Terug
Gepubliceerd op 08/05/2024

2024_CBS_00459 - OMV - Vergunning - Hazendansweg 60 - 2023/00253 - Gedeeltelijke goedkeuring

College van burgemeester en schepenen
di 30/04/2024 - 13:30 schepenzaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur

Verontschuldigd

Johan Schraepen, 5de schepen

Secretaris

Bart Telen, Algemeen directeur
2024_CBS_00459 - OMV - Vergunning - Hazendansweg 60 - 2023/00253 - Gedeeltelijke goedkeuring 2024_CBS_00459 - OMV - Vergunning - Hazendansweg 60 - 2023/00253 - Gedeeltelijke goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR

Dossiernummer:    2023/00253

Referentie omgevingsloket:    OMV_2023168296

De aanvraag, ingediend door de heer Hugo Van Wyngaerden wonende te Catharinalaan 4 te 3110 Rotselaar, werd ontvangen op 22/12/2023 en op 04/03/2024 ontvankelijk en volledig verklaard.

De aanvraag gaat over een terrein, gelegen Hazendansweg 60, kadastraal gekend als afdeling 2 sectie C nrs. 950C en 951E.

De aanvraag gaat over het verbouwen van een zonevreemde woning, het wijzigen van een klein landschapselement, het verwijderen en aanleggen van verhardingen en de sloop van een vrijstaand bijgebouw.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen en vegetatiewijzigingen.

De gemeentelijke omgevingsambtenaar heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de geldende wettelijke bepalingen, (in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid, het decreet Natuurbehoud en hun uitvoeringsbesluiten).


1.    STEDENBOUWKUNDIGE BASISGEGEVENS

    De locatie van de aanvraag is volgens het Origineel bij Koninklijk besluit goedgekeurd gewestplan op 3 april 1979 gelegen in natuurgebied.

De locatie van de aanvraag is niet gelegen binnen een bijzonder plan van aanleg.

De locatie van de aanvraag is gelegen binnen het ruimtelijk uitvoeringsplan grup afbakening regionaalstedelijk gebied Hasselt-Genk, goedgekeurd op 20 juni 2014.

De locatie van de aanvraag is gelegen binnen het ruimtelijk uitvoeringsplan RUP zonevreemde woningen, goedgekeurd op 29 november 2017gelegen binnen perimeter reservatiezone.

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Volgende verordeningen zijn van kracht:

•    algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997;

•    gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake openluchtrecreatieve verblijven goedgekeurd op 8 juli 2005;

•    gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009;

•    gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, .... goedgekeurd op 10 februari 2023.

2.    HISTORIEK

    Volgende dossiers zijn relevant: 

•    Omgevingsvergunning 2019/00078 voor het verbouwen van een bestaande woning, het regulariseren van een losstaande tuinberging en het rooien van een kastanjeboom goedgekeurd op 16/07/2019.

•    Gebouwen en constructie dossier GEB/2017/00004 voor hoevewoning met aanhorigheden - opname in register op 22/08/2017.

3.    BESCHRIJVING OMGEVING EN AANVRAAG

    Beschrijving van de plaats & omgeving

Het perceel bevindt zich op het adres Hazendansweg 60.  Dit gedeelte van de Hazendansweg loopt over het traject van buurtweg “Chemin nr. 117” in de buurt Korenmolen in het midden van de gemeente Zonhoven.  De buurtweg bevindt zich op het goed van de aanvraag.

De in de aanvraag betrokken percelen en de nabije omgeving bevinden zich in natuurgebied.  In de ruimere omgeving vinden we vrijstaande eengezinswoningen met achterliggend agrarisch gebied, woonuitbreidingsgebied en natuurgebied.  De bebouwing bestaat er uit één bouwlaag onder voornamelijk hellende daken, en is voornamelijk afgewerkt in een gevelsteen in diverse tinten en texturen.

Op het perceel bevindt zich een L-vormige zonevreemde eengezinswoning die in 2017 als ‘vergund geacht’ is beschouwd.  Het meest zuidelijke deel van deze woning is gesloopt.  De aanwezige verhardingen rondom de woning zijn niet mee opgenomen in het vergunningenregister.

Op 16 juli 2019 werd een voorwaardelijke omgevingsvergunning uitgereikt voor het verbouwen van de woning, het rooien van een boom die deel uitmaakt van een klein landschapselement en de regularisatie van een schuilhok.  Op 25/09/2020 werd de start van de werken gemeld.

Op het perceel zijn 2 kleine landschapselementen in de vorm van een solitaire bomengroep met nummer 295 bestaande uit 2 wilde kastanjes in intacte staat en een houtkant met nummer 296 in goede en intacte staat.

Volgens de informatie waarover wij beschikken is er aan de woning zonder vergunning een veranda gebouwd en is er rondom de woning verharding aanwezig die niet in overeenstemming met de vergunning uit 2020 is uitgevoerd.  Verder stellen we vast dat de werken zoals vergund in 2020 tot op heden voor een aanzienlijk deel niet zijn uitgevoerd.

Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag gaat over het verbouwen van een bestaande leegstaande zonevreemde eengezinswoning, het verwijderen en plaatsen van verhardingen.

Na uitvoering van de verbouwing zal 148,61 m² van een totale geveloppervlakte van 237,82 m², oftewel 62,5% behouden blijven.  Door het plaatsen van buitenisolatie zal de breedte van de woning vergroten met 0,52 meter tot 18,39 meter.  De bouwdiepte van het gelijkvloers vermeerdert met 0,2 meter tot 14,61 meter en deze van de verdieping met 0,43 meter tot 7,93 meter.  Het gevolg hiervan is dat de woning ingeplant wordt op minimum 5,02 meter van de voorste perceelsgrens en op minimum 0,69 meter van de rechter perceelsgrens.

De hoogte van de kroonlijst verlaagt met 0,06 meter tot 3,36 meter boven het maaiveld.  De nokhoogte en de hoogte van de dakrand vergroten met respectievelijk 0,2 en 0,26 meter tot 6,71 meter en 3,19 meter boven het maaiveld.

Alle bestaande verhardingen worden verwijderd en het vrijstaande bijgebouw wordt afgebroken. Er zullen een inrit en een toegangspad naar de voordeur aangelegd worden in een waterdoorlatende klinkerverharding met een gezamenlijke oppervlakte van 33,28m², een pad in kiezelverharding naar de tuinzone met een oppervlakte van 14,5m² en een niet-waterdoorlatend terras met een oppervlakte van 29,7m².

Uitgezonderd de gevolgen van het verwijderen van vergunde verhardingen en het plaatsen van een open infiltratievoorziening wijzigt het terreinprofiel verder niet.

Beschrijving van de aangevraagde vegetatiewijzigingen

Volgende vegetatiewijzigingen worden aangevraagd: 

•    Er wordt gevraagd om een kastanjeboom met een omtrek van 1,95 meter op een hoogte van 1 meter, die deel uitmaakt van een klein landschapselement met nummer 295 in groengebied, te rooien.  Het gaat om de boom die het dichtst bij de woning staat.

•    Er wordt gevraagd om het microreliëf te wijzigen.  Het gaat om het verwijderen van de vergunde verharding in de achtertuin met een oppervlakte van 330m².

4.    OPENBAAR ONDERZOEK 

    Het dossier werd volgens de vereenvoudigde procedure behandeld.

Er werd bijgevolg geen openbaar onderzoek gehouden.

5.    ADVIEZEN

    Aan volgende adviesverleners werd advies gevraagd:

•    dienst facilitair management

•    Dienst Water en Domeinen provincie Limburg

•    Agentschap voor Natuur en Bos

•    Fluvius.

6.    PROJECT-MER

    De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van bijlage I, II en III van het besluit inzake projectmilieueffectrapportage van 10 december 2004 en latere wijzigingen.

7.    INHOUDELIJKE BEOORDELING

    Decretale beoordelingselementen

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de VCRO kan gesteld worden dat de Hazendansweg een voldoende uitgeruste openbare weg is.  

De aanvraag gaat niet over de oprichting van een bedrijfswoning.

De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook.

Het goed is getroffen door de rooilijn van buurtweg “Chemin nr. 117”.  De werken hebben geen impact op de rooilijn.

Zonering

Het perceel is volgens het zoneringsplan voor riolering, van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), gelegen in collectief te optimaliseren buitengebied. Er is riolering gepland, of er is riolering aanwezig maar die is nog niet aangesloten op een waterzuivering. Er moet een septische put voorzien worden in afwachting van een aansluiting op de riolering en rioolwaterzuivering.

Waterparagraaf

Het decreet over het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013, legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd worden. Deze watertoets schat de eventuele schadelijke effecten in ten koste van de watersystemen bij de inname van ruimte.

Sedert de inwerkingtreding van omzendbrief OMG/2022/1 d.d. 15/12/2022 dient de vergunningverlenende overheid de watertoets op een gewijzigde manier uit te voeren bij dossiers ingediend vanaf 01/01/2023.  De watertoetsprocedure werd geoptimaliseerd, er werden aandachtspunten en richtlijnen geformuleerd en het kaartmateriaal inzake overstromingsgevoelige gebieden werd aangepast.

Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt noch in een pluviaal, noch in een fluviaal overstromingsgebied. Het terrein is logischerwijze evenmin in een gebied voor zeeoverstromingen gesitueerd.

Daarom moet in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel door de toename van de verharde oppervlakte wordt de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit moet gecompenseerd worden overeenkomstig de normen vastgelegd in de geldende gewestelijke hemelwaterverordening:

De plannen geven aan dat voor de verbouwing van de woning met een horizontale dakoppervlakte van 173 m² een hemelwaterput voorzien wordt met een inhoud van 10000 liter en recuperatie van het hemelwater voor buitenkraan, wasmachine en 2 toiletten. De overloop van de hemelwaterput wordt aangesloten op een infiltratievoorziening waarvan de oppervlakte en het volume voldoen aan de verordening.

