2024_CBS_00909 - OMV - Vergunning - Senator A. Jeurissenlaan 1210 - 2023/00232 - Goedkeuring

VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR

Dossiernummer:    2023/00232

Referentie omgevingsloket:    OMV_2023142664

Inrichtingsnummer:    20240304-0088

Ondernemingsnummer exploitant:    0421929907  

De aanvraag, ingediend door Arte NV gevestigd te Senator A. Jeurissenlaan 1210 te 3520 Zonhoven, werd ontvangen op 24/11/2023 en op 04/04/2024 ontvankelijk en volledig verklaard.

De aanvraag gaat over een terrein, gelegen Senator A. Jeurissenlaan 1102 en 1210, kadastraal gekend als afdeling 2 sectie C nrs. 1086G en 1089B.

De aanvraag gaat over het verbouwen en regulariseren van een bestaande site met bedrijfshal, kantoorruimte en terreininrichting, en de uitbating ervan.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen en de exploitatie van een of meerdere ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

De gemeentelijke omgevingsambtenaar heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de geldende wettelijke bepalingen, (in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid, het decreet Natuurbehoud en hun uitvoeringsbesluiten).

1.    STEDENBOUWKUNDIGE BASISGEGEVENS

    De locatie van de aanvraag is volgens het Origineel bij Koninklijk besluit goedgekeurd gewestplan op 3 april 1979 gelegen in ambachtelijke bedrijven en kmo's.

De locatie van de aanvraag is niet gelegen binnen een bijzonder plan van aanleg.

De locatie van de aanvraag is gelegen binnen het ruimtelijk uitvoeringsplan grup afbakening regionaalstedelijk gebied Hasselt-Genk, goedgekeurd op 20 juni 2014.

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Volgende verordeningen zijn van kracht:

•    algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997;

•    gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake openluchtrecreatieve verblijven goedgekeurd op 8 juli 2005;

•    gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009;

•    gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, .... goedgekeurd op 10 februari 2023.

2.    HISTORIEK

    Volgende dossiers zijn relevant: 

•    Stedenbouwkundige vergunning (1996/07473) voor het bouwen van een werkplaats voor boormaterialen - goedgekeurd op 12/08/1996.

•    Stedenbouwkundige vergunning (2015/00076) voor het uitbreiden van een industriehal, herinrichting van een kantoor en terreinaanleg - geweigerd op 18/08/2015.

•    Stedenbouwkundige vergunning (2015/00194) voor het uitbreiden van een industriehal, herinrichting van een kantoor, heraanleg en regularisatie van de terreininrichting, herbestemming van een niet vergunde woongelegenheid naar bedrijfsruimte, plaatsen van overdekte buitentrap en nieuwe voorgevelwand - goedgekeurd op 16/02/2016.

•    Verkavelingsvergunning (7204.V.76) voor het verkavelen van een grond - geweigerd op 08/10/1964.

3.    BESCHRIJVING OMGEVING EN AANVRAAG

    Beschrijving van de plaats & omgeving

Het perceel bevindt zich aan de Senator A. Jeurissenlaan, een gemeenteweg ten noordoosten van het centrum van Zonhoven, binnen bedrijventerrein De Waerde. Aan de rechterzijde grenst het perceel aan de Langsteeg.

De omgeving bestaat hoofdzakelijk uit bedrijfsgebouwen en hun aanhorigheden. Aan de achterzijde (zuidelijke grens) grenst het perceel aan een groenbufferstrook van de gemeente Zonhoven, aangelegd om een extra buffer te vormen tussen het bedrijventerrein en de woningen aan de Grote Hemmenweg. 

Op het perceel bevindt zich een industriehal met diverse verhardingen, een infiltratiegracht, opslagrekken en een beperkt aandeel groene ruimte.

Het goed maakte voorheen deel uit van de links gelegen bedrijfssite (voormalige bedrijf houtskeletbouw), en is er fysiek mee verbonden door middel van een luifel en doorgang achteraan.

De inrichting is niet geheel conform de vergunde toestand.

Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag gaat over het verbouwen en regulariseren van een bestaande site met bedrijfshal, kantoorruimte en terreininrichting, en de uitbating ervan.

De site waar de aanvraag betrekking op heeft zal deel uitmaken van het bedrijf Arte dat aan de overzijde van de straat gevestigd is, Senator A. Jeurissenlaan 1210. Het bedrijf is gespecialiseerd in het ontwerpen en vervaardigen van high-end muurbekleding.

De bedrijfshal zal als magazijn/ opslagruimte gebruikt worden, ook de kantoorruimte blijft behouden.

Met huidige aanvraag wenst men het bestaande gebouw beperkt te verbouwen  i.f.v. de nieuwe invulling, een loskade aan te leggen en daarnaast ook de inrichting van het terrein met verhardingen, hemelwateropvang en groenaanleg aan te passen en te regulariseren aangezien de huidige inrichting niet conform de  vergunning werden uitgevoerd.

Regularisatie

De bestaande situatie stemt niet overeen met de laatste vergunning dd. 16/02/2016 (2015/00194).

•    Een buitentrap rechts vooraan, werd niet uitgevoerd

•    Diverse groenzones in de voortuin werden niet uitgevoerd;

•    De verharding van 10 parkeerplaatsen die voorzien was in grasdallen werd uitgevoerd in waterdoorlatende klinkers;

•    De groenstrook van 2m breed langsheen de rechter perceelgrens werd slechts gedeeltelijk gerealiseerd, de huidige groenstrook is maar 1,37m breed. Er werd een haag aangeplant;

•    De groenstrook rechts van het gebouw werd niet uitgevoerd;

•    Een uitbreiding rechts achteraan de loods werd niet uitgevoerd;

•    Rechts achteraan werd 73,49m2 betonverharding aangelegd in plaats van  waterdoorlatende klinkers;

•    De opslagrekken aan de achterzijde zijn qua hoogte en lengte niet in overeenstemming met de vergunde afmetingen. Een gedeelte hiervan werd reeds verwijderd, het resterende gedeelte wenst men te regulariseren;

•    De infiltratievoorzieningen voldoen niet, deze werden niet en/of anders uitgevoerd 

De buitentrap, bestemd om toegang tot het dak te hebben, werd niet uitgevoerd. Men zal hier een nieuwe interne trap voorzien.

In de voortuin werden 3 groenzones vergund met een totale oppervlakte van 79,48m², mogelijk om te vormen tot parkeerplaatsen indien nodig. Deze zones werden verhard met klinkers waarbij 2 parkeerplaatsen ingericht werden links vooraan. Bij de voorbespreking (niet op basis van het definitieve plan) werd aangegeven dat dit aanvaardbaar zou zijn.

De parkeerplaatsen in de voortuinstrook (90,11m²) alsook aan de rechterzijde van het gebouw (56,95m²), dienden uitgevoerd te worden in grasdallen. Hier werden waterdoorlatende klinkers aangelegd.

De 6 parkeerplaatsen in de voortuinstrook wenst men te regulariseren.

Het gedeelte rechts van het gebouw zal, evenals de inrit vervangen worden door betonverharding en een loskade.

De groenstrook van 2m langsheen de rechter perceelgrens, zal niet meer gerealiseerd kunnen worden door een loskade die men wenst te voorzien aan de rechterzijde van het gebouw en de noodzaak van een brandweg. 

Men had de intentie om de te kleine groenzone te compenseren aan de achterzijde van het perceel door ca. 82m² klinkerverharding te verwijderen. Doordat niet voldaan werd aan de hemelwaterverordening werd deze zone voorzien als wadi i.p.v. groenbuffer.

