VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR
Dossiernummer: 2024/00188
Referentie omgevingsloket: OMV_2024119128
De aanvraag, ingediend door de heer Christof Quintens wonende te Dennenweg 41 te 3520 Zonhoven, werd ontvangen op 03/09/2024 en op 16/10/2024 ontvankelijk en volledig verklaard.
De aanvraag gaat over een terrein, gelegen Daalheideweg 24, kadastraal gekend als afdeling 2 sectie D nr. 130R34.
De aanvraag gaat over het verbouwen en uitbreiden van een vrijstaande eengezinswoning.
De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de geldende wettelijke bepalingen, (in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid, het decreet Natuurbehoud en hun uitvoeringsbesluiten).
1. STEDENBOUWKUNDIGE BASISGEGEVENS
De locatie van de aanvraag is volgens het Origineel bij Koninklijk besluit goedgekeurd gewestplan op 3 april 1979 gelegen in woongebied.
De locatie van de aanvraag is niet gelegen binnen een bijzonder plan van aanleg.
De locatie van de aanvraag is niet gelegen binnen een ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
Volgende verordeningen zijn van kracht:
• algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake openluchtrecreatieve verblijven goedgekeurd op 8 juli 2005;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, .... goedgekeurd op 10 februari 2023.
2. HISTORIEK
Volgende dossiers zijn relevant:
• Stedenbouwkundige vergunning (1957/00151) voor het bouwen van een woonhuis - goedgekeurd op 18/03/1957.
3. BESCHRIJVING OMGEVING EN AANVRAAG
Beschrijving van de plaats & omgeving
Het perceel bevindt zich op hoek van de Daalheideweg met de Dennenweg, beide gemeentewegen.
De omgeving wordt gekenmerkt door residentiële bebouwing in open en halfopen verband. De eengezinswoningen werden voornamelijk opgericht met 1 of 2 bouwlagen onder hoofdzakelijk hellende daken. De woningen zijn voornamelijk afgewerkt met een gevelsteen in diverse tinten en texturen.
Het perceel grenst aan de linkerzijde aan de Dennenweg. Het rechts aangrenzend perceel is bebouwd met een terugliggende vrijstaande eengezinswoning opgericht met 1 bouwlaag onder een hellend dak.
Het perceel van de aanvraag is bebouwd met een vrijstaande eengezinswoning opgericht met 1 bouwlaag in het jaar 1957. De woning werd ingeplant op minimaal 4,68m uit de voorste perceelsgrens, aan de Daalheideweg, op minimaal 4,19m uit de linker perceelsgrens, aan de Dennenweg, en op minimaal 5,61m uit de rechter perceelsgrens. De woning werd opgericht met een bouwdiepte van 10,02m en een bouwbreedte van 8,75m. De inrit werd aangelegd via de Dennenweg. Er werden ook twee vrijstaande bijgebouwen opgericht zonder vergunning. Het eerste bijgebouw betreft een garage met een breedte van 5,14m en een diepte van 2,61m, ingeplant op 0,73m uit de achterste perceelsgrens. Het tweede bijgebouw betreft een tuinberging met een breedte van 7,42m en een diepte van 2,80m, ingeplant op 5,93m uit de rechter perceelsgrens en op ca. 4,75m uit de achterste perceelsgrens.
Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvraag gaat over het verbouwen en uitbreiden van een bestaande vrijstaande eengezinswoning en het aanleggen van het terrein.