De verordening is niet van toepassing op de aanleg van de voorziene verhardingen. Het hemelwater dat op de verharding valt, wordt namelijk niet opgevangen en afgevoerd, maar kan volgens de aanvraag op natuurlijke wijze op eigen terrein in de bodem infiltreren.

Gezien de aanvraag voldoet aan de hemelwaterverordening, doorstaat deze ook de droogtetoets. Het effect van droogte wordt namelijk gemilderd door het regenwater dat op het terrein terecht komt maximaal vast te houden.

Natuurtoets

Het perceel is niet gelegen in een speciale beschermingszone maar wel in natuurgebied.  Omwille van de ligging worden er compenserende maatregelen opgelegd in de vorm van groenaanplanten.

Erfgoed- & Archeologietoets

Het perceel is niet gelegen binnen een beschermd stads- of dorpsgezicht. Er zijn geen monumenten in de omgeving.  

Conform het Onroerenderfgoeddecreet d.d. 12/07/2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag gezien het goed zich niet in een beschermde archeologische site en/of ook niet in een vastgestelde archeologische zone bevindt en de vergunningsplichtige bodemingreep kleiner is dan 1000m².

Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening

Functionele inpasbaarheid

De bestaande woonfunctie blijft behouden, maar is niet functioneel inpasbaar op deze locatie aangezien het goed onder de bestemming natuurgebied valt en de aanvraag tegelijk niet kan voldoen aan art. 3, art. 4 en art. 5 van het Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “zonevreemde woningen” perimeterplan reservatiezone dd. 6/11/2017 omdat het pand voor meer dan 5 jaar leeg staat cfr. Art. 3.  De bevoegde overheid heeft in Gecodificeerd Decreet Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening dd. 15/05/2009 echter basisrechten toegekend waaraan voldaan kan worden mits het opleggen van voorwaarden.

De aanvraag is aanvaardbaar.

Mobiliteitsimpact

De gemeente Zonhoven hanteert volgende parkeernorm voor een woning: 1,5 autostaanplaatsen/wooneenheid.

De aanvraag komt hieraan tegemoet, want de inrit biedt plaatst aan 2 voertuigen.  Bij gebrek aan een inrit is er nog steeds voldoende parkeerruimte in voortuinen van de woning om aan de parkeernormen te voldoen.

De aanvraag is op dit vlak aanvaardbaar.

Schaal

De verbouwing vergroot de schaal van de woning die is opgenomen in het vergunningenregister via het dossier GEB/2017/00004, met uitzondering van het plaatsen van buitenisolatie, niet.  Aangezien de buitengevels voor 62,5% behouden blijven, geen enkele gevel ten gevolge van het isoleren aan de buitenzijde voor meer dan 26 cm uitbreidt en de hoogte van het gebouw met ten hoogste 26 cm vermeerdert, voldoet de aanvraag aan de voorwaarde in art. 4.1.1, 12° van het Gecodificeerd Decreet Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening dd. 15/05/2009.

De aanvraag is aanvaardbaar.

Ruimtegebruik en bouwdichtheid

De woondichtheid wijzigt niet ten opzichte van de vergunde toestand en is dan ook aanvaardbaar.

Het ruimtegebruik wijzigt verder ten gevolge van het verwijderen van de bestaande verhardingen, het slopen van het vrijstaand bijgebouw en het plaatsen van nieuwe verhardingen.  Aangezien er geen gebruik gemaakt kan worden van de rechten met betrekking tot art. 3, art. 4 en art. 5 van het Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “zonevreemde woningen” perimeterplan reservatiezone dd. 6/11/2017, er volgens het Gecodificeerd Decreet Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening dd. 15/05/2009 geen zonevreemde rechten kunnen toegekend worden aan het plaatsen van verhardingen in natuurgebied en er ook geen gebruik gemaakt kan worden van het Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is dd. 16/07/2010, is het plaatsen van enige nieuwe verhardingen wettelijk niet toegestaan.

De nieuwe verhardingen kunnen bijgevolg niet aanvaard worden.  Dit zal worden opgenomen in de beslissing.

Visueel-vormelijke elementen

62,5% van de gevels alsook het overgrote merendeel van de dakbedekking blijft behouden; onderaan wordt een cementeringslaag verwijderd.  Het buitenschrijnwerk wordt vervangen door antraciet grijs aluminium.  Deze kleur komt terug in de gevelbekleding van de achterbouw, de dakrand en de regenafvoer.

Met de subtiele wijzigingen blijft de woning geïntegreerd in zijn omgeving.  Dit is aanvaardbaar.

Cultuurhistorische aspecten

Het perceel is niet gelegen in of nabij een beschermd dorpsgezicht. De aanvraag is niet gelegen in een beschermde archeologische site. De aanvraag is, bekeken vanuit de erfgoedaspecten, aanvaardbaar.

