Terug
Gepubliceerd op 27/03/2024

Notulen  College van burgemeester en schepenen

di 19/03/2024 - 13:30 schepenzaal

Samenstelling

Aanwezig

Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur

Secretaris

Bart Telen, Algemeen directeur

Agendapunten

1.

2024_CBS_00267 - Notulen vorige zitting - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
1.

2024_CBS_00267 - Notulen vorige zitting - Goedkeuring

2024_CBS_00267 - Notulen vorige zitting - Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

De gemeenteraadsleden beschikken over de mogelijkheid om de goedgekeurde notulen via eBesluit te raadplegen.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen heeft geen opmerkingen over het verslag. Bijgevolg is het verslag van de zitting van 12 maart 2024 goedgekeurd.

2.

2024_CBS_00269 - Verkiezingspubliciteit langs de gewestwegen - Kennisneming

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
2.

2024_CBS_00269 - Verkiezingspubliciteit langs de gewestwegen - Kennisneming

2024_CBS_00269 - Verkiezingspubliciteit langs de gewestwegen - Kennisneming

Motivering

Verwijzingsdocumenten

De brief van Agentschap Wegen en Verkeer betreffende de verkiezingspubliciteit langs de gewestwegen.

Feiten context en argumentatie

Het college neemt kennis van het schrijven van 28 februari 2024 vanwege Agentschap Wegen en Verkeer te Brussel betreffende de verkiezingspubliciteit langs de gewestwegen.
Vanaf 1/01/2024 is de gewestelijke publiciteitsverordening van toepassing. Die bevat de nieuwe regelgeving rond reclame en publiciteit langs de openbare weg. Ze heeft twee inhoudelijke doelstellingen: het bevorderen van de goede ruimtelijke ordening en de verkeersveiligheid.
In het kader van de aankomende verkiezingen en de daarbij horende verkiezingspubliciteit worden er een aantal voorschriften uitgeschreven.

  • -De vrijstelling voor verkiezingspubliciteit geldt voor de verkiezingen van het Europees, Federaal of Vlaams Parlement, of voor provincie-, gemeente- of districtsraadsverkiezingen (als de voorwaarden van het Lokaal Provinciaal Kiesdecreet va 8 juli 2011 vervuld zijn)
  • -De verkiezingspubliciteit mag geen negatieve impact hebben op de verkeersveiligheid en niet hinderlijk zijn.
  • -Wie een constructie wil plaatsen voor verkiezingspubliciteit op het openbaar domein in beheer van Agentschap Wegen en Verkeer (AWV), heeft hiervoor een domeinvergunning nodig. AWV verleent enkel een domeinvergunning voor de dragers die de gemeente beschikbaar stelt.

Het agentschap Wegen en Verkeer zal niet ageren tegen verkiezingspubliciteit die op privaat domein langs gewestwegen wordt aangebracht, tenzij de concrete situatie de verkeersveiligheid in het gedrang brengt.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het schrijven van 28-02-2024 van Agentschap Wegen en Verkeer Limburg omvattende de richtlijnen voor de verkiezingspubliciteit langs de gewestwegen.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen stuurt een kopie van deze brief naar de politieke partijen die de gratis kiezerslijsten aangevraagd hebben.

3.

2024_CBS_00270 - Opmaken kiezerslijst - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
3.

2024_CBS_00270 - Opmaken kiezerslijst - Goedkeuring

2024_CBS_00270 - Opmaken kiezerslijst - Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

Het college van burgemeester en schepenen maakt de lijst op van de kiezers die geldt voor alle verkiezingen

Op deze lijsten staan:

A.Voor de verkiezingen van de Gewest- en Gemeenschapsparlementen:
Een Belg die:
- De Belgische nationaliteit heeft op de dag van de vaststelling van de kiezerslijst
- Ingeschreven is in de bevolkingsregister van een gemeente van het betrokken gewest of van de betrokken gemeenschap op de dag van van de vaststelling van de kiezerslijst
- De leeftijd van 18 jaar bereikt heeft op verkiezingsdag
- Niet ontzet is uit het stemrecht op  verkiezingsdag

B.Voor de verkiezingen van de Kamer van Volksvertegenwoordigers:
Hetzij een Belg die :
- De Belgische nationaliteit heeft op de dag van de vaststelling van de kiezerslijst
- Ingeschreven is in de bevolkingsregister van een Belgische gemeente op de dag van de vaststelling van de kiezerslijst
- De leeftijd van 18 jaar bereikt heeft op verkiezingsdag
- Niet ontzet is uit het stemrecht op  verkiezingsdag

Hetzij een in het buitenland verblijvende Belg die:
- De Belgische nationaliteit heeft op de dag van de vaststelling van de kiezerslijst
- Ingeschreven is in de bevolkingsregister bijgehouden in een consulaire beroepspost op de dag van de vaststelling van de kiezerslijst
- de leeftijd van 18 jaar bereikt heeft op verkiezingsdag
- niet ontzet is uit het stemrecht op  verkiezingsdag

C.Voor de verkiezingen van het Europees Parlement:
Hetzij een in België verblijvende Belg die:
- De Belgische nationaliteit heeft op de dag van de vaststelling van de kiezerslijst
- Ingeschreven is in de bevolkingsregisters van een Belgische gemeente op de dag van de vaststelling van de kiezerslijst
- De leeftijd van 16 jaar bereikt heeft op verkiezingsdag
- Niet ontzet uit het stemrecht op verkiezingsdag

Hetzij een in een Lidstaat van de Europese Unie verblijvende Belg die: 
- De Belgische nationaliteit heeft op de dag van de vaststelling van de kiezerslijst
- De leeftijd van 16 jaar bereikt heeft op verkiezingsdag
- ingeschreven is in de bevolkingsregisters gehouden in een Belgische consulaire beroepspost bij een Lidstaat van de Europese Unie op de dag van de vaststelling van de kiezerslijst
- Gekozen heeft om zich in te schrijven bij zijn consulaire beroepspost om te stemmen voor Belgische lijsten tijdens deze verkiezing
- Niet ontzet is uit het stemrecht op verkiezingsdag

Hetzij een Belg die een Staat verblijft dat geen lid is van de Europese Unie en die:
- De Belgische nationaliteit heeft op de dag van de vaststelling van de kiezerslijst
- de leeftijd van 16 jaar bereikt heeft op verkiezingsdag
- Ingeschreven is in de bevolkingsregisters gehouden in een Belgische consulaire beroepspost bij een Staat dat geen lid is van de Europese Unie op de dag van de vaststelling van de kiezerslijst
- Niet ontzet is uit het stemrecht op verkiezingsdag

Hetzij een in België verblijvende Europese burger die: 
- Ingeschreven is in de bevolkingsregisters van een Belgische gemeente op de dag van de vaststelling van de kiezerslijst
- De leeftijd van 16 jaar bereikt heeft op verkiezingsdag
- niet ontzet is uit het stemrecht op verkiezingsdag

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen maakt de lijst op van de kiezers die geldt voor alle verkiezingen zoals hierboven bepaald.

4.

2024_CBS_00271 - Afvoering van ambtswege - Goedkeuring

Goedgekeurd
4.

2024_CBS_00271 - Afvoering van ambtswege - Goedkeuring

2024_CBS_00271 - Afvoering van ambtswege - Goedkeuring
5.

2024_CBS_00272 - Aankoop en levering bloemen - Lastvoorwaarden en uit te nodigen firma's - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
5.

2024_CBS_00272 - Aankoop en levering bloemen - Lastvoorwaarden en uit te nodigen firma's - Goedkeuring

2024_CBS_00272 - Aankoop en levering bloemen - Lastvoorwaarden en uit te nodigen firma's - Goedkeuring

Motivering

Verwijzingsdocumenten

Bestek voor de opdracht "Aankoop en levering bloemen".

Feiten context en argumentatie

Voor diverse gelegenheden worden er bloemstukken of boeketten bloemen gekocht. Hiervoor wordt nu een raamovereenkomst opgemaakt met meerdere (2) deelnemers.

Na intern overleg wordt voorgesteld om de standaardprijs voor deze bestellingen te herbekijken gezien de prijsstijgingen van de voorbij jaren. Er wordt voorgesteld om de standaardprijs van een bloemstuk op € 60,00 vast te zetten en van een boeket bloemen op € 30,00. Hiervoor wordt de goedkeuring van het college van burgemeester en schepenen gevraagd.

In het kader van de opdracht “Aankoop en levering bloemen” werd een bestek met nr. 2024-625-bloemen opgesteld, om een raamovereenkomst af te kunnen sluiten met twee bloemenleveranciers om zo op een wettelijk correcte manier bloemen te kunnen bestellen.

De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 13.223,14 excl. btw of € 16.000,00 incl. 21 % btw voor twee jaar.

Er wordt voorgesteld de opdracht tot stand te brengen bij wijze van de aanvaarde factuur (overheidsopdracht van beperkte waarde).

De huidige opdracht wordt gesloten door middel van een raamovereenkomst met meerdere deelnemers waarbij alle voorwaarden in de raamovereenkomst zijn bepaald. De deelnemers zullen niet opnieuw in mededinging gesteld worden bij een individuele afroep.

Het bestuur beschikte bij het opstellen van de lastvoorwaarden voor deze opdracht niet over de exact benodigde hoeveelheden.

Als limietdatum voor het indienen van de offertes wordt 3 april 2024 om 12.00 uur voorgesteld.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen beslist om de standaardprijzen voor het bestellen van een bloemstuk en een boeket bloemen te herzien:

  • Bloemstuk: € 60,00
  • Boeket bloemen: € 30,00

Artikel 2

Het bestek met nr. 2024-625-bloemen en de raming voor de opdracht “Aankoop en levering bloemen” wordt goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 13.223,14 excl. btw of € 16.000,00 incl. 21 % btw.

Artikel 3

Bovengenoemde opdracht komt tot stand bij wijze van de aanvaarde factuur (overheidsopdracht van beperkte waarde).

Artikel 4

Volgende ondernemers worden uitgenodigd om deel te nemen aan de aanvaarde factuur (overheidsopdracht van beperkte waarde):

  • Bloemendroom, Heuveneindeweg 9 te 3520 Zonhoven;
  • De Bloemist by Passie Flora, Halveweg 43 te 3520 Zonhoven;
  • Bloemen Flo, Pastorijstraat 2, 3530 Houthalen-Helchteren;
  • Zonnebloempje, Koerselsebaan 37, 3550 Heusden-Zolder.

Artikel 5

De offertes dienen het bestuur ten laatste te bereiken op 3 april 2024 om 12.00 uur.

Artikel 6

De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het exploitatiebudget van het meerjarenplan 2020-2025 op MJP000297 & MJP00300 (De personeelsleden krijgen activiteiten en attenties) - MJP000077 (De dienst communicatie verzorgt ontvangsten, plechtigheden, jubilea en allerlei vieringen, zorgt voor gepaste geschenken, fotoreportages en houdt het gulden boek bij).

6.

2024_CBS_00273 - Goedkeuring bestelbons - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
6.

2024_CBS_00273 - Goedkeuring bestelbons - Goedkeuring

2024_CBS_00273 - Goedkeuring bestelbons - Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

Het college van burgemeester en schepenen keurt de lijst van de bestelbons goed.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen keurt de lijst van bestelbons goed voor een bedrag van € 13.732,38.

7.

2024_CBS_00305 - Goedkeuring bijkomende bestelbons - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
7.

2024_CBS_00305 - Goedkeuring bijkomende bestelbons - Goedkeuring

2024_CBS_00305 - Goedkeuring bijkomende bestelbons - Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

Het college van burgemeester en schepenen keurt de lijst van de bijkomende bestelbon goed.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen keurt de lijst van bijkomende bestelbon goed voor een bedrag van € 574,75.

8.

2024_CBS_00275 - Kerkraad Sint-Quintinus: notulen - Kennisneming

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
8.

2024_CBS_00275 - Kerkraad Sint-Quintinus: notulen - Kennisneming

2024_CBS_00275 - Kerkraad Sint-Quintinus: notulen - Kennisneming

Motivering

Feiten context en argumentatie

Alle kennisgevingen of verzendingen tussen de kerkfabriek en de toezichthoudende overheid en tussen het centraal kerkbestuur en de toezichthoudende overheid gebeuren op de wijze, bepaald door de Vlaamse Regering.

Het college van burgemeester en schepenen kan, bij een gemotiveerd besluit, de uitvoering schorsen van een besluit waarbij de kerkraad of het centraal kerkbestuur het gemeentelijke belang en, inzonderheid, de financiële belangen van de gemeente schaadt.

Het schorsingsbesluit moet aan de kerkfabriek en het centraal kerkbestuur worden verstuurd binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat op de dag nadat de notulen bij de gemeenteoverheid zijn ingekomen.

Van de schorsing wordt in de notulen melding gemaakt in de rand van het desbetreffende besluit.

Van het schorsingsbesluit wordt door het college van burgemeester en schepenen dadelijk kennisgegeven aan de provinciegouverneur, het erkend representatief orgaan en de Vlaamse regering. Het regelmatig geschorste besluit kan worden ingetrokken.

De kerkraad of het centraal kerkbestuur, naar gelang van het geval, kan het geschorste besluit gemotiveerd handhaven binnen een termijn van honderd dagen die ingaat op de dag na het versturen van het schorsingsbesluit. In dit geval wordt het handhavingsbesluit, op straffe van nietigheid van het geschorste besluit, uiterlijk de laatste dag van die termijn naar de Vlaamse regering gestuurd met een afschrift aan het college van burgemeester en schepenen, de provinciegouverneur en het erkend representatief orgaan.

De termijn waarin de overheden, vermeld in artikel 58 en 59, een besluit van de kerkraad of van het centraal kerkbestuur kunnen schorsen of vernietigen, wordt gestuit als de toezichthoudende overheid het dossier over dat besluit bij de kerkfabriek of het centraal kerkbestuur opvraagt of aanvullende inlichtingen vraagt. Als de toezichthoudende overheid een klacht ontvangt, stuit dat ook de termijn, op voorwaarde dat die klacht verstuurd wordt op de wijze die de Vlaamse Regering bepaalt.
De dag nadat de toezichthoudende overheid het dossier of de aanvullende inlichtingen heeft ontvangen, begint een nieuwe termijn van dertig dagen.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de notulen van de kerkraad Sint-Quintinus (27 februari 2024)

9.

2024_CBS_00276 - Kerkraad Sint-Jozef Halveweg: notulen - Kennisneming

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
9.

2024_CBS_00276 - Kerkraad Sint-Jozef Halveweg: notulen - Kennisneming

2024_CBS_00276 - Kerkraad Sint-Jozef Halveweg: notulen - Kennisneming

Motivering

Feiten context en argumentatie

Alle kennisgevingen of verzendingen tussen de kerkfabriek en de toezichthoudende overheid en tussen het centraal kerkbestuur en de toezichthoudende overheid gebeuren op de wijze, bepaald door de Vlaamse Regering.

Het college van burgemeester en schepenen kan, bij een gemotiveerd besluit, de uitvoering schorsen van een besluit waarbij de kerkraad of het centraal kerkbestuur het gemeentelijke belang en, inzonderheid, de financiële belangen van de gemeente schaadt.

Het schorsingsbesluit moet aan de kerkfabriek en het centraal kerkbestuur worden verstuurd binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat op de dag nadat de notulen bij de gemeenteoverheid zijn ingekomen. Van de schorsing wordt in de notulen melding gemaakt in de rand van het desbetreffende besluit. Van het schorsingsbesluit wordt door het college van burgemeester en schepenen dadelijk kennisgegeven aan de provinciegouverneur, het erkend representatief orgaan en de Vlaamse regering. Het regelmatig geschorste besluit kan worden ingetrokken.

De kerkraad of het centraal kerkbestuur, naar gelang van het geval, kan het geschorste besluit gemotiveerd handhaven binnen een termijn van honderd dagen die ingaat op de dag na het versturen van het schorsingsbesluit. In dit geval wordt het handhavingsbesluit, op straffe van nietigheid van het geschorste besluit, uiterlijk de laatste dag van die termijn naar de Vlaamse regering gestuurd met een afschrift aan het college van burgemeester en schepenen, de provinciegouverneur en het erkend representatief orgaan.

De termijn waarin de overheden, vermeld in artikel 58 en 59, een besluit van de kerkraad of van het centraal kerkbestuur kunnen schorsen of vernietigen, wordt gestuit als de toezichthoudende overheid het dossier over dat besluit bij de kerkfabriek of het centraal kerkbestuur opvraagt of aanvullende inlichtingen vraagt. Als de toezichthoudende overheid een klacht ontvangt, stuit dat ook de termijn, op voorwaarde dat die klacht verstuurd wordt op de wijze die de Vlaamse Regering bepaalt.

De dag nadat de toezichthoudende overheid het dossier of de aanvullende inlichtingen heeft ontvangen, begint een nieuwe termijn van dertig dagen.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de notulen van de kerkraad Sint-Jozef Halveweg (11 december 2023)

10.

2024_CBS_00277 - Vraag Heivinkstraat 26 - aankoop aangrenzende grond - Weigering

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
10.

2024_CBS_00277 - Vraag Heivinkstraat 26 - aankoop aangrenzende grond - Weigering

2024_CBS_00277 - Vraag Heivinkstraat 26 - aankoop aangrenzende grond - Weigering

Motivering

Verwijzingsdocumenten

CBS 22/04/1996;

CBS 22/05/2018;

CBS 10/10/2023;

CBS 28/11/2023;

CBS 09/01/2024;

CBS 06/02/2024.

Feiten context en argumentatie

Dhr. Bruno Lelito kreeg in 1996 toelating van de gemeente Zonhoven om een stuk van een perceel gemeente-eigendom gratis in gebruik te nemen. De enige voorwaarden waren dat deze op eerste verzoek ontruimd dienden te worden en dat hier geen constructies of gebouwen opgericht mochten worden.

In de loop der tijd heeft dhr. Lelito meerdere constructies en gebouwen gevestigd op de grond eigendom van de gemeente, het gaat concreet om verschillende tuinhuizen, hondenhok, grote mate van verhardingen, een ingebouwd zwembad etc. Dhr. Lelito heeft daarnaast op eigen initiatief en zonder vraag noch goedkeuring het gebied dat hij in gebruik nam, uitgebreid met ongeveer 150 ca. In 2018 besliste het college dhr. Lelito aan te manen alle constructies op te ruimen en zich terug te beperken tot het deel hem toebedeeld. Hier werd geen gevolg aan gegeven door dhr. Lelito.

Omdat de buren, die hetzelfde gratis gebruik onder dezelfde voorwaarden kregen, zich ook niet allemaal even goed aan de voorwaarden hielden, werd het gratis gebruik stopgezet. Dhr. Lelito kreeg, net als zijn buren, evenwel de opportuniteit de gronden aan te kopen. 

In navolging van dit aanbod, vroeg dhr. Lelito of het ook mogelijk was slechts een deel van de gratis toebedeelde grond aan te kopen. Hij vroeg twee alternatieven, in functie van zijn beschikbaar budget. Het college van burgemeester en schepenen heeft hierbij ingestemd en de landmeter-expert de opdracht gegeven om twee schattingen, voor twee gronden op te maken. Dhr. Lelito werd begin januari 2024 uitgenodigd diens akkoord te geven over de aankoop van deze gronden. Het gaat concreet om 1a31ca (grond t.e.m. zwembad), dan wel 3a66ca (grond met zwembad t.e.m. hondenhok).

Dhr. Lelito vroeg later, middels e-mail verzonden naar schepen Vandeput op 23 januari 2024, de mogelijkheid om meer aan te kopen dan hem (initieel) aangeboden werd. Ook hier vroeg hij opnieuw twee verschillende opties. In beide gevallen gaat het echter om méér grond dan dat de gemeente hem ooit in gratis gebruik heeft toebedeeld op basis van het plan zoals gedocumenteerd in de archieven van de gemeente. Om die reden besliste het college van burgemeester en schepenen, in lijn met haar beslissingen van 22/05/2018 en 10/10/2023, de vraag te weigeren en duidelijk te maken dat dhr. Lelito enkel het stuk kon aankopen wat hem in 1996 in gratis gebruik werd gegeven.

Dhr. Lelito bracht later in maart 2024, bij een gesprek met schepen Vandeput een ander plan aan dan in het bezit van de administratie, waar met markeerstift een deel groter dan het deel in de gemeentelijke archieven aangeduid, zichtbaar is dewelke toegevoegd zou zijn bij de brief uit 1996 waarin de gemeente het gratis gebruik uiteenzet.

Gelet op het feit dat dit plan eenzijdig door dhr. Lelito wordt aangebracht en dit niet in lijn is met de documenten uit de gemeentelijke archieven, wordt geadviseerd hier geen waarde aan te hechten. Zelfs in het geval dat plan werkelijk bij de zending uit 1996 gevoegd zou zijn, is er nog steeds geen enkele verplichting voor de gemeente Zonhoven om op de vraag van dhr. Lelito in te gaan.

Er wordt bijgevolg aangeraden de beslissing van het college van burgemeester en schepenen zoals beslist in zitting op zowel 22/05/2018, 10/10/2023 alsook 06/02/2024 te (her)bevestigen.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen beslist haar beslissing genomen op 22/05/2018, 10/10/2023 en 06/02/2024 te herbevestigen.

11.

2024_CBS_00278 - Huur gronden Bokrijkseweg - Addendum - Goedkeuring

Goedgekeurd
11.

2024_CBS_00278 - Huur gronden Bokrijkseweg - Addendum - Goedkeuring

2024_CBS_00278 - Huur gronden Bokrijkseweg - Addendum - Goedkeuring
12.

2024_CBS_00279 - Grond gelegen hoek Steentweg-Vilhoekstraat - Actualisatie schattingsverslag - Principiële Goedkeuring

Goedgekeurd
12.

2024_CBS_00279 - Grond gelegen hoek Steentweg-Vilhoekstraat - Actualisatie schattingsverslag - Principiële Goedkeuring

2024_CBS_00279 - Grond gelegen hoek Steentweg-Vilhoekstraat - Actualisatie schattingsverslag - Principiële Goedkeuring
13.

2024_CBS_00280 - Woonbeleid - bezwaren tegen de opname in het leegstandsregister en verwaarlozingsregister - Goedkeuring

Goedgekeurd
13.

2024_CBS_00280 - Woonbeleid - bezwaren tegen de opname in het leegstandsregister en verwaarlozingsregister - Goedkeuring

2024_CBS_00280 - Woonbeleid - bezwaren tegen de opname in het leegstandsregister en verwaarlozingsregister - Goedkeuring
14.

2024_CBS_00281 - OMV - Vergunning - Heuvenstraat 59/1-16, 61, 63 en Kleine Eggestraat 32/1-10 - 2023/00114 - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
14.

2024_CBS_00281 - OMV - Vergunning - Heuvenstraat 59/1-16, 61, 63 en Kleine Eggestraat 32/1-10 - 2023/00114 - Goedkeuring

2024_CBS_00281 - OMV - Vergunning - Heuvenstraat 59/1-16, 61, 63 en Kleine Eggestraat 32/1-10 - 2023/00114 - Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR

Dossiernummer:    2023/00114

Referentie omgevingsloket:    OMV_2023080900

Inrichtingsnummer:    20230907-0059

Ondernemingsnummer exploitant:    0427782272  

De aanvraag, ingediend door IMMO S. BVBA gevestigd te Heuvenstraat 63 te 3520 Zonhoven, werd ontvangen op 21/06/2023 en op 12/10/2023 ontvankelijk en volledig verklaard.

De aanvraag gaat over een terrein, gelegen Heuvenstraat 59/1-16, /1-16, 61, 63, Kleine Eggestraat 32/1-10 en /1-10, kadastraal gekend als afdeling 3 sectie E nrs. 149W en 149S.

De aanvraag gaat over het slopen van bestaande bebouwing en het oprichten van een nieuw gebouw met een horecaruimte, een dienstenruimte, 26 appartementen en een parkeerkelder.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen en de exploitatie van een of meerdere ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

De gemeentelijke omgevingsambtenaar heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de geldende wettelijke bepalingen, (in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid, het decreet Natuurbehoud en hun uitvoeringsbesluiten).

1.    STEDENBOUWKUNDIGE BASISGEGEVENS

    De locatie van de aanvraag is volgens het Origineel bij Koninklijk besluit goedgekeurd gewestplan op 3 april 1979 gelegen in woongebied.

De locatie van de aanvraag is niet gelegen binnen een bijzonder plan van aanleg.

De locatie van de aanvraag is gelegen binnen het ruimtelijk uitvoeringsplan grup afbakening regionaalstedelijk gebied Hasselt-Genk, goedgekeurd op 20 juni 2014.

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Volgende verordeningen zijn van kracht:

•    algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997;

•    gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake openluchtrecreatieve verblijven goedgekeurd op 8 juli 2005;

•    gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten,... goedgekeurd op 23 juni 2006;

•    gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

2.    HISTORIEK

    Volgende dossiers zijn relevant: 

•    Stedenbouwkundige vergunning (1951/00053) voor bouwen van een handelshuis - goedgekeurd op 31/03/1951.

•    Stedenbouwkundige vergunning (1951/00092) voor bouwen van een wasserij. - goedgekeurd op 03/09/1951.

•    Stedenbouwkundige vergunning (1963/00228) voor appartementsgebouw - goedgekeurd op 10/12/1963.

•    Stedenbouwkundige vergunning (1964/00041) voor afsluiting, fietsen- en autoberging - goedgekeurd op 25/02/1964.

•    Stedenbouwkundige vergunning (1966/00072) voor technische bouwlaag op 3de verdieping - goedgekeurd op 27/02/1967.

•    Stedenbouwkundige vergunning (1979/00090) voor bijbouwen verdieping op wasserij - geweigerd op 26/07/1979.

•    Stedenbouwkundige vergunning (1983/00089) voor uitbreiding wasserij met 2 woongelegenheden - goedgekeurd op 05/09/1983.

•    Bouwmisdrijf dossier 1951/0001 voor oprichten van een gebouw niet volgens de rooilijn (rooilijn langs de Eggestraat werd niet gevolgd). (Wasserij Saenen) proces-verbaal nr. 451/A/1951 opgemaakt op 03/10/1951.

•    Bouwmisdrijf dossier 1964/0001 voor het oprichten demonteerbare zaal, proces-verbaal nr. 1012 opgemaakt op 02/11/1964.

•    Bouwmisdrijf dossier 1959/0001 voor oprichten van een gebouw tegen de gevel van bestaande wasserij zonder in bezit te zijn van een machtiging (werken uitgevoerd in betonplaten),  proces-verbaal nr. 496/A opgemaakt op 30/10/1959.

•    Bouwmisdrijf dossier 1975/0004 voor verbouwingswerken uitgevoerd aan achterzijde van wasserij, gelegen langs de Kleine Eggestraat.(muur in betonplaten vervangen door prefab), proces-verbaal nr. A/8 opgemaakt op 10/01/1975.

•    Bouwmisdrijf dossier 1980/0007 voor bestaand gebouw verbouwen en uit te breiden zonder vergunning (volumevermeerdering), proces-verbaal nr. 2/55 opgemaakt op 16/02/1981.

3.    BESCHRIJVING OMGEVING EN AANVRAAG

    Beschrijving van de plaats & omgeving

Het eigendom bevindt zich aan de Heuvenstraat, een gewestweg, in het centrum van Zonhoven en grenst eveneens aan de gemeentewegen Kapelhof en achteraan aan de Kleine Eggestraat. 

De nabije en ruimere omgeving bestaat hoofdzakelijk uit eengezinswoningen, meergezinswoningen en handelspanden in een gesloten bebouwing. De bebouwing varieert van 1 bouwlaag tot 4 bouwlagen met setback onder hellende en platte daken, en is voornamelijk afgewerkt in een gevelsteen in diverse tinten en texturen.

Het eigendom is vandaag reeds bebouwd, wordt gevormd door de percelen met huisnummers 59, 61, 63 en 65, en bestaat uit een aantal verouderde gebouwen waaronder enkele ruimtes voor diensten met appartementen en een horecazaak.

Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag betreft het oprichten van een gebouw met een ruimte voor diensten, een horecaruimte en 26 appartementen. Het eigendom betreft een hoekperceel waarbij er bebouwing wordt voorzien in functie van de 3 wegen. Het nieuw op te richten gebouw sluit qua voorgevelbouwlijn aan bij het linksgelegen gebouw nr. 57 dat bestaat uit 2 bouwlagen en een zadeldak. Het nieuwe ontwerp bestaat hier uit 3 bouwlagen en een terugspringende (zowel van de voorgevel als linker zijgevel) vierde bouwlaag. Enkel de circulatieruimte op de vierde bouwlaag bevindt zich op de linker perceelgrens. De visuele kroonlijsthoogte bedraagt ter hoogte van de aansluiting met de linker buur 10,06 meter, gemeten vanaf het voorliggende maaiveld. Op 3,40 meter van de linker perceelgrens springt het volume dan terug verder naar voor, waardoor de visuele kroonlijsthoogte hier 13,21 meter bedraagt, gemeten vanaf het voorliggende maaiveld. Het gebouw krijgt op de hoek Heuvenstraat – Kapelhof een extra bouwlaag  als accent, waardoor de totale bouwhoogte hier 16,41 meter bedraagt, gemeten vanaf het voorliggende maaiveld. De bebouwing in functie van de Kleine Eggestraat bestaat uit 4 bouwlagen met een kroonlijsthoogte van 13,21 meter. Ter hoogte van de achterzijde van de  woning nr. 57 en tot tegen de rechter perceelgrens bestaat het nieuwe gebouw uit 1 bouwlaag (waar zich de grote fietsenberging bevindt) met een kroonlijsthoogte van ca. 3,70 meter. 

Langs de Heuvenstraat wordt op het gelijkvloers – dat volledig dicht wordt gebouwd - een ruimte voor diensten en een horecagelegenheid voorzien die tot op de hoek met Kapelhof komt. Aansluitend aan de horecazaak wordt op deze hoek ook het buitenterras voorzien deels overdekt door de bovenliggende terrassen. Er worden twee hoofdtoegangen voorzien, één langs de Heuvenstraat en een andere langs de Kleine Eggestraat. Langs de hoofdtoegang van de Kleine Eggestraat wordt nog een kleine fietsenstalling voor 7 fietsen voorzien . Aan de Kleine Eggestraat situeren zich verder ook nog een ruimte voor containers voor de horecazaak, de toegang naar de ondergrondse parkeergarage en een grote fietsenstalling voor minimum 96 fietsen en een 6 tal bakfietsen.

Het kelderniveau volgt volledig de contouren van het gelijkvloers en heeft als functie parkeerkelder en het voorzien van de nodige private bergruimtes voor de bewoners.

Boven het gelijkvloers worden de appartementen voorzien. Op verdieping 1 bevinden zich 9 appartementen (3 appartementen met één slaapkamer en 6 appartementen met twee slaapkamers, die toegankelijk zijn via de gemeenschappelijke daktuin doormiddel van overdekte passerellen. Alle appartementen worden voorzien van terrassen aan de voorzijde waarbij het kleinste terras een oppervlakte heeft van 12,24m². Verdieping 2 is identiek aan verdieping 1 en bevat eveneens 9 appartementen (3 appartementen met één slaapkamer en 6 appartementen met twee slaapkamers). Vanaf verdieping 3 wordt er met een set-back gebouwd. Op dit verdiep bevinden zich 6 appartementen (1 appartement met één slaapkamer, 3 appartementen met twee slaapkamers en 2 appartementen met drie slaapkamers), dewelke ook bereikbaar zijn via een passerel. Alle appartementen worden voorzien van terrassen aan de voorzijde waarbij het kleinste terras een oppervlakte heeft van 9,8m². Op verdieping 4 tenslotte wordt een accent op de hoek met Kapelhof voorzien met twee appartementen (1 appartement met twee slaapkamers en 1 appartement met 3 slaapkamers), dewelke ook bereikbaar zijn via een passerel. Ook deze  appartementen worden voorzien van terrassen aan de voorzijde waarbij het kleinste terras een oppervlakte heeft van 26,38m². De terrassen springen vanaf verdieping 1 maximaal 60 cm uit ten opzichte van de bouwlijnen.

