Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het schrijven van de provincie Limburg van 30 juli 2024, nl.:
“Hierbij deel ik u mee dat het beroep van de heer Denys Toon, departement Omgeving, Koning Albert II-Laan 20 bus 8, 1000 Brussel, ingesteld tegen de beslissing d.d. 2 juli 2024 van het schepencollege van Zonhoven waarbij een omgevingsvergunning werd verleend voor het project ‘verkaveling’ ter plaatse Eikenenweg 25 als administratief volledig en ontvankelijk wordt beschouwd. Het onderzoek van het beroep wordt heden gestart.
Dit beroep werd ingediend en opgeladen via het omgevingsloket.
Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht om advies uit te brengen over het ingediende beroep.”
Volgende argumentatie werd gevoegd bij het beroepsdossier:
“Er kan niet akkoord worden gegaan met de argumentatie van het college van burgemeester en schepenen van Zonhoven.
De watertoets werd niet correct uitgevoerd. De aanvraag is gelegen in een zone met kleine kans op overstromingen onder klimaatveranderingen volgens de fluviale kaarten 2023. Dit werd wel vermeld in de waterparagraaf van de beslissing van het schepencollege maar er werden geen maatregelen getroffen om het overstromingsvrij bouwen te garanderen.
Het is niet omdat voor het betrokken perceel volgens de advieskaart geen advies dient ingewonnen te worden bij de wateradviesinstantie, dat de gemeente aan de overstromingsgevoeligheid van het perceel mag voorbij gaan. Zij dient in dit geval zelf in te staan voor een correcte watertoets, die rekening houdt met de overstromingskaarten. Deze kaarten geven aan dat bij overstroming onder toekomstig klimaat de waterhoogte 29 cm kan bedragen.
De verkavelingsvoorschriften maken geen melding van voorwaarden waaraan moet voldaan worden om de watertoets te kunnen doorstaan. Gezien het om een verkavelingsaanvraag gaat waarbij het wellicht de bedoeling is om de bouwloten te verkopen aan derden, is het des te meer belangrijk dat de koper van een lot goed wordt ingelicht over de waterproblematiek en in de voorschriften terugvindt aan welke voorwaarden de te bouwen woning zal moeten voldoen om de watertoets te kunnen doorstaan.
In de huidig voorliggende voorschriften wordt een maximum vloerpeil boven de as van de weg opgelegd terwijl er vooral een minimum vloerpeil boven de as van de weg moet opgelegd worden om overstromingsvrij bouwen te kunnen garanderen.
Ik ben besluitend dan ook van oordeel dat voorliggende aanvraag in de huidige vorm niet voor vergunning in aanmerking komt.”
Advies dienst:
De gemeentelijk omgevingsambtenaar (GOA) blijft bij het voorgaand standpunt en wenst hiervoor te verwijzen naar het verslag GOA d.d. 21 juni 2024.
De GOA wenst als volgt te reageren op de beroepsargumenten:
In tegenstelling tot hetgeen de beroepsindiener stelt is het eigendom gelegen in een zone met kleine kans op overstromingen onder klimaatveranderingen volgens de pluviale kaarten 2023 en niet volgens de fluviale kaarten 2023.
Opgemerkt wordt ook dat de aangehaalde waterhoogte van 29 cm niet overal van toepassing is op het eigendom, maar varieert tussen de 16 cm en 40 cm naargelang de plaats van de meting op het terrein. Ook het peil van de voorliggende weg varieert tussen ca. 47,15 TAW en 47,40 TAW. Het peil van voorliggende eigendom gelegen binnen de contour van de zone met kleine kans op overstromingen onder klimaatveranderingen volgens de pluviale kaarten varieert tussen de 46,84TAW en 47,10TAW
Er wordt zowel in de omgevingsvergunning als in de verkavelingsvoorschriften opgelegd dat bij het oprichten van de woningen er rekening dient te worden gehouden dat de woningen overstromingsvrij worden opgericht en dat de vereiste maatregelen hiertoe dienen te worden genomen. In de verkavelingsvoorschriften wordt opgelegd dat het vloerpeil maximaal 30 cm boven het straat- of trottoirniveau mag liggen, hetgeen in principe voldoende hoog is om overstromingsvrij te kunnen bouwen.
Niettegenstaande bovenstaande opmerkingen kan de GOA zich vinden in de opmerking dat voor het vloerpeil van de nieuw op te richten woningen een minimale hoogte wordt bepaald. Er dient evenwel ook een maximale hoogte van het vloerpeil te worden vastgelegd om er voor te zorgen dat de nieuw op te richten woningen zich inpassen in de omgeving. Als voorwaarde wordt daarom opgelegd dat het vloerpeil van de nieuw op te richten woningen minimaal 30cm en maximaal 50cm boven het straat- of trottoirniveau mag liggen.
Het college van burgemeester en schepenen beslist het ingediende beroep negatief te beoordelen en behoudt het standpunt van 2 juli 2024
Er wordt hierbij de bemerking gemaakt dat als voorwaarde mag opgelegd worden dat het vloerpeil van de nieuw op te richten woningen minimaal 30cm en maximaal 50cm boven het straat- of trottoirniveau mag liggen.