Bodemreliëf

Volgens de aanvraag wordt het bestaande reliëf niet gewijzigd met uitzondering van het verwijderen van bestaande verhardingen en het plaatsen van een open infiltratievoorziening.  Aangezien deze wijzigingen van het microreliëf door het Agentschap Natuur en Bos worden toegestaan, zijn ze aanvaardbaar.

Bespreking van de adviezen

•    Het advies van Dienst Water en Domeinen provincie Limburg Het advies van Dienst Water en Domeinen provincie Limburg werd niet ontvangen binnen de termijn.  Het advies wordt geacht stilzwijgend gunstig te zijn. 

•    Het advies van Agentschap voor Natuur en Bos d.d. 29 maart 2024 is voorwaardelijk gunstig.

- De stedenbouwkundige voorschriften dienen gevolgd te worden;

- De kastanjeboom dient te vervangen worden door 1 nieuwe hoogstammige inheemse, standplaatsgeschikte boom zoals bv. Zomereik, winterlinde, berk, haagbeuk met maat minstens 12-14 binnen de perimeter van de percelen.

- De boom dient bij aanplant voldoende ruimte te krijgen om te kunnen groeien;

- De heraanplanting dient te gebeuren in het plantseizoen onmiddellijk volgend op het kappen van de aangevraagde boom;

- De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen met het oog op het welslagen van de nieuwe aanplant. Dit veronderstelt niet alleen een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwalitatief degelijk plantgoed, maar ook het gebruik van een steunpaal of wortelverankering;

- Bij uitval dient het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats terug te worden ingevuld. In ieder geval is de aanvrager er toe gehouden om op zijn percelen minstens 1 nieuwe hoogstammige boom tot volle wasdom te brengen.

- Alle andere bomen en struiken op het perceel dienen gespaard te worden.

- Alle afbraakmaterialen afkomstig van de werken dienen van het terrein verwijderd te worden.

- Er mag geen overtreding gebeuren op het Besluit van de Vlaamse Regering met betrekking tot soortenbescherming en soortenbeheer. Dit betekent dat er dient nagegaan te worden, alvorens de afbraakwerken/restauratiewerken beginnen, of er beschermde soorten (zoals vleermuizen, zwaluwen, …) of indicaties ervan (zoals resten van nesten, uitwerpselen,…) in of aan de gebouwen aanwezig zijn. Indien er een vermoeden bestaat van aanwezigheid van soorten dient contact opgenomen te worden met ANB;

- De ligging van het perceel in natuurgebied op gewestplan dient gerespecteerd te worden. Bij (her)inrichting van de tuin dient gebruik gemaakt te worden van inheemse, standplaatsgeschikte plantensoorten;

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden.

•    Het advies van dienst facilitair management d.d. 5 maart 2024 is voorwaardelijk gunstig.

Gunstig voor het rooien van de kastanjeboom en wel om volgende reden:

- meer dan 60% van de schors is over een hoogte van circa 3 meter volledig verdwenen,

- boom is t.h.v. de verdwenen schors al zwaar aan het inrotten,

- door de algemene toestand van de boom, afgestorven schors en inrotten, is de levensverwachting van deze boom eerder beperkt, < 5 jaar.

- door de inrotting is de kans dat deze boom gaat omvallen bij extreem weer zeer groot

Ook gunstig voor de overige werken zoals voorgesteld, mits er voldaan wordt aan volgende voorwaarden:

Voorliggende aanvraag valt onder de toepassing van artikel 75 §1 4° b) OVD nl. de basisrechten voor zonevreemde constructies conform artikel 4.4.10 tot 4.4.20 VCRO. 

Om aan bovenstaande te voldoen wordt volgende last opgelegd aan de vergunninghouder: 

De vergunninghouder is verplicht de volgende groenaanplantingen uit te voeren op zijn perceel en volgens onderstaande modaliteiten: 

* Aanplanten van minstens 11 streekeigen en/of klimaat robuuste bomen in een maat niet kleiner dan 14-16. 

* Aanplanten van één hoogstammige inheemse standplaatsgeschikte boom, in een maat niet kleiner dan 18-20 ter vervanging van de te rooien kastanjeboom. 

* Er dient een bufferstrook in streekeigen planten te worden aangelegd langsheen de perceelsgrenzen van perceel 2/C/950, ter hoogte van de percelen 2/C/933A, 2/C/931A, 2/C/948A, 2/C/949A, 2/C/968C en langsheen de oostelijke perceelsgrens aan de Hazendansweg ter versterking van het bestaande, te behouden, klein landschapselement.  Deze bufferstroken dienen minstens 5 meter breed te zijn, en in volle wasdom minstens 4 meter hoog. 