Het gebouw wordt gekenmerkt door een reeks horizontale banden die door hoofdzakelijk glas van elkaar gescheiden zijn. De gevelbekleding bestaat hoofdzakelijk uit lichtgrijs genuanceerde gevelsteen. Als extra accent zal er gewerkt worden met houten gevelbekleding in naturel kleur. Alle buitenschrijnwerk wordt uitgevoerd in zwarte aluminium profielen.

De daktuin wordt voorzien van een intensief groendak met prairi beplanting en grassen. Er wordt een hoge groenbuffer (onder de vorm van een haag) voorzien richting de aanpalende bebouwing. 

Tenslotte wordt in de voortuinstrook ter hoogte van de Kleine Eggestraat 1 hemelwaterput, 5 infiltratieputten en 2 zones voor ondergrondse containers voorzien. De voortuinstrook wordt deels verhard met waterdoorlatende klinkers en deels voorzien met groen. De inrit naar de ondergrondse parkeergarage wordt uitgevoerd in beton.

Beschrijving van de milieuaspecten

De aanvraag betreft een nieuwe inrichting met een 28 warmtepompinstallaties met een totaal geïnstalleerd vermogen van 231 kW. De installatie bestaat uit 26 warmtepompen van elk 6 kW voor de appartementen, 1 warmtepomp met een geïnstalleerd vermogen van 20 kW voor de dienstenruimte en 1 warmtepomp met een geïnstalleerd vermogen van 55 kW voor de horecaruimte.

Met volgende aangevraagde rubrieken:

Rubriek    Omschrijving    Hoeveelheid    Klasse

16.3.2°b)    In totaal 28 warmtepompen voor het verwarmen en koelen  met een totaal geïnstalleerd vermogen van 231 kW. (Nieuw)    231 kW    2

Zodat de ingedeelde inrichting of activiteit voortaan omvat:

Rubriek    Omschrijving    Hoeveelheid    Klasse

16.3.2°b)    In totaal 28 warmtepompen voor het verwarmen en koelen  met een totaal geïnstalleerd vermogen van 231 kW. (Nieuw)    231 kW    2

4.    OPENBAAR ONDERZOEK 

    Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.

Het openbaar onderzoek werd georganiseerd van 22 oktober 2023 t.e.m. 20 november 2023.

5.    ADVIEZEN

    Aan volgende adviesverleners werd advies gevraagd:

•    dienst mobiliteit

•    dienst patrimonium

•    dienst facilitair management

•    dienst lokale economie

•    dienst contractmanagement

•    Dienst Water en Domeinen provincie Limburg

•    Hulpverleningszone Zuid-West Limburg, dienst preventie

•    Agentschap Wegen en Verkeer

•    Proximus

•    Inter

•    Fluvius

•    De Watergroep

•    Omgevingsloket Wyre

•    FOD Binnenlandse Zaken - ASTRID veiligheidscommissie.

6.    PROJECT-MER

    Het project komt voor op bijlage III van het project-m.e.r.-besluit, nl. rubriek 10b – stadsontwikkelingsprojecten en rubriek 10j – werken voor onttrekken van grondwater.  Daarom moet een project-m.e.r. opgemaakt worden, tenzij de initiatiefnemer via een project-m.e.r.-screening kan aantonen dat het project geen aanzienlijke milieueffecten zal veroorzaken. Er werd een project-m.e.r.-screening bij de aanvraag gevoegd. De effecten op milieu en omgeving werden voldoende omschreven en uit de screening blijkt dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

7.    BESLISSING GEMEENTERAAD INZAKE GEMEENTEWEGEN

De gemeenteraad heeft in zitting van 29 januari 2024 het volgende beslist:

De gemeenteraad keurt de wijziging van de rooilijn Kleine Eggestraat, zoals weergegeven op het ingediende plan “Ontwerp-Rooilijnplan” opgesteld door landmeter-expert Bart Cleuren dd. 13/06/2023, goed onder de voorwaarde dat de helling naar de ondergrondse parking pas mag starten vanaf de rooilijn.

Het rooilijnplan opgesteld door landmeter-expert Bart Cleuren dd. 13/06/2023 wordt als integrerend deel gehecht aan dit besluit.

8.    INHOUDELIJKE BEOORDELING

    Decretale beoordelingselementen

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de VCRO kan gesteld worden dat de Heuvenstraat, de Kapelhof en de Kleine Eggestraat voldoende uitgeruste openbare wegen zijn.  

De aanvraag gaat niet over de oprichting van een bedrijfswoning.

Wat betreft de toegang van personen met een functiebeperking tot voor het publiek toegankelijke onroerende goederen werd d.d. 3 november 2023 een gunstig advies met voorwaarden verleend door Inter Vlaanderen (zie onderdeel “bespreking van de adviezen”). 

De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook.

Op 29 januari 2024 heeft de gemeenteraad volgende beslissing genomen: 

“Artikel 1

De gemeenteraad keurt de wijziging van de rooilijn Kleine Eggestraat, zoals weergegeven op het ingediende plan “Ontwerp-Rooilijnplan” opgesteld door landmeter-expert Bart Cleuren dd. 13/06/2023, goed onder de voorwaarde dat de helling naar de ondergrondse parking pas mag starten vanaf de rooilijn.

Artikel 2

Het rooilijnplan opgesteld door landmeter-expert Bart Cleuren dd. 13/06/2023 wordt als integrerend deel gehecht aan dit besluit.

Artikel 3 

Zonering

Het perceel is volgens het zoneringsplan voor riolering, van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), gelegen in centraal gebied. Er is al geruime tijd riolering aanwezig en die is aangesloten op een waterzuivering. Er moet geen septische put voorzien worden.

Toegankelijkheid

De aanvraag valt onder de toepassing van het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen, tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid. Dit besluit trad in werking op 1 maart 2010.

Om die reden werd advies gevraagd aan Inter Vlaanderen. Op 3 november 2023 werd er door Inter Vlaanderen een gunstig advies met voorwaarden verleend (zie onderdeel “bespreking van de adviezen”). 

Waterparagraaf

Het decreet over het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013 en het wijzigingsbesluit van 25 november 2022, legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd worden. Deze watertoets schat de eventuele schadelijke effecten in ten koste van de watersystemen bij de inname van ruimte.

Sedert de inwerkingtreding van omzendbrief OMG/2022/1 d.d. 15/12/2022 dient de vergunningverlenende overheid de watertoets op een gewijzigde manier uit te voeren bij dossiers ingediend vanaf 01/01/2023.  De watertoetsprocedure werd geoptimaliseerd, er werden aandachtspunten en richtlijnen geformuleerd en het kaartmateriaal inzake overstromingsgevoelige gebieden werd aangepast.

Het voorliggende bouwproject heeft een behoorlijke oppervlakte maar ligt noch in een pluviaal, noch in een fluviaal overstromingsgebied. Het terrein is logischerwijze evenmin in een gebied voor zeeoverstromingen gesitueerd.

Met betrekking tot de impact op oppervlaktewater werd de aanvraag voor advies voorgelegd aan de waterbeheerder, de provinciale dienst Water en Domeinen.

Het advies van 28 november 2023 van de waterbeheerder, de dienst Water en Domeinen is voorwaardelijk gunstig: 

•    Het buffervolume van het groendak moet minimaal 35 l/m² bedragen. Als dit niet gerealiseerd wordt, mag de dakoppervlakte niet door 2 gedeeld worden bij de berekening van de dimensionering van de infiltratieputten.

•    De infiltratievoorzieningen moeten volledig boven de grondwaterstand (vast te stellen) worden aangelegd.

Mits voldaan wordt aan de gestelde voorwaarden van de waterbeheerder én mits voldaan wordt aan de hemelwaterverordening, doorstaat de aanvraag de watertoets.

Door de toename van de verharde oppervlakte wordt de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit moet gecompenseerd worden overeenkomstig de normen vastgelegd in de geldende gewestelijke hemelwaterverordening:

De plannen geven aan dat voor het nieuw op te richten gebouw (deels groendak en daktuin) en de betonverharding een hemelwaterput voorzien wordt met een inhoud van 10.000 liter en recuperatie van het hemelwater voor wc’s, dienstkranen en buitenkranen. De overloop van de hemelwaterput wordt aangesloten op een infiltratievoorziening (5 infiltratieputten met een totaalvolume van 24.050 liter) waarvan de oppervlakte en het volume moeten voldoen aan de verordening.

Omwille van de voorwaarden van de waterbeheerder dienen aanpassingen te gebeuren aangezien de infiltratieputten niet aan de voorwaarden voldoen.

In samenspraak met de architect werden volgende aanpassingen en aanvullingen doorgevoerd op 13/03/2024:

•    Voor de horecazaak wordt een hoger hergebruik van regenwater verwacht. Er werd hiervoor een berekening gemaakt met de online rekentool voor hergebruik (in bijlage). Alle toiletten van de zaak, alsook een wasmachine worden hierop aangesloten.

•    De regenwaterput werd vergroot van 10.000 L naar 15.000 L omwille van het verhoogd hergebruik voor de horecazaak (zie technische fiche in bijlage)

•    De infiltratieputten werden vervangen door ondiepe infiltratiekratten teneinde steeds boven de grondwaterstand te blijven.

De infiltratiekratten hebben per stuk een capaciteit van 1.200 L en een oppervlakte van 3,6 m².

Er worden 12 stuks voorzien (zie technische fiche in bijlage)

•    Technische fiche van de groendaken toegevoegd teneinde aan te tonen dat deze minimaal een buffer hebben van 35 L/m².

Dit geldt voor de extensieve groendaken. De gemeenschappelijke daktuin is een intensief groendak waardoor de totale buffer hier zelfs nog groter is. Ter verduidelijking, het toegepaste groendak in de technische fiche betreft de tweede (gemarkeerd in geel)

•    Op plan werden alle waarden herrekend in functie van het hergebruik, de infiltratiekratten en de capaciteit van de groendaken om aan te tonen dat er voldaan wordt aan de geldende regelgeving.

•    In bijlage werden onderstaande documenten toegevoegd:

o    Kelderplan met intekening infiltratiekratten, regenwaterput 15.000 L en berekening buffercapaciteit en oppervlakte

o    Technische fiche groendaken

o    Technische kaart regenwaterput 15.000 L 

o    Technische fiche infiltratiekratten (dit is een voorbeeld aangezien er veel opties op de markt beschikbaar zijn, we wensen hier enkel aan te tonen dat de toepassing in uitvoering zeker realistisch is).

De aanpassingen hebben geen impact op enig ander onderdeel van de aanvraag.

Met de aanpassingen wordt voldaan aan de voorwaarden van de waterbeheerder en aan de GSVH.

De verordening is niet van toepassing op de aanleg van de voorziene waterdoorlatende verhardingen. Het hemelwater dat op de verharding valt, wordt namelijk niet opgevangen en afgevoerd, maar kan volgens de aanvraag op natuurlijke wijze op eigen terrein in de bodem infiltreren.

Mits naleving van bovenstaande voorwaarden kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt is. 

Gezien de aanvraag voldoet aan de hemelwaterverordening, doorstaat deze ook de droogtetoets. Het effect van droogte wordt namelijk gemilderd door het regenwater dat op het terrein terecht komt maximaal vast te houden.

De aanvraag doorstaat de watertoets en voldoet aan de bepalingen van de hemelwaterverordening.

Natuurtoets

Het perceel is niet gelegen binnen of grenzend aan een speciaal beschermingsgebied. Omwille van de ligging, de aard van het project en de afstand tot de waardevolle natuurgebieden wordt gesteld dat er geen impact is van de projectaanvraag op de natuurwaarden. 

Erfgoed- & Archeologietoets

Het perceel is niet gelegen binnen een beschermd stads- of dorpsgezicht. De zone Kapelhof werd wel opgenomen als beschermd monument “Kapel van de Heuven” en als  beschermd stads- of dorpsgezicht “Kapel van de Heuven: kapelhof”. De aanvraag heeft geen negatieve impact op deze zone.

Conform het Onroerenderfgoeddecreet d.d. 12/07/2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag gezien de oppervlakte van het perceel kleiner is dan 3000 m².

Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening

Functionele inpasbaarheid

Het ontwerp bestaat uit het bouwen van een ruimte voor diensten, een horecaruimte en 26 appartementen. De voorgestelde functies zijn functioneel inpasbaar op deze locatie, nl. de kern van Zonhoven.

Mobiliteitsimpact

Op 18 oktober 2023 leverde het Agentschap Wegen en Verkeer een voorwaardelijk gunstig advies af maar stelde het zich vragen over het aantal parkeerplaatsen. Wat het aantal parkeerplaatsen betreft kan er enerzijds worden verwezen naar het voorwaardelijk gunstig advies van de interne dienst Mobiliteit d.d. 21 februari 2024 waar er geen opmerkingen worden geformuleerd over het aantal parkeerplaatsen voor auto’s. Anderzijds is het eigendom gelegen in het centrum van de gemeente waarbij bewoners sneller kiezen voor het gebruik van een ander vervoersmiddel dan de auto. Zo wordt er o.a. een ruime fietsenberging voorzien voor 96 fietsen (20 meer dan aanbevolen), een ruimte voor buitenmaatse fietsen, een fietsenberging voor 7 fietsen aan de inkom Kleine Eggestraat en is er een bushalte op minder dan 30 meter van het eigendom. Gezien de aanwezige fietsenbergingen, de ligging aan een bushalte en de ligging in het centrum van de gemeente is een parkeernorm van 1 parkeerplaats per appartement voldoende. De resterende parkeerplaatsen kunnen benut worden door het personeel/eigenaars van de horecazaak en/of dienstenruimte. Het parkeren voor de bezoekers van de horecaruimte als de dienstenruimte kan op het openbaar domein gebeuren, hetgeen ook zo voor andere panden werd toegepast. De ontsluiting van de parkeerkelder wordt voorzien aan de Kleine Eggestraat. De helling naar de ondergrondse parking mag evenwel pas starten vanaf de rooilijn en mag de eerste 5 meter, gemeten vanaf de rooilijn, slechts een hellingsgraad van 4% hebben. Dit zal als voorwaarde worden opgenomen in de omgevingsvergunning. Mits naleving van deze voorwaarde is de toegang vanaf de ondergrondse parking tot het openbaar domein verkeersveilig. Er wordt geen negatieve impact op de mobiliteit verwacht door voorliggende aanvraag.

Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid en visueel-vormelijke elementen

Het eigendom is gelegen in het centrum van Zonhoven waar gesloten bebouwing toegelaten wordt. Het college van burgemeester en schepenen besliste op 5 maart 2019 om akkoord te gaan met het voorstel van de administratie om voor een bouw- of verbouwproject gelegen langs de Dorpsstraat, Heuvenstraat, Genkerbaan en Rode Kruisweg 3 volwaardige bouwlagen mét zadeldak toe te laten. Los van de beslissing van 5 maart 2019 wordt voorliggende eigendom  bovendien omwille van haar locatie als “poort” van het centrum van de gemeente Zonhoven beschouwd. Om dit ook duidelijk te maken in het straatbeeld wordt uitzonderlijk deels een 5de bouwlaag op de hoek van het project ter hoogte van Kapelhof toegelaten waarin 2 appartementen worden voorzien, één appartement gericht naar de Heuvenstraat en één appartement gericht naar Kapelhof. In het deels teruggetrokken volume ter hoogte van de Kleine Eggestraat bevindt zich de circulatieruimte. 

De gelijkvloerse verdieping wordt volledig dicht gebouwd met een horecaruimte, een dienstenruimte, 2 fietsenruimten en de circulatieruimten. Gelet op de perceelconfiguratie - smal op de hoek om dan breder te worden richting het noorden – is het dichtbouwen van het hoekperceel vanuit ruimtelijk oogpunt aanvaardbaar, aangezien er ook gewerkt wordt met een daktuin. De daktuin heeft een oppervlakte van 339m² en wordt deels voorzien van grassen en struiken. Aan de noordelijke zijde van de daktuin (zijde aanpalende bebouwing) wordt een haag voorzien met een hoogte van 1,80 meter. Op de verdiepingen worden de appartementen voorzien i.f.v. de aangrenzende straten. Hierdoor ontstaat er ruimte voor de daktuin waar ook de toegangen naar de appartementen via passerellen worden voorzien. Het perceel wordt tenslotte ook volledig onderkelderd i.f.v. het parkeren en het voorzien van bergingen. 

Voorliggend voorstel voorziet ter hoogte van de aansluiting met het eigendom Heuvenstraat 57 in 3 bouwlagen met een teruggetrokken 4de bouwlaag, hetgeen qua volume in overeenstemming is met 3 bouwlagen met een teruggetrokken 4de bouwlaag. Het aanpalende eigendom Heuvenstraat 57 kan in de toekomst op het voorgestelde bouwvolume probleemloos aansluiten indien gewenst. Ook bij het behouden van de bestaande bebouwing is de overgang tussen de bestaande bebouwing en de nieuwe voorgestelde bebouwing vanuit ruimtelijk oogpunt aanvaardbaar. De Heuvenstraat wordt immers gekenmerkt door een variatie aan bouwlagen variërend van één bouwlaag naar 4 bouwlagen en een teruggetrokken 5de bouwlaag al dan niet afgedekt met een schuin dak of een plat dak. Ter hoogte van de aansluiting aan de Kleine Eggestraat, dit ter hoogte van de tuinzone van de gebouwen Heuvenstraat nr. 55 en nr. 57, wordt er een volume bestaande uit één bouwlaag opgericht waarin de fietsenberging wordt voorzien. In de toekomst kan er indien gewenst door de aanpalende eigenaars ook op dit volume aangesloten worden. Indien er niet op wordt aangesloten heeft het voorgestelde volume geen negatieve impact op de tuinzone van de aanpalende eigendommen aangezien de bouwhoogte van dit volume wordt beperkt tot ca. 3,70 meter.

De architectuur wordt gekenmerkt door een reeks horizontale banden die door hoofdzakelijk glas van elkaar gescheiden zijn. De gevelbekleding bestaat hoofdzakelijk uit lichtgrijs genuanceerde gevelsteen. Als extra accent zal er gewerkt worden met houten gevelbekleding in naturel kleur. Alle buitenschrijnwerk wordt uitgevoerd in zwarte aluminium profielen. De voorgestelde materialen zijn algemeen aanvaardbaar binnen deze bebouwde omgeving.

Door het voorzien van 26 appartementen op het eigendom van ca. 1.550m², bekomt men een woondichtheid van 167 we/ha. Deze hoge dichtheid is hier uitzonderlijk aanvaardbaar omwille van het feit dat de locatie voor de gemeente fungeert als een poortlocatie waar deels hoger gebouwd mag worden, door de perceelconfiguratie en ligging langs twee straten waardoor voortuinen en zijtuinen ontbreken en waarbij er ook geen echte achtertuinen kunnen worden aangelegd.  Omwille van al deze aspecten is een hogere dichtheid hier uitzonderlijk aanvaardbaar.

Cultuurhistorische aspecten

Het perceel is niet gelegen binnen een beschermd stads- of dorpsgezicht. De zone Kapelhof werd wel opgenomen als beschermd monument “Kapel van de Heuven” en als  beschermd stads- of dorpsgezicht “Kapel van de Heuven: kapelhof”. Door de voorgestelde vormgeving en de gebruikte materialen heeft de aanvraag geen negatieve impact op deze zone.

Bodemreliëf

Het terrein wordt volledig onderkelderd, hetgeen aanvaardbaar is binnen deze bebouwde omgeving. De opvang en afvoer van hemelwater afkomstig van het gebouw en de verhardingen moet op eigen terrein uitgevoerd worden. 

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

Er wordt geen hinder verwacht door voorliggende aanvraag m.b.t. de gezondheid, het gebruiksgenot en de veiligheid in het algemeen zoals uitvoerig gemotiveerd bij de resultaten van het openbaar onderzoek.

Milieutechnisch luik

De aanvraag betreft een nieuwe inrichting met een 28 warmtepompinstallaties met een totaal geïnstalleerd vermogen van 231 kW. 

Met volgende aangevraagde rubrieken:

Rubriek    Omschrijving    Hoeveelheid    Klasse

16.3.2°b)    In totaal 28 warmtepompen voor het verwarmen en koelen  met een totaal geïnstalleerd vermogen van 231 kW. (Nieuw)    231 kW    2

Milieu-aspecten

De aanvraag bestaat uit 28 lucht/water warmtepompen: 26 warmtepompen van elk 6 kW voor de appartementen, 1 warmtepomp met een geïnstalleerd vermogen van 20 kW voor de dienstenruimte en 1 warmtepomp met een geïnstalleerd vermogen van 55 kW voor de horecaruimte.

Ligging t.o.v. de buurt

De inrichting is volgens het gewestplan gelegen in woongebied.

In een straal van 100 m zijn een 60-tal eengezinswoningen, meergezinswoningen en handelspanden gelegen.

Dit maakt dat de inrichting hinder kan creëren voor de buurt.

Bodem

De inrichting valt met rubrieknummer 16.3.2°b) uit de Vlaremindelingslijst niet onder de categorie van risico-inrichting. Eén van de percelen, 71443 E 149W, is echter wel een potentiële risicogrond door hinderlijke activiteiten die er hebben plaatsgevonden, namelijk een wasserij met droogkuis. 

Op 17 november 1952 werd door de Bestendige Deputatie de oprichting van een linnenwasserij vergund (dossier nr. 9350/6968) aan Heuven nr. 62, te sectie E, nr. 149/I.

Op 21 april 1988 werd door de Bestendige Deputatie een vergunning (dossier nr. 750.0/1987.244) tot exploitatie van een wasserij en droogkuisinrichting afgeleverd aan Wasserij Blanca, te Heuvenstraat 59, op het perceel Afd. 2, Sectie C, nr. 1095 F. Deze vergunning omvatte onder andere de opslag van 1.000 kg perchloorethyleen en 5.000 kg zeepproducten. Perchloorethyleen is een chloorhoudend solvent dat bij een lekkage voor een ernstige bodemverontreiniging kan zorgen. 

Het perceel waarop van 1952 tot 1992 deze risico-inrichtingen hebben plaatsgevonden, werd ten onrechte niet opgenomen als potentiële risicogrond in de gemeentelijke inventaris. Deze situatie werd op 14 december 2023 rechtgezet waarbij het kadastraal perceel sectie E nr. 149W toch als potentiële risicogrond werd opgenomen bij OVAM. 

Bij de omgevingsaanvraag werden reeds een technisch grondverslag en een oriënterend en beschrijvend bodemonderzoek toegevoegd. Dit beschrijvend bodemonderzoek werd vrijwillig uitgevoerd in het kader van een schrijven van OVAM. In de conclusie van het verslag werd vermeld dat OVAM op de hoogte gebracht zou worden van de resultaten. Bij het bodemonderzoek (15 april 2022) werden bodem- en grondwaterstalen genomen van het kadastrale perceel 149W en ter hoogte van de omliggende percelen. Hieruit blijkt dat er sprake is van een historische bodemverontreiniging ten gevolge van de activiteiten van de wasserij/droogkuis die werd uitgebaat in de periode 1952-1992. Het totale geschatte verontreinigde volume wordt geschat op 160 m³.

 Uit het Technisch Verslag van de gronden te Heuvenstraat 59-65 (9 maart 2022) blijkt dat een groot deel van de grond over code 211 beschikt, en dus vrij gebruikt kan worden. De gronden ter hoogte van de vastgestelde verontreiniging beschikken echter over codes 999 (0m20-0m50) en 411 (0m50-1m00). De grond met code 999 kan niet hergebruikt worden en dient afgevoerd te worden naar een erkende verwerker. De grond met code 411 kan, mits beperkingen, op het eigen terrein hergebruikt worden.

In kader van de omgevingsvergunning werd door de milieu ambtenaar op 20 november 2023 contact opgenomen met OVAM over het bodemdossier. Hieruit bleek dat de grond nog niet ingekleurd stond als potentieel verontreinigd perceel en dat OVAM nog geen rapport van het oriënterend en beschrijvend bodemonderzoek had ontvangen van de eigenaar. Op 14 december 2023 werd de grond alsnog als potentieel verontreinigd aangeduid.

Op 11 en 13 maart 2024 werd door de milieu ambtenaar nogmaals contact opgenomen met OVAM. Hieruit blijkt dat OVAM nog geen rapport van het oriënterend en beschrijvend bodemonderzoek heeft ontvangen.

Geluidshinder

Door de aard van de activiteiten kan het bedrijf geluidshinder veroorzaken die buiten het bedrijf waar te nemen is: De buitenunits van de warmtepompen worden op het dak geplaatst. Dit kan ook voor overlast zorgen door geluid en trillingen. 

Het bedrijf neemt al volgende maatregelen: De buitenunits worden op het dak geplaatst zodat zij voor zo weinig mogelijk hinder zullen zorgen.

Het geluid kan in dergelijke mate storend zijn, dat dit een probleem vormt en volgende maatregelen genomen moeten worden: De buitenunits moeten gegroepeerd geplaatst worden waarbij voldoende afstand gehouden wordt van de naastliggende gebouwen. De plaatsing van de buitenunits dient te gebeuren op trillingsdempende platen. Indien dit niet voldoende blijkt te zijn, dienen er bijkomende maatregelen genomen te worden, zoals bijvoorbeeld een geluidsisolerende omkasting. 

Luchtverontreiniging

Bij de warmtepompen worden koelgassen gebruikt die bij een mogelijk defect van het koelcircuit in de lucht terecht kunnen komen. 

Het bedrijf neemt al volgende maatregelen: de toestellen worden geplaatst door een erkend koeltechnisch bedrijf en worden op regelmatige basis onderhouden door een erkend koeltechnieker. Bij de keuze voor het type warmtepomp, zal rekening gehouden worden dat de koelgassen van de warmtepompen een lage GWP-waarde hebben (Global Warming Potential). 

Grondwater

De aangevraagde rubrieken hebben geen invloed op het grondwater. 

Uit de bijgevoegde documenten aan de huidige omgevingsaanvraag blijkt evenwel onvoldoende dat er geen sanering nodig is van het grondwater naar aanleiding van de vastgestelde verontreiniging. Wanneer in een later stadium de bemalingsvergunning wordt aangevraagd voor de realisatie van het project, dient de vastgestelde verontreiniging van het perceel meegenomen te worden in de bemalingsanalyse. Bij de bemalingsaanvraag dient ook een grondige motivatie toegevoegd te worden waarom er wel/geen sanering van het opgepompte grondwater dient plaats te vinden, gestaafd met een rapport van een erkende (bodem)saneringsdeskundige.

Voorwaarden

Gezien bovenstaande motivering worden volgende voorwaarden voorgesteld:

-    De van toepassing zijnde algemene en sectorale milieuvoorwaarden van Vlarem II moeten worden nageleefd.

-    Wanneer de genomen maatregelen niet voldoende blijken en er toch sprake is van geluidshinder van de warmtepompen naar de omgeving, moeten verdere stappen ondernomen te worden om de hinder tot een aanvaardbaar niveau te reduceren.

-    Bij de plaatsing van de warmtepompen moet rekening gehouden worden met de best beschikbare technieken die voorhanden zijn, om hinder naar de buurt te beperken. 

-    De exploitant bezorgt uiterlijk 3 maanden na installatie, aan de dienst leefmilieu (leefmilieu@zonhoven.be) een attest, opgesteld door de constructeur of milieudeskundige, waaruit blijkt dat de warmtepompinstallaties naar behoren werden geïnstalleerd. 

-    De exploitant bezorgt uiterlijk 3 maanden na installatie, aan de dienst leefmilieu de technische fiches van de geplaatste warmtepompinstallaties, waaruit blijkt welke types geïnstalleerd werden, wat het geïnstalleerde vermogen is en hoeveel het maximale geluidsniveau van de units bedraagt.

-    De exploitant bezorgt aan de dienst leefmilieu vóór de aanvang van de werken de conformverklaring van een erkende bodembeheerorganisatie van het Technisch Verslag.

-    De exploitant bezorgt aan de dienst leefmilieu na de uitvoering van de werken een kopie van het bodembeheerrapport.

-    Bij de vergunningsvraag voor een bemaling voor dit project, dient de vastgestelde verontreiniging in rekening genomen te worden bij de bemalingsanalyse, opgesteld door een erkende bodem(sanerings-) deskundige.

-    Er dient voldaan te worden aan o.a. art. 101-112 van het Bodemdecreet en art. 64 van het Vlarebo. De overdracht van de gronden kan pas gebeuren na een door OVAM goedgekeurd oriënterend en/of beschrijvend bodemonderzoek. Mogelijke verdere maatregelen omtrent onderzoek en sanering, opgelegd door Ovam, dienen uitgevoerd te worden voordat gestart kan worden met de bouw.  

Vergunningstermijnen

Het omgevingsproject vraagt een omgevingsvergunning van onbepaalde duur. Gezien bovenstaande motivering, kan dit gevolgd worden.

Resultaten van het openbaar onderzoek

Overeenkomstig artikel 17 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hoofdstuk 3 Toepassingsgebied van de gewone en vereenvoudigde procedure, artikels 11 t.e.m. 14 van het besluit tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning, werd dit dossier volgens de gewone procedure behandeld. Er werd bijgevolg een openbaar onderzoek gehouden. Het openbaar onderzoek werd georganiseerd van 20 oktober 2023 tot en met 20 november 2023. Er werden 6 bezwaren ingediend.

Gelet op de vereisten die de Raad voor Vergunningsbetwistingen ter zake oplegt aan de vergunningsverlener: 

Om te voldoen aan de opgelegde motiveringsverplichting volstaat het dat de vergunningverlener in haar beslissing de redenen vermeldt waarop deze is gesteund. 

Zij is er niet toe gehouden alle in de loop van de procedure aangevoerde bezwaren één voor één te beantwoorden (RvVb/A/1516/0884 van 31 maart 2016, in dezelfde zin: RvVb nr. A/2015/0261 van 21 april 2015 en RvVb/A/1516/0239 van 24 november 2015).

De bezwaarschriften werden onderzocht en kunnen als volgt worden samengevat en beoordeeld:

•    Het project ontneemt het ver zicht en dieptezicht. Nu kunnen we nog tussen de woningen door kijken. 

•    Door het project wordt het zonlicht ontnomen (ook op de zonnepanelen) alsook ontstaat er slagschaduw (dewelke hinderlijk is) op de aanpalende eigendommen. De bijgevoegde zonnestudie wordt in vraag gesteld aangezien bepaalde woningen niet werden meegenomen in deze studie. Daarom vraagt men dat deze zonnestudie opnieuw wordt uitgevoerd met de uitdrukkelijke eis om alle woningen in de Kleine Eggestraat mee te nemen om de impact duidelijk te visualiseren Daaraan gekoppeld de nodige wijzigingen aan te brengen aan het project om de hinderlijke schaduw uit te sluiten op de woningen in de Kleine Eggestraat ten oosten van het project.

•    De privacy wordt geschonden door volledige inkijk in tuin, keuken, terras, koer,…

•    Ik stel vast volgens de plannen dat er een gebouw (fietsenstalling ?) wordt opgetrokken tot op de perceelsgrens aan de achterzijde van onze eigendom. Ik ben echter van mening dat dit niet kan zonder dat hiervoor eerst onze toestemming wordt verleend en dat er in dat geval een afstand van 3 meter moet gerespecteerd worden.