Het perceel van de aanvraag betreft een hoekperceel met een perceelbreedte van 18,40m ter hoogte van de Daalheideweg en 26,60m ter hoogte van de Dennenweg. De bestaande woning opgericht met 1 bouwlaag wordt verbouwd en uitgebreid. De inplanting van het hoofdvolume wordt licht gewijzigd door het aanbrengen van gevelisolatie langs de buitenzijde en de afwerking hiervan met steenstrips. De woning zal hierdoor ingeplant worden op ongeveer 4,88m uit de voorste perceelsgrens, op ongeveer 5,44m uit de rechter perceelsgrens en op minimum ongeveer 4,01m uit de linker perceelsgrens (aan de Dennenweg). Het dak van het hoofdvolume blijft grotendeels behouden en wordt langs de binnenzijde geïsoleerd. Hierdoor blijft de huidige kroonlijst ter hoogte van de voorgevel van 2,82m en de nokhoogte van 6,38m ten opzichte van het maaiveld behouden. In het voorste dakvlak voorziet men aan de rechterzijde een dakkapel met een breedte van 4,15m en een hoogte van 5,55m ten opzichte van het maaiveld. Deze dakkapel bevindt zich op 0,83m onder de nokhoogte.
Het bestaande achterste dakvlak, bestaande uit 2 dakhellingen wordt gewijzigd. Waardoor de kroonlijsthoogte wordt opgetrokken van 2,40m naar 3,51m ten opzichte van het maaiveld.
De achterbouw wordt uitgevoerd met een plat dak. De dakrandhoogte is gelegen op 3,51m ten opzichte van het maaiveld.
Door deze uitbreiding krijgt de woning een totale bouwdiepte van 12,35m. De bouwbreedte wordt verruimd tot 9.09m louter omwille van de isolatiewerken. Intern voorziet men op het gelijkvloers een inkom met toilet en trap naar de verdieping, een bureau, berging, leefruimte met aansluitend een open keuken. Onder het dak worden er twee slaapkamers, een kleine berging en een badkamer voorzien. De woning wordt afgewerkt met rood/zwart genuanceerde steenstrips gecombineerd met buitenschrijnwerk in antraciet aluminium en dorpels in blauwe hardsteen. De dakkapel wordt afgewerkt met antracietkleurige aluminium beplating.
De bestaande inritverharding met toegang langs de Dennenweg zal volledig verwijderd worden, net zoals het toegangspad naar de voordeur ter hoogte van de Daalheideweg.
Er wordt een nieuwe inrit voorzien via de Daalheideweg. De inrit heeft een breedte van 3m en een lengte van 14,52m, uitgevoerd in waterdoorlatende verharding. Vanuit de inrit wordt een toegangspad voorzien naar de voordeur alsook een pad naar de achterzijde van de woning, eveneens in waterdoorlatende verharding. Ter hoogte van de keuken wordt aan de achtergevel een terras in tegelverharding aangelegd met een oppervlakte van 24,90m².
Aan de linkerzijde van de woning wordt in het verlengde van de voorgevel van de woning een haagbeplanting voorzien met een hoogte van 1,80m. Deze haagbeplanting wordt doorgetrokken langsheen de linker (= Dennenweg) en achterste perceelgrens.
Aan de achterzijde van de inrit wordt eveneens een haagafsluiting voorzien met een hoogte van 1,80m.
De niet vergunde vrijstaande bijgebouwen zullen gesloopt worden. Het betreft een garage met een oppervlakte van 13,44m² en een tuinberging met een oppervlakte van 20,79m². Het slopen van niet-vergunde constructies is niet vergunningsplichtig is. Dit gedeelte van de aanvraag is dan ook zonder voorwerp.
4. OPENBAAR ONDERZOEK
Het dossier werd volgens de vereenvoudigde procedure behandeld.
Er werd bijgevolg geen openbaar onderzoek gehouden.
5. ADVIEZEN
Aan volgende adviesverlener werd advies gevraagd:
Fluvius.
6. EFFECTEN OMGEVING
Project-MER
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van bijlage I, II en III van het besluit inzake projectmilieueffectrapportage van 10 december 2004 en latere wijzigingen.