* De vergunninghouder neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplantingen van het groenscherm te laten slagen. Dit houdt een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwalitatief degelijk plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelverankering en zo nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- en/of veevraat. Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aanplantingen tot volle wasdom te brengen;

* De vergunninghouder neemt de nodige flankerende maatregelen om de aanwezige te behouden bomen maximaal te beschermen tijdens de duur van werken. Zo mogen er geen materialen gestapeld worden binnen de kruinprojectie van de bomen en mogen er geen werken uitgevoerd worden binnen de kruinprojectie van de bomen. Moest dit laatste toch noodzakelijk zijn, dienen deze werken tot een absoluut minimum beperkt te worden en moet eventuele schade aan de boom en/of zijn wortels op een vakkundige manier behandeld worden. Ook is er geen verkeer toegestaan binnen de kruinprojectie van de bomen. Als voor de uitvoer van de werken verkeer binnen de kroonprojectie nodig is, zal de bouwheer flankerende maatregelen treffen om verdichting van de bodem te voorkomen. Dit laatste kan door bv. het leggen van rijplaten.

In navolging van artikel 77 OVD wordt voor de opgelegde last in natura de volgende financiële waarborg gevraagd:

* Er dient een financiële waarborg ter waarde van € 2.785 gesteld te worden, dewelke slechts kan vrijgegeven worden na realisatie van de opgelegde aanplantingen.

De te behouden en de verplicht aan te planten bomen kunnen in de toekomst enkel nog gerooid worden mits het bekomen van de nodige vergunningen. Eventuele vrijstellingen die er zouden mogen zijn m.b.t. bomen komen hier te vervallen.

Voor de verplicht aan te planten bomen geldt er een groeigarantie, d.w.z. dat deze bomen moeten vervangen worden door nieuwe als ze zouden afsterven.

Plantseizoen loopt van 15 september tot en met 15 mei.

Volgende linken kunnen een hulp zijn in de zoektocht naar de meest geschikte boomsoorten:

- https://www.plantvanhier.be/plantengids

- https://www.ecopedia.be/bomenwijzer

Via volgende linken vinden jullie extra info m.b.t. het beschermen van bomen op een werf:

- https://www.vvog.info/publicaties/beschermen-van-bomen

- https://www.deboomdokter.be/bomen-beschermen/

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden.

•    Het advies van Fluvius d.d. 25 maart 2024, aangepast op 24 april 2024, is voorwaardelijk gunstig.

De aanvrager dient het Algemeen Waterverkoopreglement, de aanvullende voorwaarden en de aanvullende technische voorschriften van Fluvius na te leven.  

De aanvrager dient ook de voorwaarden zoals bepaald in afdeling 6.2.2. van Vlarem II voor de afvoer van hemel- en afvalwater na te leven.  

De aanvrager staat in voor de plaatsing van de privériolering voor het bouwproject en is verplicht deze uit te voeren volgens de wettelijke bepalingen ter zake. Zo dient hij onder meer te voldoen aan de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (GSV ‘hemelwater’) van 5/07/2013. 

Als voor het bouwproject een aansluiting op het openbaar rioleringsstelsel noodzakelijk is, dient de aanvrager zo snel mogelijk na het bekomen van de bouwvergunning een aanvraag tot aansluiting op het openbaar rioleringsstelsel aan te vragen. Dit kan online via www.fluvius.be.  

Van zodra de aansluitputjes (1 DWA- & 1 RWA-putje) geplaatst zijn, is de effectieve plaats en diepte van de aansluiting gekend. De privéwaterafvoer dient hierop afgestemd te worden. Alle maatregelen die de aanvrager dient te nemen tot het aanpassen van de privéwaterafvoer om te kunnen aansluiten, als niet aan deze voorwaarden voldaan wordt, zijn ten laste van de aanvrager. 

Alleen Fluvius of een door ons aangestelde uitvoerder zorgt voor de realisatie van het gedeelte van de aansluiting op het openbaar domein tot aan de perceelsgrens van het privédomein. 

Als de privériolering niet correct en volledig volgens deze wettelijke bepalingen werd uitgevoerd, zelfs als dit niet expliciet door de stedenbouwkundige vergunning werd opgelegd, behoudt Fluvius zich het recht voor om dit perceel niet aan te sluiten op het openbaar rioleringsstelsel. 

Als de bouwplannen en meer specifiek het rioleringsplan niet in overeenstemming zijn met deze voorschriften, hebben deze voorschriften voorrang. 

We raden aan om: 

− Geen sifonputjes te plaatsen op de vuilwaterafvoerleiding(en) aangezien deze putjes vaak verstoppen en in principe alle waterafvoeren in de woning een waterslot/sifon hebben. 

− Het opgeslagen water van de hemelwaterput optimaal te gebruiken voor eventueel het spoelen van de toiletten, een buitenkraan voor het wassen van de auto, het besproeien van de tuin, ... en eventueel voor de wasmachine. 

− Een terugslagklep te plaatsen op de overloop van de hemelwaterput om terugstuwing vanuit de riolering te vermijden. 

