Terug
Gepubliceerd op 25/09/2024

2024_CBS_00935 - OMV - Vergunning - Senator A. Jeurissenlaan 1025 en 1027 - 2024/00081 - Goedkeuring

College van burgemeester en schepenen
di 17/09/2024 - 13:30 schepenzaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur

Secretaris

Bart Telen, Algemeen directeur
2024_CBS_00935 - OMV - Vergunning - Senator A. Jeurissenlaan 1025 en 1027 - 2024/00081 - Goedkeuring 2024_CBS_00935 - OMV - Vergunning - Senator A. Jeurissenlaan 1025 en 1027 - 2024/00081 - Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR

Dossiernummer:    2024/00081

Referentie omgevingsloket:    OMV_2024043546

Inrichtingsnummer:    20240530-0052

Ondernemingsnummer exploitant:    0507641184  

De aanvraag, ingediend door AXOR NV gevestigd te Rademakersstraat 39 te 3950 Bocholt en Panis, Timmy gevestigd te Senator A. Jeurissenlaan 1027 te 3520 Zonhoven, werd ontvangen op 26/04/2024 en op 29/07/2024 ontvankelijk en volledig verklaard.

De aanvraag gaat over een terrein, gelegen Senator A. Jeurissenlaan 1025 en 1027, kadastraal gekend als afdeling 2 sectie C nr. 741C.

De aanvraag gaat over het slopen van een bedrijfsloods, het bouwen van een nieuwe bedrijfsloods, de uitbating ervan en de inrichting van het terrein.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen en de exploitatie van een of meerdere ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

De gemeentelijke omgevingsambtenaar heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de geldende wettelijke bepalingen, (in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid, het decreet Natuurbehoud en hun uitvoeringsbesluiten).

1.    STEDENBOUWKUNDIGE BASISGEGEVENS

    De locatie van de aanvraag is volgens het Origineel bij Koninklijk besluit goedgekeurd gewestplan op 3 april 1979 gelegen in ambachtelijke bedrijven en kmo's.

De locatie van de aanvraag is niet gelegen binnen een bijzonder plan van aanleg.

De locatie van de aanvraag is gelegen binnen het ruimtelijk uitvoeringsplan grup afbakening regionaalstedelijk gebied Hasselt-Genk, goedgekeurd op 20 juni 2014.

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Volgende verordeningen zijn van kracht:

•    algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997;

•    gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake openluchtrecreatieve verblijven goedgekeurd op 8 juli 2005;

•    gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009;

•    gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, .... goedgekeurd op 10 februari 2023.

2.    HISTORIEK

    Volgende dossiers zijn relevant: 

•    Stedenbouwkundige vergunning (1995/07254) voor het bouwen van bedrijfsgebouw - goedgekeurd op 21/08/1995.

•    Stedenbouwkundige vergunning (1997/07663) voor het bouwen van een magazijn met conciergewoning - goedgekeurd op 08/12/1997.

•    Stedenbouwkundige vergunning (1998/07881) voor het bouwen van een magazijn met conciergewoning (gewijzigde     plannen) - goedgekeurd op 03/08/1998.

•    Verkavelingsvergunning (7204.V.76) voor het verkavelen van een grond - geweigerd op 08/10/1964.

3.    BESCHRIJVING OMGEVING EN AANVRAAG

    Beschrijving van de plaats & omgeving

Het perceel is gelegen langs de Senator A. Jeurissenlaan, een gemeenteweg binnen het bedrijventerrein De Waerde ten noordoosten van het centrum. De omgeving wordt gekenmerkt door voornamelijk bedrijfskavels. Het perceel is bebouwd met een bedrijfshal en een conciërgewoning met bijhorende verhardingen.

Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

Binnen het kader van voorliggende aanvraag tot omgevingsvergunning worden volgende stedenbouwkundige handelingen aangevraagd:

1) Het slopen van de werkplaats.

2) Het nieuw bouwen van een werkplaats.

