De gemeenteraadsleden beschikken over de mogelijkheid om de goedgekeurde notulen via eBesluit te raadplegen.
Het college van burgemeester en schepenen heeft geen opmerkingen over het verslag. Bijgevolg is het verslag van de zitting van 27 augustus 2024 goedgekeurd.
Ontwerpbesluit stad Hasselt; CBS 26 juli 2024.
Protocolakkoord GAS-bemiddelaar
Gemeente Zonhoven en Stad Hasselt hebben een samenwerkingsovereenkomst gesloten met betrekking tot gasbemiddeling. In het protocolakkoord worden de nadere regels vastgelegd over de afspraken gemaakt inzake gegevensuitwisseling en rapportering. De steden en gemeenten passen de gemeentelijke administratieve sancties toe voor inbreuken op hun reglementen en verordeningen, zoals bepaald in de GAS-wet (wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties). Indien de deelnemende steden en gemeenten de bemiddelingsprocedure toepassen, moeten zij dit hebben voorzien in hun reglement (artikelen 12 en 18 van de GAS-wet).
De gemeente Zonhoven wenst gebruik te maken van de diensten van de GAS-bemiddelaar van stad Hasselt. Tussen partijen wordt een overeenkomst afgesloten die tot doel heeft de praktische modaliteiten van deze terbeschikkingstelling tussen de diverse deelnemende gemeenten en steden uit te werken aangevuld met een protocol die de afspraken regelt in kader van delen van persoonsgegevens.
De bemiddeling vindt plaats voor inbreuken die strafbaar gesteld worden in onder meer het GAS-reglement van de gemeente Zonhoven De inbreuken kunnen als volgt worden ingedeeld: (aanduiden / onderlijn wat van toepassing is)
• GAS 1: deze dossiers slaan op de GAS-inbreuken die enkel administratief
kunnen worden afgehandeld door de sanctionerend ambtenaar
(bijvoorbeeld wildplassen).
• GAS 2: betreffen de zogenaamde ‘gemengde inbreuken’, die in principe
ook strafrechtelijk kunnen worden gesanctioneerd, maar waarover met het
parket afspraken zijn gemaakt, in de vorm van een protocolakkoord in
functie van de administratieve afhandeling door de sanctionerend
ambtenaar (geluid over dag).
• GAS 3: deze dossiers betreffen de zogenaamde ‘gemengde inbreuken’,
die in principe ook strafrechtelijk kunnen worden gesanctioneerd, maar
waarover met het parket afspraken zijn gemaakt, in de vorm van een
protocolakkoord in functie van de administratieve afhandeling door de
sanctionerend ambtenaar (bijvoorbeeld nachtlawaai).
De samenwerking zal verlopen in het kader van een samenwerkingswerkingsverband tussen de gemeente Zonhoven en de stad Hasselt binnen de werking van de interlokale vereniging Deelplatform MIDWESTLIM met als doel Gasbemiddeling volgens modaliteiten in de GAS wet opgenomen.
Het college van burgemeester en schepenen keurt het protocolakkoord GAS-bemiddeling met de stad Hasselt goed.
Het college van burgemeester en schepenen keurt de lijst van de bestelbons goed.
Het college van burgemeester en schepenen keurt de lijst van bestelbons goed voor een bedrag van € 12.028,79.
VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR
Dossiernummer: 2024/00101
Referentie omgevingsloket: OMV_2024069914
Inrichtingsnummer: 20201226-0009
Ondernemingsnummer exploitant:
De aanvraag, ingediend door mevrouw Katrien Gorissen met als contactadres Zandstraat 96A te 3500 Hasselt, werd ontvangen op 15/05/2024 en op 10/07/2024 ontvankelijk en volledig verklaard.
De aanvraag gaat over een terrein, gelegen Hortstraat 64, kadastraal gekend als afdeling 1 sectie A nr. 336R.
De aanvraag gaat over het verbouwen en uitbreiden van een ééngezinswoning met bronbemaling.
De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen en de exploitatie van een of meerdere ingedeelde inrichtingen of activiteiten.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de geldende wettelijke bepalingen, (in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid, het decreet Natuurbehoud en hun uitvoeringsbesluiten).
1. STEDENBOUWKUNDIGE BASISGEGEVENS
De locatie van de aanvraag is volgens het Origineel bij Koninklijk besluit goedgekeurd gewestplan op 3 april 1979 gelegen in woongebied met landelijk karakter en agrarisch gebied.
De locatie van de aanvraag is niet gelegen binnen een bijzonder plan van aanleg.
De locatie van de aanvraag is niet gelegen binnen een ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
Volgende verordeningen zijn van kracht:
• algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake openluchtrecreatieve verblijven goedgekeurd op 8 juli 2005;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, .... goedgekeurd op 10 februari 2023.
2. HISTORIEK
Volgende dossiers zijn relevant:
• Omgevingsvergunning 2020/00294 voor het verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning, het slopen van een garage en een tuinhuis en het plaatsen van een tijdelijke bronbemaling voor een totaaldebiet van 10080 m³ goedgekeurd op 16/03/2021.
• Stedenbouwkundige vergunning (1953/00036) voor het bouwen van een woonhuis - goedgekeurd op 06/07/1953.
• Stedenbouwkundige vergunning (1963/00067) voor het bouwen van een garage - goedgekeurd op 26/04/1963.
3. BESCHRIJVING OMGEVING EN AANVRAAG
Beschrijving van de plaats & omgeving
Het perceel bevindt zich aan de Hortstraat, een gemeenteweg ten noordwesten van het centrum van Zonhoven.
De omgeving bestaat hoofdzakelijk uit vrijstaande eengezinswoningen gelegen in een woonlint met achterliggend agrarisch gebied. De residentiële bebouwing is sterk variërend met 1 of 2 bouwlagen met zowel hellende als platte daken. De gevels zijn voornamelijk afgewerkt met gevelsteen in diverse tinten en structuren.
Het perceel met een oppervlakte van 1564m² is bebouwd met een vrijstaande eengezinswoning opgericht in 1953 met één bouwlaag, een hellend dak en ingeplant op 18.30m achter de voorste perceelsgrens. Binnen de huidige aanvraag werden kadastrale meetschetsen toegevoegd van 1953, 1963 en 1978. Hieruit blijkt dat de inplanting van de woning beschouwd kan worden als zijnde vergund geacht. Het linker aanpalende perceel is onbebouwd. Het rechter aanpalende perceel is bebouwd met een vrijstaande eengezinswoning bestaande uit twee bouwlagen met een hellend dak. Aan de achterzijde van het perceel van de aanvraag bevindt zich een vrij open en groen ingevuld agraisch gebied.
Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvraag gaat over het verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning, het slopen van een garage en een tuinhuis en het plaatsen van bronbemaling.
Het perceel van de aanvraag is momenteel bebouwd met een eengezinswoning opgericht in 1953 en twee vrijstaande bijgebouwen, namelijk een garage en een tuinberging. Het perceel is 15a64ca groot, beschikt over een straatbreedte van 25,40m en een diepte van 60,07m. De bestaande woning staat op 18,30m uit de voorste perceelsgrens, 5,63m van de rechter perceelsgrens en op 7,16m van de linker perceelsgrens. De eengezinswoning bestaat uit 1 bouwlaag met een hellend dak.
Deze inplanting biedt de mogelijkheid om de woning voornamelijk in de breedte en aan de voorzijde uit te breiden.
Het ontwerp voorziet een uitbreiding van de bestaande woning en de oprichting van een carport aan de voorzijde van de woning. Na de uitbreidingen en verbouwingswerken zal de woning ingeplant worden op 12,24m uit de voorste perceelsgrens, op minimum 3,09m van de linker perceelgrens en op minimum 4,30m van de rechter perceelsgrens. De woning heeft een bouwbreedte van 18,05m met inbegrip van de carport. De bouwdiepte bedraagt 14,80m.
Op het gelijkvloers beschikt de woning over een inkom, apart toilet, bureau, tv-hoek, zitkamer, woonkamer, keuken en een wasplaats met inbegrip van een kleine badkamer.
Op de verdieping zullen vier slaapkamers, een dressing, twee badkamers en een apart toilet voorzien worden.
Het ontwerp voorziet op de verdieping, in de rechter zijgevel slechts 1 raamopening, ter hoogte van kinderkamer 1. Het raam bevindt zich op een bouwdiepte van 9,30m vanaf de voorgevel waardoor de privacy van de aangrenzende percelen gerespecteerd blijft.
De hoogte van de kroonlijst is gelegen tussen 3,20m en 4,54m ten opzichte van het maaiveld. De maximale nokhoogte wordt voorzien op 10,10m ten opzichte van het maaiveld.
Behoudens de woning worden er ook verhardingen voorzien.
In de voortuin wordt een oprit voorzien, aangelegd in waterdoorlatende klinkers. Aansluitend op de inrit wordt een toegangspad naar de voordeur van de woning alsook een pad naar de achterzijde van de woning aangelegd. Aan de achterzijde van de woning worden twee niet-overdekte terrassen aangelegd. Het eerste terras aan de linker achterzijde heeft een oppervlakte van 12,52m² en wordt uitgevoerd in terrastegels. Het tweede terras aan de rechter achterzijde van de woning heeft een oppervlakte van 20,92m², eveneens uitgevoerd in terrastegels. Tussen de twee terrassen wordt een verbinding gemaakt van 11,84m², bestaande uit klinker verharding.
Tot slot bevinden zich in de achtertuin 2 vrijstaande bijgebouwen. De garage, met een oppervlakte van 50,23m², werd ingeplant op 2,09m van de linker perceelsgrens. Uit de aanvraag blijkt dat de aanvrager de garage wenst te slopen. Het slopen van deze garage is vrijgesteld van vergunningplicht, bijgevolg is dit gedeelte van de aanvraag zonder voorwerp.
De tuinberging, met een oppervlakte van 17,18m², werd ingeplant op 1,17m van de rechter perceelsgrens. De tuinberging werd geplaats zonder vergunning. Uit de aanvraag blijkt dat de aanvrager het tuinhuis wenst te slopen. Voor het slopen van niet-vergunde constructies is in principe geen vergunning vereist aangezien het slopen van niet-vergunde constructies niet vergunningsplichtig is. Dit gedeelte van de aanvraag is dan ook zonder voorwerp.
Beschrijving van de milieuaspecten
De aanvraag gaat over een nieuwe ingedeelde inrichting, namelijk een tijdelijke bemaling voor de aanleg van een kelder bij een bestaande woning en de aanleg van 2 hemelwaterputten, voor een totaaldebiet van 19.834 m³/jaar. Voor de kelder wordt een debiet van 13.303 m³ en een periode van 45 dagen aangevraagd. Voor de hemelwaterputten bedraagt het aangevraagde debiet 6.531 m³ en de periode 25 dagen.
Rubriek | Omschrijving | Hoeveelheid | Klasse |
53.2.2°a) | Bronbemaling voor de uitbreiding van een kelder en de plaatsing van putten (Verandering) | 19834 m³/jaar | 3 |
Zodat de ingedeelde inrichting of activiteit voortaan omvat:
Rubriek | Omschrijving | Hoeveelheid | Klasse |
53.2.2°a) | Bronbemaling voor de uitbreiding van een kelder en de plaatsing van putten (Verandering) | 19834 m³/jaar | 3 |
4. OPENBAAR ONDERZOEK
Het dossier werd volgens de vereenvoudigde procedure behandeld.
Er werd bijgevolg geen openbaar onderzoek gehouden.
5. ADVIEZEN
Aan volgende adviesverleners werd advies gevraagd:Watering De Herk
Dienst Water en Domeinen provincie Limburg.
6. PROJECT-MER
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van bijlage I, II en III van het besluit inzake projectmilieueffectrapportage van 10 december 2004 en latere wijzigingen.
7. INHOUDELIJKE BEOORDELING
Decretale beoordelingselementen
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de VCRO kan gesteld worden dat de Hortstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is.
De aanvraag gaat niet over de oprichting van een bedrijfswoning.
De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook.
Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.
Zonering
Het perceel is volgens het zoneringsplan voor riolering, van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), gelegen in centraal gebied. Er is al geruime tijd riolering aanwezig en die is aangesloten op een waterzuivering. Er moet geen septische put voorzien worden.
Waterparagraaf
Het decreet over het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013, legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd worden. Deze watertoets schat de eventuele schadelijke effecten in ten koste van de watersystemen bij de inname van ruimte.
Sedert de inwerkingtreding van omzendbrief OMG/2022/1 d.d. 15/12/2022 dient de vergunningverlenende overheid de watertoets op een gewijzigde manier uit te voeren bij dossiers ingediend vanaf 01/01/2023. De watertoetsprocedure werd geoptimaliseerd, er werden aandachtspunten en richtlijnen geformuleerd en het kaartmateriaal inzake overstromingsgevoelige gebieden werd aangepast.
Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt noch in een pluviaal, noch in een fluviaal overstromingsgebied. Het terrein is logischerwijze evenmin in een gebied voor zeeoverstromingen gesitueerd.
Daarom moet in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel door de toename van de verharde oppervlakte wordt de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit moet gecompenseerd worden overeenkomstig de normen vastgelegd in de geldende gewestelijke hemelwaterverordening:
De plannen geven aan dat voor de uitbreiding van de woning en het plaatsen van de carport, met een totale horizontale dakoppervlakte van 258,39 m² een hemelwaterput voorzien wordt met een inhoud van 30.000 liter en recuperatie van het hemelwater voor 4 toiletten, 2 buitenkranen en een wasmachine. De overloop van de hemelwaterput wordt aangesloten op een open infiltratievoorziening met een oppervlakte van ongeveer 33,44m² en een volume van 8020L, wat voldoet aan de verordening.
De verordening is niet van toepassing op de aanleg van de voorziene verhardingen. Het hemelwater dat op de verharding valt, wordt namelijk niet opgevangen en afgevoerd, maar kan volgens de aanvraag op natuurlijke wijze op eigen terrein in de bodem infiltreren.
Gezien de aanvraag voldoet aan de hemelwaterverordening, doorstaat deze ook de droogtetoets. Het effect van droogte wordt namelijk gemilderd door het regenwater dat op het terrein terecht komt maximaal vast te houden.
Natuurtoets
Het perceel is niet gelegen binnen of grenzend aan een speciaal beschermingsgebied. Omwille van de ligging, de aard van het project en de afstand tot de waardevolle natuurgebieden wordt gesteld dat er geen impact is van de projectaanvraag op de natuurwaarden.
Erfgoed- & Archeologietoets
Het perceel is niet gelegen binnen een beschermd stads- of dorpsgezicht. Er zijn geen monumenten in de omgeving.
Conform het Onroerenderfgoeddecreet d.d. 12/07/2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag gezien de oppervlakte van het perceel kleiner is dan 3000 m².
Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De bestaande functie als eengezinswoning blijft behouden, deze woonfunctie is functioneel inpasbaar in de omgeving.
Mobiliteitsimpact
De verkeersgeneratie blijft beperkt gezien de bestaande functie als eengezinswoning.
Op eigen terrein wordt een carport opgericht voor het stallen van twee voertuigen.
Bijgevolg wordt het stallen van voertuigen geheel opgevangen op eigen terrein en wordt de last van het auto bezit niet afgeschoven naar het openbaar domein.
Schaal
De huidige inplanting biedt de mogelijheid de woning voornamelijk in de breedte en aan de voorzijde uit te breiden. De voorgestelde inplanting, bouwdiepte, bouwbreedte zijn in overeenstemming met de algemeen gehanteerde normen. Rekening houdend met de gevarieerde bebouwing in de directe omgeving zal de woning met carport niet als storend ervaren worden in het bestaande straatbeeld.
Ruimtegebruik en bouwdichtheid
De huidige eengezinswoning blijft behouden, waardoor de bouwdichtheid tot het minimale beperkt blijft, wat aanvaardbaar is op deze locatie.
Zoals eerder aangehaald zullen de twee vrijstaande bijgebouwen in de tuinzone gesloopt worden, waardoor een ruime en kwalitatieve tuinzone gecreëerd wordt.
De bebouwing heeft een oppervlakte van 258,39m² en de verharding telt een oppervlakte van 138,m². Rekening houdend met de oppervlakte van het perceel gelegen in woongebied (ca. 1270m²) resteert er nog een tuinzone van ca. 70%, wat tegemoet komt aan de visie van de gemeente Zonhoven.
Visueel-vormelijke elementen
Door de verbouwing wordt de woning aangepast aan de hedendaagse normen op vlak van duurzaamheid en architectuur. De gevelafwerking van de woning is voorzien in een warmwit geverfde gevelsteen in combinatie met aluminium zwarte ramen. De dakkapellen zullen afgewerkt worden met witte trespa-panelen. De carport zal afgewerkt worden met eikenhout.
De bebouwing in de omgeving varieert sterk qua bouwstijl alsook materiaalgebruik. Bijgevolg zal het voorgestelde materiaalgebruik niet als storend ervaren worden in het straatbeeld.
Cultuurhistorische aspecten
Het perceel is niet gelegen in of nabij een beschermd dorpsgezicht. De aanvraag is niet gelegen in een beschermde archeologische site. De aanvraag is, bekeken vanuit de erfgoedaspecten, aanvaardbaar.
Bodemreliëf
De ophoging van het bodemreliëf wordt slechts toegelaten tot op gelijke hoogte of tot op max. 30cm boven het straatniveau.
Rekening houdend met de bouwdiepte en de inplanting van de woning wordt de ophoging uitzonderlijk toegestaan tot maximaal 35m achter de voorste perceelsgrens. Voorbij deze afstanden dient het bestaande terreinniveau behouden te blijven. Een strook van 1 m langsheen de perceelsgrenzen mag bij eventuele terreinwijzigingen nooit hoger worden gebracht dan het niveau van de aanpalende percelen.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
De aanvraag creëert voldoende woonkwaliteit en gebruiksgenot voor de bewoners. Door de aanvraag ontstaat geen bijkomende hinder.
Milieutechnisch luik
Het project voorziet in de aanvraag een ingedeelde inrichting of activiteit, namelijk een tijdelijke bemaling voor de realisatie van een kelder en de plaatsing van twee hemelwaterputten.
In 2021 werd reeds een omgevingsvergunning bekomen met onder andere een bronbemaling met een totaaldebiet van 10080 m³. De omgevingsvergunning werd voorwaardelijk vergund maar werd niet binnen de voorziene tijd uitgevoerd. Dit maakt dat deze aanvraag als een nieuwe ingedeelde inrichting of activiteit beschouwd wordt.
Milieu-aspecten
Voor de realisatie van de kelder moet een grondwatertafelverlaging van 2,9 meter bekomen worden. Er worden verschillende aanzuigpunten geplaatst op een diepte van max. 4 meter. Het gevraagde debiet bedraagt 15,1 m³/u gedurende 45 dagen. Dit komt neer op een jaardebiet van 13.303 m³.
Voor de twee hemelwaterputten moet een grondwatertafelverlaging van 2,45 meter bekomen worden. Er worden verschillende aanzuigpunten geplaatst op een diepte van max. 4 meter. Het gevraagde debiet bedraagt 13,2 m³/u gedurende 25 dagen. Dit komt neer op een jaardebiet van 6531 m³. De gemeente Zonhoven hanteert voor de plaatsing van hemelwaterputten standaard een maximale bemalingsperiode van 10 dagen. De bemalingsperiode dient hier dus ook tot 10 dagen beperkt te worden.
Het gevraagde totaaldebiet van de twee bemalingseenheden samen bedraagt 19.834 m³/jaar, voor een gevraagde periode van 70 dagen. In totaal worden er 14 filters voorzien. Gezien voor de hemelwaterputten slechts een bemalingsperiode van 10 dagen vergund wordt, kan slechts een totale bemalingsperiode van 55 dagen worden toegestaan.
De exploitant geeft aan te willen lozen op de gracht aan de linkerzijde en achterzijde van het perceel. Volgens gemeentelijke gegevens mondt deze gracht uiteindelijk uit in het gemengd stelsel op de De Drij Dreven. De gemeente heeft geen zicht of de grachten nog waterdragend zijn. Dit moet op voorhand door de bouwheer nagekeken worden zodoende er geen wateroverlast bij derden veroorzaakt wordt.
Aan de straatkant ligt een gemengde riolering. Een lozing op de achterliggende gracht verkiest de voorkeur gezien het grondwater maximaal kan infiltreren. Indien blijkt dat een lozing op de achterliggende gracht niet mogelijk is (door bijv. een demping) en geloosd moet worden op de voorliggende riolering, is het maximale toegestane debiet 10 m³/uur. Indien een hoger debiet geloosd wordt op de gemengde riolering, dient op voorhand toelating gevraagd te worden bij Aquafin.
Ligging t.o.v. de buurt
De inrichting is volgens het gewestplan deels gelegen in woongebied met landelijk karakter en deels in agrarisch gebied.
In een straal van 100 m zijn een dertigtal woningen gelegen.
Op 3 m van de perceelsgrenzen staat een woning.
Dit maakt dat de inrichting hinder kan creëren voor de buurt.
Geluidshinder
Door de aard van de activiteiten kan de inrichting geluidshinder veroorzaken die in de omgeving waar te nemen is: geluidshinder door het oppompen van water.
De exploitant neemt al volgende maatregelen: indien de pomp voor geluidshinder zorgt, kan een akoestisch absorberende bescherming rond de pomp voorzien worden.
De aanvraag is realistisch en kan gunstig beoordeeld worden gezien het beperkte debiet en de beperkte tijdsduur, mits voorwaarden.
Voorwaarden
Gezien bovenstaande motivering worden volgende voorwaarden voorgesteld:
- Een goed functionerende debietsteller moet aanwezig zijn op elke pomp.
- De sectorale voorwaarden van Vlarem II, hoofdstuk 5.53, moeten nageleefd worden.
- Het bemalingswater dient in eerste instantie op de gracht op de perceelsgrens geloosd worden. Indien blijkt dat de gracht niet waterdragend is of dat het lozen van het bemalingswater voor hinder naar de omgeving zorgt, kan hier van afgeweken worden. Het water kan dan op de openbare riolering geloosd worden. Dit dient op voorhand naar de dienst leefmilieu gecommuniceerd te worden waarbij de toelating van Aquafin wordt meegestuurd.
- Indien een volume van meer dan 10 m³/uur wordt geloosd op een gemengd rioleringsstelsel, moet de aanvrager op voorhand een toelating bekomen van Aquafin (art. 5.53.6.1.1 van Vlarem II) op www.aquafin.be. Het startvolume van de bronbemaling wordt ook in rekening gebracht bij het bepalen van het uurdebiet.
- De droogzuiging wordt onmiddellijk verwijderd zodra dit bouwtechnisch mogelijk is en wordt beperkt in tijd en debiet tot het absolute, noodzakelijke, minimum.
- De lozing van het grondwater mag geen wateroverlast voor derden veroorzaken.
- Indien de stroomgroep geluidshinder vormt voor de omwonenden, moeten onmiddellijk gepaste maatregelen genomen worden om de hinder tot een absoluut minimum te beperken.
- Bij de plaatsing van hemelwater- en/of infiltratieputten mag de bemaling max. 10 dagen in werking zijn.
- De totale bemalingsperiode, voor de plaatsing van he hemelwaterputten en de uitbreiding van de kelder, mag de duur van 55 dagen niet overschrijden.
Vergunningstermijnen
Het omgevingsproject vraagt een omgevingsvergunning van bepaalde duur namelijk 70 dagen. Gezien bovenstaande motivering, kan slechts een periode van 55 dagen vergund worden.
Bespreking van de adviezen
• Watering De Herk heeft op 2 augustus 2024 aangegeven dat ze geen advies gaan verstrekken.
• Dienst Water en Domeinen provincie Limburg heeft op 2 augustus 2024 aangegeven dat ze geen advies gaan verstrekken.
8. ADVIES GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR
Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen, en dat het gevraagde verenigbaar is met een goede ruimtelijke ordening, mits het opleggen van voorwaarden.
Het slopen van de garage en de tuinberging is niet-vergunningsplicht. Dit gedeelte van de aanvraag is dan ook zonder voorwerp.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar adviseert volgende voorwaarden op te leggen:
Stedenbouwkundige voorwaarde
• Ophogingen van het bodemreliëf zijn slechts toegelaten tot op gelijke hoogte of tot op maximaal 30cm boven het straat- of trottoirniveau. De ophoging mag uitzonderlijk uitgevoerd worden tot 35m achter de (ontworpen) rooilijn/ voorste perceelgrens. Voorbij deze afstanden dient het bestaande terreinniveau behouden te blijven. Een strook van 1m langsheen de perceelsgrenzen mag bij eventuele terreinwijzigingen nooit hoger gebracht worden dan het niveau van de aanpalende percelen.
Bijzondere milieuvoorwaarde
• Een goed functionerende debietsteller moet aanwezig zijn op elke pomp.
• De sectorale voorwaarden van Vlarem II, hoofdstuk 5.53, moeten nageleefd worden.
• Het bemalingswater dient in eerste instantie op de gracht op de perceelsgrens geloosd worden. Indien blijkt dat de gracht niet waterdragend is of dat het lozen van het bemalingswater voor hinder naar de omgeving zorgt, kan hier van afgeweken worden. Het water kan dan op de openbare riolering geloosd worden. Dit dient op voorhand naar de dienst leefmilieu gecommuniceerd te worden waarbij de toelating van Aquafin wordt meegestuurd.
• Indien een volume van meer dan 10 m³/uur wordt geloosd op een gemengd rioleringsstelsel, moet de aanvrager op voorhand een toelating bekomen van Aquafin (art. 5.53.6.1.1 van Vlarem II) op www.aquafin.be. Het startvolume van de bronbemaling wordt ook in rekening gebracht bij het bepalen van het uurdebiet.
• De droogzuiging wordt onmiddellijk verwijderd zodra dit bouwtechnisch mogelijk is en wordt beperkt in tijd en debiet tot het absolute, noodzakelijke, minimum.
• De lozing van het grondwater mag geen wateroverlast voor derden veroorzaken.
• Indien de stroomgroep geluidshinder vormt voor de omwonenden, moeten onmiddellijk gepaste maatregelen genomen worden om de hinder tot een absoluut minimum te beperken.
• Bij de plaatsing van hemelwater- en/of infiltratieputten mag de bemaling max. 10 dagen in werking zijn.
• De totale bemalingsperiode, voor de plaatsing van he hemelwaterputten en de uitbreiding van de kelder, mag de duur van 55 dagen niet overschrijden.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar d.d. 26/08/2024 en volgt dit standpunt integraal.
Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het voorwaardelijk afleveren van de omgevingsvergunning aan mevrouw Katrien Gorissen met als contactadres Zandstraat 96A te 3500 Hasselt voor het verbouwen en uitbreiden van een ééngezinswoning met bronbemaling, gelegen te Hortstraat 64 kadastraal gekend als afdeling 1 sectie A nr. 336R.
De aanvraag voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit omvat:
Rubriek | Omschrijving | Hoeveelheid | Klasse |
53.2.2°a) | Bronbemaling voor de uitbreiding van een kelder en de plaatsing van putten (Verandering) | 19834 m³/jaar | 3 |
Zodat de ingedeelde inrichting of activiteit voortaan omvat:
Rubriek | Omschrijving | Hoeveelheid |
53.2.2°a) | Bronbemaling voor de uitbreiding van een kelder en de plaatsing van putten (Verandering) klasse 3 | 19834 m³/jaar |
Volgende voorwaarden worden opgelegd:
Stedenbouwkundige voorwaarde
Bijzondere milieuvoorwaarde
VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR
Dossiernummer: 2024/00137
Referentie omgevingsloket: OMV_2024088141
De aanvraag, ingediend door AXOR NV met als contactadres Rademakersstraat 39 9 te 3950 Bocholt, werd ontvangen op 19/06/2024 en op 16/07/2024 ontvankelijk en volledig verklaard.