Stikstofdecreet
Voor een eengezinswoning, kunnen we uitgaan van ongeveer 2920 vervoersbewegingen per jaar (4 personen x 2 vervoersbewegingen/persoon x365 dagen/jaar= 2920 jaarlijkse vervoersbewegingen). Dit is minder dan 70.000 jaarlijkse vervoersbewegingen (VITO tabel 3, licht verkeer, KDW =6 en afstand = 0). Dit betekent dat zelfs indien een huis op het meest kritische habitat gebouwd wordt, de impact van het verkeer nog niet zal zorgen voor een overschrijding van de 1% de minimis. We kunnen bijgevolg met absolute zekerheid besluiten dat de impactscore van de bouw van deze eengezinswoning, voor wat betreft mobiliteit, lager is dan 1%.
7. INHOUDELIJKE BEOORDELING
Decretale beoordelingselementen
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de VCRO kan gesteld worden dat de Daalheideweg en de Dennenweg voldoende uitgeruste openbare wegen zijn.
De aanvraag gaat niet over de oprichting van een bedrijfswoning.
De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook.
Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.
Zonering
Het perceel is volgens het zoneringsplan voor riolering, van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), gelegen in centraal gebied. Er is al geruime tijd riolering aanwezig en die is aangesloten op een waterzuivering. Er moet geen septische put voorzien worden.
Waterparagraaf
Het decreet over het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013, legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd worden. Deze watertoets schat de eventuele schadelijke effecten in ten koste van de watersystemen bij de inname van ruimte.
Sedert de inwerkingtreding van omzendbrief OMG/2022/1 d.d. 15/12/2022 dient de vergunningverlenende overheid de watertoets op een gewijzigde manier uit te voeren bij dossiers ingediend vanaf 01/01/2023. De watertoetsprocedure werd geoptimaliseerd, er werden aandachtspunten en richtlijnen geformuleerd en het kaartmateriaal inzake overstromingsgevoelige gebieden werd aangepast.
Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt noch in een pluviaal, noch in een fluviaal overstromingsgebied. Het terrein is logischerwijze evenmin in een gebied voor zeeoverstromingen gesitueerd.
Daarom moet in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel door de toename van de verharde oppervlakte wordt de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit moet gecompenseerd worden overeenkomstig de normen vastgelegd in de geldende gewestelijke hemelwaterverordening:
De plannen geven aan dat voor de uitbreiding en verbouwing van de woning met een totale horizontale dakoppervlakte van 105,52 m² een hemelwaterput voorzien wordt met een inhoud van 7.500 liter en recuperatie van het hemelwater voor toiletten, wasmachine, buitenkraan en binnenkraan. De overloop van de hemelwaterput wordt aangesloten op een open infiltratievoorziening met een oppervlakte van 8,16m² (minimaal vereist 6,05m²) en een volume van 2.500 liter (minimaal vereist 2.495 liter) waarmee men voldoet aan de verordening.
De verordening is niet van toepassing op de aanleg van de voorziene verhardingen. Het hemelwater dat op de verharding valt, wordt namelijk niet opgevangen en afgevoerd, maar kan volgens de aanvraag op natuurlijke wijze op eigen terrein in de bodem infiltreren.
Gezien de aanvraag voldoet aan de hemelwaterverordening, doorstaat deze ook de droogtetoets. Het effect van droogte wordt namelijk gemilderd door het regenwater dat op het terrein terecht komt maximaal vast te houden.
Natuurtoets
Het perceel is niet gelegen binnen of grenzend aan een speciaal beschermingsgebied. Omwille van de ligging, de aard van het project en de afstand tot de waardevolle natuurgebieden wordt gesteld dat er geen impact is van de projectaanvraag op de natuurwaarden.
Erfgoed- & Archeologietoets
Het perceel is niet gelegen binnen een beschermd stads- of dorpsgezicht. Er zijn geen monumenten in de omgeving.
Conform het Onroerenderfgoeddecreet d.d. 12/07/2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag gezien de oppervlakte van het perceel kleiner is dan 3000 m².
Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De bestaande woonfunctie blijft behouden en is functioneel inpasbaar op deze locatie.