•    Het is me niet helemaal duidelijk of de liftschacht van het op te trekken gebouw langs ons zich op meer of minder dan 8 meter afstand van ons gebouw bevindt maar om eventuele hinder hiervan te vermijden zou ik toch zeker wel minstens 8 meter afstand willen hebben tussen de te plaatsen liftschacht en de gevel van ons gebouw.

•    Het is me eveneens niet duidelijk hoeveel verdiepingen er komen in het aangevraagde project maar volgens een eerder schrijven van de gemeente wat wij mochten ontvangen zou er in de Heuvenstraat een bouwhoogte van 2 verdiepingen boven het gelijkvloers kunnen worden toegestaan en aangezien ons gebouw slechts 1 verdieping heeft zijn wij geen voorstander dat er langs ons een gebouw zou komen van meer dan 2 verdiepingen boven het gelijkvloers en dit om esthetische en privacy redenen. 

•    In de bekendmaking openbaar onderzoek aanvraag omgevingsvergunning worden de adresnummers Heuvenstraat 57 en 57A eveneens vermeld hoewel deze geen onderdeel uitmaken van de hernieuwde huidige aanvraag, derhalve is de bekendmaking verkeerd opgesteld wat bij buren en omliggenden tot verwarring en misvatting kan leiden en in een later stadium misschien zelfs onduidelijkheid kan veroorzaken bij de opdracht van sloping der gebouwen hoe klein de kans hiertoe misschien ook op het eerste zicht zou lijken. Ik verzoek dan ook dat de bekendmaking opnieuw en met de juiste huisnummers wordt betekend aan alle betrokkenen of een rechtzetting hiervan.

•    Door de gewijzigde verkeerssituatie in het centrum van Zonhoven rijden er veel meer auto’s langs de Kleine Eggestraat. Dit geeft dikwijls problemen aan de versmalling m.b.t. het nemen en geven van voorrang.

•    De in- en uitrit van de ondergrondse garage situeert zich net op het smalste stuk van de straat waar geen twee auto's langs elkaar kunnen rijden (de oprit van 13A en 15 ligt er tegen over).

•    Bovendien zoals ook op de plannen gezien kan worden, wanneer een auto de ondergrondse garage verlaat en op het punt staat de Kleine Eggestraat op te rijden, staat de auto op een hellend vlak. Ik stel mij hier ernstige vragen bij of de bestuurder van de auto goed zicht heeft op aankomend verkeer vanuit beide richtingen van de Kleine Eggestraat wanneer de auto stilstaat op dit hellend vlak. Dit kan tot gevaarlijke situaties leiden waarbij auto’s zonder goed zicht te hebben toch vanuit de ondergrondse garage de Kleine Eggestraat oprijden. In het geval dat er toch aankomend verkeer in de Kleine Eggestraat is, zal dit verkeer uitwijkende maneuvers moeten maken met misschien botsingen tot gevolg aangezien de Kleine Eggestraat vrij smal is op die locatie. Een betere oplossing is dat de auto op een horizontaal deel staat voordat de Kleine Eggestraat wordt opgereden. Op deze manier is de wagen goed zichtbaar voor aankomend verkeer en heeft de bestuurder van de auto ook een beter zicht op aankomend verkeer.

•    Wat men ook op het inplantingsplan vaststelt, is dat het voetpad ter hoogte van de in-en uitrit van de ondergrondse garage onderbroken wordt. Het hellend vlak van de in- en uitrit loopt door tot aan de rand van de rijweg. Dit betekent met andere woorden dat het voetpad onderbroken wordt en dat men als voetganger naar beneden moet stappen op dit hellend vlak of zich gaan begeven op de rijweg om verder te kunnen wandelen. Dit wordt dan helemaal problematisch wanneer mensen in een rolstoel of met een rollator of kinderen met een klein fietsje hier voorbij moeten wandelen. Dit is zeker geen voorbeeld van een veilige situatie voor voetgangers laat staan toegankelijk voor minder mobiele mensen. Ik zou hier toch op willen aandringen dat het ontwerp van de in-en uitrit van de garage grondig herbekeken wordt zodat dit geen bron kan worden van een onveilige verkeerssituatie.

•    Bij het realiseren van het voorliggende project zal het aantal voertuigbewegingen aanzienlijk toenemen in de Kleine Eggestraat door de bewoners, de bevoorrading van de horecaruimte en de vuilnisophaling. De combinatie van deze drie factoren zal resulteren in toenemende drukte en verkeer in de Kleine Eggestraat, die op het niveau van de westelijke perceelsgrens van perceel E161g zelfs versmalt tot slechts één rijstrook. Deze versmalling zal opstoppingen, door horecaleveringen en afvalophalingen, veroorzaken aan de oostzijde van het gebouw waardoor het verkeer niet kan doorstromen. Dit kan leiden tot files, frustraties en gevaarlijke manoeuvres tijdens dergelijke opstoppingen. 

•    In 2022 is de verkeerssituatie ook veranderd waardoor verkeer op de Genkerbaan vanuit Genk op het kruispunt met de Heuvenstraat enkel rechts mag afslaan (en niet meer links, richting Hasselt). Hierdoor wordt er meer verkeer langs de Kleine Eggestraat omgeleid. Bovendien zullen extra appartementsgebouwen worden gebouwd in de Grote Eggestraat en Rosmolenweg, wat de verkeersdrukte in de Kleine Eggestraat nog meer zal verhogen ten opzichte van de huidige situatie. 

•    Gezien deze zeer sterke toename in verkeer lijkt het zeer opportuun om de verkeerssituatie qua veiligheid te verbeteren met het oog op de toekomst. Een eerste mogelijke oplossing is de Kleine Eggestraat te knippen zodat auto’s niet meer kunnen doorstromen door de Kleine Eggestraat. Dit zal zeker de verkeersveiligheid voor de zwakkere weggebruikers van de Kleine Eggestraat ten goede komen en sluipverkeer onmogelijk maken. Een andere mogelijkheid is de versmalling ter hoogte van de westelijke perceelsgrens van perceel E161g weg te nemen en de rijbaan te verbreden, zodat er twee rijstroken beschikbaar zijn tussen het project (perceel E149w) en perceel E161g. Gezien de grondafstand die zal plaats vinden met betrekking tot deze omgevingsvergunning, zijn er zeker mogelijkheden om de rijbaan over de gehele lengte van de Kleine Eggestraat te verbreden tot twee rijstroken. Uiteraard dienen deze werken in overleg met de verantwoordelijke instantie van de Kleine Eggestraat te worden uitgevoerd. 

•    De vrees tot het ontstaan van een onveilige verkeersituatie op de kleine Eggestraat. De huidige rooilijn aan de kant van de Eggenstraat wordt meer richting het openbare ruimte verplaatst. De Eggestraat ter plaatse van de gewijzigde rooilijnen, is nu al zeer krap. De voetgangers en fietsers moeten straks helemaal uitwijken naar de autoweg. Bovendien wordt aan de Eggestraat ook de parkeergarage van het nieuwe gebouw ontsloten. Dit zal heel veel extra verkeer genereren. Waarschijnlijk zijn ook aan deze zijde van de nieuwbouw de postadressen/postbussen gesitueerd voor postbezorging en andere zaken. Ik vrees een enorme verkeerdruk op een relatief zeer enge openbare ruimte.

Behandeling van de bezwaren

Het eigendom is gelegen in het centrum van Zonhoven waar gesloten bebouwing toegelaten wordt. Het college van burgemeester en schepenen besliste op 5 maart 2019 om akkoord te gaan met het voorstel van de administratie om voor een bouw- of verbouwproject gelegen langs de Dorpsstraat, Heuvenstraat, Genkerbaan en Rode Kruisweg 3 volwaardige bouwlagen mét zadeldak toe te laten. Los van de beslissing van 5 maart 2019 wordt voorliggende eigendom  bovendien omwille van haar locatie als “poort” van het centrum van de gemeente Zonhoven beschouwd. Om dit ook duidelijk te maken in het straatbeeld wordt uitzonderlijk deels een 5de bouwlaag op de hoek van het project ter hoogte van Kapelhof toegelaten waarin 2 appartementen worden voorzien, één appartement gericht naar de Heuvenstraat en één appartement gericht naar Kapelhof. In het deels teruggetrokken volume ter hoogte van de Kleine Eggestraat bevindt zich  de circulatieruimte. 

Het feit dat een nieuwe invulling/ontwerp de eventuele bestaande zichten wijzigt is een logisch gevolg van de ingenomen visie van de gemeente omtrent de toegelaten bouwmogelijkheden op voorliggende eigendom in het centrum van Zonhoven. Het bezwaar m.b.t. het ontnemen van zichten is niet gegrond en wordt niet weerhouden.

De zonnepanelen liggen volgens de beschikbare luchtfoto op googlemaps (2024) op het platdak van een bijbouw. Aangezien het hoofdvolume van de bezwaarindiener - bestaande uit twee bouwlagen en een zadeldak - zich nog situeert tussen de zonnepanelen en het voorliggende project, gelet op de reeds bestaande bebouwing op het eigendom van de aanvraag (o.a. een gebouw met 4 bouwlagen en een teruggetrokken 5de bouwlaag) en de afstand van de 5de bouwlaag ten opzichte van de zonnepanelen is er geen of quasi geen impact van voorliggend ontwerp op de zonnepanelen. Zoals aangegeven in de bezwaren wordt er door de nieuwe invulling ’s avonds een schaduw op de overliggende percelen ter hoogte van de kleine Eggestraat gevormd. Evenwel toont de zonnestudie aan dat deze schaduwvorming zich hoofdzakelijk beperkt tot de voorgevel van de woningen (ook al staan deze niet weergegeven in de studie) hetgeen aanvaardbaar is binnen een bebouwde omgeving. Bovendien is er vandaag de dag al een zekere schaduwvorming aanwezig op desbetreffende percelen door de bebouwing die nu reeds aanwezig is (o.a. door het gebouw met 4 bouwlagen en een teruggetrokken 5de bouwlaag). De gecreëerde schaduw door voorliggend project heeft geen onaanvaardbare negatieve impact op de woonkwaliteit van de woningen aan de overzijde van de Kleine Eggestraat. Er blijft immers voldoende zonlicht aanwezig op deze percelen. Het bezwaar m.b.t. het ontnemen van zonlicht op de bestaande zonnenpanelen op een eigendom gelegen aan de overkant van de Heuvenstraat en de schaduwvorming op de percelen aan de overzijde van de Kleine Eggestraat is niet gegrond en wordt niet weerhouden.

Het klopt dat er extra inkijk zal ontstaan door voorliggend ontwerp op de omliggende eigendommen. De terrassen van de appartementen gelegen aan de Heuvenstraat zijn gelegen aan de straatzijde en kijken uit op de voorgevels van de voorliggende gebouwen, hetgeen geen onaanvaardbare privacyhinder veroorzaakt naar deze eigendommen. Ook de appartementen gelegen aan Kapelhof hebben hun terrassen aan de straatzijde en veroorzaken geen onaanvaardbare privacyhinder naar de omliggende gebouwen. Ter hoogte van de Kleine Eggestraat bevinden de terrassen van de appartementen zich ook aan de straatzijde. Concreet gaat het hier over 8 appartementen met hun bijhorende terrassen verspreidt over de 1ste , 2de en 3de bouwlaag. De inkijk van deze appartementen en terrassen op de eigendommen gelegen aan de overzijde van de Kleine Eggestraat beperkt zich hoofdzakelijk tot de voortuinzone en de voorzijde van de woningen. Er blijft nog voldoende ruimte aanwezig op deze percelen, o.a. in de achtertuin, waar men ongestoord kan genieten van de tuinzone zonder rechtstreekse inkijk te hebben van de appartementen in voorliggend ontwerp. Enkel voor de woning Kapelhof 1 ontstaat er bijkomende inkijk in de achtertuin, dewelke in sé ook de linker zijtuinstrook vormt gekeken vanaf de Kleine Eggestraat. Deze tuinzone situeert zich op gelijke hoogte als de voortuin van de achterliggende woning Kleine Eggestraat nr. 15. Het eigendom Kapelhof 1 betreft immers een hoekperceel dat door de specifieke perceelconfiguratie en oriëntering sowieso weinig privacy kent in deze tuinzone. Volgens de ons beschikbare luchtfoto’s op geopunt blijkt dat de achtertuin quasi volledig werd verhard in de periode 2008 – 2012 zonder hiervoor de nodige stedenbouwkundige vergunning te hebben verkregen. Er kan dan ook vanuit gegaan worden dat deze tuinzone geen gangbaar, normaal gebruik kent als tuinzone. Door haar vroegere bestemming als café/woning en dokterspraktijk/woning werd het gebouw voorzien van een (deels) inpandig terras aan de achtergevel op het gelijkvloers en een inpandig terras op de eerste verdieping. Op deze twee terrassen kon/kan nog enige vorm van privacy gevonden worden die eigen is aan de specifieke situatie binnen een bebouwde omgeving. De afstand tussen de inpandige terrassen en de nieuw op te richten appartementen met terrassen bedraagt minimum 20 meter, hetgeen een gangbare maatvoering is bij recentere ontwikkelingen in de omgeving (Heuvenstraat/Liebenshof, het Koolhof,…). Tenslotte gaat elke ontwikkeling met appartementen in functie van de Heuvenstraat, dewelke de goedgekeurde visie van 5 maart 2019 volgt, een zekere vorm van inkijk geven op dit perceel. Mogelijks is de afstand dan iets groter, maar zal niet zodanig groot zijn dat er geen enkele visuele impact meer zal zijn. Het bezwaar wordt niet weerhouden.

De fietsenstalling wordt tot tegen de perceelgrens geplaatst op eigen terrein, waarbij de vrijblijvende muur wordt afgewerkt in gevelsteen. Het akkoord van de aanpalende eigenaars is hierbij niet vereist omdat de volledige constructie op eigen terrein wordt voorzien. Het bezwaar is ongegrond en wordt niet weerhouden.

Aangezien er in het bezwaar niet wordt toegelicht waaruit de mogelijke hinder van een liftschacht bestaat en waarom deze op minimum 8 meter van het aanpalende eigendom moet geplaatst worden, wordt het bezwaar niet weerhouden. Voorgestelde bebouwing wijkt op dit vlak niet af van hetgeen algemeen gangbaar is binnen de gemeente. 

Zoals reeds eerder gesteld besliste het college van burgemeester en schepenen op 5 maart 2019 om akkoord te gaan met het voorstel van de administratie om voor een bouw- of verbouwproject gelegen langs de Dorpsstraat, Heuvenstraat, Genkerbaan en Rode Kruisweg 3 volwaardige bouwlagen mét zadeldak toe te laten. Voorliggend voorstel voorziet ter hoogte van de aansluiting met het eigendom Heuvenstraat 57 in 3 bouwlagen met een teruggetrokken 4de bouwlaag, hetgeen qua volume in overeenstemming is met 3 bouwlagen met een teruggetrokken 4de bouwlaag. Aangezien de Heuvenstraat vandaag de dag al bestaat uit een combinatie van hellende daken en platte daken is de voorgestelde dakvorm vanuit esthetisch oogpunt aanvaardbaar. Het bezwaar is ongegrond en wordt niet weerhouden.

Het klopt dat bij de bekendmaking van het openbaar onderzoek de adresnummers Heuvenstraat 57 en 57A eveneens worden vermeld hoewel deze geen onderdeel uitmaken van de hernieuwde huidige aanvraag. Het betreft hier louter een administratieve vergissing, dewelke geen verdere gevolgen heeft. De plannen en de bijhorende dossierstukken zijn immers voldoende duidelijk opgesteld waardoor er geen misverstand  zal ontstaan. Het bezwaar is gegrond maar wordt niet weerhouden.

In de Kleine Eggestraat is de nodige wegsignalisatie geplaatst die de voorrangregels weergeven. Bij het uit- of inrijden van de ondergrondse garage dient eveneens de wegcode gevolgd te worden. Elke automobilist wordt geacht de wegcode te kennen en na te leven. De zichtbaarheid om het openbaar domein op te rijden is voldoende groot, gelet op de afstand tussen het gebouw en het openbaar domein (ca. 3 meter) en gezien de weg hier quasi recht ligt. De helling naar de ondergrondse parking mag evenwel pas starten vanaf de rooilijn. Dit zal als voorwaarde worden opgenomen. Bijkomend kan als voorwaarde worden opgelegd dat de helling naar de ondergrondse parkeergarage de eerste 5 meter, gemeten vanaf de rooilijn, slechts een hellingsgraad van 4% mag hebben. Mits naleving van deze voorwaarde is de toegang vanaf de ondergrondse parking tot het openbaar domein verkeersveilig. Dit bezwaar is gegrond en wordt weerhouden.

Het eigendom situeert zich in het centrum van de gemeente, waar de voorgestelde functies aanvaard kunnen worden. De belevering van de horecazaak kan gebeuren van op het eigen terrein door op de aanwezige klinkerverharding te stationeren. De huisvuilophaling zal conform de gangbare praktijk gebeuren en niet voor meer verkeersoverlast zorgen dan elders. Het bezwaar wordt niet weerhouden.

Er werd nog geen standpunt ingenomen m.b.t. de inrichting van de over te dragen grond. Afhankelijk van de noodwendigheden zal hieromtrent zo snel mogelijk een beslissing worden genomen (verbreden rijweg, aanleg voetpad, groenaanleg,…) .

De bezwaren zijn deels gegrond en worden deels bijgetreden.

Bespreking van de adviezen

•    Het advies van de Dienst Water en Domeinen provincie Limburg d.d. 28 november 2023 is voorwaardelijk gunstig.

“Uit de toepassing van de nadere regels voor de toepassing van de watertoets bij besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006, en latere wijzigingen, is gebleken dat het slopen van bestaande bebouwing en het oprichten van een nieuw gebouw met een horecaruimte, een dienstenruimte, e.a. een verandering van de toestand van watersystemen (of bestanddelen ervan) tot gevolg heeft. Deze verandering heeft geen betekenisvol schadelijk effect op het watersysteem voor zover de volgende voorwaarden worden opgenomen in de vergunning: 

­    Het buffervolume van het groendak moet minimaal 35 l/m² bedragen. Als dit niet gerealiseerd wordt, mag de dakoppervlakte niet door 2 gedeeld worden bij de berekening van de dimensionering van de infiltratieputten. 

­    De infiltratievoorzieningen moeten volledig boven de grondwaterstand (vast te stellen) worden aangelegd.” 

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden. Omwille van de voorwaarden van de waterbeheerder dienen aanpassingen te gebeuren aangezien de infiltratieputten niet aan de voorwaarden voldoen.

In samenspraak met de architect werden volgende aanpassingen en aanvullingen doorgevoerd op 13/03/2024:

•    Voor de horecazaak wordt een hoger hergebruik van regenwater verwacht. Er werd hiervoor een berekening gemaakt met de online rekentool voor hergebruik (in bijlage). Alle toiletten van de zaak, alsook een wasmachine worden hierop aangesloten.

•    De regenwaterput werd vergroot van 10.000 L naar 15.000 L omwille van het verhoogd hergebruik voor de horecazaak (zie technische fiche in bijlage)

•    De infiltratieputten werden vervangen door ondiepe infiltratiekratten teneinde steeds boven de grondwaterstand te blijven.

De infiltratiekratten hebben per stuk een capaciteit van 1.200 L en een oppervlakte van 3,6 m².

Er worden 12 stuks voorzien (zie technische fiche in bijlage)

•    Technische fiche van de groendaken toegevoegd teneinde aan te tonen dat deze minimaal een buffer hebben van 35 L/m².

Dit geldt voor de extensieve groendaken. De gemeenschappelijke daktuin is een intensief groendak waardoor de totale buffer hier zelfs nog groter is. Ter verduidelijking, het toegepaste groendak in de technische fiche betreft de tweede (gemarkeerd in geel)

•    Op plan werden alle waarden herrekend in functie van het hergebruik, de infiltratiekratten en de capaciteit van de groendaken om aan te tonen dat er voldaan wordt aan de geldende regelgeving.

•    In bijlage werden onderstaande documenten toegevoegd:

o    Kelderplan met intekening infiltratiekratten, regenwaterput 15.000 L en berekening buffercapaciteit en oppervlakte

o    Technische fiche groendaken

o    Technische kaart regenwaterput 15.000 L 

o    Technische fiche infiltratiekratten (dit is een voorbeeld aangezien er veel opties op de markt beschikbaar zijn, we wensen hier enkel aan te tonen dat de toepassing in uitvoering zeker realistisch is).

De aanpassingen hebben geen impact op enig ander onderdeel van de aanvraag. Met de aanpassingen wordt voldaan aan de voorwaarden van de waterbeheerder en aan de GSVH.

•    Het advies van Hulpverleningszone Zuid-West Limburg, dienst preventie d.d. 24 november 2023 is gedeeltelijk voorwaardelijk gunstig.

“De hulpverleningszone Zuid-West Limburg geeft een GUNSTIG brandweeradvies mits naleving van hogervermelde voorwaarden en opmerkingen.

Een brandweervergunning horeca kan pas worden opgesteld nadat alle bovenvermelde opmerkingen zijn nageleefd. (art 4.1)

Op het ogenblik van de beëindiging van de werken, dient de aanvrager de preventieafgevaardigde van de betreffende brandweerpost hiervan in te lichten, ten einde de burgemeester op de hoogte te kunnen brengen van het feit of er al dan niet aan de opgelegde brandvoorkomingsmaatregelen gevolg werd gegeven. Gelieve bij elke correspondentie de nummering onder “ons kenmerk” te vermelden.”

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden. 

•    Het advies van Agentschap Wegen en Verkeer d.d. 18 oktober 2023 is voorwaardelijk gunstig.

“AWV kan akkoord gaan met de ontwikkeling van dit project, echter zijn wij van mening dat de voorziene parkeerplaatsen aan de lange kant zijn. We laten de eindbeslissing hieromtrent over aan de gemeente Zonhoven. 

Bij de uitvoering van de vergunning dient de aanvrager rekening te houden met de hierna omschreven aandachtspunten.”

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden. Wat het aantal parkeerplaatsen betreft kan er enerzijds worden verwezen naar het voorwaardelijk gunstig advies van de interne dienst Mobiliteit d.d. 21 februari 2024 waar er geen opmerkingen worden geformuleerd over het aantal parkeerplaatsen voor auto’s. Anderzijds is het eigendom gelegen in het centrum van de gemeente waarbij bewoners sneller kiezen voor het gebruik van een ander vervoersmiddel dan de auto. Zo wordt er o.a. een ruime fietsenberging voorzien voor 96 fietsen (20 meer dan aanbevolen), een ruimte voor buitenmaatse fietsen, een fietsenberging voor 7 fietsen aan de inkom Kleine Eggestraat en is er een bushalte op minder dan 30 meter van het eigendom. Gezien de aanwezige fietsenbergingen, de ligging aan een bushalte en de ligging in het centrum van de gemeente is een parkeernorm van 1 parkeerplaats per appartement hier voldoende. De resterende parkeerplaatsen kunnen benut worden door het personeel/eigenaars van de horecazaak en/of dienstenruimte. Het parkeren voor de bezoekers van de horecaruimte als de dienstenruimte kan op het openbaar domein gebeuren, hetgeen ook zo voor andere panden werd toegepast. 

•    Het advies van Proximus d.d. 25 oktober 2023 is voorwaardelijk gunstig.

“Op basis van de informatie waarover wij momenteel beschikken, geven wij graag een gunstig advies indien u volgende voorwaarden opneemt in uw vergunning:

­    Een finale netwerkanalyse zal gebeuren na ontvangst van het vergunde plan.

­    Uitbreiding van de telecominfrastructuur van Proximus is ten laste van de aanvrager.

­    Van zodra vergund en minimaal 6 maanden voor oplevering dient de aanvrager zijn project kenbaar te maken bij Proximus door het formulier als bijlage ingevuld te versturen naar werf.a2@proximus.com.

­    De Proximus infrastructuur dient proactief voorzien te worden in het project. De technische documentatie hiervoor wordt ter beschikking gesteld na ontvangst van het vergunde plan.

­    Proximus wenst betrokken te worden bij alle coördinatievergaderingen via netwerkstudie.a22@proximus.com

Na de werken kunnen de bewoners eenvoudig aansluiten op de nutsvoorzieningen voor telefonie-, internet- en televisiediensten. Hiervoor kan de aanvrager terecht bij onze klantendienst op het gratis nummer 0800 22 800. Meer informatie op www.proximus.be/bouwen.”

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden. 

•    Het advies van Inter d.d. 3 november 2023 is voorwaardelijk gunstig.

“Voor en na deuren moet er een vrije en vlakke draaicirkel met een diameter van min. 150cm beschreven kunnen worden, rakend aan het draaivlak van de deur. Dit is niet zo bij volgende deuren:

Deur ondergrondse parkeergarage naar de hal (langs de technische ruimte) op niv. -1 (slechts 133cm vrije ruimte aanwezig buiten de parkeerplaats)”.

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden. 

•    Het advies van Fluvius System Operator d.d. 7 november 2023 is voorwaardelijk gunstig.

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden. 

•    Het advies van De Watergroep d.d. 12 oktober 2023 is voorwaardelijk gunstig.

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden. 

•    Het advies van Omgevingsloket Wyre d.d. 13 oktober 2023 is voorwaardelijk gunstig.

“Onze studiedienst stelde vast dat er een netuitbreiding nodig is om dit project aansluitbaar te maken. De kosten van deze uitbreiding zijn ten laste van de aanvrager. Het technisch ontwerp en de offerte kan de aanvrager verkrijgen bij:  Wyre => Coax Build Support Liersesteenweg 4 2800 Mechelen 015/33.20.90 cbs@wyre.be.”

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden. 

•    Het advies van FOD Binnenlandse Zaken - ASTRID veiligheidscommissie d.d. 24 oktober 2023 is gunstig.

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. 

•    Het advies van de dienst mobiliteit d.d. 21 februari 2024 is voorwaardelijk gunstig.

“Bespreking

­    Het parkeren van de bewoners van de appartementen wordt ondergronds voorzien: er zijn 32 parkeerplaatsen waarvan 2 ingericht worden als andersvalideparkeerplaats. De afmetingen voor beide type parkeerplaatsen liggen enkele cm lager dan de aanbevelingen volgens het vademecum parkeerbeleid maar de grotere diepte en tussenafstand zorgt ervoor dat er vlot in- en uitgereden kan worden. De helling van de inrit wordt nergens gespecifieerd. Er ontbreekt nog een overgangsstuk tussen de garagevloer en hoofdhelling.

­    Het parkeren van de werknemers wordt afgewenteld naar het openbaar domein. 

­    Het aantal te voorziene fietsenstallingen is 1 per hoofdkussen. De inpandige fietsenstallingen op het gelijkvloers bieden volgens plan plaats aan 96 fietsen – dit zijn 20 plaatsen meer dan aanbevolen. Er is gekozen voor een meerlaagsysteem om de ruimte optimaal te benutten. Dit systeem biedt volgens het vademecum fietsvoorzieningen echter minder comfort dan een gelijkgronds systeem. Het is wenselijk om in de finale uitvoering hiermee rekening te houden en te bekijken of er kwalitatievere oplossingen zijn zonder in te boeten aan de gevraagde capaciteit van 1 fiets per hoofdkussen. Voor het stallen van de buitenmaatse fietsen beveelt het vademecum fietsvoorzieningen het gebruik van een lage fietsbeugel aan. Dit ontmoedigt het gebruik ervan door standaardfietsen. Buitenmaatse fietsen kunnen goed zonder hulp zelfstandig blijven staan en vastgezet worden aan dergelijke lage fietsbeugel. De inrichting van de fietsenstalling t.h.v. de inkom langs de Kleine Eggestraat is bij voorkeur gelijkgronds met als basisvorm de fietsbeugel met tussenbuis.

­    Bij het ledigen van de afvalcontainers zal t.h.v. de containers de volledige rijbaan om de 2 weken een 10 tot 15 minuten versperd zijn door de ophaler. Doorgaand verkeer zal moeten wachten of zich keren. Dit leidt mogelijk tot overlast voor omwonenden omwille van keerbewegingen op privé terrein/opritten en is bovendien ook niet veilig. Dit is een aandachtspunt die bij de uitbating verder dient opgevolgd te worden en dit door de gebouwbeheerder/syndicus als de gemeente als wegbeheerder van de Kleine Eggestraat. Mogelijke maatregelen voor de gebouwbeheerder zijn o.a. afspraken maken met de afvalintercommunale voor het tijdstip van ledigen (bijv. tijdens daluren),.. 

­    Gedurende de werfperiode (afbraak en opbouw) dienen maatregelen genomen te worden in de Kleine Eggestraat in functie van de verkeersveiligheid. 

Advies: voorwaardelijk gunstig

­    De gebouwbeheerder/syndicus werkt mee aan het opvolgen van de verkeersveiligheid in de Kleine Eggestraat bij het ledigen van de afvalcontainers. Mogelijke maatregelen (bijv. afspraken maken met de afvalintercommunale voor het tijdstip van ledigen -bijv. enkel tijdens daluren) zijn voor rekening van de gebouwbeheerder.

­    Voor de inrichting van de fietsenstallingen dienen de aanbevelingen van het vademecum fietsvoorzieningen gevolgd te worden.

­    Bovengronds op eigen terrein en ter hoogte van het terras een fietsenstalling voorzien voor de klanten van de handelszaak/werknemers.

­    Duurzame woon-werkverplaatsingen stimuleren bij de werknemers.”

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden.

•    Het advies van de dienst patrimonium d.d. 23 oktober 2023 is voorwaardelijk gunstig.

“De helling naar de ondergrondse parking mag pas starten vanaf de rooilijn (niet op het voetpad op openbaar domein). 

Opmerkingen:

­    Op de plannen 'PB' staat de rooilijn verkeerd aangeduid = bouwlijn ipv. rooilijn

­    Er dient nog een plan te worden toegevoegd met de afbakening van de verschillende grondcodes die worden benoemd in het milieuhygiënisch onderzoek/ technisch verslag. Er dient nl. een deel grond afgevoerd te worden naar een erkend verwerkingscentrum.”

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden.

•    Het advies van de dienst facilitair management d.d. 24 oktober 2023 is voorwaardelijk gunstig.

“De daktuin dient uitgevoerd te worden als een intensieve daktuin, waarbij dus ook hoogopgaande heesters gebruikt worden.  Er zullen dus ook enkele heesters moeten voorzien worden die hoger dan 2 meter worden.

Daktuin dient dusdanig aangelegd te worden dat het regenwater hier maximaal gebruikt wordt voor het bevloeien van de aanplantingen.”

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden.

•    Het advies van de dienst lokale economie werd niet ontvangen binnen de termijn.  Het advies wordt geacht stilzwijgend gunstig te zijn.

•    Het advies van dienst contractmanagement d.d. 16 oktober 2023 is voorwaardelijk gunstig.

“Gunstig onder de last dat het lot 2, 13ca, (heden eigendom gemeente Zonhoven) geruild wordt met lot 1, 1a51ca, (heden eigendom aanvragers), zoals weergegeven op het plan van landmeter-expert Bart Cleuren d.d. 16/06/2023, met oog op inlijving met het openbaar domein wat betreft tot 1. Deze overdracht kan pas plaatsvinden na aanleg van de wegenis op lot 1. Alle kosten, oa. registratie- en notariskosten, dienen gedragen te worden door de aanvragers.”

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden.

9.    ADVIES GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR

Stedenbouwkundig Advies

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen, en dat het gevraagde verenigbaar is met een goede ruimtelijke ordening, mits het opleggen van voorwaarden.  

Milieu Advies

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de uitbating in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen, mits het opleggen van voorwaarden. 