De aanvraag gaat over een terrein, gelegen KMO-zone Molenheide 4051 en 4053, kadastraal gekend als afdeling 2 sectie D nr. 130A39.
De aanvraag gaat over het plaatsen van een publiciteitszuil.
De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de geldende wettelijke bepalingen, (in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid, het decreet Natuurbehoud en hun uitvoeringsbesluiten).
1. STEDENBOUWKUNDIGE BASISGEGEVENS
De locatie van de aanvraag is volgens het Mijnterrein Winterslag en Militaire Domeinen op 30 april 1996 gelegen in natuurgebied en ambachtelijke bedrijven en kmo's.
De locatie van de aanvraag is volgens het Origineel bij Koninklijk besluit goedgekeurd gewestplan op 3 april 1979 gelegen in natuurgebied en ambachtelijke bedrijven en kmo's.
De locatie van de aanvraag is niet gelegen binnen een bijzonder plan van aanleg.
De locatie van de aanvraag is niet gelegen binnen een ruimtelijk uitvoeringsplan.
Het project maakt deel uit van de goedgekeurde verkaveling 1018.D.874.2 goedgekeurd op 22 december 2005, het betreft lot 8.
De verkaveling is ouder dan 15 jaar. Daarom vormen de verkavelingsvoorschriften niet langer een weigeringsgrond en moet er een toetsing gebeuren van de goede ruimtelijke ordening.
Volgende verordeningen zijn van kracht:
• algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake openluchtrecreatieve verblijven goedgekeurd op 8 juli 2005;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, .... goedgekeurd op 10 februari 2023.
2. HISTORIEK
Volgende dossiers zijn relevant:
• Omgevingsvergunning 2023/00163 voor het bouwen van een bedrijfsgebouw met 5 units en het inrichten van het terrein goedgekeurd op 07/11/2023.
• Stedenbouwkundige vergunning (2008/11232) voor het bouwen van een industriële loods, bijhorende kantoren en woning. - goedgekeurd op 18/05/2009.
• Stedenbouwkundige vergunning (2011/12233) voor het bouwen van een bedrijfsgebouw en conciërgewoning - goedgekeurd op 16/04/2012.
• Verkavelingsvergunning (1018.D.874.2) voor het verkavelen van een grond - goedgekeurd op 22/12/2005.
• Verkavelingsvergunning (1018.D.874.2\01) voor de wijziging van de perceelsconfiguratie en de groene zone - goedgekeurd op 15/10/2008.
3. BESCHRIJVING OMGEVING EN AANVRAAG
Beschrijving van de plaats & omgeving
Het perceel bevindt zich aan de KMO-zone Molenheide, een voldoende uitgeruste gemeenteweg. De omgeving bestaat hoofdzakelijk uit bedrijfsgebouwen voor ambachtelijke bedrijven en KMO’s. De bebouwing bestaat uit 2 bouwlagen onder platte daken, en is voornamelijk afgewerkt in zowel gevelsteen als sandwichpanelen.
Op het perceel bevindt zich een bedrijfsgebouw met 5 units.
Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvraag gaat over het plaatsen van een publiciteitszuil.
De publiciteitszuil wordt ingeplant op 10,50m van de linker perceelgrens en tegen de voorste perceelgrens.
De zuil heeft een breedte van 0,30m, een diepte van 1m en een hoogte van 3,50m.
De zuil wordt uitgevoerd met wit en blauwe panelen. De zuil zal de bedrijven kenbaar maken die gevestigd zijn in het bedrijfsgebouw.
De zuil wordt extern verlicht door een LED grondspot aan elke zijde van de zuil.
4. OPENBAAR ONDERZOEK
Het dossier werd volgens de vereenvoudigde procedure behandeld.
Er werd bijgevolg geen openbaar onderzoek gehouden.
5. ADVIEZEN
Aan volgende adviesverlener werd advies gevraagd:
Dienst Water en Domeinen provincie Limburg.
6. PROJECT-MER
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van bijlage I, II en III van het besluit inzake projectmilieueffectrapportage van 10 december 2004 en latere wijzigingen.
7. INHOUDELIJKE BEOORDELING
Decretale beoordelingselementen
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de VCRO kan gesteld worden dat de KMO-zone Molenheide een voldoende uitgeruste openbare weg is.
De aanvraag gaat niet over de oprichting van een bedrijfswoning.
De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook.
Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.
Zonering
Het perceel is volgens het zoneringsplan voor riolering, van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), gelegen in centraal gebied. Er is al geruime tijd riolering aanwezig en die is aangesloten op een waterzuivering. Er moet geen septische put voorzien worden.
Waterparagraaf
Het decreet over het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013, legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd worden. Deze watertoets schat de eventuele schadelijke effecten in ten koste van de watersystemen bij de inname van ruimte.
Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid geoordeeld moet worden dat er geen schadelijk effect veroorzaakt wordt. Er moeten dan ook geen voorwaarden of maatregelen opgelegd worden.
Natuurtoets
Het perceel is grenzend aan een speciaal beschermingsgebied, natuurreservaat Teut-Ten Haagdoorn. Omwille van de ligging, de aard van het project en de afstand tot de waardevolle natuurgebieden wordt gesteld dat er geen impact is van de projectaanvraag op de natuurwaarden.
Erfgoed- & Archeologietoets
Het perceel is niet gelegen binnen een beschermd stads- of dorpsgezicht. Er zijn (geen) monumenten in de omgeving.
Conform het Onroerenderfgoeddecreet d.d. 12/07/2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag gezien de oppervlakte van het perceel kleiner is dan 3000 m².
Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening
De verkaveling is ouder dan 15 jaar. Daarom vormen de verkavelingsvoorschriften niet langer een weigeringsgrond, en moet er een toetsing gebeuren van de goede ruimtelijke ordening.
Functionele inpasbaarheid
De bedrijfsfunctie blijft behouden en is functioneel inpasbaar op deze locatie.
Mobiliteitsimpact
nvt
Schaal
De publiciteitszuil wordt ingeplant tegen de voorste perceelgrens en op 10,50m van de linker perceelgrens.
De zuil heeft een breedte van 0,30m, een diepte van 1m en een hoogte van 3,50m.
Het bedrijfsgebouw heeft een hoogte van 7m waardoor de publiciteitszuil met een hoogte van 3,50m niet als storend ervaren zal worden;
Het betreft een zaakgebonden publiciteitsinrichting. De zuil zal de bedrijfsnamen/logo’s weergeven die gevestigd zijn in het bedrijfsgebouw.
De omvang van de publiciteitszuil is niet overdreven rekening houdend met het aantal gevestigde bedrijven (5).
Ruimtegebruik en bouwdichtheid
nvt
Visueel-vormelijke elementen
De zuil wordt uitgevoerd met wit en blauwe panelen.
De zuil wordt extern verlicht door een LED grondspot aan elke zijde van de zuil.
Cultuurhistorische aspecten
Het perceel is niet gelegen in of nabij een beschermd dorpsgezicht. De aanvraag is niet gelegen in een beschermde archeologische site. De aanvraag is, bekeken vanuit de erfgoedaspecten, aanvaardbaar.
Bodemreliëf
Volgens de aanvraag wordt het bestaande reliëf niet gewijzigd.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
De aanvraag creëert geen bijkomende hinder voor de omgeving.
Bespreking van de adviezen
• Het advies van Dienst Water en Domeinen provincie Limburg d.d. 9 augustus 2024 is gunstig.
“Hierbij kan ik u meedelen dat het dossier in het kader van de watertoets gunstig beoordeeld werd.
Het perceel is gelegen in een pluviaal overstromingsgebied. Omwille van de aard van de aanvraag, namelijk het plaatsen van een publiciteitspaal buiten de zone van het pluviaal overstromingsgebied, is het niet nodig in het kader van de watertoets constructievoorwaarden op te nemen in de vergunning.”
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies.
8. ADVIES GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR
Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen, en dat het gevraagde niet verenigbaar is met een goede ruimtelijke ordening.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar d.d. 27/08/2024 en volgt dit standpunt integraal.
Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan AXOR NV met als contactadres Rademakersstraat 39 9 te 3950 Bocholt voor het plaatsen van een publiciteitszuil, gelegen te KMO-zone Molenheide 4051 en 4053 kadastraal gekend als afdeling 2 sectie D nr. 130A39.
VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR
Dossiernummer: 2024/00142
Referentie omgevingsloket: OMV_2024091289
De aanvraag, ingediend door de heer Evert Van Loo wonende te Maexhofweg 20 te 3520 Zonhoven, werd ontvangen op 25/06/2024 en op 17/07/2024 ontvankelijk en volledig verklaard.
De aanvraag gaat over een terrein, gelegen Herestraat 58, kadastraal gekend als afdeling 3 sectie E nr. 292Y9.
De aanvraag gaat over het verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning en het rooien van 4 naaldbomen.
De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de geldende wettelijke bepalingen, (in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid, het decreet Natuurbehoud en hun uitvoeringsbesluiten).
1. STEDENBOUWKUNDIGE BASISGEGEVENS
De locatie van de aanvraag is volgens het Origineel bij Koninklijk besluit goedgekeurd gewestplan op 3 april 1979 gelegen in woongebied.
De locatie van de aanvraag is niet gelegen binnen een bijzonder plan van aanleg.
De locatie van de aanvraag is gelegen binnen het ruimtelijk uitvoeringsplan grup afbakening regionaalstedelijk gebied Hasselt-Genk, goedgekeurd op 20 juni 2014.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
Volgende verordeningen zijn van kracht:
• algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake openluchtrecreatieve verblijven goedgekeurd op 8 juli 2005;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, .... goedgekeurd op 10 februari 2023.
2. HISTORIEK
Volgende dossiers zijn relevant:
• Stedenbouwkundige vergunning (1952/00034) voor het bouwen van een woonhuis - goedgekeurd op 15/10/1952.
3. BESCHRIJVING OMGEVING EN AANVRAAG
Beschrijving van de plaats & omgeving
Het perceel bevindt zich aan de Herestraat, een gemeenteweg.
De omgeving bestaat uit zowel vrijstaande als halfopen eengezinswonigen alsook meergezinswoningen. Bijkomend kan u in de omgeving ook detailhandel, horeca, recreatie en verblijfsrecreatie terugvinden.
Het straatbeeld wordt gevormd door een zeer gevarieerde bebouwing. De bebouwing varieert qua inplanting, bouwhoogte, dakprofiel, alsook materiaalgebruik.
Op het perceel van de aanvraag bevindt zich een vrijstaande eengezinswoning opricht met twee bouwlagen onder een hellend dak, daterend uit de jaren 1952. De woning werd ingeplant op 4,79m uit de voorste perceelsgrens (rooilijn) met een bouwbreedte van 7,98m en een diepte van 8,82m. De woning werd aan de achtergevel zonder vergunning uitgebreid met een diepte van 3,9m. Deze verbindt de losstaande garage met de woning en brengt de totale diepte op 17,44m.
Er werden vrijstaande bijgebouwen opgericht op het perceel. De garage, ingeplant op de rechter perceelsgrens, stemt niet overeen met de vergunde toestand. Er werd een historische kadastrale meetschets van 1969 toegevoegd waaruit blijkt dat een gedeete van dit volume als vergungd geacht beschouwd kan worden. Het bestaande volume, startend 3,25m achter de achtergevel van de woning met een diepte van 5;57m en een breedte van 4,20m, kan als vergund geacht beschouwd worden. Het overige gedeelte van deze garage is echter niet vergund en kan niet als vergund geacht beschouwd worden.
Achteraan op het perceel bevinden zich twee geschakelde bijgebouwen, een hondenhok en een tuinberging, ingeplant tegen de achterste perceels met een totale oppervlakte van 40,55m². Deze bijgebouwen werden geplaatst zonder vergunning en kunnen niet als vergund geacht beschouwd worden.
Bijkomend werd tegen de achtergevel van de woning een uitbreiding geplaatst, zonder vergunning. Ook deze uitbreiding kan niet als vergund geacht beschouwd worden.
Het rechter aangrenzend perceel is bebouwd met een half-open eengezinswoning. Het linker aangrenzend perceel is bebouwd met een vrijstaande eengezinswoning. Beide woningen bestaan uit twee bouwlagen onder een hellend dak.
Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvraag gaat over het verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning, het slopen van niet-vergunde constructies en het rooien van vier naaldbomen.
De bestaande woning wordt verbouwd en uitgebreid. De inplanting van het hoofdvolume wordt licht gewijzigd door het aanbrengen van gevelisolatie langs de buitenzijde en de afwerking hiervan met een nieuwe gevelsteen. De woning zal hierdoor ingeplant worden op 4,66m uit de voorste perceelsgrens, op 3,97m uit de linker perceelsgrens en 3,94m uit de rechter perceelsgrens. Het dak zal vernieuwd en verhoogd worden met 0,8m. Hierdoor zal de maximale kroonlijsthoogte zich bevinden op 6m en de maximale nokhoogte op 9,90m ten opzichte van het maaiveld.
De huidige, niet-vergunde achterbouw, wordt gesloopt en een nieuwe achterbouw zal worden opgericht met een breedte van 9,83m en een diepte van 5,38m, ingeplant op 3,11m uit de linker perceelsgrens en 3,14m uit de rechter perceelsgrens. De achterbouw zal uitgevoerd worden met een plat dak met een dakrandhoogte van 3,40m ten opzichte van het maaiveld. Het niet-vergunde gedeelte van de garage zal gesloopt worden. De nieuwe achterbouw zal aansluiten tegen het vergund geachte gedeelte van de garage achteraan. Het vergund geacht gedeelte van de garage, ingeplant op de rechter perceelsgrens met een breedte van 4,25m en een diepte van 5,37 zal verhoogd worden met 0,90m en voorzien worden van een nieuw plat dak waardoor de dakrandhoogte 3,40m zal bedragen ten opzichte van het maaiveld. Door deze aaneenschakeling bedraagt de maximale bouwbreedte 12,92m en de maximale bouwdiepte17,58m. De gevelafwerking van de woning, de uitbreiding en de garage is voorzien in grijs/beige genuanceerde gevelsteen gecombineerd met buitenschrijnwerk in hout en antracietkleurig aluminium. De dakbedekking van de woning wordt voorzien in antracietkleurig vlakke dakpannen. De platte daken van de uitbreiding en garage zullen afgewerkt worden met EPDM.
Vervolgens zullen de niet-vergunde aaneengeschakelde bijgebouwen, achteraan het perceel, gesloopt worden. Het gaat over de tuinberging met een breedte van 4,45m en een diepte van 6m en het hondenhok met een breedte van 7,88m en een diepte van 1,75m, beide ingeplant tegen de achterste perceelsgrens met een totale oppervlakte van 40,55m². Voor het slopen van niet-vergunde constructies is geen vergunning vereist, daar het slopen van niet-vergunde constructies niet vergunningsplichtig is. Dit gedeelte van de aanvraag is dan ook zonder voorwerp.
Behoudens de woning worden er ook verhardingen verwijderd, aangelegd en heraangelegd. De bestaande inrit aan de rechterzijde, aangelegd in asfalt en de verhardingen in de voortuin, zullen verwijderd worden. Ook de terrasverharding aan de bestaande niet-vergunde achterbouw en het wandelpad tot aan de niet vergunde bijgebouwen achteraan op het perceel zullen verwijderd worden. De omheinde kippenren aan de rechter achterzijde van het perceel zal eveneens verwijderd worden.
Aan de rechterzijde wordt een nieuwe inrit voorzien met een breedte van 3m ter hoogte van de rooilijn, deze geeft toegang tot de tuinberging en wordt voorzien in waterdoorlatende grindverharding. Vanuit de inrit wordt een toegangspad tot de voordeur voorzien in niet-waterdoorlatende kleiklinkers. Aan de achtergevel van de uitbouw wordt een terras aangelegd met een oppervlakte van 25m² eveneens in niet-waterdoorlatende kleiklinkers. Er zullen enkele stapstenen aangelegd worden ter hoogte van de achterdeur in de uitbreiding, deze geven toegang tot de tuinberging.
Tot slot zullen er ook 4 naaldbomen gerooid worden voor het creëren van meer lichtinval en een ruimer tuingevoel. De naaldbomen bevinden zich ter hoogte van de aan te leggen wadi.
4. RAADPLEGING EIGENAARS AANPALENDE PERCELEN
Het dossier werd volgens de vereenvoudigde procedure behandeld.
Er werd bijgevolg geen openbaar onderzoek gehouden.
Aangezien de aanvraag gaat over de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom, werden de betrokken aanpalende eigenaars aangeschreven per beveiligde zending met de vraag hun standpunt kenbaar te maken binnen de 30 dagen.
5. ADVIEZEN
Aan volgende adviesverlener werd advies gevraagd:
dienst facilitair management.
6. PROJECT-MER
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van bijlage I, II en III van het besluit inzake projectmilieueffectrapportage van 10 december 2004 en latere wijzigingen.
7. INHOUDELIJKE BEOORDELING
Decretale beoordelingselementen
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de VCRO kan gesteld worden dat de Herestraat een voldoende uitgeruste openbare weg is.
De aanvraag gaat niet over de oprichting van een bedrijfswoning.
De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook.
Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.
Zonering
Het perceel is volgens het zoneringsplan voor riolering, van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), gelegen in centraal gebied. Er is al geruime tijd riolering aanwezig en die is aangesloten op een waterzuivering. Er moet geen septische put voorzien worden.
Waterparagraaf
Het decreet over het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013, legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd worden. Deze watertoets schat de eventuele schadelijke effecten in ten koste van de watersystemen bij de inname van ruimte.
Sedert de inwerkingtreding van omzendbrief OMG/2022/1 d.d. 15/12/2022 dient de vergunningverlenende overheid de watertoets op een gewijzigde manier uit te voeren bij dossiers ingediend vanaf 01/01/2023. De watertoetsprocedure werd geoptimaliseerd, er werden aandachtspunten en richtlijnen geformuleerd en het kaartmateriaal inzake overstromingsgevoelige gebieden werd aangepast.
Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt noch in een pluviaal, noch in een fluviaal overstromingsgebied. Het terrein is logischerwijze evenmin in een gebied voor zeeoverstromingen gesitueerd.
Daarom moet in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel door de toename van de verharde oppervlakte wordt de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit moet gecompenseerd worden overeenkomstig de normen vastgelegd in de geldende gewestelijke hemelwaterverordening:
De plannen geven aan dat voor de uitbreiding en verbouwing van de woning en de te vernieuwen garage met een totale horizontale dakoppervlakte van 129,9 m² een hemelwaterput voorzien wordt met een inhoud van 10.000 liter en recuperatie van het hemelwater voor toiletten, dienstkraan buiten en een wasmachine. De overloop van de hemelwaterput wordt aangesloten op een open infiltratievoorziening met een oppervlakte van ongeveer 17,76m² en een volume van ongeveer 5250 liter, wat ruim voldoende is.
De verordening is niet van toepassing op de aanleg van de voorziene verhardingen. Het hemelwater dat op de verharding valt, wordt namelijk niet opgevangen en afgevoerd, maar kan volgens de aanvraag op natuurlijke wijze op eigen terrein in de bodem infiltreren.
Gezien de aanvraag voldoet aan de hemelwaterverordening, doorstaat deze ook de droogtetoets. Het effect van droogte wordt namelijk gemilderd door het regenwater dat op het terrein terecht komt maximaal vast te houden.
Natuurtoets
Het perceel is niet gelegen binnen of grenzend aan een speciaal beschermingsgebied. Omwille van de ligging, de aard van het project en de afstand tot de waardevolle natuurgebieden wordt gesteld dat er geen impact is van de projectaanvraag op de natuurwaarden.
Erfgoed- & Archeologietoets
Het perceel is niet gelegen binnen een beschermd stads- of dorpsgezicht. Er zijn geen monumenten in de omgeving.
Conform het Onroerenderfgoeddecreet d.d. 12/07/2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag gezien de oppervlakte van het perceel kleiner is dan 3000 m².
Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De bestaande woonfunctie blijft behouden en is functioneel inpasbaar op deze locatie.
Mobiliteitsimpact
De aanvraag voorziet het heraanleggen van de inrit met een breedte van 3m ter hoogte van de rooilijn en heeft een lengte van 16,86m waarop meerdere voertuigen kunnen parkeren.
Het stallen van voertuigen kan dan ook geheel op eigen terrein opgevangen worden waardoor de last van het autobezit niet wordt afgeschoven naar het openbaar domein.
Schaal
Door het aanbrengen van gevelisolatie (0,14m), langs de buitenzijde van de woning, wordt het hoofdvolume ingeplant op 4,66m uit de rooilijn in plaats van 4,80m. Deze ingreep zorgt voor een betere energetische prestatie van de woning en wordt alsdus aanvaard.
De uitbreiding aan de achterzijde van het bestaand hoofdgebouw zal de woning de nodige ademruimte geven en meer woonkwaliteit voor de bewoners opleveren. De uitbreiding wordt uitgevoerd met een breedte van 9,83m en een diepte van 5,38m, steeds ingeplant op minimaal 3m van de zijdelingse perceelsgrenzen. Omwille van deze uitbreiding zal er een verbinding gemaakt worden tussen het bestaande hoofdgebouw en vergund geachte gedeelte van de garage wat de totale bouwdiepte brengt op 17,58m.
De bebouwing in de omgeving varieert sterkt qua bouwdiepte, bouwhoogte alsook materiaal gebruik. Rekening houdend met de gevarieerde bebouwing in de directe omgeving zal het voorgestelde ontwerp niet als storend ervaren worden in het straatbeeld.
Ruimtegebruik en bouwdichtheid
De huidige functie als gezinswoning blijft behouden wat zorgt voor het behoud van een minimale bouwdichtheid en is bijgevolg aanvaardbaar op deze locatie.
Het ontwerp voorziet129,9m² aan bebouwde oppervlakte en 89,5m² aan verhardingen. Dit brengt de totale verharding/bebouwing op 219,4m². Rekening houdend met het perceel gelegen in woongebied met een totale oppervlakte van 700m² resteert er nog een tuinzone van meer dan 68%, wat in overeenstemming is met de visie van de gemeente Zonhoven.
De volledig geasfalteerde oprit wordt vervangen door waterdoorlatende grindverharding met omliggende groenaanleg. Deze aanpassing zorgt voor een kwalitatievere zijtuinstrook met hemelwaterinfiltratie op eigen terrein.
Visueel-vormelijke elementen
De gevelafwerking van de woning, uitbreiding en de garage is voorzien in grijs/beige genuanceerde gevelsteen gecombineerd met buitenschrijnwerk in hout en antracietkleurig aluminium. De dakbedekking van de woning wordt voorzien in antracietkleurige, vlakke dakpannen. De platte daken van de uitbreiding en garage zullen afgewerkt worden met EPDM.
De bebouwing in de omgeving varieert sterk qua bouwstijl alsook materiaalgebruik. Bijgevolg zal het voorgestelde materiaalgebruik niet als storend ervaren worden in het straatbeeld.
Cultuurhistorische aspecten
Het perceel is niet gelegen in of nabij een beschermd dorpsgezicht. De aanvraag is niet gelegen in een beschermde archeologische site. De aanvraag is, bekeken vanuit de erfgoedaspecten, aanvaardbaar.
Bodemreliëf
Volgens de aanvraag wordt het bestaande reliëf niet gewijzigd.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
De aanvraag creëert voldoende woonkwaliteit en gebruiksgenot voor de bewoners. Door de aanvraag ontstaat geen bijkomende hinder.
Resultaten van de raadpleging van de eigenaars van de aanpalende percelen
Er werd geen reactie ontvangen van de eigenaars van de aanpalende percelen.
Bespreking van de adviezen
• Het advies van dienst facilitair management d.d. 25 juli 2024 is voorwaardelijk gunstig.
“Gunstig voor de werken zoals voorgesteld, mits voldaan aan volgende voorwaarden:
- Aanplanten van minstens 1 streekeigen en/of klimaat robuuste hoogstam boom in de voortuin.
- De bomen die verplicht aan te planten zijn in de voortuin zijn bomen van minstens 2de grootte en worden aangeplant in een maat niet kleiner dan 14-16.
- Aanplanten van minstens 2 streekeigen en/of klimaat robuuste hoogstam bomen in de achtertuin.
- De bomen die verplicht aan te planten zijn in de achtertuin zijn bomen van minstens 1ste grootte en worden aangeplant in een maat niet kleiner dan 14-16.
- De bomen dienen aangeplant te worden in het plantseizoen volgend op het beëindigen van de bouwwerken.
- Bestaande te behouden bomen dienen maximaal beschermd te worden tijdens de werken. De bouwheer zal dan ook de nodige maatregelen treffen om deze bomen te beschermen tegen de nadelige invloeden van de werken. Zo is verkeer, werken en/of stapelen van (bouw)materialen binnen de kruinprojectie verboden.
- Voor de verplicht aan te planten bomen is er een heraanplant verplichting. Deze bomen zullen dus bij eventueel afsterven steeds vervangen moeten worden.
- De te behouden en de verplicht aan te planten bomen kunnen enkel nog gerooid worden na het bekomen van de nodige vergunningen. Eventuele vrijstellingen die voor deze bomen zouden kunnen gelden komen te vervallen.”
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden.
8. ADVIES GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR
Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen, en dat het gevraagde verenigbaar is met een goede ruimtelijke ordening, mits het opleggen van voorwaarden.
Gezien het slopen van niet- vergunde constructies (tuinberging en hondenhok) niet vergunningsplichtig is, worden hier verder geen uitspraken over gedaan.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar adviseert de volgende voorwaarde op te leggen:
Stedenbouwkundige voorwaarde
• Het advies van de dienst facilitair management moet gevolgd worden:
* Aanplanten van minstens 1 streekeigen en/of klimaat robuuste hoogstam boom in de voortuin.
* De bomen die verplicht aan te planten zijn in de voortuin zijn bomen van minstens 2de grootte en worden aangeplant in een maat niet kleiner dan 14-16.
* Aanplanten van minstens 2 streekeigen en/of klimaat robuuste hoogstam bomen in de achtertuin.
* De bomen die verplicht aan te planten zijn in de achtertuin zijn bomen van minstens 1ste grootte en worden aangeplant in een maat niet kleiner dan 14-16.
* De bomen dienen aangeplant te worden in het plantseizoen volgend op het beëindigen van de bouwwerken.
* Bestaande te behouden bomen dienen maximaal beschermd te worden tijdens de werken. De bouwheer zal dan ook de nodige maatregelen treffen om deze bomen te beschermen tegen de nadelige invloeden van de werken. Zo is verkeer, werken en/of stapelen van (bouw)materialen binnen de kruinprojectie verboden.
* Voor de verplicht aan te planten bomen is er een heraanplant verplichting. Deze bomen zullen dus bij eventueel afsterven steeds vervangen moeten worden.
* De te behouden en de verplicht aan te planten bomen kunnen enkel nog gerooid worden na het bekomen van de nodige vergunningen. Eventuele vrijstellingen die voor deze bomen zouden kunnen gelden komen te vervallen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar d.d. 27/08/2024 en volgt dit standpunt integraal.
Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het voorwaardelijk afleveren van de omgevingsvergunning aan de heer Evert Van Loo wonende te Maexhofweg 20 te 3520 Zonhoven voor het verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning en het rooien van 4 naaldbomen, gelegen te Herestraat 58 kadastraal gekend als afdeling 3 sectie E nr. 292Y9.
Volgende voorwaarden worden opgelegd:
Stedenbouwkundige voorwaarde
VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR
Dossiernummer: 2024/00127
Referentie omgevingsloket: OMV_2024085460
De aanvraag, ingediend door dhr. en mevr. Thomas en Eline de Oliveira - Stragier wonende te Runkstersteenweg 20 te 3500 Hasselt, werd ontvangen op 13/06/2024 en op 05/07/2024 ontvankelijk en volledig verklaard.
