2024_CBS_00168 - OMV - Vergunning - Hazendansweg 19E - 2023/00193 - Goedkeuring

VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR

Dossiernummer:    2023/00193
Referentie omgevingsloket:    OMV_2023128695

De aanvraag, ingediend door de heer Bregt Boussé wonende te Hazendansweg 19E te 3520 Zonhoven en mevrouw Evelien Lambrechts wonende te Hazendansweg 19E te 3520 Zonhoven, werd ontvangen op 29/09/2023 en op 07/11/2023 ontvankelijk en volledig verklaard.

De aanvraag gaat over een terrein, gelegen Hazendansweg 19E, kadastraal gekend als afdeling 2 sectie C nr. 919E.

De aanvraag gaat over het uitbreiden van een eengezinswoning, het regulariseren van de inplanting van de woning, een overdekt terras en een tuinberging.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

De gemeentelijke omgevingsambtenaar heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de geldende wettelijke bepalingen, (in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid, het decreet Natuurbehoud en hun uitvoeringsbesluiten).

1.    STEDENBOUWKUNDIGE BASISGEGEVENS

De locatie van de aanvraag is volgens het Origineel bij Koninklijk besluit goedgekeurd gewestplan op 3 april 1979 gelegen in woongebieden en natuurgebied.
De locatie van de aanvraag is niet gelegen binnen een bijzonder plan van aanleg.
De locatie van de aanvraag is gelegen binnen het ruimtelijk uitvoeringsplan grup afbakening regionaalstedelijk gebied Hasselt-Genk, goedgekeurd op 20 juni 2014.
Het project maakt deel uit van de goedgekeurde verkaveling 1118.C.874.2 goedgekeurd op 24 januari 2011, het betreft lot 1.
Men vraagt volgende beperkte afwijking volgens art. 4.4.1 van de VCRO:

- De verkavelingsvoorschriften zeggen dat alle garages/bergingen dienen voorzien te worden in het hoofdgebouw. Vrijstaande bijgebouwen zijn dus niet toegestaan, met uitzondering van kleinere constructies, zoals kippenhok, hondenhok, tuinhuisje met een max. totale oppervlakte van 10m².
Er werd echter een vrijstaande tuinberging geplaatst in de linkerachtertuin met een totale oppervlakte van 21m² met een verharding erom heen van ca 11,01m². Ze werd ingeplant op 1,60m van de linkerperceelgrens en op 90cm van de achterste perceelgrens.
- De verkavelingsvoorschriften zeggen dat vrijstaande gevels zich op minstens 3m van de zijdelingse perceelgrens moeten bevinden.
Er werd echter een overdekt terras gebouwd aansluitend op de woning in de achtertuin/rechter zijtuin. Het betreft een open houten constructie, dewelke ingeplant werd op 1,35m van de rechter perceelgrens. 

Volgende verordeningen zijn van kracht:
• algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake openluchtrecreatieve verblijven goedgekeurd op 8 juli 2005;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten,... goedgekeurd op 23 juni 2006;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

2.    HISTORIEK

Volgende dossiers zijn relevant:
• Stedenbouwkundige vergunning (2012/00283) voor het bouwen van een ééngezinswoning met een carport in de linker zijtuin - goedgekeurd op 16/04/2013.
• Verkavelingsvergunning (1118.C.874.2) voor verkavelen van de percelen tot 2 loten - goedgekeurd op 24/01/2011.

3.    BESCHRIJVING OMGEVING EN AANVRAAG

Beschrijving van de plaats & omgeving

Het perceel bevindt zich aan de Hazendansweg, een voldoende uitgeruste gemeenteweg. De omgeving bestaat hoofdzakelijk uit vrijstaande eengezinswoningen. De bebouwing bestaat uit twee bouwlagen onder zowel hellende als platte daken, en is voornamelijk afgewerkt in een gevelsteen in diverse tinten en texturen.
Op het perceel bevindt zich een hoofdzakelijk vergunde vrijstaande eengezinswoning, een te regulariseren overdekt terras en een te regulariseren tuinberging. 

Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag gaat over het uitbreiden van een eengezinswoning, het regulariseren van de inplanting van de woning, een overdekt terras en een tuinberging.

Op het perceel bevindt zich een vrijstaande eengezinswoning die ingeplant is op minimum 5m van de rooilijn. De woning bevindt zich op minimum 4m van de linker perceelgrens en op minimum 5,01m van de rechter perceelgrens. Er wordt een regularisatie aangevraagd voor deze inplanting aangezien de woning 1m meer naar rechts werd gebouwd dan vergund. In de vergunning werd de inplanting namelijk voorzien op 3m van de linker perceelgrens en 6,01m van de rechter perceelgrens. Ze bevindt zich echter nog steeds binnen de toegestane bouwzone van de verkaveling.