De groenstrook van 92,22m² rechts van het gebouw werd niet uitgevoerd, hier werden klinkers aangelegd.

Deze groenstrook zal niet meer gerealiseerd kunnen worden door een loskade die men wenst te voorzien in betonverharding.

Een uitbreiding rechts achteraan de loods werd niet uitgevoerd. In de plaats werd hier betonverharding voorzien.

Rechts achteraan de loods werd 73,49m² betonverharding aangelegd i.p.v. waterdoorlatende klinkers. Deze verharding wenst men te regulariseren.

De opslagrekken aan de achterzijde van het terrein, voorzien op een betonverharding langsheen de infiltratiegracht, werden in oppervlakte en hoogte ruimer voorzien dan vergund.

De opslagrekken werden vergund met een breedte van 24,87m, een diepte van 1,50m en een hoogte tot 3m (evenredig aan de afstand tot de achterste perceelgrens zoals opgenomen in de voorwaarden). 

De regularisatie van de opslagrekken wordt gevraagd met een breedte van 44,85m, een diepte van 2,45m en een hoogte van 4,78m (horizontale dakoppervlakte van 110,00m²). 

De aanwezigheid van de rekken vormt geen belemmering voor de vrije doorgang voor de brandweer.

In de vergunning dd. 16/02/2016 werd aangegeven dat de ingetekende infiltratievoorziening (88800 liter en 106,4m²) niet voldeed aan de verordening voor de afwaterende oppervlakte van 3356m² en dat bijkomende infiltratiekratten dienden geplaatst te worden onder de luifel achteraan, dit met een inhoud van 6000 liter en een infiltratieoppervlakte van 31,56m².

De infiltratiegracht werd niet uitgevoerd conform de ingediende plannen en de infiltratiekratten werden niet geplaatst. 

De aanvraag voorziet de aanpassing van de infiltratievoorziening om te voldoen aan de regelgeving. Hierbij dienen ook de nieuwe, bijkomende afwaterende oppervlaktes meegenomen te worden.

Oorspronkelijk werden een uitbreiding van de infiltratiegracht en infiltratiekratten aan de voorzijde van het terrein voorzien.

Gezien het ongunstig advies van de waterbeheerder werd dit aangepast.

Voor de dimensionering van de infiltratievoorzieningen wordt uitgegaan van de vereisten conform de vergunning d.d. 16/02/2016 aangevuld met de te regulariseren verhardingen in beton en de betonverharding ten behoeve van de loskade. 

Zie hiervoor omschrijving nieuwe werken.

Omschrijving nieuwe werken

Aanvraag voor het bouwen van de loskade

Er wordt een loskade aangevraagd om te kunnen laden en lossen aan de westelijke zijde van het perceel. De loskade is van belang voor het optimaal gebruik van het  magazijn.

Door de aanleg zullen vrachtwagens vanaf de openbare weg loodrecht naar achter inrijden. Alle vrachtwagenbewegingen zullen zich aan de rechterzijde van het gebouw situeren.

De bestaande uitbouw van het pand rechts achteraan, biedt de gelegenheid om in de voorgevel waar de loskade op aansluit, een poort te realiseren en in het gebouw een dockleveller (3m x 2m). Er is bijgevolg geen uitbreiding van de bestaande constructies nodig. In de zone van loskade en de toegang daartoe, zal de huidige (niet vergunde) klinkerverharding vervangen worden door een betonverharding van 91,64m².

Voor de aanleg van de loskade zullen 5 parkeerplaatsen verdwijnen. 

De loskade heeft een lengte van 16,22m, aan de voorzijde een breedte van 5,13m en ter hoogte van de aansluiting met de loods bedraagt de breedte 5,90m. De loskade helt af tot op 0,93m onder het maaiveld (verharding inrit).

Voor snellere leveringen met bestelwagens of lichte voertuigen wordt aan de achterzijde van dit gebouwdeel een bijkomende poort geplaatst.

Door alle leveringen te concentreren in hetzelfde gedeelte, kan de rest van het gebouw optimaal als magazijn fungeren. 

Aanpassingen refter en kantoor

Intern het gebouw zal de bestaande gelijkvloerse kantoorruimte rechts vooraan uitgebreid worden met een traphal, technische ruimte, sanitair, kleedruimtes en een refter, dit langsheen de rechter zijgevel. Op de verdieping wordt hier naast de traphal een kitchenette, sanitair en een bergruimte ingericht.

De nieuwe traphal vervangt de niet uitgevoerde buitentrap en een interne trap naar het dak (onderhoud).

In de rechter zijgevel worden nieuwe gevelopeningen aangebracht in functie van licht en lucht voor de interne lokalen.

Verhardingen en groenvoorzieningen 

Voor de nieuwe loskade van 91,34m² wordt een nieuwe inrit in betonverharding aangelegd van 211,34m², dit ten behoeve van zwaarder vrachtverkeer.

Het linkse gedeelte van deze betonverharding (82,33m²) zal afwateren naar de infiltratiekratten, het rechtse gedeelte (129,01m²) zal afwateren naar een groenstrook.

Om een doorgang voor de hulpdiensten (brandweg) aan te houden van 4m zal naast de betonverharding en klinkerverharding een beperkte strook in grasdallen aangelegd worden ter hoogte van de loskade/ inrit.

Hierdoor zal de groenstrook langsheen de rechter perceelgrens, dewelke reeds te smal uitgevoerd werd, verkleinen.

Door de aanleg van de loskade, bijkomende verhardingen, regularisatie van overdekte en niet overdekte constructies, resteert zeer weinig groenaandeel op het terrein. 

Om tegemoet te komen aan de vraag van de gemeente (vergroening van de site), wenste men dit te compenseren door aan de achterkant in het verlengde van de infiltratiegracht de verhardingen die aanwezig zijn weg te nemen en de zone groen in te richten. Deze vergroening zal door de aanleg van de noodzakelijke gracht en  wadi, bestaan uit gras.

Daarnaast zal op het terrein van 4609m² nog een groenvoorziening van in totaal 171,43m² resteren. Deze situeert zich langsheen de voorste en de rechter perceelgrens.

Aanpassingen in functie van hemelwateropvang 

Rechts vooraan het bedrijfsgebouw wordt het hemelwater van de daken eerst opgevangen in een regenwaterput van 10000 liter met hergebruik. De overloop van de put wordt aangesloten op het infiltratiesysteem aan de achterzijde van het terrein. Hierdoor zijn de hemelwaterafvoeren (daken en verhardingen) allemaal gekoppeld op 1 infiltratiesysteem, zoals gevraagd door de waterbeheerder. 

De bestaande, te regulariseren infiltratiegracht zal worden verlengd tot 49,13m over een breedte van 2,65m à 2,69m. De bodem bevindt zich op 1,10m onder het maaiveld, de achterzijde is voorzien van een schuine wand en langsheen de betonverharding wordt een keerwand geplaatst.

Aansluitend op de gracht wordt een wadi aangelegd met een lengte van 12,89m aan de achterzijde, 13,35m aan de schuin lopende voorzijde en 10,46m aan de rechterzijde. 

Beide voorzieningen worden tot op zo’n 17cm afstand tot de achterste perceelgrens voorzien en worden ingezaaid met gras.

Op voorgaande plannen werd in deze zone groenaanplanting voorzien.

Omdat de resterende ruimte te beperkt blijft om voldoende opvang in een open voorziening aan te leggen, wordt nog voor 34,54m² aan infiltratiekratten voorzien onder de betonverharding tussen de gracht/ wadi en de achterzijde van het gebouw. De kratten worden aangesloten op de gracht zodat het infiltratie & buffersysteem 1 geheel vormen.  Om de kratten beter te doen functioneren, zuiverder en onderhoudsvriendelijker te maken, wordt er een filterput geplaatst op de inloop ervan. 

