Terug
Gepubliceerd op 04/12/2024

2024_CBS_01202 - OMV - Vergunning - bijstelling 1114.E.874.201 - Hoek Beverzakstraat-Kruisheideweg - Weigering

College van burgemeester en schepenen
di 26/11/2024 - 13:30 schepenzaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur

Secretaris

Bart Telen, Algemeen directeur
2024_CBS_01202 - OMV - Vergunning - bijstelling 1114.E.874.201 - Hoek Beverzakstraat-Kruisheideweg - Weigering 2024_CBS_01202 - OMV - Vergunning - bijstelling 1114.E.874.201 - Hoek Beverzakstraat-Kruisheideweg - Weigering

Motivering

Feiten context en argumentatie

verslag GEMEENTELIJKE omgevingsambtenaar

De aanvraag betreft de bijstelling van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden door het splitsen van lot 3 in 2 loten (lot 3a en lot 3b) waarvan lot 3b wordt 

onttrokken uit de goedgekeurde verkaveling voor het plaatsen van een elektriciteitscabine.

De aanvraag werd op 22 juli 2024 ontvangen en op 14 augustus 2024 ontvankelijk en volledig verklaard

De gewone vergunningsprocedure wordt gevolgd.

Er werd een openbaar onderzoek gehouden, lopende van 24 augustus 2024 tot en met 22 september 2024. Het openbaar onderzoek werd gesloten met 1 bezwaarschrift.

HISTORIEK VAN HET EIGENDOM WAAROP DE AANVRAAG BETREKKING HEEFT

Stedenbouwkundig

  • 1114.E.874.2: verkavelingsvergunning op 18 oktober 2010 afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen voor 4 loten voor vrijstaande bebouwing.

De aanvraag werd niet in overleg gebracht met de gemeentelijke administratie. 

Uit de gegevens waarover de gemeente beschikt, blijkt niet dat voor het voorwerp van de aanvraag een PV is opgesteld noch dat een meerwaarde werd opgelegd of dat op het goed een vonnis of arrest rust. Er zijn ook geen geschriften bekend waaruit zou blijken dat er wederrechtelijke werken werden uitgevoerd.

OPENBAAR ONDERZOEK

Overeenkomstig artikel 17 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hoofdstuk 3 Toepassingsgebied van de gewone en vereenvoudigde procedure, artikels 11 t.e.m. 14 van het besluit tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning, werd dit dossier volgens de gewone procedure behandeld.

Er werd bijgevolg een openbaar onderzoek gehouden. Het openbaar onderzoek werd georganiseerd van 24 augustus 2024 tot en met 22 september 2024. Er werd 1 bezwaarschrift ingediend.

Gelet op de vereisten die de Raad voor Vergunningsbetwistingen ter zake oplegt aan de vergunningsverlener: 

Om te voldoen aan de opgelegde motiveringsverplichting volstaat het dat de vergunningverlener in haar beslissing de redenen vermeldt waarop deze is gesteund. 

Zij is er niet toe gehouden alle in de loop van de procedure aangevoerde bezwaren één voor één te beantwoorden (RvVb/A/1516/0884 van 31 maart 2016, in dezelfde zin: RvVb nr. A/2015/0261 van 21 april 2015 en RvVb/A/1516/0239 van 24 november 2015).

Het bezwaarschrift werd onderzocht en kan als volgt worden samengevat en beoordeeld:

“Ik heb onlangs een compromis ondertekend voor de aankoop van perceel (X), gelegen in de verkaveling waar ook percelen 979P, 979R en 979N deel van uitmaken. Hierbij wens ik mijn
formeel bezwaar in te dienen tegen de geplande plaatsing van een elektriciteitscabine op
 perceel 979N, zoals aangegeven in de verkavelingsaanvraag.