Dit voor volgende rubrieken: 

Rubriek    Omschrijving    Hoeveelheid    Klasse

16.3.2°b)    In totaal 28 warmtepompen voor het verwarmen en koelen  met een totaal geïnstalleerd vermogen van 231 kW. (Nieuw)    231 kW    2

De vergunningsduur kan verleend worden voor onbepaalde duur.

De gemeentelijke omgevingsambtenaar adviseert volgende voorwaarden op te leggen:

Stedenbouwkundige voorwaarde

  • De opvang en afvoer van hemelwater afkomstig van het gebouw en de verhardingen moet op eigen terrein uitgevoerd worden. 
  •  De helling naar de ondergrondse parking mag pas starten vanaf de rooilijn en mag de eerste 5 meter, gemeten vanaf de rooilijn, slechts een hellingsgraad van 4% hebben.
  • De voorwaarden, gesteld in het advies van de Dienst Water en Domeinen provincie Limburg moeten gevolgd worden:
    o Het buffervolume van het groendak moet minimaal 35 l/m² bedragen. Als dit niet gerealiseerd wordt, mag de dakoppervlakte niet door 2 gedeeld worden bij de berekening van de dimensionering van de infiltratieputten.
    o De infiltratievoorzieningen moeten volledig boven de grondwaterstand (vast te stellen) worden aangelegd
    De aanpassingen zoals aangegeven op 13/03/2024 (kelderplan, technische fiches, nota) dienen effectief uitgevoerd te worden om aan de gestelde voorwaarden te voldoen.
  •  De voorwaarden en opmerkingen, gesteld in het advies van Hulpverleningszone Zuid-West Limburg, dienst preventie moeten gevolgd worden. Een brandweervergunning horeca kan pas worden opgesteld nadat alle bovenvermelde opmerkingen zijn nageleefd. (art 4.1)
  • De voorwaarden en opmerkingen, gesteld in het advies van Agentschap Wegen en Verkeer moeten gevolgd worden.
  • De voorwaarden en opmerkingen, gesteld in het advies van Proximus moeten gevolgd worden.
  • De voorwaarden en opmerkingen, gesteld in het advies van Inter moeten gevolgd worden.
  • De voorwaarden en opmerkingen, gesteld in het advies van Fluvius System Operator moeten gevolgd worden.
  • De voorwaarden en opmerkingen, gesteld in het advies van De Watergroep moeten gevolgd worden.
  • De voorwaarden en opmerkingen, gesteld in het advies van Wyre moeten gevolgd worden.
  • De voorwaarden en opmerkingen, gesteld in het advies van de dienst mobiliteit moeten gevolgd worden:
    o De gebouwbeheerder/syndicus werkt mee aan het opvolgen van de verkeersveiligheid in de Kleine Eggestraat bij het ledigen van de afvalcontainers. Mogelijke maatregelen (bijv. afspraken maken met de afvalintercommunale voor het tijdstip van ledigen -bijv. enkel tijdens daluren) zijn voor rekening van de gebouwbeheerder.
    o Voor de inrichting van de fietsenstallingen dienen de aanbevelingen van het vademecum fietsvoorzieningen gevolgd te worden.
    o Bovengronds op eigen terrein en ter hoogte van het terras een fietsenstalling voorzien voor de klanten van de handelszaak/werknemers.
    o    Duurzame woon-werkverplaatsingen stimuleren bij de werknemers
  • De voorwaarden en opmerkingen, gesteld in het advies van de dienst patrimonium moeten gevolgd worden:
    o De helling naar de ondergrondse parking mag pas starten vanaf de rooilijn (niet op het voetpad op openbaar domein).
    o    Er dient nog een plan te worden toegevoegd met de afbakening van de verschillende grondcodes die worden benoemd in het milieu hygiënisch onderzoek/ technisch verslag. Er dient nl. een deel grond afgevoerd te worden naar een erkend verwerkingscentrum
  • De voorwaarden, gesteld in het advies van de dienst facilitair management moet gevolgd worden:
    o De daktuin dient uitgevoerd te worden als een intensieve daktuin, waarbij dus ook hoog opgaande heesters gebruikt worden. Er zullen dus ook enkele heesters moeten voorzien worden die hoger dan 2 meter worden.
    o    De daktuin dient dusdanig aangelegd te worden dat het regenwater hier maximaal gebruikt wordt voor het bevloeien van de aanplantingen

De gemeentelijke omgevingsambtenaar adviseert de volgende last op te leggen:

  • Het lot 2, 13ca, (heden eigendom gemeente Zonhoven) dient geruild te worden met lot 1, 1a51ca, (heden eigendom aanvragers), zoals weergegeven op het plan van landmeter-expert Bart Cleuren d.d. 16/06/2023, met oog op inlijving met het openbaar domein wat betreft tot 1. Deze overdracht kan pas plaatsvinden na aanleg van de wegenis op lot 1. Alle kosten, o.a. registratie- en notariskosten, dienen gedragen te worden door de aanvragers.

Bijzondere milieuvoorwaarde

  • De van toepassing zijnde algemene en sectorale milieuvoorwaarden van Vlarem II moeten worden nageleefd.
  • Wanneer de genomen maatregelen niet voldoende blijken en er toch sprake is van geluidshinder van de warmtepompen naar de omgeving, moeten verdere stappen ondernomen te worden om de hinder tot een aanvaardbaar niveau te reduceren.
  • Bij de plaatsing van de warmtepompen moet rekening gehouden worden met de best beschikbare technieken die voorhanden zijn, om hinder naar de buurt te beperken. 
  •  De exploitant bezorgt uiterlijk 3 maanden na installatie, aan de dienst leefmilieu (leefmilieu@zonhoven.be) een attest, opgesteld door de constructeur of milieudeskundige, waaruit blijkt dat de warmtepompinstallaties naar behoren werden geïnstalleerd. 
  •  De exploitant bezorgt uiterlijk 3 maanden na installatie, aan de dienst leefmilieu de technische fiches van de geplaatste warmtepompinstallaties, waaruit blijkt welke types geïnstalleerd werden, wat het geïnstalleerde vermogen is en hoeveel het maximale geluidsniveau van de units bedraagt.
  • De exploitant bezorgt aan de dienst leefmilieu vóór de aanvang van de werken de conformverklaring van een erkende bodembeheerorganisatie van het Technisch Verslag.
  • De exploitant bezorgt aan de dienst leefmilieu na de uitvoering van de werken een kopie van het bodembeheerrapport.
  • Bij de vergunningsvraag voor een bemaling voor dit project, dient de vastgestelde verontreiniging in rekening genomen te worden bij de bemalingsanalyse, opgesteld door een erkende bodem(sanerings-) deskundige.
  • Er dient voldaan te worden aan o.a. art. 101-112 van het Bodemdecreet en art. 64 van het Vlarebo. De overdracht van de gronden kan pas gebeuren na een door OVAM goedgekeurd oriënterend en/of beschrijvend bodemonderzoek. Mogelijke verdere maatregelen omtrent onderzoek en sanering, opgelegd door Ovam, dienen uitgevoerd te worden voordat gestart kan worden met de bouw.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar d.d. 14/03/2024 en volgt dit standpunt integraal.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het voorwaardelijk afleveren van de omgevingsvergunning aan IMMO S. BVBA gevestigd te Heuvenstraat 63 te 3520 Zonhoven voor het slopen van bestaande bebouwing en het oprichten van een nieuw gebouw met een horecaruimte, een dienstenruimte, 26 appartementen en een parkeerkelder, gelegen te Heuvenstraat 59/1-16, /1-16, 61, 63, Kleine Eggestraat 32/1-10 en /1-10 kadastraal gekend als afdeling 3 sectie E nrs. 149W en 149S.
 De aanvraag voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

Rubriek

Omschrijving

Hoeveelheid

Klasse

16.3.2°b)

In totaal 28 warmtepompen voor het verwarmen en koelen  met een totaal geïnstalleerd vermogen van 231 kW. (Nieuw)

231 kW

2


 Zodat de ingedeelde inrichting of activiteit voortaan omvat:

Rubriek

Omschrijving

Hoeveelheid
 eenheid

16.3.2°b)

In totaal 28 warmtepompen voor het verwarmen en koelen  met een totaal geïnstalleerd vermogen van 231 kW. (Nieuw) klasse 2

231 kW

 
De vergunningsduur kan verleend worden voor onbepaalde duur.

Artikel 3

Volgende voorwaarden worden opgelegd:

Stedenbouwkundige voorwaarden

  • De opvang en afvoer van hemelwater afkomstig van het gebouw en de verhardingen moet op eigen terrein uitgevoerd worden.
  • De helling naar de ondergrondse parking mag pas starten vanaf de rooilijn en mag de eerste 5 meter, gemeten vanaf de rooilijn, slechts een hellingsgraad van 4% hebben.
  • De voorwaarden, gesteld in het advies van de Dienst Water en Domeinen provincie Limburg moeten gevolgd worden:
    ° Het buffervolume van het groendak moet minimaal 35 l/m² bedragen. Als dit niet gerealiseerd wordt, mag de dakoppervlakte niet door 2 gedeeld worden bij de berekening van de dimensionering van de infiltratieputten.
    ° De infiltratievoorzieningen moeten volledig boven de grondwaterstand (vast te stellen) worden aangelegd
    De aanpassingen zoals aangegeven op 13/03/2024 (kelderplan, technische fiches, nota) dienen effectief uitgevoerd te worden om aan de gestelde voorwaarden te voldoen.
  • De voorwaarden en opmerkingen, gesteld in het advies van Hulpverleningszone Zuid-West Limburg, dienst preventie moeten gevolgd worden. Een brandweervergunning horeca kan pas worden opgesteld nadat alle bovenvermelde opmerkingen zijn nageleefd. (art 4.1)
  • De voorwaarden en opmerkingen, gesteld in het advies van Agentschap Wegen en Verkeer moeten gevolgd worden.
  • De voorwaarden en opmerkingen, gesteld in het advies van Proximus moeten gevolgd worden.
  • De voorwaarden en opmerkingen, gesteld in het advies van Inter moeten gevolgd worden.
  • De voorwaarden en opmerkingen, gesteld in het advies van Fluvius System Operator moeten gevolgd worden.
  • De voorwaarden en opmerkingen, gesteld in het advies van De Watergroep moeten gevolgd worden.
  • De voorwaarden en opmerkingen, gesteld in het advies van Wyre moeten gevolgd worden.
  • De voorwaarden en opmerkingen, gesteld in het advies van de dienst mobiliteit moeten gevolgd worden:
    ° De gebouwbeheerder/syndicus werkt mee aan het opvolgen van de verkeersveiligheid in de Kleine Eggestraat bij het ledigen van de afvalcontainers. Mogelijke maatregelen (bijv. afspraken maken met de afvalintercommunale voor het tijdstip van ledigen -bijv. enkel tijdens daluren) zijn voor rekening van de gebouwbeheerder.
    ° Voor de inrichting van de fietsenstallingen dienen de aanbevelingen van het vademecum fietsvoorzieningen gevolgd te worden.
    ° Bovengronds op eigen terrein en ter hoogte van het terras een fietsenstalling voorzien voor de klanten van de handelszaak/werknemers.
    ° Duurzame woon-werkverplaatsingen stimuleren bij de werknemers
  • De voorwaarden en opmerkingen, gesteld in het advies van de dienst patrimonium moeten gevolgd worden:
    ° De helling naar de ondergrondse parking mag pas starten vanaf de rooilijn (niet op het voetpad op openbaar domein).
    ° Er dient nog een plan te worden toegevoegd met de afbakening van de verschillende grondcodes die worden benoemd in het milieu hygiënisch onderzoek/ technisch verslag. Er dient nl. een deel grond afgevoerd te worden naar een erkend verwerkingscentrum
  • De voorwaarden, gesteld in het advies van de dienst facilitair management moet gevolgd worden:
    ° De daktuin dient uitgevoerd te worden als een intensieve daktuin, waarbij dus ook hoog opgaande heesters gebruikt worden.  Er zullen dus ook enkele heesters moeten voorzien worden die hoger dan 2 meter worden.
    ° De daktuin dient dusdanig aangelegd te worden dat het regenwater hier maximaal gebruikt wordt voor het bevloeien van de aanplantingen

 De gemeentelijke omgevingsambtenaar adviseert de volgende last op te leggen:

  • Het lot 2, 13ca, (heden eigendom gemeente Zonhoven) dient geruild te worden met lot 1, 1a51ca, (heden eigendom aanvragers), zoals weergegeven op het plan van landmeter-expert Bart Cleuren d.d. 16/06/2023, met oog op inlijving met het openbaar domein wat betreft tot 1. Deze overdracht kan pas plaatsvinden na aanleg van de wegenis op lot 1. Alle kosten, o.a. registratie- en notariskosten, dienen gedragen te worden door de aanvragers.

Bijzondere milieuvoorwaarden

  • De van toepassing zijnde algemene en sectorale milieuvoorwaarden van Vlarem II moeten worden nageleefd.
  • Wanneer de genomen maatregelen niet voldoende blijken en er toch sprake is van geluidshinder van de warmtepompen naar de omgeving, moeten verdere stappen ondernomen te worden om de hinder tot een aanvaardbaar niveau te reduceren.
  • Bij de plaatsing van de warmtepompen moet rekening gehouden worden met de best beschikbare technieken die voorhanden zijn, om hinder naar de buurt te beperken.
  • De exploitant bezorgt uiterlijk 3 maanden na installatie, aan de dienst leefmilieu (leefmilieu@zonhoven.be) een attest, opgesteld door de constructeur of milieudeskundige, waaruit blijkt dat de warmtepompinstallaties naar behoren werden geïnstalleerd.
  • De exploitant bezorgt uiterlijk 3 maanden na installatie, aan de dienst leefmilieu de technische fiches van de geplaatste warmtepompinstallaties, waaruit blijkt welke types geïnstalleerd werden, wat het geïnstalleerde vermogen is en hoeveel het maximale geluidsniveau van de units bedraagt.
  • De exploitant bezorgt aan de dienst leefmilieu vóór de aanvang van de werken de conformverklaring van een erkende bodembeheerorganisatie van het Technisch Verslag.
  • De exploitant bezorgt aan de dienst leefmilieu na de uitvoering van de werken een kopie van het bodembeheerrapport.
  • Bij de vergunningsvraag voor een bemaling voor dit project, dient de vastgestelde verontreiniging in rekening genomen te worden bij de bemalingsanalyse, opgesteld door een erkende bodem(sanerings-) deskundige.
  • Er dient voldaan te worden aan o.a. art. 101-112 van het Bodemdecreet en art. 64 van het Vlarebo. De overdracht van de gronden kan pas gebeuren na een door OVAM goedgekeurd oriënterend en/of beschrijvend bodemonderzoek. Mogelijke verdere maatregelen omtrent onderzoek en sanering, opgelegd door Ovam, dienen uitgevoerd te worden voordat gestart kan worden met de bouw.
15.

2024_CBS_00282 - OMV - besluit Vlaamse Regering - ter hoogte van Heuveneindeweg 103 - 2024/00008 - Kennisneming

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
15.

2024_CBS_00282 - OMV - besluit Vlaamse Regering - ter hoogte van Heuveneindeweg 103 - 2024/00008 - Kennisneming

2024_CBS_00282 - OMV - besluit Vlaamse Regering - ter hoogte van Heuveneindeweg 103 - 2024/00008 - Kennisneming

Motivering

Feiten context en argumentatie

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de beslissing van de Vlaamse Regering van 12 maart 2024:

BESLUIT
Artikel 1
Aan het Agentschap Wegen en Verkeer met als adres Koningin Astridlaan 50 bus 4, 3500 Hasselt, wordt de vergunning verleend voor de bouw van een fietsluifel i.f.v. de realisatie van het Hoppinpunt ‘Zonhoven vertakking gewestweg-N75’ ter hoogte van de Heuveneindeweg te 3520 Zonhoven.

Met volgende stedenbouwkundige handelingen: 

Planaanduiding

Stedenbouwkundige handeling (+ type)

Beknopte beschrijving

CONSTRUCTIE

Nieuwbouw of aanleggen

De bouw van een fietsluifel (15m x 2,55m x 3,29m)


Artikel 2 De plannen en het aanvraagdossier waarop dit besluit gebaseerd zijn, maken er integraal deel van uit.

Artikel 3 De omgevingsvergunning wordt verleend voor onbepaalde duur wat betreft de stedenbouwkundige handelingen

Artikel 4 A De omgevingsvergunning is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende voorwaarden en lasten met betrekking tot de stedenbouwkundige handelingen:
• De voorwaarden gesteld in het advies d.d. 23/01/2024 van Elia Asset nv:
- Voor de ondergrondse verbindingen is de algemeen te respecteren veiligheidsafstand 50cm rondom de ondergrondse verbinding.
- Eventuele toekomstige installaties kunnen op bijgevoegd plan in de vorm van een roze stippellijn terug gevonden worden. Voor verdere detailinformatie met betrekking tot dit project kan contact opgenomen worden met het Contact Center.

Artikel 4 B Aandachtspunt:
Er wordt gewezen op de veiligheidsvoorschriften vermeld in de bijlage van het advies dd 23/01/2024 van Elia Asset nv.

Artikel 5 De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:
1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;
2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;
3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen vijf jaar na de aanvang van de vergunde stedenbouwkundige handelingen;
Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase.
Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.

§ 2. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

Artikel 6 De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 5, worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden.

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 5, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving.

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 5, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken.

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 5, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI van de VCRO, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.

Artikel 7 U kan tegen deze beslissing een verzoekschrift tot vernietiging indienen bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen.
U heeft hiervoor een vervaltermijn van 45 dagen die ingaat de dag na de betekening van deze beslissing.
Het verzoekschrift moet per beveiligde zending worden ingediend. Dit betekent:

1.hetzij via het digitaal loket van de Vlaamse Bestuursrechtscolleges https://www.dbrc.be/digitaal-loket-van-de-vlaamse-bestuursrechtscolleges
2.hetzij per aangetekende brief gericht aan:
    Raad voor Vergunningsbetwistingen
    p/a Dienst van de Bestuursrechtscolleges
    Koning Albert II-laan 35 bus 81
    1030 Brussel
3.hetzij door neerlegging ter griffie op het hierboven vermelde adres.
Als u voor een analoge indiening kiest (2. en 3.) moet:

  • het verzoekschrift in vijfvoud worden ingediend, namelijk één origineel en vier afschriften (fotokopies of een digitale kopie);
  • gelijktijdig met de indiening van het verzoekschrift, een afschrift van het verzoekschrift ter informatie aan de verwerende partij worden gestuurd (dit is de overheid die de beslissing genomen heeft). 

Het verzoekschrift moet in ieder geval minstens de volgende gegevens bevatten:

  • de naam, de hoedanigheid, de woonplaats of de zetel van de verzoekende partij, de gekozen woonplaats in België, een telefoonnummer en een e-mailadres;
  • de naam en het adres van de verweerder;
  • het voorwerp van het beroep of bezwaar;
  • een uiteenzetting van de feiten en de ingeroepen middelen; - een omschrijving van het belang van de verzoeker - een inventaris van de overtuigingsstukken.

U bent een rolrecht verschuldigd van

  • 200 euro bij het indienen van een verzoekschrift tot vernietiging;
  • 100 euro bij het indienen van een verzoekschrift tot schorsing of tot schorsing wegens uiterst dringende noodzakelijkheid.

Gelijktijdig met de indiening van het verzoekschrift moet u het bewijs bezorgen dat een overschrijvingsopdracht is gegeven of dat een storting is uitgevoerd tot betaling van het rolrecht.

De procedure voor de Raad van Vergunningsbetwistingen wordt geregeld in het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges, het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse Bestuursrechtscolleges.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de beslissing van de Vlaamse Regering van 12 maart 2024.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen besluit over te gaan tot de bekendmaking van deze beslissing overeenkomstig de artikelen 56 t.e.m. 63 van het besluit van 27 november 2015 van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet betreffende de Omgevingsvergunning van 25 april 2014.

16.

2024_CBS_00283 - OMV - Ongunstig advies tegen het beroep ingediend tegen omgevingsvergunning 2023/00186 - Heuvenstraat 79-81-83- 85 - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
16.

2024_CBS_00283 - OMV - Ongunstig advies tegen het beroep ingediend tegen omgevingsvergunning 2023/00186 - Heuvenstraat 79-81-83- 85 - Goedkeuring

2024_CBS_00283 - OMV - Ongunstig advies tegen het beroep ingediend tegen omgevingsvergunning 2023/00186 - Heuvenstraat 79-81-83- 85 - Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het schrijven van de provincie Limburg van 26/02/2024, nl.:

“Hierbij deel ik u mee dat het beroep van 

  1. Architectenbureau Do Modus, Heuvenstraat 83 bus 1, 3520 Zonhoven
  2. Mevrouw Dedecker Inke, Odigo advocaten, Spoorwegstraat 105, 3500 Hasselt namens Visionpoint BV, Timmerveldweg 5, 3520 Zonhoven
  3. Mevrouw Geukens Chantal, Charnico BV, Middenstraat 63, 3582 Beringen,

ingediend tegen de beslissing d.d. 19/12/2023 van het college van burgemeester en schepenen van Zonhoven waarbij een omgevingsvergunning afgegeven werd, aan BEGECO Projectontwikkeling, Middenstraat 63, 3582 Beringen, voor het project “Regularisatie Zonnehof”, ter plaatse Heuvenstraat 79 + 81 + 83 +85, te 3520 Zonhoven,  als administratief volledig en ontvankelijk wordt beschouwd. Het onderzoek van het beroep wordt heden gestart.”

De beroepschriften werd ingediend en opgeladen via het omgevingsloket.

Het college van burgemeester en schepenen werd op 26/02/2024 verzocht om advies uit te brengen over het ingediende beroep binnen een termijn van 30 dagen.

Volgende argumentatie werd gevoegd bij het beroepsdossier:

Beroepschrift 1

“Met deze wil Architectenbureau Do Modus, vertegenwoordigd door haar zaakvoerder Nicole Driesen Melotte, in beroep gaan tegen enkele beslissingen van CBS inzake het vermelde regularisatiedossier. 

1) BESTEMMING VAN UNIT B01 (blok B, gelijkvloers, uiterst links, nummer 83 bus 1): 

De aanvrager wenst de functies van zowel handelsruimte als kantoren aan de gelijkvloerse eenheden van blok B toe te wijzen. Behalve dat deze dubbele activiteit door CBS geweigerd wordt, wordt er “handelsruimte” aan mijn kantoor toegewezen volgens de planaanduiding. De weergave op de plannen komt echter niet overeen met de werkelijkheid. Het gebouw werd als kantoor gekocht en wordt ook als dusdanig gebruikt. Als niet beide activiteiten, namelijk handel & kantoor, mogelijk zijn, dan zou B01 als kantoorruimte, dienstverlening of vrije beroepen bestemd moeten worden. Zie foto’s van de bestaande toestand (toegevoegd in document). 

Deze bestemmingen passen bij het gebouw en zijn ruimtelijke omgeving.

2) HET PRIVATIEVE VERSUS GEMEENSCHAPPELIJKE KARAKTER VAN ACHTERTUINEN 

In aanvraagdossier OMV/2018/00197 van 12/03/2019 werden privatieve achter- en zijtuinen voorzien. Alzo ook verkocht en beschreven door de ontwikkelaar. In het regularisatiedossier OMV_2023122397 worden onze achtertuinen nu als een gemeenschappelijke zone ingetekend zonder enige afbakening, zonder enige inspraak of in kennisstelling! 

Dit stemt niet overeen met de werkelijk bestaande toestand. (foto’s toegevoegd in document).

We wensen onze zij- en achtertuin als private eigendom te behouden omdat het perceel zo is aangekocht, omdat die intussen ook is aangelegd als daktuin (boven de parkeergarage), als verlengstuk en representatie van ons kantoor en het hele project. Er werd bewust voor dezelfde stijl gekozen in onze achtertuin als de voortuin. Zowel de burelen als vergaderruimte zien erop uit. Bovendien hebben alle omwonenden het visuele genot ervan. Zonder enige inspraak of in kennisstelling verloren we al een groot stuk van de tuin (zie hieronder) zodat we dit klein stukje persoonlijk aangelegde tuin niet ook nog eens aan de gemeenschap willen overlaten. Bovendien is de volledige voortuin al gemeenschappelijk goed om de eenheid en uitstraling van het project te ondersteunen.

3) INNAME VAN TUINZONE 

Afwijkend van de eerder vergunde plannen van dossier OMV/2018/00197 van 12/03/2019 werd de volledige infiltratievoorziening van de gebouwen achter blok B gelegd. Terwijl het oorspronkelijk vergunde concept simpelweg gerealiseerd had moeten worden omwille van de vergunning van 2019, de planaanduidingen bij verkoop en evenwichtige verdeling van het open infiltratiebekken over het volledige project. Door de gewijzigde aanleg van het infiltratiebekken grenst dit ook aan de kelder (onder blok B breder wegens dubbele rij parkeerplaatsen). Bouwtechnisch is deze wijziging dus ook geen pluspunt. Ik besef dat regenwater opgevangen en geïnfiltreerd moet worden, maar de minimale afstanden van infiltratievoorzieningen tot de gebouwen was in het eerst vergunde ontwerp beter. 

Zonder enige inspraak of in kennisstelling werd het bekken anders uitgevoerd dan oorspronkelijk vergund en overeengekomen. We verliezen hierdoor een stuk private tuin. De impact van huidige inplanting en afmetingen wordt nog versterkt doordat de draadafsluiting niet op de perceelgrens staat, maar meer naar binnen. Zie inplantingsplan nieuwe toestand. Dit alles maakt dat mijn achtertuin in diepte tot bijna de helft gereduceerd werd. Ik denk dat niemand zijn investeringen graag op die manier als sneeuw voor de zon ziet verdwijnen. De nieuwe toestand houdt niet alleen een waardevermindering van mijn pand in, maar ook een beperking van de mogelijkheden, het onderhoud en gebruiksgenot. (Als minstens de achterste draadafsluiting naar de perceelgrens zou verschoven worden, zouden eigendomsgrenzen voor iedereen duidelijk zijn en zou er ook een vlakke beloopbare strook ontstaan om de wadi te kunnen onderhouden.)

4) PARKEERPLAATSEN 

Voor alle handel- of kantoorruimtes samen zouden volgens deze vergunningsbeslissing maximum 10 parkeerplaatsen aan deze entiteiten mogen worden toegewezen. De 8 overige parkeerplaatsen zouden niet aan andere gebruiker/ handelsruimte/ kantoor mogen toegekend worden. Hiermee worden in deze vergunning andere voorwaarden aan de bovengrondse parkeerplaatsen gesteld dan in de oorspronkelijke vergunning OMV/2018/00197 van 12/03/2019. 

Bovendien heeft de ontwikkelaar geen beperking opgelegd van het aantal parkeerplaatsen per eenheid en hebben we voor B01, 3 bovengrondse parkeerplaatsen aangekocht. Rekening houdend met het aantal werkplekken en ons cliënteel, hebben we dit aantal autostaanplaatsen ook nodig. De functiewijziging van handelsruimte naar kantoor heeft immers ook een impact op het parkeergebeuren. Daarom vragen we om huidige voorwaarde van maximum 2 parkeerplaatsen per handel-/ kantoorruimte te schrappen. 

Het kan ook niet de bedoeling zijn dat private eigendommen zo maar gemeenschappelijk gebruik moeten krijgen.

Op het inplantingsplan worden alle autostaanplaatsen even groot ingetekend, uitgezonderd deze voor mindervaliden uiteraard. Dit is logisch en ook zo verkocht als parkeerplaatsen van 2.50m x 5.00m per stuk. De realiteit is anders. In de rij tegen rechterperceelgrens zijn sommige parkeerplaatsen 3.0m breed, andere 2.40m. Voor onderlinge gelijkheid en praktisch gebruikscomfort wil ik dan ook vragen dat de breedte van de parkeerplaatsen gelijkmatig verdeeld wordt over de aangelegde zone. De plaatsaanduidingen kunnen eenvoudig aangepast worden tussen de grasbetontegels.”

Beroepschrift 2

“ In hogervermeld dossier werden wij geraadpleegd door VISIONPOINT BV, met maatschappelijke zetel te Timmerveldweg 5, 3520 Zonhoven en KBO-nummer 0547.864.314. 

Zij verzoekt ons om haar belangen te behartigen n.a.v. de beslissing dd. 19 december 2023 van het College van Burgemeester en Schepenen van Zonhoven tot het gedeeltelijk afleveren onder voorwaarden van de omgevingsvergunning aan BEGECO PROJECTONTWIKKELING met als contactadres Middenstraat 63 te 3582 Beringen voor het regulariseren van de bestaande situatie (wijziging terreininrichting, infiltratiebekken en aansluiting riolering, gevelwijzigingen en interne wijzigingen tegenover de vergunde toestand dd. 12 maart 2019 - ref. OV/2018/00197), behoudens enkele specifieke onderdelen en tot weigering van het regulariseren van kunstgras in de voortuin, de omvorming van een parkeerplaats tot opslagplaats voor afvalcontainers, de verbreding van de inrit tot 6m en tot weigering van het toekennen van een dubbele hoofdfunctie voor de handelsruimtes/kantoren, gelegen te Heuvenstraat 79, 81, 83 en 85, kadastraal gekend als afdeling 3 sectie E nr. 1130A.

De vergunning wordt verleend onder volgende voorwaarden: 

  • Het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer dient gevolgd te worden. 
  • De inrit dient aangepast tot een maximale breedte van 4,5m in plaats van 6m. De overige 1,5m dient onthard te worden en voorzien van groenaanleg. 
  • Het advies van Inter Vlaanderen inzake toegankelijkheid, dient gevolgd te worden. 

De inrichting van de samengevoegde kantoorruimte B 03 en B 04 dient aangepast te worden aan de gestelde normen qua toegangen, deuropeningen en deuren en de normen inzake toiletten. 

  • Het advies van de dienst preventie van Hulpverleningszone Zuid - West Limburg, dient gevolgd te worden. 
  • Het advies van Fluvius dient gevolgd te worden. 
  • Om een evenwichtig gebruik van de 18 bezoekersparkeerplaatsen te garanderen kunnen er slechts een beperkt aantal parkeerplaatsen als voorbehouden toegekend worden voor de handelsruimtes en kantoorruimtes. Naar analogie met de woonentiteiten wordt voor elke handelsruimte/kantoorruimte een maximum vooropgesteld van 2 parkeerplaatsen, met dien verstande dat de samengevoegde handelsruimte B03 en B04 tot 1 grotere kantoorruimte over 4 plaatsen kan beschikken. De overige 8 parkeerplaatsen mogen niet aan een specifieke gebruiker/handelsruimte/kantoor toegekend worden. Dit zou een ongelijkheid in gebruiksgenot tot gevolg hebben. 
  • Het afsluiten van de overdekte terrassen (plaatsen van gesloten wanden) op de 2de verdieping van blok A is niet toegestaan. 
  • De zones met kunstgras in de voortuinstrook van blok A dienen onthard te worden en voorzien van een beplanting. Dit dient uitgevoerd te worden binnen een termijn van 6 maanden vanaf het verlenen van de vergunning. Bewijs hiervan dient aangeleverd bij de dienst vergunningen & handhaving. 

Middels huidig schrijven tekenen wij namens VISIONPOINT beroep aan tegen deze vergunning.

Tevens vragen wij om gehoord te worden.

1. Het voorwerp van de aanvraag 

  1.  

Met de vergunningsaanvraag wil BEGECO PROJECTONTWIKKELING de gewijzigde uitvoering van enkele aspecten van de omgevingsvergunning van 12 maart 2019 regulariseren.
De wijzigingen worden per onderdeel uitvoerig weergegeven op bladzijden 3 tot 5 van de beschrijvende nota bij de aanvraag. 

