Terug
Gepubliceerd op 11/09/2024

2024_CBS_00868 - OMV - Vergunning - Burkweg 11 - 2024/00127 - Goedkeuring

College van burgemeester en schepenen
di 03/09/2024 - 13:30 schepenzaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur

Secretaris

Bart Telen, Algemeen directeur
2024_CBS_00868 - OMV - Vergunning - Burkweg 11 - 2024/00127 - Goedkeuring 2024_CBS_00868 - OMV - Vergunning - Burkweg 11 - 2024/00127 - Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR

Dossiernummer:    2024/00127
Referentie omgevingsloket:    OMV_2024085460

De aanvraag, ingediend door dhr. en mevr. Thomas en Eline de Oliveira - Stragier wonende te Runkstersteenweg 20 te 3500 Hasselt, werd ontvangen op 13/06/2024 en op 05/07/2024 ontvankelijk en volledig verklaard.

De aanvraag gaat over een terrein, gelegen Burkweg 11, kadastraal gekend als afdeling 3 sectie E nr. 224L.

De aanvraag gaat over het slopen van het bestaande gebouw en het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning en inrichting van het terrein.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

De gemeentelijke omgevingsambtenaar heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de geldende wettelijke bepalingen, (in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid, het decreet Natuurbehoud en hun uitvoeringsbesluiten).

1.    STEDENBOUWKUNDIGE BASISGEGEVENS

De locatie van de aanvraag is volgens het Origineel bij Koninklijk besluit goedgekeurd gewestplan op 3 april 1979 gelegen in woongebied.
De locatie van de aanvraag is niet gelegen binnen een bijzonder plan van aanleg.
De locatie van de aanvraag is gelegen binnen het ruimtelijk uitvoeringsplan grup afbakening regionaalstedelijk gebied Hasselt-Genk, goedgekeurd op 20 juni 2014.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Volgende verordeningen zijn van kracht:

• algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake openluchtrecreatieve verblijven goedgekeurd op 8 juli 2005;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, .... goedgekeurd op 10 februari 2023.

2.    HISTORIEK

    Volgende dossiers zijn relevant:
• Stedenbouwkundige vergunning (1955/00018) voor het bouwen van een woonhuis - goedgekeurd op 16/01/1956.
• Stedenbouwkundige vergunning (1962/00186) voor het bouwen van een bergplaats en veranda - goedgekeurd op 18/12/1962.

3.    BESCHRIJVING OMGEVING EN AANVRAAG

Beschrijving van de plaats & omgeving
Het perceel van de aanvraag bevindt zich aan de Burkweg, een gemeenteweg, ten zuidoosten van het centrum van Zonhoven.

De nabije omgeving bestaat hoofdzakelijk uit vrijstaande en halfopen eengezinswoningen met 1 bouwlaag onder een hellend dak, en zijn voornamelijk afgewerkt in een gevelsteen in diverse tinten en texturen. 

In de ruimere omgeving is een terrein met schoolgebouwen aanwezig en de sport- en recreatieterreinen “Basvelden”.

Het perceel is momenteel bebouwd met eengezinswoning anno 1956 met 1 bouwlaag en een hellend dak. Het terrein bevindt zich lager dan de voorliggende weg. Naast de bebouwing en verharding is het terrein ingericht met gazon, struikgewas, hagen en afsluitingen, en kleine boompjes.

Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvraag voorziet in het slopen van de bestaande bebouwing en verhardingen, het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning en de inrichting van het terrein.

Het perceel, met een oppervlakte van 1163m², heeft een straatbreedte van 20,01m, en een perceeldiepte van 57,02m a 57,87m.

De bestaande bebouwing met een oppervlakte van 142m² en een volume van 566,3m³, wordt gesloopt en de aanwezige verhardingen worden verwijderd. 

Op het vrijgemaakte terrein wenst men een vrijstaande eengezinswoning met 2 bouwlagen en een hellend dak te bouwen. 