1. Onvoldoende informatie bij ondertekening compromis
Tijdens het proces van de ondertekening van het compromis voor perceel (X) was er geen
melding gemaakt van de geplande elektriciteitscabine, noch van de intentie om een
herverkaveling door te voeren om een nieuwe locatie voor deze cabine te voorzien. De
 mogelijkheid dat deze cabine in de nabije omgeving zou worden geplaatst, is een aanzienlijke wijziging van de omstandigheden die mij toen werden voorgesteld. Als koper vind ik het onaanvaardbaar dat ik deze essentiële informatie pas na het ondertekenen van het compromis heb vernomen.

2. Visuele en esthetische impact op het perceel
De geplande locatie van de elektriciteitscabine langs de voorzijde van ons perceel (X),
zoals voorzien in het herverkavelingsplan van perceel 979N, is bijzonder nadelig voor het
visuele en esthetische aspect van ons perceel. Elektriciteitscabines hebben een aanzienlijke
 invloed op het straatbeeld en zullen een onaangename blikvanger vormen in een residentiële buurt waar verwacht wordt dat de omgeving netjes en harmonieus oogt. Dit is bijzonder storend, zeker omdat het perceel 979H oorspronkelijk de locatie van de cabine was.

3. Effect op de waarde van het perceel
 De plaatsing van een dergelijke cabine in de directe omgeving van ons perceel kan de waarde van het perceel (X) negatief beïnvloeden. Het hebben van een elektriciteitscabine in de onmiddellijke nabijheid kan toekomstige verkoopkansen verminderen en het leefcomfort negatief beïnvloeden. Dit aspect was niet gekend op het moment van de aankoop en brengt onze plannen voor het perceel in het gedrang.

4. Verkeersveiligheid en smalle straat
De geplande locatie van de cabine bevindt zich aan de voorzijde van een smalle straat, die
reeds beperkt is in ruimte. Het plaatsen van een dergelijke infrastructuur kan de
verkeersveiligheid verslechteren, vooral wanneer er sprake is van werkzaamheden,
onderhoud of parkeerbeperkingen als gevolg van de cabine. Dit zal een negatieve impact
 hebben op de mobiliteit en het dagelijks gebruik van de straat voor bewoners en bezoekers.

Bovendien overwegen wij om onze oprit aan deze kant van ons perceel te plaatsen. De
nabijheid van de elektriciteitscabine kan ons zicht bij het in- en uitrijden sterk beperken,
waardoor het in- en uitrijden onveilig wordt. In een smalle straat als deze kan de beperkte
zichtbaarheid leiden tot onveilige situaties voor zowel ons als de andere weggebruikers, zoals
 voetgangers en fietsers.

5. Alternatieve locatie
Gegeven dat het perceel 979H oorspronkelijk was voorzien voor de plaatsing van de cabine,
 en gezien het feit dat dit een logischere plaats zou zijn omwille van de strandbreedte, verzoek ik u om deze locatie (of het erlangs liggende stuk landbouwgrond) opnieuw in overweging te nemen. Het is immers niet redelijk om de belangen van één groep kopers (979H) boven die van andere kopers te stellen, zoals in dit geval gebeurt.

Ik verzoek u dan ook om mijn bezwaar in overweging te nemen en een alternatieve oplossing
te zoeken voor de locatie van de elektriciteitscabine die minder nadelig is voor ons en de
 andere toekomstige bewoners van deze verkaveling.”

 De gemeentelijk omgevingsambtenaar neemt omtrent dit bezwaarschrift volgend standpunt in:

1.- Het bezwaar m.b.t. “onvoldoende informatie bij ondertekening compromis” betreft geen stedenbouwkundig aspect en wordt derhalve hier niet weerhouden