Mobiliteitsimpact
De aanvraag voorziet het aanleggen van een oprit, aan de Daalheideweg, met een breedte van 3m en een lengte van 14,52m waarop meerdere voertuigen kunnen parkeren. Het stallen van voertuigen kan dan ook geheel op eigen terrein opgevangen worden waardoor de last van het autobezit niet wordt afgeschoven op het openbaar domein.
Schaal
Behoudens het aanbrengen van gevelisolatie aan de buitenzijde en de afwerking hiervan blijft de inplanting van het hoofdvolume behouden. Het aanbrengen van gevelisolatie is vrijgesteld van vergunningsplicht. De uitbreiding aan de achterzijde van het bestaande hoofdgebouw brengt de totale bouwdiepte op 12,35m. In het voorste dakvlak, aan de rechterzijde, zal een dakkapel voorzien worden met een breedte van 4,15m en tot op 0,83m van de nok. De dakkapel zorgt voor meer ruimte en woonkwaliteit van de dakverdieping.
De bebouwing in de directe omgeving varieert sterk qua bouwdiepte, bouwhoogte als ook materiaalgebruik. Rekening houdend met de gevarieerde bebouwing in de directe omgeving zal de woning niet als storend ervaren worden in het straatbeeld. De aanvraag voldoet aan de algemeen gehanteerde normen voor een eengezinswoning qua bouwdiepte, bouwhoogte en inplanting.
Ruimtegebruik en bouwdichtheid
De huidige functie als eengezinswoning blijft behouden wat zorgt voor een behoud van een minimale woondichtheid en is bijgevolg aanvaardbaar op deze locatie.
De aanvraag voorziet 105,62m² aan bebouwing en 76,10m² aan verhardingen. Dit brengt de totale verharding/bebouwing op 181,72m². Rekening houdend met de oppervlakte van het perceel (513,25m²) bedraagt de footprint zo’n 35%, dit is aanvaardbaar en in overeenstemming met de visie van de gemeente. Er resteert ruim 65% van het terrein wat zal ingericht worden als groene ruimte.
Visueel-vormelijke elementen
De gevelafwerking van de woning en de uitbreiding is voorzien in rood/zwart genuanceerde steenstrips gecombineerd met buitenschrijnwerk in antraciet aluminium en dorpels in blauwe hardsteen. De dakkapel wordt afgewerkt met antracietkleurige aluminium beplating. De bebouwing in de omgeving varieert sterk qua bouwstijl alsook materiaalgebruik. Bijgevolg zal het voorgestelde materiaalgebruik niet als storend ervaren worden in het straatbeeld.
Cultuurhistorische aspecten
Het perceel is niet gelegen in of nabij een beschermd dorpsgezicht. De aanvraag is niet gelegen in een beschermde archeologische site. De aanvraag is, bekeken vanuit de erfgoedaspecten, aanvaardbaar.
Bodemreliëf
Volgens de aanvraag wordt het bestaande reliëf niet gewijzigd.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
De aanvraag creëert voldoende woonkwaliteit en gebruiksgenot voor de bewoners. Door de aanvraag ontstaat er geen bijkomende hinder.
Bespreking van de adviezen
• Het advies van Fluvius d.d. 24 oktober 2024 is voorwaardelijk gunstig.
“Adviesverlening RIOLERING voor uw project te ZONHOVEN, Daalheideweg 24
Naar aanleiding van uw stedenbouwkundige aanvraag voor bovenvermeld project geven we volgend advies voor wat betreft riolering.
Dit advies handelt over de technische aansluitbaarheid op het openbaar rioleringsnetwerk indien aanwezig. Dit desbetreffende perceel blijft aansluitbaar via de bestaande huisaansluitingen op de bestaande riolering ter hoogte van de aanpalende straat. De Fluvius-aansluitingsvoorwaarden voor o.a. diepte, diameter en locatie, zijn terug te vinden op www.fluvius.be.