Beschrijving van de milieuaspecten

De aanvraag gaat over een verandering van de vergunning, verleend aan Arte NV voor Senator A. Jeurissenlaan 1210 (site A), gekend als kadastraal perceel te afd. 2, sectie C, nr. 1089B, door toevoeging van het perceel te Senator A. Jeurissenlaan 1102 (site B), gekend als kadastraal perceel te afd. 2, sectie C, nr. 1086G, zodat de site voortaan bestaat uit 2de afdeling, sectie C, perceelnummers 1089B &1086G. Met de toevoeging van perceel 1086G volgt er ook een verandering door uitbreiding met volgende activiteiten: het lozen van huishoudelijk afvalwater, het stallen van voertuigen, uitbreiding van de verwarmingsinstallaties en luchtcompressors en de opslag van papier, karton en textiel. 

Met volgende aangevraagde rubrieken:

Zodat de ingedeelde inrichting of activiteit voortaan omvat:

4.    OPENBAAR ONDERZOEK 

    Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.

Het openbaar onderzoek werd georganiseerd van 14 april 2024 t.e.m. 13 mei 2024.

Het tweede openbaar onderzoek werd georganiseerd omwille van een wijzigingslus van 7 juli 2024 t.e.m. 5 augustus 2024.

5.    ADVIEZEN

    Aan volgende adviesverleners werd advies gevraagd:

Dienst Water en Domeinen provincie Limburg

Hulpverleningszone Zuid-West Limburg, dienst preventie

6.    PROJECT-MER

    Het project komt voor op bijlage III van het project-m.e.r.-besluit. Daarom moet een project-m.e.r. opgemaakt worden, tenzij de initiatiefnemer via een project-m.e.r.-screeningsnota kan aantonen dat het project geen aanzienlijke milieueffecten zal veroorzaken.

Er werd een project-m.e.r.-screeningsnota bij de aanvraag gevoegd. De effecten op milieu en omgeving werden voldoende omschreven en uit de nota blijkt dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

7.    INHOUDELIJKE BEOORDELING

    Decretale beoordelingselementen

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de VCRO kan gesteld worden dat de Senator A. Jeurissenlaan een voldoende uitgeruste openbare weg is.

De aanvraag gaat niet over de oprichting van een bedrijfswoning.

De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook.

Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

Zonering

Het perceel is volgens het zoneringsplan voor riolering, van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), gelegen in centraal gebied. Er is al geruime tijd riolering aanwezig en die is aangesloten op een waterzuivering. Er moet geen septische put voorzien worden.

Waterparagraaf

Het decreet over het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013, legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd worden. Deze watertoets schat de eventuele schadelijke effecten in ten koste van de watersystemen bij de inname van ruimte.

Sedert de inwerkingtreding van omzendbrief OMG/2022/1 d.d. 15/12/2022 dient de vergunningverlenende overheid de watertoets op een gewijzigde manier uit te voeren bij dossiers ingediend vanaf 01/01/2023.  De watertoetsprocedure werd geoptimaliseerd, er werden aandachtspunten en richtlijnen geformuleerd en het kaartmateriaal inzake overstromingsgevoelige gebieden werd aangepast.

Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte maar ligt in een pluviaal overstromingsgevoelig gebied. Het terrein is niet fluviaal overstromingsgebied gelegen, noch in een gebied voor zeeoverstromingen.

Met betrekking tot de impact op oppervlaktewater, werd de aanvraag voor advies voorgelegd aan de waterbeheerder, de provinciale dienst Water en Domeinen.

Een eerste advies van 23/05/2024 van de waterbeheerder was ongunstig.

“Hierbij kan ik u meedelen dat het dossier in het kader van de watertoets voorlopig ongunstig beoordeeld werd. 

In bijgaand advies vindt u de voorwaarden waaraan het dossier moet voldoen.

DEEL 1 INLICHTINGENFICHE

Ligging van het perceel: 

• kadaster: gemeente Zonhoven, afdeling 2, sectie C, nr. 1086G & 1089B

• adres: Senator A. Jeurissenlaan 1102

• niet gelegen in een overstromingsgevoelig gebied

Waterloop en machtiging

• stroomgebied van de onbevaarbare waterlopen: ROOSTERBEEK, nummer 43, categorie: 2de

• watering: neen

DEEL 2 WATERADVIES I.V.M. DE WATERTOETS

(art. 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018)

1 Beschrijving van het watersysteem

•    Het betreft een activiteit binnen het stroomgebied van een onbevaarbare waterloop van 2de categorie.

•    Het perceel is volgens het gewestplan gelegen in industriegebied

•    Het perceel is daarenboven gelegen in: 

o het bekken van de Demer

o het deelbekken Midden-Demer

2 Waterplannen 

Het stroomgebiedbeheerplan van de Schelde is van toepassing

3 Toetsen aan de doelstellingen decreet integraal waterbeheer, gecoördineerd op 15 juni 2018 – artikel 1.2.2

De adviesvraag handelt over de richtlijn gewijzigd afstromingsregime.

Vanaf een verharde oppervlakte van meer dan 1 000 m² moet door de vergunningverlenende instantie advies worden gevraagd aan de waterbeheerder met betrekking tot mogelijke schadelijke effecten op de toestand van het oppervlaktewater. In het kader daarvan moet voldaan worden aan de volgende voorwaarden: het volume van de open infiltratievoorziening moet minimaal 330 m³/ha nieuwe verharde oppervlakte bedragen (los van de aanwezige hemelwaterputten), de infiltratieoppervlakte moet minimaal 8 % van de verharde oppervlakte bedragen. De infiltratiegracht/bekken moet minimaal 30 cm dekking behouden boven de hoogste grondwaterstand, en moet vlak of in tegenhelling worden aangelegd. 

Bodem en wanden moeten in waterdoorlatende materialen worden uitgevoerd en ingezaaid met gras. De infiltratiegracht/bekken kan niet worden beplant met verlandingsvegetatie (bv. riet).

Er moet een dwarsprofiel van het open bufferbekken bijgebracht worden met het niveau van de verschillende inloopleidingen en noodoverloop. Het volume dat voor nuttige buffering instaat is het volume onder de overloop.

Aan deze voorwaarden is niet voldaan:

•    De volledige dakoppervlakte moet worden aangesloten op de open infiltratievoorziening (cfr. bestaande vergunning).

•    De vergunde open infiltratievoorziening is slechts voor een beperkt gedeelte gerealiseerd, en wordt deels vervangen door infiltratiekratten, die daarbij een aparte regenwaterstroom vormen (zie vorig punt). Hiermee kan niet worden akkoord gegaan. De buffering van het hemelwater moet voor zowel het volume als de infiltratie-oppervlakte grotendeels in open systeem gebeuren.

DEEL 3 CONCLUSIES ONDERZOEK WATERBEHEERDER 

Uit de toepassing van de nadere regels voor de toepassing van de watertoets bij besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006, en latere wijzigingen, is gebleken dat het verbouwen van een bestaande bedrijfshal en kantoren een verandering van de toestand van watersystemen (of bestanddelen ervan) tot gevolg heeft. Deze verandering heeft een betekenisvol schadelijk effect op het watersysteem.

De plannen moeten aan de bovenvermelde opmerkingen aangepast worden en opnieuw voorgelegd worden, eventueel na een overlegmoment tussen de aanvrager en de afdeling Waterbeheer.

Het wateradvies is dan ook voorlopig ongunstig.”