De woning met een gevelbreedte van 13,60m, wordt ingeplant op 8m afstand tot de voorste perceelgrens over een breedte van 8,60m. De bouwdiepte is 15m op het gelijkvloers en 12m op de eerste verdieping. Het linkse gedeelte van de voorgevel wordt over een breedte van 5m zo’n 2,15m verder naar achter ingeplant. De linker zijgevel is voorzien op 3m à 3,18m afstand tot de linker perceelgrens en de rechter zijgevel bevindt zich op 3,39m à 3,50m afstand tot de rechter perceelgrens.

De woning krijgt een landelijke architectuur, de hellende daken bestaan uit een combinatie van een zadeldak met knik onderaan, haaks geplaatst tegen een schilddak met knik onderaan.

De kroonlijsthoogte van het zadeldak bedraagt algemeen 5,50m tegenover het maaiveld met een beperkte verhoging ter hoogte van een raam in de voorgevel (5,90m) en een raam in de achtergevel (6,31m). De nokhoogte bedraagt 9,64m en de dakhelling bedraagt algemeen 45°, na de knik bedraagt deze 37°.

Het schilddak heeft een kroonlijsthoogte van 6m en wordt aan de voorzijde en aan de achterzijde voorzien van telkens 1 kleine dakkapel. De nokhoogte bedraagt 10,61m en de dakhelling bedraagt algemeen 48°, na de knik bedraagt deze 40°.

De gevelafwerking is voorzien in een beige genuanceerde gevelsteen, het buitenschrijnwerk in zwartkleurig aluminium en voor de deuren en luiken is Afrormosia voorzien, een tropische hardhoutsoort.

Het zadeldak wordt afgewerkt met blauw gesmoorde pannen en het schilddak wordt afgewerkt met natuurleien.

Een overdekt terras aan de achterzijde wordt met een plat dak afgewerkt  (hoogte dakrand 3,35m).

Het gelijkvloers wordt ingericht met een inkomhal met toilet, bureauruimte, zitruimte, leefkeuken, een zij-inkom met toilet, 2 bergingen en een overdekt terras van 14,7m².

Op de 1ste verdieping bevinden zich een ruime badkamer, toilet, doucheruimte, hobbyruimte, een slaapkamer met aangrenzende dressing en nog 2 (kinder)slaapkamers.

De dakverdieping is bereikbaar via een vaste trap en wordt als zolderruimte ingericht.

De eengezinswoning met een dakoppervlakte van 160,89m² en een nuttige vloeroppervlakte  288,85m² zal een volume krijgen van 1001,47m³.

Het terrein wordt ingericht met functionele verhardingen, een wadi en de bestaande beplantingen in de achtertuin blijven grotendeels behouden.

In de voortuinstrook wordt een oprit in waterdoorlatende klinkers van 3m breed aangelegd aan de rechterzijde. Deze oprit biedt toegang tot 1 parkeerplaats in de voortuin en het inkompad en 1 parkeerplaats in de rechter zijtuinstrook en een pad naar de achterzijde van de woning. De totale verharde oppervlakte bedraagt 93m².

Achteraan de woning wordt aansluitend op het overdekt terras nog een open terras aangelegd van 12m² (3m x 4m).

Aan de linkerzijde in de voortuin komt een wadi in functie van de hemelwaterverordening, in een organische vorm met buitenmaten 4,92m x 4,58m.

De zijdelingse perceelgrenzen worden voorzien van een draadafsluiting met klimop/een groenblijvende haag. De hoogte hiervan blijft in de voortuin beperkt tot 1m hoogte en voor het overige 1,80m hoogte.

Het bestaande maaiveld bevindt zich onder het peil van de wegas. Het terrein helt af naar achter toe.

De vloerpas van de woning zal op 18cm boven het peil van de wegas liggen en het maaiveld rondom de woning wordt op 15cm onder de vloerpas gebracht (3cm boven het peil van de wegas). De ophoging zal minimaal 19cm en maximaal 53cm bedragen over een perceeldiepte van 25m en dan langzaam afhelling tot het bestaande niveau (41cm à 57cm onder het peil van de wegas).