3) Het regulariseren van terreinverharding.

4) Het wijzigen van het reliëf t.b.v. het nieuw aanleggen van een open infiltratiekom.

Het te slopen gebouw heeft een bruto grondoppervlakte van 249m² en een bruto bouwvolume van 1.096m³. Er werd een sloopopvolgingsplan (SOP) toegevoegd aan de aanvraag. Aan de bestaande woning worden geen werken uitgevoerd.

De nieuw te bouwen werkplaats wordt gebouwd aan de achterzijde, aansluitend tegen de bestaande woning, op de plaats waar de bestaande, te slopen werkplaats ingeplant staat. De nieuw te bouwen werkplaats heeft een bruto grondoppervlakte van 458m² (15 meter breed en 30,5 meter diep) en een bruto bouwvolume van 3.526m³. De nieuw te bouwen werkplaats wordt ingeplant op een afstand van 5 meter tot de laterale perceelsgrenzen links en rechts. De afstand tot de achterste perceelgrens bedraagt 23,63 meter. Het nieuw te bouwen bedrijfsgebouw (werkplaats) wordt afgedekt met een plat dak met een dakrandhoogte van 7,70 meter, gemeten t.o.v. het vloerpeil. De werkplaats wordt opgericht met een (prefab) betonnen plint in grijs naturel met een hoogte van 260cm. Boven deze betonnen plint worden de gevels afgewerkt met sandwichpanelen in de kleur RAL 7015 (leigrijs). Het buitenschrijnwerk (inclusief de sectionaalpoorten) wordt uitgevoerd in een donkergrijze kleurtint. De voorgevel van de nieuw te bouwen werkplaats wordt uitgevoerd als een betonnen wand. Deze wand fungeert immers als brandwand om de bestaande woning te scheiden (compartimentering) van het nieuw te bouwen bedrijfsgebouw.

De te regulariseren terreinverharding betreft enerzijds niet-waterdoorlatende verharding in de vorm van betonnen tegels voor het terras en het looppad rond de bestaande woning met een oppervlakte van 76m². Anderzijds betreft het waterdoorlatende verharding in de vorm van een grindverharding voor de inrit en parkeerplaatsen. De te regulariseren grindverharding heeft een totale oppervlakte van 692m².

Tenslotte wordt er nog een reliëfwijziging aangevraagd i.f.v. het aanleggen van een infiltratievoorziening aan de linkerzijde van het perceel. De infiltratievoorziening heeft een oppervlakte van 81,78m² en een diepte van 50 cm.

Beschrijving van de milieuaspecten

De aanvraag betreft een nieuwe ingedeelde inrichting, namelijk een bedrijf met eetkramen voor kermissen waarbij een herstelwerkplaats, het stallen 6 bedrijfsvoertuigen en de opslag van gevaarlijke producten in kleine verpakkingen aangevraagd worden. 

Met volgende aangevraagde rubrieken:

Rubriek

Omschrijving

Hoeveelheid

Klasse

15.1.1°

het stallen van 6 bedrijfsvoertuigen bestaande uit 2 grote aanhangwagens, 1 vrachtwagen, 1 camionette en 2 kleine aanhangwagens. (Nieuw)

6 voertuigen

3

15.2.

een herstelwerkplaats voor klein onderhoud en herstellingen aan het eigen bedrijfswagenpark. (Nieuw)

1 werkplaats

3

17.4.

de opslag van maximaal 1.000 liter gevaarlijke producten in kleine verpakkingen bestaande uit o.a. onderhouds- en poetsproducten. (Nieuw)

1000 liter

3

 

Zodat de ingedeelde inrichting of activiteit voortaan omvat:

Rubriek

Omschrijving

Hoeveelheid

Klasse

15.1.1°

het stallen van 6 bedrijfsvoertuigen bestaande uit 2 grote aanhangwagens, 1 vrachtwagen, 1 camionette en 2 kleine aanhangwagens. (Nieuw)

6 voertuigen

3

15.2.

een herstelwerkplaats voor klein onderhoud en herstellingen aan het eigen bedrijfswagenpark. (Nieuw)

1 werkplaats

3

17.4.

de opslag van maximaal 1.000 liter gevaarlijke producten in kleine verpakkingen bestaande uit o.a. onderhouds- en poetsproducten. (Nieuw)

1000 liter

3


4.    OPENBAAR ONDERZOEK 

    Het dossier werd volgens de vereenvoudigde procedure behandeld.

