijk belangenconflict.

      Feiten context en argumentatie

      Sweco werd aangesteld als trajectbegeleider (architect) voor het volledige project Site De Kwint door het college van burgemeester en schepenen van 24 januari 2017. Het college van burgemeester en schepenen heeft, in zitting van 24 november 2020, de opdracht “PPS Zonhoven De Kwint” aan THV Vanhout Projects-Kolmont Woonprojecten gegund. TM VHK zijn de uitvoerders van de werken. Deze laatste heeft voor een gedeelte van de opdracht, namelijk het onderdeel akoestiek, de firma VK architects & engineers ingehuurd als onderaannemer. (In de offerte van TM THV werd VENAC toegevoegd aan het kernteam voor het ontwerp en studies akoestiek, dit werd gewijzigd bij het uitvoeringsontwerp naar VK architects & engineers.) Sweco Belgium heeft op 31 maart 2023 een Share Purchase Agreement met VK architects & engineers afgesloten. 

      Kort samengevat heeft Sweco de firma VK architects & engineers overgenomen. Waarbij de firma nu én studiebureau én bouwheer is. Deze heeft nog altijd als grootste belang om het dossier correct af te werken, waardoor deze samenwerking geen probleem vormt.

      Volgens artikel 6 WOO dienen wij, als aanbesteder, de nodige maatregelen te treffen om belangenconflicten te voorkomen, herkennen en op te lossen tijdens de plaatsing en de uitvoering van de opdracht. Dit is noodzakelijk om een vertekening van de mededinging te vermijden en de gelijke behandeling van alle ondernemers te verzekeren. Volgens artikel 62, 1° KB Uitvoering kan de aanbesteder de opdracht verbreken op basis van de facultatieve uitsluitingsgrond omtrent belangenconflicten.

      Deze uitsluiting op basis van belangenvermenging is uitzonderlijk echter niet van toepassing als het er toe zou leiden dat de aanbesteder niet meer zou kunnen voorzien in haar behoeften.

      In deze situatie was er tijdens de procedure of bij gunning geen sprake van belangenvermenging. De situatie is recent veranderd terwijl we al jaren in de uitvoeringsfase zitten. Er kan nu niet meer overgegaan worden tot de verbreking van de opdracht op grond van artikel 62 van het KB Uitvoering van 14 januari 2013. De aanbestedende overheid moet het mogelijke belangenconflict oplossen met minder ingrijpende maatregelen. 

      De wet is duidelijk niet voorzien op een situatie zoals deze. Het gaat hier om een langlopende opdracht (al 7 jaar geleden gegund) en de situatie is pas tijdens de uitvoering van de opdracht veranderd. Er wordt voorgesteld om geen actiemiddelen te ondernemen in deze, maar wel een vergrote waakzaamheid bij de uitvoering van het betreffende gedeelte van de opdracht te houden.

      Besluit

      Het college van burgemeester en schepenen beslist:

      Artikel 1

      Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het schrijven van Sweco in verband met een mogelijk belangenconflict door de samenwerking van Sweco en VK architects & engineers.

      Artikel 2

      Het college van burgemeester en schepenen beslist om geen actie te ondernemen in deze op basis van voornoemde motivatie, maar wel een vergrootte waakzaamheid bij de uitvoering van het betreffende gedeelte van de opdracht te houden.

      26.

      2024_CBS_00142 - Fluvius - Aanleg ondergronds net in de Waardstraat (resterend deel) - Goedkeuring

      Goedgekeurd

      Samenstelling

      Aanwezig
      Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
      Secretaris
      Bart Telen, Algemeen directeur
      26.

      2024_CBS_00142 - Fluvius - Aanleg ondergronds net in de Waardstraat (resterend deel) - Goedkeuring

      2024_CBS_00142 - Fluvius - Aanleg ondergronds net in de Waardstraat (resterend deel) - Goedkeuring

      Motivering

      Verwijzingsdocumenten

      De offerte met referentie 6000028516  dd. 30 januari 2024 van Fluvius voor de aanleg ondergronds net in het resterende deel van de Waardstraat.

      Feiten context en argumentatie


      Fluvius heeft een offerte overgemaakt voor de aanleg van het ondergronds net in het resterende deel van de Waardstraat, namelijk:
      - Zonhoven (600000028516) - De raming bedraagt €64.221,24 incl. BTW

      De werken houden in: wegnemen van het bovengronds net over 832 m en het wegnemen van 23 netsteunen.

