Notulen  College van burgemeester en schepenen

De gemeenteraadsleden beschikken over de mogelijkheid om de goedgekeurde notulen via eBesluit te raadplegen.

Op zondag 13 oktober 2024 vinden de provincie- en gemeenteraadsverkiezingen plaats. De installatievergadering dient door een aanpassing in de regelgeving plaats te vinden op één van de eerste 5 werkdagen van december 2024. In Zonhoven zal de installatievergadering daarom doorgaan op maandag 2 december 2024. 

Tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 was deze regeling anders en ging de installatievergadering door op 7 januari 2019. De eerstvolgende vergadering van de raad vond pas plaats op 28 januari 2019. Hierdoor was er meer tijd om deze zitting grondig voor te bereiden en de raadsleden een opleiding te geven. 

Momenteel staat de eerste raad na de installatievergadering gepland op maandag 16 december 2024. Dit zou, met de installatievergadering meegeteld, de elfde zitting van dit jaar zijn. Het is in deze korte tijdspanne moeilijk om de zitting op een kwalitatieve manier voor te bereiden. De opmaak van de dagorde en het uitsturen ervan dient nog te gebeuren in dezelfde week als deze van de installatievergadering. Het organiseren van opleidingen en infomomenten voor de nieuwe raadsleden/schepenen bijvoorbeeld is ook niet evident, maar ook voor het aanduiden van de gemeentelijke afgevaardigden in bijvoorbeeld intercommunales is het wenselijk om meer tijd te voorzien. 

Advies van de diensten

Het secretariaat en de dienst contractmanagement stellen voor om de vooropgestelde zitting van 16 december 2024 te schrappen wegens de verplaatsing van de installatievergadering. Dit zou anders betekenen dat er amper twee weken de tijd is om de (nieuwe) mandatarissen op te leiden tegen de eerstgeplande gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn. Omdat het werk hierrond intensief is en medewerking vraagt van verscheidene diensten, is het bijna onmogelijk om dit binnen deze korte tijdspanne rond te krijgen.

Aangezien er conform artikel 18 van het decreet lokaal bestuur een verplicht aantal van 10 jaarlijkse zittingen is vastgelegd, betekent het dat er aan dit minimum wordt voldaan (negen reguliere zittingen + één installatievergadering).

De volgende gemeenteraad zal dan plaatsvinden op 27 januari 2025. Tijdens de week van 9 december en 16 december 2024 zullen de raadsleden een opleiding krijgen van eBesluit. Daarnaast stellen wij voor om op maandag 13 januari 2025 een infomarkt voor de raadsleden te organiseren, waarbij zij meer informatie krijgen over alle kerntaken van onze gemeente/organisatie. Ook een rondleiding en plaatsbezoek aan de verschillende gemeentelijke gebouwen zal ingepland worden.

In februari 2025 volgt er dan nog een aparte sessie over de rechten en plichten als mandataris. Een voorbeeld hiervan is het inzagerecht dat ze als raadslid hebben in alle dossiers, stukken en akten met betrekking tot het bestuur van de gemeente en het OCMW.

De beslissing van de raad van bestuur van Cipal dv van 23/12/2020 waarbij voornoemde opdracht wordt gegund aan de maatschap Smartville, met maatschappelijke zetel te Steenweg Deinze 154, 9810 Nazareth.

Brief inzake gunning en sluiting van de opdracht van 08/01/2021.

Besluit_GR_09/09/2024 - "Raamovereenkomst voor de verwerving en exploitatie van een multifunctioneel cloud platform voor de ondersteuning van duurzaam beleid door positieve incentivering, effectieve ontrading en correcte handhaving" met nr. CSMRTIOH20, georganiseerd door Cipal - Goedkeuring

De voornoemde opdracht van Cipal dv “Raamovereenkomst voor de verwerving en exploitatie van een multifunctioneel cloud platform voor de ondersteuning van duurzaam beleid door positieve incentivering, effectieve ontrading en correcte handhaving” (Bestek CSMRTIOH20) is een raamovereenkomst met één leverancier en Cipal dv treedt hierbij op als opdrachtencentrale in de zin van artikelen 2 (6°) en 47 van de wet van 17 juni 2016;

De gemeenteraad besliste, in zitting van 9 september 2024, om toe te treden tot de raamovereenkomst, het college van burgemeester en schepenen werd belast met de uitvoering ervan. 

Er wordt voorgesteld om de offerte InTouch Connect Tier 3 voor de integratie van Azure voor de prijs van € 1.765,98 excl. btw jaarlijks of € 2.136,84 incl. btw jaarlijks goed te keuren. 

CBS 30/11/2021 betreffende sluiting opdrachtverzekeringspolissen;

Schadestatistieken.

Elke vier jaren vernieuwt de gemeente en OCMW Zonhoven diens verzekeringsportefeuille.

De laatste aanbesteding gebeurde in 2021, waarbij verschillende polissen afgesloten werden met als startdatum 1 januari 2022 en einddatum 31 december 2025. De opdrachten van deze overheidsopdracht, met als titel "Afsluiten van de volgende verzekeringscontracten: Personenverzekeringen, Verzekeringen Materiële Schade, Verzekeringen Aansprakelijkheid, Verzekeringen Auto en Bijstandsverzekering en Gezondheidszorg voor de Gemeente en OCMW Zonhoven", werden door het college van burgemeester en schepenen gegund in zitting op 30/11/2021. De gemeente Zonhoven trad op als aanbestedende overheid voor zowel gemeente als OCMW Zonhoven.

Perceel 1, arbeidsongevallen, werd gegund aan Axa Belgium. De opdrachtdocumenten voorzagen een vaste premievoet tot en met 31 december 2023. Voor de laatste twee jaren kon Axa een premievoetwijziging vragen.

Axa Belgium liet recent weten dat de cijfers tegenvallen voor het lokaal bestuur Zonhoven, dit komt door tegenvallende schadestatistieken. Er vinden te veel arbeidsongevallen plaats die grote kosten voor de verzekeraar met zich meebrengen. Het overzicht van de kosten is toegevoegd in bijlage. De uitgaven, door Axa aan gemeente en OCMW Zonhoven, voor 2023 bedroegen ongeveer 121.353 euro. De premie die het lokaal bestuur jaarlijks betaalt bedraagt op heden 41.619,75 euro. Zij stellen daarom voor om de premievoet te verhogen, zo niet zijn zij genoodzaakt om de polis vroegtijdig op te zeggen.

Concreet stelt Axa voor om de premievoet voor 2025, het laatste jaar van de lopende opdracht, te verhogen van 41.619,75 euro naar 56.749,90 euro. Dit is een verhoging van 36%.

Opgesplitst tussen gemeente en OCMW betekent dit voor de gemeente een bedrag van 36.127,80 euro en voor het OCMW een bedrag van 18.877,10 euro. Er is een gemeenschappelijk kost van 1.745,00 euro, die boekhoudkundig bij de gemeente geplaatst wordt.

Gelet op de schadestatistieken, is het ontegensprekelijk een feit dat het laatste jaar er een enorme verhoging plaatsvond van kosten als gevolg van arbeidsongevallen. Op basis van de gegevens nu ter beschikking, lijkt dit in 2024 niet ernstig verbeterd te zijn. Hiernaast was ten tijde van de aanbesteding Axa aanzienlijk goedkoper dan de tweede gerangschikte kandidaat, nl. 33%. Het lijkt m.a.w. niet meer dan redelijk op het aanbod van Axa in te gaan om de premievoet te verhogen. Deze aanpassing werd bovendien voorzien in de opdrachtdocumenten.

Het alternatief is dit aanbod te weigeren, in dat geval wordt de polis stopgezet en moet er een nieuwe opdracht op de markt gebracht worden om een nieuwe verzekeraar te vinden voor 1 januari 2025. De lopende opdracht neemt sowieso een einde op 31 december 2025, waarbij de gehele verzekeringsportefeuille opnieuw op de markt gebracht moet worden. Dit éne perceel vervroegd terug op de markt brengen, brengt kosten mee aangezien er intern niet de nodige expertise in huis is dergelijke opdracht te doorlopen en er m.a.w. een consultant onder de arm genomen moet worden. Bovendien is het allesbehalve zeker dat er een financieel meer voordelige contractspartij gevonden zal worden, aangezien de schadestatistieken verplicht mee gecommuniceerd moeten worden bij een nieuwe aanbesteding en de inschrijvers zich m.a.w. hier op zullen baseren om hun premievoet te berekenen. Cfr. supra, de meest voordelige inschrijver ná Axa in 2021 was sowieso al 33% duurder, en die premie werd berekend op veel gunstigere schadestatistieken uit het verleden.

 De e-mail van 9 september 2024 vanwege ACOD-LRB Limburg, met stakingsaanzegging voor 16 september 2024.

" De ACOD kondigt op 16 september in alle sectoren van het openbare ambt een stakingsdag af.
De ACOD heeft de Eerste Minister en de Minister-president van Vlaamse regering op de hoogte gebracht (zie bijlagen).
De ACOD Lokale en Regionale Besturen onderschrijft de stakingsaanzegging voor de sector lokale en regionale besturen in het kader van deze actiedag.
Deze stakings- en actiedag zal aanleiding geven binnen uw bestuur tot afwezigheden van werknemers die staken en/of deelnemen aan de actie.
Maandag 16 september 2024 zal dus als stakingsdag beschouwd worden.
De werknemers waarvan de shift op 2 juni ’s avonds is begonnen of in de nacht van 3 op 4 juni eindigt, zijn eveneens gedekt door deze aanzegging.

ACOD LRB Limburg steunt deze actie maar zal NIET actief oproepen voor deelname. "

Offertes (in te kijken bij dienst contractmanagement)

Voor de organisatie van het personeelsfeest van 10 januari 2025 dienen er reeds bestellingen gedaan te worden om tijdig alles te reserveren en regelen.

Omdat er echter nog geen budgetten ter beschikking zijn voor 2025 kunnen er nog geen bestelbonnen opgemaakt worden. Om toch het college van burgemeester en schepenen in te lichten over de uitgaven hieromtrent staat hieronder een vergelijking van de offertes en de uiteindelijke toewijzing voor de catering van het personeelsfeest reeds te kunnen vastleggen.

De prijzen die hierbij vermeld worden zijn richtprijzen op basis van offertes. De prijzen kunnen afwijken (afhankelijk van het aantal aanwezigen of wijzigingen aan de formule), maar zullen wel altijd in de buurt van deze bedragen liggen.

Er werd prijsgevraagd bij drie cateraars (die aanbieden wat in ons thema past):

• De Hutten
• Catering & Events Express
• Würst & Co

Er werden twee offertes ontvangen, en na overleg met de firma's werden volgende offertes ingediend:

• Catering & Events Express: € 5.640,50 excl. btw € 6.825,00 incl. btw
• Würst & Co: € 6.690,00 excl. btw of € 8.094,90 incl. btw

In deze kost zit de volledige catering, waaronder ook bediening en herbruikbaar materiaal.

Er wordt voorgesteld om de opdracht toe te wijzen aan Catering & Events Express, Kappelensteenweg 478 te 2920 Kalmthout, aan de offerteprijs van € 5.640,50 excl. btw of € 6.825,00 incl. btw.

ActWise werkt in opdracht van Het Belang van Limburg een actie uit waarbij ze in zowat alle Limburgse steden en gemeenten een luisterend oor willen bieden aan de bewoners (waar ligt men wakker van, wat gaat er goed en wat kan er beter).

Concreet willen ze voor de actie een opvallende HBvL-telefooncel centraal in Zonhoven plaatsen. In de telefooncel kunnen de inwoners contact opnemen met de HBvL-redactie voor een kort gesprek. Het bestuur zal deze input nadien ook ontvangen.

ActWise zou deze actie graag op vrijdag 4 oktober 2024 willen laten plaatsvinden. De telefooncel zou enkele uren in Zonhoven staan. De organisatie vraagt één stroompunt op de gekozen locatie.

Het voorstel van de dienst is om de telefooncel te plaatsen op de parking van de evenementenhal, bij voorkeur in de buurt van de fietsenstalling (richting de ingang van het cafetaria) aangezien we vermoeden dat daar veel passage is.

Na de goedkeuring voor deelname aan deze actie moet ook nog de inname openbaar domein verleend worden.

In noodsituaties kan BE-Alert een zeer geschikt communicatiekanaal zijn. We beschikken over de mogelijkheid om te communiceren naar alle inwoners die zich hebben ingeschreven, maar ook naar alle aanwezigen in een bepaald, afgetekend gebied op de kaart (in grote crisissituatie met een gevaar voor de veiligheid of volksgezondheid, vb. de projectie van een giftige rookpluim bij een zware brand). 

De dienst communicatie zou willen deelnemen aan de nationale testdag van het Nationaal Crisiscentrum om de capaciteit van het netwerk uit te testen en bijkomend ook meer inwoners aan te zetten om zich in te schrijven. De testdag vindt plaats op 3 oktober 2024. Tijdens de testdag wordt een SMS gestuurd naar de reeds ingeschreven inwoners.

Bijlage in één document

• Brief Vrede vzw
• Brief 'ICAN Cities Appeal: Een wereldwijde oproep van steden en gemeenten ter ondersteuning van het VN-Kernwapenverbod' 

Vrede vzw vraagt:

• om op 21 september 2024 (Internationale Dag van de Vrede) de vredesvlag uit te hangen voor het gemeentehuis en/of andere officiële gebouwen en scholen. Ze willen daarmee de aandacht vestigen op het VN-verdrag inzake het Verbod op Kernwapens.
• de campagne kenbaar te maken in de communicatie (foto van de wapperende vlag en campagnemateriaal delen met de hashtag #vredesvlag).
• te verwijzen naar de online infobrochure over kernwapens. (Brochure beschikbaar bij campagnemateriaal via www.dagvandevrede.be).
• ervoor te zorgen dat er geen gemeentelijke fondsen naar investeringen in kernwapenproductie gaan.

Aangezien 21 september een zaterdag is, stelt de dienst communicatie voor om de vlag op vrijdagnamiddag al te hijsen om extra belasting op de collega's van Facilitair Management te vermijden.

Het college van burgemeester en schepenen keurt de lijst van de bestelbons goed.

Vergelijking ontvangsten/uitgaven 2023-2024

Verklaring stijging aantal deelnemers en kosten

• Volledige dagen kleuteraanbod (o.a. kleutersportkampen) en combinatiemogelijkheid speelpleinwerking in de zomer (kleuters en lagere school) waardoor we beter inspelen op de opvangnoden van ouders.
• Verbeteringen in communicatie van het aanbod.
• Weinig rem op het aantal inschrijvingen. In functie van beschikbare begeleiding en ruimte trachten we wachtlijsten te vermijden.
• Daarnaast spelen algemene prijsstijgingen. 

Budget hiervoor is voorzien onder

• MJP000505 – Er wordt een aanvullend sportaanbod op de lessen lichamelijke opvoeding op school ontwikkeld en georganiseerd (na de schooluren) en de afstemming van dit aanbod op het opvangaanbod.
  1. Transactiekrediet: € 59.500,00 
• MJP000357 - De gemeente voorziet een vrijetijdsaanbod voor jeugd dat leemten in het particuliere aanbod aanvult.
  1. Transactiekrediet: € 49.000,00 
• Deelnameprijzen zijn vastgelegd in het retributiereglement dienst ‘Vrije tijd’
  1. € 8,50 per kind per halve dag
  2. Skikamp: € 110,00 per kind (3 dagen) / € 85,00 per kind (2 dagen)
  3. Kansentarief UiTPAS: 20% van het normale tarief 

Gerealiseerde kosten

Prognose herfstvakantie

Verwacht tekort

MJP000505

• Transactiekrediet: € 59.500,00 
• Gerealiseerde kosten + verwachte kosten: € 64.390,74 
• Tekort: - € 4.890,74 

MJP000357

• Transactiekrediet: € 49.000 
• Gerealiseerde kosten + verwachte kosten: € 62.327,87 
• Tekort: - €13.327,87 

De financiële dienst geeft aan dat de nodige middelen kunnen worden gevonden onder MJP000496 (Er wordt aandacht besteed aan het ontharden en aanplanten van groen) 

Begeleiding kampen

Voor een vrij groot aantal kampen doen we een beroep op CreaMie (Myriam Lachapelle). Het gaat hoofdzakelijk over knutsel- en kookkampen. 

Betaalafspraken die hiermee gemaakt werden zijn: 

• Prijs per groep per dagdeel: € 325 + 21% btw t/m 12 kinderen
• Vanaf 13 kinderen tot max. 20 kinderen per groep:
• bijkomende begeleider + € 100/dagdeel + 21% btw 
• per kind: + € 10 per kind per dagdeel + 21% btw
• Annulering t/m 2 weken voor de aanvang van het kamp: 50% annulatiekost
• Annulering minder dan 2 weken voor de aanvang van het kamp: 100% annulatiekost

Prijsvergelijking voor creakampen werd gemaakt op basis van referentie-activiteit 15 deelnemers, 5 halve dagen activiteit (3 uur per dag), inclusief begeleiders, materiaal, verplaatsingskosten. 