− Een ontluchting te voorzien op het private vuilwaterafvoerstelsel, eventueel via een ontluchtingspijp door het dak. 

− Het is niet toegestaan om drainageleidingen aan te sluiten op de openbare riolering. Overeenkomstig de milieuwetgeving dient dit op eigen terrein te worden geïnfiltreerd.

Er is geen aansluiting voor hemelwater voorzien ter hoogte van deze woning, al het water dient op eigen terrein te infiltreren. Een noodoverloop op het afvalwater is niet toegestaan. 

De aansluitputjes voor vuilwaterafvoer (=DWA) werden onlangs geplaatst.  

Hierop kan het private afvoerstelsel met respectievelijk vuilwater (op DWA-putje) pas lozen na het indienen van een aansluitingsaanvraag bij Fluvius. Dit kan online via www.fluvius.be. Men dient hierbij extra aandachtig te werk te gaan zodat de lozing van vuilwater (=DWA) effectief via het vuilwaterputje (roodbruine schacht en deksel met “vuilwater”-inscriptie). 

Volgens de GSV “hemelwater”, dient voor de verharding en dakoppervlakte een bovengrondse infiltratievoorziening toegepast te worden. 

Het buffervolume van de infiltratievoorziening dient minimum 33 liter per vierkante meter referentieoppervlakte te bedragen. De infiltratievoorziening mag niet dieper zijn dan 50cm. Het buffervolume dient zich volledig tussen de bodem en het peil van de noodoverlaat te bevinden. De oppervlakte van de infiltratievoorziening dient minimaal 8% van de afwaterende oppervlakte. 

De eventuele noodoverloop dient voldoende hoog voorzien te worden, en niet dieper dan 30 cm onder het laagste deksel of aangesloten kolk, en zodanig dat de noodoverlaat zich boven de hoogste grondwaterstand bevindt. Deze noodoverlaat dient te allen tijde inspecteerbaar en bereikbaar te zijn (bv. onder een deksel). Er wordt enkel een aansluiting met max. diam. 160 mm als overloop van de infiltratievoorziening toegestaan. Op de overloop van de infiltratievoorziening moet een terugslagklep staan, zodat geen water vanuit de openbare riolering kan terugstromen in de infiltratievoorziening. 

Indien een hemelwaterput gebouwd wordt dient de overloop van de hemelwaterput aangesloten te worden op de toevoer naar de infiltratievoorziening. 

Door het in voege treden van het Algemeen Waterverkoopreglement is de keuring van de privéwaterafvoer verplicht sinds 1 juli 2011. Elke rioleringsaansluiting op het openbaar rioleringsstelsel dient een keuring van de privéwaterafvoer te ondergaan conform artikel 12/1, §1 van het Algemeen Waterverkoopreglement. De keuring dient uitgevoerd te worden vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer. Enkel de door Fluvius erkende keurders komen voor deze keuring in aanmerking (zie Keuring riolering | Fluvius)

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies en de bijlage ‘SB advies Hazendansweg Zonhoven ref. 5000062043.pdf’ moeten gevolgd worden. 

8.    ADVIES GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag deels in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen, en dat het gevraagde verenigbaar is met een goede ruimtelijke ordening, mits het opleggen van voorwaarden.  

Er dient een weigering te worden afgeleverd voor het plaatsen van verhardingen.

Gezien de afbraak van verhardingen en het vrijstaande bijgebouw als vrijgesteld beschouwd kunnen worden, worden hier verder geen uitspraken over gedaan.

De gemeentelijke omgevingsambtenaar adviseert volgende voorwaarden op te leggen:

Stedenbouwkundige voorwaarden

•    Deze vergunning vervangt en vernietigt de voorgaande vergunning met nummer OMV_2018116203 (interne referentie: 2019/00078), goedgekeurd op het college van burgemeester en schepenen d.d. 16/07/2019.

•    Alle groenelementen die niet weergegeven werden op de ingediende plannen of waarvoor geen handeling werd aangevraagd dienen behouden te blijven.

•    Het advies van de dienst facilitair management moet gevolgd worden:

Er moeten tenminste 11 streekeigen en/of klimaatrobuuste bomen in een maat niet kleiner dan 14-16 aangeplant worden.  

De vergunninghouder neemt de nodige flankerende maatregelen om de aanwezige te behouden bomen maximaal te beschermen tijdens de duur van werken. Zo mogen er geen materialen gestapeld worden binnen de kruinprojectie van de bomen en mogen er geen werken uitgevoerd worden binnen de kruinprojectie van de bomen. Moest dit laatste toch noodzakelijk zijn, dienen deze werken tot een absoluut minimum beperkt te worden en moet eventuele schade aan de boom en/of zijn wortels op een vakkundige manier behandeld worden. Ook is er geen verkeer toegestaan binnen de kruinprojectie van de bomen. Als voor de uitvoer van de werken verkeer binnen de kroonprojectie nodig is, zal de bouwheer flankerende maatregelen treffen om verdichting van de bodem te voorkomen. Dit laatste kan door bv. het leggen van rijplaten.