Er werd bijgevolg geen openbaar onderzoek gehouden.

5.    ADVIEZEN

    Aan volgende adviesverleners werd advies gevraagd:

•    dienst facilitair management

•    Dienst Water en Domeinen provincie Limburg

•    Hulpverleningszone Zuid-West Limburg, dienst preventie

•    Fluvius.

6.    PROJECT-MER

    De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van bijlage I, II en III van het besluit inzake projectmilieueffectrapportage van 10 december 2004 en latere wijzigingen.

7.    INHOUDELIJKE BEOORDELING

    Decretale beoordelingselementen

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de VCRO kan gesteld worden dat de Senator A. Jeurissenlaan een voldoende uitgeruste openbare weg is.

De aanvraag gaat niet over de oprichting van een bedrijfswoning.

De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook.

Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

Zonering

Het perceel is volgens het zoneringsplan voor riolering, van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), gelegen in centraal gebied. Er is al geruime tijd riolering aanwezig en die is aangesloten op een waterzuivering. Er moet geen septische put voorzien worden.

Waterparagraaf

Het decreet over het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013, legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd worden. Deze watertoets schat de eventuele schadelijke effecten in ten koste van de watersystemen bij de inname van ruimte.

Sedert de inwerkingtreding van omzendbrief OMG/2022/1 d.d. 15/12/2022 dient de vergunningverlenende overheid de watertoets op een gewijzigde manier uit te voeren bij dossiers ingediend vanaf 01/01/2023.  De watertoetsprocedure werd geoptimaliseerd, er werden aandachtspunten en richtlijnen geformuleerd en het kaartmateriaal inzake overstromingsgevoelige gebieden werd aangepast.

Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een fluviaal overstromingsgebied, noch binnen de contour van de advieskaart watertoets, maar wel voor een klein deel aan de voorzijde van het perceel in pluviaal overstromingsgevoelig gebied. Het terrein is logischerwijze evenmin in een gebied voor zeeoverstromingen gesitueerd. 

Er wordt enkel een nieuwe parkeerplaats en een bestaande inrit  in grindverharding voorzien op de plaats waar het terrein gelegen is in pluviaal overstromingsgevoelig gebied. Er kan daarom in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel door de toename van de verharde oppervlakte wordt de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit moet gecompenseerd worden overeenkomstig de normen vastgelegd in de geldende gewestelijke hemelwaterverordening:

De plannen geven aan dat voor de bestaande woning (137m²) en de nieuw te bouwen werkplaats (458m²) 2 hemelwaterputten worden voorzien met een inhoud van 10.000 liter elk.

Hemelwaterput 1 (10.000 liter) wordt gebruikt voor de opvang van het hemelwater, welk terechtkomt op het dak van de woning. Het opgevangen hemelwater wordt gebruikt ten behoeve van de woning. De hemelwaterput is uitgerust met een operationele pompinstallatie met in totaal 4 aftappunten, welke het hergebruik van hemelwater mogelijk maken. Er worden aanvoerleidingen aangelegd naar 2 stuks toiletten, naar een wasmachine, naar een tapkraan (buiten).