• Creamie: € 1.750,00 
• Muzische workshops: € 2.092,40 
• Graffiti vzw: € 1.793,00 

Aanpak voor de toekomst

• Gezien een groot aantal creakampen begeleid worden door één aanbieder, maken we voor toekomstige kampen een gunningsdossier op. De jeugddienst werkt dit in overleg met contractmanagement verder uit.
• We bekijken hoe we een rem kunnen zetten op het aantal deelnemers in functie van beschikbare ruimte, aantal begeleiders en kosten.
• Met het oog op betere financiële opvolging onderzoeken hoe we de bestaande systemen (E2E, Mercurius) op mekaar afstemmen. 
• Onderzoeken of het zinvol is om de deelname prijzen te verhogen (bijv. voor niet-inwoners). 

Algemeen

• Scholenveldloop voor Zonhovense basisscholen
• Parkeerverbod parking Basvelden (rechter kant)
  • Draaizone voor bussen
  • Toezicht door 2 vrijwilligers
• Geluid voorzien door Mathuvis
• EHBO is voorzien door het Rode Kruis
• Speaker (Rik Donders) zal ook weer voor de nodige ambiance zorgen
• Fotograaf is aangevraagd via de communicatiedienst

Verloop van de dag

Hier kunnen nog kleine wijzigingen in komen.

• Randanimatie
  • Nieuwe locatie: A-plein 
    • Creëren van een deelnemersdorp
    • Meer één groot geheel
  • 9 spelattracties gehuurd bij Fun4you
    • Hindernissenbaan
    • Twister mat XL
    • Speelblokken
    • Mega "vier op een rij"
    • Springkasteel Dino Park 
    • Springkasteel Eenhoorn
    • Big Baller
    • Trek Rodeo
    • Slingerbal Belgium
  • Waterbar
    • De waterbar wordt liefst geplaatst op het A-plein
    • Leerlingen komen dan niet tussen de ouders terecht (leerkrachten vonden moeilijk hun leerlingen terug) 
• Opwarming
  • Voorzien op A-plein kort bij start
  • Draadloze headset voorzien
  • Lesgever aangevraagd via Sportwerk
• Veldloop
  • Elke deelnemer krijgt een
    • Appel 
    • Button
      
    • Gratis water
  • Winnaars
    • Krijgen een gepaste medaille (goud-zilver-brons) met geel-blauw lint en;
    • Per leerjaar een foto met de winnaars
    • Worden afgeroepen via de luidsprekers
  • Startschot
    • Het CBS spreekt onderling af wie welk startschot geeft. Ze laten dit wel tijdig weten aan de sportdienst zodat ze dit kunnen doorgeven aan de speaker. 

Wat bij harde regen?

• Annuleren
  • 's Morgens worden onderstaande opgebeld dat de scholenveldloop niet zal doorgaan
    • Scholen
    • Bussen (Mebis)
    • Fun4You (attracties)
    • De watergroep (Nick Grecco) 
    • Rode Kruis
    • Communicatiedienst - Fotograaf
    • Speaker (Rik Donders) 
    • MOEV
• Kosten
  • Er zijn verschillende vaste kosten gemaakt 
    • Attracties
    • Buttons + Medailles
    • Waterbar
    • Lesgever sportwerk
    • Bussen
    • Muziekinstallatie
    • Rode Kruis
• Appels
  • Worden gedoneerd aan Sint-Vincentius 

Kosten

De kosten zullen via de bestellijsten worden goedgekeurd.

Onderzoeksstudie vergunningstoestand

BESTEMMINGS- EN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Gewestplan

De aanvraag is volgens het geldende gewestplan Hasselt - Genk, goedgekeurd bij Koninklijk besluit op 3 april 1979 (inwerkingtreding 07/06/1979), gelegen in natuurgebied.

Groengebieden

De groengebieden zijn bestemd voor het behoud, de bescherming en het herstel van het natuurlijk milieu.

In de groengebieden geldt een principieel bouwverbod. In principe worden enkel de werken toegelaten die gericht zijn op of verenigbaar zijn met het behoud, de bescherming en het herstel van het natuurlijk milieu.

Natuurgebieden

De natuurgebieden omvatten de bossen, wouden, venen, heiden, moerassen, duinen, rotsen, aanslibbingen, stranden en andere dergelijke gebieden. 

In deze gebieden mogen jagers- en vissershutten worden gebouwd voor zover deze niet kunnen gebruikt worden als woonverblijf, al ware het maar tijdelijk.

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg, noch in een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan

Het goed is gelegen binnen de afbakening van het gemeentelijk RUP Zonevreemde woningen dat op 27/11/2017 definitief werd vastgesteld door de gemeenteraad van Zonhoven en verscheen in het Belgisch staatsblad op 25/01/2018.

Er worden drie deelgebieden als een perimeterplan afgebakend met een aanvullend voorschrift dat onder voorwaarden van toepassing is. Dit voorschrift wijzigt het gewestplan niet. De drie perimeterplannen zijn: 

• Het vijvergebied 
• Het heidegebied 
• De reservatiezone

Het voorschrift behorend bij het RUP is slechts onder volgende voorwaarden van toepassing: 

• Namelijk enkel voor bestaande, niet – verkrotte, niet-leegstaande, hoofdzakelijk vergunde of vergund geachte gebouwen die een vergunde of vergund geachte residentiële hoofdfunctie, ééngezinswoning of een vergunde of vergund geachte functie als woningbijgebouw hebben 
• Voor de gronden waarop ze staan en de tuinen en de omgeving bij de woningen in ruimtelijk kwetsbaar gebied. 
• Er moet voldaan zijn aan de inrichting van de buitenruimte (artikel 4 en 5 van het voorschrift). 
• Er moet voldaan zijn aan het systeem van een gescheiden rioleringsstelsel. 

Het goed is gelegen binnen het perimeterplan ‘Reservatiezone’.

HISTORIEK VAN HET EIGENDOM WAAROP DE AANVRAAG BETREKKING HEEFT

Volgende aanvragen kregen in het verleden een positieve of negatieve uitspraak:

weigering van de bouwvergunning op 18/03/1996 voor de regularisatie van de camping met als dossiernummer 1996/07388

Uit de gegevens waarover de gemeente beschikt, blijkt niet dat voor het voorwerp van de aanvraag een PV is opgesteld noch dat een meerwaarde werd opgelegd of dat op het goed een vonnis of arrest rust. Er zijn ook geen geschriften bekend waaruit zou blijken dat er wederrechtelijke werken werden uitgevoerd.

KADASTRALE GEGEVENS

De woning op perceel 1127T6 werd volgens de gegevens van het kadaster opgericht in 1931.

REGELGEVING 

Artikel 4.2.14. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening

§ 1. Bestaande constructies waarvan door enig rechtens toegelaten bewijsmiddel wordt aangetoond dat ze gebouwd werden vóór 22 april 1962, worden voor de toepassing van deze codex te allen tijde geacht te zijn vergund.
§ 2. Bestaande constructies waarvan door enig rechtens toegelaten bewijsmiddel wordt aangetoond dat ze gebouwd werden in de periode vanaf 22 april 1962 tot de eerste inwerkingtreding van het gewestplan waarbinnen zij gelegen zijn, worden voor de toepassing van deze codex geacht te zijn vergund, tenzij het vergund karakter wordt tegengesproken middels een proces-verbaal of een niet anoniem bezwaarschrift, telkens opgesteld binnen een termijn van vijf jaar na het optrekken of plaatsen van de constructie.
 § 3. Indien met betrekking tot een vergund geachte constructie handelingen zijn verricht die niet aan de voorwaarden van § 1 en § 2, eerste lid, voldoen, worden deze handelingen niet door de vermoedens, vermeld in dit artikel, gedekt.

DE AANVRAAG

De aanvraag behelst de vraag tot opname in het gemeentelijk vergunningenregister voor de woning, garage en alle aanhorigheden. 

BEWIJSVOERING

Aan de aanvraag werden volgende stukken toegevoegd:

• Een historische meetschets van 1976
• Een historische luchtfoto van 1977
• Bewijs oprichtingsdatum
• Bewijs van bewoning
• Notariële akte van 1969
• Foto woning en garage 1976
• Foto woning voor 1977
• Foto’s van de huidige toestand

OVERIGE REGELGEVING 

Erfdienstbaarheden / gemene muren/ lichten en zichten

Vergunningen hebben een zakelijk karakter. Zij worden verleend onder voorbehoud van de op het onroerend goed betrokken burgerlijke rechten. 

Het is niet de taak van de administratieve overheid zich uit te spreken over het bestaan, de interpretatie en de omvang van subjectieve rechten, zoals bijvoorbeeld het bestaan van een erfdienstbaarheid / het overnemen van een gemene muur / de bepalingen inzake zichten en lichten. 

BEOORDELING

Uit de bewijsvoering en de huidige toestand blijkt dat slechts een gedeelte van de aanwezige constructies kan beschouwd worden als zijnde hoofdzakelijk vergund.

Op de historische kadasterschets van 1976 en de historische luchtfoto van 1977 zijn de woning en garage gedeeltelijk terug te vinden waardoor enkel dit gedeelte bijgevolg beschouwd kan worden als zijnde vergund.

De carport aan de linkerkant tegen de garage, het tuinhuis achter de garage, de overdekking tussen de garage en het huis, de veranda, de overdekking achteraan de woning, de tentconstructie en de houten omheining dewelke niet terug te vinden zijn op de historische meetschets van 1976 en de historische luchtfoto van 1977 kunnen niet opgenomen worden als zijnde vergund.

Algemeen besluit

De constructies kunnen gedeeltelijk beschouwd worden als zijnde hoofdzakelijk vergund op basis van artikel 4.2.14 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, op voorwaarde dat het vergund karakter niet is tegengesproken middels een proces-verbaal of een niet anoniem bezwaarschrift, telkens opgesteld binnen een termijn van vijf jaar na het optrekken of plaatsen van de constructie.

De woning en garage kunnen beschouwd worden als zijnde vergund voor dat gedeelte aangeduid op de historische kadasterschets van 1976 en de historische luchtfoto van 1977. 

De carport aan de linkerkant tegen de garage, het tuinhuis achter de garage, de overdekking tussen de garage en het huis, de veranda, de overdekking achteraan de woning, de tentconstructie en de houten omheining dewelke niet terug te vinden zijn op de historische meetschets van 1976 en de historische luchtfoto van 1977 kunnen niet opgenomen worden als zijnde vergund.

In het geval er vergunningsplichtige handelingen werden uitgevoerd na 1977, kunnen deze niet worden beschouwd als zijnde vergund op basis van de bepalingen van artikel 4.2.14 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening.

Onderzoeksstudie vergunningstoestand

BESTEMMINGS- EN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Gewestplan

De aanvraag is volgens het geldende gewestplan Hasselt - Genk, goedgekeurd bij Koninklijk besluit op 3 april 1979 (inwerkingtreding 07/06/1979), gelegen in natuurgebied.

Groengebieden

De groengebieden zijn bestemd voor het behoud, de bescherming en het herstel van het natuurlijk milieu.

In de groengebieden geldt een principieel bouwverbod. In principe worden enkel de werken toegelaten die gericht zijn op of verenigbaar zijn met het behoud, de bescherming en het herstel van het natuurlijk milieu.

Natuurgebieden

De natuurgebieden omvatten de bossen, wouden, venen, heiden, moerassen, duinen, rotsen, aanslibbingen, stranden en andere dergelijke gebieden. 

In deze gebieden mogen jagers- en vissershutten worden gebouwd voor zover deze niet kunnen gebruikt worden als woonverblijf, al ware het maar tijdelijk.

 De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg, noch in een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan

Het goed is gelegen binnen de afbakening van het gemeentelijk RUP Zonevreemde woningen dat op 27/11/2017 definitief werd vastgesteld door de gemeenteraad van Zonhoven en verscheen in het Belgisch staatsblad op 25/01/2018.

Er worden drie deelgebieden als een perimeterplan afgebakend met een aanvullend voorschrift dat onder voorwaarden van toepassing is. Dit voorschrift wijzigt het gewestplan niet. De drie perimeterplannen zijn: 

• Het vijvergebied 
• Het heidegebied 
• De reservatiezone

Het voorschrift behorend bij het RUP is slechts onder volgende voorwaarden van toepassing: 

• Namelijk enkel voor bestaande, niet – verkrotte, niet-leegstaande, hoofdzakelijk vergunde of vergund geachte gebouwen die een vergunde of vergund geachte residentiële hoofdfunctie, ééngezinswoning of een vergunde of vergund geachte functie als woningbijgebouw hebben 
• Voor de gronden waarop ze staan en de tuinen en de omgeving bij de woningen in ruimtelijk kwetsbaar gebied. 
• Er moet voldaan zijn aan de inrichting van de buitenruimte (artikel 4 en 5 van het voorschrift). 
• Er moet voldaan zijn aan het systeem van een gescheiden rioleringsstelsel. 

Het goed is gelegen binnen het perimeterplan ‘Reservatiezone’.

HISTORIEK VAN HET EIGENDOM WAAROP DE AANVRAAG BETREKKING HEEFT

Volgende aanvragen kregen in het verleden een positieve of negatieve uitspraak:

bouwvergunning voor het bouwen van een feestzaal met als dossiernummer 1966/00159

weigering van de bouwvergunning op 18/03/1996 voor de regularisatie van de camping met als dossiernummer 1996/07388

Uit de gegevens waarover de gemeente beschikt, blijkt niet dat voor het voorwerp van de aanvraag een PV is opgesteld noch dat een meerwaarde werd opgelegd of dat op het goed een vonnis of arrest rust. Er zijn ook geen geschriften bekend waaruit zou blijken dat er wederrechtelijke werken werden uitgevoerd.

Uit de gegevens waarover de gemeente beschikt blijkt dat de huidige toestand niet overeenkomt met de vergunde toestand:

• De vergunde feestzaal werd groter uitgevoerd en werd uitgebreid met een afdak aan de achter- en linkerkant.
• Op het perceel werden diverse constructies opgericht zonder vergunning:
  ° een chalet die voor bewoning wordt gebruikt met als adres Teutseweg 33B
  ° een tuinhuis
  ° een garage/bergplaats
  ° een zwembad
  ° gedeelte van een constructie, opgericht op het aangrenzend perceel 1127E7 en overgebouwd op het perceel volgens het opmetingsplan van landmeter-expert Ann Stappers, d.d. 12/01/2024

KADASTRALE GEGEVENS

Het handelshuis op perceel 1127D7 werd volgens de gegevens van het kadaster opgericht in 1966.

REGELGEVING 

Artikel 4.2.14. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening

§ 1. Bestaande constructies waarvan door enig rechtens toegelaten bewijsmiddel wordt aangetoond dat ze gebouwd werden vóór 22 april 1962, worden voor de toepassing van deze codex te allen tijde geacht te zijn vergund.
§ 2. Bestaande constructies waarvan door enig rechtens toegelaten bewijsmiddel wordt aangetoond dat ze gebouwd werden in de periode vanaf 22 april 1962 tot de eerste inwerkingtreding van het gewestplan waarbinnen zij gelegen zijn, worden voor de toepassing van deze codex geacht te zijn vergund, tenzij het vergund karakter wordt tegengesproken middels een proces-verbaal of een niet anoniem bezwaarschrift, telkens opgesteld binnen een termijn van vijf jaar na het optrekken of plaatsen van de constructie.
 § 3. Indien met betrekking tot een vergund geachte constructie handelingen zijn verricht die niet aan de voorwaarden van § 1 en § 2, eerste lid, voldoen, worden deze handelingen niet door de vermoedens, vermeld in dit artikel, gedekt.

DE AANVRAAG

De aanvraag behelst de vraag tot opname in het gemeentelijk vergunningenregister voor het handelspand + bijhorend woonhuis.

BEWIJSVOERING

Aan de aanvraag werden volgende stukken toegevoegd:

• Een historische meetschets van 1966
• Kadasterfiche
• Een historische luchtfoto van 1971 + 1977
• Bewijs van bewoning
• Verklaring burgemeester bewoning sedert 11/10/1966
• Getuigenverklaringen bewoning sedert 
• Postkaart 1967
• Foto’s huidige toestand

OVERIGE REGELGEVING 

Erfdienstbaarheden / gemene muren/ lichten en zichten

Vergunningen hebben een zakelijk karakter. Zij worden verleend onder voorbehoud van de op het onroerend goed betrokken burgerlijke rechten. 

Het is niet de taak van de administratieve overheid zich uit te spreken over het bestaan, de interpretatie en de omvang van subjectieve rechten, zoals bijvoorbeeld het bestaan van een erfdienstbaarheid / het overnemen van een gemene muur / de bepalingen inzake zichten en lichten. 