Infiltratievoorziening
De eventuele noodoverloop dient voldoende hoog voorzien te worden, en niet dieper dan 30 cm onder het laagste deksel of aangesloten kolk, en zodanig dat de noodoverlaat zich boven de hoogste grondwaterstand bevindt. Deze noodoverlaat dient te allen tijde inspecteerbaar en bereikbaar te zijn (bv. onder een deksel). Er wordt enkel een aansluiting met max. diam. 160 mm als overloop van de infiltratievoorziening toegestaan. Op de overloop van de infiltratievoorziening moet een terugslagklep staan, zodat geen water vanuit de openbare riolering kan terugstromen in de infiltratievoorziening.
Daarnaast dient u voor wat betreft riolering uiteraard te voldoen aan alle geldende gewestelijke, provinciale en gemeentelijke wettelijke bepalingen dienaangaande. Fluvius doet hierop geen nazicht.
Via https://www.vmm.be/data/zonering-en-uitvoeringsplan kan u eenvoudig nakijken in welke cluster het perceel zich bevindt en de daaraan gekoppelde verplichtingen inzake septische putten.
Dit advies doet verder geen uitspraak over of nazicht op de ontworpen riolering op het privé-gedeelte.
Bijkomende info m.b.t. het toepassingsgebied en de richtlijnen van de GSVH (Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening Hemelwater) bij verbouwingen, uitbreidingen, etc :
-Algemeen toepassingsgebied van de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening Hemelwater (GSV(H))
Tenzij het hemelwater op eigen terrein in een onverharde zone infiltreert zonder dat hiervoor een afvoersysteem moet worden aangelegd (met uitzondering van dakgoten en regenpijpen) en zonder dat het water naar andere percelen of het openbaar domein afvloeit, is de GSV hemelwater van toepassing op volgende handelingen op zowel privaat als openbaar domein:
- Overdekte constructies bouwen of herbouwen, bestaande overdekte constructies verbouwen met werken aan de afwatering, bestaande overdekte constructies uitbreiden;
- Verhardingen aanleggen, heraanleggen of uitbreiden;
- Aanleggen van een afwatering voor de bovenstaande constructies of verhardingen, waarvan het hemelwater voorheen op natuurlijk wijze in de bodem infiltreerde.
-Algemene richtlijnen:
De hemelwaterput, de infiltratievoorziening en/of de buffervoorziening moeten uiterlijk in gebruik genomen worden op het moment dat ook het gebouw of de verharding in gebruik genomen wordt.
Het hemelwater moet altijd gescheiden blijven van het afvalwater.
Het hemelwater moet altijd gescheiden blijven van het drinkwater. Rechtstreekse verbindingen via mengkranen, gesloten afsluitkranen, keerkleppen of wegneembare aansluitstukken zijn niet toegelaten. Zulke wanverbindingen vormen niet alleen een risico voor de waterkwaliteit in huis, maar kunnen ook het openbare drinkwaternet vervuilen.
Regularisaties worden steeds getoetst aan de regelgeving die geldt op het moment van indiening van de regularisatieaanvraag. Indien het niet mogelijk is zich in orde te stellen aan de geldende GSV hemelwater dient de vergunningsaanvrager een gemotiveerde uitzondering aan te vragen.
-Het verbouwen van een constructie:
Volgens de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) betekent het verbouwen van een constructie : het uitvoeren van aanpassingswerken binnen het bestaande bouwvolume van een constructie waarvan de buitenmuren voor ten minste 60% behouden worden.
Voor verbouwingen geldt dat de GSV hemelwater enkel van toepassing is wanneer er werken aan de afwatering gebeuren. Dit is het geval als zowel het hemelwaterafvoersysteem als het afvoersysteem van afvalwater beide ingrijpend worden gewijzigd. Niet-ingrijpende werken kunnen onder andere zijn: vervanging van regenpijpen, dakgoten of hemelwaterafvoer, enkel werken aan sanitaire installaties, plaatselijke ingrepen aan het afvoersysteem van hemelwater en/of afvalwater.