Op 27/06/2024 werd er door de waterbeheerder, de provinciale dienst Water en Domeinen een aangepast, voorwaardelijk gunstig advies afgeleverd op basis van de aangepaste plannen en informatie ten gevolge van een wijzigingslus.

N.a.v. het eerder ongunstig advies van de afdeling Waterbeheer: d.d. 23 mei 2024 werden nieuwe plannen ingediend op 27 juni 2024.

Hierbij kan ik u meedelen dat het dossier in het kader van de watertoets voorwaardelijk gunstig beoordeeld werd.

Ik verzoek u evenwel de voorwaarden in de omgevingsvergunning op te nemen zoals ze geformuleerd werden in het bijgaand advies.

Advies in verband met de watertoets

DOSSIER: HET VERBOUWEN VAN EEN BESTAANDE BEDRIJFSHAL EN KANTOREN 

DEEL 1 INLICHTINGENFICHE

Ligging van het perceel: 

• kadaster: gemeente Zonhoven, afdeling 2, sectie C, nr. 1086G & 1089B

• adres: Senator A. Jeurissenlaan 1102

• niet gelegen in een overstromingsgevoelig gebied

Waterloop en machtiging

• stroomgebied van de onbevaarbare waterlopen: ROOSTERBEEK, nummer 43, categorie: 2de

• watering: neen

DEEL 2 WATERADVIES I.V.M. DE WATERTOETS 

(art. 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018) 

1 Beschrijving van het watersysteem 

• Het betreft een activiteit binnen het stroomgebied van een onbevaarbare waterloop van 2de categorie. 

• Het perceel is volgens het gewestplan gelegen in industriegebied 

• Het perceel is daarenboven gelegen in: 

o het bekken van de Demer 

o het deelbekken Midden-Demer 

2 Waterplannen 

Het stroomgebiedbeheerplan van de Schelde is van toepassing. 2 

3 Toetsen aan de doelstellingen decreet integraal waterbeheer, gecoördineerd op 15 juni 2018 – artikel 1.2.2 

De adviesvraag handelt over de richtlijn gewijzigd afstromingsregime. 

Vanaf een verharde oppervlakte van meer dan 1 000 m² moet door de vergunningverlenende instantie advies worden gevraagd aan de waterbeheerder met betrekking tot mogelijke schadelijke effecten op de toestand van het oppervlaktewater. In het kader daarvan moet voldaan worden aan de volgende voorwaarden: het volume van de open infiltratievoorziening moet minimaal 330 m³/ha nieuwe verharde oppervlakte bedragen (los van de aanwezige hemelwaterputten), de infiltratieoppervlakte moet minimaal 8 % van de verharde oppervlakte bedragen. De infiltratiegracht/bekken moet minimaal 30 cm dekking behouden boven de hoogste grondwaterstand, en moet vlak of in tegenhelling worden aangelegd. Bodem en wanden moeten in waterdoorlatende materialen worden uitgevoerd en ingezaaid met gras. De infiltratiegracht/bekken kan niet worden beplant met verlandingsvegetatie (bv. riet). 

Er moet een dwarsprofiel van het open bufferbekken bijgebracht worden met het niveau van de verschillende inloopleidingen en noodoverloop. Het volume dat voor nuttige buffering instaat is het volume onder de overloop. 

Aan deze voorwaarden is voldaan. 

DEEL 3 CONCLUSIES ONDERZOEK WATERBEHEERDER 

Uit de toepassing van de nadere regels voor de toepassing van de watertoets bij besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006, en latere wijzigingen, is gebleken dat het verbouwen van een bestaande bedrijfshal en kantoren een verandering van de toestand van watersystemen (of bestanddelen ervan) tot gevolg heeft. Deze verandering heeft geen betekenisvol schadelijk effect op het watersysteem voor zover de volgende voorwaarden worden opgenomen in de vergunning: 

De infiltratiegracht/bekken moet minimaal 30 cm dekking behouden boven de hoogste grondwaterstand, en moet vlak of in tegenhelling worden aangelegd. Bodem en wanden moeten in waterdoorlatende materialen worden uitgevoerd en ingezaaid met gras. De infiltratiegracht/bekken kan niet worden beplant met verlandingsvegetatie (bv. riet). 

Het wateradvies is dan ook voorwaardelijk gunstig.

Er moet in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt is mits de voorwaarden van de waterbeheerder gevolgd worden. Enkel door de toename van de verharde oppervlakte wordt de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit moet gecompenseerd worden overeenkomstig de normen vastgelegd in de geldende gewestelijke hemelwaterverordening:

De aanstiplijst geeft aan dat de afwaterende oppervlakte van de nieuwe/ heraangelegde verhardingen 247,46m² bedraagt.

Het minimale buffervolume van de infiltratievoorziening is 8166,18 liter en de minimale infiltratieoppervlakte is 19,80m².

Er wordt aangegeven dat men een voorziening zal plaatsen met een inhoud van 3166,18 liter en een infiltratieoppervlakte van 19,8m². De diepte van de voorziening bedraagt 50cm.

Deze info strookt niet met hetgeen wat op de plannen aangegeven werd.

De aanstiplijst geeft slechts de oppervlakte van de nieuwe betonverharding weer die niet naar een groenzone kan afwateren. Er werd geen rekening gehouden met te regulariseren oppervlaktes en het feit dat de bestaande toestand niet voldoet.

De plannen en documenten inzake de hemelwaterverordening geven weer dat er conform de vergunning d.d. 16/02/2016 (2015/00194) een minimale inhoud van 83900 liter vereist is en een minimale infiltratieoppervlakte van 134,24m².

Voor de nieuwe en te regulariseren oppervlaktes zou een bijkomende opvang van 8166,18 liter en 19,80m² infiltratieoppervlakte vereist zijn.

Dit resulteert in een (minimale) totale inhoud van 92066,18 liter en totale infiltratieoppervlakte van 154,04m².

Voor de aan te passen en nieuw aan te leggen voorzieningen werd volgende berekening opgemaakt:

BEREKENING CAPACITEIT ONTWORPEN INFILTRATIEVOORZIENINGEN

•    Bestaande aangepaste gracht

Versmald tot 1 m afstand tot de perceelgrens, enkel één

zijde waterdoorlatend, diepte groter dan 50 cm onder het

maaiveld waarvoor middels proeven in de toekomst het

werkelijke infiltratievermogen aangetoond zal moeten

worden.

68068 liter inhoud – 34,41m² infiltratieoppervlakte

•    Uitbreiding gracht

profiel idem als aangepaste gracht (diepte groter dan 50cm)

20293 liter inhoud – 10,26m² infiltratieoppervlakte

•    Uitbreiding infiltratiekratten

max 35% gevuld (bodem op 62cm onder het maaiveld)

4888,80 liter inhoud – 34,56m² infiltratieoppervlakte

•    Uitbreiding wadi

profiel variabel max 50cm diep

10840 liter inhoud – 76,86m² infiltratieoppervlakte

Ondanks dat de diepte van de infiltratievoorzieningen, behoudens de wadi, overal duidelijk dieper ligt dan 50cm onder het maaiveld en dat hiervoor geen enkel afdoend bewijsstuk werd aangeleverd; 

dat men verwijst naar een “in de toekomst aan te tonen lagere grondwaterstand”; dat geen enkele ruimte op het terrein nog resteert om een uitbreiding te voorzien in geval de gemiddelde hoogste grondwaterstand toch hoger blijkt te liggen; dat er dus principieel niet voldaan wordt aan de voorwaarden die de waterbeheerder stelde; wordt desalniettemin een voorwaardelijk gunstig advies afgeleverd door de waterbeheerder.