4.    OPENBAAR ONDERZOEK 

Het dossier werd volgens de vereenvoudigde procedure behandeld.
Er werd bijgevolg geen openbaar onderzoek gehouden.

5.    ADVIEZEN

   Aan volgende adviesverleners werd advies gevraagd:
Fluvius
De Watergroep.

6.    PROJECT-MER

    De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van bijlage I, II en III van het besluit inzake projectmilieueffectrapportage van 10 december 2004 en latere wijzigingen.

7.    INHOUDELIJKE BEOORDELING

Decretale beoordelingselementen

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de VCRO kan gesteld worden dat de Burkweg een voldoende uitgeruste openbare weg is.
De aanvraag gaat niet over de oprichting van een bedrijfswoning.
De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook.
Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

Zonering

Het perceel is volgens het zoneringsplan voor riolering, van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), gelegen in centraal gebied. Er is al geruime tijd riolering aanwezig en die is aangesloten op een waterzuivering. Er moet geen septische put voorzien worden.

Waterparagraaf

Het decreet over het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013, legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd worden. Deze watertoets schat de eventuele schadelijke effecten in ten koste van de watersystemen bij de inname van ruimte.

Sedert de inwerkingtreding van omzendbrief OMG/2022/1 d.d. 15/12/2022 dient de vergunningverlenende overheid de watertoets op een gewijzigde manier uit te voeren bij dossiers ingediend vanaf 01/01/2023.  De watertoetsprocedure werd geoptimaliseerd, er werden aandachtspunten en richtlijnen geformuleerd en het kaartmateriaal inzake overstromingsgevoelige gebieden werd aangepast.

Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt noch in een pluviaal, noch in een fluviaal overstromingsgebied. Het terrein is logischerwijze evenmin in een gebied voor zeeoverstromingen gesitueerd.

Daarom moet in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel door de toename van de verharde oppervlakte wordt de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit moet gecompenseerd worden overeenkomstig de normen vastgelegd in de geldende gewestelijke hemelwaterverordening:

De plannen geven aan dat voor de nieuw op te richten woning met overdekt terras met een totale horizontale dakoppervlakte van 160,89 m² een hemelwaterput voorzien wordt met een inhoud van 10000 liter en recuperatie van het hemelwater voor toiletten, buitenkraantjes en tuinbesproeiing.

Er dient tevens een dienstkraan (poetswater) en aansluiting voor wasmachine in de woning voorzien te worden.

De overloop van de hemelwaterput wordt aangesloten op een open infiltratievoorziening, type wadi, met een opvangcapaciteit van 4500 liter (minimum inhoud 4320 liter) en een infiltratieoppervlakte van 15m² (minimum 10,47m²).

De oppervlakte en het volume voldoen aan de verordening.

De verordening is niet van toepassing op de aanleg van de voorziene verhardingen. Het hemelwater dat op de verharding valt, wordt namelijk niet opgevangen en afgevoerd, maar kan volgens de aanvraag op natuurlijke wijze op eigen terrein in de bodem infiltreren in de aangrenzende groenzones en door het gebruik van waterdoorlatende materialen.

Gezien de aanvraag voldoet aan de hemelwaterverordening, doorstaat deze ook de droogtetoets. Het effect van droogte wordt namelijk gemilderd door het regenwater dat op het terrein terecht komt maximaal vast te houden.

Natuurtoets

Het perceel is niet gelegen binnen of grenzend aan een speciaal beschermingsgebied. Omwille van de ligging, de aard van het project en de afstand tot de waardevolle natuurgebieden wordt gesteld dat er geen impact is van de projectaanvraag op de natuurwaarden.