De te behouden en de verplicht aan te planten bomen kunnen in de toekomst enkel nog gerooid worden mits het bekomen van de nodige vergunningen. Eventuele vrijstellingen die er zouden mogen zijn m.b.t. bomen komen hier te vervallen.

Voor de verplicht aan te planten bomen geldt er een groeigarantie, d.w.z. dat deze bomen moeten vervangen worden door nieuwe als ze zouden afsterven.

Bewijs van de aanplant moet aangeleverd worden aan de dienst vergunningen en handhaving, uiterlijk het eerste plantseizoen volgend op de uitvoering van de werken.

•    Er moet integraal voldaan worden aan het advies van het Agentschap voor Natuur en Bos.

•    Het advies van Fluvius moet gevolgd worden.

•    Er mogen geen handelingen uitgevoerd worden die toegelaten worden door art. 3, art. 4 en art. 5 in de stedenbouwkundige voorschriften van het Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “zonevreemde woningen” perimeterplan reservatiezone dd. 6/11/2017 met uitzondering van het verbouwen van de woning en de lasten en voorwaarden opgelegd door de adviesinstanties.  Er mogen geen verhardingen aangelegd worden.  De tuinzone mag niet bijkomend ingericht worden.

Lasten

Voorliggende aanvraag valt onder de toepassing van artikel 75 §1 4° b) van het Decreet betreffende de omgevingsvergunning dd. 25/04/2014.  Om hieraan te voldoen wordt volgende last opgelegd aan de vergunninghouder:

Er dient een bufferstrook in streekeigen planten te worden aangelegd langsheen de perceelsgrenzen van perceel 2/C/950, ter hoogte van de percelen 2/C/933A, 2/C/931A, 2/C/948A, 2/C/949A, 2/C/968C en langsheen de oostelijke perceelsgrens aan de Hazendansweg ter versterking van het bestaande, te behouden, klein landschapselement. Deze bufferstroken dienen minstens 5 meter breed te zijn, en in volle wasdom minstens 4 meter hoog. 

De vergunninghouder neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplantingen van het groenscherm te laten slagen. Dit houdt een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwalitatief degelijk plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelverankering en zo nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- en/of veevraat. Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aanplantingen tot volle wasdom te brengen. 

In navolging van artikel 77 van het Decreet betreffende de omgevingsvergunning dd. 25/04/2014 wordt voor de opgelegde last in natura de volgende financiële waarborg gevraagd:

Er dient een financiële waarborg ter waarde van € 2.785 gesteld te worden, dewelke slechts kan vrijgegeven worden na realisatie van de opgelegde aanplantingen.

De waarborg moet vóór de start van de werken worden geleverd aan de hand van een borgstelling via een overschrijving op de Deposito- en Consignatiekas of door een financiële instelling borg te laten staan voor het bedrag van het project.

Vegetatiewijziging voorwaarden

Het advies van de dienst facilitair management moet gevolgd worden:

Aanplanten van één hoogstammige inheemse standplaatsgeschikte boom, in een maat niet kleiner dan 18-20 ter vervanging van de te rooien kastanjeboom. 

De te behouden en de verplicht aan te planten bomen kunnen in de toekomst enkel nog gerooid worden mits het bekomen van de nodige vergunningen. Eventuele vrijstellingen die er zouden mogen zijn m.b.t. bomen komen hier te vervallen.

Voor de verplicht aan te planten bomen geldt er een groeigarantie, d.w.z. dat deze bomen moeten vervangen worden door nieuwe als ze zouden afsterven.

Bewijs van de aanplant moet aangeleverd worden aan de dienst vergunningen en handhaving, uiterlijk het eerste plantseizoen volgend op de kapping.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar d.d. 24/04/2024 en volgt dit standpunt integraal.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het gedeeltelijk voorwaardelijk afleveren van de omgevingsvergunning aan de heer Hugo Van Wyngaerden wonende te Catharinalaan 4 te 3110 Rotselaar voor het verbouwen van een woning en het rooien van een kastanjeboom zoals aangeduid en ingetekend op de ingediende plannen.

Er wordt een weigering afgeleverd voor het plaatsen van een toegang naar de voordeur, een inrit naar de woning, een pad vanaf de inrit naar de tuinzone en een terras zoals aangegeven op de ingediende plannen, gelegen te Hazendansweg 60 kadastraal gekend als afdeling 2 sectie C nrs. 950C en 951E.

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag voor vegetatiewijzigingen aanvaardbaar zijn, mits het opleggen van voorwaarden.