De aanvraag voldoet slechts aan de verordening indien de minimale vereiste inhoud en oppervlakte gehaald wordt én voldaan wordt aan de voorwaarden van de waterbeheerder.

De bewijzen hiervan dienen aangebracht te worden binnen een termijn van 8 maanden na het bekomen van de vergunning, met het akkoord van de waterbeheerder toegevoegd.

Indien blijkt dat niet voldaan wordt, komt de vergunning te vervallen en dient een nieuwe, aangepaste aanvraag ingediend te worden.

De verordening is niet van toepassing op de aanleg van de voorziene verhardingen die afwateren in de aangrenzende groenzones en deze die aangelegd worden/ werden in waterdoorlatende materialen.

Het hemelwater dat op de verharding valt, wordt namelijk niet opgevangen en afgevoerd, maar kan volgens de aanvraag op natuurlijke wijze op eigen terrein in de bodem infiltreren.

Mits de aanvraag voldoet aan de hemelwaterverordening, doorstaat deze ook de droogtetoets. Het effect van droogte wordt namelijk gemilderd door het regenwater dat op het terrein terecht komt maximaal vast te houden.

De gemeente doet de watertoets en legt desgevallend gepaste maatregelen op ter voorkoming van schadelijke effecten op de waterhuishouding van de omgeving. Hetzelfde geldt voor de toepassing van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater met eventueel de daaraan gekoppelde verplichtingen. 

De gemeente is niet verantwoordelijk voor de juistheid van de aan haar bezorgde gegevens in het voorliggende dossier op basis waarvan eventueel de nodige maatregelen worden opgelegd. Het aanleveren van de juiste gegevens en het uitvoeren van de door de gemeente opgelegde verplichtingen blijft de verantwoordelijkheid van de architect en/of de bouwheer. Indien hieraan niet is voldaan, kan de gemeente niet verantwoordelijk gesteld worden indien door de geplande bouwwerken toch wateroverlast zou ontstaan in de omgeving.

Natuurtoets

Het perceel is niet gelegen binnen of grenzend aan een speciaal beschermingsgebied. Omwille van de ligging, de aard van het project en de afstand tot de waardevolle natuurgebieden wordt gesteld dat er geen impact is van de projectaanvraag op de natuurwaarden.

Erfgoed- & Archeologietoets

Het perceel is (niet) gelegen binnen een beschermd stads- of dorpsgezicht. Er zijn geen monumenten in de omgeving.  

Conform het Onroerenderfgoeddecreet d.d. 12/07/2013 en latere wijzigingen is 

geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag:

Het goed bevindt zich niet in een beschermde archeologische site, noch in een vastgestelde archeologische zone. De oppervlakte van het perceel is groter is dan 3000m² en de vergunningsplichtige bodemingreep is groter dan 1000m², het betreft echter geen bestaande lijninfrastructuur en aanhorigheden, het perceel is niet gelegen in woon- of recreatiegebied, de aanvrager is niet publiekrechtelijk en de bodemingreep bedraagt minder dan 5000m².

Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening

Functionele inpasbaarheid

De bestaande functie bedrijfshal met kantoorruimte en aanhorigheden blijft principieel behouden, zij het dat het een opslag-/magazijnfunctie zal verkrijgen behorende bij het reeds bestaande bedrijf aan de overzijde van de straat. 

De vooropgestelde functie is alleszins inpasbaar binnen het bedrijventerrein de Waerde.

Mobiliteitsimpact

Er wordt geen uitbreiding van de bedrijfsruimte voorzien.

Met de aanleg van de loskade verdwijnen evenwel 5 parkeerplaatsen aan de rechterzijde van het gebouw.

Er werden in de voortuinstrook reeds 2 bijkomende parkeerplaatsen gerealiseerd.

Er is dus een afname van 3 parkeerplaatsen.

Mocht er een tekort aan parkeerruimte ontstaan, dan zal dit intern het gebouw van de aanvraag of op het bedrijfsterrein aan de overzijde van de straat opgevangen moeten worden. Bijkomende verhardingen en inname van groenzones kunnen niet meer toegelaten worden.

De op korte termijn de verwachten vervoersbewegingen voor de bedrijvigheid zijn:

•    Zwaar vervoer (grote oplegger) : max 2x / week

•    Kleinere vrachtwagen : dagelijks tot max 2x

•    Bestelwagens : dagelijks 3 a 4x

Op lange termijn schat men dat het zware vervoer met grote oplegger zou kunnen toenemen tot maximaal 2x /dag.

Los- en laadactiviteiten zullen plaats vinden tussen 8u en 16.45u. Ten gevolge van de exploitatie van het nieuwe magazijn, zal het aantal voertuigbewegingen op nr. 1210 beperkt afnemen.

De vrachtwagens zullen achteruit inrijden tot aan de loskade en aldaar parkeren tijdens het lossen/ laden. 

Schaal

Er wordt geen uitbreiding van het bedrijfsgebouw zelf voorzien. De gevraagde werken betreffen voornamelijk technische uitvoeringen, aanleg/ aanpassing van verhardingen, gevelwijzigingen… dewelke qua omvang en impact op het straatbeeld eerder ondergeschikt zijn.

Ruimtegebruik en bouwdichtheid

Voor de site van de aanvraag werd vastgesteld dat in het verleden slechts de werken uitgevoerd werden die noodzakelijk waren voor de bedrijfsvoering en dat men weinig tot geen belang hechtte aan de voorwaarden die werden opgelegd, met name inzake hemelwateropvang en groenvoorzieningen, en het in overeenstemming brengen van de inrichting met de vergunde toestand.

Een gevolg hiervan is dat de bebouwings- en verhardingsgraad zeer hoog ligt, dit in verhouding tot de algemeen gehanteerde normen voor groenbuffering op bedrijventerreinen.

De aanvraag, initieel bedoeld om de loskade te realiseren, voorziet weinig verbetering hieromtrent. Integendeel, door de loskade verdwijnt nog meer groen.

De aangevraagde werken en de aanpassingen van de terreininrichting om te kunnen voldoen aan de hemelwaterverordening en watertoets, hebben een negatieve invloed op de groenvoorziening die reeds zeer minimaal was.

De uitbreiding van de infiltratiegracht en de wadi dient qua omvang/ inhoud behouden te blijven om te voldoen aan de hemelwaterverordening en het advies van de waterbeheerder; er zullen echter voorwaarden opgelegd worden die het groenaandeel dienen te compenseren. 

Deze voorwaarden hebben betrekking op de inplanting van de infiltratievoorzieningen en een gedeeltelijke ontharding op het terrein om bijkomend ca. 80m² groenzone te kunnen aanleggen.

•    Tussen de achterste perceelgrens en de uitbreiding van de infiltratiegracht en de bijkomende wadi, dient 1m groenstrook voorzien te worden, voorzien van een haag. Tussen de betonverharding en de uitbreiding van de infiltratiegracht en de bijkomende wadi, dient 0,5m groenstrook voorzien te worden, voorzien van een lage beplanting.

Om bovenstaande voorwaarde te kunnen realiseren zal een strook van 1,5m betonverharding verwijderd moeten worden (ca. 37m²). Hiervoor is voldoende ruimte, de doorgang van 4m voor de brandweer zal gegarandeerd blijven.

•    In de voortuinzone dienen 3 groenzones/ plantvakken aangelegd te worden, dit naar analogie met de eerder vergunde toestand zij het dan iets beperkter omwille van 2 parkeerplaatsen links vooraan. Het plantvak links voor het gebouw dient minimaal 4m breed en 4m diep te zijn. Het plantvak tussen de poorten dient 8m breed en 2m diep te zijn en het meest rechts gelegen plantvak  dient 6m breed en 2m diep te zijn. 