2.- Het bezwaar m.b.t. de “visuele en esthetische impact op het perceel” wordt gevolgd. De geplande locatie van de elektriciteitscabine langs de voorzijde van het perceel, zoals voorzien in het herverkavelingsplan van perceel 979N, is bijzonder nadelig voor het visuele en esthetische aspect van het  perceel van de bezwaarindiener, en dit omwille van de plaatsing in de voortuinstrook, de zeer korte afstand tot de perceelgrens als het ontbreken van de nodige groenschermen. Bijkomend heeft de elektriciteitscabine ook een aanzienlijke negatieve impact op het straatbeeld en zal deze een onaangename blikvanger vormen in een residentiële buurt waar verwacht wordt dat de omgeving netjes en harmonieus oogt. De inplanting van een elektriciteitscabine in de voortuinstrook is bijzonder storend in de omgeving en is vanuit ruimtelijk oogpunt niet aanvaardbaar. Het bezwaar wordt  weerhouden.

 3.- Het bezwaar m.b.t. het “effect op de waarde van het perceel” betreft geen stedenbouwkundig aspect en wordt derhalve hier niet weerhouden

4.- Het bezwaar m.b.t. de “verkeersveiligheid en smalle straat” wordt gevolgd.

De inplanting van de elektriciteitscabine in de voortuinstrook op het naast gelegen perceel belemmert het zicht bij het achterwaarts uitrijden van het eigendom met de auto, waardoor er een onveilig verkeerssituatie wordt gecreëerd voor zowel de eigenaar en/of bezoekers van het perceel als de andere weggebruikers (auto’s, voetgangers en fietsers). Het bezwaar wordt  weerhouden.

Er dient op zoek te worden gegaan naar een alternatieve inplantingsplaats op het eigendom van de aanvragers (kadastrale percelen 979H, 979P, 979R en 979N).

ADVIEZEN

Op 14 augustus 2024 werd advies gevraagd aan Fluvius System Operator.

MILIEUEFFECTENRAPPORTAGE

De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van bijlage I, II en III van het besluit inzake projectmilieueffectrapportage van 10 december 2004 en latere wijzigingen.

Er werd toch een project-m.e.r.-screening bij de aanvraag gevoegd. De effecten op milieu en omgeving werden hierin voldoende omschreven en uit de screening bleek dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

STEDENBOUWKUNDIG ADVIES

TOETSING AAN DE REGELGEVING EN VOORSCHRIFTEN

OVEREENSTEMMING MET BESTEMMINGS- EN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Gewestplan

De aanvraag is volgens het geldende gewestplan Hasselt - Genk, goedgekeurd bij Koninklijk besluit op 3 april 1979, gelegen in woongebied.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van een goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen en latere wijzigingen).

Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan

Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Afbakening regionaal stedelijk gebied Hasselt - Genk” dat op 20 juni 2014 definitief werd vastgesteld door de Vlaamse Regering.  Er is geen bestemmingswijziging ten opzichte van het gewestplan voorzien voor dit perceel.

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan

De aanvraag is niet gelegen in een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan noch in een  bijzonder plan van aanleg.

Verkaveling

Het goed is gekend als lot 3 binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en deels niet-vervallen verkaveling (loten 1 en 2 zijn vervallen, loten 3 en 4 zijn niet-vervallen), waarvan de vergunning is afgeleverd op 18 oktober 2010 door het college van burgemeester en schepenen en gekend is onder het nummer 1114.E.874.2. De kavel kreeg als bestemming residentieel gebruik.

Omdat de aanvraag een bijstelling van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden omvat, dient de aanvraag getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan. De aanvraag voldoet principieel aan deze stedenbouwkundige voorschriften.

Watertoets

Het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013 en het wijzigingsbesluit van 25 november 2022, verplicht de vergunningverlenende overheid om de watertoets uit te voeren bij elke aanvraag tot omgevingsvergunning. Dit decreet vormt het juridisch kader voor het integraal waterbeleid in Vlaanderen. Het decreet bevat ook de omzetting van de kaderrichtlijn Water en de Overstromingsrichtlijn.

De watertoets werd uitgevoerd op 14 augustus 2024. Voorliggende aanvraag heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

Archeologienota

Conform het Onroerenderfgoeddecreet de dato 12 juli 2013 en latere wijzigingen is er geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag. 