Hemelwaterput 2 (10.000 liter) wordt gebruikt voor de opvang van het hemelwater, welk terechtkomt op het dak van de werkplaats. Het opgevangen hemelwater wordt gebruikt ten behoeve van de werkplaats. De hemelwaterput is uitgerust met een operationele pompinstallatie met in totaal 2 aftappunten, welke het hergebruik van hemelwater mogelijk maken. Er worden aanvoerleidingen aangelegd naar een tapkraan (binnen) en naar een tapkraan (buiten). Er wordt een afwijking van de hemelwaterverordening gevraagd voor wat betreft de inhoud van de hemelwaterput welke functioneert bij de werkplaats, m.n. 10.000 liter i.p.v. 47.800 liter. Binnen het kader van voorliggende aanvraag wordt een minder groot volume van hemelwateropvang en hergebruik voorzien dan voorgeschreven wordt door de verordening. Als motivatie stelt de aanvrager dat met betrekking tot de exploitatie van het bedrijfsgebouw (werkplaats) er kan gesteld worden dat er geen personeelsleden werkzaam zijn en dat de werkplaats dus enkel gebruikt wordt door de bewoners van de woning. Dit impliceert dat er binnen het kader van de exploitatie van het bedrijfsgebouw (werkplaats) slechts een zeer bepekte behoefte is aan hergebruik van hemelwater.  Er wordt hergebruik van hemelwater voorzien t.b.v. 2 x kranen = 30 liter/dag. De ideale hemelwaterput overeenkomstig berekening ‘Goenblauwpeil’ heeft een volume van minimaal 3.000 liter (zie bijlage: ‘Groenblauwpeil_berek.hemelwaterput’). Er wordt hiermee aangetoond dat m.b.t. de werkplaats een hemelwaterput met een totale inhoud van 10.000 liter ruim voldoende is voor de hergebruiksmogelijkheden verbonden aan de exploitatie van het gebouw. De afwijking is dan ook aanvaardbaar.

De overloop van de hemelwaterput wordt aangesloten op een bovengrondse infiltratievoorziening (diepte 50cm) waarvan de oppervlakte (81,78m³) en het volume (20.300 liter) voldoen aan de verordening.

De verordening is niet van toepassing op de te regulariseren verhardingen. Het hemelwater dat op de verharding valt, wordt namelijk niet opgevangen en afgevoerd, maar kan op natuurlijke wijze op eigen terrein in de bodem infiltreren.

Gezien de aanvraag voldoet aan de hemelwaterverordening, doorstaat deze ook de droogtetoets. Het effect van droogte wordt namelijk gemilderd door het regenwater dat op het terrein terecht komt maximaal vast te houden.

De aanvraag doorstaat de watertoets

Natuurtoets

Het perceel is niet gelegen binnen of grenzend aan een speciaal beschermingsgebied. Omwille van de ligging, de aard van het project en de afstand tot de waardevolle natuurgebieden wordt gesteld dat er geen impact is van de projectaanvraag op de natuurwaarden.

Erfgoed- & Archeologietoets

Het perceel is niet gelegen binnen een beschermd stads- of dorpsgezicht. Er zijn geen monumenten in de omgeving.

Conform het Onroerenderfgoeddecreet d.d. 12/07/2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag gezien de oppervlakte van het perceel kleiner is dan 3000 m².

Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening

Functionele inpasbaarheid in de onmiddellijke en ruime omgeving

De aanvraag betreft het afbreken en opnieuw bouwen van een werkplaats. De bestaande bijhorende conciërgewoning blijft behouden. In de onmiddellijke omgeving staan er overwegend bedrijfsgebouwen met een industriële uitstraling. De functie van werkplaats en conciërgewoning blijft behouden op het terrein.