Om bovenstaande voorwaarde te kunnen realiseren zal minstens 44m² klinkerverharding verwijderd moeten worden.

Met deze voorwaarden kan ca. 81m² bijkomende ruimte voor groenvoorziening aangelegd worden die dan ook kwalitatief dient ingevuld te worden. Samen met de voorgestelde 171,43m² die reeds op plan voorzien was, komt dit neer op zo’n 252,43m² groen. In verhouding tot de gehele oppervlakte van het terrein van 4609m², is dit een minimum.

De groenzones dienen aangeplant met inheemse hagen (langsheen de perceelgrenzen), struiken en vaste planten. De wanden van de infiltratiegracht en de wadi, dienen ingezaaid te worden met gras. Voor de wadi kan bijkomend een mengsel van wilde bloemen voorzien worden. 

Visueel-vormelijke elementen

Het uiterlijk en de gebruikte materialen zijn gebruikelijk voor dit soort bedrijfsgebouwen. Het geheel zal dan ook inpasbaar zijn binnen de omgeving.

Cultuurhistorische aspecten

Het perceel is niet gelegen in of nabij een beschermd dorpsgezicht. De aanvraag is niet gelegen in een beschermde archeologische site. De aanvraag is, bekeken vanuit de erfgoedaspecten, aanvaardbaar.

Bodemreliëf

Volgens de aanvraag wordt het bestaande reliëf niet gewijzigd behoudens de afgravingen voor de loskade en infiltratievoorzieningen.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

De activiteiten beperken zich tot het gebruik van de site als opslagmagazijn met bijhorende kantoorruimte en noodzakelijke voorzieningen voor personeel.

Er vinden geen productieactiviteiten plaats. In het magazijn zelf wordt enkel gebruik gemaakt van elektrische voertuigen (heftruck, ...). De poorten en deuren worden gesloten gehouden. 

Los- en laadactiviteiten zullen plaats vinden tussen 8u en 16.45u. Tijdens het lossen en laden worden de motoren van de voertuigen stilgelegd.

Het aantal vervoersbewegingen zal eerder beperkt zijn.

Er valt dan ook geen hinder te verwachten die niet eigen is aan de bestemmingszone.

Milieutechnisch luik

Het project voorziet in de aanvraag een ingedeelde inrichting of activiteit, namelijk een verandering door toevoeging van percelen waarop de geldende vergunning geen betrekking heeft en uitbreiding van de capaciteit van de geldende vergunning met volgende activiteiten: het lozen van huishoudelijk afvalwater, het stallen van voertuigen, uitbreiding van verwarmingsinstallaties en luchtcompressors en de opslag van papier, karton en textiel.  

Enkele ingedeelde activiteiten, vergund in 2017, zijn niet langer van toepassing en worden niet in deze vergunningsvraag opgenomen, namelijk: 

-    Rubriek 12.2.1: 2 transformatoren (elks een individueel vermogen van 630 kVA)

-    Rubriek 12.3.2: 17 batterijladers verdeeld over 3 laadstations (met een totaal vermogen van 11,882 kW)

-    Rubriek 53.8.2: 1 grondwaterwinning voor het oppompen van max 500 m³/jaar op een diepte van max. 95 meter (vervallen 06/07/2022) en 3 grondwaterwinningen voor het oppompen van grondwater met een debiet van max. 5000 m³/jaar op een diepte van 10 meter.

Milieu-aspecten

De productie wordt opgesplitst als volgt: Arte NV ontwerpt, produceert en verdeelt hoogwaardige muurbekleding vanuit de site te Senator A. Jeurissenlaan 1210. Bij het productieproces kunnen volgende stappen worden onderscheiden:

-    Voorbereiding coatings: de vloeibare basiscoatings op waterbasis worden aangelengd

-    Aanmaak kleuren: volgens recept aangemaakt in de kleurenlabo’s

-    Druklijnen: het bedrukken gebeurt via rotatiezeefdruk, het droogproces gebeurt in ovens

-    Nabewerking en verpakking.

Er zijn volgende milieutechnische entiteiten:

-    Voor het bedrijf te Senator A. Jeurissenlaan 1210, gekend als kadastraal perceel te afd. 2,  sectie C, nr. C1089B, werd op 17/02/2017 door de gemeente Zonhoven een milieuvergunning verleend voor de productie en verdeling van muurbekleding, met een gedeeltelijke weigering voor de lozing van bedrijfsafvalwater en de aangevraagde grondwaterwinningen. Op 06/07/2017 werd in beroep bij de Deputatie een vergunning verleend voor de 'hernieuwing en verandering door uitbreiding van de milieuvergunning voor het exploiteren van een inrichting voor de productie en verdeling van muurbekleding' waarbij de lozing van bedrijfsafvalwater en de aangevraagde grondwaterwinningen werden vergund. 

-    Het pand aan Senator A. Jeurissenlaan 1102, gekend als kadastraal perceel te afd. 2,  sectie C, nr 1086G, zal gebruikt worden als extra opslagruimte en magazijn. Op deze site zullen 15 ton textielwaren en 15 ton papier en karton opgeslagen worden. Voor de werking van het magazijn worden ook het stallen van 4 extra voertuigen aangevraagd (een heftruck, orderpicker, elektrische transpallet, smallegangentruck), 1 extra compressor (4 kW), een gaswandketel (35 kW), 3 warmeluchtblazers (3 x 50 kW) en een extra lozing van huishoudelijk afvalwater (120 m³/jaar). 

Ligging t.o.v. de buurt

De inrichting is volgens de het gewestplan gelegen in industriegebied. 

Op ca. 50 m van de perceelsgrenzen staat een woning.

In een straal van 100 m zijn een tiental woningen gelegen.

Het bedrijf is op 55 meter gelegen van woongebied.

Dit maakt dat de inrichting hinder kan creëren voor de buurt.

Bodem

Het bedrijf valt met volgende rubrieknummers uit de Vlaremindelingslijst onder de categorie van risico-inrichting: 4.4., 11.1.2°a), 11.2.2°a), 17.3.6.2°a), 29.5.2.1°a); waarbij categorie ‘A - oriënterend bodemonderzoek verplicht bij overdracht, sluiting en faillissement, en om de 20 jaar’ van toepassing is.

De risico-activiteiten bevinden zich allen op de site aan Senator A. Jeurissenlaan 1210. Voor de site te Senator A. Jeurissenlaan 1102 zijn geen rubrieknummers van toepassing die volgens de Vlaremindelingslijst een risico-activiteit inhouden.

Het bedrijf heeft al een bodemonderzoek uitgevoerd volgens het bodemsaneringsdecreet op 09/11/2006 met volgend besluit: In het oriënterend bodemonderzoek worden concentraties vastgesteld waarbij de kwaliteit van de bodem rechtstreeks of onrechtstreeks nadelig wordt beïnvloed of kan beïnvloed worden. Gelet op de kenmerken van de bodem en de functies die deze vervult zoals weergegeven in het voormelde rapport, oordeelt de OVAM dat er geen sprake is van ernstige aanwijzingen dat de historische bodemverontreiniging een ernstige bedreiging vormt. Op basis hiervan moet conform het bodemsaneringsdecreet niet tot bodemsanering worden overgegaan.