OVERIGE REGELGEVING

Erfdienstbaarheden

Uit het verkavelingsplan, opgesteld door landmeter – expert Guy Gillissen, blijkt dat er geen waterlopen noch erfdienstbaarheden aanwezig zijn op het terrein. Hier dient dan ook geen rekening mee gehouden te worden.  

Toetsing AAN DE goede ruimtelijke ordening

OMSCHRIJVING VAN DE FEITELIJKE AANVRAAG

Voorliggende aanvraag voorziet in het bijstellen van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden door het opsplitsen van lot 3 in 2 loten (lot 3a en lot 3b) waarbij lot 3b wordt onttrokken uit de goedgekeurde verkaveling voor het plaatsen van een elektriciteitscabine. Het onttrekken van een lot uit de verkaveling kan niet zondermeer worden toegestaan. Er bestaat vanuit ruimtelijk oogpunt geen aanleiding om een deel van de verkaveling te onttrekken aan deze verkaveling. De aanvrager had in deze aanvraag zowel voor lot 3a als lot 3b de nodige verkavelingsvoorschriften moeten toevoegen, dewelke enerzijds de bouwmogelijkheden op lot 3a weergeven (voor het oprichten van een vrijstaande eengezinswoning) en anderzijds de bouwmogelijkheden op lot 3b weergeven (voor het oprichten van een elektriciteitscabine). In voorliggende aanvraag werden er evenwel geen verkavelingsvoorschriften toegevoegd waardoor de aanvraag alsnog als onvolledig dient te worden beschouwd.

De beoordeling van de goede ruimtelijke ordening zal dan ook slecht gebeuren aan de hand van de beschikbare gegevens.

BEOORDELING VAN DE GOEDE RUIMTELIJKE ORDENING

De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen:

1°         het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;

2°         het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in 1°, in rekening brengen;

Omschrijving ligging, omgeving en verkavelingsvoorwerp

Het eigendom betreft een hoekperceel gelegen aan respectievelijk de Beverzakstraat en de Kruisheideweg. Het eigendom maakt deel uit van een goedgekeurde, deels-vervallen verkaveling. Loten 1 en 2 van de oorspronkelijke verkaveling zijn vervallen, loten 3 en 4 van de oorspronkelijke verkaveling zijn niet-vervallen. De onmiddellijke omgeving wordt gekenmerkt door voornamelijk residentiële woningbouw in   open en halfopen bebouwing.

De aanvraag betreft de bijstelling van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden door het splitsen van lot 3 in 2 loten (lot 3a en lot 3b) waarvan lot 3b wordt 

onttrokken uit de goedgekeurde verkaveling voor het plaatsen van een elektriciteitscabine.

Functionele inpasbaarheid in de onmiddellijke en ruime omgeving

De aanvraag voorziet in het splitsen van lot 3 in 2 loten (lot 3a en 3b) louter om lot 3b te kunnen onttrekken uit de goedgekeurde verkaveling voor het oprichten van een elektriciteitscabine. Het oprichten van een elektriciteitscabine is functioneel inpasbaar in de onmiddellijke en ruime omgeving. De bestemming van lot 3a wordt niet omschreven of bepaald in voorliggende aanvraag en kan dus ook niet beoordeeld worden.

Mobiliteitsimpact

Gelet op het ontbreken van de verkavelingsvoorschriften kan er geen beoordeling gemaakt worden over de mobiliteitsimpact van de aanvraag. Wel staat vast dat er een onveilige verkeerssituatie zal ontstaan door het oprichten van een elektriciteitscabine op de voorziene inplantingsplaats, zoals hierboven reeds weergegeven.

De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid,  en de visueel-vormelijke elementen

van de voorgenomen werken

Gelet op het ontbreken van de verkavelingsvoorschriften kan er geen uitspraak gedaan worden over de schaal van de gebouwen.