Artikel 3

Volgende voorwaarden worden opgelegd:

Stedenbouwkundige voorwaarden

  • Deze vergunning vervangt en vernietigt de voorgaande vergunning met nummer OMV_2018116203 (interne referentie: 2019/00078), goedgekeurd op het college van burgemeester en schepenen d.d. 16/07/2019.
  • Alle groenelementen die niet weergegeven werden op de ingediende plannen of waarvoor geen handeling werd aangevraagd dienen behouden te blijven.
  • Het advies van de dienst facilitair management moet gevolgd worden:
    Er moeten tenminste 11 streekeigen en/of klimaatrobuuste bomen in een maat niet kleiner dan 14-16 aangeplant worden.
    De vergunninghouder neemt de nodige flankerende maatregelen om de aanwezige te behouden bomen maximaal te beschermen tijdens de duur van werken. Zo mogen er geen materialen gestapeld worden binnen de kruinprojectie van de bomen en mogen er geen werken uitgevoerd worden binnen de kruinprojectie van de bomen. Moest dit laatste toch noodzakelijk zijn, dienen deze werken tot een absoluut minimum beperkt te worden en moet eventuele schade aan de boom en/of zijn wortels op een vakkundige manier behandeld worden. Ook is er geen verkeer toegestaan binnen de kruinprojectie van de bomen. Als voor de uitvoer van de werken verkeer binnen de kroonprojectie nodig is, zal de bouwheer flankerende maatregelen treffen om verdichting van de bodem te voorkomen. Dit laatste kan door bv. het leggen van rijplaten.
    De te behouden en de verplicht aan te planten bomen kunnen in de toekomst enkel nog gerooid worden mits het bekomen van de nodige vergunningen. Eventuele vrijstellingen die er zouden mogen zijn m.b.t. bomen komen hier te vervallen.
    Voor de verplicht aan te planten bomen geldt er een groeigarantie, d.w.z. dat deze bomen moeten vervangen worden door nieuwe als ze zouden afsterven.
    Bewijs van de aanplant moet aangeleverd worden aan de dienst vergunningen en handhaving, uiterlijk het eerste plantseizoen volgend op de uitvoering van de werken.
  • Er moet integraal voldaan worden aan het advies van het Agentschap voor Natuur en Bos.
  • Het advies van Fluvius moet gevolgd worden.
  • Er mogen geen handelingen uitgevoerd worden die toegelaten worden door art. 3, art. 4 en art. 5 in de stedenbouwkundige voorschriften van het Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “zonevreemde woningen” perimeterplan reservatiezone dd. 6/11/2017 met uitzondering van het verbouwen van de woning en de lasten en voorwaarden opgelegd door de adviesinstanties.  Er mogen geen verhardingen aangelegd worden.  De tuinzone mag niet bijkomend ingericht worden.

Lasten

Voorliggende aanvraag valt onder de toepassing van artikel 75 §1 4° b) van het Decreet betreffende de omgevingsvergunning dd. 25/04/2014.  Om hieraan te voldoen wordt volgende last opgelegd aan de vergunninghouder:

Er dient een bufferstrook in streekeigen planten te worden aangelegd langsheen de perceelsgrenzen van perceel 2/C/950, ter hoogte van de percelen 2/C/933A, 2/C/931A, 2/C/948A, 2/C/949A, 2/C/968C en langsheen de oostelijke perceelsgrens aan de Hazendansweg ter versterking van het bestaande, te behouden, klein landschapselement. Deze bufferstroken dienen minstens 5 meter breed te zijn, en in volle wasdom minstens 4 meter hoog.

De vergunninghouder neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplantingen van het groenscherm te laten slagen. Dit houdt een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwalitatief degelijk plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelverankering en zo nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- en/of veevraat. Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aanplantingen tot volle wasdom te brengen.

In navolging van artikel 77 van het Decreet betreffende de omgevingsvergunning dd. 25/04/2014 wordt voor de opgelegde last in natura de volgende financiële waarborg gevraagd:

Er dient een financiële waarborg ter waarde van € 2.785 gesteld te worden, dewelke slechts kan vrijgegeven worden na realisatie van de opgelegde aanplantingen.

De waarborg moet vóór de start van de werken worden geleverd aan de hand van een borgstelling via een overschrijving op de Deposito- en Consignatiekas of door een financiële instelling borg te laten staan voor het bedrag van het project.

 Vegetatiewijziging voorwaarden

Het advies van de dienst facilitair management moet gevolgd worden:

Aanplanten van één hoogstammige inheemse standplaatsgeschikte boom, in een maat niet kleiner dan 18-20 ter vervanging van de te rooien kastanjeboom.

De te behouden en de verplicht aan te planten bomen kunnen in de toekomst enkel nog gerooid worden mits het bekomen van de nodige vergunningen. Eventuele vrijstellingen die er zouden mogen zijn m.b.t. bomen komen hier te vervallen.

Voor de verplicht aan te planten bomen geldt er een groeigarantie, d.w.z. dat deze bomen moeten vervangen worden door nieuwe als ze zouden afsterven.

Bewijs van de aanplant moet aangeleverd worden aan de dienst vergunningen en handhaving, uiterlijk het eerste plantseizoen volgend op de kapping.