Erfgoed- & Archeologietoets

Het perceel is niet gelegen binnen een beschermd stads- of dorpsgezicht. Er zijn geen monumenten in de omgeving.
Conform het Onroerenderfgoeddecreet d.d. 12/07/2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag gezien de oppervlakte van het perceel kleiner is dan 3000 m².

Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening

Functionele inpasbaarheid
De bestaande woonfunctie blijft behouden en is functioneel inpasbaar in deze residentiële omgeving.

Mobiliteitsimpact
Er worden 2 parkeerplaatsen in openlucht ingericht. Op de oprit kan een 3de wagen parkeren indien nodig. Hiermee wordt voldaan aan de parkeernorm van 1,5 parkeerplaatsen/ wooneenheid.

Schaal
In de directe omgeving komen thans slechts woningen met 1 bouwlaag onder een hellend dak voor. Om de footprint van de woning te verkleinen zonder in te boeten aan ruimte, is dit vandaag de dag niet meer gangbaar. Er zal zich door het voorzien van 2 bouwlagen onder een hellend dak een beperkte schaalbreuk voordoen, doch het gevraagde voorziet geen noemenswaarde afwijkingen ten opzichte van de algemeen gehanteerde normen voor bouwdiepte en bouwhoogte voor eengezinswoningen. Door de wisselende volumes, voorziene gevelopeningen en architecturale accenten, zal de eengezinswoning zich voldoende integreren in het straatbeeld.

Ruimtegebruik en bouwdichtheid
De woning wordt opgericht op een ruim terrein van 1163m². Met een bebouwde oppervlakte van ca. 170m² en een totaal van 105m² aan verhardingen, zal zo’n 24% van het goed verhard/ bebouwd zijn. Er resteert nog zo’n 76% die kan ingericht worden als groene ruimte, wat een zeer mooie verhouding is.

Te verwachten valt dat nog een bijgebouw voorzien zal worden aangezien er thans geen tuinberging/ fietsenstalling aangevraagd werd. Ook met een bijgebouw van tot 40m² blijft de footprint in overeenstemming met de visie van de gemeente.

De gemeente Zonhoven streeft ernaar het groene karakter van de gemeente niet alleen te behouden maar ook te versterken. Om die reden wordt bij elk nieuwbouwproject de aanplant van min. 1 hoogstamboom per 400m² gevraagd.  

Er zal dan ook als voorwaarde worden opgenomen dat rekening houdend met de oppervlakte van het perceel (1163m²), 3 inheemse, streekeigen en/of klimaat robuuste bomen van minstens 2de grootte dienen aangeplant te worden.  

Om ook het groene straatbeeld te versterken moet minimum 1 van deze bomen aangeplant worden in de voortuin.
Bij eventuele sterfte dient de aanplant herhaald te worden. 

De bomen moeten aangeplant worden ten laatste in het plantseizoen na de ingebruikname van de woning.  Bewijs hiervan (foto’s, factuur) moet aangeleverd worden aan de dienst vergunningen en handhaving, uiterlijk 3 maanden na aanplant van de bomen.

Voor de aanplant van bomen, hagen en andere groene afsluitingen zoals klimop, dienen de afstandsregels voor inplanting gevolgd te worden, conform het Burgerlijk wetboek 3 "Goederen" van het Burgerlijk Wetboek, inwerkingtreding 01/09/2021, hoofdstuk 3., wettelijke erfdienstbaarheden, afdeling 2., afstanden, Art. 3.133. Afstanden van beplantingen:
“Alle beplantingen moeten minimaal op de hierna bepaalde afstanden van de perceelsgrens staan, tenzij indien partijen hierover een contract hebben gesloten of indien de beplantingen al meer dan dertig jaar op dezelfde plaats staan.

De in het eerste lid bedoelde afstand bedraagt voor bomen die minstens twee meter hoog zijn, twee meter te rekenen vanaf het midden van de voet van de boom en voor de andere bomen, struiken en hagen een halve meter.”