De geplande locatie van de elektriciteitscabine in de voortuinstrook op ca. 1 meter van de perceelgrens, heeft een aanzienlijke negatieve visuele impact op het straatbeeld en het aanpalende eigendom (lot 4), en zal een onaangename blikvanger vormen in een residentiële buurt waar verwacht wordt dat de omgeving netjes en harmonieus oogt. De inplanting van een elektriciteitscabine in de voortuinstrook is bijzonder storend in de omgeving en is vanuit ruimtelijk oogpunt niet aanvaardbaar omwille van de plaatsing in de voortuinstrook, de zeer korte afstand tot de aanpalende perceelgrens als het ontbreken van de nodige groenschermen. Er dient op zoek te worden gegaan naar een alternatieve inplantingsplaats op het eigendom van de aanvragers (kadastrale percelen 979H, 979P, 979R en 979N).

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing.

Bodemreliëf

Het bodemreliëf wordt niet gewijzigd in voorliggende aanvraag.

Hinderaspecten met betrekking tot gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

Er wordt hinder verwacht door voorliggende aanvraag m.b.t. tot de veiligheid in het algemeen. De inplanting van de elektriciteitscabine in de voortuinstrook belemmert het zicht bij het achterwaarts uitrijden van het eigendom met de auto op het naastgelegen perceel, waardoor er een onveilig verkeerssituatie wordt gecreëerd voor zowel de eigenaar en/of bezoekers van het naastgelegen perceel als de andere weggebruikers (auto’s, voetgangers en fietsers).

De aanvraag voldoet niet aan de criteria voor de goede ruimtelijke ordening in de onmiddellijke en ruime omgeving. 

BESPREKING VAN DE ADVIEZEN

Op 27 augustus 2024 werd door Fluvius System Operator een voorwaardelijk gunstig advies verleend:

Naar aanleiding van uw vraag hebben wij een studie opgemaakt voor de aanleg en/of aanpassingen van de nutsleidingen voor het bovenvermeld project en dit op basis van de gegevens waarover wij vandaag beschikken.

Voor uw project zijn volgende voorwaarden van toepassing en noodzakelijk:

- Oprichting van een distributiecabine

Voor dit project dient Fluvius geen werken uit te voeren, noch kosten aan te rekenen. Bij deze hebt u aan onze financiële voorwaarden voldaan. Hiernaast dient u ook aan de technische voorwaarden in dit schrijven en de technische brochures Fluvius te voldoen. Wij brengen de gemeente hiervan op de hoogte. De gemeente zal volgens de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, dit advies opnemen in de omgevingsvergunning.

Bij een eventuele wijziging, zeker indien het gaat om een wijziging van de gevraagde vermogens, of herverkaveling, moet u een nieuwe aanvraag indienen. Op basis van de gewijzigde gegevens zullen wij een studie uitvoeren om te bepalen of een netuitbreiding en/of het plaatsen van een nieuwe distributiecabine vereist is om het project te kunnen aansluiten. De bouwheer dient in dat geval een grond of lokaal op het gelijkvloers ter beschikking te stellen voor deze distributiecabine.

De aansluitingskosten van de individuele woningen, appartementen of panden zijn niet inbegrepen in deze voorwaarden, zij worden later met de offerte voor aansluiting afgerekend. Bijkomende kosten die moeten worden gemaakt naar aanleiding van het

verplaatsen van bestaande leidingen of installaties, kunnen afzonderlijk worden aangerekend na de vaststelling van de noodzaak tot verplaatsing.

De volledige reglementering kunt u raadplegen op www.fluvius.be. U dient deze na te leven.

Dit advies blijft geldig tot zes maand na datum en is onder voorbehoud van wijzigingen zoals hierboven vermeld.

Patrimonium en overdracht:

De oprichting van een distributiecabine voor elektriciteit is noodzakelijk. Voor meer informatie over grondafstand, zie bijlage: 'Gronden, lokalen en/of erfdienstbaarheden'.