De aanvraag gaat over een terrein, gelegen Burkweg 11, kadastraal gekend als afdeling 3 sectie E nr. 224L.
De aanvraag gaat over het slopen van het bestaande gebouw en het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning en inrichting van het terrein.
De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de geldende wettelijke bepalingen, (in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid, het decreet Natuurbehoud en hun uitvoeringsbesluiten).
1. STEDENBOUWKUNDIGE BASISGEGEVENS
De locatie van de aanvraag is volgens het Origineel bij Koninklijk besluit goedgekeurd gewestplan op 3 april 1979 gelegen in woongebied.
De locatie van de aanvraag is niet gelegen binnen een bijzonder plan van aanleg.
De locatie van de aanvraag is gelegen binnen het ruimtelijk uitvoeringsplan grup afbakening regionaalstedelijk gebied Hasselt-Genk, goedgekeurd op 20 juni 2014.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
Volgende verordeningen zijn van kracht:
• algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake openluchtrecreatieve verblijven goedgekeurd op 8 juli 2005;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, .... goedgekeurd op 10 februari 2023.
2. HISTORIEK
Volgende dossiers zijn relevant:
• Stedenbouwkundige vergunning (1955/00018) voor het bouwen van een woonhuis - goedgekeurd op 16/01/1956.
• Stedenbouwkundige vergunning (1962/00186) voor het bouwen van een bergplaats en veranda - goedgekeurd op 18/12/1962.
3. BESCHRIJVING OMGEVING EN AANVRAAG
Beschrijving van de plaats & omgeving
Het perceel van de aanvraag bevindt zich aan de Burkweg, een gemeenteweg, ten zuidoosten van het centrum van Zonhoven.
De nabije omgeving bestaat hoofdzakelijk uit vrijstaande en halfopen eengezinswoningen met 1 bouwlaag onder een hellend dak, en zijn voornamelijk afgewerkt in een gevelsteen in diverse tinten en texturen.
In de ruimere omgeving is een terrein met schoolgebouwen aanwezig en de sport- en recreatieterreinen “Basvelden”.
Het perceel is momenteel bebouwd met eengezinswoning anno 1956 met 1 bouwlaag en een hellend dak. Het terrein bevindt zich lager dan de voorliggende weg. Naast de bebouwing en verharding is het terrein ingericht met gazon, struikgewas, hagen en afsluitingen, en kleine boompjes.
Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvraag voorziet in het slopen van de bestaande bebouwing en verhardingen, het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning en de inrichting van het terrein.
Het perceel, met een oppervlakte van 1163m², heeft een straatbreedte van 20,01m, en een perceeldiepte van 57,02m a 57,87m.
De bestaande bebouwing met een oppervlakte van 142m² en een volume van 566,3m³, wordt gesloopt en de aanwezige verhardingen worden verwijderd.
Op het vrijgemaakte terrein wenst men een vrijstaande eengezinswoning met 2 bouwlagen en een hellend dak te bouwen.
De woning met een gevelbreedte van 13,60m, wordt ingeplant op 8m afstand tot de voorste perceelgrens over een breedte van 8,60m. De bouwdiepte is 15m op het gelijkvloers en 12m op de eerste verdieping. Het linkse gedeelte van de voorgevel wordt over een breedte van 5m zo’n 2,15m verder naar achter ingeplant. De linker zijgevel is voorzien op 3m à 3,18m afstand tot de linker perceelgrens en de rechter zijgevel bevindt zich op 3,39m à 3,50m afstand tot de rechter perceelgrens.
De woning krijgt een landelijke architectuur, de hellende daken bestaan uit een combinatie van een zadeldak met knik onderaan, haaks geplaatst tegen een schilddak met knik onderaan.
De kroonlijsthoogte van het zadeldak bedraagt algemeen 5,50m tegenover het maaiveld met een beperkte verhoging ter hoogte van een raam in de voorgevel (5,90m) en een raam in de achtergevel (6,31m). De nokhoogte bedraagt 9,64m en de dakhelling bedraagt algemeen 45°, na de knik bedraagt deze 37°.
Het schilddak heeft een kroonlijsthoogte van 6m en wordt aan de voorzijde en aan de achterzijde voorzien van telkens 1 kleine dakkapel. De nokhoogte bedraagt 10,61m en de dakhelling bedraagt algemeen 48°, na de knik bedraagt deze 40°.
De gevelafwerking is voorzien in een beige genuanceerde gevelsteen, het buitenschrijnwerk in zwartkleurig aluminium en voor de deuren en luiken is Afrormosia voorzien, een tropische hardhoutsoort.
Het zadeldak wordt afgewerkt met blauw gesmoorde pannen en het schilddak wordt afgewerkt met natuurleien.
Een overdekt terras aan de achterzijde wordt met een plat dak afgewerkt (hoogte dakrand 3,35m).
Het gelijkvloers wordt ingericht met een inkomhal met toilet, bureauruimte, zitruimte, leefkeuken, een zij-inkom met toilet, 2 bergingen en een overdekt terras van 14,7m².
Op de 1ste verdieping bevinden zich een ruime badkamer, toilet, doucheruimte, hobbyruimte, een slaapkamer met aangrenzende dressing en nog 2 (kinder)slaapkamers.
De dakverdieping is bereikbaar via een vaste trap en wordt als zolderruimte ingericht.
De eengezinswoning met een dakoppervlakte van 160,89m² en een nuttige vloeroppervlakte 288,85m² zal een volume krijgen van 1001,47m³.
Het terrein wordt ingericht met functionele verhardingen, een wadi en de bestaande beplantingen in de achtertuin blijven grotendeels behouden.
In de voortuinstrook wordt een oprit in waterdoorlatende klinkers van 3m breed aangelegd aan de rechterzijde. Deze oprit biedt toegang tot 1 parkeerplaats in de voortuin en het inkompad en 1 parkeerplaats in de rechter zijtuinstrook en een pad naar de achterzijde van de woning. De totale verharde oppervlakte bedraagt 93m².
Achteraan de woning wordt aansluitend op het overdekt terras nog een open terras aangelegd van 12m² (3m x 4m).
Aan de linkerzijde in de voortuin komt een wadi in functie van de hemelwaterverordening, in een organische vorm met buitenmaten 4,92m x 4,58m.
De zijdelingse perceelgrenzen worden voorzien van een draadafsluiting met klimop/een groenblijvende haag. De hoogte hiervan blijft in de voortuin beperkt tot 1m hoogte en voor het overige 1,80m hoogte.
Het bestaande maaiveld bevindt zich onder het peil van de wegas. Het terrein helt af naar achter toe.
De vloerpas van de woning zal op 18cm boven het peil van de wegas liggen en het maaiveld rondom de woning wordt op 15cm onder de vloerpas gebracht (3cm boven het peil van de wegas). De ophoging zal minimaal 19cm en maximaal 53cm bedragen over een perceeldiepte van 25m en dan langzaam afhelling tot het bestaande niveau (41cm à 57cm onder het peil van de wegas).
4. OPENBAAR ONDERZOEK
Het dossier werd volgens de vereenvoudigde procedure behandeld.
Er werd bijgevolg geen openbaar onderzoek gehouden.
5. ADVIEZEN
Aan volgende adviesverleners werd advies gevraagd:
Fluvius
De Watergroep.
6. PROJECT-MER
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van bijlage I, II en III van het besluit inzake projectmilieueffectrapportage van 10 december 2004 en latere wijzigingen.
7. INHOUDELIJKE BEOORDELING
Decretale beoordelingselementen
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de VCRO kan gesteld worden dat de Burkweg een voldoende uitgeruste openbare weg is.
De aanvraag gaat niet over de oprichting van een bedrijfswoning.
De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook.
Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.
Zonering
Het perceel is volgens het zoneringsplan voor riolering, van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), gelegen in centraal gebied. Er is al geruime tijd riolering aanwezig en die is aangesloten op een waterzuivering. Er moet geen septische put voorzien worden.
Waterparagraaf
Het decreet over het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013, legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd worden. Deze watertoets schat de eventuele schadelijke effecten in ten koste van de watersystemen bij de inname van ruimte.
Sedert de inwerkingtreding van omzendbrief OMG/2022/1 d.d. 15/12/2022 dient de vergunningverlenende overheid de watertoets op een gewijzigde manier uit te voeren bij dossiers ingediend vanaf 01/01/2023. De watertoetsprocedure werd geoptimaliseerd, er werden aandachtspunten en richtlijnen geformuleerd en het kaartmateriaal inzake overstromingsgevoelige gebieden werd aangepast.
Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt noch in een pluviaal, noch in een fluviaal overstromingsgebied. Het terrein is logischerwijze evenmin in een gebied voor zeeoverstromingen gesitueerd.
Daarom moet in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel door de toename van de verharde oppervlakte wordt de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit moet gecompenseerd worden overeenkomstig de normen vastgelegd in de geldende gewestelijke hemelwaterverordening:
De plannen geven aan dat voor de nieuw op te richten woning met overdekt terras met een totale horizontale dakoppervlakte van 160,89 m² een hemelwaterput voorzien wordt met een inhoud van 10000 liter en recuperatie van het hemelwater voor toiletten, buitenkraantjes en tuinbesproeiing.
Er dient tevens een dienstkraan (poetswater) en aansluiting voor wasmachine in de woning voorzien te worden.
De overloop van de hemelwaterput wordt aangesloten op een open infiltratievoorziening, type wadi, met een opvangcapaciteit van 4500 liter (minimum inhoud 4320 liter) en een infiltratieoppervlakte van 15m² (minimum 10,47m²).
De oppervlakte en het volume voldoen aan de verordening.
De verordening is niet van toepassing op de aanleg van de voorziene verhardingen. Het hemelwater dat op de verharding valt, wordt namelijk niet opgevangen en afgevoerd, maar kan volgens de aanvraag op natuurlijke wijze op eigen terrein in de bodem infiltreren in de aangrenzende groenzones en door het gebruik van waterdoorlatende materialen.
Gezien de aanvraag voldoet aan de hemelwaterverordening, doorstaat deze ook de droogtetoets. Het effect van droogte wordt namelijk gemilderd door het regenwater dat op het terrein terecht komt maximaal vast te houden.
Natuurtoets
Het perceel is niet gelegen binnen of grenzend aan een speciaal beschermingsgebied. Omwille van de ligging, de aard van het project en de afstand tot de waardevolle natuurgebieden wordt gesteld dat er geen impact is van de projectaanvraag op de natuurwaarden.
Erfgoed- & Archeologietoets
Het perceel is niet gelegen binnen een beschermd stads- of dorpsgezicht. Er zijn geen monumenten in de omgeving.
Conform het Onroerenderfgoeddecreet d.d. 12/07/2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag gezien de oppervlakte van het perceel kleiner is dan 3000 m².
Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De bestaande woonfunctie blijft behouden en is functioneel inpasbaar in deze residentiële omgeving.
Mobiliteitsimpact
Er worden 2 parkeerplaatsen in openlucht ingericht. Op de oprit kan een 3de wagen parkeren indien nodig. Hiermee wordt voldaan aan de parkeernorm van 1,5 parkeerplaatsen/ wooneenheid.
Schaal
In de directe omgeving komen thans slechts woningen met 1 bouwlaag onder een hellend dak voor. Om de footprint van de woning te verkleinen zonder in te boeten aan ruimte, is dit vandaag de dag niet meer gangbaar. Er zal zich door het voorzien van 2 bouwlagen onder een hellend dak een beperkte schaalbreuk voordoen, doch het gevraagde voorziet geen noemenswaarde afwijkingen ten opzichte van de algemeen gehanteerde normen voor bouwdiepte en bouwhoogte voor eengezinswoningen. Door de wisselende volumes, voorziene gevelopeningen en architecturale accenten, zal de eengezinswoning zich voldoende integreren in het straatbeeld.
Ruimtegebruik en bouwdichtheid
De woning wordt opgericht op een ruim terrein van 1163m². Met een bebouwde oppervlakte van ca. 170m² en een totaal van 105m² aan verhardingen, zal zo’n 24% van het goed verhard/ bebouwd zijn. Er resteert nog zo’n 76% die kan ingericht worden als groene ruimte, wat een zeer mooie verhouding is.
Te verwachten valt dat nog een bijgebouw voorzien zal worden aangezien er thans geen tuinberging/ fietsenstalling aangevraagd werd. Ook met een bijgebouw van tot 40m² blijft de footprint in overeenstemming met de visie van de gemeente.
De gemeente Zonhoven streeft ernaar het groene karakter van de gemeente niet alleen te behouden maar ook te versterken. Om die reden wordt bij elk nieuwbouwproject de aanplant van min. 1 hoogstamboom per 400m² gevraagd.
Er zal dan ook als voorwaarde worden opgenomen dat rekening houdend met de oppervlakte van het perceel (1163m²), 3 inheemse, streekeigen en/of klimaat robuuste bomen van minstens 2de grootte dienen aangeplant te worden.
Om ook het groene straatbeeld te versterken moet minimum 1 van deze bomen aangeplant worden in de voortuin.
Bij eventuele sterfte dient de aanplant herhaald te worden.
De bomen moeten aangeplant worden ten laatste in het plantseizoen na de ingebruikname van de woning. Bewijs hiervan (foto’s, factuur) moet aangeleverd worden aan de dienst vergunningen en handhaving, uiterlijk 3 maanden na aanplant van de bomen.
Voor de aanplant van bomen, hagen en andere groene afsluitingen zoals klimop, dienen de afstandsregels voor inplanting gevolgd te worden, conform het Burgerlijk wetboek 3 "Goederen" van het Burgerlijk Wetboek, inwerkingtreding 01/09/2021, hoofdstuk 3., wettelijke erfdienstbaarheden, afdeling 2., afstanden, Art. 3.133. Afstanden van beplantingen:
“Alle beplantingen moeten minimaal op de hierna bepaalde afstanden van de perceelsgrens staan, tenzij indien partijen hierover een contract hebben gesloten of indien de beplantingen al meer dan dertig jaar op dezelfde plaats staan.
De in het eerste lid bedoelde afstand bedraagt voor bomen die minstens twee meter hoog zijn, twee meter te rekenen vanaf het midden van de voet van de boom en voor de andere bomen, struiken en hagen een halve meter.”
Visueel-vormelijke elementen
De woning met landelijke architectuur wordt afgewerkt met duurzame en esthetisch verantwoorde materialen. Door het volumespel en materiaalgebruik zal een harmonisch geheel ontstaan.
Cultuurhistorische aspecten
Het perceel is niet gelegen in of nabij een beschermd dorpsgezicht. De aanvraag is niet gelegen in een beschermde archeologische site. De aanvraag is, bekeken vanuit de erfgoedaspecten, aanvaardbaar.
Bodemreliëf
Het maaiveld wordt beperkt gewijzigd in functie van de inplanting van de woning.
Het bestaande maaiveld bevindt zich onder het peil van de wegas. Het terrein helt af naar achter toe.
De vloerpas van de woning zal op 18cm boven het peil van de wegas liggen en het maaiveld rondom de woning wordt op 15cm onder de vloerpas gebracht (3cm boven het peil van de wegas). De ophoging zal minimaal 19cm en maximaal 53cm bedragen over een perceeldiepte van 25m en dan langzaam afhellen tot het bestaande niveau (41cm à 57cm onder het peil van de wegas).
Een strook van 1 m langsheen de perceelsgrenzen mag nooit hoger worden gebracht dan het niveau van de aanpalende percelen.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
Behoudens tijdelijke hinder bij de uitvoering van de gevraagde werken, valt geen hinder te verwachten.
Bespreking van de adviezen
• Het advies van Fluvius d.d. 15 juli 2024 is voorwaardelijk gunstig.
“Naar aanleiding van uw aanvraag over de stedenbouwkundige vergunning voor bovenvermeld project geven we volgend advies voor riolering.
Dit advies handelt over de technische aansluitbaarheid op het openbaar rioleringsnetwerk indien aanwezig. Dit desbetreffende perceel is aansluitbaar op de bestaande gemengde riolering ter hoogte van Burkweg. De Fluvius-aansluitingsvoorwaarden voor o.a. diepte, diameter en locatie, zijn terug te vinden op www.fluvius.be.
Bij sloop dient de bestaande huisaansluiting(en) tijdelijk of definitief buiten dienst gesteld te worden door de klant. De bestaande huisaansluiting dient door de aanvrager gedetecteerd te worden en dit dient te gebeuren nog vóór de start van de grondwerken. De huisaansluiting(en) dient hierbij buiten dienst gesteld te worden op dergelijke wijze dat de huisaansluiting(en) water- en gronddicht is afgesloten en detecteerbaar op terrein. Het afsluiten dient onmiddellijk bij sloop van de riolering te gebeuren zodat geen aarde, slijk of grof vuil via de huisaansluiting in de riolering terecht komt.
Bestaande rioolaansluiting hergebruiken:
Indien er bestaande huisaansluitingen aanwezig zijn ter hoogte van de rooilijn dienen deze hergebruikt te worden en dienen de eventuele nieuwe hemelwaterafvoerleiding en vuilwaterafvoerleiding ter hoogte van de rooilijn tot aan en niet dieper dan de bestaande huisaansluitingen samen gebracht te worden. Ter hoogte van de bestaande huisaansluitingen voorziet de aanvrager aan de rooilijn op privaat domein aparte controleputjes op de eventuele hemelwaterafvoer en op de eventuele vuilwaterafvoer indien deze nog niet aanwezig zijn. Dit ontslaat de klant niet van het indienen van een aansluitingsaanvraag bij Fluvius. Dit kan online via www.fluvius.be.
Daarnaast dient u voor wat betreft riolering uiteraard te voldoen aan alle geldende gewestelijke, provinciale en gemeentelijke wettelijke bepalingen dienaangaande.
Dit advies doet geen uitspraak over of nazicht op de ontworpen riolering op het privé-gedeelte.
Via https://www.vmm.be/data/zonering-en-uitvoeringsplan kan u eenvoudig nakijken in welke cluster het perceel zich bevindt en de daaraan gekoppelde verplichtingen inzake septische putten.
Als voor uw bouwproject een (her-)aansluiting op het openbaar rioleringsstelsel noodzakelijk is, dient u zo snel als mogelijk na het bekomen van de bouwvergunning een aanvraag tot aansluiting op het openbaar rioleringsnetwerk aan te vragen.
Dit kan online via www.fluvius.be. Dit is belangrijk om verloren kosten te vermijden daar wij de locatie en diepte van de aansluiting pas kunnen garanderen na realisatie van de aansluiting op openbaar domein.
Alleen Fluvius of een door ons aangestelde uitvoerder zorgt voor de realisatie van het gedeelte van de aansluiting op het openbaar domein.
Keuring privéwaterafvoer:
Elke rioleringsaansluiting op het openbaar rioleringsstelsel dient een keuring van de privéwaterafvoer te ondergaan conform de wettelijke bepalingen (oa Algemeen Waterverkoopreglement en ministerieel besluit voor de keuring).
Enkel de door Fluvius erkende keurders komen voor deze keuring in aanmerking (zie website: Keuring riolering | Fluvius).
Als de privériolering niet correct en volledig volgens de wettelijke bepalingen werd uitgevoerd, zelfs als dit niet expliciet door de stedenbouwkundige vergunning werd opgelegd, behoudt Fluvius zich het recht voor om de aansluiting op het openbaar rioleringsstelsel van dit perceel te schorsen.
Alvast bedankt om zo spoedig mogelijk uw aansluitingsaanvraag in te dienen.”
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden.
• Het advies van De Watergroep d.d. 8 juli 2024 is voorwaardelijk gunstig.
“Voor hogervermeld perceel is geen uitbreiding van het waterleidingnet nodig.
Voor de afbraak van het bestaande gebouw dient de eigenaar via de website van De Watergroep de uitbraak van de bestaande aftakking aan te vragen: Aanvraagformulier definitief afsluiten op de openbare weg.
Iedere wooneenheid dient over een afzonderlijke watermeter te beschikken. De plaats van de watermeter dient te beantwoorden aan de voorschriften van De Watergroep.
Bij het plaatsen van de muurdoorgang dient rekening gehouden te worden met de afmetingen van de drinkwateraftakking. Elke aftakking moet in rechte lijn, haaks op de rijweg kunnen uitgevoerd worden.
De kosten van de nieuwe aftakking(en) zijn ten laste van de aanvrager(s).
Bij de start van de uitrol van de digitale watermeter door De Watergroep, is een draadloze verbinding met de digitale elektriciteitsmeter vereist. Om te verzekeren dat deze draadloze verbinding kan gemaakt worden, moet de aftakking voldoen aan onderstaande bijkomende voorwaarden:
o De digitale watermeter staat best in dezelfde ruimte als de digitale elektriciteitsmeter
o De maximum afstand tussen de digitale elektriciteitsmeter en de digitale watermeter bedraagt 50 meter.
Voor meer vragen kan je altijd terecht op de website van De Watergroep: https://www.dewatergroep.be/nl-be/drinkwater/extra-services/digitalewatermeter
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden.
8. ADVIES GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR
Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen, en dat het gevraagde verenigbaar is met de goede ruimtelijke ordening, mits het opleggen van voorwaarden.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar adviseert volgende voorwaarden op te leggen:
Stedenbouwkundige voorwaarden
• Er dienen 3 inheemse, streekeigen en/of klimaat robuuste bomen van minstens 2de grootte aangeplant te worden.
Om ook het groene straatbeeld te versterken moet minimum 1 van deze bomen aangeplant worden in de voortuin.
Bij eventuele sterfte dient de aanplant herhaald te worden.
De bomen moeten aangeplant worden ten laatste in het plantseizoen na de ingebruikname van de woning.
Bewijs hiervan (foto’s, factuur) moet aangeleverd worden aan de dienst vergunningen en handhaving, uiterlijk 3 maanden na aanplant van de bomen.
• In navolging van de hemelwaterverordening dient, naast de aansluiting voor wasmachine, bijkomend een dienstkraan (o.a. poetswater) in de woning voorzien te worden.
• Het advies van Fluvius moet gevolgd worden.
• Het advies van De Watergroep moet gevolgd worden.
• Een strook van 1m langsheen de perceelsgrenzen mag bij de terreinwijzigingen nooit hoger gebracht worden dan het niveau van de aanpalende percelen.
• Voor de aanplant van bomen, hagen en andere groene afsluitingen zoals klimop, dienen de afstandsregels voor inplanting gevolgd te worden, conform het Burgerlijk wetboek 3 "Goederen" van het Burgerlijk Wetboek, inwerkingtreding 01/09/2021, hoofdstuk 3., wettelijke erfdienstbaarheden, afdeling 2., afstanden, Art. 3.133. Afstanden van beplantingen:
“Alle beplantingen moeten minimaal op de hierna bepaalde afstanden van de perceelsgrens staan, tenzij indien partijen hierover een contract hebben gesloten of indien de beplantingen al meer dan dertig jaar op dezelfde plaats staan.
De in het eerste lid bedoelde afstand bedraagt voor bomen die minstens twee meter hoog zijn, twee meter te rekenen vanaf het midden van de voet van de boom en voor de andere bomen, struiken en hagen een halve meter.”
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar d.d. 27/08/2024 en volgt dit standpunt integraal.
Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het voorwaardelijk afleveren van de omgevingsvergunning aan dhr. en mevr. Thomas en Eline de Oliveira - Stragier wonende te Runkstersteenweg 20 te 3500 Hasselt voor het slopen van het bestaande gebouw en het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning en inrichting van het terrein, gelegen te Burkweg 11, kadastraal gekend als afdeling 3 sectie E nr. 224L.
Volgende voorwaarden worden opgelegd:
Stedenbouwkundige voorwaarden
VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR
Dossiernummer: 2024/00083
Referentie omgevingsloket: OMV_2024062376
De aanvraag, ingediend door de heer Bart Claes wonende te Bokrijkseweg 99 te 3520 Zonhoven, werd ontvangen op 29/04/2024 en op 29/05/2024 ontvankelijk en volledig verklaard.
De aanvraag gaat over een terrein, gelegen Bokrijkseweg 105, kadastraal gekend als afdeling 2 sectie D nr. 132R119.
De aanvraag gaat over het bouwen van een eengezinswoning.
De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de geldende wettelijke bepalingen, (in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid, het decreet Natuurbehoud en hun uitvoeringsbesluiten).
1. STEDENBOUWKUNDIGE BASISGEGEVENS
De locatie van de aanvraag is volgens het Origineel bij Koninklijk besluit goedgekeurd gewestplan op 3 april 1979 gelegen in agrarisch gebied.
De locatie van de aanvraag is niet gelegen binnen een bijzonder plan van aanleg.
De locatie van de aanvraag is niet gelegen binnen een ruimtelijk uitvoeringsplan.
Het project maakt deel uit van de goedgekeurde verkaveling 7204.V.216 goedgekeurd op 14 oktober 1968, het betreft lot 24.
De verkaveling is ouder dan 15 jaar. Daarom vormen de verkavelingsvoorschriften niet langer een weigeringsgrond en moet er een toetsing gebeuren van de goede ruimtelijke ordening.
Volgende verordeningen zijn van kracht:
• algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake openluchtrecreatieve verblijven goedgekeurd op 8 juli 2005;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, .... goedgekeurd op 10 februari 2023.
2. HISTORIEK
Volgende dossiers zijn relevant:
• Verkavelingsvergunning (7204.V.216) voor het verkavelen van een grond - goedgekeurd op 14/10/1968.
3. BESCHRIJVING OMGEVING EN AANVRAAG
Beschrijving van de plaats & omgeving
Het perceel bevindt zich aan de Bokrijkseweg, een gemeenteweg in de deelkern Termolen, op de grens met Hasselt.
De nabije en ruime omgeving bestaat voornamelijk uit residentiële bebouwing, vrijstaande eengezinswoningen, alsook een landbouwbedrijf.
De bebouwing bestaat voornamelijk uit laagbouw, één bouwlaag met een hellend dak en enkele woningen met twee bouwlagen voorzien van zowel hellende als platte daken. De gevels zijn voornamelijk afgewerkt met een gevesteen in diverse tinten en structuren.
Het perceel is thans onbebouwd. Links van het perceel bevindt zich een landbouwbedrijf bestaande uit een grondgebonden eengezinswoning met één bouwlaag en een hellend dak, met achterliggende bedrijfs- en opslagruimtes. Rechts van het perceel bevindt zich een onbebouwd perceel.
Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvraag gaat over het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning met een inpandige garage.
De vrijstaande eengzinswoning wordt opgericht op 7m uit de voorste perceelsgrens, op 3,30m van zowel de rechter als de linker perceelsgrens. De woning wordt opgericht met anderhalve bouwlaag onder een hellend dak, met een helling gelegen tussen 40° en 50°, een maximale nokhoogte van 8,35m ten opzichte van het maailveld en een kroonlijsthoogte gelegen tussen 4,12m en 5,65m ten opzichte van het maaiveld, rekeninghoudend met de dakkapellen in zowel de voor – als achtergevel. Aan de rechter achtergevel wordt een aanbouw opricht met een plat dak, een dakrandhoogte van 3,55m ten opzichte van het maailveld, een bouwbreedte van 7,8m en een bouwdiepte van 5,3m. Dit brengt de totale bouwdiepte op het gelijkvloers op 15,70m. De bouwbreedte bedraagt 11,40m. De verdieping heeft een maximale bouwdiepte van 10,40m.
De woning wordt opgericht in een landelijke stijl met een genuanceerde oranje-bruine gevelsteen, die gekaleid zal worden in crème kleur. De klassieke gevels zullen afgewerkt worden met strakke zwarte ramen en enkele houten accenten in de vorm van een voordeur en schuifluik. De dakbedekking wordt uitgevoerd in antrecietkleurige pannen. De dakkapellen zullen aan de zijkant bekleed worden met antraciet kleurige leien.