Ze hebben in hoofdzaak betrekking op: 

  • Beperkte ruwbouwkundige wijzigingen; 
  • Buitenaanleg: verharding en gemeenschappelijke groenaanleg; 
  • Infiltratievoorziening; 
  • Samenvoegen van handelsruimte B03+04 tot één geheel (in totaal 4 i.p.v. 5 handelsruimtes). 

Daarnaast wordt ook gevraagd om de bestemming van de handelsruimtes op het gelijkvloers van blok B te verruimen tot “handelsruimte, kantoren of praktijkruimte voor vrije beroepen”. 

  2. 

Middels de vergunning dd. 12 maart 2019 heeft het College van Burgemeester en Schepenen van Zonhoven in totaal 48 parkeerplaatsen vergund, waarvan er zich 18 bovengronds bevinden. Twee van de bovengrondse parkeerplaatsen dienen voorbehouden te worden voor mindervaliden.
De bovengrondse parkeerplaatsen werden ook conform de vergunning uitgevoerd.

2. Het beroepschrift is ontvankelijk - gevolgen van de vergunning / belang en tijdigheid 

3.

Het belang van cliënte is evident. 
Zij is immers eigenaar van handelsruimte B05 en 4 parkeerplaatsen.
In de vergunning wordt als voorwaarde opgelegd dat: 

“ Om een evenwichtig gebruik van de 18 bezoekersparkeerplaatsen te garanderen kunnen er slechts een beperkt aantal parkeerplaatsen als voorbehouden toegekend worden voor de handelsruimtes en kantoorruimtes. Naar analogie met de woonentiteiten wordt voor elke handelsruimte/ kantoorruimte een maximum vooropgesteld van 2 parkeerplaatsen, met dien verstande dat de samengevoegde handelsruimte B03 en B04 tot 1 grotere kantoorruimte over 4 plaatsen kan beschikken. De overige 8 parkeerplaatsen mogen niet aan een specifieke gebruiker/handelsruimte/kantoor toegekend worden. Dit zou een ongelijkheid in gebruiksgenot tot gevolg hebben.” 

Dit impliceert dat er slechts 2 van de 4 parkeerplaatsen die cliënte in eigendom heeft als “voorbehouden” aan cliënte worden toegekend en zij slechts over 2 parkeerplaatsen kan “beschikken” terwijl zij 4 parkeerplaatsen in eigendom heeft. 

Verder wordt ook als voorwaarde opgelegd: 

“ Het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer dient gevolgd te worden. 

De inrit dient aangepast tot een maximale breedte van 4,5m in plaats van 6m. De overige 1,5m dient onthard te worden en voorzien van groenaanleg.” 

waardoor verkeersonveilige situaties ontstaan. (zie verder) 

Daarnaast wordt de door BEGECO PROJECTONTWIKKELING gevraagde dubbele hoofdfunctie van enerzijds detailhandel en anderzijds kantoor, dienstverlening en vrije beroepen geweigerd.
De gevraagde dubbele hoofdfunctie geeft ook voor de eigendom van cliënte ruimere bestemmingsmogelijkheden dan de bij vergunning dd. 12 maart 2019 vergund functie van handelsruimte. 
Ook in dat opzicht heeft cliënte belang bij het indienen van een beroep. 

4.

De beroepsperiode voor derden loopt volgens de gegevens op het Omgevingsloket tot en met 30 januari 2024.
Het beroep is derhalve tijdig ingediend.

3. Bezwaren tegen de afgegeven omgevingsvergunning 
3.1. De vergunning bevat twee onwettige voorwaardes 
3.1.1. De voorwaarde dat slechts een beperkt aantal parkeerplaatsen als voorbehouden toegekend worden voor de handelsruimtes en de kantoorruimtes 

      5.

Het College van Burgemeester en Schepenen van Zonhoven geeft de vergunning af met onder meer als voorwaarde: 

“ Om een evenwichtig gebruik van de 18 bezoekersparkeerplaatsen te garanderen kunnen er slechts een beperkt aantal parkeerplaatsen als voorbehouden toegekend worden voor de handelsruimtes en kantoorruimtes. Naar analogie met de woonentiteiten wordt voor elke handelsruimte/ kantoorruimte een maximum vooropgesteld van 2 parkeerplaatsen, met dien verstande dat de samengevoegde handelsruimte B03 en B04 tot 1 grotere kantoorruimte over 4 plaatsen kan beschikken. De overige 8 parkeerplaatsen mogen niet aan een specifieke gebruiker/handelsruimte/kantoor toegekend worden. Dit zou een ongelijkheid in gebruiksgenot tot gevolg hebben.” 

      6.

Deze voorwaarde is om diverse redenen onwettig: 

3.1.1.1. De voorwaarde is in strijd met de vergunning dd. 12 maart 2019 

7.

Het feit dat een vergunningverlenende overheid zich moet buigen over een omgevingsvergunningsaanvraag tot regularisatie of wijziging van bepaalde aspecten van een reeds vergund project kan en mag er niet toe leiden dat de reeds definitief vergunde elementen van dat project, waarop de aanvraag geen betrekking heeft alsnog opnieuw op hun vergunbaarheid beoordeeld zouden worden. 

Dit principe wordt bevestigd in de rechtspraak van de Raad voor Vergunningsbetwistingen: (1) 

“ Het gegeven dat met de vergunningsaanvraag de regularisatie van een aantal niet conform uitgevoerde werken wordt gevraagd, impliceert nog niet dat daarmee ook de vergunbaarheid van de volledige oorspronkelijke vergunning, en van de conform die vergunning reeds uitgevoerde werken, (opnieuw) in vraag kan worden gesteld. In die zin kan niet zonder meer aan het definitief vergund karakter van de 18 parkeerplaatsen worden geraakt.” 

8.

In de vergunning dd. 12 maart 2019 worden onder meer volgende voorwaarden opgelegd: 

“ 23) De garages/autostaanplaatsen, dienen ter beschikking te blijven van de bewoners van de appartementen/woningen uit dit project; 

24) Indien het aantal parkeerplaatsen ontoereikend is voor de bewoners/klanten, moet op eigen perceel bijkomende parkeergelegenheid voorzien worden;” 

Het College van Burgemeester en Schepenen van Zonhoven heeft derhalve destijds geoordeeld dat het gevraagde in overeenstemming was met goede ruimtelijke ordening. 

Deze vergunning is definitief en bekleed met een vermoeden van wettigheid. 

Daaraan kan niet meer geraakt worden. 

3.1.1.2. Er is geen rechtstreeks of onrechtstreeks verband tussen de opgelegde voorwaarde en de beoordeling van het voorwerp van de aanvraag - de voorwaarde strekt niet tot het in overeenstemming brengen van het project met het recht en de goede ruimtelijke ordening 

9.

Het opleggen van de middels huidig beroep bestreden voorwaarde wordt als volgt gemotiveerd: 

“ Aangezien de oppervlakte van de handelsruimtes / kantoorruimtes of aantal woonentiteiten niet gewijzigd werd, kan men stellen dat de vergunde parkeerplaatsen voldoende zijn om de parkeerdruk op te vangen. 

Men dient zich er wel bewust van te zijn dat de functiewijziging van handelsruimte naar kantoorruimte een impact heeft op het parkeergebeuren. 

Een handelsruimte heeft geen continue aanwezigheid van dezelfde personen (behoudens uitbater en eventueel personeel). De te regulariseren kantoorruimte B03 en B04 geeft reeds 19 bureaus weer, wat impliceert dat er mogelijk een vaste aanwezigheid van meerdere personeelsleden is tijdens de kantooruren. 

Van de 48 parkeerplaatsen dienen er 26 voorbehouden te worden voor bewoners en 4 voorbehouden te worden voor mindervaliden (2 bovengronds en 2 ondergronds). De overige parkeerplaatsen, waarvan 2 ondergrondse en 16 bovengrondse, dienen voor elke handelsruimte/ kantoorruimte en de bezoekers van de appartementen plaats te bieden. (…) 

Om een evenwichtig gebruik te garanderen kunnen er slechts een beperkt aantal parkeerplaatsen als voorbehouden toegekend worden voor de handelsruimtes en kantoorruimtes. Naar analogie met de woonentiteiten wordt voor elke handelsruimte/kantoorruimte een maximum vooropgesteld van 2 parkeerplaatsen, met dien verstande dat de samengevoegde handelsruimte B03 en B04 tot 1 grotere kantoorruimte over 4 plaatsen kan beschikken. De overige 8 parkeerplaatsen mogen niet aan een specifieke gebruiker/handelsruimte/kantoor toegekend worden. Dit zou een ongelijkheid in gebruiksgenot tot gevolg hebben. 

(…)” 

  • De principes m.b.t. het opleggen van een voorwaarde 

10.

Artikel 63 van het Omgevingsvergunningsdecreet (hierna “OVD”) bepaalt dat de in laatste administratieve aanleg bevoegde overheid de vergunningsaanvraag in haar totaliteit onderzoekt.
De memorie van toelichting bij de ontwerpbepaling verduidelijkt dienaangaande: (2) 

“ (…) 

De bevoegde overheid onderzoekt de vergunningsaanvraag in haar totaliteit. Dit betekent dat niet alleen uitspraak wordt gedaan over de beroepsargumenten. Ook in de gevallen dat men in beroep zou komen tegen een onderdeel van de beslissing in eerste aanleg (een voorwaarde bijvoorbeeld), staat de volledige aanvraag open voor beoordeling. 

De bevoegde overheid zal echter niet verder kunnen gaan dan de aanvraag. Zo zal men bijvoorbeeld naar aanleiding van een beperkte verandering van een project, niet kunnen raken aan de aspecten van het project waarop de aanvraag tot verandering geen betrekking heeft. 

(…)” 

11.

Artikel 4.3.1, §1, tweede lid VCRO geeft de vergunningverlenende overheid de mogelijkheid om via het opleggen van een voorwaarde de vergunningsaanvraag in overeenstemming te brengen met het recht en de goede ruimtelijke ordening en zo alsnog een vergunning te kunnen verlenen. 

Er kan derhalve een voorwaarde worden opgelegd om het gevraagde, dat zonder deze voorwaarde niet in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening, alsnog in overeenstemming te brengen met de goede ruimtelijke ordening. 

In een arrest van 15 juli 2021 oordeelde de Raad voor Vergunningsbetwistingen dat het opleggen van voorwaarden een uitzondering is op het principe dat een aanvraag in beginsel moet worden geweigerd als ze onverenigbaar is met de verordenende voorschriften of met de goede ruimtelijke ordening, zodat deze mogelijkheid restrictief moet worden toegepast: (3) 

“ Het opleggen van voorwaarden vormt een uitzondering op het principe dat een aanvraag in beginsel moet worden geweigerd als ze onverenigbaar is met de verordenende voorschriften of met de goede ruimtelijke ordening, zodat deze mogelijkheid restrictief moet worden toegepast” 

Verder bepaalt artikel 74 OVD dat een vergunningsvoorwaarde voldoende precies moet zijn en redelijk in verhouding tot het vergunde project moet staan. 

Dat een voorwaarde redelijk in verhouding tot het vergunde project moet staan, impliceert dat er een verband - “verhouding” - moet zijn tussen het voorwerp van de aanvraag en de voorwaarde. 

  • Toepassing van deze principes: de kwestieuze voorwaarde is onwettig

12.

De vergunningsaanvraag bevat volgende elementen die mogelijks verband houden met het parkeren: 

  • Wijziging van 5 handelsruimtes naar 4 handelsruimtes, kantoren of praktijkruimte voor vrije beroepen. 
  • De regularisatie van de samenvoeging van twee ondergrondse parkeerplaatsen (nrs. 16 en 17) 
  • Het inrichten van één bovengrondse parkeerplaats als zone voor tijdelijke opslag van afvalcontainers. 

Zulks resulteert in volgende beslissing mbt het parkeren: 

1. Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het gedeeltelijk voorwaardelijk afleveren van de omgevingsvergunning aan BEGECO PROJECTONTWIKKELING BVBA met als contactadres Middenstraat 63 te 3582 Beringen voor het regulariseren van de bestaande situatie (wijziging terreininrichting, infiltratiebekken en aansluiting riolering, gevelwijzigingen en interne wijzigingen tegenover de vergunde toestand dd. 12/03/2019 – ref. OV/2018/00197), behoudens enkele specifieke onderdelen. 

Het college van burgemeester en schepenen weigert het regulariseren van kunstgras in de voortuin, de omvorming van een parkeerplaats tot opslagplaats voor afvalcontainers, de verbreding van de inrit tot 6m, en weigert het toekennen van een dubbele hoofdfunctie voor de handelsruimtes/ 

kantoren, gelegen te Heuvenstraat 79, 81, 83 en 85 kadastraal gekend als afdeling 3 sectie E nr. 1130A.”

13.

De voorwaarde is onwettig: 

  • De gevraagde vergunning voor het inrichten van één bovengrondse parkeerplaats als zone voor tijdelijke opslag van afvalcontainers wordt geweigerd. 

Dit aspect kan derhalve geen aanleiding geven tot het opleggen van een voorwaarde.

  • De regularisatie van de samenvoeging van twee ondergrondse parkeerplaatsen (nrs. 16 en 17) heeft geen verband met het bovengronds parkeren. 

Als dit aspect de reden vormt voor het opleggen van een voorwaarde, die kan opgelegd worden om het gevraagde in overeenstemming te brengen met de goede ruimtelijke ordening, dan is deze voorwaarde niet redelijk in verhouding tot het vergunde. 

Er kan immers niet ingezien worden in welk opzicht het samenvoegen van 2 ondergrondse parkeerplaatsen niet in overeenstemming zou zijn met de goede ruimtelijke ordening. 

In de onmogelijke hypothese dat het samenvoegen van 2 ondergrondse parkeerplaatsen niet in overeenstemming zou zijn met de goede ruimtelijke ordening, kan deze voorwaarde ook niet in overeenstemming gebracht worden met de goede ruimtelijke ordening door een voorwaarden op te leggen mbt het bovengronds parkeren. 

  • Wijziging van functie van (5) handelsruimtes naar (4) handelsruimtes, kantoren of praktijkruimte voor vrije beroepen 

            De vergunning hiervoor wordt geweigerd, cf. de bestreden beslissing: 

“ Het college van burgemeester en schepenen weigert het regulariseren van kunstgras in de voortuin, de omvorming van een parkeerplaats tot opslagplaats voor afvalcontainers, de verbreding van de inrit tot 6m, en weigert het toekennen van een dubbele hoofdfunctie voor de handelsruimtes/ 

kantoren, gelegen te Heuvenstraat 79, 81, 83 en 85 kadastraal gekend als afdeling 3 sectie E nr. 1130A.” 

      (cf. eigen onderlijning)

Dit aspect kan derhalve geen aanleiding geven tot het opleggen van een voorwaarde. 

  • De samenvoeging van handelsruimte B03 en B04 

       Deze samenvoeging wordt niet expliciet vergund. 

      Wel wordt bij de beoordeling van de functionele inpasbaarheid gesteld: 

“ Functionele inpasbaarheid 

De bestaande woonfuncties blijven behouden en zijn functioneel inpasbaar in de omgeving. 

In 2019 werden 5 handelsruimtes vergund (binnen blok B). Met de regularisatie van de bestaande toestand wenst men 2 handelsruimtes (B03 en B04) samen te voegen en wenst men voor alle handelsruimtes zowel de hoofdfunctie detailhandel als de hoofdfunctie kantoor, dienstverlening en vrije beroepen toe te passen. De aanvraag is hier planmatig onduidelijk in, de functie handelsruimte staat zowel bij de vergunde als bij de bestaande toestand aangegeven. 

Slechts de van toepassing zijnde hoofdfunctie kan vergund worden. Voor B01 en B02 blijft dit dan ook detailhandel/ handelsruimte en voor B03, B04, B05 wijzigt de hoofdfunctie naar kantoor, dienstverlening en vrije beroepen. 

Qua functie en parkeernorm zijn deze vergelijkbaar met een handelsruimte. 

De functiewijziging van de samengevoegde handelsruimte B03 en B04 en van B05 naar kantoor, dienstverlening en vrije beroepen is aanvaardbaar.”

      (eigen onderlijning) 

      Er is derhalve sprake van de “samengevoegde” handelsruimte B03 en BO4. 

De samenvoeging van 2 handelsruimtes tot 1 handelsruimte met behoud van handelsfunctie heeft geen impact op de goede ruimtelijke ordening en wordt aanvaardbaar geacht, zodat op dat vlak ook geen voorwaarde hoefde opgelegd te worden om het gevraagde in overeenstemming te brengen met de goede ruimtelijke ordening. 

De kwestieuze voorwaarde strekt niet tot het in overeenstemming brengen van de aanvraag met het recht en de goede ruimtelijke ordening, zoals bepaald in artikel 4.3.1, §1, tweede lid VCRO. 

14.

Hoe dan ook is de motivering van het College van Burgemeester en Schepenen van Zonhoven inherent tegenstrijdig voor zover zij in de vergunning dd. 19 december 2023 enerzijds het volgende beweert: 

“ Men dient zich er wel bewust van te zijn dat de functiewijziging van handelsruimte naar kantoorruimte een impact heeft op het parkeergebeuren.” 

/En anderzijds: 

“ Qua functie en parkeernorm zijn deze vergelijkbaar met een handelsruimte. 

(…) 

Aangezien de oppervlakte van de handelsruimtes/kantoorruimtes of aantal woonentiteiten niet gewijzigd werd, kan men stellen dat de vergunde parkeerplaatsen

voldoende zijn om de parkeerdruk op te vangen.” 

3.1.2. De voorwaarde dat de inrit dient aangepast tot een maximale breedte van 4,5m in plaats van 6m 

15.

Er wordt ook als voorwaarde opgelegd: 

“ Het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer dient gevolgd te worden. 

De inrit dient aangepast tot een maximale breedte van 4,5m in plaats van 6m. De overige 1,5m dient onthard te worden en voorzien van groenaanleg.” 

16.

De breedte van 4,5 was evenwel vergund op 12 maart 2019 

Deze vergunning is definitief en bekleed met een vermoeden van wettigheid, zodat daar niet meer aan geraakt kan worden. 

Het College van Burgemeester en Schepenen van Zonhoven heeft derhalve destijds geoordeeld dat het gevraagde in overeenstemming was met goede ruimtelijke ordening. 

Deze vergunning is definitief en bekleed met een vermoeden van wettigheid. 

Ook deze voorwaarde strekt niet tot het in overeenstemming brengen van de aanvraag met het recht en de goede ruimtelijke ordening, zoals bepaald in artikel 4.3.1, §1, tweede lid VCRO. 

In tegendeel. 

Door de versmalling van de toegang zullen wagens bij het in- en uitrijden van het perceel moeten wachten. 

Langs het gebouw ter hoogte van de parking bevindt zich de toegang tot de ondergrondse parking. Deze toegang tot de garage is bijzonder stijl, zodat de wagens die de ondergrondse parking verlaten pas op het laatste moment andere wagens die bovengronds aan het wachten zijn, zullen zien staan. 

Deze versmalling zal net voor verkeersonveilige situaties zorgen. 

3.2. De vergunning voor de dubbele hoofdfunctie voor de middels de vergunning dd. 12 maart 2019 vergunde handelsruimtes werd ten onrechte geweigerd 

17.

In de vergunning dd. 19 december 2023 wordt hieromtrent het volgende overwogen: 

“ Functionele inpasbaarheid 

De bestaande woonfuncties blijven behouden en zijn functioneel inpasbaar in de omgeving. 

In 2019 werden 5 handelsruimtes vergund (binnen blok B). Met de regularisatie van de bestaande toestand wenst men 2 handelsruimtes (B03 en B04) samen te voegen en wenst men voor alle handelsruimtes zowel de hoofdfunctie detailhandel als de hoofdfunctie kantoor, dienstverlening en vrije beroepen toe te passen. De aanvraag is hier planmatig onduidelijk in, de functie handelsruimte staat zowel bij de vergunde als bij de bestaande toestand aangegeven. 

Slechts de van toepassing zijnde hoofdfunctie kan vergund worden. Voor B01 en B02 11 blijft dit dan ook detailhandel/handelsruimte en voor B03, B04, B05 wijzigt de hoofdfunctie naar kantoor, dienstverlening en vrije beroepen. 

Qua functie en parkeernorm zijn deze vergelijkbaar met een handelsruimte.
De functiewijziging van de samengevoegde handelsruimte B03 en B04 en van B05 naar kantoor, dienstverlening en vrije beroepen is aanvaardbaar.” 

(eigen onderlijning) 

18.

Op 12 maart 2019 werd een handelsfunctie vergund. 

Zowel de functie detailhandel/handelsruimte als de functie kantoor, dienstverlening en vrije beroepen is in overeenstemming met de bestemming woongebied die het perceel volgens het gewestplan Hasselt - Genk heeft. 

Bovendien zal een functie kantoor, dienstverlening en vrije beroepen minder impact hebben dan de handelsfunctie, die op 12 maart 2019 vergund werd en derhalve geacht moet worden in overeenstemming te zijn met de goede ruimtelijke ordening. 

Een handelsruimte impliceert immers een voortdurend komen en gaan van meerdere (en een onbeperkt aantal) klanten en daarnaast zal er ook nog personeel in de handelsruimte aanwezig zijn. 

Er is dan ook geen reden om de vergunning voor de dubbele hoofdfunctie te weigeren. 

*** 

Gelet op het voorgaande, verzoeken wij U om het beroep in te willigen en: 

  • de gevraagde omgevingsvergunning af te geven voor de dubbele hoofdfunctie én
  • de voorwaarde: 

“ Om een evenwichtig gebruik van de 18 bezoekersparkeerplaatsen te garanderen kunnen er slechts een beperkt aantal parkeerplaatsen als voorbehouden toegekend worden voor de handelsruimtes en kantoorruimtes. Naar analogie met de woonentiteiten wordt voor elke handelsruimte/ kantoorruimte een maximum vooropgesteld van 2 parkeerplaatsen, met dien verstande dat de samengevoegde handelsruimte B03 en B04 tot 1 grotere kantoorruimte over 4 plaatsen kan beschikken. De overige 8 parkeerplaatsen mogen niet aan een specifieke gebruiker/handelsruimte/kantoor toegekend worden. Dit zou een ongelijkheid in gebruiksgenot tot gevolg hebben.” 

En de voorwaarde: 

“ Het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer dient gevolgd te worden. 

De inrit dient aangepast tot een maximale breedte van 4,5m in plaats van 6m. De overige 1,5m dient onthard te worden en voorzien van groenaanleg.” 

in elk geval te schrappen.”

Beroepschrift 3

De beroepsindiener CHARNICO BV is als eigenaar van het terrein gelegen te Zonhoven, Heuvenstraat 79, 81 , 83 en 85, kadastraal gekend als afdeling 3, sectie E nr. 1130 A opgetreden bij de verkoop van de grondaandelen van het project residentie Zonnehof, waarvoor BEGECO PROJECTONTWIKKELING BV een regularisatieaanvraag heeft ingediend op 25/9/23.

Zij heeft als derde-belanghebbende partij kennis genomen van het besluit van het college van burgemeester en schepenen van de gemeente Zonhoven van 19/12/2023, aangeplakt op 30/12/2023.

Het beroep is in hoofdzaak gericht tegen volgende aspecten van dit besluit:

  • Het terugbrengen van de breedte van de inrit van 6 tot 4,5 m, daar waar de oorspronkelijke vergunning, welke nog steeds geldt, 6 m toelaat.
  • Het aanpassen van de inrichting van de samengevoegde kantoorruimte B 03 en B 04 aan de gestelde normen qua toegangen, deuropeningen en deuren en de normen inzake toiletten
  • De melding dat 8 parkeerplaatsen niet aan een specifieke gebruiker/ handelsruimte/kantoor mogen toegekend worden

CHARNICO kan niet met deze beslissing akkoord gaan gelet op de impact ervan voor de bewoners en gebruikers van de gebouwen welke door Begeco werden opgericht en het terrein dat door haar werd verkocht. Als verkoper van de grondaandelen wenst zij haar kopers te vrijwaren tegen de genotsstoornis die de bestreden beslissing tot gevolg heeft.

In casu is het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar dat aan de basis ligt van het bestreden besluit van het college van burgemeester en schepenen, onvoldoende objectief opgesteld, bevat dit foutieve gegevens en gaat dit op een aantal punten regelrecht in tegen de zaken welke beslist werden in de oorspronkelijke afgeleverde omgevingsvergunning en welke correct en in functie van de destijds gestelde voorwaarden werden uitgevoerd.

Het principe van rechtszekerheid wordt hiermee geschonden, nu de oorspronkelijke vergunning onverminderd is blijven gelden en de gemeente niet kan terugkomen op een toestand welke destijds vergund werd door thans werken te weigeren die conform vergunning zijn uitgevoerd.

Daarnaast zijn er een aantal beslissingen genomen m.b.t. uitgevoerde werken zonder dat deze het voorwerp uitmaakten van de door Begeco ingediende regularisatieaanvraag.

Een aantal van de opgelegde voorwaarden en adviezen worden bijgevolg door ons betwist.

Hieronder vindt u de punten terug waarop ons bezwaar betrekking heeft, met bij ieder punt de motivering van ons bezwaar/beroep.

  1. Het bestreden besluit stelt dat het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer dient gevolgd te worden en dat de inrit dient aangepast tot een maximale breedte van 4,5m in plaats van 6m. De overige 1,5m dient onthard te worden en voorzien van groenaanleg.

Hiermee wordt teruggekomen op een toestand die eerder vergund werd en op basis daarvan uitgevoerd.

De inrit van 6m is bij de vorige vergunning wel goedgekeurd door het Agentschap Wegen en Verkeer en dit werd ook zo opgenomen in de omgevingsvergunning van 2019.

Onder bijlage 1 laat ik u kopie van blz. 20 punt 14 van de afgeleverde omgevingsvergunning waarin duidelijk vermeld staat : ' Uitgezonderd de inrit met een breedte van maximaal 6 m .. .'

De inrit werd aldus uitgevoerd conform de bepalingen in de oorspronkelijke vergunning en het besluit van 19/12/2023 kan hier niet op terugkomen.

Door dit toch te doen wordt het rechtszekerheidsbeginsel geschonden.

2. Het bestreden besluit stelt dat het advies van Inter-Vlaanderen inzake toegankelijkheid, dient gevolgd te worden en dat de inrichting van de samengevoegde kantoorruimte B 03 en B 04 dient aangepast te worden aan de gestelde normen qua toegangen, deuropeningen en deuren en de normen inzake toiletten.

Dit standpunt is onjuist, nu deze normen enkel van toepassing zijn voor publiek toegankelijke ruimtes.

De functie van de samengevoegde kantoorruimtes B 0.3/0.4 is er één van backoffice waar geen klanten, leveranciers of derden worden ontvangen. Het is er één van backoffice waar enkel telefonisch of via digitale weg contact opgenomen wordt met klanten en geïnteresseerden en geen cliënteel ontvangen wordt.

Gezien het dus een niet publiek toegankelijke ruimte betreft zijn de normen waarnaar het advies verwijst bijgevolg ook niet van toepassing. Dit werd bij gewijzigde projectinhoudversie reeds vermeld, maar niet verwerkt in de uiteindelijke beslissing.

3. Het advies van de dienst preventie van Hulpverleningszone Zuid-West Limburg, dient gevolgd te worden.

Dit is het initiële advies van de brandweer wat behouden blijft.

4. Het advies van Fluvius dient gevolgd te worden.

Fluvius stelt in haar advies “Op de overloop van de infiltratie-voorziening (wadi) moet een terugslagklep staan.” Deze terugslagklep is reeds van bij aanvang geplaatst/voorzien. Dit is dus in orde.

5. Het afsluiten van de overdekte terrassen (plaatsen van gesloten wanden) op de 2de verdieping van blok A is niet toegestaan.

Hier worden voorwaarden opgelegd m.b.t. zaken die niet het voorwerp hebben uitgemaakt van de regularisatie-aanvraag en waar niet naar werd gevraagd.

De aanvraag had enkel betrekking op een terrasoverkapping; de zijwanden zijn immers open.

6. In de "Beschrijving van omgeving en aanvraag" wordt onder bij de wijzigingen die voor de terreininrichting worden gevraagd volgend vermeld: "De tuinzone achter blok A werd door het wegvallen van de wadi ruimer. Er werden geen privatieve tuinzones toegekend, doch een (semi) gemeenschappelijk gebruik in functie van een regelmatig onderhoud en tussen de gelijkvloerse appartementen onderling werd een groenaanplant gerealiseerd om meer privacy te bieden.”

Ook hier worden voorwaarden opgelegd voor zaken die niet het voorwerp hebben uitgemaakt van de aanvraag regularisatie-vergunning.

Bijkomend is het zo dat in de omschrijving van de aanvraag van de goedgekeurde omgevingsvergunning duidelijk werd vermeld de aanvraag 4 gelijkvloerse appartementen en privatieve tuinen aan de voor- en achterzijde betrof.

In de basisakte werd opgenomen dat het appartement het exclusief genot en gebruik van het terras en de tuin vooraan en rond het appartement betreft.

Wellicht is er bij de omgevingsambtenaar de vergissing ontstaan dat omwille van het wijzigen van de oorspronkelijke draadafsluiting door een scheiding op basis van een haagbegroeiing afstand zou gedaan zijn van het exclusief genot en gebruik.

Uiteraard is dit niet gewijzigd en behouden omwille van de privacy.

Onder bijlage 2 kunt U kopie uit de destijds afgeleverde omgevingsvergunning en basis-akte terugvinden.

Er zijn dus wel degelijk privatieve tuinzones, waar elke bewoner het onderhoud, deels zelf, deels in gemeenschap, tot grote tevredenheid en op een degelijke manier uitvoert.

Er is geen enkele reden om dit te wijzigen temeer omdat dit nergens gevraagd werd.

7. De bestreden beslissing stelt dat de zones met kunstgras in de voortuinstrook van blok A dienen onthard te worden en voorzien van een beplanting. Dit dient uitgevoerd te worden binnen een termijn van 6 maanden vanaf het verlenen van de vergunning.

Bewijs hiervan dient aangeleverd bij de dienst vergunningen & handhaving.

Dit betreft tuintjes van gemiddeld 6m²  aan voorkant van het gebouw, die voorzien zijn van kunstgras.

Deze mini-tuintjes vergen vandaag geen enkel onderhoud en geven het een mooi en proper geheel, zonder dat er onderhoud nodig is.

Indien deze tuintjes zouden aangeplant worden of van gras voorzien, dienen zij onderhouden te worden; grassen of een andere beplanting dient gemaaid, onderhouden en besproeid te worden , wat gezien de ligging van deze tuintjes zeer moeilijk zal zijn.

Bovendien zijn de bewoners van de appartementen net naar een appartement verhuisd om minder onderhoud aan tuin en omgeving te moeten uitvoeren.

Bijkomend is het zo dat er reeds een zeer grote gemeenschappelijke tuin is aangelegd in de voortuin en de residentie reeds van veel groen is voorzien.

Daarnaast is het zo dat de ondergrond van dit beperkt kunstgras is uitgevoerd in split zodat het water snel weg kan.

van 1,5 per wooneenheid + het aantal extra parkings in het kader van de handelsruimten.

Conclusie: het totaal aantal parkeerplaatsen is voldoende en conform de norm.

Stedenbouwkundig is dit project in orde ...

Onder de rubriek mobiliteitspact van de regularisatie-vergunning wordt m.b.t. de kantoren B 0.3/0.4 onder meer gesteld:

"De te regulariseren kantoorruimte B 0.3+0.4 geeft reeds 19 bureaus weer… ".

Dit is niet correct.