      Besluit

      Het college van burgemeester en schepenen beslist:

      Artikel 1

      Het college van burgemeester en schepen beslist de offerte van Fluvius voor de werken "Aanleg ondergronds voor het resterende deel in de Waardstraat" te aanvaarden en Fluvius te verzoeken als opdrachtgevend bestuur al het nodige te doen voor de uitvoering van de opdrachten mits naleving van de wetgeving inzake overheidsopdrachten.

      Artikel 2

      De kostprijs van de opdracht worden geraamd op € 64.221,24 en zullen  worden gefinancierd via MJP001110 - "De Breilaarschanweg en Teutseweg worden heraangelegd met vrijliggende fietspaden".

      27.

      2024_CBS_00143 - Dorpshart Zonhoven - aansluiting fonteinpartij Kerkplein - Heuvenstraat 4 - Goedkeuring

      Goedgekeurd

      Samenstelling

      Aanwezig
      Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
      Secretaris
      Bart Telen, Algemeen directeur
      27.

      2024_CBS_00143 - Dorpshart Zonhoven - aansluiting fonteinpartij Kerkplein - Heuvenstraat 4 - Goedkeuring

      2024_CBS_00143 - Dorpshart Zonhoven - aansluiting fonteinpartij Kerkplein - Heuvenstraat 4 - Goedkeuring

      Motivering

      Verwijzingsdocumenten

      De aansluitingskosten zijn tweeledig:


      Offerte Fluvius: 888,29 euro
      dossier 450513445 - offertenummer 0005035230

      Offerte De Watergroep: 1.580,17 euro
      casenummer 012300185 - projectnummer 01_000283847 


      Voor een totaal van  2.468,46 euro.


      Feiten context en argumentatie

      Fluvius: tussenkomst meterwerken + aansluitingswerken elektriciteit

      De Watergroep: aanleg standaardaftakking.

      Besluit

      Het college van burgemeester en schepenen beslist:

      Artikel 1

      Het college van burgemeester en schepenen keurt de offertes van Fluvius en de Watergroep m.b.t. de aansluiting van de fonteinpartij op het Kerkplein goed.

      28.

      2024_CBS_00144 - Gemeenteraad 26 februari - Mededeling

      Goedgekeurd

      Samenstelling

      Aanwezig
      Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
      Secretaris
      Bart Telen, Algemeen directeur
      28.

      2024_CBS_00144 - Gemeenteraad 26 februari - Mededeling

      2024_CBS_00144 - Gemeenteraad 26 februari - Mededeling

      Motivering

      Feiten context en argumentatie

      Het college van burgemeester en schepenen deelt de agendapunten mee aan de voorzitter van de gemeenteraad Sofie Vanoppen voor agendering op de eerstvolgende zitting van de gemeenteraad (zie bijlage).

      Klik hier om de dossiers te raadplegen.

      Besluit

      Het college van burgemeester en schepenen beslist:

      Artikel 1

      Voorzitter Sofie Vanoppen roept de gemeenteraad bijeen op maandag 26 februari 2024 om 20.00 uur met als agenda de punten zoals in bijlage meegedeeld.

      29.

      2024_CBS_00148 - Proces-verbaal selectieprocedure december 2023: 2 voltijds contractueel deskundigen vergunningen en handhaving, B1-B3, sector stadsontwikkeling - Kennisneming

      Goedgekeurd
      29.

      2024_CBS_00148 - Proces-verbaal selectieprocedure december 2023: 2 voltijds contractueel deskundigen vergunningen en handhaving, B1-B3, sector stadsontwikkeling - Kennisneming

      2024_CBS_00148 - Proces-verbaal selectieprocedure december 2023: 2 voltijds contractueel deskundigen vergunningen en handhaving, B1-B3, sector stadsontwikkeling - Kennisneming
      30.

      2024_CBS_00149 - Aanstelling voltijds deskundige vergunningen en handhaving B1-B3 - sector stadsontwikkeling - Goedkeuring

      Goedgekeurd
      30.

      2024_CBS_00149 - Aanstelling voltijds deskundige vergunningen en handhaving B1-B3 - sector stadsontwikkeling - Goedkeuring

      2024_CBS_00149 - Aanstelling voltijds deskundige vergunningen en handhaving B1-B3 - sector stadsontwikkeling - Goedkeuring