Behoudens de woning worden er ook verhardingen voorzien. Aan de rechterzijde van het perceel wordt een inritverharding aangelegd met een breedte van 3m. Deze inrit verleent toegang tot de inpandige garage. Verder wordt er vanuit de inrit een toegangspad naar de voordeur van de woning en een pad rondom de woning voorzien. Aan de linker achtergevel zal een niet-overdekt terras aangelegd worden met een oppervlakte van 19.08m². Het reseterende gedeelte van het perceel zal aangelegd worden met gazon en beplanting.
Het terreinniveau ter hoogte van de bouwzone zal 0,25m hoger ligger dan de as van de weg en de vloerpas zal voorzien worden op 0,40m boven de as van de weg. De groentalud langsheen het pad rondom de woning zal zorgen voor een aansluting op het lager gelegen bestaand terreiniveau, zodat het terreinniveau ten opzichte van de aangrenzende percelen behouden kan blijven. Bijkomend zal er in de achtertuin op 1m van de achterste en zijdelingse perceelsgrenzen een terreinverlaging worden uitgevoerd met een diepte van 0,5m, een breedte van 16m en een lengte van 12,20m. Dit als compensatie voor het opvangen van een eventueel overstromingsvolume, daar de woning gelegen is in pluviaal overstromingsgevoelig gebied.
Op de zijdelingse perceelsgrenzen in de achteruitbouwstrook wordt een draadafsluiting met een levende haag voorzien met een hoogte van 0,6m en een versterkte betonplint om het terreinniveau op te vangen. Op de zijdelingse perceelsgrenzen vanaf de voorgevelbouwlijn en op de achterste perceelsgrens wordt een draadafsluiting met een haag voorzien met een hoogte van respectievelijk 2m.
4. OPENBAAR ONDERZOEK
Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.
Het openbaar onderzoek werd georganiseerd van 8 juni 2024 t.e.m. 7 juli 2024.
5. ADVIEZEN
Aan volgende adviesverleners werd advies gevraagd:
• dienst patrimonium
• Dienst Water en Domeinen provincie Limburg
• Fluvius.
6. PROJECT-MER
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van bijlage I, II en III van het besluit inzake projectmilieueffectrapportage van 10 december 2004 en latere wijzigingen.
7. INHOUDELIJKE BEOORDELING
Decretale beoordelingselementen
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de VCRO kan gesteld worden dat de Bokrijkseweg een voldoende uitgeruste openbare weg is.
De aanvraag gaat niet over de oprichting van een bedrijfswoning.
De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook.
Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.
Zonering
Het perceel is volgens het zoneringsplan voor riolering, van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), gelegen in centraal gebied. Er is al geruime tijd riolering aanwezig en die is aangesloten op een waterzuivering. Er moet geen septische put voorzien worden.
Waterparagraaf
Het decreet over het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013, legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd worden. Deze watertoets schat de eventuele schadelijke effecten in ten koste van de watersystemen bij de inname van ruimte.
Sedert de inwerkingtreding van omzendbrief OMG/2022/1 d.d. 15/12/2022 dient de vergunningverlenende overheid de watertoets op een gewijzigde manier uit te voeren bij dossiers ingediend vanaf 01/01/2023. De watertoetsprocedure werd geoptimaliseerd, er werden aandachtspunten en richtlijnen geformuleerd en het kaartmateriaal inzake overstromingsgevoelige gebieden werd aangepast.
Het voorliggende project heeft een eerder beperkte oppervlakte, maar ligt wel in een pluviaal overstromingsgebied.
De aanvraag werd voor advies overgemaakt aan Dienst Water en Domeinen provincie Limburg. Op 12 juli 2024 verleende zij een ongunstig advies.
Op 29 juli 2024 werden naar aanleiding van het ongunstig advies gewijzigde plannen ingediend. Deze werden opnieuw voor advies overgemaakt aan Dienst Water en Domeinen provincie Limburg. Zij verleenden op 22 augustus 2024 een voorwaardelijk gunstig advies, namelijk:
“DOSSIER: HET BOUWEN VAN EEN ÉÉNGEZINSWONING
DEEL 1 INLICHTINGENFICHE
Aanvrager:
naam en adres: Claes Bart, Bokrijkseweg 99 te 3520 Zonhoven
telefoon: 0494 59 38 39
e-mailadres: claes_bart@outlook.be
Ontwerper:
naam en adres: Architectenbureau Nathalie Schils bvba, Grensstraat 4, 3740 Bilzen
telefoon: 011 23 24 18
e-mailadres: nathalie.schils@telenet.be
Ligging van het perceel:
kadaster: gemeente Zonhoven, afdeling 2, sectie D, nr. 132R119
adres: Bokrijkseweg z/n
gelegen in een pluviaal overstromingsgebied
Waterloop en machtiging
stroomgebied van de onbevaarbare waterlopen: SCHRIJNEBROEKSBEEK, nummer 558, categorie: 2de
watering: neen
DEEL 2 WATERADVIES I.V.M. DE WATERTOETS
(art. 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018)
1 Beschrijving van het watersysteem
• Het betreft een activiteit binnen het stroomgebied van een onbevaarbare waterloop van 2de categorie.
• Het perceel is volgens het gewestplan gelegen in woongebied
• Het perceel is daarenboven gelegen in:
o het bekken van de Demer
o het deelbekken van de Midden-Demer
2 Waterplannen
Het stroomgebiedbeheerplan van de Schelde is van toepassing.
2024-07-09
p r o v i n c i e Limburg
Directie Omgeving
Waterbeheer
3 Toetsen aan de doelstellingen decreet integraal waterbeheer, gecoördineerd op 15 juni 2018 – artikel 1.2.2
De adviesvraag handelt over de richtlijn gewijzigd overstromingsregime.
Het perceel is gelegen in pluviaal overstromingsgebied.
Het perceel heeft door zijn hoogteligging een risico op wateroverlast. Bij bebouwing (en bijhorende ophoging) ervan verplaatst dit overstromingsrisico naar de omgeving. De voorziene ophoging zal de wateroverlast dus verplaatsen naar de naburige percelen.
Er kan enkel gebouwd worden in deze zone indien de ruimte voor water die aanwezig is behouden blijft.
Het overstromingspeil middelgrote kans is 46m85 TAW, het overstromingspeil kleine kans 46m90 TAW.
Voor wat betreft de compensatie van het overstromingsvolume: het beschikbaar volume onder 46m85 moet behouden blijven. Het gedeelte hiervan dat wordt opgehoogd kan gecompenseerd worden door een afgraving elders, op voorwaarde dat eenzelfde volume zich tussen 46m85 TAW en de (te bepalen) grondwaterstand situeert. De diepte van de afgraving moet ruimtelijk aanvaardbaar zijn (cfr. diensten ruimtelijke ordening). Het volume dat bij het huidige reliëf aanwezig is onder het overstromingspeil middelgrote kans bedraagt 97 m³. De compensatie moet aansluiten bij de laagste zone van het perceel.
Voor wat betreft de veiligheid van de gebouwen: er moet voldaan worden aan onderstaande constructievoorwaarden:
•Het vloerpeil moet minstens 10 cm boven het kritisch overstromingspeil gelegen zijn (i.e. 47m00 TAW).
•Geen openingen in de constructie (in buitenmuren en bodem) mogen voorzien worden onder het kritisch overstromingspeil plus 10 cm.
•Kelders en ondergrondse garages zijn niet toegestaan.
•Niet-waterdichte doorvoer van nutsleidingen en andere leidingen onder het kritisch overstromingspeil is verboden.
•Inspectieputten op rioleringen, ontluchtingssystemen moeten waterdicht afgeschermd worden of opgesteld worden boven het kritisch overstromingspeil.
•Ondergrondse tanks moeten verankerd worden tegen opwaartse druk, bijvoorbeeld d.m.v. een betonnen voetplaat of dekplaat.
•Elektrische installaties die niet waterdicht afgeschermd zijn, moeten 10 cm boven het kritisch overstromingspeil opgesteld worden.
•Aansluitingen op de riolering moeten afgeschermd worden met een terugslagklep en eventueel met een eigen pompinstallatie.
•Kruipkelders onder het kritisch peil moeten overstroombaar blijven.
•Ophoging van het perceel moet beperkt blijven tot het gebouw zelf met een randzone van 3 m rond het gebouw die in helling aansluit bij het niet-opgehoogde gedeelte. Ophoging van een inrit van maximaal 3 m breed is toegestaan. De ophoging mag er niet toe leiden dat water wordt afgevoerd naar lager gelegen aanpalende percelen.
•Vrijstaande bijgebouwen (m.u.v. tuinhuisjes) zijn niet toegestaan.
•Zwembaden zijn niet toegestaan.
•Alleen waterdoorlatende verhardingen zijn toegelaten. Er kan hierop enkel uitzondering gemaakt worden indien om technische redenen geen waterdoorlatende verharding mogelijk is
DEEL 3 CONCLUSIES ONDERZOEK WATERBEHEERDER
Uit de toepassing van de nadere regels voor de toepassing van de watertoets bij besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006, en latere wijzigingen, is gebleken dat het herbouwen van een zonevreemde woning na afbraak van de bestaande bebouwing een verandering van de toestand van watersystemen (of bestanddelen ervan) tot gevolg heeft. Deze verandering heeft geen betekenisvol schadelijk effect op het watersysteem voor zover de voorwaarden onder Deel 2 worden opgenomen in de vergunning.
Het wateradvies is dan ook voorwaardelijk gunstig.”
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden.
Natuurtoets
Het perceel is niet gelegen binnen of grenzend aan een speciaal beschermingsgebied. Omwille van de ligging, de aard van het project en de afstand tot de waardevolle natuurgebieden wordt gesteld dat er geen impact is van de projectaanvraag op de natuurwaarden.
Erfgoed- & Archeologietoets
Het perceel is niet gelegen binnen een beschermd stads- of dorpsgezicht. Er zijn geen monumenten in de omgeving.
Conform het Onroerenderfgoeddecreet d.d. 12/07/2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag gezien de oppervlakte van het perceel kleiner is dan 3000 m².
Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag betreft het oprichten van een eengezinswoning in een goedgekeurde verkaveling, hierdoor is de woonfunctie vergund. Bijkomend bestaat de omgeving hoofdzakelijk uit eengezinswoningen, waardoor de woonfucntie ook functioneel inpasbaar is op deze locatie.
Mobiliteitsimpact
Het ontwerp voorziet een inrit die toegang verleent tot de garage voor één wagen. De inrit is voldoende ruim waardoor het stallen van voertuigen geheel op eigen terrein kan gebeuren. De last van het autobezit wordt dan ook niet afgeschoven naar het openbaar domein.
Schaal
De vooropgestelde inplanting, bouwdiepte, bouwhoogte en bouwbreedte zijn in overeenstemming met de verkavelingsvoorschriften.
Rekening houdend met de gevarieerde bebouwing in de directe omgeving zal de woning niet als storend ervaren worden in het bestaande straatbeeld.
Ruimtegebruik en bouwdichtheid
Het ontwerp voorziet een vrijstaande eengezinswoning wat een minimale woondichtheid betreft op het perceel en aanvaardbaar is op deze locatie.
De bebouwing heeft een oppervlakte van 149,12m² en de verharding blijft beperkt tot 80,59m². Rekening houdend met de oppervlakte van het perceel (757m² ) resteert er een tuinzone van meer dan 90%, wat tegemoet komt aan de visie van de gemeente Zonhoven.
De gemeente Zonhoven streeft ernaar het groene karakter van de gemeente niet alleen te behouden maar ook te versterken.
Om die reden wordt bij elk nieuwbouwproject de aanplant van min. 1 hoogstamboom per 400m² gevraagd. Er zal dan ook als voorwaarde worden opgenomen dat rekening houdend met de oppervlakte van het perceel (757m²), 2 inheemse, streekeigen en/of klimaatrobuuste bomen van minstens 2de grootte dienen aangeplant te worden. Om ook het groene straatbeeld te versterken moet minimum 1 van deze bomen aangeplant worden in de voortuin.
Bij eventuele sterfte van de boom dient de aanplant herhaald te worden.
Visueel-vormelijke elementen
Er wordt gekozen voor een landelijke typologie met een, in crème kleur te kaleien, oranje-bruin genuanceerde gevelsteen afgewerkt met zwarte ramen. Bijkomend wordt er gewerkt met houtaccenten in de vorm van een voordeur en (schuif)luik die zorgen voor een warme toets aan het geheel. De bebouwing in de omgeving varieert sterk qua bouwstijl alsook materiaalgebruik. Bijgevolg zal het voorgestelde materiaalgebruik niet als storend ervaren worden in het straatbeeld.
Cultuurhistorische aspecten
Het perceel is niet gelegen in of nabij een beschermd dorpsgezicht. De aanvraag is niet gelegen in een beschermde archeologische site. De aanvraag is, bekeken vanuit de erfgoedaspecten, aanvaardbaar.
Bodemreliëf
Het bestaande maailveld is gelegen onder de as van de voorliggende weg. Om wateroverlast in de woning te vermijden wordt het terrein ter hoogte van de bouwzone opgehoogd tot 0,25m boven de as van de weg. De zone wordt opgehoogd tot op 2,5m van zowel de rechter als de linker perceelsgrens, vanaf daar zal een helling (groentalud) voorzien worden zodat het niveau aansluit op het aangrenzend perceel. Vanaf 0,8m achter de achtergevel van de aanbouw en het terras aangelegd aan de achtergevel van het hoofdvolume wordt het bestaande terreinniveau geleidelijk aan terug aangenomen, het gras zal hier in een helling aangelgd worden.
Op 1m van de achterste en de zijdelingse perceelsgrenzen wordt een verlaging in het terrein doorgevoerd met diepte 0,5m over een lengte van 12,20m en een breedte van 16m, dit als compensatiemaatregel voor het opvangen van het eventuele overstromingsvolume, gezien de ligging van de woning in pluviaal overstromingsgevoelig gebied.
Het advies van de provincie, dienst Water en Domeinen dient ten alle tijden gevolgd te worden.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
De aanvraag creëert voldoende woonkwaliteit en gebruiksgenot voor de bewoners. Door de aanvraag ontstaat er geen bijkomende hinder.
Resultaten van het openbaar onderzoek
Er werden geen bezwaren ingediend.
Bespreking van de adviezen
• Het advies van dienst patrimonium d.d. 4 juni 2024 is gunstig.
“Er dient advies gevraagd te worden aan Fluvius. “
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies.
• Het advies van Fluvius d.d. 5 juni 2024 is voorwaardelijk gunstig.
“Naar aanleiding van uw aanvraag over de stedenbouwkundige vergunning voor bovenvermeld project geven we geen specifiek advies voor elektriciteit en gas. Voor riolering kunnen we een voorwaardelijk gunstig advies geven, op voorwaarde dat voldaan wordt aan de hierna volgende specifieke opmerkingen.
Dit advies handelt over de technische aansluitbaarheid op het openbaar rioleringsnetwerk indien aanwezig. Dit desbetreffende perceel is aansluitbaar voor wat betreft DWA op de bestaande riolering en voor wat betreft RWA op de bestaande propere baangracht, beiden aanwezig ter hoogte van de aanpalende straat.
Bij de inbuizing van de baangracht dient rekening gehouden te worden met art. 23 van het besluit van de Vlaamse Regering, gepubliceerd 28/06/2021, betreffende de naleving van de wet op onbevaarbare waterlopen. De overwelving dient een minimale binnendiameter van 400mm te hebben. De overwelving moet vergezeld gaan van compenserende maatregelen die de infiltratie van hemelwater mogelijk maken (greppel, waterdoorlatende verharding, …). Er mag slechts 1 overwelving per kadastraal perceel zijn.
De grachtinbuizing dient grond- en waterdicht uitgevoerd te worden in staalvezelbetonbuizen, Benor-gekeurd sterkteklasse 135, volgens het typedetail in bijlage.
De buizen dienen in een rechte lijn aangelegd te worden op een fundering in zandcement van minstens 20 cm dik en omhuld met zandcement. De moffen van de buizen moeten stroomopwaarts gericht zijn.
De buizen moeten geplaatst worden in een volledig ontruimde grachtbodem.
Aan de uiteinden dient een kopmuur of minstens een stut in schraalbeton geplaatst te worden.
Eventuele aansluitingen op bestaande grachtinbuizingen dienen eveneens grond- en waterdicht te gebeuren.
De aanvrager is verplicht de grachtinbuizing of overwelving te onderhouden, te ruimen en vrij te houden van alle obstakels die een goede afwatering verhinderen. Hij mag nooit de goede afwatering van derden in het gedrang brengen of wijzigen. Hij is eveneens verplicht de eventuele verharding, goot, kopmuren of wegberm boven de grachtinbuizing of overwervelving in goede staat te onderhouden zodat steeds een goede afwatering van openbare weg gegarandeerd blijft. Bij schade of breuk aan de grachtinbuizing zorgt de klant voor het herstel van de grachtinbuizing. Het aanleggen van de grachtinbuizing zelf kan door Fluvius, als rioolbeheerder, gebeuren. Hiervoor dient voorafgaand aan de werken een aanvraag ingediend te worden via https://www.fluvius.be/nl/aansluitingen/gracht-laten-inbuizen
Indien uw perceel op dit ogenblik niet bereikbaar is. Dit wil zeggen dat de te plaatsen grachtinbuizing een nieuwe en enige grachtinbuizing op uw perceel is, kan dit tot een lengte van 5 meter gratis via Fluvius.
Indien uw perceel wel reeds bereikbaar is, kan dit ook via Fluvius maar zijn alle kosten ten laste van de aanvrager
Het plaatsen van een kopmuur, greppel/goot en afvoer blijft ten laste van de aanvrager.
Het nu of in de toekomst verlengen en herstellen van de inbuizing zijn ten laste van de aanvrager.
Indien uw perceel zich langs een gewest bevindt, wordt de baangracht beheerd door het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV). AWV dient een machtiging te verlenen voor het overwelven van de baangracht. Awv kan strengere voorwaarden opleggen. De AWV-richtlijnen zijn omwille van de ligging aan een gewestweg prioritair en dienen te worden nageleefd.
De Fluvius-aansluitingsvoorwaarden voor o.a. diepte, diameter en locatie, zijn terug te vinden op www.fluvius.be.
Daarnaast dient u voor wat betreft riolering uiteraard te voldoen aan alle geldende gewestelijke, provinciale en gemeentelijke wettelijke bepalingen dienaangaande. Fluvius doet hierop geen nazicht.
Dit advies doet geen uitspraak over of nazicht op de ontworpen riolering op het privé-gedeelte.
Via https://www.vmm.be/data/zonering-en-uitvoeringsplan kan u eenvoudig nakijken in welke cluster het perceel zich bevindt en de daaraan gekoppelde verplichtingen inzake septische putten.
Als voor uw bouwproject een (her-)aansluiting op het openbaar rioleringsstelsel noodzakelijk is, dient u zo snel als mogelijk na het bekomen van de bouwvergunning een aanvraag tot aansluiting op het openbaar rioleringsnetwerk aan te vragen.
Dit kan online via www.fluvius.be. Dit is belangrijk om verloren kosten te vermijden daar wij de locatie en diepte van de aansluiting pas kunnen garanderen na realisatie van de aansluiting op openbaar domein.
Alleen Fluvius of een door ons aangestelde uitvoerder zorgt voor de realisatie van het gedeelte van de aansluiting op het openbaar domein.
Keuring privéwaterafvoer
Elke rioleringsaansluiting op het openbaar rioleringsstelsel dient een keuring van de privéwaterafvoer te ondergaan conform de wettelijke bepalingen (oa Algemeen Waterverkoopreglement en ministerieel besluit voor de keuring).
Enkel de door Fluvius erkende keurders komen voor deze keuring in aanmerking (zie website: Keuring riolering | Fluvius).
Als de privériolering niet correct en volledig volgens de wettelijke bepalingen werd uitgevoerd, zelfs als dit niet expliciet door de stedenbouwkundige vergunning werd opgelegd, behoudt Fluvius zich het recht voor om de aansluiting op het openbaar rioleringsstelsel van dit perceel te schorsen.
Alvast bedankt om zo spoedig mogelijk uw aansluitingsaanvraag in te dienen.”
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden
• Het advies van Dienst Water en Domeinen provincie Limburg d.d. 12 juli 2024 is ongunstig.
Op 29 juli 2024 werden naar aanleiding van het ongunstig advies gewijzijgde plannen ingediend. Deze werden opnieuw voor advies overgemaakt aan Dienst Water en Domeinen provincie Limburg. Zij verleenden op 22 augustus 2024 een voorwaardelijk gunstig advies, zoals aangehaald en besproken onder de titel waterparagraaf.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden.
8. ADVIES GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR
Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen, en dat het gevraagde verenigbaar is met een goede ruimtelijke ordening, mits het opleggen van voorwaarden.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar adviseert volgende voorwaarden op te leggen:
Stedenbouwkundige voorwaarden
• Er dienen minimum 2 hoogstammige bomen aangeplant te worden, waarvan 1 in de voortuin.
De bomen dienen inheemse, streekeigen en/of klimaatrobuuste bomen van minstens 2de grootte te zijn.
Bij eventuele sterfte van de boom dient de aanplant herhaald te worden.
Deze bomen moeten aangeplant worden ten laatste in het plantseizoen na de ingebruikname van de woning. Bewijs hiervan (foto’s, factuur) moet aangeleverd worden aan de dienst vergunningen en handhaving, uiterlijk 3 maanden na aanplant van de bomen
• Het advies van Fluvius moet gevolgd worden.
• Het advies van de Provincie Limburg, Dienst water en domeinen, moet gevolgd worden.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar d.d. 22/08/2024 en volgt dit standpunt integraal.
Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het voorwaardelijk afleveren van de omgevingsvergunning aan de heer Bart Claes wonende te Bokrijkseweg 99 te 3520 Zonhoven voor het bouwen van een eengezinswoning met inpandige garage, gelegen te Bokrijkseweg 105 kadastraal gekend als afdeling 2 sectie D nr. 132R119.
Volgende voorwaarden worden opgelegd:
Stedenbouwkundige voorwaarden
• Er dienen minimum 2 hoogstammige bomen aangeplant te worden, waarvan 1 in de voortuin.
De bomen dienen inheemse, streekeigen en/of klimaatrobuuste bomen van minstens 2de grootte te zijn.
Bij eventuele sterfte van de boom dient de aanplant herhaald te worden.
Deze bomen moeten aangeplant worden ten laatste in het plantseizoen na de ingebruikname van de woning. Bewijs hiervan (foto’s, factuur) moet aangeleverd worden aan de dienst vergunningen en handhaving, uiterlijk 3 maanden na aanplant van de bomen
• Het advies van Fluvius moet gevolgd worden.
• Het advies van de Provincie Limburg, Dienst water en domeinen, moet gevolgd worden.
VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR
Dossiernummer: 2024/00092
Referentie omgevingsloket: OMV_2024067888
De aanvraag, ingediend door Leander Henckens wonende te Wijvestraat 53A te 3520 Zonhoven, werd ontvangen op 09/05/2024 en op 10/07/2024 ontvankelijk en volledig verklaard.
De aanvraag gaat over een terrein, gelegen Wijvestraat 53, kadastraal gekend als afdeling 1 sectie B nr. 952D38/deel.
De aanvraag gaat over de aanleg van verhardingen en het plaatsen van een vrijstaand bijgebouw.
De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de geldende wettelijke bepalingen, (in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid, het decreet Natuurbehoud en hun uitvoeringsbesluiten).
1. STEDENBOUWKUNDIGE BASISGEGEVENS
De locatie van de aanvraag is volgens het Origineel bij Koninklijk besluit goedgekeurd gewestplan op 3 april 1979 gelegen in woongebied met landelijk karakter en woonuitbreidingsgebied.
De locatie van de aanvraag is gelegen binnen het bijzonder plan van aanleg B.P.A. BOOMSTEEG, goedgekeurd op 13 februari 2007.
De locatie van de aanvraag is niet gelegen binnen een ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
Volgende verordeningen zijn van kracht:
• algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake openluchtrecreatieve verblijven goedgekeurd op 8 juli 2005;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, .... goedgekeurd op 10 februari 2023.
2. HISTORIEK
Volgende dossiers zijn relevant:
• Omgevingsvergunning 2021/00373 voor het slopen van de bestaande bebouwing en het bouwen van 2 halfopen eengezinswoningen goedgekeurd op 07/06/2022.
• Splitsingsaanvraag artikel 5.2.2 2023/00034/SPLITSING- Wijvestraat 53-53A
• Omgevingsvergunning 2023/00234 voor het rooien van 5 bomen goedgekeurd op 06/02/2024.
• Stedenbouwkundige vergunning (1966/00104) voor het bouwen van een bergplaats - goedgekeurd op 12/07/1966.
• Stedenbouwkundige vergunning (1974/00029) voor het plaatsen van een caravan op wielen - geweigerd op 30/01/1974.
• Bouwmisdrijf dossier BI/1973/0010 voor plaatsen van een mobiele woning – PV op 23/11/1973.
3. BESCHRIJVING OMGEVING EN AANVRAAG
Beschrijving van de plaats & omgeving
Het perceel bevindt zich aan de Wijvestraat, een gemeenteweg.
De omgeving bestaat uit vrijstaande alsook halfopen bebouwing. De omgeving wordt gekenmerkt door zowel een- als meergezinswoningen al dan niet in combinatie met kleinhandelsactiviteiten en handel. Het betreft bijgevolg dan ook een zeer gevarieerd straatbeeld, dit zowel op vlak van functie, inplanting, bouwhoogte, dakprofiel alsook materiaalgebruik.
Het perceel is bebouwd met een halfopen eengezinswoning bestaande uit twee bouwlagen met een plat dak. Rechts van de woning bevindt zich een aangrenzende halfopen eengezinswoning, eveneens bestaande uit twee bouwlagen met een plat dak en dezelfde gevelmaterialen. Op het linker aangrenzend perceel staat een vrijstaande eengezinswoning bestaande uit twee bouwlagen onder een hellend dak.
Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvraag gaat over het plaatsen van een vrijstaand bijgebouw en een tuinaanleg met verhardingen.
Het vrijstaande bijgebouw wordt opgericht op 1,5m van de linker perceelsgrens en 2m van de achterste perceelsgrens met een oppervlakte van 7,56m². Het bijgebouw zal uitgevoerd worden met een plat dak met een dakrandhoogte van maximaal 2,22m. Het plaatsen van dit bijgebouw is vrijgesteld van vergunningplicht en bijgevolg is dit gedeelte van de aanvraag zonder voorwerp.
In de voortuinstrook wordt een inrit aangelegd met een oppervlakte van 46m², uitgevoerd in grind, dit met een breedte van maximaal 3m ter hoogte van de rooilijn. De inrit zal verbreden over een diepte van 8,40m vanaf de rooilijn tot een maximale breedte van 6,25m. Hierdoor is het stallen van twee voertuigen op eigen terrein mogelijk.
Vanaf de inrit wordt een toegangspad naar de voordeur aangelegd met een oppervlakte van 12,5m², uitgevoerd in niet-waterdoorlatende klinkerverharding. Het overige gedeelte van de voortuinstrook zal aangelegd worden met lage beplating. Tegen de linker perceelsgrens zal een haag aangeplant worden in Portugese laurier met een maximale hoogte van 1m over een lengte van 5m vanaf de voorste perceelsgrens. De overige haagaanplantingen op de laterale en achterste perceelsgrenzen zullen eveneens bestaan uit Portugese laurier met een maximale hoogte van 2m.