Mobiliteitsimpact

Het stallen van voertuigen dient op eigen terrein georganiseerd te worden. Er dient eenvormigheid nagestreefd te worden, rekening houdend met zo realistisch mogelijke gegevens. Het aantal standplaatsen dient overeen te stemmen met 1 parkeerplaats per 50m² bedrijfsruimte vermeerderd met 2 parkeerplaatsen voor de conciërgewoning. Het ontwerp voorziet 8 buiten parkeerplaatsen voor auto’s in functie van de bedrijfsruimte en de conciërgewoning en 3 buitenparkeerplaatsen voor vrachtwagens (trekker en aanhangwagen). Het aantal autostaanplaatsen stemt aldus niet overeen met de algemeen gehanteerde parkeernorm. Uit de toegevoegde begeleidende nota blijkt evenwel dat in de werkplaats geen personeelsleden aanwezig zijn en dat de werkplaats dus enkel gebruikt wordt door de bewoners van de woning. Bijkomend kunnen in de werkplaats nog extra wagens gestald worden. De fietsenstalling voor 4 fietsen bevindt zich eveneens binnen de werkplaats. Gelet op bovenstaande kan akkoord gegaan worden met het aantal voorziene parkeerplaatsen. Er wordt geen negatieve impact verwacht op de mobiliteit.

De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, de visueel-vormelijke elementen van de voorgenomen werken

De nieuw te bouwen werkplaats wordt gebouwd aan de achterzijde, aansluitend tegen de bestaande woning, op de plaats waar de bestaande, te slopen werkplaats ingeplant staat. De nieuw te bouwen werkplaats heeft een bruto grondoppervlakte van 458m² (15 meter breed en 30,5 meter diep) en een bruto bouwvolume van 3.526m³. De nieuw te bouwen werkplaats wordt ingeplant op een afstand van 5 meter tot de laterale perceelsgrenzen links en rechts. De afstand tot de achterste perceelgrens bedraagt 23,63 meter. Het nieuw te bouwen bedrijfsgebouw (werkplaats) wordt afgedekt met een plat dak met een dakrandhoogte van 7,70 meter, gemeten t.o.v. het vloerpeil. De werkplaats wordt opgericht met een (prefab) betonnen plint in grijs naturel met een hoogte van 260cm. Boven deze betonnen plint worden de gevels afgewerkt met sandwichpanelen in de kleur RAL 7015 (leigrijs). Het buitenschrijnwerk (inclusief de sectionaalpoorten) wordt uitgevoerd in een donkergrijze kleurtint. De voorgevel van de nieuw te bouwen werkplaats wordt uitgevoerd als een betonnen wand. Deze wand fungeert immers als brandwand om de bestaande woning te scheiden (compartimentering) van het nieuw te bouwen bedrijfsgebouw. De voorgestelde nieuwbouw sluit qua schaal, ruimtegebruik en visueel-vormelijke elementen aan bij de bestaande bebouwing en is derhalve inpasbaar in de omgeving.

De te regulariseren terreinverharding betreft enerzijds niet-waterdoorlatende verharding in de vorm van betonnen tegels voor het terras en het looppad rond de bestaande woning met een oppervlakte van 76m². Anderzijds betreft het waterdoorlatende verharding in de vorm van een grindverharding voor de inrit en parkeerplaatsen. De te regulariseren grindverharding heeft een totale oppervlakte van 692m². Zoals eerder aangehaald is het perceel gelegen in de kmo-zone De Waerde. De bedrijventerreinen in de omgeving zijn voor een groot percentage bebouwd en verhard. De voorgestelde terreinverharding zijn dan ook niet vreemd in de omgeving.

De stedenbouwkundige voorschriften voor bedrijventerrein De Waerde stellen dat afsluitingen, zowel op de perceelgrenzen als op de rooilijn, moeten uitgevoerd worden in natuurhagen al dan niet versterkt met draad, op beplantingsstroken. 

Rond het volledige perceel wordt een haagbeplanting voorzien uitgevoerd met beukenhaag. 

De aanvraag werd omtrent de groenaanplanting voor advies overgemaakt aan de dienst facilitair management. Hun advies van 5 september 2024, zoals aangehaald onder de titel ‘bespreking adviezen’ kan integraal gevolgd worden.

Cultuurhistorische aspecten

Het perceel is niet gelegen binnen een beschermd stads- of dorpsgezicht. Er zijn geen monumenten in de onmiddellijke omgeving.