Visueel-vormelijke elementen
De woning met landelijke architectuur wordt afgewerkt met duurzame en esthetisch verantwoorde materialen. Door het volumespel en materiaalgebruik zal een harmonisch geheel ontstaan.

Cultuurhistorische aspecten
Het perceel is niet gelegen in of nabij een beschermd dorpsgezicht. De aanvraag is niet gelegen in een beschermde archeologische site. De aanvraag is, bekeken vanuit de erfgoedaspecten, aanvaardbaar.

Bodemreliëf
Het maaiveld wordt beperkt gewijzigd in functie van de inplanting van de woning.
Het bestaande maaiveld bevindt zich onder het peil van de wegas. Het terrein helt af naar achter toe.
De vloerpas van de woning zal op 18cm boven het peil van de wegas liggen en het maaiveld rondom de woning wordt op 15cm onder de vloerpas gebracht (3cm boven het peil van de wegas). De ophoging zal minimaal 19cm en maximaal 53cm bedragen over een perceeldiepte van 25m en dan langzaam afhellen tot het bestaande niveau (41cm à 57cm onder het peil van de wegas).
Een strook van 1 m langsheen de perceelsgrenzen mag nooit hoger worden gebracht dan het niveau van de aanpalende percelen.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
Behoudens tijdelijke hinder bij de uitvoering van de gevraagde werken, valt geen hinder te verwachten.

Bespreking van de adviezen

•    Het advies van Fluvius d.d. 15 juli 2024 is voorwaardelijk gunstig.

“Naar aanleiding van uw aanvraag over de stedenbouwkundige vergunning voor bovenvermeld project geven we volgend advies voor riolering.
Dit advies handelt over de technische aansluitbaarheid op het openbaar rioleringsnetwerk indien aanwezig. Dit desbetreffende perceel is aansluitbaar op de bestaande gemengde riolering ter hoogte van Burkweg. De Fluvius-aansluitingsvoorwaarden voor o.a. diepte, diameter en locatie, zijn terug te vinden op www.fluvius.be. 

Bij sloop dient de bestaande huisaansluiting(en) tijdelijk of definitief buiten dienst gesteld te worden door de klant. De bestaande huisaansluiting dient door de aanvrager gedetecteerd te worden en dit dient te gebeuren nog vóór de start van de grondwerken. De huisaansluiting(en) dient hierbij buiten dienst gesteld te worden op dergelijke wijze dat de huisaansluiting(en) water- en gronddicht is afgesloten en detecteerbaar op terrein. Het afsluiten dient onmiddellijk bij sloop van de riolering te gebeuren zodat geen aarde, slijk of grof vuil via de huisaansluiting in de riolering terecht komt. 

Bestaande rioolaansluiting hergebruiken:
Indien er bestaande huisaansluitingen aanwezig zijn ter hoogte van de rooilijn dienen deze hergebruikt te worden en dienen de eventuele nieuwe hemelwaterafvoerleiding en vuilwaterafvoerleiding ter hoogte van de rooilijn tot aan en niet dieper dan de bestaande huisaansluitingen samen gebracht te worden. Ter hoogte van de bestaande huisaansluitingen voorziet de aanvrager aan de rooilijn op privaat domein aparte controleputjes op de eventuele hemelwaterafvoer en op de eventuele vuilwaterafvoer indien deze nog niet aanwezig zijn. Dit ontslaat de klant niet van het indienen van een aansluitingsaanvraag bij Fluvius. Dit kan online via www.fluvius.be. 

Daarnaast dient u voor wat betreft riolering uiteraard te voldoen aan alle geldende gewestelijke, provinciale en gemeentelijke wettelijke bepalingen dienaangaande. 

Dit advies doet geen uitspraak over of nazicht op de ontworpen riolering op het privé-gedeelte. 