BEOORDELING

Uit de bewijsvoering en de huidige toestand blijkt dat slechts een gedeelte van de aanwezige constructies kan beschouwd worden als zijnde hoofdzakelijk vergund.

Op de historische kadasterschets/schattingsfiche van 1966 , de historische luchtfoto van 1971 en 1977 zijn de feestzaal met woonst terug te vinden waardoor deze beschouwd kunnen worden als zijnde vergund.

De afdaken aan de linker- en achterkant van de feestzaal, de chalet gebruikt als woonst, het tuinhuis, de garage/bergplaats, het zwembad en het overgebouwd deel van een constructie opgericht op het aangrenzend perceel, waarvan geen bewijs werd aangeleverd dat ze werden opgericht voor de eerste inwerkingtreding van het gewestplan (1979), kunnen niet opgenomen worden als zijnde vergund.

Algemeen besluit

De constructies kunnen gedeeltelijk beschouwd worden als zijnde hoofdzakelijk vergund op basis van artikel 4.2.14 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, op voorwaarde dat het vergund karakter niet is tegengesproken middels een proces-verbaal of een niet anoniem bezwaarschrift, telkens opgesteld binnen een termijn van vijf jaar na het optrekken of plaatsen van de constructie.

De feestzaal met woonst kan beschouwd worden als zijnde vergund zoals aangeduid op de historische kadasterschets/schattingsfiche van 1966 en historische luchtfoto’s van 1971 en 1977. 

De afdaken aan de linker- en achterkant van de feestzaal, de chalet gebruikt als woonst, het tuinhuis, de garage/bergplaats, het zwembad en het overgebouwd deel van een constructie opgericht op het aangrenzend perceel, waarvan geen bewijs werd aangeleverd dat ze werden opgericht voor de eerste inwerkingtreding van het gewestplan (1979), kunnen niet opgenomen worden als zijnde vergund.

In het geval er vergunningsplichtige handelingen werden uitgevoerd na 1977, kunnen deze niet worden beschouwd als zijnde vergund op basis van de bepalingen van artikel 4.2.14 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening.

Het betreft een droogzuiging voor de plaatsing van een hemelwaterput, te Mommersbosweg 14, 3520 Zonhoven, 3^de afdeling, sectie F, perceelnr. 616S.
Voor de plaatsing moet een grondwatertafelverlaging van 2,5 meter bekomen worden. Er zullen verschillende aanzuigpunten geplaatst worden, op een diepte van max. 5 meter.
Het gevraagde debiet bedraagt 10,2 m³/uur, gedurende 30 dagen. Dit komt neer op een jaardebiet van 5432 m³.  

Voor de plaatsing van een hemelwaterput- en/of infiltratieput wordt door de gemeente Zonhoven standaard slechts een maximale bemalingsperiode van 10 dagen toegestaan. De gevraagde bemalingsperiode van 30 dagen moet ook voor dit project beperkt worden tot maximaal 10 dagen gezien de beperkte ingreep.

Het lozingspunt bevindt zich op gracht aan de straatkant aan de Mommersbosweg.  

De aanvraag is realistisch en kan gunstig beoordeeld worden gezien het beperkt debiet mits een beperking van de tijdsduur tot maximaal 10 dagen.

 Gunstig voor een bronbemaling te Mommersbosweg 14, voor de plaatsing van een hemelwaterput, voor een debiet van 245 m³/dag, 5432 m³/jaar, mits volgende voorwaarden:

• Een goed functionerende debietsteller moet aanwezig zijn op elke pomp.   
• De sectorale voorwaarden van Vlarem II, hoofdstuk 5.53, moeten nageleefd worden.
• De droogzuiging wordt onmiddellijk verwijderd zodra dit bouwtechnisch mogelijk is en wordt beperkt in tijd en debiet tot het absolute, noodzakelijke, minimum. 
• Het bemalingswater wordt geloosd op de gracht aan de straatkant.
• De lozing van het grondwater mag geen wateroverlast voor derden veroorzaken.
• Indien de stroomgroep geluidshinder vormt voor de omwonenden, moeten onmiddellijk gepaste maatregelen genomen worden om de hinder tot een absoluut minimum te beperken.
• Bij de plaatsing van hemelwater- en/of infiltratieputten mag de bemaling max. 10 dagen in werking zijn.

Besluit:
Artikel 1
De gemeentelijke omgevingsambtenaar heeft op 29/08/2024 akte genomen van de melding ingediend door Janssens Arno, De Wittestraat 23 te 2600 Antwerpen, voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit, zijnde een tijdelijke bemaling voor de plaatsing van een hemelwaterput, met een maximaal debiet van 5432 m³/jaar, gelegen Mommersbosweg 14 te 3520 Zonhoven, 3de afdeling, sectie F, perceelnummer 616S met rubriek: 53.2.2°a). 

Artikel 2
Volgende voorwaarden moeten worden nageleefd:

• Een goed functionerende debietsteller moet aanwezig zijn op elke pomp.  
• De sectorale voorwaarden van Vlarem II, hoofdstuk 5.53, moeten nageleefd worden.
• De droogzuiging wordt onmiddellijk verwijderd zodra dit bouwtechnisch mogelijk is en wordt beperkt in tijd en debiet tot het absolute, noodzakelijke, minimum.
• Het bemalingswater wordt geloosd op de gracht aan de straatkant.
• De lozing van het grondwater mag geen wateroverlast voor derden veroorzaken.
• Indien de stroomgroep geluidshinder vormt voor de omwonenden, moeten onmiddellijk gepaste maatregelen genomen worden om de hinder tot een absoluut minimum te beperken.
• Bij de plaatsing van hemelwater- en/of infiltratieputten mag de bemaling max. 10 dagen in werking zijn.

Deze aktename stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.

Het betreft een droogzuiging voor de afbraak en demping van een kelder, te Engstegenseweg 3, 1^ste afdeling, sectie B, nr. 591F.

Op het terrein werden voor een voorgaande bemalingsfase drie drainagestrengen gestoken onder de kelder van het nieuwe gebouw. Eén van deze drainagestrengen zal in kader van de huidige aanvraag opnieuw opgestart worden. De drainagestreng bestaat uit 43 filters op een diepte van 4,5 meter -mv. 

Voor de afbraak van het gebouw en de demping van de kelder moet ten noorden van het gebouw, aan de straatzijde, nog een lijnbemaling geplaatst worden. Deze streng bestaat uit 9 filters die tot op een maximale diepte van 10 meter -mv geplaatst worden. 

Voor de afbraak en demping van de kelder moet volgens de bemalingsnota een grondwatertafelverlaging van 3,1 meter bekomen worden. In de aanvraag op het omgevingsloket werden echter tegenstrijdige gegevens ingevuld. In de aanvraag werd voor de bemaling doormiddel van drainage een grondwatertafelverlaging van 3,5 meter -mv ingevuld, en voor de grondwatertafelverlaging door de lijnbemaling aan de straatkant werd 5,5 meter -mv ingevuld. Gezien de tegenstrijdige gegevens en het feit dat er geen motivatie werd gegeven voor de grondwatertafelverlagingen van 3,5 meter en 5,5 meter, kunnen deze niet worden toegestaan. De grondwatertafel mag maximaal tot 3,1 meter -mv verlaagd worden.  

Het gevraagde debiet bedraagt 12 m³/uur, gedurende de opstartfase (7 dagen), en 10 m³/uur gedurende de stationaire fase (23 dagen). Dit komt neer op een jaardebiet van 7.500 m³. Er wordt een veiligheidsmarge genomen van 20%, waardoor het aangevraagde debiet 10.000 m³/jaar bedraagt. 

Het op te pompen debiet is gelijk verdeeld over de twee bemalingsstrengen. Aan de hand van een regelkraan kan het op te pompen debiet geregeld worden en kan het debiet zo laag mogelijk gehouden worden. 

Het lozingspunt bevindt zich op de Engstegenseweg, dit is een gescheiden stelsel.  
De aanvraag is realistisch en kan gunstig beoordeeld worden gezien het beperkt debiet en de beperkte tijdsduur.

Gunstig voor een bronbemaling te Engstegenseweg 3, voor de afbraak en demping van een kelder, voor een debiet van 240 m³/dag, 10.000 m³/jaar, mits volgende voorwaarden:

• Een goed functionerende debietsteller moet aanwezig zijn op elke pomp.   
• De start en stopdatum van de bemaling met telkens de stand van de debietsteller wordt gemeld aan de gemeentelijke dienst milieubeleid via leefmilieu@zonhoven.be.
• Wekelijks dient er een registratie te gebeuren van de opgepompte debieten grondwater. Deze gegevens worden in een logboek bijgehouden dat ter inzage wordt gehouden voor de toezichthoudende overheid. Daarnaast worden deze gegevens ook wekelijks doorgemaild naar leefmilieu@zonhoven.be. 
• De sectorale voorwaarden van Vlarem II, hoofdstuk 5.53, moeten nageleefd worden.
• De droogzuiging wordt onmiddellijk verwijderd zodra dit bouwtechnisch mogelijk is en wordt beperkt in tijd en debiet tot het absolute, noodzakelijke, minimum. 
• De lozing van het grondwater mag geen wateroverlast voor derden veroorzaken.
• Indien de stroomgroep geluidshinder vormt voor de omwonenden, moeten onmiddellijk gepaste maatregelen genomen worden om de hinder tot een absoluut minimum te beperken.
• Het bemalingswater moet geloosd worden op de RWA-streng van de Engstegenseweg.
• Het grondwaterpeil mag maximaal tot 3,1 meter -mv verlaagd worden.
• De bemaling mag de duur van 30 dagen niet overschrijden.
• De bemaling mag het opgepompte debiet van 10.000 m³ niet overschrijden. 

Besluit:
Artikel 1
De gemeentelijke omgevingsambtenaar heeft op 03/09/2024 akte genomen van de melding ingediend door Simon Coemans namens WILLEMEN CONSTRUCT NV, Boerenkrijgstraat 133 te 2800 Mechelen, voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit, zijnde een tijdelijke bemaling voor de afbraak en demping van een kelder met een max. totaal debiet van 10.000 m³, gedurende een max. totaal periode van 30 dagen, gelegen Engstegenseweg 3 te 3520 Zonhoven, 1ste afdeling, sectie B, perceelnummer 591F, met rubriek: 53.2.2°a). 

Artikel 2

Volgende voorwaarden moeten worden nageleefd:

• Een goed functionerende debietsteller moet aanwezig zijn op elke pomp.  
• De start en stopdatum van de bemaling met telkens de stand van de debietsteller wordt gemeld aan de gemeentelijke dienst milieubeleid via leefmilieu@zonhoven.be.
• Wekelijks dient er een registratie te gebeuren van de opgepompte debieten grondwater. Deze gegevens worden in een logboek bijgehouden dat ter inzage wordt gehouden voor de toezichthoudende overheid. Daarnaast worden deze gegevens ook wekelijks doorgemaild naar leefmilieu@zonhoven.be.
• De sectorale voorwaarden van Vlarem II, hoofdstuk 5.53, moeten nageleefd worden.
• De droogzuiging wordt onmiddellijk verwijderd zodra dit bouwtechnisch mogelijk is en wordt beperkt in tijd en debiet tot het absolute, noodzakelijke, minimum.
• De lozing van het grondwater mag geen wateroverlast voor derden veroorzaken.
• Indien de stroomgroep geluidshinder vormt voor de omwonenden, moeten onmiddellijk gepaste maatregelen genomen worden om de hinder tot een absoluut minimum te beperken.
• Het bemalingswater moet geloosd worden op de RWA-streng van de Engstegenseweg.
• Het grondwaterpeil mag maximaal tot 3,1 meter -mv verlaagd worden.
• De bemaling mag de duur van 30 dagen niet overschrijden.
• De bemaling mag het opgepompte debiet van 10.000 m³ niet overschrijden.

Deze aktename stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.

VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR

Dossiernummer:    2023/00232

Referentie omgevingsloket:    OMV_2023142664

Inrichtingsnummer:    20240304-0088

Ondernemingsnummer exploitant:    0421929907  

De aanvraag, ingediend door Arte NV gevestigd te Senator A. Jeurissenlaan 1210 te 3520 Zonhoven, werd ontvangen op 24/11/2023 en op 04/04/2024 ontvankelijk en volledig verklaard.

De aanvraag gaat over een terrein, gelegen Senator A. Jeurissenlaan 1102 en 1210, kadastraal gekend als afdeling 2 sectie C nrs. 1086G en 1089B.

De aanvraag gaat over het verbouwen en regulariseren van een bestaande site met bedrijfshal, kantoorruimte en terreininrichting, en de uitbating ervan.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen en de exploitatie van een of meerdere ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

De gemeentelijke omgevingsambtenaar heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de geldende wettelijke bepalingen, (in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid, het decreet Natuurbehoud en hun uitvoeringsbesluiten).

1.    STEDENBOUWKUNDIGE BASISGEGEVENS

    De locatie van de aanvraag is volgens het Origineel bij Koninklijk besluit goedgekeurd gewestplan op 3 april 1979 gelegen in ambachtelijke bedrijven en kmo's.

De locatie van de aanvraag is niet gelegen binnen een bijzonder plan van aanleg.

De locatie van de aanvraag is gelegen binnen het ruimtelijk uitvoeringsplan grup afbakening regionaalstedelijk gebied Hasselt-Genk, goedgekeurd op 20 juni 2014.

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Volgende verordeningen zijn van kracht:

•    algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997;

•    gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake openluchtrecreatieve verblijven goedgekeurd op 8 juli 2005;

•    gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009;

•    gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, .... goedgekeurd op 10 februari 2023.

2.    HISTORIEK

    Volgende dossiers zijn relevant: 

•    Stedenbouwkundige vergunning (1996/07473) voor het bouwen van een werkplaats voor boormaterialen - goedgekeurd op 12/08/1996.

•    Stedenbouwkundige vergunning (2015/00076) voor het uitbreiden van een industriehal, herinrichting van een kantoor en terreinaanleg - geweigerd op 18/08/2015.

•    Stedenbouwkundige vergunning (2015/00194) voor het uitbreiden van een industriehal, herinrichting van een kantoor, heraanleg en regularisatie van de terreininrichting, herbestemming van een niet vergunde woongelegenheid naar bedrijfsruimte, plaatsen van overdekte buitentrap en nieuwe voorgevelwand - goedgekeurd op 16/02/2016.

•    Verkavelingsvergunning (7204.V.76) voor het verkavelen van een grond - geweigerd op 08/10/1964.

3.    BESCHRIJVING OMGEVING EN AANVRAAG

    Beschrijving van de plaats & omgeving

Het perceel bevindt zich aan de Senator A. Jeurissenlaan, een gemeenteweg ten noordoosten van het centrum van Zonhoven, binnen bedrijventerrein De Waerde. Aan de rechterzijde grenst het perceel aan de Langsteeg.

De omgeving bestaat hoofdzakelijk uit bedrijfsgebouwen en hun aanhorigheden. Aan de achterzijde (zuidelijke grens) grenst het perceel aan een groenbufferstrook van de gemeente Zonhoven, aangelegd om een extra buffer te vormen tussen het bedrijventerrein en de woningen aan de Grote Hemmenweg. 

Op het perceel bevindt zich een industriehal met diverse verhardingen, een infiltratiegracht, opslagrekken en een beperkt aandeel groene ruimte.

Het goed maakte voorheen deel uit van de links gelegen bedrijfssite (voormalige bedrijf houtskeletbouw), en is er fysiek mee verbonden door middel van een luifel en doorgang achteraan.

De inrichting is niet geheel conform de vergunde toestand.

Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag gaat over het verbouwen en regulariseren van een bestaande site met bedrijfshal, kantoorruimte en terreininrichting, en de uitbating ervan.

De site waar de aanvraag betrekking op heeft zal deel uitmaken van het bedrijf Arte dat aan de overzijde van de straat gevestigd is, Senator A. Jeurissenlaan 1210. Het bedrijf is gespecialiseerd in het ontwerpen en vervaardigen van high-end muurbekleding.

De bedrijfshal zal als magazijn/ opslagruimte gebruikt worden, ook de kantoorruimte blijft behouden.

Met huidige aanvraag wenst men het bestaande gebouw beperkt te verbouwen  i.f.v. de nieuwe invulling, een loskade aan te leggen en daarnaast ook de inrichting van het terrein met verhardingen, hemelwateropvang en groenaanleg aan te passen en te regulariseren aangezien de huidige inrichting niet conform de  vergunning werden uitgevoerd.

Regularisatie

De bestaande situatie stemt niet overeen met de laatste vergunning dd. 16/02/2016 (2015/00194).