Beide percelen zijn opgenomen in het grondinformatieregister. Het perceel aan Senator A. Jeurissenlaan 1210 werd opgenomen omwille van de eerder vermelde risico-activiteiten van het bedrijf Arte NV. Het perceel aan Senator A. Jeurissenlaan 1102 werd opgenomen omwille van een vroegere risico-inrichting waarbij rubriek 29.5.2. ‘Metalen of voorwerpen uit metaal – smederijen en inrichtingen voor het mechanisch of fysisch behandelen van metalen en het vervaardigen van voorwerpen uit metaal met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied’ van toepassing was. Op 19/04/2022 werd een oriënterend bodemonderzoek uitgevoerd. De OVAM concludeerde op basis van dit OBO dat er geen beschrijvend bodemonderzoek moet worden uitgevoerd. 

Geluidshinder

Door de aard van de activiteiten kan het bedrijf geluidshinder veroorzaken die buiten het bedrijf waar te nemen is: het aan- en afvoer transport gebeurt met vrachtwagens en bestelwagens. De los- en laadactiviteiten vinden plaats tussen 8u – 16u45. Tijdens het laden en lossen worden de motoren van de voertuigen stilgelegd. De poorten en deuren van het magazijn worden gesloten gehouden. Voor de uitbating van de nieuwe site wordt eveneens de bouw van een nieuwe loskade gevraagd. Ten gevolge van de activiteiten op de nieuwe site, zullen de voertuigbewegingen op de site te Senator. A. Jeurissenlaan 1210 beperkt afnemen.

Als de exploitatie laad- en losverrichtingen omvat en rubriek 16.3.2. van toepassing is, dan neemt de exploitant alle nodige maatregelen (BBT) om dit geluid te beperken en te verhinderen dat het geluid voortgebracht door laad- en losverrichtingen een bron van hinder is voor de omgeving (Vlarem II; afd. 4.5.7).

Luchtverontreiniging

De verwarming van de magazijnen en het kantoor gebeurt met drie luchtbranders op gas en 1 gaswandketel. Hierdoor is de uitstoot van stof en SOX minimaal. 

De installaties worden periodiek onderhouden. 

Tijdens het lossen en laden worden de motoren van de voertuigen stilgelegd.

Grondwaterwinning

In de aanvraag wordt aangegeven dat de vergunde grondwaterwinningen niet langer van toepassing zijn. De grondwaterwinning voor het oppompen van grondwater met een debiet van 500 m³/jaar op een diepte van 95 meter voor de aanmaak van inkten, werd door de deputatie in beroep (06/07/2017) vergund tot 6 juli 2022. 

De 3 grondwaterwinningen voor het oppompen van grondwater met een debiet van max 5000 m³/jaar op een diepte van 10 meter, werden door de gemeente Zonhoven vergund tot 14 februari 2037. 

Bij stopzetting moeten de grondwaterwinningen volgens de code van goede praktijk buiten gebruik gesteld worden (Vlarem II, bijlage 5.53.1).

Lozing van afvalwater

Volgende waterstromen komen vrij:

-    Hemelwater

-    Huishoudelijk afvalwater

Huishoudelijk afvalwater

Het huishoudelijk afvalwater is afkomstig van het sanitaire watergebruik van de 3 - 10 werknemers op de site Senator. A. Jeurissenlaan 1102, en bedraagt 120 m³/jaar. Het huishoudelijk afvalwater wordt via een septische put geloosd op de gemengde riolering. 

Afvalstoffen

In de aanvraag wordt niet meegedeeld welke afvalstoffen geproduceerd worden en gescheiden opgehaald worden. Voor de reeds vergunde exploitatie te Senator. A. Jeurissenlaan 1210 werd aangegeven dat restafval, hout, pmd, slib, papier & karton, folie, KGA, vlies + snippers gescheiden ingezameld worden. De dienst wijst er op dat er 29 verschillende bedrijfsafvalstromen zijn, zoals vastgelegd in het VLAREMA, die gescheiden ingezameld en opgehaald moeten worden (VLAREMA, art. 4.3.2.). In het bijzonder dienen ook alle etensresten of keukenafval gescheiden ingezameld te worden, los van het feit of er eten geproduceerd of geserveerd wordt of niet.

Voorwaarden

Gezien bovenstaande motivering worden volgende voorwaarden voorgesteld:

-    De van toepassing zijnde algemene en sectorale voorwaarden van Vlarem II moeten worden nageleefd.

-    Het bedrijf bezorgt binnen 3 maanden na afleveren van de vergunning, een bewijs dat de verschillende grondwaterwinningen buiten gebruik gesteld werden volgens de code van goede praktijk (Vlarem II, bijlage 5.53.1).

-    Het bedrijf zamelt de verschillende bedrijfsafvalstoffen apart in, zoals bepaald in de VLAREMA-wetgeving (VLAREMA, art. 4.3.2.).

Vergunningstermijnen

Het omgevingsproject vraagt een omgevingsvergunning van onbepaalde duur. Gezien bovenstaande motivering, kan dit gevolgd worden.

Resultaten van het openbaar onderzoek

Er werden geen bezwaren ingediend.

Bespreking van de adviezen

•    Het oorspronkelijke advies (PIV4) van Hulpverleningszone Zuid-West Limburg, dienst preventie d.d. 16 mei 2024 was voorwaardelijk gunstig.

Er werd geen advies afgeleverd voor PIV5. Aangezien de wijziging geen impact heeft op het oorspronkelijke advies d.d. 16 mei 2024, blijft dit aangehouden.

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden. Indien structurele aanpassingen nodig zijn om te voldoen aan de voorwaarden, dan dient een nieuwe omgevingsvergunning hiervoor bekomen te worden.

•    Het oorspronkelijk advies (PIV4) van Dienst Water en Domeinen provincie Limburg d.d. 23 mei 2024 was ongunstig (zie ook Waterparagraaf).

“DEEL 3 CONCLUSIES ONDERZOEK WATERBEHEERDER 

Uit de toepassing van de nadere regels voor de toepassing van de watertoets bij besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006, en latere wijzigingen, is gebleken dat het verbouwen van een bestaande bedrijfshal en kantoren een verandering van de toestand van watersystemen (of bestanddelen ervan) tot gevolg heeft. Deze verandering heeft een betekenisvol schadelijk effect op het watersysteem.

De plannen moeten aan de bovenvermelde opmerkingen aangepast worden en opnieuw voorgelegd worden, eventueel na een overlegmoment tussen de aanvrager en de afdeling Waterbeheer.

Het wateradvies is dan ook voorlopig ongunstig.”

Naar aanleiding van het ongunstig advies werd een wijzigingslus toegepast op 27/06/2024.

Het advies (PIV5) van Dienst Water en Domeinen provincie Limburg d.d. 9 juli 2024 is voorwaardelijk gunstig.

“N.a.v. het eerder ongunstig advies van de afdeling Waterbeheer: d.d. 23 mei 2024 werden nieuwe plannen ingediend op 27 juni 2024.

Hierbij kan ik u meedelen dat het dossier in het kader van de watertoets voorwaardelijk gunstig beoordeeld werd.

Ik verzoek u evenwel de voorwaarden in de omgevingsvergunning op te nemen zoals ze geformuleerd werden in het bijgaand advies. 

Advies in verband met de watertoets 

DOSSIER: HET VERBOUWEN VAN EEN BESTAANDE BEDRIJFSHAL EN KANTOREN 

DEEL 1 INLICHTINGENFICHE 

Aanvrager: 

naam en adres: Arte nv, Senator A. Jeurissenlaan 1210 te 3520 Zonhoven 

e-mailadres: steven.desart@arte-international.com 

Ontwerper: 

naam en adres: Iglesias Elizabet bv, Grote Baan 88, 3540 Herk-de-Stad telefoon: 011 15 28 28 

e-mailadres: info@iglesias-architects.com 

Ligging van het perceel: 

kadaster: gemeente Zonhoven, afdeling 2, sectie C, nr. 1086G & 1089B 

adres: Senator A. Jeurissenlaan 1102 

niet gelegen in een overstromingsgevoelig gebied 

Waterloop en machtiging 

•    stroomgebied van de onbevaarbare waterlopen: ROOSTERBEEK, nummer 43, categorie: 2de 

•    watering: neen 

DEEL 2 WATERADVIES I.V.M. DE WATERTOETS 

(art. 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018) 

1 Beschrijving van het watersysteem 

•    Het betreft een activiteit binnen het stroomgebied van een onbevaarbare waterloop van 2de categorie. 