De eigenaar van de kantoren B 0.3/0.4 stelt dat dit aantal bureaus volledig verkeerd is, dat de gemeente er ook nooit naar heeft gevraagd en vraagt zich of dit op gebeurd is op basis van inkijk door één van de ramen - waarbij de vergaderlokalen en opstelling wellicht werd meegeteld als bureau - gezien het werkelijke aantal bureaus ligt op helft (een aantal medewerkers werken deels van thuis uit).

Hiermee wordt geen rekening gehouden en de overwegingen betreffende kantooraanwezigheid zijn daarmee dan ook verkeerd.

Inzake parkeerplaatsen is het zo dat de kantoren B 0.3/0.4 acht (8) parkeerplaatsen ter beschikking hebben. De betrokken kantoor-eigenaar verklaart dat dit meer dan voldoende is en er op dat vlak geen enkel probleem is. Een aantal werknemers komt gezamenlijk naar hun werk (carpooling) en sommige komen met de bus.

De weergegeven info in de regularisatie-vergunning is dus volledig verkeerd en de bestreden beslissing is dan ook gebaseerd op foutieve premissen.

De situatie van vandaag is de volgende :

op basis van de oorspronkelijke omgevingsvergunning en volgens de door de notaris uitgewerkte basisakte, werden alle buitenparkeerplaatsen geprivatiseerd; 14 daarvan werden verkocht aan de kopers van een handelsruimte (waarvan telkens minstens 1 parking per handelsruimte aangekocht werd als een privatieve bezoekers-parkeerplaats) en 1 aan een koper van een appartement.

Zodoende blijven er nog 3 buitenparkings over: 2 die voorlopig worden voorbehouden voor andersvaliden maar zelden of nooit een bezetting krijgen en 1 waaraan eerder een andere invulling werd gegeven (evt. mogelijke afvalopslag) maar die alsnog kan omgevormd worden naar een bijkomende bezoekersparking.

Met minstens 5 privatieve bezoekersparkings, 2 niet-verkochte zgn. 'gehandicaptenparkings' en een nog niet in bezit genomen parking (voorbehouden voor afvalopslag) kunnen we op minstens 8 bezoekers-parkings komen.

Dit is ruim voldoende en de beroepsindiener verzoekt dan ook om de beslissing te herzien.

In dat kader is er overleg geweest met de syndicus van de VME en lopen er momenteel

gesprekken om de situatie van de buitenparkings aan te passen en een deel te wijzigen naar privatieve bezoekersparkeer-gelegenheid, en wel als volgt :

  • momenteel zijn er dus 18 (17 + 1 vrijgehouden voor opslag) buitenparkings verdeeld in

een rechter-blok van 14 (13+1) en 4 linker-blok van 4 parkings.

  • de mogelijkheid bestaat (mits medewerking van een aantal betrokkenen) om de linker blok van 4 buitenparkings om te vormen naar exclusieve bezoekers-parkeerplaatsen voor gehandicapten (1 parking) en voor bezoekers van de appartementen (3 parkings).

Tenslotte is het zo dat in de aangrenzende residentie Liebenshof (vergund in dezelfde periode) wel privé-tuintjes in kunstgras werden toegestaan. Onder bijlage 3 een recente foto hiervan.

De eigenaars/ bewoners verzoeken bijgevolg om dit alsnog te herbekijken, temeer daar niet valt in te zien welk nadeel de aanwezigheid van kunstgras in deze mini-tuintjes aan de voorzijde met zich meebrengt. Het is dan ook niet duidelijk waarom gevraagd wordt om dit kunstgras te verwijderen.

8. De bestreden beslissing stelt dat, om een evenwichtig gebruik van de 18 bezoekersparkeerplaatsen te garanderen, er slechts een beperkt aantal parkeerplaatsen als voorbehouden toegekend worden voor de handelsruimtes en kantoorruimtes. Naar analogie met de woonentiteiten wordt voor elke handelsruimte/

kantoorruimte een maximum vooropgesteld van 2 parkeerplaatsen, met dien verstande dat de samengevoegde handelsruimte 803 en 804 tot 1 grotere kantoorruimte over 4 plaatsen kan beschikken. De overige 8 parkeerplaatsen mogen niet aan een specifieke gebruiker/ handelsruimte/ kantoor toegekend worden. Dit zou een ongelijkheid in gebruiksgenot tot gevolg hebben.

Ook hiermee wordt ingegaan tegen de oorspronkelijke vergunning en legt de gemeente in het kader van een regularisatieaanvraag voorwaarden op welke bij de oprichting van het gebouw niet gesteld werden.

Opnieuw wordt op deze manier rechtsonzekerheid gecreëerd nu in de oorspronkelijke omgevingsvergunning op geen enkele wijze verwezen werd naar bezoekers-parkeerplaatsen.

Evenmin werd er gesproken over gemeenschappelijk aan te houden parkeerplaatsen.

Er werd enkel gesproken over autostaanplaatsen/ garages voor woongelegenheden en (buiten-) parkings voor handelsruimten.

Nergens in de oorspronkelijke vergunning wordt gesproken over bezoekers-parkeerplaatsen of een aanwijzing gegeven in die zin.

Op blz. 11 van de oorspronkelijke vergunning (zie bijlage 4) is enkel het volgende vermeld:

De aanvraag voorziet in 48 autostaanplaatsen voor 17 woongelegenheden en 5 handelspanden.

Het aantal autostaanplaatsen/ garages stemt overeen met het aantal woongelegenheden à rato van 1,5 per wooneenheid + het aantal extra parkings in het kader van de handelsruimten.

De aanvraag heeft geen negatieve impact op de mobiliteit.

Ook de burgemeester, dhr. Johny De Raeve, is op dat vlak duidelijk in zijn mailbericht van oktober 2022 aan één van de bewoners van residentie Zonnehof van de gemeente Zonhoven,

bijlage 5):

“Wat betreft de parkeerplaatsen, deelt mijn administratie het volgende mee:

"Wat betreft de parkeerplaatsen vermeldt de vergunning het volgende : "In het ongunstig advies van 31/1012018 van het Agentschap Wegen en Verkeer- gebaseerd op de initiële plannen - werd het volgende vermeld : "Het aantal voorziene parkeerplaatsen van 38 op privaat domein ten behoeve van deze inrichting is niet voldoende. Dit zal zoekverkeer en overlast bezorgen aan het openbaar domein. Dit kan de verkeersveiligheid in gedrang brengen en is ontoelaatbaar voor deze locatie (voor 17 app x 1.5 = 25 pp en voor 5 handelsruimten met een totale netto opp. van 413, 23m2 : 20 = 21 pp; het totaal aantal pp bedraagt 46 stuks). De aanvraag voorziet in 48 autostaanplaatsen voor 17 woongelegenheden en 5 handelspanden. Het aantal autostaanplaatsen/garages stemt overeen met het aantal woongelegenheden à rato

  • Gezien de eigenaars van de kantoren minstens 1 privatieve bezoekersparking per eenheid in eigendom hebben en er zich geen probleem stelt naar parkeergelegenheid van bezoekers van deze kantoren omwille van een beperkt en occasioneel bezoek van kantoor-bezoekers dient er op dat vlak niets gewijzigd.
  • De omvorming van de linker blok tot een parkeerruimte voor bezoekers van appartementen kan gerealiseerd worden maar hangt af van de medewerking van een aantal eigenaars: 
  • eigenaar JOVA haar linker-parkeerplaats met nr. 46 (zie bijlage) dient deze parkeerplaats te ruilen me de nog aan te leggen (was voorbehouden voor afvalopslag) rechterparkeerplaats (zie aanduiding op plan).
    Eigenaar JOVA is eventueel geïnteresseerd want kan dan beschikken over de drie, naast mekaar liggende buitenparkings aan de rechterkant.
  • eigenaar Jos Janssens (enige eigenaar van een appartement die een buitenparking heeft, voorzitter van de VME) dient zijn parkeerplaats met nr 47 terug te verkopen aan de promotor die deze nadien gratis aan de VME zal schenken.
    Eigenaar Jos Janssens, pleitbezorger van parkings voor bezoekers van de appartementen, heeft zich nog niet uitgesproken.
  • promotor Begeco is bereid alle kosten van terugkoop, notaris, .. . en aanleg te dragen bij de realisatie van dit voorstel.
  • onder bijlage 4 het plannetje van de buitenparkings met de voorziene aanpassingen.

Daarnaast is aan de syndicus ook gevraagd of hij de eigenaars van een kantoor zou willen vragen om hun parking na de kantooruren beschikbaar te stellen.
Meerdere eigenaars hebben hier al in toegezegd.

9. In de regularisatie-aanvraag werd gevraagd om de hoofdfunctie van detailhandel/ handelsruimte te wijzigen naar kantoor, dienstverlening, vrije beroepen.

Voor B 03, 04 en 0.5 werd dit toegestaan. Voor B 0.1 en 0.2 werd dit niet weerhouden omdat dit planmatig onduidelijk zou zijn.

Blijkt dat de kantoren B 0.1 en 0.2 niet werden weerhouden omdat op de ingediende plannen bij de regularisatie geen kantoorstoelen/meubelen werden ingetekend en bijgevolg het niet duidelijk was voor de omgevingsambtenaar.

Dit berust dus op een misverstand.

Wij verzoeken gezien de functie om de kantoren B 0.1 en 0.2 ook dezelfde (gewijzigde) hoofdfunctie naar kantoor, dienstverlening, vrije beroepen, toe te kennen.”

Advies dienst:

De gemeentelijk omgevingsambtenaar (GOA) blijft bij het voorgaand standpunt behoudens de voorwaarde m.b.t. de breedte van de inrit en de functiewijziging van alle units naar de hoofdfunctie “kantoorfunctie, dienstverlening en vrije beroepen”; voor het overige wordt verwezen naar het verslag GOA d.d. 12/12/2023 en onderstaande reactie. 

De GOA wenst als volgt te reageren op de beroepsargumenten:

Beroepschrift 1

Uit het bezwaar blijkt dat de aanvraag wat betreft unit B01, de plannen en het aangevraagde niet in overeenstemming zijn met de werkelijke bestaande toestand. De unit heeft volgens bezwaarindiener de hoofdfunctie “kantoren, dienstverlening of vrije beroepen” Op de plannen staat echter aangegeven “handelsruimte” (detailhandel), er werden geen bureaus ingetekend, noch blijkt uit de nota het feitelijk gebruik. 

Indien de aanvraag correct ingediend zou zijn, was er geen bezwaar tegen de functiewijziging van de vergunde toestand “handelsruimte” naar de feitelijke toestand “kantoor, dienstverlening, vrije beroepen”. 

De intekening van de achtertuinzone van blok B stemt inderdaad niet overeen met de aangeleverde foto’s. Stedenbouwkundig gezien blijft evenwel een groenzone aanwezig en een privatieve buitenruimte (terras). De bestaande verdeling met draadafsluiting is niet vergunningsplichtig.

De aanleg van 1 ruimere wadi achter blok B i.p.v. 2 opvangvoorzieningen verspreid over de tuinzones van beide gebouwen heeft inderdaad een vermindering van gebruiksgenot tot gevolg voor de gelijkvloerse units van blok B en is door de inplanting tot op korte afstand van de kelder minder ideaal dan oorspronkelijk voorzien was. Stedenbouwkundig gezien resteert nog minimaal 10m² buitenruimte/ unit en wordt voldaan aan de hemelwaterverordening. 

De zakelijke rechten (verkoop/ verhuring…) van de parkeerplaatsen vormen geen stedenbouwkundig aspect op zich. De hinderaspecten qua mobiliteit naar de omgeving toe, maken evenwel deel uit van de beoordeling goede ruimtelijke ordening.

De reden waarom er uiteindelijk een regularisatiedossier werd aangevraagd, was parkeerproblematiek. De berm van het openbaar domein werd verhard en gebruikt als parkeerzone. Dit werd intussen, met tussenkomst van de dienst patrimonium, opgelost (ontharding van de berm)doch werd de dienst vergunning hierop attent gemaakt en bleken diverse zaken niet conform de vergunning uitgevoerd.

Het is evident dat bezoekers en klanten voor de appartementen en de gevestigde ondernemingen, geen toegang hebben tot de parkeerkelder. Deze is afgesloten. Het logische gevolg daarvan is dat de eigenaars/ huurders van appartementen en commerciële ruimtes zelf ondergronds parkeren en de bovengrondse parkeerplaatsen zoveel mogelijk vrij houden voor hun bezoekers en klanten. Het kan niet zijn dat deze laatste de parkeerruimte van nabij gelegen winkels gaan gebruiken of in de bermen gaan parkeren.

Beroepschrift 2

  • Onwettige voorwaarden

Er wordt aangegeven dat de voorwaarde m.b.t. de bovengrondse parkeerplaatsen in strijd is met de oorspronkelijke vergunning dd. 12/03/2019. Men haalt aan dat hierin de voorwaarde werd opgelegd “de garages/ autostaanplaatsen, dienen ter beschikking te blijven van de bewoners van de appartementen/ woningen uit dit project”. Dit zou dan strikt genomen impliceren dat er geen parkeerplaatsen ingenomen kunnen worden in functie van de handelsruimtes/ kantoorruimtes. Verder wordt aangehaald “indien het aantal parkeerplaatsen ontoereikend is voor de bewoners/ klanten, moet op eigen perceel bijkomende parkeergelegenheid voorzien worden”. Deze voorwaarde werd eerder met de voeten getreden aangezien de berm (openbaar domein) werd verhard en gebruikt als parkeerzone. Dit feit (de verharding van de berm) werd intussen rechtgezet na aanmaning door de dienst patrimonium; het was echter de parkeerproblematiek die tot de uiteindelijke regularisatieaanvraag geleid heeft. 

De voorwaarde betwist niet dat er 18 parkeerplaatsen zijn, noch wordt de oorspronkelijke volledige vergunning in vraag gesteld; er wordt evenwel een gebruiksvoorwaarde opgelegd voor de bovengrondse parkeerplaatsen aangezien er effectief een parkeerprobleem ontstaan is doordat geen algemeen gebruik meer kan gemaakt worden van de parkeerplaatsen. In de plaats van het innemen van openbaar domein en oneigenlijk gebruik te maken van de parkeerruimte van andere (private) terreinen in de omgeving, dient de situatie op eigen terrein opgelost te worden. Parkeerproblematiek en verkeersveiligheid zijn aspecten waarmee wel degelijk rekening dient gehouden te worden bij de beoordeling van een aanvraag en het opleggen van voorwaarden.

Aangezien de regularisatie de wijziging van verhardingen omvat en vergunde  fietsenstallingen niet aanwezig blijken te zijn alsook een gebruikswijziging van een parkeerplaats gevraagd werd en de functiewijziging van handelsruimtes én rekening houdende met de eigenlijke aanzet voor dit regularisatiedossier, dan kan men hier niet stellen dat een voorwaarde m.b.t. het parkeergebeuren onwettig is.

Naast hoger vermelde voorwaarde wordt de aanpassing van de inrit van 6m naar 4,5m als onwettig gezien.

Aangezien het goed gelegen is aan een gewestweg, is het agentschap Wegen en Verkeer bevoegd. De voorwaarde betreffende de inrit maakt deel uit van de voorwaarden van de wegbeheerder, dewelke gevolgd werden.

In de oorspronkelijke vergunningsaanvraag werd 2 maal advies verleend door de wegbeheerder. In het advies dd. 04/10/2018 werd eenzelfde voorwaarde aangegeven, in het advies dd. 21/12/2018 werd deze voorwaarde niet herhaald. De inrit werd inderdaad vergund met een breedte van 6m.

  • Dubbele hoofdfunctie handelsruimte en kantoorruimte

In het besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de vergunningsplichtige functiewijzigingen staat het volgende aangegeven:

Artikel 2

§ 1. Een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen is nodig als een van de volgende hoofdfuncties van een bebouwd onroerend goed geheel of gedeeltelijk wordt gewijzigd in een andere hierna vermelde hoofdfunctie. De volgende functies worden als hoofdfunctie beschouwd :
1° wonen;
2° verblijfsrecreatie;
3° dagrecreatie, met inbegrip van sport;
4° land- en tuinbouw in de ruime zin;
5° detailhandel;
6° dancing, restaurant en café;
7° kantoorfunctie, dienstverlening en vrije beroepen;
8° industrie en bedrijvigheid;
9° gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen;
 10° militaire functie.

Er werden handelsruimtes vergund binnen de oorspronkelijke vergunning dd. 12/03/2019, de hoofdfunctie detailhandel is voor alle units van blok B gelijkvloers van toepassing.

Of beide gewenste hoofdfuncties in overeenstemming zijn met de bestemming van het woongebied geeft niet automatisch recht op vergunning.

Er kan maar één HOOFDbestemming zijn.

De eis om 2 hoofdfuncties toe te kennen aan eenzelfde goed is niet inwilligbaar. Elke hoofdfunctie heeft zijn specifieke aandachtspunten en mogelijke hinderaspecten waar bij de beoordeling rekening mee dient gehouden te worden. Aangezien er ook maar 1 hoofdfunctie kan uitgeoefend worden en geen 2 gelijktijdig, is de eis onredelijk. Indien men in een latere fase van de ene hoofdfunctie naar een andere hoofdfunctie wenst over te stappen zal op dat ogenblik een omgevingsaanvraag voor functiewijziging ingediend moeten worden en zal deze beoordeeld worden op basis van de regelgeving en beoordelingscriteria die op dat moment van toepassing zijn.

Beroepschrift 3

Volgens het beroepschrift is het verslag van de GOA onvoldoende objectief, bevat dit foutieve gegevens en gaat dit in tegen zaken die eerder beslist werden en correct werden uitgevoerd. Er wordt tevens aangegeven dat er beslissingen genomen werden betreffende zaken die geen voorwerp uitmaakten van de aanvraag. Het beroep betwist voorwaarden/ adviezen m.b.t. de breedte van de inrit, het advies inzake toegankelijkheid, het brandweeradvies, het advies van Fluvius, de voorwaarde mbt het afsluiten van overdekte terrassen, beschrijvingen van tuinzones worden aangehaald, de weigering voor het kunstgras, de voorwaarden inzake parkeerplaatsen, de functiewijzigingen.

  • Breedte van de inrit

Aangezien het goed gelegen is aan een gewestweg, is het agentschap Wegen en Verkeer bevoegd. De voorwaarde betreffende de inrit maakt deel uit van de voorwaarden van de wegbeheerder, dewelke gevolgd werden.

In de oorspronkelijke vergunningsaanvraag werd 2 maal advies verleend door de wegbeheerder. In het advies dd. 04/10/2018 werd eenzelfde voorwaarde aangegeven, in het advies dd. 21/12/2018 werd deze voorwaarde niet herhaald. De inrit werd inderdaad vergund met een breedte van 6m.

  • Advies en voorwaarden inzake toegankelijkheid.

De benaming “handelsruimte”, de gevraagde bijkomende hoofdfunctie (men vraagt zowel handel als kantoor), staan tegenover de summiere vermelding in een nota, een versie die gewijzigd werd na de adviesronde als “informatief”. Indien Inter Vlaanderen de voorwaarden wenst te schrappen omdat deze niet meer wettelkijk vereist zijn, dan kunnen wij ons daarin vinden. Men gaat hier trouwens voorbij aan de mogelijkheid dat een werknemer minder valide is. Ons inziens kan de voorwaarde dan ook niet geschrapt worden.

  • Brandweeradvies

Het is ons niet duidelijk wat men hier betwist.

  • Advies Fluvius

Het is evenmin duidelijk wat men hier betwist. De terugslagklep stond niet aangegeven op het plan waarop Fluvius zijn advies verleende, de laatste projectinhoudversie bevatte een aantal aanpassingen om aan adviesvoorwaarden tegemoet te komen (de aanduiding van de terugslagklep) en kleine aanpassingen die geen impact hebben op het geheel of verduidelijkingen.

  • Het afsluiten van de overdekte terrassen (plaatsen van gesloten wanden) op de 2de verdieping van blok A is niet toegestaan.

Men geeft aan dat voorwaarden worden opgelegd m.b.t. zaken die geen voorwerp van de aanvraag betreffen. De overdekking van de terrassen maakt wel degelijk deel uit van de aanvraag. Aangezien we geen uitbreiding van de appartementen (type veranda, tuinkamer…) wenselijk achten binnen de zone voor terrassen en deze open willen houden, dienen we aan de hand van een voorwaarde de toepassing van het vrijstellingsbesluit op dit vlak uit te sluiten, zijnde:

Artikel 3.1.

Een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen is niet nodig voor de volgende handelingen :

 2° handelingen zonder stabiliteitswerken en zonder wijziging van het fysiek bouwvolume aan zijgevels, achtergevels en daken;

  • Beschrijving van tuinzones

In de nota staat bij de wijzigingen “Private tuinzones: principe van gemeenschappelijk groen terrassen A01, A02, A03, A04”, mondeling werd hier door de aanvrager aangegeven dat omwille van uniformiteit en onderhoud geopteerd werd voor een gemeenschappelijke zone i.p.v. de afgebakende privatieve tuinzones zoals op het plan vergunde toestand aangegeven (wat dan later weer betwist werd dat dit gezegd is).

Het is niet duidelijk over welke opgelegde voorwaarden men het hier heeft en wat precies betwist wordt. In de beschrijving omgeving/ aanvraag in het verslag van de GOA worden de verschillen aangehaald tussen vergunde toestand en bestaande toestand. De betreffende tuinzone is geen voorwerp van de regularisatie, de wijziging van de wadi wel. Het is dan ook logisch dat aangegeven wordt wat er aanwezig is in de plaats van de wadi/ infiltratiegracht. Voor zover het groenaandeel daar niet lager ligt dan voorheen en voor zover de minimale privatieve buitenruimte (terrassen) gerespecteerd wordt, betreft het al dan niet privaat zijn van de tuinzone slechts een zakelijk aspect en geen stedenbouwkundig.

  • Weigering kunstgras

Er wordt principieel geen vergunning voor kunstgras afgeleverd. Dit valt onder de noemer verharding en dan een type dat niet als duurzaam of kwalitatief of ecologisch aanzien kan worden. Onderhoud, of de veronderstelling dat er geen onderhoud meer nodig is,  is meer een reden om verhardingen aan te leggen. Dit heeft echter geen ecologische waarde. Daar waar geen terras noodzakelijk is, kan men opteren voor een onderhoudsarme beplanting (bodembedekkers, vaste planten en een eventuele onkruidwerende laag schors.

Het feit dat aan een aangrenzende residentie kunstgras jammerlijk genoeg “vergund” werd (vermoedelijk eerder over het hoofd gezien dat het om kunstgras ging omwille van de misleidende groene inkleuring), is geen reden om dit standaard gaan toe te staan en verdere precedenten te scheppen. 

  • Voorwaarden inzake parkeerplaatsen

Er wordt verwezen naar de oorspronkelijke vergunning waarin niets aangehaald werd betreffende bezoekersparkeerplaatsen. In de voorwaarden van deze vergunning staat letterlijk: 

23)  De garages/ autostaanplaatsen, dienen ter beschikking te blijven van de bewoners van de appartementen / woningen uit dit project;

24)  Indien het aantal parkeerplaatsen ontoereikend is voor de bewoners/ klanten, moet op eigen perceel bijkomende parkeergelegenheid voorzien worden;”

Dit zou dan strikt genomen impliceren dat er geen parkeerplaatsen ingenomen kunnen worden in functie van de handelsruimtes/ kantoorruimtes. Voorwaarde 24 werd eerder niet nageleefd aangezien de berm (openbaar domein) werd verhard en gebruikt als parkeerzone. Dit feit (de verharding van de berm) werd intussen rechtgezet na aanmaning door de dienst patrimonium; het was echter de parkeerproblematiek die tot de uiteindelijke regularisatieaanvraag geleid heeft. Er wordt hiermee getracht om hinder te vermijden, namelijk onveilig parkeren in de berm en gebruik maken van andermans private parkeerruimte. De suggestie om na kantooruren de geprivatiseerde parkeerplaatsen open te stellen voor bezoek van de bewoners is mooi doch biedt geen enkele garantie voor de toekomst. Het gaat hem hier niet over het zakelijk recht dat iemand al dan niet verworven heeft maar over het inperken van het feitelijk gebruik door en voor bepaalde zaken/ bewoners.

Klanten en bezoekers van de bewoners van de appartementen hebben geen toegang tot de parkeerkelder, deze personen dienen dus de bovengrondse parkeerplaatsen te kunnen gebruiken. Indien dit niet kan zal opnieuw oneigenlijk parkeren in de berm voorkomen en / of elders in de omgeving. Dit kan niet de bedoeling zijn.

  • Functiewijziging handelsruimte naar kantoorruimte

In het besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de vergunningsplichtige functiewijzigingen staat het volgende aangegeven:

Artikel 2

§ 1. Een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen is nodig als een van de volgende hoofdfuncties van een bebouwd onroerend goed geheel of gedeeltelijk wordt gewijzigd in een andere hierna vermelde hoofdfunctie. De volgende functies worden als hoofdfunctie beschouwd :
1° wonen;
2° verblijfsrecreatie;
3° dagrecreatie, met inbegrip van sport;
4° land- en tuinbouw in de ruime zin;
5° detailhandel;
6° dancing, restaurant en café;
7° kantoorfunctie, dienstverlening en vrije beroepen;
8° industrie en bedrijvigheid;
9° gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen;
10° militaire functie.

Er werden handelsruimtes vergund binnen de oorspronkelijke vergunning dd. 12/03/2019, de hoofdfunctie detailhandel is voor alle units van blok B gelijkvloers van, toepassing.

Op de aangevraagde plannen werd overal “handelsruimte” als functie aangegeven. Binnen de aangevraagde werken wordt aangegeven “verbouwen zonder functiewijziging…”. Daaronder werd dan foutief aangegeven dat de functie reeds kantoorruimte is en de nieuwe functie dezelfde. Slechts op basis van de ingetekende inrichting (met bureaus) kon aldus uitgemaakt worden welke “handelsruimte” feitelijk “kantoorruimte” was; het was gekend dat er minstens 1 aanwezig was. In een poging deze tegenstrijdigheden ongedaan te maken heeft men dan uiteindelijk een dubbele hoofdfunctie aangevraagd voor alle zaken.

Er kan maar één hoofdbestemming zijn.

De vraag om 2 hoofdfuncties toe te kennen aan eenzelfde goed is niet inwilligbaar. Elke hoofdfunctie heeft zijn specifieke aandachtspunten en mogelijke hinderaspecten waar bij de beoordeling rekening mee dient gehouden te worden. Aangezien er ook maar 1 hoofdfunctie kan uitgeoefend worden en geen 2 gelijktijdig, is de eis onredelijk. 

Indien men in een latere fase van de ene hoofdfunctie naar een andere hoofdfunctie wenst over te stappen zal op dat ogenblik een omgevingsaanvraag voor functiewijziging ingediend moeten worden en zal deze beoordeeld worden op basis van de regelgeving en beoordelingscriteria die op dat moment van toepassing zijn.

Indien alle commerciële ruimtes effectief de hoofdfunctie “kantoorfunctie, dienstverlening en vrije beroepen” hebben, is er geen bezwaar tegen de functiewijziging voor alle units.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen beslist het ingediende beroep negatief te beoordelen behoudens de voorwaarde m.b.t. de breedte van de inrit en de functiewijziging van alle units naar de hoofdfunctie “kantoorfunctie, dienstverlening en vrije beroepen”, en wenst verder het standpunt van 19/12/2023 te behouden.  

17.

2024_CBS_00284 - Aktename melding voor droogzuiging - 2024/00027MM - Schutenseweg 28B - Kennisneming

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
17.

2024_CBS_00284 - Aktename melding voor droogzuiging - 2024/00027MM - Schutenseweg 28B - Kennisneming

2024_CBS_00284 - Aktename melding voor droogzuiging - 2024/00027MM - Schutenseweg 28B - Kennisneming

Motivering

Feiten context en argumentatie

Het betreft een droogzuiging voor de bouw van een woning, volledig onderkelderd, te Schutenseweg 28B, 3520 Zonhoven, 3de afdeling, sectie F, nr. 642K6.

Voor de realisatie van de bouw moet een grondwatertafelverlaging van 3,1 meter bekomen worden. Er zullen verschillende aanzuigpunten geplaatst worden, op een diepte van max. 6 meter. 

Het gevraagde debiet bedraagt 17,3 m³/uur gedurende de eerste 5 dagen en 10,4 m³/uur gedurende de volgende 49 dagen. Dit komt neer op een jaardebiet van 14.321 m³.  

 De huidige aanvraag betreft een verlenging van een reeds lopende bemalingsaanvraag (OMV_2023123579). Door slechte weersomstandigheden en een hoger dan verwachte grondwaterstand, lukte het niet om de bemaling binnen de voorziene periode af te werken. Daarom wordt nu een verlenging tot half april aangevraagd.

 Het lozingspunt bevindt zich op de Schutenseweg, in de open gracht ter hoogte van het perceel.  

De aanvraag is realistisch en kan gunstig beoordeeld worden gezien het beperkt debiet en de beperkte tijdsduur.

 Gunstig voor een bronbemaling te Schutenseweg 28B, voor de realisatie van een onderkelderde woning, voor een debiet van 416 m³/dag, 14.321 m³/jaar, mits volgende voorwaarden:

* Een goed functionerende debietsteller moet aanwezig zijn op elke pomp.  

* De sectorale voorwaarden van Vlarem II, hoofdstuk 5.53, moeten nageleefd worden.

* Het bemalingswater wordt geloosd in de open gracht ter hoogte van het perceel.

* De droogzuiging wordt onmiddellijk verwijderd zodra dit bouwtechnisch mogelijk is en wordt beperkt in tijd en debiet tot het absolute, noodzakelijke, minimum. 

* De lozing van het grondwater mag geen wateroverlast voor derden veroorzaken.

* Indien de stroomgroep geluidshinder vormt voor de omwonenden, moeten onmiddellijk gepaste maatregelen genomen worden om de hinder tot een absoluut minimum te beperken (eventueel overschakelen op een elektrische pomp). 

* De bemaling zal max. 54 dagen in werking zijn.

 Besluit:

Artikel 1

De gemeentelijke omgevingsambtenaar heeft op 13/03/2024 akte genomen van de melding ingediend door Huysmans Ann, Salvatorstraat 36 te 3500 Hasselt, voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit, zijnde een tijdelijke bemaling voor de realisatie van een onderkelderde woning, voor een maximaal jaardebiet van 14.321 m³/jaar, gelegen aan Schutenseweg 28B, 3520 Zonhoven, 3de afdeling, sectie F, nummer 642K6, met rubriek: 53.2.2°a). 

53.2.2°a)

maximaal 30.000 m3 per jaar

Debiet berekend d.m.v. VMM rekennota

Artikel 2

Volgende voorwaarden moeten worden nageleefd:

  • Een goed functionerende debietsteller moet aanwezig zijn op elke pomp.  
  • De sectorale voorwaarden van Vlarem II, hoofdstuk 5.53, moeten nageleefd worden.
  • Het bemalingswater wordt geloosd in de open gracht ter hoogte van het perceel.
  • De droogzuiging wordt onmiddellijk verwijderd zodra dit bouwtechnisch mogelijk is en wordt beperkt in tijd en debiet tot het absolute, noodzakelijke, minimum.
  • De lozing van het grondwater mag geen wateroverlast voor derden veroorzaken.
  • Indien de stroomgroep geluidshinder vormt voor de omwonenden, moeten onmiddellijk gepaste maatregelen genomen worden om de hinder tot een absoluut minimum te beperken (eventueel overschakelen op een elektrische pomp). 
  • De bemaling zal max. 54 dagen in werking zijn.

Deze aktename stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het besluit van de gemeentelijk omgevingsambtenaar.

18.

2024_CBS_00285 - Aktename melding voor droogzuiging - 2024/00034MM - Ranonkelstraat 21 - Kennisneming

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
18.