•    Een buitentrap rechts vooraan, werd niet uitgevoerd

•    Diverse groenzones in de voortuin werden niet uitgevoerd;

•    De verharding van 10 parkeerplaatsen die voorzien was in grasdallen werd uitgevoerd in waterdoorlatende klinkers;

•    De groenstrook van 2m breed langsheen de rechter perceelgrens werd slechts gedeeltelijk gerealiseerd, de huidige groenstrook is maar 1,37m breed. Er werd een haag aangeplant;

•    De groenstrook rechts van het gebouw werd niet uitgevoerd;

•    Een uitbreiding rechts achteraan de loods werd niet uitgevoerd;

•    Rechts achteraan werd 73,49m2 betonverharding aangelegd in plaats van  waterdoorlatende klinkers;

•    De opslagrekken aan de achterzijde zijn qua hoogte en lengte niet in overeenstemming met de vergunde afmetingen. Een gedeelte hiervan werd reeds verwijderd, het resterende gedeelte wenst men te regulariseren;

•    De infiltratievoorzieningen voldoen niet, deze werden niet en/of anders uitgevoerd 

De buitentrap, bestemd om toegang tot het dak te hebben, werd niet uitgevoerd. Men zal hier een nieuwe interne trap voorzien.

In de voortuin werden 3 groenzones vergund met een totale oppervlakte van 79,48m², mogelijk om te vormen tot parkeerplaatsen indien nodig. Deze zones werden verhard met klinkers waarbij 2 parkeerplaatsen ingericht werden links vooraan. Bij de voorbespreking (niet op basis van het definitieve plan) werd aangegeven dat dit aanvaardbaar zou zijn.

De parkeerplaatsen in de voortuinstrook (90,11m²) alsook aan de rechterzijde van het gebouw (56,95m²), dienden uitgevoerd te worden in grasdallen. Hier werden waterdoorlatende klinkers aangelegd.

De 6 parkeerplaatsen in de voortuinstrook wenst men te regulariseren.

Het gedeelte rechts van het gebouw zal, evenals de inrit vervangen worden door betonverharding en een loskade.

De groenstrook van 2m langsheen de rechter perceelgrens, zal niet meer gerealiseerd kunnen worden door een loskade die men wenst te voorzien aan de rechterzijde van het gebouw en de noodzaak van een brandweg. 

Men had de intentie om de te kleine groenzone te compenseren aan de achterzijde van het perceel door ca. 82m² klinkerverharding te verwijderen. Doordat niet voldaan werd aan de hemelwaterverordening werd deze zone voorzien als wadi i.p.v. groenbuffer.

De groenstrook van 92,22m² rechts van het gebouw werd niet uitgevoerd, hier werden klinkers aangelegd.

Deze groenstrook zal niet meer gerealiseerd kunnen worden door een loskade die men wenst te voorzien in betonverharding.

Een uitbreiding rechts achteraan de loods werd niet uitgevoerd. In de plaats werd hier betonverharding voorzien.

Rechts achteraan de loods werd 73,49m² betonverharding aangelegd i.p.v. waterdoorlatende klinkers. Deze verharding wenst men te regulariseren.

De opslagrekken aan de achterzijde van het terrein, voorzien op een betonverharding langsheen de infiltratiegracht, werden in oppervlakte en hoogte ruimer voorzien dan vergund.

De opslagrekken werden vergund met een breedte van 24,87m, een diepte van 1,50m en een hoogte tot 3m (evenredig aan de afstand tot de achterste perceelgrens zoals opgenomen in de voorwaarden). 

De regularisatie van de opslagrekken wordt gevraagd met een breedte van 44,85m, een diepte van 2,45m en een hoogte van 4,78m (horizontale dakoppervlakte van 110,00m²). 

De aanwezigheid van de rekken vormt geen belemmering voor de vrije doorgang voor de brandweer.

In de vergunning dd. 16/02/2016 werd aangegeven dat de ingetekende infiltratievoorziening (88800 liter en 106,4m²) niet voldeed aan de verordening voor de afwaterende oppervlakte van 3356m² en dat bijkomende infiltratiekratten dienden geplaatst te worden onder de luifel achteraan, dit met een inhoud van 6000 liter en een infiltratieoppervlakte van 31,56m².

De infiltratiegracht werd niet uitgevoerd conform de ingediende plannen en de infiltratiekratten werden niet geplaatst. 

De aanvraag voorziet de aanpassing van de infiltratievoorziening om te voldoen aan de regelgeving. Hierbij dienen ook de nieuwe, bijkomende afwaterende oppervlaktes meegenomen te worden.

Oorspronkelijk werden een uitbreiding van de infiltratiegracht en infiltratiekratten aan de voorzijde van het terrein voorzien.

Gezien het ongunstig advies van de waterbeheerder werd dit aangepast.

Voor de dimensionering van de infiltratievoorzieningen wordt uitgegaan van de vereisten conform de vergunning d.d. 16/02/2016 aangevuld met de te regulariseren verhardingen in beton en de betonverharding ten behoeve van de loskade. 

Zie hiervoor omschrijving nieuwe werken.

Omschrijving nieuwe werken

Aanvraag voor het bouwen van de loskade

Er wordt een loskade aangevraagd om te kunnen laden en lossen aan de westelijke zijde van het perceel. De loskade is van belang voor het optimaal gebruik van het  magazijn.

Door de aanleg zullen vrachtwagens vanaf de openbare weg loodrecht naar achter inrijden. Alle vrachtwagenbewegingen zullen zich aan de rechterzijde van het gebouw situeren.

De bestaande uitbouw van het pand rechts achteraan, biedt de gelegenheid om in de voorgevel waar de loskade op aansluit, een poort te realiseren en in het gebouw een dockleveller (3m x 2m). Er is bijgevolg geen uitbreiding van de bestaande constructies nodig. In de zone van loskade en de toegang daartoe, zal de huidige (niet vergunde) klinkerverharding vervangen worden door een betonverharding van 91,64m².

Voor de aanleg van de loskade zullen 5 parkeerplaatsen verdwijnen. 

De loskade heeft een lengte van 16,22m, aan de voorzijde een breedte van 5,13m en ter hoogte van de aansluiting met de loods bedraagt de breedte 5,90m. De loskade helt af tot op 0,93m onder het maaiveld (verharding inrit).

Voor snellere leveringen met bestelwagens of lichte voertuigen wordt aan de achterzijde van dit gebouwdeel een bijkomende poort geplaatst.

Door alle leveringen te concentreren in hetzelfde gedeelte, kan de rest van het gebouw optimaal als magazijn fungeren. 

Aanpassingen refter en kantoor

Intern het gebouw zal de bestaande gelijkvloerse kantoorruimte rechts vooraan uitgebreid worden met een traphal, technische ruimte, sanitair, kleedruimtes en een refter, dit langsheen de rechter zijgevel. Op de verdieping wordt hier naast de traphal een kitchenette, sanitair en een bergruimte ingericht.

De nieuwe traphal vervangt de niet uitgevoerde buitentrap en een interne trap naar het dak (onderhoud).

In de rechter zijgevel worden nieuwe gevelopeningen aangebracht in functie van licht en lucht voor de interne lokalen.

Verhardingen en groenvoorzieningen 

Voor de nieuwe loskade van 91,34m² wordt een nieuwe inrit in betonverharding aangelegd van 211,34m², dit ten behoeve van zwaarder vrachtverkeer.

Het linkse gedeelte van deze betonverharding (82,33m²) zal afwateren naar de infiltratiekratten, het rechtse gedeelte (129,01m²) zal afwateren naar een groenstrook.

Om een doorgang voor de hulpdiensten (brandweg) aan te houden van 4m zal naast de betonverharding en klinkerverharding een beperkte strook in grasdallen aangelegd worden ter hoogte van de loskade/ inrit.

Hierdoor zal de groenstrook langsheen de rechter perceelgrens, dewelke reeds te smal uitgevoerd werd, verkleinen.

Door de aanleg van de loskade, bijkomende verhardingen, regularisatie van overdekte en niet overdekte constructies, resteert zeer weinig groenaandeel op het terrein. 

Om tegemoet te komen aan de vraag van de gemeente (vergroening van de site), wenste men dit te compenseren door aan de achterkant in het verlengde van de infiltratiegracht de verhardingen die aanwezig zijn weg te nemen en de zone groen in te richten. Deze vergroening zal door de aanleg van de noodzakelijke gracht en  wadi, bestaan uit gras.

Daarnaast zal op het terrein van 4609m² nog een groenvoorziening van in totaal 171,43m² resteren. Deze situeert zich langsheen de voorste en de rechter perceelgrens.

Aanpassingen in functie van hemelwateropvang 

Rechts vooraan het bedrijfsgebouw wordt het hemelwater van de daken eerst opgevangen in een regenwaterput van 10000 liter met hergebruik. De overloop van de put wordt aangesloten op het infiltratiesysteem aan de achterzijde van het terrein. Hierdoor zijn de hemelwaterafvoeren (daken en verhardingen) allemaal gekoppeld op 1 infiltratiesysteem, zoals gevraagd door de waterbeheerder. 

De bestaande, te regulariseren infiltratiegracht zal worden verlengd tot 49,13m over een breedte van 2,65m à 2,69m. De bodem bevindt zich op 1,10m onder het maaiveld, de achterzijde is voorzien van een schuine wand en langsheen de betonverharding wordt een keerwand geplaatst.

Aansluitend op de gracht wordt een wadi aangelegd met een lengte van 12,89m aan de achterzijde, 13,35m aan de schuin lopende voorzijde en 10,46m aan de rechterzijde. 

Beide voorzieningen worden tot op zo’n 17cm afstand tot de achterste perceelgrens voorzien en worden ingezaaid met gras.

Op voorgaande plannen werd in deze zone groenaanplanting voorzien.

Omdat de resterende ruimte te beperkt blijft om voldoende opvang in een open voorziening aan te leggen, wordt nog voor 34,54m² aan infiltratiekratten voorzien onder de betonverharding tussen de gracht/ wadi en de achterzijde van het gebouw. De kratten worden aangesloten op de gracht zodat het infiltratie & buffersysteem 1 geheel vormen.  Om de kratten beter te doen functioneren, zuiverder en onderhoudsvriendelijker te maken, wordt er een filterput geplaatst op de inloop ervan. 

Beschrijving van de milieuaspecten

De aanvraag gaat over een verandering van de vergunning, verleend aan Arte NV voor Senator A. Jeurissenlaan 1210 (site A), gekend als kadastraal perceel te afd. 2, sectie C, nr. 1089B, door toevoeging van het perceel te Senator A. Jeurissenlaan 1102 (site B), gekend als kadastraal perceel te afd. 2, sectie C, nr. 1086G, zodat de site voortaan bestaat uit 2de afdeling, sectie C, perceelnummers 1089B &1086G. Met de toevoeging van perceel 1086G volgt er ook een verandering door uitbreiding met volgende activiteiten: het lozen van huishoudelijk afvalwater, het stallen van voertuigen, uitbreiding van de verwarmingsinstallaties en luchtcompressors en de opslag van papier, karton en textiel. 

Met volgende aangevraagde rubrieken:

Zodat de ingedeelde inrichting of activiteit voortaan omvat:

4.    OPENBAAR ONDERZOEK 

    Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.

Het openbaar onderzoek werd georganiseerd van 14 april 2024 t.e.m. 13 mei 2024.

Het tweede openbaar onderzoek werd georganiseerd omwille van een wijzigingslus van 7 juli 2024 t.e.m. 5 augustus 2024.

5.    ADVIEZEN

    Aan volgende adviesverleners werd advies gevraagd:

Dienst Water en Domeinen provincie Limburg

Hulpverleningszone Zuid-West Limburg, dienst preventie

6.    PROJECT-MER

    Het project komt voor op bijlage III van het project-m.e.r.-besluit. Daarom moet een project-m.e.r. opgemaakt worden, tenzij de initiatiefnemer via een project-m.e.r.-screeningsnota kan aantonen dat het project geen aanzienlijke milieueffecten zal veroorzaken.

Er werd een project-m.e.r.-screeningsnota bij de aanvraag gevoegd. De effecten op milieu en omgeving werden voldoende omschreven en uit de nota blijkt dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

7.    INHOUDELIJKE BEOORDELING

    Decretale beoordelingselementen

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de VCRO kan gesteld worden dat de Senator A. Jeurissenlaan een voldoende uitgeruste openbare weg is.

De aanvraag gaat niet over de oprichting van een bedrijfswoning.

De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook.

Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

Zonering

Het perceel is volgens het zoneringsplan voor riolering, van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), gelegen in centraal gebied. Er is al geruime tijd riolering aanwezig en die is aangesloten op een waterzuivering. Er moet geen septische put voorzien worden.

Waterparagraaf

Het decreet over het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013, legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd worden. Deze watertoets schat de eventuele schadelijke effecten in ten koste van de watersystemen bij de inname van ruimte.

Sedert de inwerkingtreding van omzendbrief OMG/2022/1 d.d. 15/12/2022 dient de vergunningverlenende overheid de watertoets op een gewijzigde manier uit te voeren bij dossiers ingediend vanaf 01/01/2023.  De watertoetsprocedure werd geoptimaliseerd, er werden aandachtspunten en richtlijnen geformuleerd en het kaartmateriaal inzake overstromingsgevoelige gebieden werd aangepast.

Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte maar ligt in een pluviaal overstromingsgevoelig gebied. Het terrein is niet fluviaal overstromingsgebied gelegen, noch in een gebied voor zeeoverstromingen.

Met betrekking tot de impact op oppervlaktewater, werd de aanvraag voor advies voorgelegd aan de waterbeheerder, de provinciale dienst Water en Domeinen.

Een eerste advies van 23/05/2024 van de waterbeheerder was ongunstig.

“Hierbij kan ik u meedelen dat het dossier in het kader van de watertoets voorlopig ongunstig beoordeeld werd. 

In bijgaand advies vindt u de voorwaarden waaraan het dossier moet voldoen.

DEEL 1 INLICHTINGENFICHE

Ligging van het perceel: 

• kadaster: gemeente Zonhoven, afdeling 2, sectie C, nr. 1086G & 1089B

• adres: Senator A. Jeurissenlaan 1102

• niet gelegen in een overstromingsgevoelig gebied

Waterloop en machtiging

• stroomgebied van de onbevaarbare waterlopen: ROOSTERBEEK, nummer 43, categorie: 2de

• watering: neen

DEEL 2 WATERADVIES I.V.M. DE WATERTOETS

(art. 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018)

1 Beschrijving van het watersysteem

•    Het betreft een activiteit binnen het stroomgebied van een onbevaarbare waterloop van 2de categorie.

•    Het perceel is volgens het gewestplan gelegen in industriegebied

•    Het perceel is daarenboven gelegen in: 

o het bekken van de Demer

o het deelbekken Midden-Demer

2 Waterplannen 

Het stroomgebiedbeheerplan van de Schelde is van toepassing

3 Toetsen aan de doelstellingen decreet integraal waterbeheer, gecoördineerd op 15 juni 2018 – artikel 1.2.2

De adviesvraag handelt over de richtlijn gewijzigd afstromingsregime.

Vanaf een verharde oppervlakte van meer dan 1 000 m² moet door de vergunningverlenende instantie advies worden gevraagd aan de waterbeheerder met betrekking tot mogelijke schadelijke effecten op de toestand van het oppervlaktewater. In het kader daarvan moet voldaan worden aan de volgende voorwaarden: het volume van de open infiltratievoorziening moet minimaal 330 m³/ha nieuwe verharde oppervlakte bedragen (los van de aanwezige hemelwaterputten), de infiltratieoppervlakte moet minimaal 8 % van de verharde oppervlakte bedragen. De infiltratiegracht/bekken moet minimaal 30 cm dekking behouden boven de hoogste grondwaterstand, en moet vlak of in tegenhelling worden aangelegd. 

Bodem en wanden moeten in waterdoorlatende materialen worden uitgevoerd en ingezaaid met gras. De infiltratiegracht/bekken kan niet worden beplant met verlandingsvegetatie (bv. riet).

Er moet een dwarsprofiel van het open bufferbekken bijgebracht worden met het niveau van de verschillende inloopleidingen en noodoverloop. Het volume dat voor nuttige buffering instaat is het volume onder de overloop.

Aan deze voorwaarden is niet voldaan:

•    De volledige dakoppervlakte moet worden aangesloten op de open infiltratievoorziening (cfr. bestaande vergunning).

•    De vergunde open infiltratievoorziening is slechts voor een beperkt gedeelte gerealiseerd, en wordt deels vervangen door infiltratiekratten, die daarbij een aparte regenwaterstroom vormen (zie vorig punt). Hiermee kan niet worden akkoord gegaan. De buffering van het hemelwater moet voor zowel het volume als de infiltratie-oppervlakte grotendeels in open systeem gebeuren.