Bodemreliëf

Het terreinprofiel wordt niet gewijzigd, behoudens voor de aanleg van een infiltratievoorziening. De opvang en afvoer van hemelwater afkomstig van het gebouw en de verhardingen moet op eigen terrein uitgevoerd worden. 

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

Er wordt geen hinder verwacht door voorliggende aanvraag m.b.t. de gezondheid, het gebruiksgenot en de veiligheid in het algemeen.

Milieutechnisch luik

Het project voorziet in de aanvraag een ingedeelde inrichting of activiteit, namelijk een herstelwerkplaats, het stallen van 6 bedrijfsvoertuigen en de opslag van gevaarlijke producten in kleine verpakkingen. 

Milieu-aspecten

Er zijn volgende milieutechnische entiteiten: achter de bestaande conciërgewoning wordt aansluitend een nieuwe opslagplaats en werkplaats gebouwd waar eetkramen gestald kunnen worden en waar kleine onderhouds- of herstelwerkzaamheden kunnen gebeuren. In totaal worden 6 bedrijfsvoertuigen gestald, namelijk 2 grote aanhangwagens, 1 vrachtwagen, 1 camionette en 2 kleine aanhangwagens. De opslag van maximaal 1000 liter aan gevaarlijke producten in kleine verpakkingen (poetsproducten) gebeurt in een rek of aparte kast, voorzien van een opvangmogelijkheid.

Ligging t.o.v. de buurt

De inrichting is volgens het gewestplan gelegen in een gebied voor ambachtelijke bedrijven en kmo’s. 

In een straal van 100 m zijn een 5-tal (conciërge)woningen gelegen.

Dit maakt dat de inrichting hinder kan creëren voor de buurt.

Bodem

Het bedrijf valt met volgende rubrieknummers uit de Vlaremindelingslijst onder de categorie van risico-inrichting rubriek 15.2., waarbij categorie A – “oriënterend bodemonderzoek verplicht bij overdracht, sluiting en faillissement, en om de 20 jaar” van toepassing is.

Geluidshinder

Door de aard van de activiteiten kan het bedrijf geluidshinder veroorzaken die buiten het bedrijf waar te nemen is: geluid door werkzaamheden binnen de inrichting en geluid door het aan- en afrijden van voertuigen van bezoekers of de eigen bedrijfsvoertuigen.

Het bedrijf neemt al volgende maatregelen: Bij eventuele werkzaamheden binnen de inrichting blijven de poorten en deuren gesloten. Er worden nauwelijks bezoekers verwacht. Er worden 5 tot 10 transportbewegingen geschat per week, verspreid over verschillende dagen. 

Luchtverontreiniging

De verwarming van het conciërgegebouw gebeurt met een warmtepomp. Gezien het vermogen minder dan 5 kW bedraagt, is de warmtepomp niet ingedeeld. Het nieuw te bouwen magazijn wordt niet verwarmd. 

Lozing van afvalwater

Volgende waterstromen komen vrij:

-    Hemelwater

-    huishoudelijk afvalwater

en worden geloosd in de gescheiden riolering.

In de inrichting komt geen bedrijfsafvalwater vrij. De werkplaats wordt droog gereinigd, de voertuigen worden extern gewassen. 

Gezien er geen werknemers tewerkgesteld worden binnen de exploitatie, is de beperkte hoeveelheid huishoudelijk afvalwater niet ingedeeld.

Afvalstoffen

In de aanvraag wordt niet meegedeeld welke afvalstoffen geproduceerd worden en gescheiden opgehaald worden. De dienst wijst er op dat er 29 verschillende bedrijfsafvalstromen zijn, zoals vastgelegd in het VLAREMA, die gescheiden ingezameld en opgehaald moeten worden (VLAREMA, art. 4.3.2.). 