De woning heeft 2 bouwlagen en een plat dak met een dakrandhoogte van 6,30m t.o.v. het maaiveld. De bouwdiepte bedraagt 10m zowel op het gelijkvloers als op de verdieping. De woning werd uitgevoerd in rood-oranje gevelmetselwerk en zwart buitenschrijnwerk.

De woning zal uitgebreid worden met een gelijkvloers volume van 38,25m² om de leefruimte te vergroten, aansluitend aan de achtergevel. Hierdoor wordt de bouwdiepte verruimd van 10m naar maximaal 16,01m. De uitbreiding zal ingeplant worden op 9,61m achter de voorgevel van de bestaande woning en op 3m van de linker perceelgrens. Het nieuwe volume zal dus iets verspringen ten opzichte van het hoofdvolume. Hierdoor verruimt de bouwbreedte van 9m naar maximaal 11m. De aanbouw wordt uitgevoerd met een plat dak met een dakrandhoogte van 3,50m t.o.v. het maaiveld. De uitbreiding wordt voorzien in dezelfde materialen als het hoofdvolume, zijnde rood-oranje genuanceerde gevelstenen met zwart buitenschrijnwerk.

Er wordt een regularisatie aangevraagd voor een overdekt terras aansluitend op de woning in de achtertuin/rechter zijtuin. Het betreft een open houten constructie, dewelke ingeplant werd op 1,35m van de rechter perceelgrens en op 6m achter de voorgevel. Het overdekt terras heeft een totale oppervlakte van 21,94m². Ze werd uitgevoerd met een plat dak met een dakrandhoogte van 2,91m t.o.v. het maaiveld.

Er wordt tevens een regularisatie aangevraagd voor de tuinberging. Dit betreft een lichte, houten constructie die zich links achteraan op het perceel bevindt met een oppervlakte van 21m². Ze werd ingeplant op 1,60m van de linker perceelgrens en op 90cm van de achterste perceelgrens.  Ze werd 11m² groter uitgevoerd dan beschreven in de verkavelingsvoorschriften. De tuinberging werd uitgevoerd met een plat dak.

In de voortuin wordt een extra parkeerplaats van 20m² aangelegd in waterdoorlatende materiaal (grind), evenwijdig met de weg.

4.    OPENBAAR ONDERZOEK 

 Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.
Het openbaar onderzoek werd georganiseerd van 17 november 2023 t.e.m. 16 december 2023.

5.    ADVIEZEN

 Aan volgende adviesverlener werd advies gevraagd:
dienst patrimonium.

6.    PROJECT-MER

De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van bijlage I, II en III van het besluit inzake projectmilieueffectrapportage van 10 december 2004 en latere wijzigingen.

7.    INHOUDELIJKE BEOORDELING

Decretale beoordelingselementen

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de VCRO kan gesteld worden dat de Hazendansweg een voldoende uitgeruste openbare weg is.
De aanvraag gaat niet over de oprichting van een bedrijfswoning.
De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook.
Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

Zonering

Het perceel is volgens het zoneringsplan voor riolering, van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), gelegen in collectief geoptimaliseerd buitengebied. Er is recent riolering aangelegd en die is aangesloten op een waterzuivering. Er moet geen septische put voorzien worden.

Waterparagraaf

Het decreet over het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013, legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd worden. Deze watertoets schat de eventuele schadelijke effecten in ten koste van de watersystemen bij de inname van ruimte.

Sedert de inwerkingtreding van omzendbrief OMG/2022/1 d.d. 15/12/2022 dient de vergunningverlenende overheid de watertoets op een gewijzigde manier uit te voeren bij dossiers ingediend vanaf 01/01/2023.  De watertoetsprocedure werd geoptimaliseerd, er werden aandachtspunten en richtlijnen geformuleerd en het kaartmateriaal inzake overstromingsgevoelige gebieden werd aangepast.

Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt noch in een pluviaal, noch in een fluviaal overstromingsgebied. Het terrein is logischerwijze evenmin in een gebied voor zeeoverstromingen gesitueerd.

Daarom moet in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel door de toename van de verharde oppervlakte wordt de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit moet gecompenseerd worden overeenkomstig de normen vastgelegd in de geldende gewestelijke hemelwaterverordening:

De verordening is niet van toepassing, omdat de maximale oppervlakte van de uitbreiding kleiner is dan 40m². 