DEEL 3 CONCLUSIES ONDERZOEK WATERBEHEERDER 

Uit de toepassing van de nadere regels voor de toepassing van de watertoets bij besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006, en latere wijzigingen, is gebleken dat het verbouwen van een bestaande bedrijfshal en kantoren een verandering van de toestand van watersystemen (of bestanddelen ervan) tot gevolg heeft. Deze verandering heeft een betekenisvol schadelijk effect op het watersysteem.

De plannen moeten aan de bovenvermelde opmerkingen aangepast worden en opnieuw voorgelegd worden, eventueel na een overlegmoment tussen de aanvrager en de afdeling Waterbeheer.

Het wateradvies is dan ook voorlopig ongunstig.”

Op 27/06/2024 werd er door de waterbeheerder, de provinciale dienst Water en Domeinen een aangepast, voorwaardelijk gunstig advies afgeleverd op basis van de aangepaste plannen en informatie ten gevolge van een wijzigingslus.

N.a.v. het eerder ongunstig advies van de afdeling Waterbeheer: d.d. 23 mei 2024 werden nieuwe plannen ingediend op 27 juni 2024.

Hierbij kan ik u meedelen dat het dossier in het kader van de watertoets voorwaardelijk gunstig beoordeeld werd.

Ik verzoek u evenwel de voorwaarden in de omgevingsvergunning op te nemen zoals ze geformuleerd werden in het bijgaand advies.

Advies in verband met de watertoets

DOSSIER: HET VERBOUWEN VAN EEN BESTAANDE BEDRIJFSHAL EN KANTOREN 

DEEL 1 INLICHTINGENFICHE

Ligging van het perceel: 

• kadaster: gemeente Zonhoven, afdeling 2, sectie C, nr. 1086G & 1089B

• adres: Senator A. Jeurissenlaan 1102

• niet gelegen in een overstromingsgevoelig gebied

Waterloop en machtiging

• stroomgebied van de onbevaarbare waterlopen: ROOSTERBEEK, nummer 43, categorie: 2de

• watering: neen

DEEL 2 WATERADVIES I.V.M. DE WATERTOETS 

(art. 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018) 

1 Beschrijving van het watersysteem 

• Het betreft een activiteit binnen het stroomgebied van een onbevaarbare waterloop van 2de categorie. 

• Het perceel is volgens het gewestplan gelegen in industriegebied 

• Het perceel is daarenboven gelegen in: 

o het bekken van de Demer 

o het deelbekken Midden-Demer 

2 Waterplannen 

Het stroomgebiedbeheerplan van de Schelde is van toepassing. 2 

3 Toetsen aan de doelstellingen decreet integraal waterbeheer, gecoördineerd op 15 juni 2018 – artikel 1.2.2 

De adviesvraag handelt over de richtlijn gewijzigd afstromingsregime. 

Vanaf een verharde oppervlakte van meer dan 1 000 m² moet door de vergunningverlenende instantie advies worden gevraagd aan de waterbeheerder met betrekking tot mogelijke schadelijke effecten op de toestand van het oppervlaktewater. In het kader daarvan moet voldaan worden aan de volgende voorwaarden: het volume van de open infiltratievoorziening moet minimaal 330 m³/ha nieuwe verharde oppervlakte bedragen (los van de aanwezige hemelwaterputten), de infiltratieoppervlakte moet minimaal 8 % van de verharde oppervlakte bedragen. De infiltratiegracht/bekken moet minimaal 30 cm dekking behouden boven de hoogste grondwaterstand, en moet vlak of in tegenhelling worden aangelegd. Bodem en wanden moeten in waterdoorlatende materialen worden uitgevoerd en ingezaaid met gras. De infiltratiegracht/bekken kan niet worden beplant met verlandingsvegetatie (bv. riet). 

Er moet een dwarsprofiel van het open bufferbekken bijgebracht worden met het niveau van de verschillende inloopleidingen en noodoverloop. Het volume dat voor nuttige buffering instaat is het volume onder de overloop. 

Aan deze voorwaarden is voldaan. 

DEEL 3 CONCLUSIES ONDERZOEK WATERBEHEERDER 

Uit de toepassing van de nadere regels voor de toepassing van de watertoets bij besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006, en latere wijzigingen, is gebleken dat het verbouwen van een bestaande bedrijfshal en kantoren een verandering van de toestand van watersystemen (of bestanddelen ervan) tot gevolg heeft. Deze verandering heeft geen betekenisvol schadelijk effect op het watersysteem voor zover de volgende voorwaarden worden opgenomen in de vergunning: 

De infiltratiegracht/bekken moet minimaal 30 cm dekking behouden boven de hoogste grondwaterstand, en moet vlak of in tegenhelling worden aangelegd. Bodem en wanden moeten in waterdoorlatende materialen worden uitgevoerd en ingezaaid met gras. De infiltratiegracht/bekken kan niet worden beplant met verlandingsvegetatie (bv. riet). 

Het wateradvies is dan ook voorwaardelijk gunstig.

Er moet in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt is mits de voorwaarden van de waterbeheerder gevolgd worden. Enkel door de toename van de verharde oppervlakte wordt de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit moet gecompenseerd worden overeenkomstig de normen vastgelegd in de geldende gewestelijke hemelwaterverordening:

De aanstiplijst geeft aan dat de afwaterende oppervlakte van de nieuwe/ heraangelegde verhardingen 247,46m² bedraagt.

Het minimale buffervolume van de infiltratievoorziening is 8166,18 liter en de minimale infiltratieoppervlakte is 19,80m².

Er wordt aangegeven dat men een voorziening zal plaatsen met een inhoud van 3166,18 liter en een infiltratieoppervlakte van 19,8m². De diepte van de voorziening bedraagt 50cm.

Deze info strookt niet met hetgeen wat op de plannen aangegeven werd.

De aanstiplijst geeft slechts de oppervlakte van de nieuwe betonverharding weer die niet naar een groenzone kan afwateren. Er werd geen rekening gehouden met te regulariseren oppervlaktes en het feit dat de bestaande toestand niet voldoet.

De plannen en documenten inzake de hemelwaterverordening geven weer dat er conform de vergunning d.d. 16/02/2016 (2015/00194) een minimale inhoud van 83900 liter vereist is en een minimale infiltratieoppervlakte van 134,24m².

Voor de nieuwe en te regulariseren oppervlaktes zou een bijkomende opvang van 8166,18 liter en 19,80m² infiltratieoppervlakte vereist zijn.

Dit resulteert in een (minimale) totale inhoud van 92066,18 liter en totale infiltratieoppervlakte van 154,04m².

Voor de aan te passen en nieuw aan te leggen voorzieningen werd volgende berekening opgemaakt:

BEREKENING CAPACITEIT ONTWORPEN INFILTRATIEVOORZIENINGEN

•    Bestaande aangepaste gracht

Versmald tot 1 m afstand tot de perceelgrens, enkel één

zijde waterdoorlatend, diepte groter dan 50 cm onder het

maaiveld waarvoor middels proeven in de toekomst het

werkelijke infiltratievermogen aangetoond zal moeten

worden.

68068 liter inhoud – 34,41m² infiltratieoppervlakte

•    Uitbreiding gracht

profiel idem als aangepaste gracht (diepte groter dan 50cm)

20293 liter inhoud – 10,26m² infiltratieoppervlakte

•    Uitbreiding infiltratiekratten

max 35% gevuld (bodem op 62cm onder het maaiveld)

4888,80 liter inhoud – 34,56m² infiltratieoppervlakte

•    Uitbreiding wadi

profiel variabel max 50cm diep

10840 liter inhoud – 76,86m² infiltratieoppervlakte

Ondanks dat de diepte van de infiltratievoorzieningen, behoudens de wadi, overal duidelijk dieper ligt dan 50cm onder het maaiveld en dat hiervoor geen enkel afdoend bewijsstuk werd aangeleverd; 

dat men verwijst naar een “in de toekomst aan te tonen lagere grondwaterstand”; dat geen enkele ruimte op het terrein nog resteert om een uitbreiding te voorzien in geval de gemiddelde hoogste grondwaterstand toch hoger blijkt te liggen; dat er dus principieel niet voldaan wordt aan de voorwaarden die de waterbeheerder stelde; wordt desalniettemin een voorwaardelijk gunstig advies afgeleverd door de waterbeheerder.

De aanvraag voldoet slechts aan de verordening indien de minimale vereiste inhoud en oppervlakte gehaald wordt én voldaan wordt aan de voorwaarden van de waterbeheerder.

De bewijzen hiervan dienen aangebracht te worden binnen een termijn van 8 maanden na het bekomen van de vergunning, met het akkoord van de waterbeheerder toegevoegd.

Indien blijkt dat niet voldaan wordt, komt de vergunning te vervallen en dient een nieuwe, aangepaste aanvraag ingediend te worden.

De verordening is niet van toepassing op de aanleg van de voorziene verhardingen die afwateren in de aangrenzende groenzones en deze die aangelegd worden/ werden in waterdoorlatende materialen.

Het hemelwater dat op de verharding valt, wordt namelijk niet opgevangen en afgevoerd, maar kan volgens de aanvraag op natuurlijke wijze op eigen terrein in de bodem infiltreren.

Mits de aanvraag voldoet aan de hemelwaterverordening, doorstaat deze ook de droogtetoets. Het effect van droogte wordt namelijk gemilderd door het regenwater dat op het terrein terecht komt maximaal vast te houden.

De gemeente doet de watertoets en legt desgevallend gepaste maatregelen op ter voorkoming van schadelijke effecten op de waterhuishouding van de omgeving. Hetzelfde geldt voor de toepassing van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater met eventueel de daaraan gekoppelde verplichtingen. 

De gemeente is niet verantwoordelijk voor de juistheid van de aan haar bezorgde gegevens in het voorliggende dossier op basis waarvan eventueel de nodige maatregelen worden opgelegd. Het aanleveren van de juiste gegevens en het uitvoeren van de door de gemeente opgelegde verplichtingen blijft de verantwoordelijkheid van de architect en/of de bouwheer. Indien hieraan niet is voldaan, kan de gemeente niet verantwoordelijk gesteld worden indien door de geplande bouwwerken toch wateroverlast zou ontstaan in de omgeving.

Natuurtoets

Het perceel is niet gelegen binnen of grenzend aan een speciaal beschermingsgebied. Omwille van de ligging, de aard van het project en de afstand tot de waardevolle natuurgebieden wordt gesteld dat er geen impact is van de projectaanvraag op de natuurwaarden.

Erfgoed- & Archeologietoets

Het perceel is (niet) gelegen binnen een beschermd stads- of dorpsgezicht. Er zijn geen monumenten in de omgeving.  

Conform het Onroerenderfgoeddecreet d.d. 12/07/2013 en latere wijzigingen is 

geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag:

Het goed bevindt zich niet in een beschermde archeologische site, noch in een vastgestelde archeologische zone. De oppervlakte van het perceel is groter is dan 3000m² en de vergunningsplichtige bodemingreep is groter dan 1000m², het betreft echter geen bestaande lijninfrastructuur en aanhorigheden, het perceel is niet gelegen in woon- of recreatiegebied, de aanvrager is niet publiekrechtelijk en de bodemingreep bedraagt minder dan 5000m².

Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening

Functionele inpasbaarheid

De bestaande functie bedrijfshal met kantoorruimte en aanhorigheden blijft principieel behouden, zij het dat het een opslag-/magazijnfunctie zal verkrijgen behorende bij het reeds bestaande bedrijf aan de overzijde van de straat. 

De vooropgestelde functie is alleszins inpasbaar binnen het bedrijventerrein de Waerde.

Mobiliteitsimpact

Er wordt geen uitbreiding van de bedrijfsruimte voorzien.

Met de aanleg van de loskade verdwijnen evenwel 5 parkeerplaatsen aan de rechterzijde van het gebouw.

Er werden in de voortuinstrook reeds 2 bijkomende parkeerplaatsen gerealiseerd.

Er is dus een afname van 3 parkeerplaatsen.

Mocht er een tekort aan parkeerruimte ontstaan, dan zal dit intern het gebouw van de aanvraag of op het bedrijfsterrein aan de overzijde van de straat opgevangen moeten worden. Bijkomende verhardingen en inname van groenzones kunnen niet meer toegelaten worden.

De op korte termijn de verwachten vervoersbewegingen voor de bedrijvigheid zijn:

•    Zwaar vervoer (grote oplegger) : max 2x / week

•    Kleinere vrachtwagen : dagelijks tot max 2x

•    Bestelwagens : dagelijks 3 a 4x

Op lange termijn schat men dat het zware vervoer met grote oplegger zou kunnen toenemen tot maximaal 2x /dag.

Los- en laadactiviteiten zullen plaats vinden tussen 8u en 16.45u. Ten gevolge van de exploitatie van het nieuwe magazijn, zal het aantal voertuigbewegingen op nr. 1210 beperkt afnemen.

De vrachtwagens zullen achteruit inrijden tot aan de loskade en aldaar parkeren tijdens het lossen/ laden. 

Schaal

Er wordt geen uitbreiding van het bedrijfsgebouw zelf voorzien. De gevraagde werken betreffen voornamelijk technische uitvoeringen, aanleg/ aanpassing van verhardingen, gevelwijzigingen… dewelke qua omvang en impact op het straatbeeld eerder ondergeschikt zijn.

Ruimtegebruik en bouwdichtheid

Voor de site van de aanvraag werd vastgesteld dat in het verleden slechts de werken uitgevoerd werden die noodzakelijk waren voor de bedrijfsvoering en dat men weinig tot geen belang hechtte aan de voorwaarden die werden opgelegd, met name inzake hemelwateropvang en groenvoorzieningen, en het in overeenstemming brengen van de inrichting met de vergunde toestand.

Een gevolg hiervan is dat de bebouwings- en verhardingsgraad zeer hoog ligt, dit in verhouding tot de algemeen gehanteerde normen voor groenbuffering op bedrijventerreinen.

De aanvraag, initieel bedoeld om de loskade te realiseren, voorziet weinig verbetering hieromtrent. Integendeel, door de loskade verdwijnt nog meer groen.

De aangevraagde werken en de aanpassingen van de terreininrichting om te kunnen voldoen aan de hemelwaterverordening en watertoets, hebben een negatieve invloed op de groenvoorziening die reeds zeer minimaal was.

De uitbreiding van de infiltratiegracht en de wadi dient qua omvang/ inhoud behouden te blijven om te voldoen aan de hemelwaterverordening en het advies van de waterbeheerder; er zullen echter voorwaarden opgelegd worden die het groenaandeel dienen te compenseren. 

Deze voorwaarden hebben betrekking op de inplanting van de infiltratievoorzieningen en een gedeeltelijke ontharding op het terrein om bijkomend ca. 80m² groenzone te kunnen aanleggen.

•    Tussen de achterste perceelgrens en de uitbreiding van de infiltratiegracht en de bijkomende wadi, dient 1m groenstrook voorzien te worden, voorzien van een haag. Tussen de betonverharding en de uitbreiding van de infiltratiegracht en de bijkomende wadi, dient 0,5m groenstrook voorzien te worden, voorzien van een lage beplanting.

Om bovenstaande voorwaarde te kunnen realiseren zal een strook van 1,5m betonverharding verwijderd moeten worden (ca. 37m²). Hiervoor is voldoende ruimte, de doorgang van 4m voor de brandweer zal gegarandeerd blijven.

•    In de voortuinzone dienen 3 groenzones/ plantvakken aangelegd te worden, dit naar analogie met de eerder vergunde toestand zij het dan iets beperkter omwille van 2 parkeerplaatsen links vooraan. Het plantvak links voor het gebouw dient minimaal 4m breed en 4m diep te zijn. Het plantvak tussen de poorten dient 8m breed en 2m diep te zijn en het meest rechts gelegen plantvak  dient 6m breed en 2m diep te zijn. 

Om bovenstaande voorwaarde te kunnen realiseren zal minstens 44m² klinkerverharding verwijderd moeten worden.

Met deze voorwaarden kan ca. 81m² bijkomende ruimte voor groenvoorziening aangelegd worden die dan ook kwalitatief dient ingevuld te worden. Samen met de voorgestelde 171,43m² die reeds op plan voorzien was, komt dit neer op zo’n 252,43m² groen. In verhouding tot de gehele oppervlakte van het terrein van 4609m², is dit een minimum.

De groenzones dienen aangeplant met inheemse hagen (langsheen de perceelgrenzen), struiken en vaste planten. De wanden van de infiltratiegracht en de wadi, dienen ingezaaid te worden met gras. Voor de wadi kan bijkomend een mengsel van wilde bloemen voorzien worden. 

Visueel-vormelijke elementen

Het uiterlijk en de gebruikte materialen zijn gebruikelijk voor dit soort bedrijfsgebouwen. Het geheel zal dan ook inpasbaar zijn binnen de omgeving.

Cultuurhistorische aspecten

Het perceel is niet gelegen in of nabij een beschermd dorpsgezicht. De aanvraag is niet gelegen in een beschermde archeologische site. De aanvraag is, bekeken vanuit de erfgoedaspecten, aanvaardbaar.