Vervolgens wordt er vanuit de oprit, in de zijtuin, een toegangspad naar de achterzijde van de woning aangelegd met een oppervlakte van 18,3m², eveneens uitgevoerd in niet-waterdoorlatende klinkerverharding. De overige onbebouwde oppervlakte in de zijtuin zal aangelegd worden met lage beplanting.
Aan de achterzijde van de woning wordt over de volledige perceelbreedte van 11,36m een niet overdekt terras aangelegd in keramische tegels met een diepte van 3m afgewerkt met een strook lage beplanting in het midden wat de totale terrasverharding brengt op een oppervlakte 31,10m².
De achtertuin zal volledig aangelegd worden met gazon, uitgezonder het vrijstaande bijgebouw.
4. OPENBAAR ONDERZOEK
Het dossier werd volgens de vereenvoudigde procedure behandeld.
Er werd bijgevolg geen openbaar onderzoek gehouden.
5. ADVIEZEN
Aan volgende adviesverleners werd advies gevraagd:
Watering De Herk
Agentschap voor Natuur en Bos
Dienst Water en Domeinen provincie Limburg.
6. PROJECT-MER
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van bijlage I, II en III van het besluit inzake projectmilieueffectrapportage van 10 december 2004 en latere wijzigingen.
7. INHOUDELIJKE BEOORDELING
Decretale beoordelingselementen
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de VCRO kan gesteld worden dat de Wijvestraat een voldoende uitgeruste openbare weg is.
De aanvraag gaat niet over de oprichting van een bedrijfswoning.
De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook.
Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.
Zonering
Het perceel is volgens het zoneringsplan voor riolering, van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), gelegen in centraal gebied. Er is al geruime tijd riolering aanwezig en die is aangesloten op een waterzuivering. Er moet geen septische put voorzien worden.
Waterparagraaf
Het decreet over het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013, legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd worden. Deze watertoets schat de eventuele schadelijke effecten in ten koste van de watersystemen bij de inname van ruimte.
Sedert de inwerkingtreding van omzendbrief OMG/2022/1 d.d. 15/12/2022 dient de vergunningverlenende overheid de watertoets op een gewijzigde manier uit te voeren bij dossiers ingediend vanaf 01/01/2023. De watertoetsprocedure werd geoptimaliseerd, er werden aandachtspunten en richtlijnen geformuleerd en het kaartmateriaal inzake overstromingsgevoelige gebieden werd aangepast.
Het voorliggende project heeft een eerder beperkte oppervlakte, maar ligt wel in een pluviaal overstromingsgebied. Daarom moet in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt is tot de veiligheid van het vergunde project zelf. Enige invloed op het watersysteem of de veiligheid van overige vergunde of vergund geachte constructies wordt, gezien de geringe oppervlakte, niet verwacht.
Op 06/08/2024 werd er door de Provincie, dienst Water en Domeinen een voorwaardelijk gunstig advies verleend.
Natuurtoets
Het perceel is gelegen binnen of grenzend aan een speciaal beschermingsgebied. Omwille de aard van het project wordt gesteld dat er geen impact is van de projectaanvraag op de natuurwaarden.
Erfgoed- & Archeologietoets
Het perceel is niet gelegen binnen een beschermd stads- of dorpsgezicht. Er zijn geen monumenten in de omgeving.
Conform het Onroerenderfgoeddecreet d.d. 12/07/2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag gezien de oppervlakte van het perceel kleiner is dan 3000 m².
Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening
De aanvraag voldoet volledig aan de voorschriften van het BPA. Gezien deze voorschriften de criteria van een goede ruimtelijke ordening weergeven, stemt de aanvraag hiermee overeen.
De aanvraag creëert voldoende woonkwaliteit en gebruiksgenot voor de bewoners. De footprint op het perceel voldoet aan de normen die de gemeente Zonhoven nastreeft.
Het aangevraagde vrijstaande bijgebouw wordt ingeplant op 2m van de achterste perceelsgrens en op 1,5m van de linker perceelsgrens met een oppervlakte van 7.56m² en een maximale hoogte van 2,22m. Het plaatsen van dit vrijstaande bijgebouw is dus vrijgesteld van vergunningplicht, bijgevolg is dit gedeelte van de aanvraag zonder voorwerp.
Bespreking van de adviezen
• Agentschap voor Natuur en Bos heeft op 1 augustus 2024 aangegeven dat ze geen advies gaan verstrekken.
• Het advies van Dienst Water en Domeinen provincie Limburg d.d. 6 augustus 2024 is voorwaardelijk gunstig.
“ DOSSIER: DE AANLEG VAN VERHARDINGEN EN HET PLAATSEN VAN EEN VRIJSTAAND BIJGEBOUW
DEEL 1 INLICHTINGENFICHE
Aanvrager:
naam en adres: Henckens Leander, Wijvestraat 53A te 3520 Zonhoven
telefoon: 0498 21 22 13
e-mailadres: leanderhenckens@hotmail.com
Ligging van het perceel:
kadaster: gemeente Zonhoven, afdeling 1, sectie B, nr. 952D38/deel
adres: Wijvestraat 53
gelegen in een pluviaal overstromingsgebied
Waterloop en machtiging
stroomgebied van de onbevaarbare waterlopen: ZONDERIKBEEK, nummer 351, categorie: 2de
watering: gelegen in de Watering De Herk
andere betrokken waterbeheerder: Watering De Herk
DEEL 2 WATERADVIES I.V.M. DE WATERTOETS
(art. 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018)
1 Beschrijving van het watersysteem
• Het betreft een activiteit binnen het stroomgebied van een onbevaarbare waterloop van 2de categorie.
• Het perceel is volgens het gewestplan gelegen in woongebieden met landelijk karakter.
• Het perceel is daarenboven gelegen in:
o een vogelrichtlijngebied, een habitatgebied (SBZ)
o het bekken van de Demer
o het deelbekken van de Midden-Demer.
2 Waterplannen
Het stroomgebiedbeheerplan van de Schelde is van toepassing.
2024-08-01
p r o v i n c i e Limburg
Directie Omgeving
Waterbeheer
Dossier
2024N119022 - 2024 - 1235
OMV 2024067888 2
3 Toetsen aan de doelstellingen decreet integraal waterbeheer, gecoördineerd op 15 juni 2018 – artikel 1.2.2
De adviesvraag handelt over:
richtlijn gewijzigd overstromingsregime
Richtlijn gewijzigd overstromingsregime
Het perceel is gelegen in een pluviaal overstromingsgebied of aan de rand ervan er komen echter geen constructies binnen het overstromingsgevoelig gebied.
Er mag aangelegd worden omdat de berging die verloren gaat, beperkt blijft en er dus geen bijkomende schade veroorzaakt wordt aan derden of aan het watersysteem voor zover voldaan wordt aan de onderstaande constructievoorwaarden:
Ophoging van het perceel mogen niet gebeuren vanaf 8 meter ten Zuiden richting het Zuiden van de woning volgens bijgevoegde figuur 1, pluviale kaarten.
Figuur 1; Pluviale kaarten
De hoogte van het terrein op het plangebied ter hoogte van de pluviale overstromingszone (figuur 2) bedraagt volgens het hoogtemodel 39-39.1 TAW en dient behouden te blijven.
Figuur 2; Noordelijk 39.1 TAW en Zuidelijk 39.0 TAW (blauwe stippen)
DEEL 3 CONCLUSIES ONDERZOEK WATERBEHEERDER
Uit de toepassing van de nadere regels voor de toepassing van de watertoets bij besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006, en latere wijzigingen, is gebleken dat de aanleg van verhardingen en het plaatsen van een vrijstaand bijgebouw een verandering van de toestand van watersystemen (of bestanddelen ervan) tot gevolg heeft. Deze verandering heeft geen betekenisvol schadelijk effect op het watersysteem voor zover de volgende voorwaarden worden opgenomen in de vergunning:
- Ophoging van het perceel mogen niet gebeuren vanaf 8 meter ten Zuiden richting het Zuiden van de woning volgens bijgevoegde figuur 1, pluviale kaarten.
- De hoogte van het terrein op het plangebied ter hoogte van de pluviale overstromingszone (figuur 2) bedraagt volgens het hoogtemodel 39-39.1 TAW en dient behouden te blijven.
Het wateradvies is dan ook voorwaardelijk gunstig.
Opgesteld te Hasselt d.d. 1 augustus 2024”
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden.
• Het advies van Watering De Herk d.d. 8 augustus 2024 is voorwaardelijk gunstig.
“Watering de Herk geeft een voorwaardelijk gunstig advies.
De adviesvraag handelt over: richtlijn gewijzigd overstromingsregime
Richtlijn gewijzigd overstromingsregime
Het perceel is gelegen in een pluviaal overstromingsgebied of aan de rand ervan er komen echter geen constructies binnen het overstromingsgevoelig gebied. Er mag aangelegd worden omdat de berging die verloren gaat, beperkt blijft en er dus geen bijkomende schade veroorzaakt wordt aan derden of aan het watersysteem voor zover voldaan wordt aan de onderstaande constructievoorwaarden:
• Ophoging van het perceel mogen niet gebeuren vanaf 8 meter ten Zuiden richting het Zuiden van de woning.
• De hoogte van het terrein op het plangebied ter hoogte van de pluviale overstromingszone bedraagt volgens het hoogtemodel 39-39.1 TAW en dient behouden te blijven.
CONCLUSIES ONDERZOEK WATERBEHEERDER
Uit de toepassing van de nadere regels voor de toepassing van de watertoets bij besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006, en latere wijzigingen, is gebleken dat de aanleg van verhardingen en het plaatsen van een vrijstaand bijgebouw een verandering van de toestand van watersystemen (of bestanddelen ervan) tot gevolg heeft. Deze verandering heeft geen betekenisvol schadelijk effect op het watersysteem voor zover de volgende voorwaarden worden opgenomen in de vergunning:
• Ophoging van het perceel mogen niet gebeuren vanaf 8 meter ten Zuiden richting het Zuiden van de woning.
• De hoogte van het terrein op het plangebied ter hoogte van de pluviale overstromingszone bedraagt volgens het hoogtemodel 39-39.1 TAW en dient behouden te blijven.
De verharde oppervlakte bedraagt minder dan 1000 m² dan wordt er door de waterbeheerder geen uitspraak gedaan over de GSV hemelwater. Het is aan de vergunningverlener om na te gaan of hieraan voldaan wordt.
De watering is waterbeheerder voor dit projectgebied, maar voor zowel het advies in het kader van de bindende bepalingen in verband met de waterloop (afstandsregels en machtigingen) als het advies in het kader van de watertoets treedt de Dienst Water en Domeinen van de provincie Limburg op als ondersteunende adviesverlenende instantie.
De watering neemt dit advies met de hierin opgenomen beoordeling en conclusie over en maakt dit advies tot het hare.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden.
8. ADVIES GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR
Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen, en dat het gevraagde niet verenigbaar is met een goede ruimtelijke ordening, mits het opleggen van voorwaarden.
Gezien het aangevraagde vrijstaand bijgebouw als vrijgesteld beschouwd kan worden, worden hier verder geen uitspraken over gedaan.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar adviseert volgende voorwaarden op te leggen:
Stedenbouwkundige voorwaarden
• Het advies van Dienst Water en Domeinen provincie Limburg moet gevolgd worden.
• Het advies van Watering De Herk moet gevolgd worden.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar d.d. 26/08/2024 en volgt dit standpunt integraal.
Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het voorwaardelijk afleveren van de omgevingsvergunning aan Leander Henckens wonende te Wijvestraat 53A te 3520 Zonhoven voor de aanleg van verhardingen en het plaatsen van een vrijstaand bijgebouw, gelegen te Wijvestraat 53 kadastraal gekend als afdeling 1 sectie B nr. 952D38/deel.
Volgende voorwaarden worden opgelegd:
Stedenbouwkundige voorwaarden
VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR
Dossiernummer: 2024/00093
Referentie omgevingsloket: OMV_2024068274
De aanvraag, ingediend door de heer SVEN KENIS wonende te Hendrik van Veldekesingel 9/11 te 3500 Hasselt, werd ontvangen op 12/05/2024 en op 12/07/2024 ontvankelijk en volledig verklaard.
De aanvraag gaat over een terrein, gelegen Hennepveldweg 5, kadastraal gekend als afdeling 3 sectie E nr. 526R.
De aanvraag gaat over het slopen van overdekte constructies en verhardingen, het verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning, het bouwen van een vrijstaand bijgebouw, de aanleg van verhardingen, de regularisatie van een gesloten afsluiting.
De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de geldende wettelijke bepalingen, (in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid, het decreet Natuurbehoud en hun uitvoeringsbesluiten).
1. STEDENBOUWKUNDIGE BASISGEGEVENS
De locatie van de aanvraag is volgens het Origineel bij Koninklijk besluit goedgekeurd gewestplan op 3 april 1979 gelegen in woongebied met landelijk karakter.
De locatie van de aanvraag is niet gelegen binnen een bijzonder plan van aanleg.
De locatie van de aanvraag is niet gelegen binnen een ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
Volgende verordeningen zijn van kracht:
• algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake openluchtrecreatieve verblijven goedgekeurd op 8 juli 2005;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, .... goedgekeurd op 10 februari 2023.
2. HISTORIEK
Volgende dossiers zijn relevant:
• Stedenbouwkundige vergunning (1960/00136) voor het bouwen van een woonhuis - goedgekeurd op 28/11/1960.
• Stedenbouwkundige vergunning (1972/00108) voor het bouwen van een garage - goedgekeurd op 02/06/1972.
3. BESCHRIJVING OMGEVING EN AANVRAAG
Beschrijving van de plaats & omgeving
Het perceel bevindt zich aan de Hennepveldweg, een gemeenteweg in de buurt Korenmolen.
De nabije omgeving bestaat hoofdzakelijk uit vrijstaande eengezinswoningen, gelegen in woongebied met landelijk karakter. De bebouwing bestaat er uit één tot twee bouwlagen onder voornamelijk hellende daken.
Het perceel is momenteel bebouwd met een eengezinswoning en een vrijstaande garage die niet volgens de vergunning gebouwd zijn. Volgens onze informatie is er in de achtertuin ook nog een tuinhuis zonder vergunning geplaatst en zijn er zonder vergunningen verhardingen aangelegd in de voor-, zij- en achtertuin.
Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvraag gaat over het slopen van alle vrijstaande bijgebouwen en het verwijderen van alle verhardingen, het verbouwen, uitbreiden en de regularisatie van de inplanting van een eengezinswoning, het plaatsen van verhardingen en het bouwen van een vrijstaand tuinprieel.
De woning zal ingeplant worden op 3 meter van de linker en 3,2 meter van de rechter perceelgrens en tenminste 5,55 meter van de voorste perceelsgrens. De bouwdieptes van het gelijkvloers en de verdieping zullen 16 meter en 8,7 meter bedragen.
De woning beschikt op de verdieping over een vlinderdak met een kroonlijsthoogte van 6,51 meter ten opzichte van het maaiveld. De achterbouw beschikt over een lessenaarsdak waarvan de dakrand een hoogte heeft van 5,1 meter ten opzichte van het verlaagde maaiveld.
De uitbreiding aan de achterzijde van de woning wordt uitgevoerd in een zwarte baksteen met aluminium ramen in een antraciet kleur.
Ook het hoofdgebouw krijgt nieuw aluminium buitenschrijnwerk in antracietkleur. Na verbouwing wordt de gevelsteen van het hoofdgebouw wit geschilderd.
Naast de inrit en het toegangspad naar de woning wordt in de zijtuin een extra waterdoorlatende verharding van 26 m² aangelegd, op 0,45 meter van de rechter perceelsgrens, met voldoende ruimte voor het parkeren van een wagen. Tegen de achtergevel wordt in hetzelfde materiaal een terras aangelegd van 28,5m² waarvan 18,5 geïntegreerd wordt onder het dak van de achterbouw. Vanwege het hoogteverschil in het terrein wordt dit terras toegankelijk gemaakt via trappen uit niet-waterdoorlatende tegels.
In de tuinzone wordt er tegen de achterste en de rechter perceelsgrens een vrijstaand tuinprieel gebouwd met een oppervlakte van 39,31 m² en een hoogte van 3 meter. Het tuinprieel wordt opgetrokken uit zwart metselwerk en afgewerkt met trespa en aluminium in dezelfde kleur. Ook het aluminium buitenschrijnwerk van het bijgebouw heeft een antracietgrijze kleur.
Het terrein ligt rondom de hoofdbouw vrij vlak, maar helt vanaf ongeveer 21 meter van de rooilijn aanzienlijk af tot 0,32m onder de as van de weg. Het terreinprofiel wijzigt niet, met uitzondering van de open infiltratievoorziening in de tuinzone op tenminste 1 meter van de perceelsgrenzen.
Men tracht de regularisatie te bekomen van de draadafsluiting bekleed met zwarte doek met een hoogte van 2,2 meter in de tuinzone langs de linker perceelsgrens. Langsheen de achterste perceelsgrens wordt een draadafsluiting met een hoogte van 1,2 meter voorzien en langs de rechter perceelsgrens een houten schutting met een hoogte van 1,8m. De toegang tot het perceel wordt voor voertuigen langs de rooilijn beperkt door een muurtje met een hoogte van 0,2 meter.
Het aandeel aan verhardingen en constructies op het perceel bedraagt ca. 41% en de verhardingsgraad van de voortuin ongeveer 29%.
4. OPENBAAR ONDERZOEK
Het dossier werd volgens de vereenvoudigde procedure behandeld.
Er werd bijgevolg geen openbaar onderzoek gehouden.
5. ADVIEZEN
Er zijn geen adviezen vereist.
6. PROJECT-MER
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van bijlage I, II en III van het besluit inzake projectmilieueffectrapportage van 10 december 2004 en latere wijzigingen.
7. INHOUDELIJKE BEOORDELING
Decretale beoordelingselementen
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de VCRO kan gesteld worden dat de Hennepveldweg een voldoende uitgeruste openbare weg is.
De aanvraag gaat niet over de oprichting van een bedrijfswoning.
De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook.
Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.
Zonering
Het perceel is volgens het zoneringsplan voor riolering, van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), gelegen in centraal gebied. Er is geruime tijd riolering aanwezig. Toch moet er ten gevolge van de toestand van de openbare riolering een septische put voorzien worden. Dit zal als voorwaarde worden opgelegd in de vergunning.
Waterparagraaf
Het decreet over het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013, legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd worden. Deze watertoets schat de eventuele schadelijke effecten in ten koste van de watersystemen bij de inname van ruimte.
Sedert de inwerkingtreding van omzendbrief OMG/2022/1 d.d. 15/12/2022 dient de vergunningverlenende overheid de watertoets op een gewijzigde manier uit te voeren bij dossiers ingediend vanaf 01/01/2023. De watertoetsprocedure werd geoptimaliseerd, er werden aandachtspunten en richtlijnen geformuleerd en het kaartmateriaal inzake overstromingsgevoelige gebieden werd aangepast.
Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt noch in een pluviaal, noch in een fluviaal overstromingsgebied. Het terrein is logischerwijze evenmin in een gebied voor zeeoverstromingen gesitueerd.
Daarom moet in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel door de toename van de verharde oppervlakte wordt de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit moet gecompenseerd worden overeenkomstig de normen vastgelegd in de geldende gewestelijke hemelwaterverordening:
De plannen geven aan dat de som van de nieuw opgerichte constructies een horizontale dakoppervlakte van 197,89 m² genereert. Een hemelwaterput wordt voorzien met een inhoud van 15000 liter voor de recuperatie van het hemelwater voor wasmachine, dienstkraan, poetswater en toiletten. De overloop van de hemelwaterput wordt aangesloten op een infiltratievoorziening waarvan de oppervlakte en het volume voldoen aan de verordening.
De verordening is niet van toepassing op de aanleg van de voorziene verhardingen. Het hemelwater dat op de verharding valt, wordt namelijk niet opgevangen en afgevoerd, maar kan volgens de aanvraag op natuurlijke wijze op eigen terrein in de bodem infiltreren.
Gezien de aanvraag voldoet aan de hemelwaterverordening, doorstaat deze ook de droogtetoets. Het effect van droogte wordt namelijk gemilderd door het regenwater dat op het terrein terecht komt maximaal vast te houden.
Natuurtoets
Het perceel is niet gelegen binnen of grenzend aan een speciaal beschermingsgebied. Omwille van de ligging, de aard van het project en de afstand tot de waardevolle natuurgebieden wordt gesteld dat er geen impact is van de projectaanvraag op de natuurwaarden.
Erfgoed- & Archeologietoets
Het perceel is niet gelegen binnen een beschermd stads- of dorpsgezicht. Er zijn geen monumenten in de omgeving. 
Conform het Onroerenderfgoeddecreet d.d. 12/07/2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag gezien de oppervlakte van het perceel kleiner is dan 3000 m² en het goed zich niet in een beschermde archeologische site en ook niet in een vastgestelde archeologische zone bevindt.
Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De bestaande woonfunctie blijft behouden en is functioneel inpasbaar op deze locatie.
Mobiliteitsimpact
De gemeente Zonhoven hanteert volgende parkeernorm voor een woning: 1,5 autostaanplaatsen per wooneenheid.
De aanvraag komt hieraan tegemoet. De noodzakelijke inrit naar de woning en de extra verharding in de zijtuin biedt voldoende ruimte om aan de parkeernormen voor zowel bezoekers als bewoners te voldoen.
Schaal
De afmetingen van de woning vallen op de meeste vlakken binnen de normen die door de gemeente Zonhoven aangehouden worden. De maximale hoogte van de kroonlijst ligt met 6,51m onbeduidend maar aanvaardbaar boven de norm van 6,5m. Zeker gezien de uitzonderlijke vorm van het dak. De hoogte van de dakrand van de achterbouw ligt met 5,1m voldoende onder de norm van 6m. Omdat de voorschriften betreffende de minimale afstand van 3 meter tot de zijdelingse perceelsgrenzen gevolgd worden, is ook de breedte van de woning aanvaardbaar. De bouwdiepte van het gelijkvloers bedraagt 16 meter, wat boven de norm van 15m is. Dit is uitzonderlijk aanvaardbaar omdat de bouwdiepte zich niet over de hele breedte van de woning uitstrekt, het terras voor het merendeel onder het dak geïntegreerd wordt, de vergunde bouwdiepte van de woning op het perceel aan de zuidkant nog groter is en de achtergevel van de woning op het naastliggende noordelijke perceel, door de vergunde inplanting, ongeveer op gelijke afstand tot de as van de weg zal liggen.
Het tuinprieel valt qua oppervlakte en qua hoogte met respectievelijk 39,31m² en 3m binnen de voorschriften van het Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is d.d. 16/07/2010 en is aanvaardbaar.
Op de linkerperceelsgrens wordt in de tuinzone een gesloten afsluiting voorzien met een aanvaardbare hoogte van 2,2m.
Ruimtegebruik en bouwdichtheid
Aangezien het een ééngezinswoning betreft, is ook de woondichtheid aanvaardbaar.
De bepaling inzake de minimale afstand van 3 meter tot de perceelsgrenzen wordt aangehouden. De regularisatie van de inplanting van de woning op 5,55m van de voorste perceelsgrens is aanvaardbaar aangezien deze voldoet aan de minimale vereiste van 5 meter, de voorgevel bovendien gelijk ligt met de voorgevel van de woning op het naastliggende perceel aan de linkerzijde en het ruimtelijk rendement van deze inplanting nog steeds een aanzienlijke verbetering is ten opzichte van sommige andere woningen in de omgeving.
Het percentage aan verhardingen en constructies op het perceel ligt met ongeveer 41% op een, voor een perceel van deze afmetingen, nog aanvaardbare marge boven de norm van 40%. De voortuin is slechts voor 29% verhard wat onder de aangehouden 50% ligt.
Visueel-vormelijke elementen
De uiterlijke kenmerken van de woning veranderen in die zin dat de gevelsteen wit geverfd zal worden. Het buitenschrijnwerk en de afwerking van de buitengevel krijgt een nieuwe look in zwart en antraciet aluminium. Dit modern kleurenschema vinden we tegenwoordig wel meer terug, ook in de omgeving. De werken zijn op visueel-vormelijk vlak dan ook aanvaardbaar en inpasbaar in de omgeving.
Cultuurhistorische aspecten
Het perceel is niet gelegen in of nabij een beschermd dorpsgezicht. De aanvraag is niet gelegen in een beschermde archeologische site. De aanvraag is, bekeken vanuit de erfgoedaspecten, aanvaardbaar.
Bodemreliëf
Volgens de aanvraag wordt het bestaande reliëf niet gewijzigd. De aanvraag verduidelijkt niet hoe de aansluiting op de aanpalende percelen zal gebeuren. Om hinder op vlak van o.a. de waterhuishouding te voorkomen, moeten volgende voorwaarden worden opgelegd:
* Een strook van 1 m langsheen de perceelsgrenzen mag bij eventuele terreinwijzigingen nooit hoger worden gebracht dan het niveau van de aanpalende percelen.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
In de schuine gevel aan de achterzijde van de achterbouw, bevindt er zich een groot raam voorbij de voorgeschreven bouwdiepte van 15m. Dit komt het gebruiksgenot van de eethoek en de keuken ten goede. Enige impact van deze gevelopening op de privacy en het gebruiksgenot van de eigenaars van het linker perceel is minimaal aangezien dit venster zich op het gelijkvloers bevindt, uitzicht biedt op het overdekt terras en de afstand tot de perceelsgrens 6,95m bedraagt.
Enige hinder die wordt ervaren door het tuinprieel tegen de achterste en de rechter perceelsgrens is aanvaardbaar gezien de dimensies van het prieel voldoen aan de bepalingen in het Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is d.d. 16/07/2010 en er getekende akkoordverklaringen van van de aangelanden aan het dossier zijn toegevoegd waarin door deze aangelanden expliciet toelating wordt gegeven voor het plaatsen van het tuinprieel conform de aanvraag.
De gesloten draadafsluiting in de tuinzone ter hoogte van de linker perceelsgrens wordt bekleed met zwarte doek. Afsluitingen mogen in Zonhoven enkel bestaan uit een levende haag of een open draadafsluiting die al dan niet begroeid is. Ook een houten schutting, in een duurzame houtsoort, begroeid met klimplanten, is mogelijk. De groenaanplant moet echter steeds gebeuren met respect voor de wettelijke afstanden. De plaatsing van kunststof doeken, zeilen of andere bekledingen in kunststof, in de vorm van een afsluiting of tegen een draadafsluiting (‘kunsthaag’), wordt niet toegelaten. De regularisatie van de gesloten draadafsluiting bekleed met zwarte doek is niet aanvaardbaar. Dit zal als voorwaarde worden opgelegd in de vergunning.
8. ADVIES GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR
Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen, en dat het gevraagde verenigbaar is met een goede ruimtelijke ordening, mits het opleggen van voorwaarden.
Gezien het slopen van de vrijstaande bijgebouwen en het verwijderen van de verhardingen, het plaatsen van de open afsluiting langs de achterste perceelsgrens en de gesloten afsluitingen langs de rechter en de voorste perceelsgrenzen als vrijgesteld beschouwd kunnen worden, worden hier verder geen uitspraken over gedaan.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar adviseert volgende voorwaarden op te leggen:
Stedenbouwkundige voorwaarden
• Een septische put moet voorzien worden die voldoet aan de aanbevelingen uit de Technische Toelichting bij de code van goede praktijk voor rioleringssystemen.
• Een strook van 1m langsheen de perceelsgrenzen mag bij eventuele terreinwijzigingen nooit hoger gebracht worden dan het niveau van de aanpalende percelen.
• De zwarte draadafsluiting in de tuinzone langsheen de linker perceelsgrens mag enkel bedekt worden met begroeiing. Enige andere bekleding is niet toegestaan.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar d.d. 28/08/2024 en volgt dit standpunt integraal.
Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het voorwaardelijk afleveren van de omgevingsvergunning aan de heer Sven Kenis wonende te Hendrik van Veldekesingel 9/11 te 3500 Hasselt voor het slopen van overdekte constructies en verhardingen, het verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning, het bouwen van een vrijstaand bijgebouw, de aanleg van verhardingen, de regularisatie van een gesloten afsluiting, gelegen te Hennepveldweg 5 kadastraal gekend als afdeling 3 sectie E nr. 526R.
Volgende voorwaarden worden opgelegd:
Stedenbouwkundige voorwaarden
verslag GEMEENTELIJKE omgevingsambtenaar
De aanvraag betreft het verkavelen van een grond in 2 loten waarbij lot 1 voor open bebouwing en lot 2 uit de verkaveling wordt gesloten om samen te voegen bij het perceel 163L dat grenst aan de Hortweidenweg.
De aanvraag werd op 25 maart 2024 ontvangen.
Op 19 april 2024 werd aanvullende informatie opgevraagd.
Op 23 april 2024 werd de gevraagde aanvullende informatie aangeleverd.
Op 22 mei 2024 werd de aanvraag ontvankelijk en volledig verklaard.
De gewone vergunningsprocedure wordt gevolgd.
Er werd een openbaar onderzoek gehouden, lopende van 1 juni 2024 tot en met 30 juni 2024, gesloten zonder bezwaarschriften.
HISTORIEK VAN HET EIGENDOM WAAROP DE AANVRAAG BETREKKING HEEFT
1087.B.874.2: weigering op 25 mei 2009 voor het verkavelen van een eigendom.
Uit de gegevens waarover de gemeente beschikt, blijkt niet dat voor het voorwerp van de aanvraag een PV is opgesteld noch dat een meerwaarde werd opgelegd of dat op het goed een vonnis of arrest rust. Er zijn ook geen geschriften bekend waaruit zou blijken dat er wederrechtelijke werken werden uitgevoerd.
OPENBAAR ONDERZOEK
Overeenkomstig artikel 17 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hoofdstuk 3 Toepassingsgebied van de gewone en vereenvoudigde procedure, artikels 11 t.e.m. 14 van het besluit tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning, werd dit dossier volgens de gewone procedure behandeld.
Er werd bijgevolg een openbaar onderzoek gehouden.
Het openbaar onderzoek werd georganiseerd van 1 juni 2024 tot en met 30 juni 2024. Er werden geen bezwaren ingediend.
ADVIEZEN
Op 22/05/2024 werd advies gevraagd aan Proximus.
Op 22/05/2024 werd advies gevraagd aan De Watergroep.
Op 22/05/2024 werd advies gevraagd aan Fluvius System Operator.
Op 22/05/2024 werd advies gevraagd aan Dienst Facilitair Management.
Op 22/05/2024 werd advies gevraagd aan Wyre.
MILIEUEFFECTENRAPPORTAGE
Het project komt voor op bijlage III van het project-mer-besluit wat maakt dat een project MER opgemaakt moet worden, tenzij de initiatiefnemer via een project-mer-screening kan aantonen dat het project geen aanzienlijke milieueffecten zal veroorzaken. Er werd een project-mer-screening bij de aanvraag gevoegd. De effecten op milieu en omgeving werden voldoende omschreven en uit de screening bleek dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
STEDENBOUWKUNDIG ADVIES
TOETSING AAN DE REGELGEVING EN VOORSCHRIFTEN
OVEREENSTEMMING MET BESTEMMINGS- EN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
Gewestplan
De aanvraag is volgens het geldende gewestplan Hasselt - Genk, goedgekeurd bij Koninklijk besluit op 3 april 1979, deels gelegen in woongebied en deels gelegen in woongebied met landelijk karakter.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van een goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen en latere wijzigingen).
De woongebieden met landelijk karakter zijn in hoofdzaak bestemd “voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven”. Zowel bewoning als landbouw zijn bijgevolg de hoofdbestemmingen van het gebied, en beide bestemmingen staan er op gelijke voet. Daarnaast kunnen eveneens de andere inrichtingen, voorzieningen en activiteiten, zoals in woongebied worden toegelaten (artikel 6 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg, noch in een ruimtelijk uitvoeringsplan, noch in een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
De aanvraag voldoet principieel aan de geldende bestemmingsvoorschriften.
WATERTOETS
Het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013 en het wijzigingsbesluit van 25 november 2022, verplicht de vergunningverlenende overheid om de watertoets uit te voeren bij elke aanvraag tot omgevingsvergunning. Dit decreet vormt het juridisch kader voor het integraal waterbeleid in Vlaanderen. Het decreet bevat ook de omzetting van de kaderrichtlijn Water en de Overstromingsrichtlijn.
De watertoets werd uitgevoerd op 22 mei 2024. Hieruit bleek dat geen adviezen dienden aangevraagd te worden.
Algemeen kan wel gesteld worden dat:
• Het toekomstig project dient te voldoen aan de gewestelijke stedenbouwkundige hemelwaterverordening. (uitdrukkelijke aandacht voor de noodzakelijke inhoud van de hemelwaterput, aanleg van gescheiden stelsel en infiltratievoorziening).
• Indien er ondergrondse constructies worden opgericht, de bemaling voldoet aan de voorwaarden zoals opgelegd in Vlarem II.
• Een permanente drainage, ook al is dit in functie van een aanleg van een ondergrondse constructie, mag niet voorzien worden aangezien permanente drainage een continue verlaging van de grondwaterstand tot gevolg heeft.
DECRETALE BEOORDELINGSELEMENTEN
Art. 4.3.5.
§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie “wonen”, “verblijfsrecreatie”, “dagrecreatie”, met inbegrip van sport, “detailhandel”, “dancing”, “restaurant en café”, “kantoorfunctie”, “dienstverlening”, “vrije beroepen”, “industrie”, “bedrijvigheid”, “gemeenschapsvoorzieningen” of “openbare nutsvoorzieningen”, kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.
§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken.
Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.
De omgevingsaanvraag voor het verkavelen van deze grond is gelegen langsheen Betteshof, een voldoende uitgeruste weg.
De aanvraag voldoet aan deze bepaling.
ARCHEOLOGIENOTA
Conform het Onroerenderfgoeddecreet de dato 12 juli 2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag. Indien men niet verplicht is tot het opstellen van een archeologienota en tijdens de uitvoering komen er toch archeologische sporen of vondsten aan het licht, dan dient de bouwheer dit te melden binnen de 3 dagen aan het agentschap Onroerend Erfgoed (www.onroerenderfgoed.be).
VERKAVELINGSVERGUNNINGSPLICHT
Artikel 4.2.15. § 1. Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden een stuk grond verkavelen voor woningbouw of voor het opstellen van vaste of verplaatsbare constructies die voor bewoning kunnen worden gebruikt.
Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden kan worden aangevraagd en verleend voor het verkavelen voor de aanleg en het bebouwen van terreinen voor andere functies.
§ 2. Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden omvat reglementaire voorschriften aangaande de wijze waarop de verkaveling ingericht wordt en de kavels bebouwd kunnen worden.
§ 3. De verkavelaar zorgt ervoor dat de in de verkaveling opgenomen loten kunnen aansluiten op alle voorzieningen van openbaar nut die vereist worden door het vergunningverlenende bestuursorgaan. In voorkomend geval bepaalt de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden op welke wijze in de nodige infrastructuur voor de nutsvoorzieningen wordt voorzien.
Artikel 4.2.16. § 1. Een kavel uit een vergunde verkaveling of verkavelingsfase kan enkel verkocht worden, verhuurd worden voor méér dan negen jaar, of bezwaard worden met een recht van erfpacht of opstal, nadat de verkavelingsakte door de instrumenterende ambtenaar is verleden.
§ 2. De verkavelingsakte wordt eerst verleden na overlegging van een attest van het college van burgemeester en schepenen, waaruit blijkt dat, voor de volledige verkaveling of voor de betrokken verkavelingsfase, het geheel van de lasten uitgevoerd is of gewaarborgd is door:
1° de storting van een afdoende financiële waarborg;
2° een door een bankinstelling op onherroepelijke wijze verleende afdoende financiële waarborg.
Het attest, vermeld in het eerste lid, kan worden afgeleverd indien de vergunninghouder deels zelf de lasten heeft uitgevoerd, deels de nodige waarborgen heeft gegeven.
OVERIGE REGELGEVING
Erfdienstbaarheden
Uit het verkavelingsplan, opgesteld door landmeter – expert Guy Gillissen, blijkt dat er geen waterlopen noch erfdienstbaarheden aanwezig zijn op het terrein. Hier dient dan ook geen rekening mee gehouden te worden in voorliggende aanvraag.
Decreet grond- en pandenbeleid – bescheiden woonaanbod
De aanvraag voorziet minder dan 10 loten bestemd voor woningbouw, noch heeft de verkaveling een grondoppervlakte die groter is dan een halve hectare.
De verkaveling sluit niet aan op een andere, ook door de aanvrager te ontwikkelen perceel, die samen met de percelen waarop de aanvraag betrekking heeft, een oppervlakte van meer dan een halve hectare beslaan. Er dient bijgevolg geen sociaal, noch bescheiden woonaanbod gerealiseerd te worden.
Slopen
Alle bebouwing op lot 1 dient afgebroken/verwijderd te worden alvorens er een verkoop van een lot en / of een omgevingsvergunning voor het bebouwen van een lot kan bekomen worden. De volledige verkaveling dient vrij en onbelast te zijn van materialen.
De aanvraag is verenigbaar met de regelgeving.
TOETSING AAN DE GOEDE RUIMTELIJKE ORDENING
OMSCHRIJVING VAN DE FEITELIJKE AANVRAAG
De aanvraag betreft het verkavelen van een grond in 2 loten waarbij lot 1 voor open bebouwing en lot 2 uit de verkaveling wordt gesloten om samen te voegen bij het perceel 163L dat grenst aan de Hortweidenweg.
BEOORDELING VAN DE GOEDE RUIMTELIJKE ORDENING
De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen:
1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;
2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in 1°, in rekening brengen. In de nabije omgeving worden bevinden zich voornamelijk eengezinswoningen in open verband.
Omschrijving ligging en omgeving
Het perceel van de aanvraag is gelegen aan Betteshof een recent ontwikkelde verkaveling van het binnengebied gelegen tussen de Hoeveweg en de Ekkersputstraat. De nieuw gebouwde woningen in de onmiddellijke omgeving zijn vrijstaande woningen dewelke hoofdzakelijk bestaan uit 2 bouwlagen en afgedekt worden met een schuin of plat dak.
Verkavelingsvoorwerp
Het verkavelingsontwerp voorziet in het oprichten van 1 open eengezinswoning met maximaal 2 bouwlagen en een hellend of plat dak. De woning wordt opgericht op minimaal 5 meter uit de rooilijn en op minimum 3 meter van de zijdelingse perceelgrenzen zoals weergegeven op het inplantingsplan. De bouwdiepte op het gelijkvloers bedraagt maximaal 15 meter vanaf de bouwlijn en de bouwdiepte op de verdieping bedraagt 12 meter vanaf de bouwlijn. Lot 1 heeft een oppervlakte van 1.400m². De achtertuinzone bedraagt meer dan 35 meter. De bouwstrook heeft een maximale breedte van 12 meter op de voorgevelbouwlijn.
Functionele inpasbaarheid in de onmiddellijke en ruime omgeving
Het voorzien van een open eengezinswoning, met een kleinschalige ondergeschikte nevenbestemming op het gelijkvloers of een zorgwoning is functioneel inpasbaar in de onmiddellijke en ruime omgeving.
Mobiliteitsimpact
Het college van burgemeester en schepenen verwacht bij het oprichten van een eengezinswoning principieel een aantal autostaanplaatsen dat overeenkomt met 1,5 per woongelegenheid. De last van het autobezit kan niet volledig op het openbaar domein worden afgeschoven. Er moet een inpandige garage en/of carport voorzien worden of een carport in de zijtuinstrook om de tuin te vrijwaren van overdreven bebouwing en verharding.
De voorschriften voorzien enkel een bijgebouw in functie van een tuinberging of garage. Het stallen van auto’s in het vrijstaande bijgebouw zal niet worden toegestaan om de tuinen maximaal te vrijwaren van bebouwing en verharding. Bijgebouwen zijn uitsluitend bestemd voor ondersteunende functies die inherent verbonden zijn met de hoofdbestemmingen van het hoofdgebouw zoals de berging van goederen en gebruiksvoorwerpen. Ondanks het feit dat er geen garages worden toegestaan in de vrijstaande bijgebouwen, kan het parkeren op eigen terrein gebeuren. De aanvraag heeft geen negatieve impact op de mobiliteit.
De schaal van de voorgenomen werken
De nieuw gebouwde woningen in de onmiddellijke omgeving zijn vrijstaande woningen dewelke hoofdzakelijk bestaan uit 2 bouwlagen en afgedekt worden met een schuin of plat dak. De maximale bouwdiepte van 15 meter op het gelijkvloers en 12 meter op de verdieping, een maximale kroonlijsthoogte van 6 meter met een zadeldak of 6,5 meter met plat dak (hetgeen een hedendaagse manier van compact bouwen betreft die algemeen aanvaard wordt) stemt overeen met de normaal gehanteerde normen voor bebouwing in deze omgeving en zijn aanvaardbaar.
Het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
De inplanting van de nieuwe woning wordt voorzien op minimum 5 meter uit de rooilijn en op minimum 3 meter van de zijdelingse perceelgrens zoals voorzien op het verkavelingsplan. Deze inplanting sluit aan bij de normaal gehanteerde normen voor bebouwing in deze omgeving.
Er wordt een bijgebouw tot 50m² voorgesteld, hetgeen aanvaardbaar is op dit lot. Er dient wel voorkomen te worden dat er een overdreven terreinverharding ontstaat. Er wordt bijgevolg opgelegd dat het vrijstaande bijgebouw enkel i.f.v. een berging en/of ondersteunende functies aan het hoofdvolume (overdekte zitplaats / sauna) mogelijk is. Een garagefunctie wordt uitgesloten voor het vrijstaand bijgebouw. Mits naleving van deze voorschriften rest er nog voldoende ruimte op het eigendom om aan te leggen als kwalitatieve tuinzone.
Door het oprichten van 1 extra woning op het terrein wordt een woondichtheid bekomen van ca. 7 woningen per hectare wat aanvaardbaar is in deze omgeving.
Gezien de gemeente Zonhoven streeft naar meer groen in het straatbeeld wordt de aanplant van een boom in de voortuinstrook opgelegd in de verkavelingsvoorschriften.
Visueel-vormelijke elementen
De nieuw gebouwde woningen in de onmiddellijke omgeving zijn vrijstaande woningen dewelke hoofdzakelijk bestaan uit 2 bouwlagen en afgedekt worden met een schuin of plat dak. Het voorgestelde profiel in de verkavelingsvoorschriften sluit aan bij deze in de omgeving. Als materiaal wordt binnen de verkavelingsvoorschriften opgelegd dat dit in overeenstemming moet zijn met de omgeving.
Cultuurhistorische aspecten
Niet van toepassing.
Bodemreliëf
Het betreft een vrij vlak terrein. Een ophoging van het bodemreliëf is slechts toegelaten tot op gelijke hoogte of tot op maximaal 30cm boven het straat- of trottoirniveau. Een strook van 1m langsheen de perceelsgrenzen mag bij eventuele terreinwijzigingen nooit hoger gebracht worden dan het niveau van de aanpalende percelen. Alle overtollige grond die vrijkomt bij het graven van de kelder en/of funderingen, dient verwijderd te worden via een erkende grondwerker of naar een erkende grondreinigingsplaats.
Hinderaspecten met betrekking tot gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
Er wordt geen hinder verwacht door voorliggende aanvraag m.b.t. tot de gezondheid, het gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen. Er werden geen bezwaarschriften ingediend tijdens het openbaar onderzoek.
De aanvraag voldoet aan de criteria voor de goede ruimtelijke ordening in de onmiddellijke en ruime omgeving mits te voldoen aan de voorschriften in bijlage, opgesteld door het college van burgemeester en schepenen.
BESPREKING VAN DE ADVIEZEN
• Het advies van 23 mei 2024 van De Watergroep is voorwaardelijk gunstig:
“Advies ACCA
Volledig gunstig advies met voorwaarden
Voor de uitrusting van de verkaveling met een drinkwaterleiding op het openbaar domein moet door de initiatiefnemer onderstaand betaald worden:
• een forfaitaire kost per bebouwbare kavel
• een studiekost per project
Wanneer aan alle voorwaarden is voldaan zal De Watergroep de gemeente hiervan op de hoogte brengen. Vervolgens zal de gemeente, cfr. De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, een verkoopbaarheidsattest afleveren.
Iedere wooneenheid dient over een afzonderlijke watermeter te beschikken.
De plaats van de watermeter dient te beantwoorden aan de voorschriften van De Watergroep.
De kosten van de nieuwe aftakkingen zijn ten laste van de individuele aanvragers.
Bijkomende informatie kan je vinden op: www.dewatergroep.be.”
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden.
• Het advies van 12 juni 2024 van Proximus is gunstig:
“Met aandacht hebben wij uw adviesvraag onderzocht. Proximus voorziet geen uitbreidingen voor de aansluiting van dit project. Aanvragen tot aansluiting op het Proximus netwerk kunnen door de aanvrager gericht worden naar onze klantendienst via het nummer 0800 22 800. In functie van de beschikbare capaciteit van onze infrastructuur op dat moment, bekijken we de mogelijkheden om een aansluiting te voorzien.”
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies.
• Het advies van 3 juli 2024 van Fluvius System Operator is voorwaardelijk gunstig:
“Als bijlage sturen wij u ons advies naar aanleiding van de aanvraag van Mevrouw Sylvie Vannitsem voor de opmaak van een studie voor de uitrusting van bovenvermelde project.
Als U opmerkingen heeft, hadden wij deze graag ontvangen vóór 2 augustus 2024.
Gelieve deze voorwaarden op te nemen in de omgevingsvergunning. Het omgevingsloketnummer is: 2024043648
De loten mogen pas worden verkocht als aan alle verplichtingen uit de offerte is voldaan. Het volledige projectreglement kunt u raadplegen op www.fluvius.be of op eenvoudig verzoek aanvragen.
Indien u nog vragen hebt of bijkomende informatie wenst, kunt u ons altijd contacteren.
Naar aanleiding van uw vraag hebben wij een studie opgemaakt voor de aanleg en/of aanpassingen van de nutsleidingen voor het bovenvermeld project en dit op basis van de gegevens waarover wij vandaag beschikken.
Voor dit project dient Fluvius geen werken uit te voeren, noch kosten aan te rekenen. Bij deze hebt u aan onze financiële voorwaarden voldaan. Hiernaast dient u ook aan de technische voorwaarden in dit schrijven en de technische brochures Fluvius te voldoen. Wij brengen de gemeente hiervan op de hoogte. De gemeente zal volgens de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, dit advies opnemen in de omgevingsvergunning.
Bij een eventuele wijziging, zeker indien het gaat om een wijziging van de gevraagde vermogens, of herverkaveling, moet u een nieuwe aanvraag indienen. Op basis van de gewijzigde gegevens zullen wij een studie uitvoeren om te bepalen of een netuitbreiding en/of het plaatsen van een nieuwe distributiecabine vereist is om het project te kunnen aansluiten. De bouwheer dient in dat geval een grond of lokaal op het gelijkvloers ter beschikking te stellen voor deze distributiecabine.
De aansluitingskosten van de individuele woningen, appartementen of panden zijn niet inbegrepen in deze voorwaarden, zij worden later met de offerte voor aansluiting afgerekend. Bijkomende kosten die moeten worden gemaakt naar aanleiding van het verplaatsen van bestaande leidingen of installaties, kunnen afzonderlijk worden aangerekend na de vaststelling van de noodzaak tot verplaatsing.
De volledige reglementering kunt u raadplegen op www.fluvius.be. U dient deze na te leven.
Dit advies blijft geldig tot zes maand na datum en is onder voorbehoud van wijzigingen zoals hierboven vermeld.
Het gasnet is reeds aanwezig, aanleg is dus niet noodzakelijk.
Riolering:
Voor de activiteit riolering, kunnen deze loten niet aangesloten worden op de riolering in de aanpalende straat. De toekomstige eigenaars van de respectievelijke loten/woningen dienen voor hun rioolaansluiting een aanvraag in te dienen bij Fluvius, telefonisch via 078 35 35 34 of online via www.fluvius.be. Wij raden de klanten ten zeerste aan om zo vroeg mogelijk een aansluitingsaanvraag riolering in te dienen bij Fluvius vooraleer de grondwerken op privé aan te vatten. De mogelijke diepte van aansluiting is pas gekend na plaatsing van de huisaansluitputjes door Fluvius. De klant dient de privé-riolering op deze diepte af te stemmen. De eigenaars dienen een vergoeding voor de 1ste ingebruikname te betalen. Indien de huisaansluitputjes reeds voorafgaandelijk geplaatst werden op het perceel, ontslaat dit de klant niet van het indienen van een aansluitingsaanvraag bij Fluvius. De klant mag, na het doorlopen van de aanvraagprocedure, dan zelf aansluiten op de huisaansluitputjes. Fluvius zal dan niet meer ter plaatse komen, om de verbinding van de aansluitputjes naar de privé-riolering te maken. Indien de huisaansluitputjes nog niet geplaatst zouden zijn op het perceel en de privé-riolering werd wel reeds uitgevoerd tot op de grens openbaar/privé, zal Fluvius op het moment van de plaatsing van de huisaansluitputjes (na aanvraag procedure), deze putjes met de privé-riolering (indien technisch mogelijk) verbinden. De klant dient zelf in te staan voor het plaatsen van de privé-riolering voor zijn nieuwe woning en is verplicht deze uit te voeren volgens de wettelijke bepalingen ter zake. Voor meer info kan u terecht op www.fluvius.be/aansluitingen
Indien de privé-riolering niet correct en volledig volgens deze wettelijke bepalingen werd uitgevoerd, zelfs indien dit niet expliciet door de omgevingsvergunning opgelegd is, behoudt Fluvius het recht om de woning niet aan te sluiten op het rioleringsnet. Dit gescheiden stelsel op privaat terrein dient doorgetrokken te worden met afzonderlijke leidingen vuilwater en indien van toepassing regenwater tot aan de huisaansluitputjes. Fluvius voorziet per aansluiting 1 vuilwaterhuisaansluitputje met aansluitdiameter 125 mm en indien van toepassing 1 regenwaterhuisaansluitputje met aansluitdiameter 160mm op privé-grond (net achter de rooilijn) en zal instaan voor de aansluiting van deze privé-riolering op het rioleringsnet op openbaar domein. Door de invoering van het Algemeen Waterverkoopreglement is de keuring van privé-riolering verplicht vanaf 1 juli 2011. De lijst van Fluvius erkende keurders kan u ook terugvinden op onze website.
1. Specifieke bepalingen voor riolering en waterafvoer voor dit bouwproject
Op het desbetreffende perceel liggen 2 inspectieputten van Fluvius. Deze zullen bij plaatsing van de huisaansluitputjes (na goedkeuring van de verkaveling) moeten verwijderd worden. Deze zijn daar in het verleden geplaatst omdat er toen de gedacht was om de bestaande verkaveling verder uit te breiden over de huidige projectzone.
Zie onderstaan gis-uittreksel met locatie van de inspectieputten. (zie advies)
Wij hopen u met deze informatie van dienst te zijn. Indien u hieromtrent nog vragen hebt, kunt u ons altijd contacteren.”
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden.
• Het advies van 14 juni 2024 van de dienst Facilitair Management is voorwaardelijk gunstig:
“Gunstig voor de verkaveling zoals voorgesteld, mits aan volgende voorwaarden wordt voldaan:
In de verkavelingsvoorschriften dienen minstens volgende voorwaarde te worden opgenomen:
- op lot 1 dienen er minstens 5 streekeigen en/of klimaatrobuuste hoogstambomen van minimaal 2de grootte te worden aangeplant in een maat niet kleiner dan 14/16. Minstens 2 van deze 5 bomen worden in de voortuin aangeplant.
- De bomen moeten worden aangeplant in het plantseizoen volgend op het beëindigen van de werken.
- De verplicht aan te planten bomen kunnen in de toekomst enkel nog gerooid worden op basis van een goedgekeurde gemotiveerde omgevingsvergunning. Bestaande vrijstelling die er zijn voor bomen, zoals bv. afstand tot de woning en omtrek van de boom, komen te vervallen.
- Bij het indienen van de omgevingsvergunning zal de bouwheer een duidelijk plan bestaande toestand toevoegen. Op dit plan dienen al de aanwezige bomen op te worden ingemeten met een aanduiding van de soort een diameter.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich deels aan bij dit advies. De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden, met uitzondering van het verplicht aanplanten van 2 bomen in de voortuinstrook. Het is de visie van de gemeente Zonhoven dat tenminste 1 boom verplicht in de voortuin aangeplant moet worden. De 4 andere bomen waarvan de aanplant opgelegd wordt, mogen in de voor-, zij- en/of achtertuin geplant worden. Weliswaar op de wettelijk toegestane afstand tot de perceelsgrenzen.
• Het advies van 29 mei 2024 van Wyre is gunstig:
“Wij zijn nagegaan welke aanpassing van de infrastructuur van Wyre nodig is om de loten uit deze verkavelings- of bouwaanvraag te kunnen aansluiten.
Hieruit blijkt dat de nodige infrastructuur op openbaar domein al aanwezig is en dat er geen uitbreiding van het Wyre netwerk dient te gebeuren. Er wordt van ons geen verdere voorwaarde opgelegd.
Deze vaststelling omvat niet de aftak- en aansluitkosten van de abonnee. Deze worden met de latere abonnee verrekend.
Aanvragen tot het verplaatsen van bestaand apparatuur zullen aan de aanvrager aangerekend worden.
Bij afbraak van gebouwen waarop kabels zijn bevestigd is het belangrijk om minstens 8 weken voor de start van de werken Wyre via 015/66.66.66 op de hoogte te brengen.”
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies.
Uit de bovenstaande motivering blijkt dat de ruimtelijke draagkracht van het gebied niet wordt overschreden en dat de voorziene verweving van functies de aanwezige of te realiseren bestemmingen in de onmiddellijke omgeving niet in het gedrang brengen noch verstoren. De aanvraag is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.
EINDADVIES
Uit bovenstaande motiveringen blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen inzake milieu en ruimtelijke ordening, en dat het voorgestelde ontwerp verenigbaar is met de goede plaatselijke ordening en met zijn onmiddellijke omgeving.
De aanvraag is vatbaar voor een omgevingsvergunning mits het opleggen van voorwaarden.
Bijgevolg adviseert de gemeentelijke omgevingsambtenaar het dossier voorwaardelijk gunstig voor het verkavelen van een grond in 2 loten waarbij lot 1 voor open bebouwing en lot 2 uit de verkaveling wordt gesloten om samen te voegen bij het perceel 163L dat grenst aan de Hortweidenweg, zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan de aanvraag zijn verbonden en voor zover rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarden:
1. Er dient voldaan te worden aan de voorwaarden en aanbevelingen die voorgesteld worden in het advies van de dienst Facilitair Management met uitzondering van het verplicht aanplanten van 2 bomen in de voortuin. Er wordt slechts van de 1 bomen verplicht deze in de voortuin aan te planten. De aanplant van de bomen in de voor-, zij- en achtertuin zal opgenomen worden in de bijhorende verkavelingsvoorschriften van deze omgevingsvergunning.
2. Er dient voldaan te worden aan de voorwaarden en aanbevelingen zoals voorgesteld in het advies van Fluvius System operator, zoals gevoegd in bijlage.