Het plaatsen van een hemelwaterput en een infiltratievoorziening is daarentegen ook bij niet-ingrijpende werken zeker aan te bevelen en sommige lokale besturen moedigen het daarom aan met een subsidie.
Een verticale uitbreiding of optopping (m.a.w. het aanbrengen van een extra verdieping) valt ook onder verbouwingen.
-Voor de GSV hemelwater is een uitbreiding van een gebouw een nieuw gebouwdeel dat aan of tegen een bestaande constructie wordt gebouwd.
Uitbreidingen vallen steeds onder het toepassingsgebied van de verordening, ongeacht de grootte, en ongeacht of er al dan niet werken aan de afwatering gebeuren.
Het kan zowel gaan om een uitbreiding na een gedeeltelijke afbraak als een nieuwe uitbreiding. Wanneer een gedeelte van een gebouw wordt afgebroken en herbouwd, is de verordening dus van toepassing voor uitbreidingen, zelfs als de oppervlakte na uitbreiding niet groter is dan de oppervlakte vóór de uitbreiding. Als meer dan 40% van de buitenmuren worden afgebroken en herbouwd is er wél sprake van een volledige afbraak en herbouw.
Het aanbrengen van isolatie aan de buitenzijde van een woning tot een maximum van 26 cm wordt beschouwd als aanpassingswerken binnen het bestaande bouwvolume, en valt dus niet onder het toepassingsgebied van uitbreidingen, maar onder dat van verbouwingen. Enkel als er werken aan de afwatering gebeuren vallen deze werken onder het toepassingsgebied van de GSV hemelwater.
Een verticale uitbreiding of optopping (m.a.w. het aanbrengen van een extra verdieping) valt niet onder het toepassingsgebied van de uitbreidingen, maar onder dat van de verbouwingen.
-Verhardingen vallen onder het toepassingsgebied van de verordening, ongeacht hun grootte.
Waterdoorlatende verhardingen met een hellingsgraad kleiner dan 2% vallen eveneens onder het toepassingsgebied van de GSV hemelwater, maar worden niet opgenomen in de afwaterende
oppervlakte. Niet-waterdoorlatende verhardingen of waterdoorlatende verhardingen met een hellingsgraad groter dan of gelijk aan 2% die afwateren op het omliggende terrein vallen niet onder het toepassingsgebied van de verordening.
Het gaat zowel om nieuwe verhardingen, heraanleg van verhardingen als uitbreidingen van bestaande verhardingen.
-Zowel voor verhardingen als voor overdekte constructies geldt dat de verordening van toepassing is als een nieuw afvoersysteem wordt aangelegd waar er voorheen geen aanwezig was.
Het gaat dan bijvoorbeeld om een rieten dak waarvan het water natuurlijk afliep dat vervangen wordt door een dak met dakpannen, dakgoten en regenpijpen die aangesloten worden op een afvoersysteem.”
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden.
8. ADVIES GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR
Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen, en dat het gevraagde verenigbaar is met een goede ruimtelijke ordening, mits het opleggen van voorwaarden.
Gezien het slopen van de niet vergunde vrijstaande bijgebouwen en het plaatsen van gevelisolatie als vrijgesteld beschouwd kan worden, worden hier verder geen uitspraken over gedaan.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar adviseert de volgende voorwaarde op te leggen:
Stedenbouwkundige voorwaarde
• Het advies van Fluvius moet gevolgd worden.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar d.d. 19/11/2024 en volgt dit standpunt integraal.
Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het voorwaardelijk afleveren van de omgevingsvergunning aan de heer Christof Quintens wonende te Dennenweg 41 te 3520 Zonhoven voor het verbouwen en uitbreiden van een vrijstaande eengezinswoning, gelegen te Daalheideweg 24 kadastraal gekend als afdeling 2 sectie D nr. 130R34.
Volgende voorwaarde wordt opgelegd:
Stedenbouwkundige voorwaarde
Het advies van Fluvius moet gevolgd worden.