Bodemreliëf

Volgens de aanvraag wordt het bestaande reliëf niet gewijzigd behoudens de afgravingen voor de loskade en infiltratievoorzieningen.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

De activiteiten beperken zich tot het gebruik van de site als opslagmagazijn met bijhorende kantoorruimte en noodzakelijke voorzieningen voor personeel.

Er vinden geen productieactiviteiten plaats. In het magazijn zelf wordt enkel gebruik gemaakt van elektrische voertuigen (heftruck, ...). De poorten en deuren worden gesloten gehouden. 

Los- en laadactiviteiten zullen plaats vinden tussen 8u en 16.45u. Tijdens het lossen en laden worden de motoren van de voertuigen stilgelegd.

Het aantal vervoersbewegingen zal eerder beperkt zijn.

Er valt dan ook geen hinder te verwachten die niet eigen is aan de bestemmingszone.

Milieutechnisch luik

Het project voorziet in de aanvraag een ingedeelde inrichting of activiteit, namelijk een verandering door toevoeging van percelen waarop de geldende vergunning geen betrekking heeft en uitbreiding van de capaciteit van de geldende vergunning met volgende activiteiten: het lozen van huishoudelijk afvalwater, het stallen van voertuigen, uitbreiding van verwarmingsinstallaties en luchtcompressors en de opslag van papier, karton en textiel.  

Enkele ingedeelde activiteiten, vergund in 2017, zijn niet langer van toepassing en worden niet in deze vergunningsvraag opgenomen, namelijk: 

-    Rubriek 12.2.1: 2 transformatoren (elks een individueel vermogen van 630 kVA)

-    Rubriek 12.3.2: 17 batterijladers verdeeld over 3 laadstations (met een totaal vermogen van 11,882 kW)

-    Rubriek 53.8.2: 1 grondwaterwinning voor het oppompen van max 500 m³/jaar op een diepte van max. 95 meter (vervallen 06/07/2022) en 3 grondwaterwinningen voor het oppompen van grondwater met een debiet van max. 5000 m³/jaar op een diepte van 10 meter.

Milieu-aspecten

De productie wordt opgesplitst als volgt: Arte NV ontwerpt, produceert en verdeelt hoogwaardige muurbekleding vanuit de site te Senator A. Jeurissenlaan 1210. Bij het productieproces kunnen volgende stappen worden onderscheiden:

-    Voorbereiding coatings: de vloeibare basiscoatings op waterbasis worden aangelengd

-    Aanmaak kleuren: volgens recept aangemaakt in de kleurenlabo’s

-    Druklijnen: het bedrukken gebeurt via rotatiezeefdruk, het droogproces gebeurt in ovens

-    Nabewerking en verpakking.

Er zijn volgende milieutechnische entiteiten:

-    Voor het bedrijf te Senator A. Jeurissenlaan 1210, gekend als kadastraal perceel te afd. 2,  sectie C, nr. C1089B, werd op 17/02/2017 door de gemeente Zonhoven een milieuvergunning verleend voor de productie en verdeling van muurbekleding, met een gedeeltelijke weigering voor de lozing van bedrijfsafvalwater en de aangevraagde grondwaterwinningen. Op 06/07/2017 werd in beroep bij de Deputatie een vergunning verleend voor de 'hernieuwing en verandering door uitbreiding van de milieuvergunning voor het exploiteren van een inrichting voor de productie en verdeling van muurbekleding' waarbij de lozing van bedrijfsafvalwater en de aangevraagde grondwaterwinningen werden vergund. 

-    Het pand aan Senator A. Jeurissenlaan 1102, gekend als kadastraal perceel te afd. 2,  sectie C, nr 1086G, zal gebruikt worden als extra opslagruimte en magazijn. Op deze site zullen 15 ton textielwaren en 15 ton papier en karton opgeslagen worden. Voor de werking van het magazijn worden ook het stallen van 4 extra voertuigen aangevraagd (een heftruck, orderpicker, elektrische transpallet, smallegangentruck), 1 extra compressor (4 kW), een gaswandketel (35 kW), 3 warmeluchtblazers (3 x 50 kW) en een extra lozing van huishoudelijk afvalwater (120 m³/jaar). 

Ligging t.o.v. de buurt

De inrichting is volgens de het gewestplan gelegen in industriegebied. 

Op ca. 50 m van de perceelsgrenzen staat een woning.

In een straal van 100 m zijn een tiental woningen gelegen.

Het bedrijf is op 55 meter gelegen van woongebied.

Dit maakt dat de inrichting hinder kan creëren voor de buurt.

Bodem

Het bedrijf valt met volgende rubrieknummers uit de Vlaremindelingslijst onder de categorie van risico-inrichting: 4.4., 11.1.2°a), 11.2.2°a), 17.3.6.2°a), 29.5.2.1°a); waarbij categorie ‘A - oriënterend bodemonderzoek verplicht bij overdracht, sluiting en faillissement, en om de 20 jaar’ van toepassing is.

De risico-activiteiten bevinden zich allen op de site aan Senator A. Jeurissenlaan 1210. Voor de site te Senator A. Jeurissenlaan 1102 zijn geen rubrieknummers van toepassing die volgens de Vlaremindelingslijst een risico-activiteit inhouden.

Het bedrijf heeft al een bodemonderzoek uitgevoerd volgens het bodemsaneringsdecreet op 09/11/2006 met volgend besluit: In het oriënterend bodemonderzoek worden concentraties vastgesteld waarbij de kwaliteit van de bodem rechtstreeks of onrechtstreeks nadelig wordt beïnvloed of kan beïnvloed worden. Gelet op de kenmerken van de bodem en de functies die deze vervult zoals weergegeven in het voormelde rapport, oordeelt de OVAM dat er geen sprake is van ernstige aanwijzingen dat de historische bodemverontreiniging een ernstige bedreiging vormt. Op basis hiervan moet conform het bodemsaneringsdecreet niet tot bodemsanering worden overgegaan.

Beide percelen zijn opgenomen in het grondinformatieregister. Het perceel aan Senator A. Jeurissenlaan 1210 werd opgenomen omwille van de eerder vermelde risico-activiteiten van het bedrijf Arte NV. Het perceel aan Senator A. Jeurissenlaan 1102 werd opgenomen omwille van een vroegere risico-inrichting waarbij rubriek 29.5.2. ‘Metalen of voorwerpen uit metaal – smederijen en inrichtingen voor het mechanisch of fysisch behandelen van metalen en het vervaardigen van voorwerpen uit metaal met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied’ van toepassing was. Op 19/04/2022 werd een oriënterend bodemonderzoek uitgevoerd. De OVAM concludeerde op basis van dit OBO dat er geen beschrijvend bodemonderzoek moet worden uitgevoerd. 

Geluidshinder

Door de aard van de activiteiten kan het bedrijf geluidshinder veroorzaken die buiten het bedrijf waar te nemen is: het aan- en afvoer transport gebeurt met vrachtwagens en bestelwagens. De los- en laadactiviteiten vinden plaats tussen 8u – 16u45. Tijdens het laden en lossen worden de motoren van de voertuigen stilgelegd. De poorten en deuren van het magazijn worden gesloten gehouden. Voor de uitbating van de nieuwe site wordt eveneens de bouw van een nieuwe loskade gevraagd. Ten gevolge van de activiteiten op de nieuwe site, zullen de voertuigbewegingen op de site te Senator. A. Jeurissenlaan 1210 beperkt afnemen.

Als de exploitatie laad- en losverrichtingen omvat en rubriek 16.3.2. van toepassing is, dan neemt de exploitant alle nodige maatregelen (BBT) om dit geluid te beperken en te verhinderen dat het geluid voortgebracht door laad- en losverrichtingen een bron van hinder is voor de omgeving (Vlarem II; afd. 4.5.7).

Luchtverontreiniging

De verwarming van de magazijnen en het kantoor gebeurt met drie luchtbranders op gas en 1 gaswandketel. Hierdoor is de uitstoot van stof en SOX minimaal. 

De installaties worden periodiek onderhouden. 

Tijdens het lossen en laden worden de motoren van de voertuigen stilgelegd.

Grondwaterwinning

In de aanvraag wordt aangegeven dat de vergunde grondwaterwinningen niet langer van toepassing zijn. De grondwaterwinning voor het oppompen van grondwater met een debiet van 500 m³/jaar op een diepte van 95 meter voor de aanmaak van inkten, werd door de deputatie in beroep (06/07/2017) vergund tot 6 juli 2022. 

De 3 grondwaterwinningen voor het oppompen van grondwater met een debiet van max 5000 m³/jaar op een diepte van 10 meter, werden door de gemeente Zonhoven vergund tot 14 februari 2037. 

Bij stopzetting moeten de grondwaterwinningen volgens de code van goede praktijk buiten gebruik gesteld worden (Vlarem II, bijlage 5.53.1).

Lozing van afvalwater

Volgende waterstromen komen vrij:

-    Hemelwater

-    Huishoudelijk afvalwater

Huishoudelijk afvalwater

Het huishoudelijk afvalwater is afkomstig van het sanitaire watergebruik van de 3 - 10 werknemers op de site Senator. A. Jeurissenlaan 1102, en bedraagt 120 m³/jaar. Het huishoudelijk afvalwater wordt via een septische put geloosd op de gemengde riolering. 

Afvalstoffen

In de aanvraag wordt niet meegedeeld welke afvalstoffen geproduceerd worden en gescheiden opgehaald worden. Voor de reeds vergunde exploitatie te Senator. A. Jeurissenlaan 1210 werd aangegeven dat restafval, hout, pmd, slib, papier & karton, folie, KGA, vlies + snippers gescheiden ingezameld worden. De dienst wijst er op dat er 29 verschillende bedrijfsafvalstromen zijn, zoals vastgelegd in het VLAREMA, die gescheiden ingezameld en opgehaald moeten worden (VLAREMA, art. 4.3.2.). In het bijzonder dienen ook alle etensresten of keukenafval gescheiden ingezameld te worden, los van het feit of er eten geproduceerd of geserveerd wordt of niet.

Voorwaarden

Gezien bovenstaande motivering worden volgende voorwaarden voorgesteld:

-    De van toepassing zijnde algemene en sectorale voorwaarden van Vlarem II moeten worden nageleefd.

-    Het bedrijf bezorgt binnen 3 maanden na afleveren van de vergunning, een bewijs dat de verschillende grondwaterwinningen buiten gebruik gesteld werden volgens de code van goede praktijk (Vlarem II, bijlage 5.53.1).

-    Het bedrijf zamelt de verschillende bedrijfsafvalstoffen apart in, zoals bepaald in de VLAREMA-wetgeving (VLAREMA, art. 4.3.2.).

Vergunningstermijnen

Het omgevingsproject vraagt een omgevingsvergunning van onbepaalde duur. Gezien bovenstaande motivering, kan dit gevolgd worden.

Resultaten van het openbaar onderzoek

Er werden geen bezwaren ingediend.

Bespreking van de adviezen

•    Het oorspronkelijke advies (PIV4) van Hulpverleningszone Zuid-West Limburg, dienst preventie d.d. 16 mei 2024 was voorwaardelijk gunstig.

Er werd geen advies afgeleverd voor PIV5. Aangezien de wijziging geen impact heeft op het oorspronkelijke advies d.d. 16 mei 2024, blijft dit aangehouden.

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden. Indien structurele aanpassingen nodig zijn om te voldoen aan de voorwaarden, dan dient een nieuwe omgevingsvergunning hiervoor bekomen te worden.

•    Het oorspronkelijk advies (PIV4) van Dienst Water en Domeinen provincie Limburg d.d. 23 mei 2024 was ongunstig (zie ook Waterparagraaf).

“DEEL 3 CONCLUSIES ONDERZOEK WATERBEHEERDER 

Uit de toepassing van de nadere regels voor de toepassing van de watertoets bij besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006, en latere wijzigingen, is gebleken dat het verbouwen van een bestaande bedrijfshal en kantoren een verandering van de toestand van watersystemen (of bestanddelen ervan) tot gevolg heeft. Deze verandering heeft een betekenisvol schadelijk effect op het watersysteem.

De plannen moeten aan de bovenvermelde opmerkingen aangepast worden en opnieuw voorgelegd worden, eventueel na een overlegmoment tussen de aanvrager en de afdeling Waterbeheer.

Het wateradvies is dan ook voorlopig ongunstig.”

Naar aanleiding van het ongunstig advies werd een wijzigingslus toegepast op 27/06/2024.

Het advies (PIV5) van Dienst Water en Domeinen provincie Limburg d.d. 9 juli 2024 is voorwaardelijk gunstig.

“N.a.v. het eerder ongunstig advies van de afdeling Waterbeheer: d.d. 23 mei 2024 werden nieuwe plannen ingediend op 27 juni 2024.

Hierbij kan ik u meedelen dat het dossier in het kader van de watertoets voorwaardelijk gunstig beoordeeld werd.

Ik verzoek u evenwel de voorwaarden in de omgevingsvergunning op te nemen zoals ze geformuleerd werden in het bijgaand advies. 

Advies in verband met de watertoets 

DOSSIER: HET VERBOUWEN VAN EEN BESTAANDE BEDRIJFSHAL EN KANTOREN 

DEEL 1 INLICHTINGENFICHE 

Aanvrager: 

naam en adres: Arte nv, Senator A. Jeurissenlaan 1210 te 3520 Zonhoven 

e-mailadres: steven.desart@arte-international.com 

Ontwerper: 

naam en adres: Iglesias Elizabet bv, Grote Baan 88, 3540 Herk-de-Stad telefoon: 011 15 28 28 

e-mailadres: info@iglesias-architects.com 

Ligging van het perceel: 

kadaster: gemeente Zonhoven, afdeling 2, sectie C, nr. 1086G & 1089B 

adres: Senator A. Jeurissenlaan 1102 

niet gelegen in een overstromingsgevoelig gebied 

Waterloop en machtiging 

•    stroomgebied van de onbevaarbare waterlopen: ROOSTERBEEK, nummer 43, categorie: 2de 

•    watering: neen 

DEEL 2 WATERADVIES I.V.M. DE WATERTOETS 

(art. 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018) 

1 Beschrijving van het watersysteem 

•    Het betreft een activiteit binnen het stroomgebied van een onbevaarbare waterloop van 2de categorie. 

•    Het perceel is volgens het gewestplan gelegen in industriegebied 

•    Het perceel is daarenboven gelegen in: 

o het bekken van de Demer 

o het deelbekken Midden-Demer 

2 Waterplannen 

Het stroomgebiedbeheerplan van de Schelde is van toepassing. 2 

3 Toetsen aan de doelstellingen decreet integraal waterbeheer, gecoördineerd op 15 juni 2018 – artikel 1.2.2 

De adviesvraag handelt over de richtlijn gewijzigd afstromingsregime. 

Vanaf een verharde oppervlakte van meer dan 1 000 m² moet door de vergunningverlenende instantie advies worden gevraagd aan de waterbeheerder met betrekking tot mogelijke schadelijke effecten op de toestand van het oppervlaktewater. In het kader daarvan moet voldaan worden aan de volgende voorwaarden: het volume van de open infiltratievoorziening moet minimaal 330 m³/ha nieuwe verharde oppervlakte bedragen (los van de aanwezige hemelwaterputten), de infiltratieoppervlakte moet minimaal 8 % van de verharde oppervlakte bedragen. De infiltratiegracht/bekken moet minimaal 30 cm dekking behouden boven de hoogste grondwaterstand, en moet vlak of in tegenhelling worden aangelegd. Bodem en wanden moeten in waterdoorlatende materialen worden uitgevoerd en ingezaaid met gras. De infiltratiegracht/bekken kan niet worden beplant met verlandingsvegetatie (bv. riet). 

Er moet een dwarsprofiel van het open bufferbekken bijgebracht worden met het niveau van de verschillende inloopleidingen en noodoverloop. Het volume dat voor nuttige buffering instaat is het volume onder de overloop. 

Aan deze voorwaarden is voldaan. 

DEEL 3 CONCLUSIES ONDERZOEK WATERBEHEERDER 

Uit de toepassing van de nadere regels voor de toepassing van de watertoets bij besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006, en latere wijzigingen, is gebleken dat het verbouwen van een bestaande bedrijfshal en kantoren een verandering van de toestand van watersystemen (of bestanddelen ervan) tot gevolg heeft. Deze verandering heeft geen betekenisvol schadelijk effect op het watersysteem voor zover de volgende voorwaarden worden opgenomen in de vergunning: 

De infiltratiegracht/bekken moet minimaal 30 cm dekking behouden boven de hoogste grondwaterstand, en moet vlak of in tegenhelling worden aangelegd. Bodem en wanden moeten in waterdoorlatende materialen worden uitgevoerd en ingezaaid met gras. De infiltratiegracht/bekken kan niet worden beplant met verlandingsvegetatie (bv. riet). 