Uit de watertoets blijkt dat er verder geen bijkomende bijzondere maatregelen genomen moeten worden.

Natuurtoets

Het perceel is niet gelegen binnen een speciaal beschermingsgebied. 

Erfgoed- & Archeologietoets

Het perceel is niet gelegen binnen een beschermd stads- of dorpsgezicht. Er zijn geen monumenten in de omgeving.
Conform het Onroerenderfgoeddecreet d.d. 12/07/2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag gezien de oppervlakte van het perceel kleiner is dan 3000 m².

Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening

De aanvraag voldoet grotendeels aan de voorschriften van de verkaveling. Er worden afwijkingen gevraagd volgens art. 4.4.1 van de VCRO. Gezien de voorschriften de criteria van een goede ruimtelijke ordening weergeven, stemt de aanvraag hiermee overeen, met uitzondering van de gevraagde afwijkingen:
- De verkavelingsvoorschriften zeggen dat alle garages/bergingen dienen voorzien te worden in het hoofdgebouw. Vrijstaande bijgebouwen zijn dus niet toegestaan, met uitzondering van kleinere constructies, zoals kippenhok, hondenhok, tuinhuisje met een max. totale oppervlakte van 10m².
Er werd echter een vrijstaande tuinberging geplaatst in de linkerachtertuin met een totale oppervlakte van 21m² met een verharding erom heen van ca. 11,01m². Ze werd ingeplant op 1,60m van de linkerperceelgrens en op 90cm van de achterste perceelgrens.
Dit is te verantwoorden omdat de maximale vloerterreinindex niet overschreden wordt door het verruimen van het tuinhuis. Door de inplanting te voorzien in de linker achterhoek van de tuin blijft er een voldoende kwalitatieve en ruime tuinzone over.
- De verkavelingsvoorschriften zeggen dat vrijstaande gevels zich op minstens 3m van de zijdelingse perceelgrens moeten bevinden.
Er werd echter een overdekt terras gebouwd aansluitend op de woning in de achtertuin/rechter zijtuin. Het betreft een open houten constructie, dewelke ingeplant werd op 1,35m van de rechter perceelgrens.
Dit is te verantwoorden omdat het een open constructie waardoor het zicht naar achter toe bewaard blijft. Daarnaast werd ze opgericht in hoogwaardige materialen die mooi aansluiten bij de bestaande woning en de tuinberging waardoor alle constructies op het perceel in harmonie zijn met elkaar. 

Uit de ingediende plannen blijkt dat de huidige parkeerplaats heraangelegd zal worden zodat deze toegankelijk is via de inritverharding en niet via de openbare weg.  De parking wordt ingeplant evenwijdig met de voorliggende weg.  Om de verkeersveiligheid te garanderen bij het in- en uitrijden dient het perceel ter hoogte van de rooilijn, uitgezonder de inrit met een breedte van 3m, ontoegankelijk gemaakt te worden voor voertuigen.  Dit kan bijvoorbeeld d.m.v. een haagbeplanting met een hoogte van maximum 1m.

Tevens blijkt uit de ingediende stukken dat het openbaar domein werd aangelegd met kiezelverharding.  Het openbaar domein dient hersteld te worden en ingericht te worden als groenzone.

De aanvraag creëert voldoende woonkwaliteit en gebruiksgenot voor de bewoners.

Resultaten van het openbaar onderzoek

Er werden geen bezwaren ingediend.

Bespreking van de adviezen

•    Het advies van dienst patrimonium d.d. 9 januari 2024 is voorwaardelijk gunstig, nl.:
“De berm dient op openbaar domein, uitgezonderd van de inrit, een grasberm of groenberm te worden.”

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden.

8.    ADVIES GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen, en dat het gevraagde verenigbaar is met een goede ruimtelijke ordening, mits het opleggen van voorwaarden.

De gemeentelijke omgevingsambtenaar adviseert volgende voorwaarden op te leggen:
Stedenbouwkundige voorwaarden
• Uitgezonderd de inrit met een breedte van 3 meter, dient het perceel ter hoogte van de rooilijn/ voorste perceelgrens, ontoegankelijk te worden gemaakt voor voertuigen.
• Met uitzondering van de inrit, met een maximale breedte van 3 meter, moet de verharding op het openbaar domein verwijderd worden, deze zone moet groen aangeplant worden.
• Er dient bewijs van de uitvoering van de bovenstaande voorwaarden (bv. Foto’s) overgemaakt te worden aan de dienst vergunningen en handhaving binnen 3 maanden na uitvoering van de werken.