•    Het perceel is volgens het gewestplan gelegen in industriegebied 

•    Het perceel is daarenboven gelegen in: 

o het bekken van de Demer 

o het deelbekken Midden-Demer 

2 Waterplannen 

Het stroomgebiedbeheerplan van de Schelde is van toepassing. 2 

3 Toetsen aan de doelstellingen decreet integraal waterbeheer, gecoördineerd op 15 juni 2018 – artikel 1.2.2 

De adviesvraag handelt over de richtlijn gewijzigd afstromingsregime. 

Vanaf een verharde oppervlakte van meer dan 1 000 m² moet door de vergunningverlenende instantie advies worden gevraagd aan de waterbeheerder met betrekking tot mogelijke schadelijke effecten op de toestand van het oppervlaktewater. In het kader daarvan moet voldaan worden aan de volgende voorwaarden: het volume van de open infiltratievoorziening moet minimaal 330 m³/ha nieuwe verharde oppervlakte bedragen (los van de aanwezige hemelwaterputten), de infiltratieoppervlakte moet minimaal 8 % van de verharde oppervlakte bedragen. De infiltratiegracht/bekken moet minimaal 30 cm dekking behouden boven de hoogste grondwaterstand, en moet vlak of in tegenhelling worden aangelegd. Bodem en wanden moeten in waterdoorlatende materialen worden uitgevoerd en ingezaaid met gras. De infiltratiegracht/bekken kan niet worden beplant met verlandingsvegetatie (bv. riet). 

Er moet een dwarsprofiel van het open bufferbekken bijgebracht worden met het niveau van de verschillende inloopleidingen en noodoverloop. Het volume dat voor nuttige buffering instaat is het volume onder de overloop. 

Aan deze voorwaarden is voldaan. 

DEEL 3 CONCLUSIES ONDERZOEK WATERBEHEERDER 

Uit de toepassing van de nadere regels voor de toepassing van de watertoets bij besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006, en latere wijzigingen, is gebleken dat het verbouwen van een bestaande bedrijfshal en kantoren een verandering van de toestand van watersystemen (of bestanddelen ervan) tot gevolg heeft. Deze verandering heeft geen betekenisvol schadelijk effect op het watersysteem voor zover de volgende voorwaarden worden opgenomen in de vergunning: 

De infiltratiegracht/bekken moet minimaal 30 cm dekking behouden boven de hoogste grondwaterstand, en moet vlak of in tegenhelling worden aangelegd. Bodem en wanden moeten in waterdoorlatende materialen worden uitgevoerd en ingezaaid met gras. De infiltratiegracht/bekken kan niet worden beplant met verlandingsvegetatie (bv. riet). 

Het wateradvies is dan ook voorwaardelijk gunstig.

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich grotendeels aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden. 

De aanpassing van de terreininrichting om te voldoen aan de hemelwaterverordening en watertoets, heeft echter een negatieve invloed op de groenvoorziening die reeds zeer minimaal was.

De uitbreiding van de infiltratiegracht en de wadi dient qua omvang/ inhoud behouden te blijven om te voldoen aan de hemelwaterverordening en het advies van de waterbeheerder; er zullen echter voorwaarden opgelegd worden die het groenaandeel dienen te compenseren. Deze hebben betrekking op de inplanting van de infiltratievoorzieningen en een gedeeltelijke ontharding op het terrein om bijkomend ca. 80m² groenzone te kunnen aanleggen.

8.    ADVIES GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR

Stedenbouwkundig Advies

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming gebracht kan worden met de wettelijke bepalingen, en dat het gevraagde verenigbaar is met een goede ruimtelijke ordening, mits het opleggen van voorwaarden. 

Milieu Advies

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de uitbating in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen, mits het opleggen van voorwaarden. 

De vergunningsduur kan verleend worden voor onbepaalde duur.

De gemeentelijke omgevingsambtenaar adviseert volgende voorwaarden op te leggen:

Stedenbouwkundige voorwaarden

•    Op het terrein ca. 80m² bijkomende groenzone aangelegd te worden:

o    Tussen de achterste perceelgrens en de uitbreiding van de infiltratiegracht en de bijkomende wadi, dient 1m groenstrook voorzien te worden, voorzien van een haag. Tussen de betonverharding en de uitbreiding van de infiltratiegracht en de bijkomende wadi, dient 0,5m groenstrook voorzien te worden, voorzien van een lage beplanting.

o    Om bovenstaande voorwaarde te kunnen realiseren zal een strook van 1,5m betonverharding verwijderd moeten worden (ca. 37m²). Hiervoor is voldoende ruimte, de doorgang van 4m voor de brandweer zal gegarandeerd blijven.

o    In de voortuinzone dienen 3 groenzones/ plantvakken aangelegd te worden, dit naar analogie met de eerder vergunde toestand zij het dan iets beperkter omwille van de 2 parkeerplaatsen links vooraan. Het plantvak links voor het gebouw dient minimaal 4m breed en 4m diep te zijn. Het plantvak tussen de poorten dient 8m breed en 2m diep te zijn en het meest rechts gelegen plantvak  dient 6m breed en 2m diep te zijn. 

o    Om bovenstaande voorwaarde te kunnen realiseren zal minstens 44m² klinkerverharding verwijderd moeten worden.

•    De groenzones dienen kwalitatief ingericht te worden met inheemse struiken, hagen, vaste beplantingen andere dan gazon/gras. 

•    De wanden van de infiltratiegracht en de wadi dienen ingezaaid te worden met gras, voor de wadi kan bijkomende een mengsel van wilde bloemen voorzien worden.

•    De aanvraag voldoet slechts aan de verordening indien de minimale vereiste inhoud en oppervlakte gehaald wordt én voldaan wordt aan de voorwaarden van de waterbeheerder.

De bewijzen hiervan dienen aangebracht te worden binnen een termijn van 8 maanden na het bekomen van de vergunning, met het akkoord van de waterbeheerder toegevoegd.

Indien blijkt dat niet voldaan wordt, komt de vergunning te vervallen en dient een nieuwe, aangepaste aanvraag ingediend te worden.

•    Het advies van de Hulpverleningszone Zuid-West Limburg, dienst preventie, moet gevolgd worden.

•    Het advies van de Provincie Limburg, Dienst water en domeinen, moet gevolgd worden.

•    Behoudens ter hoogte van de 2 inritten, dient de verharding in de berm, op het openbaar domein, verwijderd te worden en ingezaaid met gras

Bijzondere milieuvoorwaarde

•    De van toepassing zijnde algemene en sectorale voorwaarden van Vlarem II moeten worden nageleefd.

•    Het bedrijf bezorgt binnen 3 maanden na afleveren van de vergunning, een bewijs dat de verschillende grondwaterwinningen buiten gebruik gesteld werden volgens de code van goede praktijk (Vlarem II, bijlage 5.53.1).

•    Het bedrijf zamelt de verschillende bedrijfsafvalstoffen apart in, zoals bepaald in de VLAREMA-wetgeving (VLAREMA, art. 4.3.2.).