Het wateradvies is dan ook voorwaardelijk gunstig.

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich grotendeels aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden. 

De aanpassing van de terreininrichting om te voldoen aan de hemelwaterverordening en watertoets, heeft echter een negatieve invloed op de groenvoorziening die reeds zeer minimaal was.

De uitbreiding van de infiltratiegracht en de wadi dient qua omvang/ inhoud behouden te blijven om te voldoen aan de hemelwaterverordening en het advies van de waterbeheerder; er zullen echter voorwaarden opgelegd worden die het groenaandeel dienen te compenseren. Deze hebben betrekking op de inplanting van de infiltratievoorzieningen en een gedeeltelijke ontharding op het terrein om bijkomend ca. 80m² groenzone te kunnen aanleggen.

8.    ADVIES GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR

Stedenbouwkundig Advies

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming gebracht kan worden met de wettelijke bepalingen, en dat het gevraagde verenigbaar is met een goede ruimtelijke ordening, mits het opleggen van voorwaarden. 

Milieu Advies

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de uitbating in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen, mits het opleggen van voorwaarden. 

De vergunningsduur kan verleend worden voor onbepaalde duur.

De gemeentelijke omgevingsambtenaar adviseert volgende voorwaarden op te leggen:

Stedenbouwkundige voorwaarden

•    Op het terrein ca. 80m² bijkomende groenzone aangelegd te worden:

o    Tussen de achterste perceelgrens en de uitbreiding van de infiltratiegracht en de bijkomende wadi, dient 1m groenstrook voorzien te worden, voorzien van een haag. Tussen de betonverharding en de uitbreiding van de infiltratiegracht en de bijkomende wadi, dient 0,5m groenstrook voorzien te worden, voorzien van een lage beplanting.

o    Om bovenstaande voorwaarde te kunnen realiseren zal een strook van 1,5m betonverharding verwijderd moeten worden (ca. 37m²). Hiervoor is voldoende ruimte, de doorgang van 4m voor de brandweer zal gegarandeerd blijven.

o    In de voortuinzone dienen 3 groenzones/ plantvakken aangelegd te worden, dit naar analogie met de eerder vergunde toestand zij het dan iets beperkter omwille van de 2 parkeerplaatsen links vooraan. Het plantvak links voor het gebouw dient minimaal 4m breed en 4m diep te zijn. Het plantvak tussen de poorten dient 8m breed en 2m diep te zijn en het meest rechts gelegen plantvak  dient 6m breed en 2m diep te zijn. 

o    Om bovenstaande voorwaarde te kunnen realiseren zal minstens 44m² klinkerverharding verwijderd moeten worden.

•    De groenzones dienen kwalitatief ingericht te worden met inheemse struiken, hagen, vaste beplantingen andere dan gazon/gras. 

•    De wanden van de infiltratiegracht en de wadi dienen ingezaaid te worden met gras, voor de wadi kan bijkomende een mengsel van wilde bloemen voorzien worden.

•    De aanvraag voldoet slechts aan de verordening indien de minimale vereiste inhoud en oppervlakte gehaald wordt én voldaan wordt aan de voorwaarden van de waterbeheerder.

De bewijzen hiervan dienen aangebracht te worden binnen een termijn van 8 maanden na het bekomen van de vergunning, met het akkoord van de waterbeheerder toegevoegd.

Indien blijkt dat niet voldaan wordt, komt de vergunning te vervallen en dient een nieuwe, aangepaste aanvraag ingediend te worden.

•    Het advies van de Hulpverleningszone Zuid-West Limburg, dienst preventie, moet gevolgd worden.

•    Het advies van de Provincie Limburg, Dienst water en domeinen, moet gevolgd worden.

•    Behoudens ter hoogte van de 2 inritten, dient de verharding in de berm, op het openbaar domein, verwijderd te worden en ingezaaid met gras

Bijzondere milieuvoorwaarde

•    De van toepassing zijnde algemene en sectorale voorwaarden van Vlarem II moeten worden nageleefd.

•    Het bedrijf bezorgt binnen 3 maanden na afleveren van de vergunning, een bewijs dat de verschillende grondwaterwinningen buiten gebruik gesteld werden volgens de code van goede praktijk (Vlarem II, bijlage 5.53.1).

•    Het bedrijf zamelt de verschillende bedrijfsafvalstoffen apart in, zoals bepaald in de VLAREMA-wetgeving (VLAREMA, art. 4.3.2.).

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het schrijven van de provincie Limburg van 30 juli 2024, nl.:

“Hierbij deel ik u mee dat het beroep van de heer Denys Toon, departement Omgeving, Koning Albert II-Laan 20 bus 8, 1000 Brussel, ingesteld tegen de beslissing d.d. 2 juli 2024 van het schepencollege van Zonhoven waarbij een omgevingsvergunning werd verleend voor het project ‘verkaveling’ ter plaatse Eikenenweg 25 als administratief volledig en ontvankelijk wordt beschouwd. Het onderzoek van het beroep wordt heden gestart.

Dit beroep werd ingediend en opgeladen via het omgevingsloket.

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht om advies uit te brengen over het ingediende beroep.”

Volgende argumentatie werd gevoegd bij het beroepsdossier:

“Er kan niet akkoord worden gegaan met de argumentatie van het college van burgemeester en schepenen van Zonhoven.

De watertoets werd niet correct uitgevoerd. De aanvraag is gelegen in een zone met kleine kans op overstromingen onder klimaatveranderingen volgens de fluviale kaarten 2023. Dit werd wel vermeld in de waterparagraaf van de beslissing van het schepencollege maar er werden geen maatregelen getroffen om het overstromingsvrij bouwen te garanderen.

Het is niet omdat voor het betrokken perceel volgens de advieskaart geen advies dient ingewonnen te worden bij de wateradviesinstantie, dat de gemeente aan de overstromingsgevoeligheid van het perceel mag voorbij gaan. Zij dient in dit geval zelf in te staan voor een correcte watertoets, die rekening houdt met de overstromingskaarten. Deze kaarten geven aan dat bij overstroming onder toekomstig klimaat de waterhoogte 29 cm kan bedragen.

De verkavelingsvoorschriften maken geen melding van voorwaarden waaraan moet voldaan worden om de watertoets te kunnen doorstaan. Gezien het om een verkavelingsaanvraag gaat waarbij het wellicht de bedoeling is om de bouwloten te verkopen aan derden, is het des te meer belangrijk dat de koper van een lot goed wordt ingelicht over de waterproblematiek en in de voorschriften terugvindt aan welke voorwaarden de te bouwen woning zal moeten voldoen om de watertoets te kunnen doorstaan.

In de huidig voorliggende voorschriften wordt een maximum vloerpeil boven de as van de weg opgelegd terwijl er vooral een minimum vloerpeil boven de as van de weg moet opgelegd worden om overstromingsvrij bouwen te kunnen garanderen.

Ik ben besluitend dan ook van oordeel dat voorliggende aanvraag in de huidige vorm niet voor vergunning in aanmerking komt.”

Advies dienst:

De gemeentelijk omgevingsambtenaar (GOA) blijft bij het voorgaand standpunt en wenst hiervoor te verwijzen naar het verslag GOA d.d. 21 juni 2024. 

De GOA wenst als volgt te reageren op de beroepsargumenten:

In tegenstelling tot hetgeen de beroepsindiener stelt is het eigendom gelegen in een zone met kleine kans op overstromingen onder klimaatveranderingen volgens de pluviale kaarten 2023 en niet volgens de fluviale kaarten 2023. 

Opgemerkt wordt ook dat de aangehaalde waterhoogte van 29 cm niet overal van toepassing is op het eigendom, maar varieert tussen de 16 cm en 40 cm naargelang de plaats van de meting op het terrein. Ook het peil van de voorliggende weg varieert tussen ca. 47,15 TAW en 47,40 TAW. Het peil van voorliggende eigendom gelegen binnen de contour van de zone met kleine kans op overstromingen onder klimaatveranderingen volgens de pluviale kaarten varieert tussen de 46,84TAW en 47,10TAW

Er wordt zowel in de omgevingsvergunning als in de verkavelingsvoorschriften opgelegd dat bij het oprichten van de woningen er rekening dient te worden gehouden dat de woningen overstromingsvrij worden opgericht en dat de vereiste maatregelen hiertoe dienen te worden genomen. In de verkavelingsvoorschriften wordt opgelegd dat het vloerpeil maximaal 30 cm boven het straat- of trottoirniveau mag liggen, hetgeen in principe voldoende hoog is om overstromingsvrij te kunnen bouwen.

 Niettegenstaande bovenstaande opmerkingen kan de GOA zich vinden in de opmerking dat voor het vloerpeil  van de nieuw op te richten woningen een minimale hoogte wordt bepaald. Er dient evenwel ook een maximale hoogte van het vloerpeil te worden vastgelegd om er voor te zorgen dat de nieuw op te richten woningen zich inpassen in de omgeving. Als voorwaarde wordt daarom opgelegd dat het vloerpeil van de nieuw op te richten woningen minimaal 30cm en maximaal 50cm boven het straat- of trottoirniveau mag liggen.

In het kader van het nieuwbouwproject site 'De Kwint' werd de oude kapelanij afgebroken. Blijkbaar heeft de kerkfabriek het Heilig Hartbeeld, dat in de voorgevel in een nis stond, in bewaring genomen. Priester Wim Simons vraagt nu om dit beeld een plaats te geven in het vernieuwde dorpshart als herinnering aan de voormalige kapelanij. De Heemkundekring zou ook bezig zijn om op te zoeken welke kapelaans er verbleven hebben. Deze info kan dan misschien via een QR-code bij het beeld aangebracht worden.

Volgens de foto die hij heeft mee gestuurd, moet dit beeld echter eerst een opknapbeurt krijgen. We hebben momenteel dus geen idee welke kosten dit met zich mee zal brengen.

Er is reeds uitgebreid overleg geweest over de herinrichting van het dorpshart. Het beeld nu hier op het vernieuwde plein in het centrum plaatsen, haalt dit beeld volledig uit zijn context en biedt dan ook geen enkele meerwaarde voor het toeristische patrimonium.

Subsidiereglement straat-, wijk- en buurtfeesten dd. 24 februari 2014.

Gemeenteraadsbesluit betreffende verdeling van het noodfonds dd. 30 november 2020.

Evaluatie 2024_0042/Karekietstraat (Driekoningen)

• Evaluatie is tijdig en volledig
• Gemaakte en goedgekeurde kosten van 413,95 euro.

Er wordt beslist om een subsidie van 250 euro te betalen.

Evaluatie 2024_0049/Beverburenstraat

• Evaluatie is tijdig en volledig
• Gemaakte en goedgekeurde kosten van 250 euro.

Er wordt beslist om een subsidie van 250 euro te betalen.

Evaluatie 2024_0053/Lazarijstraat

• Evaluatie is tijdig en volledig
• Gemaakte en goedgekeurde kosten van 250 euro.

Er wordt beslist om een subsidie van 250 euro te betalen.

Evaluatie 2024_0074/Putsmolen

• Evaluatie is tijdig en volledig
• Gemaakte en goedgekeurde kosten van 280 euro.

Er wordt beslist om een subsidie van 250 euro te betalen.

Evaluatie 2024_0072/Rosalie De Blockstraat

• Evaluatie is tijdig en volledig
• Gemaakte en goedgekeurde kosten van 252 euro.

Er wordt beslist om een subsidie van 250 euro te betalen.

Evaluatie 2024_0090/Elstra

• Evaluatie is tijdig en volledig
• Gemaakte en goedgekeurde kosten van 279,50 euro.

Er wordt beslist om een subsidie van 250 euro te betalen. 

Evaluatie 2024_0023/Maexhofweg

• Evaluatie is tijdig en volledig
• Gemaakte en goedgekeurde kosten van 270 euro

Er wordt beslist om een subsidie van 250 euro te betalen.

Evaluatie 2024_0068/Schopdriesweg

• Evaluatie is tijdig en volledig
• Gemaakte en goedgekeurde kosten van 350 euro.

Er wordt beslist om een subsidie van 250 euro te betalen.

Evaluatie 2024_0097/Raafstraat

• Evaluatie is tijdig en volledig
• Gemaakte en goedgekeurde kosten van 929,45 euro.

Er wordt beslist om een subsidie van 250 euro te betalen. 

Evaluatie 2024_099/Mierenleeuwstraat

• Evaluatie is tijdig en volledig
• Gemaakte en goedgekeurde kosten van 250,00 euro.

Er wordt beslist om een subsidie van 250 euro te betalen. 

Evaluatie 2024_044/Kerkenbeemd

• Evaluatie is tijdig en volledig
• Gemaakte en goedgekeurde kosten van 280,00 euro.

Er wordt beslist om een subsidie van 250 euro te betalen. 

Evaluatie 2024_0102/Vogelzangstraat

• Evaluatie is tijdig en volledig
• Gemaakte en goedgekeurde kosten van 269,70 euro.

Er wordt beslist om een subsidie van 250 euro te betalen. 

Evaluatie 2024_0126/De Donkturvers

• Evaluatie is tijdig en volledig
• Gemaakte en goedgekeurde kosten van 253,82 euro.

Er wordt beslist om een subsidie van 250 euro te betalen.

Evaluatie 2024_0132/Burenkuren

• Evaluatie is tijdig en volledig
• Gemaakte en goedgekeurde kosten van 300 euro.

Er wordt beslist om een subsidie van 250 euro te betalen. 

Evaluatie 2024_0109/Betteshof

• Evaluatie is tijdig en volledig
• Gemaakte en goedgekeurde kosten van 279 euro.

Er wordt beslist om een subsidie van 250 euro te betalen. 

Evaluatie 2024_0092/Holsteenweg

• Evaluatie is tijdig en volledig
• Gemaakte en goedgekeurde kosten van 250 euro.

Er wordt beslist om een subsidie van 250 euro te betalen.

Overwegende dat op basis van de gevoerde gesprekken niet alle besturen overtuigd zijn dat een bundeling van alle financiële middelen om daarmee de loonkost van één gemeenschappelijke IGP-er te betalen de beste manier is om een preventief gezondheidsbeleid te voeren. Enkele besturen zien hun bijdrage liever geheroriënteerd naar werkingsmiddelen ingeschreven in de eigen gemeentelijke begroting omdat ze (inmiddels) over het nodige eigen personeel beschikken; 

1. Werkgeverschap en financiering

Overwegende dat ELZ Herkenrode een overheadkost van ca. 4,5% aanrekent, die niet wordt doorgerekend aan de gemeentebesturen maar wordt gecompenseerd vanuit de eigen financiële reserve;

Overwegende de inschatting dat uiterlijk binnen drie jaar ELZ Herkenrode de eigen financiële reserve heeft opgebruikt; 

Overwegende dat Logo Limburg een overheadkost van 15% aanrekent, die wordt doorgerekend aan de gemeentebesturen;

 2. Drie scenario's werkgeverschap

Scenario 1: werkgeverschap blijft bij ELZ Herkenrode.  Voltijdse tewerkstelling blijft behouden. Verwachting dat binnen ongeveer drie jaar er geen eigen financiële reserve meer is, waardoor een meerkost van zo'n 4.741,30 euro (ruwe raming) zal worden doorgerekend aan de vijf gemeentebesturen;

 Scenario 2: werkgeverschap bij Logo Limburg

- bij een voltijdse tewerkstelling ontstaat een meerkost van € 14.223,91 die wordt doorgerekend aan de vijf gemeentebesturen
- bij een tewerkstelling van 80% volstaat de subsidiëring (kleine overschot);  

 Scenario 3: werkgeverschap wordt opgenomen door een lokaal bestuur. Een scenario waarvan de werkgroep geen voorstander is;

 3. Conclusies besproken thema's

Algemene bemerkingen (13 mei)

- interne communicatie tussen lid stuurgroep en lid cluster lokale besturen is een opdracht voor ieder bestuur zelf. Welke rol heeft de cluster lokale besturen nog in het preventief gezondheidsbeleid?
- voortgangsrapporten per lokaal bestuur inzake het lopende actieplan zijn welkom. Er is nood aan een betere afbakening: acties gaan teveel kanten uit. In andere ELZ's wordt gewerkt met overkoepelende thema's die in alle deelnemende gemeenten kunnen worden uitgevoerd (al dan niet met een aanpassing aan de lokale context);
- nood aan een warm team voor de IGP-er los van de lokale besturen, met wel een duidelijk aanspreekpunt binnen ieder lokaal bestuur;

Rolverdeling: werkgeverschap en rol stuurgroep (3 juni)

- werkgeverschap wordt nu opgenomen door ELZ waar het puur technisch wordt ingevuld (arbeidsreglement e.d.) omdat een echte inhoudelijke binding ontbreekt. ELZ is niet echt vragende partij om het werkgeverschap verder te zetten;
- alle besturen zijn voorstander om het werkgeverschap onder te brengen bij Logo Limburg, net omdat hier een veel betere inhoudelijke binding is gezien de werking van Logo Limburg volledig rond preventieve gezondheid draait;
- stuurgroep is eerder een praktische werkgroep dan wel een sturend orgaan. Er is geen link met schepenen als lokale beleidsverantwoordelijken. Voorstel: stuurgroep om te vormen tot een beheerscomité van schepenen dat één of twee keer per jaar samenkomt. Daarnaast kan een ambtelijke werkgroep (bespreking praktische zaken) blijven bestaan. 