Via https://www.vmm.be/data/zonering-en-uitvoeringsplan kan u eenvoudig nakijken in welke cluster het perceel zich bevindt en de daaraan gekoppelde verplichtingen inzake septische putten. 
Als voor uw bouwproject een (her-)aansluiting op het openbaar rioleringsstelsel noodzakelijk is, dient u zo snel als mogelijk na het bekomen van de bouwvergunning een aanvraag tot aansluiting op het openbaar rioleringsnetwerk aan te vragen. 
Dit kan online via www.fluvius.be. Dit is belangrijk om verloren kosten te vermijden daar wij de locatie en diepte van de aansluiting pas kunnen garanderen na realisatie van de aansluiting op openbaar domein. 
Alleen Fluvius of een door ons aangestelde uitvoerder zorgt voor de realisatie van het gedeelte van de aansluiting op het openbaar domein. 

Keuring privéwaterafvoer:
Elke rioleringsaansluiting op het openbaar rioleringsstelsel dient een keuring van de privéwaterafvoer te ondergaan conform de wettelijke bepalingen (oa Algemeen Waterverkoopreglement en ministerieel besluit voor de keuring).
Enkel de door Fluvius erkende keurders komen voor deze keuring in aanmerking (zie website: Keuring riolering | Fluvius). 
Als de privériolering niet correct en volledig volgens de wettelijke bepalingen werd uitgevoerd, zelfs als dit niet expliciet door de stedenbouwkundige vergunning werd opgelegd, behoudt Fluvius zich het recht voor om de aansluiting op het openbaar rioleringsstelsel van dit perceel te schorsen. 
Alvast bedankt om zo spoedig mogelijk uw aansluitingsaanvraag in te dienen.” 

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden. 

•    Het advies van De Watergroep d.d. 8 juli 2024 is voorwaardelijk gunstig.

“Voor hogervermeld perceel is geen uitbreiding van het waterleidingnet nodig.
Voor de afbraak van het bestaande gebouw dient de eigenaar via de website van De Watergroep de uitbraak van de bestaande aftakking aan te vragen: Aanvraagformulier definitief afsluiten op de openbare weg.
Iedere wooneenheid dient over een afzonderlijke watermeter te beschikken. De plaats van de watermeter dient te beantwoorden aan de voorschriften van De Watergroep.
Bij het plaatsen van de muurdoorgang dient rekening gehouden te worden met de afmetingen van de drinkwateraftakking. Elke aftakking moet in rechte lijn, haaks op de rijweg kunnen uitgevoerd worden.
De kosten van de nieuwe aftakking(en) zijn ten laste van de aanvrager(s).
Bij de start van de uitrol van de digitale watermeter door De Watergroep, is een draadloze verbinding met de digitale elektriciteitsmeter vereist. Om te verzekeren dat deze draadloze verbinding kan gemaakt worden, moet de aftakking voldoen aan onderstaande bijkomende voorwaarden:
o    De digitale watermeter staat best in dezelfde ruimte als de digitale elektriciteitsmeter
o    De maximum afstand tussen de digitale elektriciteitsmeter en de digitale watermeter bedraagt 50 meter.
Voor meer vragen kan je altijd terecht op de website van De Watergroep: https://www.dewatergroep.be/nl-be/drinkwater/extra-services/digitalewatermeter

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden. 

8.    ADVIES GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen, en dat het gevraagde verenigbaar is met de goede ruimtelijke ordening, mits het opleggen van voorwaarden.

De gemeentelijke omgevingsambtenaar adviseert volgende voorwaarden op te leggen:
Stedenbouwkundige voorwaarden

•    Er dienen 3 inheemse, streekeigen en/of klimaat robuuste bomen van minstens 2de grootte aangeplant te worden.  
Om ook het groene straatbeeld te versterken moet minimum 1 van deze bomen aangeplant worden in de voortuin.
Bij eventuele sterfte dient de aanplant herhaald te worden.
De bomen moeten aangeplant worden ten laatste in het plantseizoen na de ingebruikname van de woning.
Bewijs hiervan (foto’s, factuur) moet aangeleverd worden aan de dienst vergunningen en handhaving, uiterlijk 3 maanden na aanplant van de bomen.