2024_CBS_00285 - Aktename melding voor droogzuiging - 2024/00034MM - Ranonkelstraat 21 - Kennisneming

2024_CBS_00285 - Aktename melding voor droogzuiging - 2024/00034MM - Ranonkelstraat 21 - Kennisneming

Motivering

Feiten context en argumentatie

Het betreft een droogzuiging voor de bouw van een woning met fundering, te Ranonkelstraat 21, Zonhoven, 3de afdeling, sectie F, nr. 663G.

Voor de realisatie van de bouw moet een grondwatertafelverlaging van 1,5 meter bekomen worden. Er zullen 22 aanzuigpunten geplaatst worden, op een diepte van max. 5 meter. 

Het gevraagde debiet bedraagt 4,9 m³/uur, gedurende 90 dagen. Dit komt neer op een jaardebiet van 4615 m³.  

Het lozingspunt bevindt zich op de open baangracht van de Ranonkelstraat.

De aanvraag is realistisch en kan gunstig beoordeeld worden gezien het beperkt debiet en de beperkte tijdsduur.

Gunstig voor een bronbemaling te Ranonkelstraat 21, voor de realisatie van woning met fundering, voor een debiet van 116 m³/dag, 4615 m³/jaar, mits volgende voorwaarden:

* Een goed functionerende debietsteller moet aanwezig zijn op elke pomp.  

* De sectorale voorwaarden van Vlarem II, hoofdstuk 5.53, moeten nageleefd worden.

* De droogzuiging wordt onmiddellijk verwijderd zodra dit bouwtechnisch mogelijk is en wordt beperkt in tijd en debiet tot het absolute, noodzakelijke, minimum. 

* De lozing van het grondwater mag geen wateroverlast voor derden veroorzaken.

* Indien de stroomgroep geluidshinder vormt voor de omwonenden, moeten onmiddellijk gepaste maatregelen genomen worden om de hinder tot een absoluut minimum te beperken (eventueel overschakelen op een elektrische pomp). 

* De bemaling mag de duur van 90 dagen niet overschrijden.

 Besluit:

Artikel 1

De gemeentelijke omgevingsambtenaar heeft op 13/03/2024 akte genomen van de melding ingediend door Rozendaal Rien, L. Carréstraat 48 te 2220 Heist-op-den-berg, voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit, zijnde een tijdelijke bemaling voor een tijdelijke bemaling voor de bouw van een woning met fundering, voor een maximaal jaardebiet van 4615 m³, gelegen aan Ranonkelstraat 21, 3520 Zonhoven, 3de afdeling, sectie F, nummer 663D2, met rubriek: 53.2.2°a). 

53.2.2°a)

maximaal 30.000 m3 per jaar

Bronbemaling voor het plaatsen van een nieuwbouw met funderingen met een max. totaal debiet van 4615m³ gedurende een max. totaal periode van 90 dagen.

Artikel 2

Volgende voorwaarden moeten worden nageleefd:

  • Een goed functionerende debietsteller moet aanwezig zijn op elke pomp.  
  • De sectorale voorwaarden van Vlarem II, hoofdstuk 5.53, moeten nageleefd worden.
  • De droogzuiging wordt onmiddellijk verwijderd zodra dit bouwtechnisch mogelijk is en wordt beperkt in tijd en debiet tot het absolute, noodzakelijke, minimum.
  • De lozing van het grondwater mag geen wateroverlast voor derden veroorzaken.
  • Indien de stroomgroep geluidshinder vormt voor de omwonenden, moeten onmiddellijk gepaste maatregelen genomen worden om de hinder tot een absoluut minimum te beperken (eventueel overschakelen op een elektrische pomp).
  • De bemaling mag de duur van 90 dagen niet overschrijden.

Deze aktename stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het besluit van de gemeentelijk omgevingsambtenaar.

19.

2024_CBS_00286 - Aktename melding voor droogzuiging - 2024/00029MM - Bremstraat 48 - Kennisneming

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
19.

2024_CBS_00286 - Aktename melding voor droogzuiging - 2024/00029MM - Bremstraat 48 - Kennisneming

2024_CBS_00286 - Aktename melding voor droogzuiging - 2024/00029MM - Bremstraat 48 - Kennisneming

Motivering

Feiten context en argumentatie

Het betreft een droogzuiging voor de renovatie van een zwembad, te Bremstraat 48, Zonhoven, 3de afdeling, sectie F, nr. 644S2.

Voor de renovatie moet een grondwatertafelverlaging van 2 meter bekomen worden. Er zullen verschillende aanzuigpunten geplaatst worden, op een diepte van max. 5 meter meter. 

Het maximale gevraagde debiet bedraagt 6,8 m³/uur, gedurende 30 dagen. Dit komt neer op een jaardebiet van 2924 m³.   

In de aanvraag wordt vermeld dat er binnen de invloedsstraal geen verontreinigingen gekend zijn. Door een recent mazoutlek ter hoogte van Bremstraat 38, valt er echter wel een verontreiniging binnen de invloedsstraal. Gezien de beperkte bemalingsduur en het beperkte opgepompte debiet, is het risico op verspreiding van deze verontreiniging klein en kan een kortstondige bemaling toegestaan worden. De dienst leefmilieu adviseert wel aan de exploitanten om de bemalingsduur zo kort mogelijk te houden om het risico op verspreiding zo laag mogelijk te houden.

Het lozingspunt bevindt zich op de Bremstraat, dit is een open gracht.  

De aanvraag is realistisch en kan gunstig beoordeeld worden gezien het beperkt debiet en de beperkte tijdsduur.

Gunstig voor een bronbemaling te Bremstraat 48, voor de renovatie van een zwembad, voor een debiet van 164 m³/dag, 2924 m³/jaar, mits volgende voorwaarden:

* Een goed functionerende debietsteller moet aanwezig zijn op elke pomp.  

* De sectorale voorwaarden van Vlarem II, hoofdstuk 5.53, moeten nageleefd worden.

* De droogzuiging wordt onmiddellijk verwijderd zodra dit bouwtechnisch mogelijk is en wordt beperkt in tijd en debiet tot het absolute, noodzakelijke, minimum. 

* De lozing van het grondwater mag geen wateroverlast voor derden veroorzaken.

* Indien de stroomgroep geluidshinder vormt voor de omwonenden, moeten onmiddellijk gepaste maatregelen genomen worden om de hinder tot een absoluut minimum te beperken. 

* De bemaling mag de duur van 30 dagen niet overschrijden.

 Besluit:

Artikel 1

De gemeentelijke omgevingsambtenaar heeft op 13/03/2024 akte genomen van de melding ingediend door Piquet Geneviève Armande, Bremstraat 48 te 3520 Zonhoven, voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit, zijnde een tijdelijke bemaling voor de renovatie van een zwembad, voor een maximaal jaardebiet van 2924 m³, gelegen aan Bremstraat 48, 3520 Zonhoven, 3de afdeling, sectie F, nummer 644S2, met rubriek: 53.2.2°a). 

53.2.2°a)

maximaal 30.000 m3 per jaar

Debiet berekend volgens VMM rekennota.

 Artikel 2

Volgende voorwaarden moeten worden nageleefd:

  • Een goed functionerende debietsteller moet aanwezig zijn op elke pomp.  
  • De sectorale voorwaarden van Vlarem II, hoofdstuk 5.53, moeten nageleefd worden.
  • De droogzuiging wordt onmiddellijk verwijderd zodra dit bouwtechnisch mogelijk is en wordt beperkt in tijd en debiet tot het absolute, noodzakelijke, minimum.
  • De lozing van het grondwater mag geen wateroverlast voor derden veroorzaken.
  • Indien de stroomgroep geluidshinder vormt voor de omwonenden, moeten onmiddellijk gepaste maatregelen genomen worden om de hinder tot een absoluut minimum te beperken.
  • De bemaling mag de duur van 30 dagen niet overschrijden.

Deze aktename stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het besluit van de gemeentelijk omgevingsambtenaar.

20.

2024_CBS_00287 - Dorpshart Zonhoven - plaatsen wegwijzers - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
20.

2024_CBS_00287 - Dorpshart Zonhoven - plaatsen wegwijzers - Goedkeuring

2024_CBS_00287 - Dorpshart Zonhoven - plaatsen wegwijzers - Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

De werken in het dorpshart van Zonhoven zijn in volle gang.

Vanaf midden april starten de werken aan de gewestweg en worden de Dorpsstraat en Heuvenstraat voor het doorgaand verkeer afgesloten vanaf het kruispunt met het Kerkplein tot net voorbij het kruispunt met de Dijkbeemdenweg. Ook het eerste deel van de Genkerbaan tot net voorbij het kruispunt met de Grote Eggestraat wordt afgesloten.

Deze werken zijn ingrijpend omdat enerzijds de riolering vervangen wordt (= ondergrondse werken) en anderzijds het openbaar domein vernieuwd en heraangelegd wordt (= bovengrondse werken). Dat zal de nodige hinder met zich meebrengen.

Omleiding voor doorgaand verkeer

Voor het doorgaand gemotoriseerd verkeer is er een omleiding voorzien via de grote-ringstructuur (Herestraat - Kludweg - Boddenveldweg - Vaartstraat - Steentweg). Voor de fietsers is er een aparte omleiding voorzien via Kapelhof - Bekerveldweg - Sprinkwaterstraat - ovonde.

Signalisatie voor plaatselijk verkeer

Voor plaatselijk verkeer willen we bijkomende wegwijzers voorzien, enerzijds om de bereikbaarheid van de lokale handelaars aan te geven, anderzijds om de bereikbaar van de centrumparkings aan te duiden.

Vanuit de dienst Mobiliteit wordt geadviseerd om:

  • Op de wegwijzers niet te verwijzen naar straten, aangezien straatnamen niet altijd gekend zijn.
  • Liever wat minder borden te plaatsen dan te veel, want borden nemen plaats in op voetpaden en bermen en vallen ook makkelijk omver.

Voorstel

  • Bereikbaarheid lokale handelaars (zie document in bijlage > bereikbaarheid handelaars voorstel 2)
    • 2 wegwijzers plaatsen: "DOORGANG CENTRUM ONDERBROKEN" en "HANDELAARS BEREIKBAAR"
    • Op welke locaties?
      • Op de Heuvenstraat, ter  hoogte van het Kapelhof vóór het kruispunt met de Donkweg.
      • Op de Genkerbaan, ter hoogte van de rotonde van de Genkerbaan met de Boddenveldweg, in de richting van het centrum/
      • In de Dorpsstraat, ter hoogte van de Ovonde in de richting van het centrum.
      • In de Dorpsstraat, ter hoogte van de rotonde op het Dorpsplein in de richting van het centrum.
    • In totaal zijn 8 borden nodig.

  • Bereikbaarheid centrumparkings (zie document in bijlage > bereikbaarheid parkings voorstel 2)
    • Bij het binnenrijden van het centrum via de invalswegen (bv. Donkweg, Heuvenstraat, Engstegenseweg) komt er een wegwijzer met vermelding "Parkings centrum". Pas in tweede instantie worden de parkings afzonderlijk en op naam gesignaleerd, dit om een overdaad aan wegwijzers te vermijden.
    • Welke parkings aanduiden?
      • Parking Achter de Hoven
      • Parking Evenementenhal
      • Parking Gemeentehuis
    • In totaal zijn een 20-tal borden nodig. Indien iedere parking vanaf de invalswegen afzonderlijk gesignaleerd zou moeten worden, dan zouden een 40-tal borden nodig zijn geweest.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen is akkoord met het voorstel van de administratie voor het plaatsen van bijkomende wegwijzers naar aanleiding van de werken in het dorpshart van Zonhoven.

21.

2024_CBS_00289 - Plaatsen en verplaatsen dynamische zone 30 borden in schoolomgeving Kosmos/Toverfluit, sjb, en Startbaan - Principiële Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
21.

2024_CBS_00289 - Plaatsen en verplaatsen dynamische zone 30 borden in schoolomgeving Kosmos/Toverfluit, sjb, en Startbaan - Principiële Goedkeuring

2024_CBS_00289 - Plaatsen en verplaatsen dynamische zone 30 borden in schoolomgeving Kosmos/Toverfluit, sjb, en Startbaan - Principiële Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

Schoolomgeving Kosmos & Toverfluit

Momenteel is het snelheidsregime in de schoolomgeving Kosmos en Toverfluit niet éénduidig en is de signalisatie niet correct:

  • In de Guldenboomkensweg tussen het kruispunt met de Burkweg en de Grote Eggestraat nr 35 is een dynamische zone 30 van toepassing bij het begin en einde van de schooldag. Dit is in de zone waar de toegang naar school De Kosmos zich bevindt. 
  • In de Guldenboomkensweg tussen het kruispunt met de Genkerbaan en Burkweg nr 33 is een vaste zone 30 gesignaleerd met verkeersborden. Dit is de zone waar de toegang naar de school Toverfluit zich bevindt.

Het is wenselijk om de dynamische zone 30 toe te passen in beide schoolomgevingen omwille van de uniformiteit. Uit een drone studie (uitgevoerd door route2school in 2023) bleek ook dat de snelheid in de buurt van de Toverfluit niet gerespecteerd wordt. Het uitbreiden van de dynamische zone met de opvallende oplichtborden zal de weggebruiker aanzetten om zich met aangepaste snelheid in deze schoolomgeving te begeven. 

Volgende ingrepen zijn nodig:

  • Plaatsing van een dynamisch oplichtbord zone 30 ter hoogte van het kruispunt Genkerbaan/Guldenboomkensweg.
  • Het bestaande oplichtbord in de  Guldenboomkenweg (richting Grote Eggestraat) verplaatsen naar Burkweg nr 33. 

De werkgroep verkeer (14/09/2023)  gaf op dit voorstel een positief advies.

Fluvius vraagt een goedkeuring van het college vooraleer zij aanpassingen op terrein uitvoeren. 

Schoolomgeving SJB

Bij het inrichten van de Kantoorweg tot fietsstraat is het snelheidsregime 30 km/u geworden. Omdat de weggebruiker slechts éénmaal geïnformeerd mag worden over het snelheidsregime, is het dynamische oplichtbord  t.h.v. de ingang van de fietsers overbodig geworden.

Volgende ingreep is nodig:

  • Verplaatsen dynamisch oplichtbord Kantoorweg naar het kruispunt Kantoorweg/Kleine Hemmenweg als aankondiging dynamische zone 30 Kleine Hemmenweg.

Schoolomgeving Startbaan

Bij het inrichten van de Schelstraat tot fietsstraat is het snelheidsregime 30 km/u geworden. Omdat de weggebruiker slechts éénmaal geïnformeerd mag worden over het snelheidsregime zijn de dynamische oplichtborden in deze straat overbodig geworden.

Volgende ingreep is nodig:

  • Weghalen dynamische oplichtborden waarvan één bord te verplaatsen naar de schoolomgeving Kosmos & Toverfluit.

Het verplaatsen van de dynamische oplichtborden gebeurt door Fluvius in opdracht van de dienst Patrimonium. Het aanpassen van de verkeersborden in de Guldenboomkensweg gebeurt door Facilitair management in opdracht van de dienst mobiliteit. 


Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de te nemen maatregelen in functie van een correcte signalisatie van de snelheid in de schoolomgevingen Kosmos & Toverfluit, sjb, en Startbaan.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen is akkoord om Fluvius de opdracht te geven de dynamische oplichtborden weg te halen en/of te verplaatsen in de schoolomgevingen Kosmos & Toverfluit, sjb, en Startbaan.

22.

2024_CBS_00290 - Tijdelijk aanvullend verkeersreglement - Marlou's biercarrousel - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
22.

2024_CBS_00290 - Tijdelijk aanvullend verkeersreglement - Marlou's biercarrousel - Goedkeuring

2024_CBS_00290 - Tijdelijk aanvullend verkeersreglement - Marlou's biercarrousel - Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

Overwegende dat het in het belang van de openbare orde, rust en veiligheid noodzakelijk is dat er voor de inrichting van bovengenoemde manifestaties, bijzondere verkeersmaatregelen worden getroffen;

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit om een tijdelijk aanvullend verkeersreglement inzake Marlou’s biercarrousel op zaterdag 6 april 2024 tot zondag 7 april 2024 uit te vaardigen als volgt:

Artikel 2

Op zaterdag 6 april 2024 om 14.00 uur tot zondag 7 april 2024 om 20.30 uur is het verkeer van voertuigen, uitgezonderd deze van hulp- en veiligheidsdiensten, verboden in:

  • Heikensstraat tussen de Moverkensstraat  en Heikensstraat nr 20 (parochiezaal)
  • Sint Jozefsstraat
  • Manshof

Artikel 3

Dit verbod wordt ter kennis gebracht aan de weggebruikers door de verkeerstekens C3, geplaatst op een nadarafsluiting over de volledige breedte van de rijweg. De signalisatie moet worden verlicht tussen het vallen van de avond en het aanbreken van de dag en als de zichtbaarheid minder is dan 200 meter.

Artikel 4

Voor het doorgaand verkeer zal de volgende wegomlegging ingelegd worden:

  • Sint-Jozefsstraat - Halveweg - Heikensstraat
  • Heikensstraat - Moverkensstraat – Kortestraat en omgekeerd
  • Heikensstraat - Halveweg - Moverkensstraat

Artikel 5

Deze wegomlegging wordt ter kennis gebracht van de weggebruikers door de verkeerstekens F41.

Artikel 6

Door dit reglement worden de bestaande aanvullende gemeentelijke verkeersreglementen opgeschort voor zover zij betrekking hebben op de straten bedoeld in artikel 2 en dit voor zover deze strijdig zijn met huidig reglement.

Artikel 7

De aanvrager is aansprakelijk voor de schade aan het openbaar domein zo deze rechtstreeks of onrechtstreeks het gevolg is van het bestaan van de manifestatie.

Artikel 8

De politiediensten kunnen voertuigen, voorwerpen, bouwsels, kramen enz. die het verkeer hinderen of in gevaar brengen of in strijd zijn met de beschikkingen van onderhavige verordening gebruikt worden op risico en kosten van de overtreder laten weghalen.

Artikel 9

De politie kan bijkomende maatregelen nemen om de openbare orde, rust en veiligheid te handhaven en zowel inrichters als de deelnemer moeten deze naleven.

Artikel 10

De overtreders van de beschikkingen van onderhavige verordening kunnen gestraft worden met politiestraffen.

Artikel 11

Het college van burgemeester en schepenen beveelt dat onderhavige verordening zal bekendgemaakt worden overeenkomstig het decreet.

23.

2024_CBS_00291 - Tijdelijk aanvullend verkeersreglement - dorpskermissen en avondmarkt Termolen 2024 - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
23.

2024_CBS_00291 - Tijdelijk aanvullend verkeersreglement - dorpskermissen en avondmarkt Termolen 2024 - Goedkeuring

2024_CBS_00291 - Tijdelijk aanvullend verkeersreglement - dorpskermissen en avondmarkt Termolen 2024 - Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

Gelet op de jaarlijkse kermissen;

  1. Termolen avondmarkt op vrijdag 14 juni 2024 en kermis op zondag 16 juni 2024 en avondmarkt op vrijdag 14 juni 2024;
  2. Dorpskermis ‘klein’ op zondag 7 juli 2024;
  3. Dorpskermis ‘groot’ op zondag 25 augustus 2024;

Overwegende dat het in het belang van de openbare orde, rust en veiligheid noodzakelijk is dat er voor de inrichting van bovengenoemde manifestaties, bijzondere verkeersmaatregelen worden getroffen;

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit om een tijdelijk aanvullend verkeersreglement uit te vaardigen als volgt:

A. Termolen avondmarkt op vrijdag 14 juni 2024 Termolen kermis op zondag 16 juni 2024 en;

B. Dorpskermis ‘klein’ op zondag 7 juli 2024;

C. Dorpskermis ‘groot’ op zondag 25 augustus 2024;

A.    TERMOLEN AVONDMARKT OP VRIJDAG 14 JUNI  2024 EN TERMOLEN KERMIS OP ZONDAG 16 JUNI 2024

Artikel A.1:

Van donderdag 13 juni  2024 om 8.00 uur tot dinsdag 18 juni 2024 om 8.00 uur is het verkeer van voertuigen, uitgezonderd kermisvoertuigen verboden op de parking (gedeelte ten oosten van de hoofdingang) van het Gemeenschapscentrum Tentakel.

Op vrijdag 14 juni 2024 van 15.30 uur tot 23.45 uur is alle verkeer van voertuigen, uitgezonderd deze die deelnemen aan de avondmarkt, verboden:

  • In de Kneuterweg tussen Heivinkstraat en Molenweg.
  • In de Verbindingsweg tussen de parking/kiss and ride van de school De Lettermolen en de Kneuterweg

Artikel A.2:

Dit verbod wordt aan de weggebruikers ter kennis gebracht door middel van een afsluiting over de ganse breedte van de rijbaan, voorzien van het verkeersbord C3. De signalisatie moet worden verlicht tussen het vallen van de avond en het aanbreken van de dag en als de zichtbaarheid minder is dan 200 meter.

Artikel A.3:

Van donderdag 13 juni 2024 om 8.00 uur tot dinsdag 18 juni 2024 om 8.00 uur is het verboden te parkeren en stil te staan, uitgezonderd kermisvoertuigen, op de parking (gedeelte ten oosten van de hoofdingang) van het Gemeenschapscentrum Tentakel.

Op vrijdag 14 juni  2024 van 15.00 uur tot 23.45 uur is het verboden stil te staan en te parkeren, uitgezonderd deelnemers avondmarkt, in de Kneuterweg tussen de Molenweg en de Heivinkstraat.

Artikel A.4:

Dit verbod wordt ter kennis gebracht aan de weggebruikers door de verkeerstekens E3 met gepast onderbord.

Artikel A.5:

Voor het doorgaand verkeer zal de volgende wegomlegging ingelegd worden:

Heivinkstraat-Kapelbergweg-Molenweg en omgekeerd.

Artikel A.6:

Deze wegomleggingen worden ter kennis gebracht van de weggebruikers door de verkeerstekens F41 en F45.

Artikel A.7:

Door dit reglement worden de bestaande aanvullende gemeentelijke verkeersreglementen opgeschort voor zover zij betrekking hebben op de straten bedoeld in de artikelen A.1 en A.3 en dit voor zover deze strijdig zijn met huidig reglement.

B.    DORPSKERMIS ‘KLEIN’ OP ZONDAG 7 JULI 2024

Artikel B.1:

Van  donderdag 4 juli 2024 om 8.00 uur tot dinsdag 9 juli 2024 om 8.00 uur is het verkeer van voertuigen, uitgezonderd kermisvoertuigen en plaatselijk verkeer verboden op een gedeelte van de parking Dorpsplein (noordelijkste deel parking).

Artikel B.2:

Dit verbod wordt aan de weggebruikers ter kennis gebracht door middel van een afsluiting over de ganse breedte van de rijbaan, voorzien van het verkeersbord C3. De signalisatie moet worden verlicht tussen het vallen van de avond en het aanbreken van de dag en als de zichtbaarheid minder is dan 200 meter.

Artikel B.3:

Het is verboden stil te staan en te parkeren op het Dorpsplein, noordelijkste deel parking vanaf de donderdag 4 juli 2024 om 8.00 uur tot dinsdag 9 juli 2024 om 8.00 uur, uitgezonderd voor deze die deelnemen aan de kermis.

Artikel B.4:

Dit verbod wordt ter kennis gebracht aan de weggebruikers door de verkeerstekens E3 met gepast onderbord.

Artikel B.5:

Door dit reglement worden de bestaande aanvullende gemeentelijke verkeersreglementen opgeschort voor zover zij betrekking hebben op de wegen en weggedeelten bedoeld in de artikelen B.1 en B.3 en dit voor zover deze strijdig zijn met huidig reglement.

C.     DORPKERMIS ‘GROOT’ OP ZONDAG 25 AUGUSTUS 2024

Artikel C.1:

Van donderdag 22 augustus 2024 om 8.00 uur tot dinsdag 27 augustus 2024 om 8.00 uur is het verkeer van voertuigen, uitgezonderd kermisvoertuigen  verboden op de noordelijke insteekweg van de parking Dorpsplein.

Artikel C.2:

Dit verbod wordt aan de weggebruikers ter kennis gebracht door middel van een afsluiting over de ganse breedte van de rijbaan, voorzien van het verkeersbord C3. De signalisatie moet worden verlicht tussen het vallen van de avond en het aanbreken van de dag en als de zichtbaarheid minder is dan 200 meter.

Artikel C.3:

Het is verboden stil te staan en te parkeren op het noordelijk deel van de parking van het Dorpsplein vanaf donderdag 22 augustus 2024 om 8.00 uur tot dinsdag 27 augustus 2024 om 8.00 uur, uitgezonderd voor deze die deelnemen aan de kermis.

Artikel C.4:

Dit verbod wordt ter kennis gebracht aan de weggebruikers door de verkeerstekens E3 met gepast onderbord.

Artikel C.5:

Door dit reglement worden de bestaande aanvullende gemeentelijke verkeersreglementen opgeschort voor zover zij betrekking hebben op de wegen en weggedeelten bedoeld in de artikelen C.1 en C.3 en dit voor zover deze strijdig zijn met huidig reglement.

Artikel 2

Inbreuken op de beschikkingen van onderhavige verordening kunnen vastgesteld worden door de leden van de federale en lokale politie.

Artikel 3

Inbreuken op de beschikkingen van onderhavige verordening worden bestraft met politiestraffen, voor zover door wetten die op dit stuk zouden bestaan, geen andere straffen zijn voorzien.

Artikel 4

Het college van burgemeester en schepenen beveelt dat onderhavige verordening zal bekendgemaakt worden overeenkomstig het decreet.

24.

2024_CBS_00292 - Tijdelijk aanvullend verkeersreglement - wekelijkse zondagsmarkt - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
24.

2024_CBS_00292 - Tijdelijk aanvullend verkeersreglement - wekelijkse zondagsmarkt - Goedkeuring

2024_CBS_00292 - Tijdelijk aanvullend verkeersreglement - wekelijkse zondagsmarkt - Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

Omwille van wegeniswerken in het dorpshart dient  het  tijdelijk aanvullend verkeersreglement ( 2024_CBS_00266 Tijdelijk aanvullend verkeersreglement - jaarmarkt ) gewijzigd te worden. 

Elke zondag vanaf  24 maart 2024 tot het einde van de werken op 29 december 2024 wordt het betreffende tijdelijke aanvullende verkeersreglement jaarmarkt ( 2024_CBS_00266 - jaarmarkt) opgeheven en vervangen door onderhavig besluit.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit om een tijdelijk aanvullend verkeersreglement voor de wekelijkse zondagsmarkt uit te vaardigen als volgt:

Artikel 2

Elke zondag vanaf 24 maart 2024 tot en met 29 december 2024 van 05.00 tot 15.00 uur is het verkeer van voertuigen, uitgezonderd deze die deelnemen aan de markt, verboden in:

  •  Dorpsstraat tussen het kruispunt met het Kerkplein  en de ovonde (Van Paesschenstraat, Houthalenseweg, Kleine Hemmenweg)
  •  Dorpsplein tussen de Dorpsstraat  en de rotonde (Van Paesschenstraat, Zavelstraat, Engstegenseweg)
  • Grote Hemmenweg tussen het kruispunt met de Dorpsstraat en de Sprinkwaterstraat

Artikel 3

Dit verbod wordt aan de weggebruikers ter kennis gebracht door middel van een afsluiting over de ganse breedte van de rijbaan, voorzien van het verkeersbord C3. De signalisatie moet worden verlicht tussen het vallen van de avond en het aanbreken van de dag en als de zichtbaarheid minder is dan 200 meter.

Artikel 4

Elke zondag vanaf 24 maart 2024 tot en met 29 december 2024 van 05.00 tot 15.00 uur is het verboden stil te staan en te parkeren in:

  • Dorpsstraat tussen het kruispunt met het Kerkplein en de ovonde (Van Paesschenstraat, Houthalenseweg, Kleine Hemmenweg)
  • Grote Hemmenweg tussen het kruispunt met de Dorpsstraat en de Sprinkwaterstraat

Artikel 5

Dit verbod wordt ter kennis gebracht aan de weggebruikers door de verkeerstekens E3 met gepast onderbord.

Artikel 6

Elke zondag vanaf 24 maart  2024 tot en met 29 december 2024 van 05.00 tot 15.00 uur is er uitgezonderd plaatselijk verkeer  in:

  • Grote Hemmenweg tussen Kantoorweg en Sprinkwaterstraat
  • Heuvenstraat tussen het kruispunt met de Genkerbaan en het Kerkplein

Artikel 7

Dit verbod wordt ter kennis gebracht aan de weggebruikers door de verkeerstekens C3 met onderbord 'uitgezonderd plaatselijk verkeer'.

Artikel 8

Voor het doorgaand verkeer uit het zuiden zal de volgende wegomlegging ingelegd worden:

Heuvenstraat - Genkerbaan - Boddenveldweg - Vaartstraat - Kleine Hemmenweg.

Voor het doorgaand verkeer uit het noorden zal de volgende wegomlegging ingelegd worden:

Kleine Hemmenweg - Vaartstraat - Boddenveldweg - Genkerbaan  - Grote Eggestraat - Kapelhof - Heuvenstraat.

Artikel 9

Deze wegomleggingen worden ter kennis gebracht van de weggebruikers door de verkeerstekens F41 en F45.

Artikel 10

Door dit reglement worden de bestaande aanvullende gemeentelijke verkeersreglementen opgeschort voor zover zij betrekking hebben op de straten bedoeld in de artikelen 2, 4, en 6 en dit voor zover deze strijdig zijn met huidig reglement. Dit reglement vervangt en vernietigt het tijdelijk aanvullend verkeersreglement van 12/03/2024 (2024_CBS_0266 - Tijdelijk aanvullend verkeersreglement - jaarmarkt).

Artikel 11

Inbreuken op de beschikkingen van onderhavige verordening kunnen vastgesteld worden door de leden van de federale en lokale politie.

Artikel 12

Inbreuken op de beschikkingen van onderhavige verordening worden bestraft met politiestraffen, voor zover door wetten die op dit stuk zouden bestaan, geen andere straffen zijn voorzien.

Artikel 13

Het college van burgemeester en schepenen beveelt dat onderhavige verordening zal bekendgemaakt worden overeenkomstig het decreet.

25.

2024_CBS_00293 - Deelname aan de archeologiedagen van 24 tot 26 mei 2024 - Principiële Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
25.

2024_CBS_00293 - Deelname aan de archeologiedagen van 24 tot 26 mei 2024 - Principiële Goedkeuring

2024_CBS_00293 - Deelname aan de archeologiedagen van 24 tot 26 mei 2024 - Principiële Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

De Vlaamse Archeologiedagen zijn in het leven geroepen om archeologisch onderzoek op een positieve en beleefbare manier onder de aandacht te brengen. Een activiteit die in het kader van deze Archeologiedagen georganiseerd wordt, kan rekenen om een ruime promotie via diverse kanalen. Het zorgt dan ook voor een stevige schaalvergroting van dit evenement.  Bovendien is het belangrijk om de aandacht rond archeologie levendig te houden, vooral met het oog op de realisatie van het Rendierjagerspad.  Over het Rendierjagerspad kunnen we nu echter niets nieuws brengen. Het verhaal van het kerkhof is dan een mooi alternatief dat nu ook sterk leeft bij de mensen. 

Tijdens de voorbije werken op de site van het dorpshart is er heel wat interesse geweest voor het werk van de archeologen. Wij zien hier ook voortdurend mensen die komen kijken naar de werken. Ook in het laatste jaarboek van de Koninklijke Heemkundekring Zonhoven wordt er aandacht aan besteed. De Zonhovenaren zitten dus echt te wachten op informatie over de opgravingen die hier uitgevoerd zijn. Uit contact met de leidinggevende archeoloog blijkt dat men al over voldoende gegevens beschikt om hierover een uiteenzetting te houden.