Voorwaarden

Gezien bovenstaande motivering worden volgende voorwaarden voorgesteld:

-    De van toepassing zijnde algemene en sectorale voorwaarden van Vlarem II worden nageleefd. 

-    Het bedrijf zamelt de verschillende bedrijfsafvalstoffen apart in, zoals bepaald in de VLAREMA-wetgeving (VLAREMA, art. 4.3.2.).

Vergunningstermijnen

Het omgevingsproject vraagt een omgevingsvergunning van onbepaalde duur. Gezien bovenstaande motivering, kan dit gevolgd worden.

Bespreking van de adviezen

•    Het advies van Hulpverleningszone Zuid-West Limburg, dienst preventie werd niet ontvangen binnen de termijn.  Het advies wordt geacht stilzwijgend gunstig te zijn. 

•    Dienst Water en Domeinen provincie Limburg heeft op 26 augustus 2024 aangegeven dat ze geen advies gaan verstrekken. 

•    Het advies van Fluvius System Operator werd niet ontvangen binnen de termijn.  Het advies wordt geacht stilzwijgend gunstig te zijn. 

•    Het advies van dienst facilitair management d.d. 5 september 2024 is voorwaardelijk gunstig.

“Gunstig mits voldaan wordt aan volgende voorwaarden:

Aanplanten van minstens 3 streekeigen en/of klimaatrobuuste hoogstamboom in de voortuin.

De aan te planten bomen zijn bomen van minstens 2de grootte en dienen aangeplant te worden in het plantseizoen volgende op het beëindigen van de werken.

De verplicht aan te planten bomen kunnen enkel nog gerooid worden na goedkeuring van een gemotiveerde vergunningsaanvraag.

Voor de verplicht aan te planten bomen geldt er een verplichting tot heraanplant bij afsterven van de bomen.

De beplanting langsheen de west- en noordzijde van het perceel dient te bestaan uit streekeigen planten. Deze planten dienen bij volle wasdom minstens 2,5 meter hoog te zijn.

Volgende linken kunnen een hulp zijn in de keuze van de juiste boomsoorten:

- https://www.plantvanhier.be/plantengids

- https://www.ecopedia.be/bomenwijzer

Plantseizoen loopt van 15 september tot en met 15 mei.”

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden.

8.    ADVIES GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR

Stedenbouwkundig Advies

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen, en dat het gevraagde verenigbaar is met een goede ruimtelijke ordening, mits het opleggen van voorwaarden.  

Milieu Advies

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de uitbating in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen, mits het opleggen van voorwaarden. 

De gemeentelijke omgevingsambtenaar adviseert volgende voorwaarden op te leggen:

Stedenbouwkundige voorwaarde

•    De opvang en afvoer van hemelwater afkomstig van het gebouw en de verhardingen moet op eigen terrein uitgevoerd worden. 

•    De voorwaarden, gesteld in het advies van de dienst facilitair management moet gevolgd worden: 

o    Aanplanten van minstens 3 streekeigen en/of klimaatrobuuste hoogstamboom in de voortuin.

o    De aan te planten bomen zijn bomen van minstens 2de grootte en dienen aangeplant te worden in het plantseizoen volgende op het beëindigen van de werken.

o    De verplicht aan te planten bomen kunnen enkel nog gerooid worden na goedkeuring van een gemotiveerde vergunningsaanvraag.

o    Voor de verplicht aan te planten bomen geldt er een verplichting tot heraanplant bij afsterven van de bomen.

o    De beplanting langsheen de west- en noordzijde van het perceel dient te bestaan uit streekeigen planten. Deze planten dienen bij volle wasdom minstens 2,5 meter hoog te zijn.

•    Bewijs van aanplant moet aangeleverd worden aan de dienst vergunningen en handhaving, uiterlijk 3 maanden na de aanplant.

Bijzondere milieuvoorwaarde

•    De van toepassing zijnde algemene en sectorale voorwaarden van Vlarem II worden nageleefd. 