3. Te voldoen aan de voorwaarden gesteld door De Watergroep.
4. Te voldoen aan volgende voorwaarden met betrekking tot de watertoets:
a. De toekomstige aanvragen tot omgevingsvergunning dienen te voorzien in maatregelen voor opvang en lozing van hemelwater. De bepalingen van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (Besluit Vlaamse Regering dd. 10 februari 2023) moeten alleszins nageleefd worden.
b. Indien er ondergrondse constructies worden opgericht, de bemaling voldoet aan de voorwaarden zoals opgelegd in Vlarem II.
c. Een permanente drainage, ook al is dit in functie van een aanleg van een ondergrondse constructie, mag niet voorzien worden aangezien permanente drainage een continue verlaging van de grondwaterstand tot gevolg heeft.
5. De initiatiefnemer handelt volgens en voldoet aan de reglementeringen van de nutsmaatschappijen.
6. Kosten voor het voorzien, verleggen of uitbreiden van de nutsleidingen moeten gedragen worden door de verkavelaar;
7. Aanpassingen aan inrichtingen, constructies of beplantingen op het openbaar domein naar aanleiding van de omgevingsaanvraag of de toekomstige omgevingsaanvraag zijn steeds ten laste van de aanvrager. Alle kosten naar aanleiding van een heraanplanting op het openbaar domein, uitgevoerd naar aanleiding van een omgevingsaanvraag voor het verkavelen van gronden of een omgevingsaanvraag van een particulier, blijft ten laste van de aanvrager.
8. Alle bebouwing op lot 1 dient te worden gesloopt vooraleer de verkaveling ten uitvoer kan worden gebracht. Dit houdt in dat zolang aan deze voorwaarde tot sloping, niet voldaan is, de verkavelaar niet kan overgaan tot verkoop van de loten, noch een omgevingsvergunning voor het bebouwen van een lot kan verkregen worden. Onder afbraak wordt tevens het verwijderen van de vloerplaten en van al het materiaal / afval van het terrein bedoeld. Alle materialen / afval dienen afgevoerd te worden naar een erkende verwerker. De volledige verkaveling dient vrij en onbelast te zijn van gebouwen, materialen en afval.
9. De paalstenen aan de rooilijn dienen geplaatst te worden.
10. De verkavelingsvoorschriften in bijlage, opgesteld door het college van burgemeester en schepenen zijn van toepassing op voorliggende aanvraag.
11. Vervreemding van een lot uit de verkaveling kan pas geschieden, nadat het attest conform artikel 4.2.16 §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening werd afgeleverd, waaruit blijkt dat aan alle voorwaarden van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden werd voldaan.
12. Een omgevingsvergunning voor het bebouwen van een lot kan pas verkregen worden, nadat het attest conform artikel 4.2.16 §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening werd afgeleverd, waaruit blijkt dat aan alle voorwaarden van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden werd voldaan.
13. Na het afleveren van het attest conform artikel 4.2.16§2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening dient de verkaveling in een officiële akte gegoten te worden. De gemeente dient in kennis te worden gebracht van de akte van neerlegging van de verkaveling.
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.
Het college van burgemeester en schepenen volgt integraal het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar van 29/08/2024 tot het afleveren van een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden met voorwaarden aan de aanvrager.
Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het afleveren van een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden met voorwaarden aan de aanvrager.
De omgevingsvergunning omvat het verkavelen van een grond in 2 loten waarbij lot 1 voor open bebouwing en lot 2 uit de verkaveling wordt gesloten om samen te voegen bij het perceel 163L dat grenst aan de Hortweidenweg zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan deze omgevingsaanvraag zijn verbonden en voor zover rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarden.
De omgevingsvergunning wordt aldus afgegeven onder volgende voorwaarden:
a) De toekomstige aanvragen tot omgevingsvergunning dienen te voorzien in maatregelen voor opvang en lozing van hemelwater. De bepalingen van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (Besluit Vlaamse Regering dd. 10 februari 2023) moeten alleszins nageleefd worden.
b) Indien er ondergrondse constructies worden opgericht, de bemaling voldoet aan de voorwaarden zoals opgelegd in Vlarem II.
c) Een permanente drainage, ook al is dit in functie van een aanleg van een ondergrondse constructie, mag niet voorzien worden aangezien permanente drainage een continue verlaging van de grondwaterstand tot gevolg heeft.
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.
VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR
Dossiernummer: 2024/00079
Referentie omgevingsloket: OMV_2024050904
De aanvraag, ingediend door VONCKERS BV gevestigd te Molenweg 21 te 3520 Zonhoven, werd ontvangen op 25/04/2024 en op 09/07/2024 ontvankelijk en volledig verklaard.
De aanvraag gaat over een terrein, gelegen Molenweg 21, kadastraal gekend als afdeling 3 sectie E nrs. 519/3 H en 519/3 K.
De aanvraag gaat over het verbouwen van een vergund hoofdgebouw met uitbreiding, het wijzigen van voorgevels, bouwen van een terrasoverkapping, het wijzigen van de vergunde terreinaanleg, de regularisatie van het rooien van 2 bomen.
De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de geldende wettelijke bepalingen, (in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid, het decreet Natuurbehoud en hun uitvoeringsbesluiten).
1. STEDENBOUWKUNDIGE BASISGEGEVENS
De locatie van de aanvraag is volgens het Origineel bij Koninklijk besluit goedgekeurd gewestplan op 3 april 1979 gelegen in woongebied met landelijk karakter.
De locatie van de aanvraag is niet gelegen binnen een bijzonder plan van aanleg.
De locatie van de aanvraag is niet gelegen binnen een ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
Volgende verordeningen zijn van kracht:
• algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake openluchtrecreatieve verblijven goedgekeurd op 8 juli 2005;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, .... goedgekeurd op 10 februari 2023.
2. HISTORIEK
Volgende dossiers zijn relevant:
• Omgevingsvergunning 2022/00304 voor het slopen van de bestaande bebouwing, het bouwen van een handelshuis met terreinaanleg, het starten van een ingedeelde inrichting of activiteit, het wijzigen van een kleinhandelsbedrijf goedgekeurd op 09/05/2023.
• Melding 2023/00142MM voor een tijdelijke bemaling voor de realisatie van een handelspand (cremerie) met woonst voor een maximaal jaardebiet van 36.147 m³/jaar geakteerd op 10/08/2023.
• Stedenbouwkundige vergunning (1952/00102) voor het bouwen van een woonhuis - goedgekeurd op 08/05/1952.
• Stedenbouwkundige vergunning (1965/00077) voor het verbouwen woonhuis - goedgekeurd op 18/05/1965.
• Stedenbouwkundige vergunning (2009/11284) voor het wijzigen van de bestemming van de garage naar een handelspand, het bijbouwen aan de garage van een overdekte ruimte met toilet, het voorzien van een aantal parkeerplaatsen en een verharde inrit. - goedgekeurd op 30/03/2009.
• Milieuvergunning 1VL201/nde voor opslag van 5000 l benzine - GEEN BESLISSING op 07/11/1951.
3. BESCHRIJVING OMGEVING EN AANVRAAG
Beschrijving van de plaats & omgeving
Het perceel bevindt zich aan de Molenweg en de Hennepveldweg, twee gemeentewegen buiten het gehucht Termolen, in het oosten van de gemeente Zonhoven.
De nabije en ruimere omgeving bestaat hoofdzakelijk uit vrijstaande eengezinswoningen, gelegen in een woonlint met achterliggend natuurgebied al dan niet met een wetenschappelijke waarde en agrarisch gebied. De bebouwing bestaat uit één of twee bouwlagen onder voornamelijk hellende daken, en is voornamelijk afgewerkt in een gevelsteen in diverse tinten en texturen.
Op het perceel bevindt zich een vergund handelshuis in aanbouw. Omwille van de bijzondere locatie beschikt het gebouw over drie voorgevels en een zijgevel. Aangezien de werken als onderdeel van de omgevingsvergunning met nummer OMV_2022162792 d.d. 9/05/2023 nog in uitvoering zijn, zijn diverse onvergunde vrijstaande constructies en verhardingen nog steeds aanwezig. Daarnaast werd een aanzienlijk deel van de voorwaarden uit omgevingsvergunning OMV_2022162792 d.d. 9/05/2023 nog niet uitgevoerd en werden enkele bomen, waarvan in de voorwaarden was bepaald dat deze behouden moesten blijven, zonder vergunning gerooid.
Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvraag tracht een aantal wijzigingen door te voeren aan omgevingsvergunning OMV_2022162792 d.d. 9/05/2023, namelijk: het uitvoeren van verbouwingen met stabiliteitswerken aan de binnenzijde van het gebouw, het wijzigen van toegangsdeuren en andere gevelopeningen, het wijzigen van enkele voorgevels, het verhogen van de dakrand, het vergroten van het dakterras, het wijzigen van de kleur van zowel de aluminium buitengevelafwerking als de aluminium dakdetails, het vergroten van de terrasoppervlakte in de voortuin en het een overkappen ervan, het verplaatsen van de fietsenstalling en het creëren van bijkomende parkeerplaatsen voor wagens. Men vraagt ook de regularisatie aan voor het vellen van een beuk en een wilg waarvan in OMV_2022162792 d.d. 9/05/2023 was bepaalt dat ze behouden en beschermd moesten worden.
De verbouwingen aan de binnenkant van het gebouw bestaan voornamelijk uit het dikker maken van de vloerplaten tussen de verschillende verdiepingen, het dak en enkele muren. Toch worden er ook enkele nieuwe dragende muren geplaatst. De indeling van sommige ruimtes wijzigt en de lift wordt verplaatst.
Aan de zijde van de Molenweg wisselen de dubbel opengaande toegangsdeur en de enkel opengaande toegangsdeur van plaats en wordt een raam op de verdieping aanzienlijk verkleind. In de zijgevel wordt de toegangspoort verbreed tot 2,86m en de enige gevelopening op het gelijkvloers van deze gevel verdwijnt. Aan de zijde van de Hennepveldweg wijzigen de lengte en de breedte van het terras naar respectievelijk 12,46m en 4,53m en wordt het volledig overdekt door een terrasoverkapping met een lamellen dak. Als gevolg van de overkapping zal het gebouw tot op 6,33m van de rooilijn met de Hennepveldweg komen te liggen. Door de wijze waarop de terrasoverkapping is ingetekend op het inplantingsplan en op het grondplan van het gelijkvloers is het niet duidelijk af te leiden dat de wanden van de terrasoverkapping volledig open zijn, dat ze mogelijk kunnen gesloten worden of dat ze voorzien worden van (semi-)transparante wanden. Ook aan de noordelijke zijde van het gebouw wordt een gevelopening dichtgemaakt.
Omwille van de wijzigingen aan de vloerplaten en het dak van het gebouw in functie van de stabiliteit zal de hoogte van de dakrand toenemen tot 6,96m boven het maaiveld.
Het dakterras zal vergroten tot 54,35m² waardoor de glazen balustrade ook aanzienlijk uitbreidt.
De kleur van het aluminium schrijnwerk, de dakrand, de gevelpanelen, de hemelafvoerpijpen en de dorpels zullen zwart worden uitgevoerd i.p.v. bronskleurig.
Het aantal parkeerplaatsen voor voertuigen verhoogt van 18 naar 20. De fietsenstalling biedt elke fiets een breedte van tenminste 0,48m en biedt in totaal plaats voor 24 fietsen.
Langs de zuidelijke perceelsgrens wordt het toegangspad voorzien van een acodrain die tezamen met het hemelwater dat van de terrasoverkapping valt rechtstreeks afwatert naar een open infiltratievoorziening met een infiltratieoppervlakte en -volume van respectievelijk 13,88 m² en 5320 liter. In de beschrijvende nota van vergunning OMV_2022162792 staat vermeld dat er voor de verhardingen maximaal gebruik zal gemaakt worden van waterdoorlatende materialen. Op de plannen van de aanvraag wordt verduidelijkt dat ook de funderingen waterdoorlatend uitgevoerd zullen worden, met uitzondering van alle parkeerplaatsen en de fietsenstallingen.
Het aandeel aan verhardingen en constructies op het perceel zal verhogen naar 50,33% en de verhardingsgraad van de voortuin zal verlagen naar 37,65%.
In de aanvraag worden 10 Krentenboompjes in een maat 14/16 aangeplant.
4. OPENBAAR ONDERZOEK
Het dossier werd volgens de vereenvoudigde procedure behandeld.
Er werd bijgevolg geen openbaar onderzoek gehouden.
5. ADVIEZEN
Aan volgende adviesverleners werd advies gevraagd:
• dienst mobiliteit
• dienst facilitair management
• dienst patrimonium
• Hulpverleningszone Zuid-West Limburg, dienst preventie
• Inter
• Dienst Water en Domeinen provincie Limburg
• Fluvius.
6. PROJECT-MER
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van bijlage I, II en III van het besluit inzake projectmilieueffectrapportage van 10 december 2004 en latere wijzigingen.
7. INHOUDELIJKE BEOORDELING
Decretale beoordelingselementen
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de VCRO kan gesteld worden dat de Molenweg en de Hennepveldweg voldoende uitgeruste openbare wegen zijn.
De aanvraag gaat niet over de oprichting van een bedrijfswoning.
Wat betreft de toegang van personen met een functiebeperking tot voor het publiek toegankelijke onroerende goederen werd d.d. 12/07/2024 een gunstig advies met voorwaarden verleend door Inter Vlaanderen.
De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook.
Op 20/10/1977 heeft de gemeenteraad volgende beslissing genomen: definitieve goedkeuring van het rooilijnplan ter verbreding van de Hennepveldweg.
Zonering
Het perceel is volgens het zoneringsplan voor riolering, van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), gelegen in centraal gebied. Er is al geruime tijd riolering aanwezig en die is aangesloten op een waterzuivering. Er moet geen septische put voorzien worden.
Toegankelijkheid
De aanvraag valt onder de toepassing van het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen, tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid. Dit besluit trad in werking op 1 maart 2010.
Om die reden werd advies gevraagd aan Inter Vlaanderen. Op 12/07/2024 werd er door Inter Vlaanderen een gunstig advies met volgende voorwaarden verleend:
• Tijdens de uitvoering van werken moet tenminste 1 pad naar de toegang van het gebouw en de parkeervoorziening toegankelijk zijn.
• De breedte van toegangspaden moet steeds tenminste 1,5 meter bedragen, met uitzondering van de bepalingen in het advies van Inter.
• Verhardingen moeten toegankelijk zijn waar nodig.
• Geen roosters, deksels, kolken e.d. in de loopzone plaatsen.
• Ook tussen de tafels moet de doorgang toegankelijk blijven. Dit betekent een netto breedte van tenminste 1,5 meter, met uitzondering van de bepalingen in het advies van Inter.
• Na versmallingen moet er steeds een vlakke draairuimte van 1,5 meter kunnen beschreven worden.
• Het looppad mag niet verhinderd worden door uit de wand stekende constructies.
• Een voldoende deel van elke toog waar bediening gebeurd moet onderrijdbaar zijn.
• In elk sanitair blok die toegankelijk is voor personen met een handicap moet een wastafel onderrijdbaar zijn met voldoende ruimte en voldoende draairuimte en voldoende ruimte in het toilet en voor de toiletpot.
Waterparagraaf
Het decreet over het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013, legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd worden. Deze watertoets schat de eventuele schadelijke effecten in ten koste van de watersystemen bij de inname van ruimte.
Sedert de inwerkingtreding van omzendbrief OMG/2022/1 d.d. 15/12/2022 dient de vergunningverlenende overheid de watertoets op een gewijzigde manier uit te voeren bij dossiers ingediend vanaf 01/01/2023. De watertoetsprocedure werd geoptimaliseerd, er werden aandachtspunten en richtlijnen geformuleerd en het kaartmateriaal inzake overstromingsgevoelige gebieden werd aangepast.
Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt noch in een pluviaal, noch in een fluviaal overstromingsgebied. Het terrein is logischerwijze evenmin in een gebied voor zee-overstromingen gesitueerd.
Daarom moet in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel door de toename van de verharde oppervlakte wordt de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit moet gecompenseerd worden overeenkomstig de normen vastgelegd in de geldende gewestelijke hemelwaterverordening:
De verordening bepaalt dat de bestaande hemelwaterput met een inhoud van 20.000 liter voldoende is voor de uitbreiding van de woning met een terrrasoverkapping van 56,44 m², waardoor geen extra hemelwaterput nodig is. De overloop van de hemelwaterput is aangesloten op een bestaande ondergrondse infiltratievoorziening. De terrasoverkapping en de nieuwe acodrain worden aangesloten op een open infiltratievoorziening, waarvan de oppervlakte en het volume voldoen aan de vereisten van de verordening. De verordening is niet van toepassing op het merendeel van de gewijzigde verhardingen, aangezien deze waterdoorlatend zijn en een hellingspercentage van minder dan 2% hebben. Uitzondering hierop zijn 8,25 m² waterdoorlatende verharding bij de Molenweg met een hellingspercentage van 4% die, zoals boven aangehaald, via een acodrain afwatert naar de nieuwe bovengrondse infiltratievoorziening, evenals alle parkeerplaatsen in grasdallen en klinkerverharding, waarbij uit de plannen niet duidelijk blijkt of de fundering ook waterdoorlatend zal worden uitgevoerd. Verder geven de plannen aan dat de terrasoverkapping rechtstreeks wordt aangesloten op de open infiltratievoorziening in plaats van op de hemelwaterput.
Aangezien er in de aanvraag onduidelijkheid bestaat met betrekking tot artikel 2, 11° van de hemelwaterverordening van 10 februari 2023 en de aanvraag niet in overeenstemming is met artikel 10 van dezelfde verordening kan er, overeenkomstig artikel 4.3.1.§1 4° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening d.d. 15/05/2009 en art. 1.3.1.1 van het Gecodificeerd Decreet betreffende het integraal waterbeleid d.d. 15/06/2018, enkel aan de hemelwaterverordening en de watertoets worden voldaan door het opleggen van voorwaarden.
Natuurtoets
Het perceel is niet gelegen binnen of grenzend aan een speciaal beschermingsgebied. Omwille van de ligging, de aard van het project en de afstand tot de waardevolle natuurgebieden wordt gesteld dat er geen impact is van de projectaanvraag op de natuurwaarden.
Erfgoed- & Archeologietoets
Het perceel is niet gelegen binnen een beschermd stads- of dorpsgezicht. Er zijn geen monumenten in de omgeving. 
Conform het Onroerenderfgoeddecreet d.d. 12/07/2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag gezien de oppervlakte van het perceel kleiner is dan 3000 m² en het goed zich niet in een beschermde archeologische site en ook niet in een vastgestelde archeologische zone bevindt.
Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De bestaande en vergunde functie handelshuis (wonen en restaurant) blijft ongewijzigd en bijgevolg functioneel inpasbaar in deze woonomgeving.
Om ervoor te zorgen dat de functie van het terras bewaard blijft en de overkapping er niet voor zorgt dat deze constructie permanent of deeltijds onderdeel zal uitmaken van het hoofdvolume, is het noodzakelijk om de onduidelijkheid die op de plannen bestaat weg te werken en voor te schrijven dat er geen wanden geplaatst mogen worden. Dit zal als voorwaarde worden opgelegd in de vergunning.
Mobiliteitsimpact
De gemeente Zonhoven hanteert volgende parkeernorm voor een handelshuis: 1,5 autostaanplaatsen per wooneenheid, 1 autostaanplaats per 20m² publiek toegankelijke inpandige handelsruimte, 1 autostaanplaats per 200m² opslagruimte en 1 autostaanplaats per 50m² aan overige bedrijfsruimte.
De aanvraag komt hieraan tegemoet, want er worden 20 parkeerplaatsen voorzien.
Er worden 2 parkeerplaatsen voor de bewoners en hun bezoekers ingericht. Er worden 4 parkeerplaatsen voor de werknemers voorzien en 14 plaatsen voor de klanten waarvan 1 voor personen met een handicap.
De aanvraag voorziet in 20 stalplaatsen voor fietsers in de zijtuin en aan de zijde van de Hennepveldweg en 4 stalplaatsen aan de zijde van de Molenweg. De fietsenstallingen worden volgens de plannen allemaal uitgevoerd met vaste fietsbeugels. Dit is aanvaardbaar.
Schaal
Het gebouw wordt in de aanvraag enkele centimeters hoger uitgevoerd dan eerder vergund door de aanpassingen van de vloerdiktes in functie van de stabiliteitsberekeningen. De vergunde hoogte van de dakrand lag met 6,88m reeds boven de norm van 6,5m die in Zonhoven gehanteerd wordt en was aanvaardbaar gezien de afmetingen van het perceel en de afstand tot het naastliggende gebouw aan de linkerkant. Deze minimale verhoging tot 6,94m is aanvaardbaar gezien de impact op het straatbeeld minimaal is ten opzichte van de vergunde toestand.
De hoogte van de terrasoverkapping valt met 2,96m binnen de bepalingen van het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening d.d. 16/07/2010 en is dan ook aanvaardbaar.
Het hoofdgebouw heeft op deze zichtlocatie een impact op het straatbeeld. Om de schaal van het hoofdgebouw naar de Hennepveldweg niet bijkomend te verhogen is het noodzakelijk dat het terras open blijft en niet afgesloten wordt met wanden. Dit zal als voorwaarde worden opgelegd in de vergunning.
Ruimtegebruik en bouwdichtheid
De woondichtheid wijzigt niet en is aanvaardbaar.
De wijziging van de lengte en de breedte en het overkappen van het terras maakt dat de oppervlakte nagenoeg ongewijzigd blijft en dat de afstand tot de rooilijn 6,33m bedraagt wat voldoet aan de minimale waarde van 5 meter die in de gemeente Zonhoven wordt aangehouden.
Het voorzien van 2 extra parkeerplaatsen en het verplaatsen van een deel van de fietsenstalling zorgt voor een aandeel aan verhardingen en constructies van ca. 50% op het perceel. Deze waarde ligt ver boven de norm van 40% die in Zonhoven gehanteerd wordt. Dergelijke overschrijding kan enkel aanvaard worden omwille van het feit dat het een handelszaak betreft met een hoge parkeerbehoefte in combinatie met de bijzondere locatie van het perceel waardoor het goed over 3 voortuinen beschikt en daarenboven de verhardingsgraad van deze voortuinen met ca. 38% uitzonderlijk laag is. De norm voor de verhardingsgraad van voortuinen in Zonhoven bedraagt 50%. Het is evenwel belangrijk om enige bijkomende verharding of constructies steeds afhankelijk te maken van een beslissing door het college van burgemeester en schepenen. Er mag geen gebruik gemaakt kunnen worden van de toepassing van het Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is d.d. 16/07/2010 om bijkomende constructies aan te leggen. Dit zal als voorwaarde worden opgelegd.
Visueel-vormelijke elementen
Het wijzigen van de kleuren van het buitenschrijnwerk, de gevelpanelen, de regenpijpen, de dakrand en de dorpels van een bronskleurige tint naar zwart zorgt voor een beter visueel contrast en een strikt modern uiterlijk op deze zichtlocatie. Bovendien zijn er in de omgeving vergelijkbare kleurenschema’s terug te vinden. De aanvraag is op visueel-vormelijk vlak aanvaardbaar.
Cultuurhistorische aspecten
Het perceel is niet gelegen in of nabij een beschermd dorpsgezicht. De aanvraag is niet gelegen in een beschermde archeologische site. De aanvraag is, bekeken vanuit de erfgoedaspecten, aanvaardbaar.
Bodemreliëf
Volgens de aanvraag wordt het bestaande reliëf niet gewijzigd.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
Het van locatie wisselen van de toegangsdeuren in de voorgevel langs de Molenweg zal de circulatie van het cliënteel bevorderen en is aanvaardbaar.
Het vergroten van het dakterras op de eerste verdieping zorgt voor een verhoging van het gebruiksgenot van het woongedeelte van het handelshuis. De ligging en afstand tot de tuinzone van de naastliggende percelen minimaliseert de bijkomende hinder op het gebruiksgenot en de privacy van de overstaande en naastliggende percelen. De vergroting van het dakterras is aanvaardbaar.
Door het vergroten van het terras op de eerste verdieping, zal om veiligheidsredenen ook de glazen balustrade verlengd moeten worden. Dit is aanvaardbaar.
Het verkleinen van het venster op de eerste verdieping zal de inkijk vanop de straat verminderen en op die manier de privacy van de bewoners verbeteren. Dit is aanvaardbaar.
Tijdens de uitvoering van vergunning OMV_2022162792 werden 2 bomen gerooid waarvan in de vergunning was opgelegd dat deze moesten behouden blijven. Daarenboven was er vastgesteld dat er in het verleden nog verschillende andere bomen onvergund waren gerooid. In de voorwaarden van vergunning OMV_2022162792 en tijdens de voorbespreking van de huidige aanvraag werd hiervoor een aanplant ter compensatie verplicht. De aanplant van 10 Krentenbomen in een maat 14/16, zoals voorgesteld op de huidige plannen, is aanvaardbaar. Het is wel noodzakelijk om een verplichting voor heraanplant op te leggen indien een boom zou afsterven en dat er in elk geval een vergunning moet bekomen wanneer men in de toekomst bomen wil rooien. Dit zal als voorwaarde worden opgelegd in de vergunning.
Bespreking van de adviezen
• Het advies van Hulpverleningszone Zuid-West Limburg, dienst preventie d.d. 25 juli 2024 is voorwaardelijk gunstig.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden.
• Het advies van Inter d.d. 12 juli 2024 is voorwaardelijk gunstig.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden.
• Dienst Water en Domeinen provincie Limburg heeft op 31 juli 2024 aangegeven dat ze geen advies gaan verstrekken.
• Het advies van Fluvius d.d. 16 juli 2024 is voorwaardelijk gunstig.
Bestaande aansluitingen dienen bij de sloop van constructies en vóór de start van grondwerken water- en gronddicht afgesloten en buiten gebruik gesteld te worden. Bestaande huisaansluitingen aan de rooilijn moeten hergebruikt te worden. Een aansluitingsaanvraag dient aangevraagd te worden bij Fluvius. En elke rioleringsaansluiting dient gekeurd te worden
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies moeten gevolgd worden.
• Het advies van dienst mobiliteit d.d. 18 juli 2024 is voorwaardelijk gunstig.
De maatvoering van de parkeerplaatsen (klanten/bewoners/personeel) en andersvalidenparkeerplaats is in overeenstemming met de aanbevelingen in het vademecum duurzaam parkeerbeleid.
De maatvoering van de fietsvoorzieningen is in overeenstemming met de aanbevelingen in het vademecum fietsvoorzieningen. Optioneel kan één of enkele (lagere) beugels voorzien worden voor buitenmaatse fietsen. Om verplaatsingen met de fiets te stimuleren is een monitoring van de capaciteit en kwaliteit van de fietsvoorzieningen door de uitbater wenselijk. Hoe beter deze afgestemd wordt aan de noden van de klant, hoe meer het fietsgebruik gestimuleerd wordt.
Op piekmomenten is de autoparkeercapaciteit op eigen terrein mogelijk onvoldoende. Dit dient opgevolgd te worden door de uitbater en teruggekoppeld met de gemeente (dienst mobiliteit) in functie van mogelijke overlast voor de buurt, o.a. bermparkeren in de Hennepveldweg en de onveilige situaties (in-en uitstappen; belemmeren zichtbaarheid t.h.v. het kruispunt, inritten,..) die hier mogelijk door ontstaan. Parkeren op het fietspad langs de Molenweg is volgens de wegcode niet toegestaan.
De uitbater stimuleert het personeel om duurzame woon-werkverplaatsingen te maken.