Wij hopen u met deze informatie van dienst te zijn. Indien u hieromtrent nog vragen hebt, kunt u ons altijd contacteren.”

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden.

Voorliggende aanvraag werd gelijktijdig ingediend met een aanvraag tot het verkavelen van een grond in 3 loten - waarvan 2 loten voor open bebouwing en 1 lot wordt uitgesloten aangezien het zijn bestemming reeds heeft verkregen - op de naastliggende percelen (de vervallen loten 1 en 2 en het eigendom Beverzakstraat nr. 59), eveneens eigendom van voornoemde eigenaars (ref.nr. 1384.E.874.2 – OMV_2024104026). In deze procedure heeft Fluvius System Operator  in haar advies d.d. 5 november 2024 het volgende gesteld: “In bijlage ons aangepast advies met offerte. Voor deze verkaveling is er een cabine nodig, maar deze wordt voorzien in de aanvraag OMV2024104057 ter hoogte van Beverzakstraat 66 Zonhoven. Hier is echter een bezwaar ingediend voor de plaatsing van de cabine. Indien de cabine niet geplaatst kan worden ter hoogte van huisnummer 66, moet deze langs 59 te komen staan. Gelieve deze voorwaarden op te nemen in de vergunning samen met de bijlages!”Aangezien voorliggende aanvraag niet voldoet aan de criteria voor de goede ruimtelijke ordening in de onmiddellijke en ruime omgeving, kan deze elektriciteitscabine niet geplaatst worden zoals voorzien en dienen beide aanvragen aangepast te worden (OMV_2024104026 en OMV_2024104057).

Uit de bovenstaande motivering blijkt dat de voorgenomen werken zich onvoldoende ruimtelijk inpassen in de omgeving. De aanvraag is niet verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening zoals hoger gemotiveerd.

EINDADVIES

Uit bovenstaande motiveringen blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen inzake milieu en ruimtelijke ordening, maar dat het voorgestelde ontwerp niet verenigbaar is met de goede plaatselijke ordening en met zijn onmiddellijke omgeving. De aanvraag is niet vatbaar voor de bijstelling van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden door het opsplitsen van lot 3 in 2 loten (lot 3a en lot 3b) waarvan lot 3b wordt onttrokken uit de goedgekeurde verkaveling voor het plaatsen van een elektriciteitscabine omwille van volgende redenen:

  • De inplanting van een elektriciteitscabine in de voortuinstrook is bijzonder storend in de omgeving en is vanuit ruimtelijk oogpunt niet aanvaardbaar omwille van de plaatsing in de voortuinstrook, de zeer korte afstand tot de aanpalende perceelgrens als het ontbreken van de nodige groenschermen.
  • In voorliggende aanvraag werden er geen verkavelingsvoorschriften toegevoegd voor lot 3a en lot 3b waardoor de aanvraag alsnog als onvolledig dient te worden beschouwd.

Bijgevolg adviseert de omgevingsambtenaar het dossier ongunstig voor de bijstelling van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden door het opsplitsen van lot 3 in 2 loten (lot 3a en lot 3b) waarvan lot 3b wordt onttrokken uit de goedgekeurde verkaveling voor het plaatsen van een elektriciteitscabine zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan de aanvraag zijn verbonden.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen volgt integraal het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar van 18/11/2024 omtrent het sluiten van het openbaar onderzoek en tot het weigeren van de omgevingsaanvraag.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het weigeren van de omgevingsaanvraag voor de bijstelling van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden door het splitsen van lot 3 in 2 loten (lot 3a en lot 3b) waarvan lot 3b wordt onttrokken uit de goedgekeurde verkaveling voor het plaatsen van een elektriciteitscabine.

Artikel 3

De bezwaarindieners worden op de hoogte gebracht van de beslissing van het schepencollege.