•    Het bedrijf zamelt de verschillende bedrijfsafvalstoffen apart in, zoals bepaald in de VLAREMA-wetgeving (VLAREMA, art. 4.3.2.).

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar d.d. 11/09/2024 en volgt dit standpunt integraal.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het voorwaardelijk afleveren van de omgevingsvergunning aan AXOR NV gevestigd te Rademakersstraat 39 te 3950 Bocholt en Panis, Timmy gevestigd te Senator A. Jeurissenlaan 1027 te 3520 Zonhoven voor het slopen van een bedrijfsloods, het bouwen van een nieuwe bedrijfsloods, de uitbating ervan en de inrichting van het terrein, gelegen te Senator A. Jeurissenlaan 1025 en 1027 kadastraal gekend als afdeling 2 sectie C nr. 741C.
 De aanvraag voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

Rubriek

Omschrijving

Hoeveelheid

Klasse

15.1.1°

het stallen van 6 bedrijfsvoertuigen bestaande uit 2 grote aanhangwagens, 1 vrachtwagen, 1 camionette en 2 kleine aanhangwagens. (Nieuw)

6 voertuigen

3

15.2.

een herstelwerkplaats voor klein onderhoud en herstellingen aan het eigen bedrijfswagenpark. (Nieuw)

1 werkplaats

3

17.4.

de opslag van maximaal 1.000 liter gevaarlijke producten in kleine verpakkingen bestaande uit o.a. onderhouds- en poetsproducten. (Nieuw)

1000 liter

3


 Zodat de ingedeelde inrichting of activiteit voortaan omvat:

Rubriek

Omschrijving

Hoeveelheid
 eenheid

15.1.1°

het stallen van 6 bedrijfsvoertuigen bestaande uit 2 grote aanhangwagens, 1 vrachtwagen, 1 camionette en 2 kleine aanhangwagens. (Nieuw) klasse 3

6 voertuigen

15.2.

een herstelwerkplaats voor klein onderhoud en herstellingen aan het eigen bedrijfswagenpark. (Nieuw) klasse 3

1 werkplaats

17.4.

de opslag van maximaal 1.000 liter gevaarlijke producten in kleine verpakkingen bestaande uit o.a. onderhouds- en poetsproducten. (Nieuw) klasse 3

1000 liter

 

De vergunningsduur kan verleend worden voor onbepaalde duur.

Artikel 3

Volgende voorwaarden worden opgelegd:

Stedenbouwkundige voorwaarden

  • De opvang en afvoer van hemelwater afkomstig van het gebouw en de verhardingen moet op eigen terrein uitgevoerd worden. 
  • De voorwaarden, gesteld in het advies van de dienst facilitair management moet gevolgd worden:
    ° Aanplanten van minstens 3 streekeigen en/of klimaatrobuuste hoogstamboom in de voortuin.
    ° De aan te planten bomen zijn bomen van minstens 2de grootte en dienen aangeplant te worden in het plantseizoen volgende op het beëindigen van de werken.
    ° De verplicht aan te planten bomen kunnen enkel nog gerooid worden na goedkeuring van een gemotiveerde vergunningsaanvraag.
    ° Voor de verplicht aan te planten bomen geldt er een verplichting tot heraanplant bij afsterven van de bomen.
    ° De beplanting langsheen de west- en noordzijde van het perceel dient te bestaan uit streekeigen planten. Deze planten dienen bij volle wasdom minstens 2,5 meter hoog te zijn.
  • Bewijs van aanplant moet aangeleverd worden aan de dienst vergunningen en handhaving, uiterlijk 3 maanden na de aanplant.

Bijzondere milieuvoorwaarden

  • De van toepassing zijnde algemene en sectorale voorwaarden van Vlarem II worden nageleefd.
  • Het bedrijf zamelt de verschillende bedrijfsafvalstoffen apart in, zoals bepaald in de VLAREMA-wetgeving (VLAREMA, art. 4.3.2.).