•    In navolging van de hemelwaterverordening dient, naast de aansluiting voor wasmachine, bijkomend een dienstkraan (o.a. poetswater) in de woning voorzien te worden.

•    Het advies van Fluvius moet gevolgd worden.

•    Het advies van De Watergroep moet gevolgd worden.

•    Een strook van 1m langsheen de perceelsgrenzen mag bij de terreinwijzigingen nooit hoger gebracht worden dan het niveau van de aanpalende percelen.

•    Voor de aanplant van bomen, hagen en andere groene afsluitingen zoals klimop, dienen de afstandsregels voor inplanting gevolgd te worden, conform het Burgerlijk wetboek 3 "Goederen" van het Burgerlijk Wetboek, inwerkingtreding 01/09/2021, hoofdstuk 3., wettelijke erfdienstbaarheden, afdeling 2., afstanden, Art. 3.133. Afstanden van beplantingen:
“Alle beplantingen moeten minimaal op de hierna bepaalde afstanden van de perceelsgrens staan, tenzij indien partijen hierover een contract hebben gesloten of indien de beplantingen al meer dan dertig jaar op dezelfde plaats staan.
De in het eerste lid bedoelde afstand bedraagt voor bomen die minstens twee meter hoog zijn, twee meter te rekenen vanaf het midden van de voet van de boom en voor de andere bomen, struiken en hagen een halve meter.”

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar d.d. 27/08/2024 en volgt dit standpunt integraal.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het voorwaardelijk afleveren van de omgevingsvergunning aan dhr. en mevr. Thomas en Eline de Oliveira - Stragier wonende te Runkstersteenweg 20 te 3500 Hasselt voor het slopen van het bestaande gebouw en het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning en inrichting van het terrein, gelegen te Burkweg 11, kadastraal gekend als afdeling 3 sectie E nr. 224L.

Artikel 3

Volgende voorwaarden worden opgelegd:
Stedenbouwkundige voorwaarden

  • Er dienen 3 inheemse, streekeigen en/of klimaat robuuste bomen van minstens 2de grootte aangeplant te worden.  
    Om ook het groene straatbeeld te versterken moet minimum 1 van deze bomen aangeplant worden in de voortuin.
    Bij eventuele sterfte dient de aanplant herhaald te worden.
    De bomen moeten aangeplant worden ten laatste in het plantseizoen na de ingebruikname van de woning.
    Bewijs hiervan (foto’s, factuur) moet aangeleverd worden aan de dienst vergunningen en handhaving, uiterlijk 3 maanden na aanplant van de bomen.
  • In navolging van de hemelwaterverordening dient, naast de aansluiting voor wasmachine, bijkomend een dienstkraan (o.a. poetswater) in de woning voorzien te worden.
  • Het advies van Fluvius moet gevolgd worden.
  • Het advies van De Watergroep moet gevolgd worden.
  • Een strook van 1m langsheen de perceelsgrenzen mag bij de terreinwijzigingen nooit hoger gebracht worden dan het niveau van de aanpalende percelen.
  • Voor de aanplant van bomen, hagen en andere groene afsluitingen zoals klimop, dienen de afstandsregels voor inplanting gevolgd te worden, conform het Burgerlijk wetboek 3 "Goederen" van het Burgerlijk Wetboek, inwerkingtreding 01/09/2021, hoofdstuk 3., wettelijke erfdienstbaarheden, afdeling 2., afstanden, Art. 3.133. Afstanden van beplantingen:
    “Alle beplantingen moeten minimaal op de hierna bepaalde afstanden van de perceelsgrens staan, tenzij indien partijen hierover een contract hebben gesloten of indien de beplantingen al meer dan dertig jaar op dezelfde plaats staan.
    De in het eerste lid bedoelde afstand bedraagt voor bomen die minstens twee meter hoog zijn, twee meter te rekenen vanaf het midden van de voet van de boom en voor de andere bomen, struiken en hagen een halve meter.”