Opvolging door de uitbater van de capaciteit en kwaliteit fietsvoorzieningen in functie van het stimuleren van duurzame verplaatsingen door klanten en hiermee inspelend op het terugdringen van mogelijke overlast autoparkeren op openbaar domein op piekmomenten.
Opvolging door de uitbater van de autoparkeercapaciteit op piekmomenten in functie van overlast voor de buurt en potentieel onveilige situaties bij het bermparkeren.
De uitbater stimuleert het personeel om duurzame woon-werkverplaatsingen te maken.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden.
• Het advies van dienst facilitair management d.d. 10 juli 2024 is voorwaardelijk gunstig.
De bouwheer voorziet, in functie van verkeersveiligheid en in overleg met dienst mobiliteit van de gemeente , de nodige flankerende maatregelen om parkeren in de bermen t.h.v. kruispunt met de Molenweg - Hennepveldweg te voorkomen.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden.
• Het advies van dienst patrimonium d.d. 16 juli 2024 is voorwaardelijk gunstig.
De inritten op openbaar domein dienen in waterdoorlatende klinkers uitgevoerd te worden. Op openbaar domein (berm) mag geen kiezel gelegd worden. De berm dient een grasberm te zijn, uitgezonderd van de inritten.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden.
8. ADVIES GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR
Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen, en dat het gevraagde verenigbaar is met een goede ruimtelijke ordening, mits het opleggen van voorwaarden.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar adviseert volgende voorwaarden op te leggen:
Stedenbouwkundige voorwaarden
• Alle verhardingen die op de goedgekeurde plannen als niet-overdekt zijn ingetekend, moeten naast een waterdoorlatende deklaag ook beschikken over een waterdoorlatende fundering en, indien relevant, waterdoorlatende onderfundering.
• De hemelwaterafvoer van de terrasoverkapping moet aangesloten worden op de bestaande hemelwaterput. De overloop van de hemelwaterput moet, naast de aansluiting naar de ondergrondse infiltratievoorziening, ook aangesloten worden op de bovengrondse infiltratievoorziening.
• Met uitzondering van de overkapping moet het terras volledig open blijven. Er mogen geen permanente of tijdelijke dichte of (semi-)transparante wanden voorzien worden onder de terrasoverkapping of rondom het terras.
• Alle toekomstige bijkomende bebouwing en verharding op het terrein mag enkel geplaatst worden na het bekomen van een omgevingsvergunning.
• Het advies van de dienst facilitair management moet gevolgd worden:
De bouwheer voorziet, in functie van verkeersveiligheid en in overleg met dienst mobiliteit van de gemeente , de nodige flankerende maatregelen om parkeren in de bermen t.h.v. kruispunt met de Molenweg - Hennepveldweg te voorkomen.
• Het advies van de dienst mobiliteit moet gevolgd worden:
Opvolging door de uitbater van de capaciteit en kwaliteit fietsvoorzieningen in functie van het stimuleren van duurzame verplaatsingen door klanten en hiermee inspelend op het terugdringen van mogelijke overlast autoparkeren op openbaar domein op piekmomenten.
Opvolging door de uitbater van de autoparkeercapaciteit op piekmomenten in functie van overlast voor de buurt en potentieel onveilige situaties bij het bermparkeren.
De uitbater stimuleert het personeel om duurzame woon-werkverplaatsingen te maken.
• Het advies van de dienst patrimonium moet gevolgd worden:
De inritten op openbaar domein dienen in waterdoorlatende klinkers uitgevoerd te worden. Op openbaar domein (berm) mag geen kiezel gelegd worden. De berm dient een grasberm te zijn, uitgezonderd van de inritten.
• Het advies van Fluvius moet gevolgd worden.
• Het advies van de Hulpverleningszone Zuid-West Limburg, dienst preventie, moet gevolgd worden.
• Het advies van Inter moet gevolgd worden.
• Voor de bomen die ingetekend zijn op de vergunde plannen is een heraanplant verplicht. Deze bomen zullen bij eventueel afsterven steeds vervangen moeten worden. Het kappen van bomen op het terrein mag enkel na het verkrijgen van een omgevingsvergunning.
• De voorwaarden uit vergunning OMV_2022162792 blijven van toepassing.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar d.d. 27/08/2024 en volgt dit standpunt gedeeltelijk. Het college volgt volgende voorwaarde van de dienst mobiliteit niet: "De uitbater stimuleert het personeel om duurzame woon-werkverplaatsingen te maken."
Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het voorwaardelijk afleveren van de omgevingsvergunning aan VONCKERS BV gevestigd te Molenweg 21 te 3520 Zonhoven voor het verbouwen van een vergund hoofdgebouw met uitbreiding, het wijzigen van voorgevels, bouwen van een terrasoverkapping, het wijzigen van de vergunde terreinaanleg, de regularisatie van het rooien van 2 bomen, gelegen te Molenweg 21 kadastraal gekend als afdeling 3 sectie E nrs. 519/3 H en 519/3 K.
Volgende voorwaarden worden opgelegd:
Stedenbouwkundige voorwaarden
Rode Kruisweg 19 te 3520 Zonhoven - fitness
Het departement omgeving heeft op 18/07/2024 een aanvraag ontvangen van ALKIMMO nv. om uit de inventaris te worden geschrapt.
Bij deze aanvraag was geen verklaring van de burgemeester gevoegd die de beëindiging van de leegstand bevestigt. De aanvraag is derhalve strijdig met artikel 12 van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juli 1997 tot uitvoering van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten.
Bijgevolg wordt door het departement omgeving de bedrijfsruimte op datum van 18/07/2024 niet geschrapt uit de inventaris van leegstaande en/of verwaarloosde bedrijfsruimten.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis dat, in uitvoering van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, meermaals gewijzigd, de bedrijfsruimte gelegen langs Rode Kruisweg 19 op datum van 18/07/2024 niet geschrapt wordt uit de Inventaris van leegstaande en/of verwaarloosde bedrijfsruimten.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het schrijven van:
De Vlaamse Overheid, Departement Omgeving, leegstaande en/of verwaarloosde bedrijfsruimten, van 23 augustus 2024 vraagt het ter inzage leggen van het uittreksel van de in de inventaris geregistreerde onroerende goederen gelegen op het grondgebied van de gemeente van de volgende leegstaande en/of verwaarloosde bedrijfsruimten:
Dossiernummer |
2024/71066/0065 |
Leegstand en verwaarlozing |
Ligging |
Houthalenseweg 70 |
|
Dossiernummer |
2024/71066/0095 |
Leegstand |
Ligging |
Dorpsstraat 13 |
|
Dossiernummer | 2024/71066/0096 | Leegstand |
Ligging | Rode Kruisweg 19 |
Het college van burgemeester en schepenen besluit het uittreksel ter inzage te leggen van 16 september 2024 t/m 25 september 2024 en dit kenbaar te maken aan het departement Omgeving per mail op het volgend emailadres: vernieuwingsfonds.omgeving@vlaanderen.be.
Het betreft een droogzuiging voor de bouw van een woning, te Sparrenweg 18, 2de afdeling, sectie D, nr. 132G96. Volgende milieuvergunning werd hierop afgeleverd: Lozing NHA en mazoutopslag 5000 l.
Voor de realisatie van de bouw moet een grondwatertafelverlaging van 1,85 meter bekomen worden. Er zullen 14 aanzuigpunten geplaatst worden, op een diepte van max. 6 meter.
Het gevraagde debiet bedraagt 9,8 m³/uur, gedurende 30 dagen. Dit komt neer op een jaardebiet van 4110 m³.
Het gevraagde lozingspunt bevindt zich op de gracht achteraan het perceel. De dienst leefmilieu heeft geen kennis of deze gracht voldoende waterdragend is. Dit dient voor de lozing door de bouwheer nagegaan te worden. Indien blijkt dat de lozing voor wateroverlast naar derden zorgt, kan van dit lozingspunt afgeweken worden en kan op de regenwaterafvoer-streng van de openbare riolering geloosd worden. Lozing op de gracht geniet wel steeds de voorkeur aangezien het opgepompte water zo gedeeltelijk ter plaatse kan infiltreren.
De aanvraag is realistisch en kan gunstig beoordeeld worden gezien het beperkt debiet en de beperkte tijdsduur.
Gunstig voor een bronbemaling te Sparrenweg 18, voor de realisatie van een woning, voor een debiet van 234 m³/dag, 4110 m³/jaar, mits volgende voorwaarden:
* Een goed functionerende debietsteller moet aanwezig zijn op elke pomp.
* De sectorale voorwaarden van Vlarem II, hoofdstuk 5.53, moeten nageleefd worden.
* De droogzuiging wordt onmiddellijk verwijderd zodra dit bouwtechnisch mogelijk is en wordt beperkt in tijd en debiet tot het absolute, noodzakelijke, minimum.
* De lozing van het grondwater mag geen wateroverlast voor derden veroorzaken.
* Het bemalingswater wordt geloosd in de achterliggende gracht, tenzij dit voor wateroverlast naar derden zorgt. Enkel dan kan het bemalingswater op de RWA-leiding van de openbare riolering geloosd worden.
* Indien de stroomgroep geluidshinder vormt voor de omwonenden, moeten onmiddellijk gepaste maatregelen genomen worden om de hinder tot een absoluut minimum te beperken.
* De bemaling mag de duur van 30 dagen niet overschrijden.
Besluit:
Artikel 1
De gemeentelijke omgevingsambtenaar heeft op 27/08/2024 akte genomen van de melding ingediend door Dewaele Ignace, Théophile De Baisieuxstraat 156 te 1020 Brussel, voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit, zijnde een tijdelijke bemaling voor de bouw van een woning, voor een totaaldebiet van 4110 m³, gelegen Sparrenweg 18 te 3520 Zonhoven, 2de afdeling, sectie D, perceelnr. 132G96, met rubriek: 53.2.2°a).
53.2.2°a) | maximaal 30.000 m3 per jaar | een tijdelijke bemaling voor de bouw van een woning, voor een totaaldebiet van 4110 m³/jaar |
Artikel 2
Volgende voorwaarden moeten worden nageleefd:
Deze aktename stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het besluit van de gemeentelijk omgevingsambtenaar.
Het betreft een droogzuiging voor de plaatsing van een hemelwater- en infiltratieput, te Kleine Hellekensstraat 52, afdeling 3, sectie F, nr. 134X.
Voor de plaatsing van de hemelwater- en infiltratieput moet een grondwatertafelverlaging van 2,7 meter bekomen worden. Er zullen verschillende aanzuigpunten geplaatst worden, op een diepte van max. 6 meter.
Het gevraagde debiet bedraagt 13,5 m³/uur, gedurende 10 dagen. Dit komt neer op een jaardebiet van 2703 m³.
Indien er meer dan 10 m³/uur geloosd wordt op een gemengd stelsel, dient op voorhand een toelating bij Aquafin aangevraagd te worden.
Het lozingspunt bevindt zich op de Kleine Hellekensstraat, dit is een gemengd stelsel.
In de onmiddellijk omgeving zijn er geen mogelijkheden om het grondwater af te voeren naar een gescheiden stelsel of in een oppervlakte water.
De aanvraag is realistisch en kan gunstig beoordeeld worden gezien het beperkt debiet en de beperkte tijdsduur.
Gunstig voor een bronbemaling te Kleine Hellekensstraat 52, voor de plaatsing van een hemelwaterput- en infiltratieput, voor een debiet van 325 m³/dag, 2703 m³/jaar, mits volgende voorwaarden:
Besluit:
Artikel 1
De gemeentelijke omgevingsambtenaar heeft op 29/08/2024 akte genomen van de melding ingediend door Vandenholt Jana, Heuveneindeweg 89 bus 0005 te 3520 Zonhoven, voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit, zijnde een tijdelijke bemaling voor de plaatsing van een hemelwater- en infiltratieput voor een jaardebiet van 2703 m³, gelegen Kleine Hellekensstraat 52 te 3520 Zonhoven, 3de afdeling, sectie F, perceelnummer 134X, met rubriek: 53.2.2°a).
53.2.2°a) | maximaal 30.000 m3 per jaar | een bemaling die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van werken of de aanleg van nutsvoorzieningen, met een netto opgepompt debiet van maximaal 30.000 m³ per jaar |
Artikel 2
Volgende voorwaarden moeten worden nageleefd:
Deze aktename stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het besluit van de gemeentelijk omgevingsambtenaar.
Elk jaar doet het tijdschrift Publieke Ruimte een projectoproep, waarbij ze besturen en/of ontwerpers vragen recent gerealiseerde projecten in te dienen die een meerwaarde voor de omgeving en zijn gebruikers betekenen, die vernieuwend zijn, die inzetten op duurzaamheid, etc.
De vergroening van het Dorpshart in Zonhoven zou een verdiende winnaar van deze prijs kunnen zijn. Het project moet alleszins een duidelijke meerwaarde hebben ten opzichte van de vroegere situatie en betekenis hebben voor een brede groep gebruikers. Het heeft een hefboomeffect op de omgeving en op het lokale beleid (duurzame mobiliteit, klimaatadaptatie, biodiversiteit, gezondheid, kernversterking, citymarketing, toerisme, jeugd, sociale cohesie, lokale economie, etc.)
De deadline voor inschrijven is vrijdag 20 september. Hieraan is geen geldprijs verbonden, maar wel een eervolle vermelding in het tijdschrift Publieke Ruimte.
De betrokken partners (Provincie, Fluvius, studiebureau) dienen uiteraard ook akkoord te gaan.
Het college van burgemeester en schepenen is akkoord om een dossier in te dienen in kader van de projectoproep Publieke Ruimte 2025.
Als verwelkoming sturen we nu de gezinnen met een pasgeboren kindje een brief met de groeimeter van Lotje. We hebben gemerkt dat de brief verouderd is en de groeimeter is niet geschikt voor pasgeboren kindjes. De groeimeter zou wel gebruikt kunnen worden als de kindjes wat ouder zijn (ongeveer 1 jaar).
De brief willen we aanpassen omdat er bijvoorbeeld direct de felicitaties aan de ouders, de informatie van de kids-ID wordt vermeld (zie bijlage). Dit vinden we minder gepast. De informatie is nuttig, maar kan later in de brief vermeld worden. We willen de brief herwerken en het pasgeboren kindje op een warme manier welkom heten in Zonhoven. Bijkomend willen we de ouders de nodige informatie geven waar ze terecht kunnen met vragen.
De bedoeling is om het geboortepakket wat er nu is te vernieuwen en meer af te stemmen op de gezinnen.
Het voorstel van het geboortepakket:
- een geboortekaartje vanuit ons lokaal bestuur
- de brief
- een slabbetje waarop staat: Welkom klein Zonnetje'. Het slabbetje komt in plaats van de groeimeter.
De groeimeter van Lotje willen we op een later moment aan de kindjes geven. Deze kunnen verdeeld worden bij het consultatiebureau van Kind en Gezin.
De verdere uitwerking van het geboortepakket dient nog te gebeuren.
De dienst communicatie volgt deze redenering: een cadeau meer op maat van de baby (en de ouders) zal een toepasselijker 'welkom' vormen.
Voor nieuwe volwassen inwoners voorzien we op het onthaal van nieuwe inwoners bovendien elk jaar een goodiebag. "Nieuwe inwoners" die hier geboren zijn, vielen daarbij eigenlijk uit de boot. Dit is daarom een mooie aanvulling.
Het college van burgemeester en schepenen keurt de herwerking van het geboortepakket voor de pasgeboren kindjes in Zonhoven principieel goed .
In overeenstemming met de bepalingen uit de codex politieverordeningen van toepassing op het grondgebied van de gemeente Zonhoven dient elke slijterij die gegiste en/of sterke dranken schenkt in het bezit te zijn van een drankvergunning. Deze zit vervat in de uitbatingsvergunning. Deze vergunning wordt verleend door het college van burgemeester en schepenen en geeft de uitbater het recht een slijterij die gegiste en/of sterke dranken schenkt uit te baten op het aangeduide adres.
Er werd een aanvraag ingediend voor een uitbatingsvergunning, met inbegrip van een drankvergunning, door Jeroen Boermans, voor een zaak gelegen te Platwijersweg 5, 3520 Zonhoven.
Alle noodzakelijk documenten werden ingediend en het administratief onderzoek werd met succes voltooid. Er werd eveneens tegemoet gekomen aan de bijkomende voorwaarden zoals bedoel in de codex politieverordeningen.
Dit betreft concreet:
De ambtenaren behorende tot de politiezone LRH geven een positieve beoordeling wat betreft het onderzoek naar gerechtelijke en politionele antecedenten van de uitbater;
Een brandweerattest A werd afgeleverd op 14 mei 2024 door de Hulpverleningszone Zuid-West Limburg;
De uitbaters voldoen aan de vestigingsformaliteiten en beschikt over de vergunningen/attesten die wettelijk voorgeschreven zijn.
Het goed beschikt over een functie dat exploitatie van horeca toelaat.
In overeenstemming met de bepalingen van de codex politieverordeningen betreft dit een gunstig resultaat.
Er werd geen bijkomend onderzoek verricht.
Op basis van de bevindingen uit het onderzoek, wordt voorgesteld dat het college van burgemeester en schepenen een uitbatingsvergunning verleent aan Jeroen Boermans voor de de zaak Hellenica gelegen te Platwijersweg 5, 3520 Zonhoven.
Het college van burgemeester en schepenen besluit conform de bepalingen uit de codex politieverordeningen een uitbatingsvergunning te verlenen aan Jeroen Boermans voor de horecazaak Hellenica, gelegen te Platwijersweg 5, 3250 Zonhoven.
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen besluit conform de bepalingen uit de codex politieverordeningen en de federale regelgeving m.b.t. het schenken van dranken zoals hierboven uiteengezet, een drankvergunning te verlenen aan Jeroen Boermans voor de zaak Hellenica, gelegen te Platwijersweg 5, 3250 Zonhoven.
Tijdens de zitting van het college van burgemeester en schepenen op 19 maart 2024 werd een tijdelijke uitbatingsvergunning toegekend voor De Sjiek gelegen in de Dorpsstraat nummer 2. Dit omwille van een brandweerattest type B - geldig tot 31 maart 2025. De heer La Rocca vroeg op 16 augustus 2024, via e-mail, of het mogelijk is om deze tijdelijke uitbatingsvergunning - geldig tot 30 september 2024 - te verlengen. Zij hebben de kans nog niet gehad om alle wijzigingen, gevraagd door de brandweer, door te voeren omwille van financiële redenen (investeringen aanhoudende werken + gevraagde investeringen brandweer).
Het advies van de dienst Lokale Economie hieromtrent is positief.
Het college van burgemeester en schepenen keurt de verlenging van de tijdelijke uitbatingsvergunning van De Sjiek, gelegen op de Dorpsstraat 2 in Zonhoven, tot 31 maart 2025 goed.
Op 23 april 2024 vond de rondgang plaats in het bijzijn van:
De werken werden uitgevoerd overeenkomstig de van toepassing gestelde voorwaarden en bepalingen met uitzondering van de nog niet-uitgevoerde werken:
De voorlopige oplevering wordt toegestaan.
Het college van burgemeester en schepenen keurt het PV van voorlopige oplevering verkaveling Vilhoekstraat (Pieter Demuynckstraat) goed.
Het bestek en de raming voor de opdracht “Wegmarkeringen 2024-2026”.
Besluit_GR_24/06/2024 - Wegmarkeringen 2024-2026 - Lastvoorwaarden en gunningswijze - Goedkeuring
Besluit_CBS_25/06/2024 - Wegmarkeringen 2024-2026 - Opstarten procedure en publicatie - Goedkeuring
PV van opening, offertes, verslag van nazicht.
In het kader van de opdracht “Wegmarkeringen 2024-2026” werd een bestek met nr. 2024-632-wegmarkeringen opgesteld.
De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 96.957,70 excl. btw of € 117.318,82 incl. 21 % btw (€ 20.361,12 btw medecontractant) voor de volledige looptijd van drie jaar.
De uit te voeren werken worden in drie delen gesplitst, een gedeelte wordt in 2024 uitgevoerd, en de andere twee delen elk in de jaren nadien (2025 en 2026).
Er zal voorafgaand aan de werken afgesproken worden welke de drie verschillende delen zijn.
De gemeenteraad verleende in zitting van 24 juni 2024 goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de plaatsingsprocedure van deze opdracht, met name de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 25 juni 2024 de plaatsingsprocedure te starten.
De offertes dienden het bestuur ten laatste op 13 augustus 2024 om 11.00 uur te bereiken.
De verbintenistermijn van 120 kalenderdagen eindigt op 11 december 2024.
Er werden 4 offertes ontvangen:
Er werd een best and final offer gevraagd in het kader van de onderhandelingen en de offertes hiervoor dienden het bestuur ten laatste op 28 augustus 2024 om 10.00 uur te bereiken. Alle inschrijvers hebben hun initiële offerteprijzen behouden.
Het verslag van nazicht werd op 21 augustus 2024 opgesteld.
Er wordt voorgesteld om, rekening houdende met het voorgaande, deze opdracht te gunnen aan de economisch meest voordelige bieder (op basis van de prijs), zijnde Nijs, Weg Messelbroek 131 te 3271 Scherpenheuvel-Zichem tegen het onderhandelde bedrag van € 93.455,53 excl. btw of € 113.081,19 incl. 21 % btw (€ 19.625,66 btw medecontractant).
Goedkeuring wordt verleend aan het verslag van nazicht van de offertes van 21 augustus 2024.
Het verslag van nazicht van de offertes in bijlage maakt integraal deel uit van deze beslissing.
De opdracht “Wegmarkeringen 2024-2026” wordt gegund aan de economisch meest voordelige bieder (op basis van de prijs), zijnde Nijs, Weg Messelbroek 131 te 3271 Scherpenheuvel-Zichem, met ondernemingsnummer 0456.005.017, tegen het onderhandelde bedrag van € 93.455,53 excl. btw of € 113.081,19 incl. 21 % btw (€ 19.625,66 btw medecontractant).
De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 2024-632-wegmarkeringen.
De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het investeringsbudget van het meerjarenplan 2020-2025 op MJP000407 (Jaarlijks worden de wegmarkeringen aangebracht).
CBS 29/11/2022 betreffende gunning aan DCA;
Aanvullende prijsopgave
De overheidsopdracht "Zonhoven: Vergroening Dorpshart en openlegging Roosterbeek" werd op 29 november 2022 gegund aan DCA INFRA, voor een totaalbedrag van 5.183.853,19 euro (excl. btw). De werken werden aangevat en zijn m.a.w. alreeds in uitvoering.
Er ligt nu een voorstel voor om langs de Heuvenstraat, Dorpsstraat en Genkerbaan extra groenaanplant te voorzien. Deze groenaanplant was niet in de originele meetstaat voorzien, zoals gepubliceerd in 2022. Deze aanvullende opdracht omvat het leveren en aanplanten van 27 extra bomen met draadkluit én de aanplant van kruidachtige vegetatie, heesters en vaste planten. De meeste bomen hebben plantmaat 18/20, wat een goed evenwicht biedt tussen kostprijs en overlevingskans. twee bomen hebben plantmaat 35/40. De plantputten en plantvakken worden voorzien van een mengeling van teelaarde en kwalitatieve groencompost. Alle nieuwe bomen krijgen twee boomkniepalen bestaande uit onbehandeld kastanjehout. Tenslotte is er voor alle bomen groeiplaatsverbetering voorzien, waaronder een horizontale drainage, irrigatie met gietrand en beluchtingssysteem. Ook is wortelgeleiding voorzien. Deze aanplant van de extra bomen zal het totaal aantal nieuwe bomen in het dorpshart op 110 stuks brengen. Deze bijkomende investering bevestigt de ambitie om te kiezen voor een maximale vergroeningsimpact in het dorpshart van Zonhoven. Dit is en blijft één van de belangrijkste doelstellingen van het project.
Dit heeft concreet een meerprijs als gevolg van € 48.212,62 excl. btw ofwel € 58.337,27 incl. btw.
Op grond van art. 38/1 juncto 38/4 kan deze aanvullende opdracht rechtstreeks toegewezen worden aan DCA INFRA zonder deze opdracht verder op de markt te zetten. Dit zou ook niet meer dan logisch zijn daar deze aanvullende opdracht inherent verweven is met de hoofdopdracht. Voormelde artikels, de minimis-regeling, vereisen dat het meerwerk maximaal 15% van de waarde van de aanvankelijke opdracht mag bedragen. In casu betreft het meerwerk <1 % van de totale opdrachtwaarde en wordt hieraan voldaan.
Gelet op het feit dat deze kost door de gemeente zelf gedragen wordt en deze aanvullende werken de partners (i.e. mede-aanbestedende overheid van voormelde overheidsopdracht), Fluvius en provincie Limburg, bijgevolg niet ten laste zijn, dient conform art. 9 van de samenwerkingsovereenkomst met voormelde partners diens toestemming niet bekomen te worden.
Het college van burgemeester en schepenen besluit op grond van art. 38/1 juncto 38/4 van het KB Uitvoering van 14/01/2013 de aanvullende opdracht voor werken t.b.v. € 48.212,62 excl. btw ofwel € 58.337,27 incl. btw, zoals weergegeven in het document in bijlage, op de opdracht met als titel "Zonhoven: Vergroening Dorpshart en openlegging Roosterbeek", zoals gegund op 29 november 2022, goed te keuren.
De eigenaar van het handelshuis Dorpsstraat huisnr. 12 vraagt een uitbreiding van de terrasruimte op openbaar domein aan de voorzijde van zijn pand. De bestaande huurder (sushi) is failliet en weldra zou een nieuwe huurder (Italiaans restaurant) het pand betrekken. Er wordt aangehaald dat het van belang is om over voldoende terrasruimte op openbaar domein te kunnen beschikken. De motivatie vanwege de eigenaar is te lezen in de nota in bijlage.
Advies dienst:
De werken in het dorpshart zijn in een laatste fase aanbeland. Ondanks de grillige weersomstandigheden van het afgelopen jaar zullen we erin slagen om de werken volgens de initiële planning af te ronden.
Er wordt niet akkoord gegaan met de gevraagde aanpassing van het openbaar domein, omwille van volgende redenen:
Het college van burgemeester en schepenen volgt het advies van de administratie niet en gaat in op het verzoek van de eigenaar van het handelshuis Dorpsstraat huisnr. 12 om de terrasruimte op openbaar domein aan de voorzijde van zijn pand uit te breiden.
We betalen geen vergoeding voor de woon-werkverplaatsingen van de thuisdiensten omdat de regelgeving hier niet éénduidig in is. Onze helpsters werken met vaste gezinnen en volgens het vonnis (Namen – 19/524/A), wordt beoordeeld dat verschillende werkplaatsen, vastgesteld op basis van een vastgesteld jaarlijks schema, vaste plaatsen van tewerkstelling zijn. Dit is ook de interpretatie van FOD Financiën.
Maar anderzijds zijn er ook voorbeelden waarin het wel toegekend wordt.
Om het verschil tussen de verschillende personeelsgroepen zo klein mogelijk te maken (zie ook het project ‘administratieve gelijkschakeling personeel’) zijn we hier nog niet in meegegaan. Indien we dit wel gaan toepassen, gaan helpsters die verder weg wonen een veel grotere vergoeding krijgen dan helpsters die dichtbij wonen en ook ten opzichte van overige personeelsleden die van ver moeten komen en helemaal geen vergoeding krijgen.
Merk op dat het ACOD enkel spreekt over de thuiszorgdiensten. Een personeelslid van een andere dienst, dat bijvoorbeeld als standplaats Tentakel of de gemeentelijke werkplaatsen heeft en voor een overleg naar het gemeentehuis (briefing) moet komen, zal de woon-werkverplaatsing dan ook als dienstreis kunnen registreren.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de klacht van ACOD en beslist een gemotiveerd antwoord over te maken aan het agentschap binnenlands bestuur.