Rolverdeling: voorzitter stuurgroep, cluster lokale besturen, ELZ en IGP-er (7 juni)

- rol van voorzitter wordt overbodig wanneer er een duidelijk aanspreekpunt is bij de werkgever (ongeacht of dit ELZ of Logo Limburg is)
- indien zowel de stuurgroep beter functioneert en het werkgeverschap duidelijk is ingevuld, is er geen rol meer voor de cluster lokale besturen
- indien het werkgeverschap naar Logo gaat, blijft het belangrijk om een duidelijke binding te maken met ELZ. Bv. door een medewerkster van ELZ te behouden binnen de stuurgroep/beheerscomité
- de facto neemt de IGP-er verschillende rollen op. In de overeenkomst wordt vooral de bovenlokale invulling en trekkende rol omschreven. Dit wordt best aangepast naar een ruimere omschrijving die de diversiteit beter weergeeft: trekker, coördinator, ondersteuner, administrator, uitvoerend medewerker...

4. Solidariteitsprincipe

Overwegende dat in de huidige overeenkomst is afgesproken om voor de inzet van de IGP-er in de vijf gemeenten een solidariteitsprincipe toe te passen en bijgevolg de inzet gelijk te verdelen ongeacht de financiële bijdrage van iedere gemeente;

Overwegende dat zo'n gelijke verdeling in de praktijk niet altijd bereikt wordt gezien de veelheid aan acties waarbij de rol van de IGP-er dan nog eens verschilt;

Wettelijke motivering

Gelet op de samenwerkingsovereenkomst inzake de intergemeentelijke preventiewerking van ELZ Herkenrode, afgesloten tussen de vzw ELZ Herkenrode en de gemeentebesturen van Alken, Diepenbeek, Hasselt, Herk-de-Stad en Zonhoven; 

Financiële impact
- Berekening subsidie 

Gelet dat de werking rond preventieve gezondheid voor 50% wordt gesubsidieerd door de Vlaamse overheid en voor 50% door bijdragen van de vijf deelnemende gemeenten;

Gelet dat iedere gemeente een forfaitaire subsidie van € 3.000,00 ontvangt vermeerderd met 0,08 euro/inwoner waarbij inwoners met een verhoogde tegemoetkoming dubbel worden meegerekend; 

Gelet dat Herk-de-Stad bij de start van het project een subsidie ontving van € 4.159,00 (€ 3.000 + (12694 + 1789) x € 0,08) en bijgevolg een eigen aandeel te betalen had van eveneens € 4.159,00; 

- Totale subsidiepot voor 2025

Gelet dat de Vlaamse subsidies o.b.v. budgetten 2024 geraamd worden op € 33.713,00: 

• Alken: € 4.664 
• Diepenbeek: € 5.445 
• Hasselt: € 11.825 
• Herk-de-Stad: € 4.776 
• Zonhoven: € 5.665 
• Kortessem: € 1.338 (forfait van € 3.000 valt weg gezien Kortessem geen zelfstandige gemeente meer is)

Gelet dat de cofinanciering vanuit de gemeenten minimaal hetzelfde bedrag moet zijn als de Vlaamse subsidies bedraagt de totaal pot € 67.426,00.

- Simulatie kosten met behoud 1 VTE IGP-er tewerkgesteld via Logo Limburg

Gelet op het feit dat Logo Limburg voor zijn taak als werkgever een overheadkost van 15% van de reële loonkost aanrekent waarmee het voorziet in alle wettelijke verplichtingen (loonadministratie, extra verzekeringen, software licenties, kantooruitrusting, kilometervergoeding woon-werk en dienstverplaatsingen) alsook in andere verplichtingen verbonden aan het werkgeverschap;  

Gelet op de kostensimulatie aangeleverd door Logo Limburg waarbij 1 VTE IGP-er wordt behouden een totale kost oplevert van €81 649,91

• Bruto maandloon: € 3.735,98 (netto maandloon: € 2.459,46)                                                 
• Hospitalisatieverzekering € 200,00
• Maaltijdcheques:  min. € 6/dag  € 1.000,00/jaar
• Jaarlijkse loonkost : € 68.736,45 (excl. Extra legale voordelen)
• Overheadkosten (15%): € 10.310,46
• Andere kosten: sociaal abonnement € 300,00; km vergoeding € 1.100,00 

Gelet dat de meerkost van € 14.223,91 wordt doorgerekend aan de gemeenten:

4. Simulatie kosten à rato van 80% tewerkstelling IGP-er tewerkgesteld via Logo Limburg

Gelet op de kostensimulatie aangeleverd door Logo Limburg waarbij een tewerkstelling van 80% voor de IGP-er wordt behouden een totale kost oplevert van € 65.357,54 euro

• Bruto maandloon: € 2.988,78 (netto maandloon: € 2.119,69)                                                 
• Hospitalisatieverzekering € 200,00
• Maaltijdcheques:  min. € 6/dag € 800,00/jaar
• Jaarlijkse loonkost : € 54.989,16 (excl. Extra legale voordelen)
• Overheadkosten (15%): € 8.248,38
• Andere kosten: sociaal abonnement € 240,00 en km vergoeding € 880,00 

Gelet dat er in dit scenario een klein restbedrag van € 2.068,46 is;

 5. Simulatie kosten met behoud 1 VTE IGP'er tewerkgesteld via ELZ Herkenrode 

 Gelet dat er nog geen kostensimulatie is gemaakt omdat ELZ Herkenrode de overheadkost van ca. 4,5% tot op heden kan recupereren uit de eigen financiële reserve;

Gelet dat het percentage van ELZ Herkenrode ongeveer 1/3de bedraagt van dat van Logo Limburg, kan de meerkost geraamd worden op € 4.741,30;  

In overeenstemming met de bepalingen uit de politiecodex van de gemeente Zonhoven dient elke horecazaak te beschikken over een uitbatingsvergunning en drankvergunning. Deze laatste zit vervat in de uitbatingsvergunning. Deze vergunning wordt verleend door het college van burgemeester en schepenen en geeft de uitbater het recht een horecazaak uit te baten op het aangegeven adres.

Er werd een aanvraag ingediend voor een uitbatingsvergunning, met inbegrip van een drankvergunning, door Necmettin Bolat, voor een horecazaak gelegen op de Genkerbaan 5, 3520 Zonhoven.

Alle noodzakelijke documenten werden ingediend en het administratief onderzoek werd met succes voltooid. Er werd eveneens tegemoet gekomen aan de bijkomende voorwaarden zoals vermeld in de politiecodex.

Dit betreft concreet:

• Moraliteitsonderzoek;

De ambtenaren behorende tot de politiezone LRH geven een positieve beoordeling wat betreft het onderzoek naar gerechtelijke en politionele antecedenten van de uitbater;

• Brandveiligheidsonderzoek;

Een brandweerattest B (geldig tot 30 april 2025)  werd afgeleverd op 19 april 2024 door de Hulpverleningszone Zuid-West Limburg;

• Onderzoek naar vestigingsformaliteiten;

De uitbaters voldoen aan de vestigingsformaliteiten en beschikt over de vergunningen/attesten die wettelijk voorgeschreven zijn.

• Onderzoek naar omgevingsvergunning;

Het goed beschikt over een functie dat exploitatie van horeca toelaat.

• Onderzoek naar drankvergunning.

In overeenstemming met de bepalingen van de codex politieverordeningen betreft dit een gunstig resultaat.

Er werd geen bijkomend onderzoek verricht.

Op basis van de bevindingen uit het onderzoek, wordt voorgesteld dat het college van burgemeester en schepenen een tijdelijke uitbatingsvergunning (geldig tot einde brandweerattest) verleent aan Necmettin Bolat voor de de zaak Chef Eethuis gelegen op de Genkerbaan 5, 3520 Zonhoven.

Het bestek en de raming voor de opdracht “Project "Rendierjagerspad" op Molenheide in Zonhoven: 2de fase steentijdonderzoek”.

Besluit_GR_09/09/2024_Project "Rendierjagerspad" op Molenheide - Archeologisch onderzoek - Lastvoorwaarden en gunningswijze - Goedkeuring

In het kader van de opdracht “Project "Rendierjagerspad" op Molenheide in Zonhoven: 2de fase steentijdonderzoek” werd een bestek met nr. 2024-635-steentijdonderzoek opgesteld.

De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 96.500,00 excl. btw of € 116.765,00 incl. 21 % btw (€ 20.265,00 btw medecontractant).

De gemeenteraad verleende in zitting van 9 september 2024 goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de plaatsingsprocedure van deze opdracht, met name de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.

Er wordt voorgesteld om de plaatsingsprocedure op te starten en een aankondiging van opdracht op nationaal niveau te verzenden.

SURE2050 – Sustainable Real Estate 2050

Energie-efficiëntie is meer dan een modewoord, het is een noodzaak. Binnen Vlaanderen en zijn grote portefeuille aan publieke gebouwen, is er nog steeds een groot potentieel voor besparingen. Tegen 2050 moet de CO2-uitstoot van alle gebouwen in Vlaanderen drastisch naar beneden. Dat is het doel van de Vlaamse langetermijnrenovatiestrategie voor gebouwen. Voor niet-residentiële gebouwen spreken we over ‘koolstofneutraliteit’, als langetermijndoelstelling. Dat betekent dat ze geen CO2 uitstoten en geen fossiele brandstoffen meer gebruiken.

Vastgoedbeheer is vaak alleen op operationeel niveau georganiseerd met reactieve beslissingen over het onderhoud van gebouwen. De gemeente wil concrete stappen zetten in de realisatie van een duurzame vastgoedstrategie voor haar gemeentelijk patrimonium. Op termijn wordt er werk gemaakt van een duurzaam strategisch vastgoedplan met de ambitie om tegen 2050 een energieneutrale gebouwenportefeuille te hebben. 

Toestand gemeentelijk patrimonium Zonhoven

Vanuit de dienst gebouwen (Facilitair Management) wordt de bedenkelijke toestand van enkele gemeentelijke gebouwen aangekaart. Het gaat onder andere over gemeenschapscentrum Tentakel en sporthal Ter Donk. Enkele noodzakelijke investeringen dringen zich op. Om hiervoor tijdig de nodige budgetten te kunnen voorzien, wil de gemeente een conditiestaatmeting van deze (en nog enkele andere) gebouwen laten uitvoeren.

Hiervoor werd contact opgenomen met het Vlaams Energiebedrijf.

Vlaams Energiebedrijf

Het Vlaams Energiebedrijf (VEB) is een extern onafhankelijk agentschap van de Vlaamse overheid met als missie de publieke sector te ontzorgen op weg naar een duurzamer en efficiënter energiebeheer. Het Vlaams Energiebedrijf werd opgericht in 2012 met als hoofddoel de energievraag van de Vlaamse overheid drastisch te verminderen.

Sinds de start focust het Vlaams Energiebedrijf op het verhogen van de energie-efficiëntie via het aanbieden van raamovereenkomsten voor energie-efficiëntiediensten en energieprestatiecontracten en treedt het op als marktfacilitator met de focus op het wegwerken van marktbelemmeringen voor investeringen in energie-efficiëntie en het onderzoeken van technische, financiële en juridische oplossingen om een ambitieuze en duurzame pijplijn van energie-efficiëntie-investeringen uit te bouwen.

In zitting van 9 september 2024 besliste de gemeenteraad om toe te treden tot de aankoopcentrale van VEB. Bij VEB werd een offerte opgevraagd voor het uitvoeren van een conditiestaatmeting voor enkele gemeentelijke gebouwen.

Conditiestaatmeting

Een conditiestaatmeting geeft een gedetailleerd inzicht in de toestand van de gebouwen en/of technische installaties, en brengt de onderhoudsbehoefte ervan in kaart. De NEN2767 is een norm om de conditie van bouw- en installatiedelen op objectieve en eenduidige en reproduceerbare wijze vast te leggen. Op basis van de ernst, de omvang en de intensiteit van vastgestelde gebreken wordt aan elk bouw- en of installatiedeel een conditiescore toegekend.

Nazicht van de HVAC (verwarming, sanitair warm water, ventilatie en koeling) zit standaard in de conditiestaatmeting. Optioneel kan je ook elektrotechnische installaties (verlichting, elektrische borden, etc.), transportinstallaties en de gebouwschil laten nakijken. Als er bijkomende zaken onderzocht moeten worden die hierboven niet staan vermeld, kan je hiervoor ook een prijs krijgen. Je kan ook een meerjarenonderhoudsplan laten opmaken.

De gemeente wenst een globaal overzicht te verkrijgen van alle noodzakelijke investeringen voor volgende gebouwen:

• Bibliotheek, Kerkplein 80 (bruikbare oppervlakte: 785 m²)
• Evenementenhal, Rozenkransweg 4 (bruikbare oppervlakte: 4.835 m²)
• Tentakel, Kneuterweg 2 (bruikbare oppervlakte: 2.460 m²)
• Sporthal Ter Donk, Kievitveldstraat 4-6 (bruikbare oppervlakte: 1.830 m²)
• Serviceflats De Brug, Rozenkransweg 21 (bruikbare oppervlakte: 3.410 m²)
• Serviceflats De Parel, Rozenkransweg 25 (bruikbare oppervlakte: 2.575 m²)

Na het ondertekenen van de Algemene Voorwaarden komt het toegewezen studiebureau langs voor een plaatsbezoek. Tijdens dit plaatsbezoek zal het studiebureau de gevraagde elementen (gebouwschil, technische installaties, …) inventariseren en per element de conditiestaat bepalen. Het studiebureau verwerkt de resultaten tot een conditiestaatmeting en een gedetailleerde inventaris. Het VEB neemt standaard de rol van ‘tussenpersoon’ op. De opdracht wordt rechtsreeks tussen de opdrachtnemer (studiebureau) en de klant gesloten.

De totale geraamde kost voor de opdracht bedraagt € 21.986,25 excl. btw, zijnde € 26.603,36 incl. btw.

Binnen MJP000374 -- "Het dagdagelijks onderhoud van de infrastructuur wordt uitgevoerd" is er een budget beschikbaar van € 8.089,79. Aangezien er onvoldoende budget beschikbaar is, wordt voorgesteld om een budget van € 30.000 te verschuiven van MJP000384 -- "De Schutenseweg, Bremstraat, Beemdstraat en Keurstraat worden heraangelegd" naar MJP000374. Bij de herziening van de meerjarenplan dient dit verschoven budget opnieuw aangevuld te worden op MJP000384.

Bij het inrijden van de fietstunnel t.h.v. de Dennenweg werd in het verleden een verkeersspiegel geplaatst voor een beter zicht op fietsers die in de tunnel aangereden komen. Deze stond opgesteld aan de toegang van de tunnel voor fietsers die de tunnel inrijden richting de school. Deze is momenteel niet meer aanwezig. Via de werkgroep verkeer is er een verzoek om op dezelfde locatie een nieuwe verkeersspiegel te plaatsen.

De directie van de school de Lettermolen en de verkeerspolitie zijn voorstander van dergelijke spiegel. Volgende argumenten worden aangedragen: aankomende fietsers moeten een bocht naar links maken vooraleer ze de tunnel inrijden en hebben dus geen zicht op  fietsers in de tunnel; kinderen fietsen niet altijd even gedisciplineerd aan de rechterkant van het fietspad, een spiegel is een indicator voor gevaar en maant aan tot voorzichtigheid.

Dienst mobiliteit wijst op volgende nadelen: verkeersspiegels geven nooit een accuraat beeld van de werkelijkheid (waardoor je een verkeerde inschatting kan maken), de spiegel kan vertroebelen bij regenachtig of mistig weer, dikwijls worden ze ook gevandaliseerd.

Het fietspad is uitgerust met een markering (stippellijn) die de fietser aanzet om rechts te fietsen. 

Advies van de dienst mobiliteit:
Het plaatsen van verkeersspiegels moet steeds met de nodige voorzichtigheid gebeuren en altijd in functie van een hogere verkeersveiligheid dan zonder de aanwezigheid ervan. In deze situatie is de inschatting dat de nadelen opwegen tegen de voordelen en is het advies negatief. De dienst is van mening dat de weggebruiker zelf ook een verantwoordelijkheid heeft in het volgen van de verkeersregels en adequaat kan inspelen op onverwachte gebeurtenissen.