Aan de organisatie van de lezing over het archeologisch onderzoek in het hart van onze gemeente hebben we zelf nauwelijks werk. Het Studiebureau Archeologie werkt de presentatie uit en verzorgt ze zelf. Het enige dat wij moeten doen, is de activiteit aanmelden bij via de website van de Archeologiedagen en een zaal voorzien. Wellicht zal deze lezing op zaterdagavond plaats vinden.

Deelnemen aan Archeologiedagen biedt dus alleen maar voordelen. Graag krijg ik dan ook de principiële goedkeuring van het college van burgemeester en schepenen om dit verder uit te werken.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen geeft zijn principiële goedkeuring om een lezing over het archeologisch onderzoek in het dorpshart te organiseren tijdens de archeologiedagen van 24 tot 26 mei 2024.

26.

2024_CBS_00294 - Raamovereenkomst voor het leveren van DVD's voor de bibliotheek van Zonhoven (2024) - Gunning - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
26.

2024_CBS_00294 - Raamovereenkomst voor het leveren van DVD's voor de bibliotheek van Zonhoven (2024) - Gunning - Goedkeuring

2024_CBS_00294 - Raamovereenkomst voor het leveren van DVD's voor de bibliotheek van Zonhoven (2024) - Gunning - Goedkeuring

Motivering

Verwijzingsdocumenten

Het bestek en de raming voor de opdracht “Raamovereenkomst voor het leveren van DVD's voor de bibliotheek van Zonhoven (2024)”.

Besluit_CBS_23/01/2024 - Raamovereenkomst voor het leveren van DVD's voor de bibliotheek van Zonhoven (2024) - Lastvoorwaarden en opstarten procedure - Goedkeuring

PV van opening, offertes, verslag van nazicht.

Feiten context en argumentatie

De huidige raamovereenkomst voor het leveren van DVD's voor de bibliotheek van Zonhoven is afgelopen, er dient dus een nieuwe overheidsopdracht opgestart te worden.

In het kader van de opdracht “Raamovereenkomst voor het leveren van DVD's voor de bibliotheek van Zonhoven (2024)” werd een bestek met nr. 2023-623-DVD-bib opgesteld.

De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 16.528,93 excl. btw of € 20.000,00 incl. 21 % btw.

Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 23 januari 2024 goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de plaatsingsprocedure van deze opdracht, met name de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.

Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 23 januari 2024 de plaatsingsprocedure te starten.

De offertes dienden het bestuur ten laatste op 20 februari 2024 om 11.00 uur te bereiken.

De verbintenistermijn van 120 kalenderdagen eindigt op 19 juni 2024.

Er werden 2 offertes ontvangen :

  • Bertels Luc, Kapelstraat 28 te 3500 Hasselt (€ 315,55 excl. btw of € 381,82 incl. 21 % btw);
  • Medio bv, Leuvensesteenweg 286 te 3190 Boortmeerbeek (€ 399,14 excl. btw of € 482,96 incl. 21 % btw).

Het verslag van nazicht werd op 13 maart 2024 opgesteld.

Er wordt voorgesteld om, rekening houdende met het voorgaande, deze opdracht te gunnen aan de economisch meest voordelige bieder (op basis van de prijs), zijnde Bertels Luc, Kapelstraat 28 te 3500 Hasselt tegen de eenheidsprijzen vermeld in de offerte van deze inschrijver.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Goedkeuring wordt verleend aan het verslag van nazicht van de offertes van 13 maart 2024.

Artikel 2

Het verslag van nazicht van de offertes in bijlage maakt integraal deel uit van deze beslissing.

Artikel 3

De opdracht “Raamovereenkomst voor het leveren van DVD's voor de bibliotheek van Zonhoven (2024)” wordt gegund aan de economisch meest voordelige bieder (op basis van de prijs), zijnde Bertels Luc, Kapelstraat 28 te 3500 Hasselt tegen de eenheidsprijzen vermeld in de offerte van deze inschrijver.

Artikel 4

De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 2023-623-DVD-bib.

Artikel 5

De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het exploitatiebudget van het meerjarenplan 2020-2025 op MJP000004 (De bib heeft een kwaliteitsvolle collectie muziek en films fysiek en/of digitaal ter beschikking van zijn gebruikers).

27.

2024_CBS_00296 - Verslag seniorenadviesraad - 12.03.2024 - Kennisneming

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Verontschuldigd
Bram De Raeve, 1ste schepen
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
27.

2024_CBS_00296 - Verslag seniorenadviesraad - 12.03.2024 - Kennisneming

2024_CBS_00296 - Verslag seniorenadviesraad - 12.03.2024 - Kennisneming

Motivering

Feiten context en argumentatie

De seniorenadviesraad (SAR) heeft plaatsgevonden op dinsdag 12 maart 2024.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de seniorenadviesraad, dd. 12.03.2024.  

28.

2024_CBS_00297 - Sensibiliseringsacties in het kader van bevolkingsonderzoeken borstkanker (2024) en baarmoederhalskanker (2025) - Principiële Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Verontschuldigd
Bram De Raeve, 1ste schepen
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
28.

2024_CBS_00297 - Sensibiliseringsacties in het kader van bevolkingsonderzoeken borstkanker (2024) en baarmoederhalskanker (2025) - Principiële Goedkeuring

2024_CBS_00297 - Sensibiliseringsacties in het kader van bevolkingsonderzoeken borstkanker (2024) en baarmoederhalskanker (2025) - Principiële Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

Vanuit de dienst Welzijn willen we jaarlijks sensibiliseren in het kader van de verschillende bevolkingsonderzoeken, die aangeboden worden door de Vlaamse Overheid. De vier bevolkingsonderzoeken zijn:

  • Bevolkingsonderzoek dikke darmkanker
  • Bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker
  • Bevolkingsonderzoek borstkanker
  • Bevolkingsonderzoek aangeboren aandoeningen

Voor het jaar 2024, meer concreet oktober 2024, zouden we graag een sensibiliseringsactie uitwerken i.k.v. borstkanker. Voor het jaar 2025 willen we de nadruk leggen op het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. We willen de vrouwelijke burgers van Zonhoven zoveel als mogelijk stimuleren om deel te nemen aan de gratis aangeboden bevolkingsonderzoeken.

Door het vroegtijdig opsporen van borstkanker, baarmoederhalskanker en dikke darmkanker kan de impact van de ziekte verminderen en kan het aantal mensen, dat overlijdt aan de ziekte, maximaal teruggedrongen worden. Door het toepassen van wetenschappelijk onderbouwde methoden voor de opsporing van kanker binnen de drie bevolkingsonderzoeken wordt de kwaliteit van het ganse proces permanent bewaakt en gebeurt dit alles op een verantwoorde manier.

Samenwerking: 

  • Voor de uitwerking van deze sensibiliserende actie werken we samen met onze intergemeentelijke preventiewerker van de Eerstelijnszone Herkenrode, LOGO Limburg en het CvKO (wetenschappelijk expertisecentrum dat instaat voor het vroegtijdig opsporen van borstkanker, baarmoederhalskanker en dikke darmkanker in Vlaanderen, in opdracht van de Vlaamse Overheid).
  • Dienst communicatie voor het sensibiliseringsmateriaal
  1. Bevolkingsonderzoek borstkanker 

Voor deze sensibiliseringsactie richten we ons op vrouwelijke burgers van 50 t.e.m. 69 jaar.  Zij hebben het recht om gratis deel te nemen aan het bevolkingsonderzoek.

Verschillende acties i.k.v. sensibilisering bevolkingsonderzoek borstkanker: 

a) Prikkelmoment intermediairen (personeel thuiszorg, poetshulp personeel sociale dienst, baliemedewerkers, e.a.)

Burgers hebben vaak te weinig of geen kennis over het bevolkingsonderzoek. Door intermediairen, die op regelmatige basis contact hebben met de bevolking, kunnen vrouwen van Zonhoven gestimuleerd worden om deel te nemen aan het bevolkingsonderzoek. Op die manier kunnen we ook vrouwen bereiken die de Nederlandse taal niet machtig zijn.

We organiseren graag een prikkelmoment om personeel meer informatie te geven. Op die manier kunnen zij de vrouwelijke burgers op de juiste manier ondersteunen, informeren (op medisch vlak), sensibiliseren, e.a.

b) Ambassadeurschap via de lintjesacties

  • Oproep naar ambassadeur voor lintjes acties en storytelling (april 2024)
    • Storytelling = verhaal van burger die borstkanker ontdekt heeft via deelname aan het bevolkingsonderzoek
  • Voor de lintjesactie hebben we ook het plan om samen te werken met de horeca en cateringbedrijven.
  • Oproep naar burgers voor gepersonaliseerd beeld

Door het ambassadeurschap, wat kenbaar wordt gemaakt met een roze lintje met een pin (verwijzing naar gemeente Zonhoven), weten burgers bij wie ze terecht kunnen i.v.m. het bevolkingsonderzoek. Daarnaast kan je je ook aanmelden als ambassadeur indien je reeds in contact bent gekomen met borstkanker, e.a. De bedoeling is dat we zoveel mogelijk ambassadeurs vinden, die mee het belang van deelname aan het bevolkingsonderzoek i.k.v. borstkanker kunnen verspreiden.

c) Verspreiding broodzakken, gemeente Zonhoven (oktober 2024)

Door broodzakken, met een verwijzing naar het bevolkingsonderzoek i.k.v. borstkanker, te verspreiden, bereiken we veel burgers van de gemeente Zonhoven. Op die manier kunnen we vrouwelijke burgers sensibiliseren om deel te nemen aan het bevolkingsonderzoek.

d) Kick-off actiemaand: 01/10/2024

We organiseren op de 1ste dag van de actiemaand een kick off moment met receptie. Op dit moment worden de lintjes alsook de broodzakken verdeeld. 

2. Bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker 

Voor deze sensibiliseringsactie richten we ons op alle vrouwelijke burgers van 25 t.e.m. 64 jaar.

We zouden graag op dezelfde manier tewerk gaan als bij het bevolkingsonderzoek i.k.v. borstkanker. De volgende acties, nl. prikkelmomenten voor intermediairen, ambassadeurschap via de lintjesactie en het verspreiden van de broodzakken willen we hierbij ook organiseren. Daarnaast zouden we voor de sensibilisering van dit bevolkingsonderzoek ons nog extra willen richten op de leeftijdsgroep van 25 t.e.m. 30/35 jaar gezien uit onderzoek is gebleken dat hun deelname aan de bevolkingsonderzoeken ondermaats is. Redenen hiervoor zijn: 1) Ze zijn nog niet zwanger geweest, dus hebben nog geen vaste gynaecoloog; 2) Ze hebben zich laten vaccineren en gaan ervan uit dat controle niet meer nodig is.  

Voor deze specifieke doelgroep organiseren we graag een Webinar ‘Infoavond en vragenvuurtje met een gynaecoloog’. Op die manier kunnen 25- tot 30/35-jarigen op een laagdrempelige manier meer informatie krijgen en vragen stellen waar ze mee zitten.     

3. Geschat budget:

  • Sensibilisering bevolkingsonderzoek borstkanker: €3000
  • Sensibilisering bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker: €3000  

4. Timing:

  • Sensibilisering bevolkingsonderzoek borstkanker: oktober 2024
  • Sensibilisering bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker: mei/juni 2025

Conclusie: De dienst Welzijn vraagt een principiële goedkeuring voor de verdere uitwerking van de sensibiliseringsacties in het kader van de bevolkingsonderzoeken borstkanker (2024) en baarmoederhalskanker (2025).

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen geeft een principiële goedkeuring voor de verdere uitwerking van de sensibiliseringsacties in het kader van de bevolkingsonderzoeken borstkanker (2024) en baarmoederhalskanker (2025).

29.

2024_CBS_00299 - Tijdelijke uitbatingsvergunning horeca - drankvergunning - De Sjiek - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Verontschuldigd
Bram De Raeve, 1ste schepen
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
29.

2024_CBS_00299 - Tijdelijke uitbatingsvergunning horeca - drankvergunning - De Sjiek - Goedkeuring

2024_CBS_00299 - Tijdelijke uitbatingsvergunning horeca - drankvergunning - De Sjiek - Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

In overeenstemming met de bepalingen uit de codex politieverordeningen van toepassing op het grondgebied van de gemeente Zonhoven, dient elke horecazaak in het bezit te zijn van een uitbatingsvergunning. Deze vergunning wordt verleend door het college van burgemeester en schepenen en geeft de uitbater het recht een horecazaak uit te baten op het aangeduide adres.

Er werd een aanvraag ingediend voor een uitbating horeca, met inbegrip van een drankvergunning, door Stefan La Rocca, voor een zaak gelegen te Zonhoven, Dorpsstraat 2.

Alle noodzakelijk documenten werden ingediend en het administratief onderzoek werd met succes voltooid. Er werd eveneens tegemoet gekomen aan de bijkomende voorwaarden zoals bedoel in de codex politieverordeningen.

Dit betreft concreet:

  • Moraliteitsonderzoek;

De ambtenaren behorende tot de politiezone LRH geven een positieve beoordeling wat betreft het onderzoek naar gerechtelijke en politionele antecedenten van de uitbater;

  • Brandveiligheidsonderzoek;

Het onderzoek werd aangevraagd maar nog niet ontvangen;

  • Onderzoek naar vestigingsformaliteiten;

De uitbaters voldoen aan de vestigingsformaliteiten en beschikt over de vergunningen/attesten die wettelijk voorgeschreven zijn.

  • Onderzoek naar omgevingsvergunning;

Het goed beschikt over een functie dat exploitatie van horeca toelaat.

  • Onderzoek naar drankvergunning.

In overeenstemming met de bepalingen van de codex politieverordeningen betreft dit een gunstig resultaat.

Er werd geen bijkomend onderzoek verricht.

Op basis van de bevindingen uit het onderzoek, wordt voorgesteld dat het college van burgemeester en schepenen, in afwachting van het brandveiligheidsverslag een tijdelijke uitbatingsvergunning verleent aan Stefan La Rocca, Beringersteenweg 11 te Zonhoven voor de horecazaak De Sjiek, gelegen te Zonhoven, Dorpsstraat 2.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit conform de bepalingen uit de codex politieverordeningen een tijdelijke uitbatingsvergunning te verlenen aan Stefan La Rocca voor de horecazaak De Sjiek, gelegen te Zonhoven, Dorpsstraat 2.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen besluit conform de bepalingen uit de codex politieverordeningen en de federale regelgeving m.b.t. het schenken van dranken zoals hierboven uiteengezet, een tijdelijke drankvergunning te verlenen aan Stefan La Rocca, voor de horecazaak De Sjiek gelegen te Zonhoven, Dorpsstraat 2.

Artikel 3

Indien de brandweervergunning A niet verkregen wordt voor 30 september 2024, eindigt de tijdelijke uitbatingsvergunning van rechtswege.

Artikel 4

In toepassing van artikel 19, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State kan een verzoekschrift worden ingediend tegen deze beslissing.

Het verzoekschrift moet, gedateerd en ondertekend, vergezeld worden van het vereiste aantal eensluidend verklaarde afschriften en van een afschrift van de bestreden beslissing en bevat:

- het opschrift 'verzoekschrift tot nietigverklaring' als het niet eveneens een vordering tot schorsing bevat;

- de naam, hoedanigheid en woonplaats of zetel van de verzoekende partij, en in voorkomend geval, de gekozen woonplaats;

- het voorwerp van het beroep en een uiteenzetting van de feiten en de middelen;

- de naam en het adres van de verwerende partij.

De termijn voor het indienen van een beroep bij de Raad van State bedraagt 60 dagen vanaf de kennisgeving. Op hetzelfde ogenblik als zij haar verzoekschrift indient, stuurt de verzoekende partij een kopie daarvan ter informatie aan de verwerende partij. De verzoekende partij mag zich laten vertegenwoordigen of bijstaan door een advocaat. De verzending naar de Raad van State gebeurt bij ter post aangetekende brief naar het volgende adres: Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Meer informatie op http:/www.raavst-consestat.be/, doorklikken naar 'procedure'> 'bestuursrechtspraak'.

30.

2024_CBS_00300 - Tijdelijke uitbatingsvergunning horeca - drankvergunning - Apéro - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Verontschuldigd
Bram De Raeve, 1ste schepen
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
30.

2024_CBS_00300 - Tijdelijke uitbatingsvergunning horeca - drankvergunning - Apéro - Goedkeuring

2024_CBS_00300 - Tijdelijke uitbatingsvergunning horeca - drankvergunning - Apéro - Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

In overeenstemming met de bepalingen uit de codex politieverordeningen van toepassing op het grondgebied van de gemeente Zonhoven, dient elke horecazaak in het bezit te zijn van een uitbatingsvergunning. Deze vergunning wordt verleend door het college van burgemeester en schepenen en geeft de uitbater het recht een horecazaak uit te baten op het aangeduide adres.

Er werd een aanvraag ingediend voor een uitbating horeca, met inbegrip van een drankvergunning, door Siegmond Stesmans, voor een zaak gelegen te Zonhoven, Dorpsstraat 16.

Alle noodzakelijk documenten werden ingediend en het administratief onderzoek werd met succes voltooid. Er werd eveneens tegemoet gekomen aan de bijkomende voorwaarden zoals bedoeld in de codex politieverordeningen.

Dit betreft concreet:

  • Moraliteitsonderzoek;

De ambtenaren behorende tot de politiezone LRH geven een positieve beoordeling wat betreft het onderzoek naar gerechtelijke en politionele antecedenten van de uitbater;

  • Brandveiligheidsonderzoek;

Het onderzoek werd aangevraagd maar nog niet ontvangen;

  • Onderzoek naar vestigingsformaliteiten;

De uitbaters voldoen aan de vestigingsformaliteiten en beschikt over de vergunningen/attesten die wettelijk voorgeschreven zijn.

  • Onderzoek naar omgevingsvergunning;

Het goed beschikt over een functie dat exploitatie van horeca toelaat.

  • Onderzoek naar drankvergunning.

In overeenstemming met de bepalingen van de codex politieverordeningen betreft dit een gunstig resultaat.

Er werd geen bijkomend onderzoek verricht.

Op basis van de bevindingen uit het onderzoek, wordt voorgesteld dat het college van burgemeester en schepenen, in afwachting van het brandveiligheidsverslag een tijdelijke uitbatingsvergunning verleent aan Siegmond Stesmans, Dorpsstraat 16 te Zonhoven voor de horecazaak Apéro, gelegen te Zonhoven, Dorpsstraat 16.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit conform de bepalingen uit de codex politieverordeningen een tijdelijke uitbatingsvergunning te verlenen aan Siegmond Stesmans voor de horecazaak Apéro, gelegen te Zonhoven, Dorpsstraat 16.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen besluit conform de bepalingen uit de codex politieverordeningen en de federale regelgeving m.b.t. het schenken van dranken zoals hierboven uiteengezet, een tijdelijke drankvergunning te verlenen aan Siegmond Stesmans, voor de horecazaak Apéro gelegen te Zonhoven, Dorpsstraat 16.

Artikel 3

Indien de brandweervergunning A niet verkregen wordt voor 30 september 2024, eindigt de tijdelijke uitbatingsvergunning van rechtswege.

Artikel 4

In toepassing van artikel 19, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State kan een verzoekschrift worden ingediend tegen deze beslissing.

Het verzoekschrift moet, gedateerd en ondertekend, vergezeld worden van het vereiste aantal eensluidend verklaarde afschriften en van een afschrift van de bestreden beslissing en bevat:

- het opschrift 'verzoekschrift tot nietigverklaring' als het niet eveneens een vordering tot schorsing bevat;

- de naam, hoedanigheid en woonplaats of zetel van de verzoekende partij, en in voorkomend geval, de gekozen woonplaats;

- het voorwerp van het beroep en een uiteenzetting van de feiten en de middelen;

- de naam en het adres van de verwerende partij.

De termijn voor het indienen van een beroep bij de Raad van State bedraagt 60 dagen vanaf de kennisgeving. Op hetzelfde ogenblik als zij haar verzoekschrift indient, stuurt de verzoekende partij een kopie daarvan ter informatie aan de verwerende partij. De verzoekende partij mag zich laten vertegenwoordigen of bijstaan door een advocaat. De verzending naar de Raad van State gebeurt bij ter post aangetekende brief naar het volgende adres: Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Meer informatie op http:/www.raavst-consestat.be/, doorklikken naar 'procedure'> 'bestuursrechtspraak'.

31.

2024_CBS_00301 - Tijdelijke uitbatingsvergunning horeca - drankvergunning - De Frietbar - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Verontschuldigd
Bram De Raeve, 1ste schepen
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
31.

2024_CBS_00301 - Tijdelijke uitbatingsvergunning horeca - drankvergunning - De Frietbar - Goedkeuring

2024_CBS_00301 - Tijdelijke uitbatingsvergunning horeca - drankvergunning - De Frietbar - Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

In overeenstemming met de bepalingen uit de codex politieverordeningen van toepassing op het grondgebied van de gemeente Zonhoven, dient elke horecazaak in het bezit te zijn van een uitbatingsvergunning. Deze vergunning wordt verleend door het college van burgemeester en schepenen en geeft de uitbater het recht een horecazaak uit te baten op het aangeduide adres.

Er werd een aanvraag ingediend voor een uitbating horeca, met inbegrip van een drankvergunning, door Dominique Reners, voor een zaak gelegen te Zonhoven, Herestraat 29.

Alle noodzakelijk documenten werden ingediend en het administratief onderzoek werd met succes voltooid. Er werd eveneens tegemoet gekomen aan de bijkomende voorwaarden zoals bedoeld in de codex politieverordeningen.

Dit betreft concreet:

  • Moraliteitsonderzoek;

De ambtenaren behorende tot de politiezone LRH geven een positieve beoordeling wat betreft het onderzoek naar gerechtelijke en politionele antecedenten van de uitbater;

  • Brandveiligheidsonderzoek;

Het onderzoek werd aangevraagd maar nog niet ontvangen;

  • Onderzoek naar vestigingsformaliteiten;

De uitbaters voldoen aan de vestigingsformaliteiten en beschikt over de vergunningen/attesten die wettelijk voorgeschreven zijn.

  • Onderzoek naar omgevingsvergunning;

Het goed beschikt over een functie dat exploitatie van horeca toelaat.

  • Onderzoek naar drankvergunning.

In overeenstemming met de bepalingen van de codex politieverordeningen betreft dit een gunstig resultaat.

Er werd geen bijkomend onderzoek verricht.

Op basis van de bevindingen uit het onderzoek, wordt voorgesteld dat het college van burgemeester en schepenen, in afwachting van het brandveiligheidsverslag een tijdelijke uitbatingsvergunning verleent aan Dominique Reners, Herestraat 29 te Zonhoven voor de horecazaak De Frietbar, gelegen te Zonhoven, Herestraat 29.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit conform de bepalingen uit de codex politieverordeningen een tijdelijke uitbatingsvergunning te verlenen aan Dominique Reners voor de horecazaak De Frietbar, gelegen te Zonhoven, Herestraat 29.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen besluit conform de bepalingen uit de codex politieverordeningen en de federale regelgeving m.b.t. het schenken van dranken zoals hierboven uiteengezet, een tijdelijke drankvergunning te verlenen aan Dominique Reners, voor de horecazaak De Frietbar, gelegen te Zonhoven, Herestraat 29.

Artikel 3

Indien de brandweervergunning A niet verkregen wordt voor 30 september 2024, eindigt de tijdelijke uitbatingsvergunning van rechtswege.

Artikel 4

In toepassing van artikel 19, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State kan een verzoekschrift worden ingediend tegen deze beslissing.

Het verzoekschrift moet, gedateerd en ondertekend, vergezeld worden van het vereiste aantal eensluidend verklaarde afschriften en van een afschrift van de bestreden beslissing en bevat:

- het opschrift 'verzoekschrift tot nietigverklaring' als het niet eveneens een vordering tot schorsing bevat;

- de naam, hoedanigheid en woonplaats of zetel van de verzoekende partij, en in voorkomend geval, de gekozen woonplaats;

- het voorwerp van het beroep en een uiteenzetting van de feiten en de middelen;

- de naam en het adres van de verwerende partij.

De termijn voor het indienen van een beroep bij de Raad van State bedraagt 60 dagen vanaf de kennisgeving. Op hetzelfde ogenblik als zij haar verzoekschrift indient, stuurt de verzoekende partij een kopie daarvan ter informatie aan de verwerende partij. De verzoekende partij mag zich laten vertegenwoordigen of bijstaan door een advocaat. De verzending naar de Raad van State gebeurt bij ter post aangetekende brief naar het volgende adres: Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Meer informatie op http:/www.raavst-consestat.be/, doorklikken naar 'procedure'> 'bestuursrechtspraak'.

33.

2024_CBS_00306 - Aanvullende opdracht voor werken - BEO-veld - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Verontschuldigd
Bram De Raeve, 1ste schepen
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
33.

2024_CBS_00306 - Aanvullende opdracht voor werken - BEO-veld - Goedkeuring

2024_CBS_00306 - Aanvullende opdracht voor werken - BEO-veld - Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

De overheidsopdracht "BEO-veld gemeentehuis te Zonhoven" werd op 28 november 2023 gegund aan Aqua-Vrijsen, Europarklaan 252 te 3530 Houthalen-Helchteren, voor een totaalbedrag van 77.150,00 euro (excl. btw). De werken werden aangevat en zijn m.a.w. alreeds in uitvoering.

De werken vatte aan en men botste onmiddellijk op het probleem dat de voorziene geothermische boringen niet mogelijk zijn omwille van te veel puin in de grond. Om die reden moet een andere techniek gehanteerd worden, dewelke een meerprijs van 34.594,00 euro (excl. btw) met zich mee brengt.

Op grond van art. 38/1 juncto 38/2 kan deze aanvullende opdracht rechtstreeks toegewezen worden aan Aqua-Vrijsen zonder deze opdracht verder op de markt te zetten. Dit zou ook niet meer dan logisch zijn daar deze aanvullende opdracht inherent verweven is met de hoofdopdracht. Voormelde artikels, onvoorziene omstandigheden, vereisen dat het meerwerk maximaal 50% van de waarde van de aanvankelijke opdracht mag bedragen. In casu betreft het meerwerk geen 50% van de totale opdrachtwaarde en wordt hieraan voldaan. De offerteprijs van Aqua-Vrijsen is afgetoetst aan de gangbare aanbestedingsprijzen en is m.a.w. marktconform.

Kader



Actie

AC001284 -- Het gemeentehuis wordt gerenoveerd

Meerjarenplannummer

MJP001214 -- Het gemeentehuis wordt gerenoveerd HVAC

Jaar

2024




Transactiekrediet

N.v.t.




Beschikbaar krediet na vastlegging jaar

€ 150.000




Te voorzien budget i.f.v. uitvoering besluit

€ 41.858,74




Beschikbaar krediet na vastlegging i.f.v. uitvoering besluit

€ 108.141,26




 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit op grond van art. 38/1 juncto 38/2 van het KB Uitvoering van 14/01/2013 de aanvullende opdracht voor werken t.b.v. 34.594,00 euro excl. btw oftewel  41.858,74 euro incl. btw, zoals weergegeven in de offerte van Aqua Vrijsen in bijlage, op de opdracht met als titel "BEO-veld gemeentehuis te Zonhoven ", zoals gegund op 28 november 2023, goed te keuren. De uitvoering dient te gebeuren conform de opdracht gegund op 28 november 2023, alle andersluidende bepalingen in de bijkomende offerte van Aqua Vrijsen worden voor niet geschreven gehouden.

32.

2024_CBS_00302 - Aanvullende opdracht voor werken - Vergroening dorpshart - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Verontschuldigd
Bram De Raeve, 1ste schepen
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
32.

2024_CBS_00302 - Aanvullende opdracht voor werken - Vergroening dorpshart - Goedkeuring

2024_CBS_00302 - Aanvullende opdracht voor werken - Vergroening dorpshart - Goedkeuring

Motivering

Verwijzingsdocumenten

CBS 29/11/2022 betreffende gunning aan DCA;

Aanvullende prijsopgave DCA "Groenonderhoud fase 1 voor 1 jaar".

Feiten context en argumentatie

De overheidsopdracht "Zonhoven: Vergroening Dorpshart en openlegging Roosterbeek" werd op 29 november 2022 gegund aan DCA INFRA, voor een totaalbedrag van 5.183.853,19 euro (excl. btw). De werken werden aangevat en zijn m.a.w. alreeds in uitvoering.

Op initiatief van de gemeente Zonhoven werd aan de aannemer gevraagd af te wijken van de opdrachtdocumenten en de groenaanplant voor een bepaald deel (omgeving voorkant gemeentehuis) vervroegd aan te planten. Dit is recent gebeurd.

Als gevolg hiervan dient het onderhoud voor deze beplanting ook (vervroegd) te gebeuren, dit tot aan voorlopige oplevering van het geheel, inclusief aanplant tweede fase, waarna de opdrachtdocumenten het verder onderhoud contractueel voorzien hebben. Dit heeft concreet een meerprijs als gevolg van 14.712,65 euro (excl. btw), zoals weergegeven op de offerte van DCA INFRA, in bijlage toegevoegd.

Op grond van art. 38/1 juncto 38/4 kan deze aanvullende opdracht rechtstreeks toegewezen worden aan DCA INFRA zonder deze opdracht verder op de markt te zetten. Dit zou ook niet meer dan logisch zijn daar deze aanvullende opdracht inherent verweven is met de hoofdopdracht. Voormelde artikels, de minimis-regeling, vereisen dat het meerwerk maximaal 15% van de waarde van de aanvankelijke opdracht mag bedragen. In casu betreft het meerwerk slechts 0,28% van de totale opdrachtwaarde en wordt hieraan voldaan. De offerteprijs van DCA INFRA is afgetoetst aan de gangbare aanbestedingsprijzen en is m.a.w. marktconform

Gelet op het feit dat deze kost door de gemeente zelf gedragen wordt en deze aanvullende werken de partners (i.e. mede-aanbestedende overheid van voormelde overheidsopdracht), Fluvius en provincie Limburg, bijgevolg niet ten laste zijn, dient conform art. 9 van de samenwerkingsovereenkomst met voormelde partners diens toestemming niet bekomen te worden.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit op grond van art. 38/1 juncto 38/4 van het KB Uitvoering van 14/01/2013 de aanvullende opdracht voor werken t.b.v. 14.712,65 euro excl. btw oftewel 17.802,31 euro incl. btw, zoals weergegeven in de offerte van DCA INFRA in bijlage, op de opdracht met als titel "Zonhoven: Vergroening Dorpshart en openlegging Roosterbeek", zoals gegund op 29 november 2022, goed te keuren.

34.

2024_CBS_00303 - Samenstelling selectiecommissie voltijds contractueel technisch assistent groendienst (D1-D3) en technisch beambte groendienst (E1-E3), facilitair management - Goedkeuring

Goedgekeurd
34.

2024_CBS_00303 - Samenstelling selectiecommissie voltijds contractueel technisch assistent groendienst (D1-D3) en technisch beambte groendienst (E1-E3), facilitair management - Goedkeuring

2024_CBS_00303 - Samenstelling selectiecommissie voltijds contractueel technisch assistent groendienst (D1-D3) en technisch beambte groendienst (E1-E3), facilitair management - Goedkeuring
35.

2024_CBS_00304 - Dagelijks personeelsbeheer: beslissing algemeen directeur - Kennisneming

Goedgekeurd
35.

2024_CBS_00304 - Dagelijks personeelsbeheer: beslissing algemeen directeur - Kennisneming

2024_CBS_00304 - Dagelijks personeelsbeheer: beslissing algemeen directeur - Kennisneming